zo betaalt nederland
betaaltrend jaarverslag 2011
zo betaalt nederland 2011
GGN. De meerwaarde dichtbij.
Het Échte verhaal Beheersing van uw geldstromen begint met de debiteurenkennis van GGN. Kennis die wij dagelijks verrijken in de praktijk met onze werkzaamheden voor een groot aantal klanten in alle denkbare sectoren. Kennis die is opgebouwd in vele jaren. En die we bovenal verkrijgen met het toonaangevende onderzoek over het echte verhaal achter het betaalgedrag van de Nederlander. Daarom kent GGN uw debiteuren. Weten wij hoe Nederland betaalt, of juist niet. En zijn wij als geen ander in staat om zeer gericht te handelen. Met het juiste instrument, op het beste moment en op de meest effectieve toon. Vanuit 28 regiokantoren verspreid over heel Nederland. GGN. De meerwaarde dichtbij.
woord vooraf In het Betaaltrend Jaarverslag van vorig jaar brak ik een lans voor het belang van gedegen creditmanagement. We zagen toen dat het betaalgedrag in zwaar weer verkeerde, ook al veerde de economie al weer enigszins op. Reden om te stellen dat er werk aan de winkel was voor ondernemers. Strenger debiteurenbeheer, toetsen van kredietwaardigheid van klanten, op tijd een degelijke incassopartij inschakelen. Maar bovenal goed communiceren met de klant over de afspraken die je met elkaar maakt over het betalen van de rekening, maar ook over de achterliggende redenen als betaling een keer dreigt uit te blijven. Dat werkt verhelderend en voorkomt problemen. In het huidige onderzoek laat het betaalgedrag van Nederlanders een opleving zien. De Betaal Gedrag Index (BGX) is met maar liefst drie punten gestegen ten opzichte van een jaar geleden. Het herstel van de economie lijkt zich nu dus eindelijk door te vertalen naar betaalgedrag. Tegelijkertijd zien we dat de nonchalance in het betaalgedrag toeneemt. Dat lijkt tegenstrijdig,
maar ik kan me er wel wat bij voorstellen. Als je weer wat ruimer in je financiële jasje komt te zitten en niet meer elke maand hoeft af te wegen of je een bepaalde aankoop wel of niet doet, word je vanzelf wat minder strikt in het bijhouden van elke uitgave. Zo sluipt het er ongemerkt weer in om rekeningen wat langer te laten liggen of zelfs te laat te betalen. Dit jaar hebben we speciaal gekeken naar het betaalgedrag onder jongeren. Het overgrote deel van de jongeren komt goed rond en vindt het hebben van schulden niet normaal. Dat stemt positief. Minder positief is het feit dat een kwart van de jongeren niet weet waar ze terecht kunnen als zij een rekening niet kunnen betalen. En dat de helft van de jongeren het niet aan anderen laat weten als zij schulden hebben. Er blijft dus werk aan de winkel. Voor u als ondernemer én voor ons als creditmanagement expert. Ik trek graag samen met ondernemers, instanties en jongeren op om kennis, ervaring en betrokkenheid te bundelen in de zoektocht naar een effectieve manier om onwetendheid en
schuldgevoel onder jongeren te lijf te gaan. Want zonder ingrijpen groeien deze problemen mee naar hun volwassen leven, waarin ze weer een voorbeeld moeten zijn voor volgende generaties. Doet u mee? Henk Keizer Voorzitter Raad van Bestuur GGN
5
inhoudsopgave
3 4 5
Het échte verhaal Woord vooraf Inhoudsopgave
6
Deel 1: Landelijke cijfers 8 Samenvatting landelijke cijfers 11 Betaal Gedrag Index 12 Recessie 14 Inkomen 15 Bestedingen 16 Betalen 18 Betaalproblemen 22 Toekomstverwachting
24 Deel 2: Mentality-milieus en betaaltypen 26 Betaalmentaliteit 26 Betaaltypen en de recessie 30 Deel 3: De grenzeloze generatie 32 Onderzoeksverantwoording 33 Samenvatting en conclusies 34 Inkomen 35 Bestedingen 36 Betaalgedrag 38 Betaalproblemen 39 Toekomstperspectief 40 Mentality 42 Deel 4: Toekomstvisie 48 Onderzoeksverantwoording 49 Profiel GGN
ZO
B E TA A LT
N E D E RL A N D
ALGEMEEN
L A N D E L I J K E
C I J F E R S
deel 1: algemeen
samenvatting landelijke cijfers Betaal Gedrag Index De index voor het betaalgedrag van consumenten (Betaal Gedrag Index BGX) is in 2011 drie punten gestegen in vergelijking met 2010 (77 in februari 2010 vs. 80 in februari 2011). Het betaalgedrag in Nederland is dus verbeterd. Minder rekeningen worden te laat betaald. Minder mensen staan rood. En het gemiddelde bedrag bij betalingsachterstanden is gedaald.
Recessie Nederlanders zijn positiever over de ontwikkeling van de economie. Dit leidt tot meer uitgaven Minder Nederlanders verwachten dat de economie zal verslechteren (32% vs. 43% in 2010). Het aantal Nederlanders dat verwacht dat de situatie zal verbeteren is gestegen (34% vs. 28% in 2010). Ook het aantal Nederlanders dat zich zorgen maakt over de eigen financiële situatie is gedaald. Dat uit zich in het bestedingspatroon. Grote aankopen worden minder vaak uitgesteld en we nemen minder bezuinigingsmaatregelen.
• •
Inkomen Verwachte inkomensstijging door promotie en meer uren werken Dit jaar zijn er minder inkomens gedaald en meer gestegen dan in het jaar daarvoor. De inkomensstijging vond vooral plaats onder Nederlanders met een bovenmodaal inkomen. Nederlanders met inkomens beneden modaal zagen hun inkomen vaker dalen. Nederlanders zijn overwegend positief over hoe hun inkomen zich het komende jaar zal ontwikkelen:
•
•
22% verwacht dat het inkomen zal stijgen en 14% verwacht dat het inkomen zal dalen. De redenen voor de verwachte inkomensstijging: - men verwacht promotie te maken binnen de eigen baan - men verwacht een beter betaalde baan te vinden - men verwacht meer uren te gaan werken Als oorzaken voor de daling van het inkomen worden met name stijging van belastingen, loonbelasting en premies genoemd.
•
Bestedingen Meer Nederlanders spaarden en het gemiddeld spaarbedrag nam toe Het aantal mensen dat hun meer verdiende geld gebruikt om te sparen neemt net als vorig jaar toe. Ook het aantal mensen dat hun geld gebruikt om schulden af te lossen neemt toe - zowel bij de vorige meting als bij deze meting. Mensen lijken meer zekerheid voor de toekomst te willen creëren. Bij een daling van het inkomen wordt dit jaar minder gekozen voor bezuinigen op sparen. Vorig jaar gaf 66% aan te bezuinigen op sparen, nu is dit 57%. Minder sparen is nog wel de belangrijkste bezuinigingspost.
• • •
Betaalgedrag Te laat betalen vaker vanwege nonchalance Het afgelopen jaar stonden minder Nederlanders continu of regelmatig rood. Hierdoor steeg het aantal Nederlanders dat nooit rood stond naar 40% (bij de meting van februari 2010 was dat 36%). Hoewel het aantal Nederlanders dat rood staat
•
gedaald is, is het gemiddelde bedrag waarmee men rood staat niet veranderd. Dit betekent dat men in dit jaar gemiddeld een hoger bedrag per persoon rood stond dan in het jaar daarvoor. Geldgebrek is de belangrijkste reden voor rood staan. In voorgaande jaren was gemakzucht ook nog een veel gehoorde reden. Dit aantal daalt echter licht. Wel is het nog steeds zo dat bovenmodale inkomens vaker rood staan door gemakzucht en lagere inkomens vaker rood staan door geldgebrek. Het aantal Nederlanders dat hun rekeningen te laat betaalde is gedaald. Evenals de frequentie waar dit mee gebeurde. De reden waarom men te laat betaalt is steeds minder vanwege geldgebrek en steeds meer omdat men vergeet te betalen. De nonchalance neemt vooral bij de bovenmodale inkomens toe.
•
•
Betaalproblemen Gemiddeld bedrag betalingsachterstand gedaald, maar zicht op uitgaven neemt af De meeste Nederlanders hebben redelijk of gedetailleerd inzicht in hun financiële situatie. Dit aantal is, in vergelijking met voorgaande jaren, stabiel gebleven. Het aantal Nederlanders met exact zicht op hun uitgaven nam wel af. Bij de meting van februari 2010 gaf 38% aan exact te weten waar ze hun geld aan uitgaven. Bij de meting van februari 2011 is dit gedaald naar 33%. Het aantal Nederlanders dat niet kan rondkomen van het huidige inkomen (10%) is nauwelijks veranderd ten opzichte van vorig jaar (11%). Er wordt minder gebruikgemaakt van financieringsmogelijkheden en ook het spaargeld wordt voor
•
• •
9
aankopen minder aangesproken. Wel steeg het aantal mensen dat een persoonlijke lening bij de bank afsloot. Ook is het vertrouwen in banken gestegen. Het aantal Nederlanders dat een betalingsachterstand heeft, is gelijk gebleven (10%) maar de hoogte van het bedrag is t.o.v. voorgaande jaren gedaald. Het aantal incassogevallen en contacten met de deurwaarder is gedaald. Het aantal personen met betaalproblemen is gelijk gebleven. Voor de komende 12 maanden is de verwachting dat er minder betaalproblemen zullen zijn.
• • •
ze voor een inkomensdaling zullen zorgen. Opvallend is dat vooral de beneden modale inkomens verwachten door de bezuinigingen achteruit te gaan in inkomen, maar dat met name de modale inkomens maatregelen treffen om deze achteruitgang te compenseren. Van de bezuinigingen die zullen worden doorgevoerd geeft 52% aan dat de bezuinigingen op zorg de meeste impact zullen hebben.
•
Toekomstverwachting 45-plussers maken zich zorgen over hun pensioen Bijna een kwart van de Nederlanders boven de 45 jaar maakt zich zorgen over hun inkomen als ze met pensioen gaan. Voor een groot aantal Nederlanders onder de 35 jaar is het pensioen nog een ‘ver-van-hun-bed-show’. Nederlanders met een bovenmodaal inkomen hebben vaker extra maatregelen getroffen om verzekerd te zijn van een goed inkomen als zij met pensioen gaan. Deze hogere inkomens hadden vaak al een goede pensioenregeling. Ze hebben echter daarnaast toch nog aanvullende maatregelen genomen.
• •
Binnenlandse bezuinigingen worden gevreesd De slechte financiële situatie in een aantal Europese landen heeft weinig invloed op het uitgavenpatroon van 80% van de Nederlanders. Men vreest de ontwikkelingen in eigen land meer. Van de bezuinigingen die de overheid heeft aangekondigd, verwacht 45% dat
•
Inkomens stegen het vaakst in het Westen De afgelopen 12 maanden zijn de inkomens van de inwoners in het Westen van Nederland het vaakst gestegen (27% t.o.v. gemiddeld 22% in heel Nederland). In het Zuiden zijn de inkomens het minst gestegen t.o.v. de andere regio’s.
deel 1: algemeen
Een terugblik: ‘Zo betaalt Nederland 2010’ De economische crisis lijkt in februari 2010 toch echt voorbij. Na jaren waarin Nederlanders overwegend negatief waren over de economische ontwikkeling, zijn we in 2010 een stuk positiever. Wel zijn we nog bedachtzaam en bezuinigen we nog steeds. Begrijpelijk. Want vele Nederlanders zagen hun besteedbaar inkomen dalen. Of verloren hun baan. In totaal was er vaker sprake van een daling van het inkomen, dan van een stijging. Om deze inkomensdaling te compenseren spaarden we minder. Ook gaven we minder geld uit aan producten en diensten. Ondanks de negatieve inkomensontwikkeling was het betaalgedrag van de Nederlanders in februari 2010 niet significant anders dan in oktober 2009. Er was geen stijging in het aantal betaalproblemen. Maar het gemiddelde bedrag van de betalingsachterstand steeg wel. Meer Nederlanders kwamen daardoor in 2010 in aanraking met een incassobureau of een deurwaarder.
11
Betaal gedrag index De BGX (Betaal Gedrag Index) geeft in één opslag weer of Nederland het afgelopen jaar beter of slechter is gaan betalen. De BGX is samengesteld uit het zelfgerapporteerde gedrag met betrekking tot betalen, waarin onder andere de volgende vragen aan bod komen: betaalt men rekeningen wel eens te laat? Hoe vaak betaalt men rekeningen te laat? Wat is de hoogte van de betaalachterstand? Staat men wel eens rood? Voor het vaststellen van de BGX hebben ruim 2.653 respondenten deze en andere vragen omtrent hun betaalgedrag beantwoord.
BGX stijgt drie punten in 2011 De BGX staat dit jaar op 80 punten. Dat is drie punten hoger dan vorig jaar. Dit laat zien dat het betaalgedrag, ten opzichte van voorgaande jaren, verbeterd is. Minder rekeningen worden te laat betaald. Minder mensen staan rood. En het gemiddelde bedrag van de betalingsachterstanden is gedaald.
B E TA A L
Betaal Gedrag Index Betaal Gedrag Index Betaal Gedrag Index Maart 2009 Februari 2010 Februari 2011 100
100
100
90
90
90
78
77
80
70
70
70
60
60
60
50
50
50
40
40
40
30
30
30
20
20
20
10
10
10
03-2009
02-2010
02-2011
G E D R A G
I N D E X
Beste betalers in ZUiden en Westen In het Westen en het Zuiden van Nederland is de Betaal Gedrag Index (BGX) met 81 punten het hoogst. Het betaalgedrag in de drie grote steden heeft zich het sterkst verbeterd het afgelopen jaar (76 dit jaar t.o.v. 73 vorig jaar).
deel 1: algemeen
recessie Het hoogtepunt van de recessie in Nederland ligt alweer zo’n tweetal jaren achter ons. De gevolgen van de recessie zijn echter wel actueel. Denk daarbij bijvoorbeeld aan het geschade vertrouwen in de bankensector. Aan de bezuinigingen die ons nog te wachten staan. Of aan de invloed die de recessie nog steeds heeft op het consumentenvertrouwen.
Nederland positief over ontwikkeling economische situatie In vergelijking met voorgaande jaren zijn Nederlanders positiever over de ontwikkeling van de economische situatie. 32% verwacht dat de situatie in de komende 12 maanden zal verslechteren tegenover 43% bij de meting in 2010. Ook meer Nederlanders verwachten dat de economie zal verbeteren (34% vs. 28% bij de vorige meting). Vooral Nederlanders met een inkomen van twee keer modaal verwachten enigszins verbetering (46%). De lagere inkomensgroepen zijn minder positief over de economische ontwikkeling. Nederlanders met een inkomen beneden en ver beneden modaal verwachten vaker dat de economie duidelijk zal verslechteren.
Minder zorgen over economische situatie Het aantal Nederlanders dat zich zorgen maakt over de economische situatie is gedaald (38% vs. 44% bij de meting in 2010). Ook over de eigen financiële situatie maakt men zich minder zorgen (21% vs. 23% bij de meting in 2010). Men doet ook weer gemakkelijker grote aankopen. Vooral jongeren maken zich minder zorgen over hun financiële situatie.
Mensen met hogere inkomens zijn positiever over de economische situatie in tegenstelling tot mensen met lagere inkomens, die minder positief zijn.
Vertrouwen in banken stijgt licht De helft van de Nederlanders geeft aan dat hun geld veilig is bij de bank. Bij de meting van februari 2010 was dit 47%. Het vertrouwen is dus licht gestegen, maar zit nog niet op het niveau van de meting van oktober 2009 met een percentage van 53%. In de leeftijdscategorie 55 t/m 65 jaar is het vertrouwen in de bank het laagst. Maar liefst 8% van deze categorie geeft aan dat hun geld bij de bank niet veilig is. De Nederlanders in de leeftijdscategorie 15 t/m 24 jaar hebben het meeste vertrouwen in de bank. Van hen is 15% het er zeer mee eens dat het geld bij de bank veilig is. Ook de groep 25 t/m 54-jarigen heeft vaker vertrouwen in de bank. 51% van deze groep denkt dat hun geld bij de bank veilig is.
Recessie minder van invloed op uitgavenpatroon Onder invloed van de recessie letten we nog steeds op de prijzen. Alleen wel minder dan vorig jaar. Ook wordt er nog steeds bezuinigd, maar in mindere mate. De meest gehanteerde bezuinigingsmaatregelen van Nederlanders dit jaar zijn gelijk aan die van vorig jaar, zoals meer op prijzen letten en minder dure kleding kopen. Alleen zijn de percentages dit jaar lager. Inkomensgroepen beneden modaal geven vaker aan hun uitgavenpatroon te hebben aangepast dan groepen die bovenmodaal verdienen.
13
Nederland positief over ontwikkelling economische situatie Hoe zal de economie zich komende 12 maanden ontwikkelen? Duidelijk verslechteren
2%
11%
16%
27%
Enigszins verslechteren
30%
32% 42%
Ongewijzigd blijven
Enigszins verbeteren
Duidelijk verbeteren 1% 1% 1%
26% 27%
20%
8%
34%
29%
21%
16%
48%
feb-11 (n = 2031) feb-10 (n = 2040) okt-09 (n = 1000) mrt-09 (n = 1939)
8%
Minder zorgen over economische situatie
Vertrouwen in banken licht gestegen
Kunt u aangeven in hoeverre u het eens bent met de volgende stellingen?
Wilt u bij de volgende stellingen aangeven in hoeverre u het er mee eens of oneens bent?
Ik maak me zorgen over de economische situatie
5%
Ik stel op dit moment grote aankopen uit
6%
Ik trek me niets aan van 4% de economische situatie De economische recessie baart 4% mij grote zorgen voor mijn financiële situatie het komende jaar
33%
39%
25% 22% 17%
Zeer mee eens Mee eens Neutraal
20%
32%
32%
39% 42%
Mee oneens Zeer mee oneens
2% 4%
30%
5%
32%
5%
N = 2031
Mijn spaargeld is veilig bij mijn bank Sinds de economische recessie spaar ik meer geld in contanten Ik bewaar spaargeld liever cash dan op de bank
41%
44%
6% 1%6%
31%
1%7%
27%
Zeer mee eens Mee eens Neutraal
48%
14% 21%
44%
Mee oneens Zeer mee oneens
6%3%
N = 2031
deel 1: algemeen
inkomen Minder inkomens gedaald Het afgelopen jaar zijn de inkomens in Nederland stabiel gebleven. Er zijn minder inkomens gedaald en iets meer inkomens gestegen in vergelijking met de meting van een jaar daarvoor. Net als het jaar ervoor zijn er per inkomenscategorie wel verschillen in de inkomensontwikkeling. De inkomens tussen de één en twee keer modaal en de inkomens meer dan twee keer modaal zagen dit jaar hun inkomens vaker stijgen (respectievelijk 29% en 35%). De inkomens beneden modaal en ver beneden modaal zagen dit jaar hun inkomen vaker dalen (beide 26%).
Salarisverhoging belangrijkste reden inkomensstijging De belangrijkste redenen voor inkomensstijging zijn gelijk aan die van de meting van februari 2010.
De top-drie bij de meting van 2011: 1. Salarisverhoging binnen huidige functie (55%) 2. Beter betaalde baan/functie (19%) 3. Meer uren gaan werken (17%)
De top-drie bij de meting van 2011: 1. Ontslag (20%) 2. Minder uren gaan werken (17%) 3. Stijging van loonbelasting en premies (17%)
Voor de inkomenscategorie één tot twee keer modaal is salarisverhoging de belangrijkste reden voor inkomensstijging (65%). Opvallend is, dat bij de inkomenscategorie modaal bij 12% een aanvullende uitkering een reden is voor de stijging van het inkomen.
Bij de 55 t/m 64 jarigen zijn de inkomens het vaakst gedaald (24% t.o.v. het gemiddelde percentage van 18%). De belangrijkste redenen hiervoor zijn vut en pensioen (31%) en stijging van loonbelasting en premies (27%).
Ontslag belangrijkste reden inkomensdaling
Verwachting is dat het inkomen stabiel blijft
De belangrijkste redenen voor de inkomensverlagingen zijn t.o.v. de vorige meting niet veel veranderd. Wel werden dit jaar andere groepen getroffen door een inkomensdaling. Waar vorig jaar voornamelijk de 45 t/m 54 jarigen getroffen werden, zijn het dit jaar de 55 t/m 64 jarigen die het vaakst met een inkomensdaling te maken krijgen.
Ten opzichte van de afgelopen 12 maanden zijn er minimale veranderingen te zien in de verwachting voor de ontwikkeling van het inkomen van de komende 12 maanden. Het aantal mensen dat verwacht dat het inkomen stabiel blijft is gelijk aan vorig jaar (53%).
In 2011 verwacht men dat het inkomen stabiel blijft
Minder inkomens gedaald 2011
22%
2010
20%
2009 (okt)
22%
2009 (mrt)
2006
56% 54%
36%
47%
30% 24%
2005
20%
2004
24%
50% 48% 51% 54%
2011
18%
57%
31%
2008 2007
59%
23%
2010
22%
2009 (okt)
16%
2009 (mrt)
17%
2008 2006
29% 22%
20% 21%
Inkomen gestegen Inkomen gelijk Inkomen gedaald
2005 2004
53%
14%
53%
13%
51%
29% 34% 26% 27% 26%
13%
42%
31%
2007
20% 28%
21%
47%
14%
45%
11%
43%
12% 27%
48%
19%
55%
19%
Inkomen gaat dalen Inkomen blijft gelijk Inkomen gaat stijgen
15
bestedingen Ook bij inkomensdaling blijft men sparen Dit jaar wordt er minder voor gekozen om bij een daling van het inkomen te bezuinigen op sparen (57% vs. 66% vorig jaar). Minder sparen is nog wel de belangrijkste bezuinigingspost.
Extra geld naar sparen en aflossing schulden Vanaf maart 2009 zien we een toename van het aantal personen dat hun meer verdiende geld gebruikt om te sparen. Ook het aantal personen dat het geld gebruikt om schulden af te lossen is t.o.v. de meting van februari 2010 gestegen. Mensen lijken meer zekerheid voor de toekomst te willen creëren. In de leeftijdscategorie 25 t/m 34 jaar wordt het meerverdiende geld, vaker dan bij andere leeftijdscategorieën, ingezet om te sparen en producten of diensten te kopen. Ook de hogere inkomensklasse, twee keer modaal, geeft aan extra geld aan producten of diensten uit te willen geven en aan beleggen.
Minder geld naar luxe artikelen In vergelijking met een jaar eerder wordt er bij een inkomensdaling nog steeds het meest bezuinigd op luxe artikelen en uitgaan. Bij een inkomensstijging gaat het extra geld in vergelijking met het jaar hiervoor in mindere mate naar luxe artikelen (28% vs. 34%). Het meeste geld gaat naar vakantie en kleding.
Gemiddeld gespaard bedrag flink hoger Het gemiddelde bedrag dat men in het afgelopen jaar per maand spaarde is € 481. Dat is een flinke stijging ten opzichte van het jaar daarvoor (€ 372). Voor het
komende jaar verwacht men gemiddeld € 409 per maand te sparen. Het aantal Nederlanders dat verwacht tekort te komen om te kunnen sparen daalt het komende jaar licht naar 5%. Ook het aantal Nederlanders dat zegt niet te kunnen sparen - omdat er niets overblijft - daalt. Jongeren verwachten het komende jaar meer te kunnen sparen.
In 2011 wordt er minder bezuinigd op sparen Aan welke zaken zult u minder geld spenderen (inkomen daalt)? Producten (of diensten)
55% 56%
Sparen
57% 53%
Vooral jongeren verwachten meer te besteden te hebben
Beleggen
8% 13% 12%
In vergelijking met vorig jaar zijn er geen grote verschuivingen te zien in het bestedingspatroon. Men verwacht de komende 12 maanden minder te zullen lenen. Opvallend is dat voornamelijk de oudere leeftijdscategorieën (45 t/m 54 jaar en 55 t/m 64 jaar) vaker zeggen minder te besteden te hebben en minder te zullen uitgeven. Bij de jongeren (15 t/m 24 jaar en 25 t/m 35 jaar) is het precies andersom. Zij verwachten meer te besteden te hebben en meer te kunnen uitgeven.
Aflossen van schulden
8% 8% 12%
Anders
16% 16% 11%
63% 66%
feb-11 (n = 321) feb-10 (n = 267) okt-09 (n = 287)
Aantal niet spaarders daalt in 2011 Hoeveel geld spaarde u gemiddeld in 2010? (n = 2040) 22%
23%
Hoeveel geld verwacht u gemiddeld te sparen in 2011? (n = 2031)
6%
5% 29%
28%
43%
43%
Ik kwam tekort €0 (blijft niks over) Elke maand een x bedrag Weet niet
27%
24%
43%
Ik verwacht tekort te komen €0 (blijft niks over) Elke maand een x bedrag Weet niet
deel 1: algemeen
betalen Gebruik iDeal stijgt
Minder ‘te laat betalen’
Het gebruik van iDeal is dit jaar gestegen van 72% naar 81%. Onder vrouwen is het gebruik van iDeal sterker gestegen (van 70% naar 80%) dan onder mannen (van 75% naar 82%). Mensen met een hoger inkomen maken, net als vorig jaar, meer gebruik van verschillende betaalmiddelen dan mensen met een inkomen beneden modaal.
41% van de Nederlanders betaalt rekeningen wel eens te laat. Dit is een lichte daling ten opzichte van vorig jaar (44%). Degenen met een beneden modaal inkomen betaalden vaker dan gemiddeld wel eens te laat (50%). Net als voorgaande jaren betaalt de meerderheid van de Nederlanders rekeningen 1 tot 5 keer per jaar te laat (67%). Ten opzichte van vorig jaar lijkt er een lichte verschuiving zichtbaar van mensen die frequent te laat betalen (1 keer per maand of vaker) naar mensen die meer sporadisch te laat betalen (1 tot 5 keer per jaar).
Minder mensen staan rood
Noorden minste inzicht in eigen financiele situatie
In het Noorden hebben bewoners het minste inzicht in hun eigen financiële situatie. In het Zuiden weten bewoners juist het beste hoe hun financiële situatie is.
Dit jaar is het aantal mensen dat continu of regelmatig rood staat afgenomen (van 21% bij de meting in 2010 naar 17%). Het aantal mensen dat nooit rood staat is gestegen van 36% bij de meting in 2010 naar 40% dit jaar. Jongeren t/m 24 jaar staan, net als voorgaande jaren, het minst vaak rood. 87% van hen staat zelden of nooit rood. Het gemiddelde bedrag dat mensen in de afgelopen 12 maanden rood stonden blijft stabiel: € 693. Dit is vrijwel gelijk aan het bedrag in februari 2010 (€ 696).
Rood staan minder vaak door gemakzucht Ten opzichte van de meting van 2 jaar geleden is er de afgelopen jaren een daling zichtbaar in het aantal personen dat rood staat door gemakzucht (dit jaar 23%, bij de meting in 2010 24% en bij de meting in oktober 2009 28%). Geldgebrek is veelal de belangrijkste reden voor rood staan, dit geldt vooral voor vrouwen (61%). Rood staan door geldgebrek komt net als vorig jaar vaker voor bij inkomens beneden modaal (79%). Gemakzucht is vaker een reden voor degenen met een bovenmodaal inkomen (34%).
Betaling rekeningen vaker vergeten Een tekort op de rekening is minder vaak de reden waarom rekeningen te laat worden betaald. ‘Vergeten te betalen’ is daarentegen in toenemende mate de oorzaak van niet betaalde rekeningen.
Betalingspatroon rekeningen verbeterd Rekeningen worden over het algemeen beter betaald dan vorig jaar. De zorgverzekering werd door Nederlanders het vaakst te laat betaald. Vorig jaar waren dit nog de rekeningen van abonnementen en contributies. Postorderbedrijven worden gemiddeld vaker door vrouwen te laat betaald (22%) dan door mannen (15%).
Meer nonchalance in betaling vaste lasten De redenen voor te laat betalen variëren sterk per type rekening. Waar de aflossing van de lening en betaling van de huur of hypotheek vorig jaar nauwelijks werden vergeten (resp. 4% en 5%), wordt er dit jaar slordiger met de betaling van deze rekeningen omgegaan (beide 16%).
17
Ook met de betaling van andere vaste lasten als verzekeringen, energie, telefoon, belasting en water wordt vaker dan vorig jaar, nonchalant omgegaan.
Rekeningafschrift basis financiële administratie Het papieren of digitale rekeningafschrift is voor 55% het middel om de inkomsten en uitgaven bij te houden. Opvallend is dat 11% aangeeft te schatten hoeveel zij nog kunnen uitgeven. De lagere inkomens (ver beneden modaal en beneden modaal), geven vaker aan een cash limiet te gebruiken of te pinnen totdat ze niet meer kunnen pinnen.
Minder mensen staan rood
Top 4 betaling rekeningen vaker vergeten
Staat u wel eens rood op uw betaalrekening?
De belangrijkste reden dat u in de afgelopen 12 maanden wel eens rekeningen te laat heeft betaald?
Continu
feb-11 (n = 2031) feb-10 (n = 2010) mrt-09 (n = 1000)
6% 8% 9% 11% 13% 13%
Regelmatig Af en toe
21%
Nooit
42% 38% 37%
Wegens een tekort op de rekening
17% 18% 19%
Zelden
Vergeten te betalen
Gemakzucht
25% 26%
31%
10% 9% 9%
Ik wacht altijd met 4% betalen tot ik een 4% herinnering krijg 3%
40% 36% 37%
38% 42%
feb-11 (n = 837) feb-10 (n = 894) mrt-09 (n = 819)
Gebruik iDeal stijgt
Rood staan minder vaak door gemakzucht
Rekeningsafschrift is basis voor financiële administratie
Kunt u aangeven of u gebruikmaakt van deze betaalmiddelen?
Wat is, over het algemeen, de belangrijkste reden voor het rood staan op uw betaalrekening?
Hoe houdt u uw inkomsten en uitgaven bij?
Pinpas
97%
Internetbankieren
81%
Acceptgiro
19%
59%
Chipknip
PayPal
6%
94%
iDeal
CreditCard
3%
41%
43%
Gemak Geldgebrek Vergeetachtigheid/ slordigheid Anders
72%
N = 2031
Ik schat altijd hoeveel ik kan uitgeven 11% Wat ik kan uitgeven neem ik cash op, dat is 4% max uitgave Schrijft alle inkomsten/uitgaven op in 3% papieren kasboek Ik pin totdat ik geen geld meer kan pinnen
57%
95% Ja Nee
23%
61%
28%
Mobiel betalen 5%
11%
55%
Ik schrijf al mijn inkomsten/uitgaven op 5% Ik schrijf al mijn inkomsten/uitgaven op in 7% digitaal kasboek
9%
57%
39%
Ik hou al mijn bij- en afschrijvingen goed in de gaten
N = 696
3% Ik hou me hier helemaal niet mee bezig 10%
N = 2031
deel 1: algemeen
betaalproblemen Aandeel dat niet rond kan komen blijft gelijk
Gemiddelde betalingsachterstand gedaald
Voor de meeste Nederlanders is hun financiële situatie, net als vorig jaar, redelijk inzichtelijk (55% vs. 56% bij de meting in 2010). Ook het percentage Nederlanders dat tot in detail op de hoogte is van hun financiële situatie is vrijwel onveranderd (43% dit jaar en 41% vorig jaar). Het inzicht in het uitgavenpatroon is wel gedaald in het afgelopen jaar (van 38% naar 33% dit jaar).
10% van de Nederlanders heeft een betalingsachterstand. De gemiddelde betalingsachterstand is gedaald van € 850 in oktober 2009 en € 817 in februari 2010 naar € 621 in 2011. De gemiddelde betalingsachterstand van de meting van februari 2011 is daarmee lager dan het niveau van maart 2009 (€ 676).
Net als vorig jaar geeft het merendeel van de Nederlanders aan goed rond te komen met het huidige inkomen (57%). De groep die aangeeft niet rond te kunnen komen blijft eveneens redelijk stabiel (10%). De verwachtingen van mensen komen overeen met de huidige situatie: 56% van de Nederlanders verwacht de komende 12 maanden goed rond te kunnen komen, 34% verwacht maar net rond te kunnen komen, 7% verwacht net niet rond te kunnen komen en 3% beslist niet.
Daling in gebruik financieringsmogelijkheden Minder mensen maken gebruik van financieringsmogelijkheden als ze een aankoop doen. De financieringsmogelijkheid die het meest wordt gebruikt is een persoonlijke lening bij een bank (95%). Vooral spaargeld laat men vaker ongemoeid (70% vs. 67% vorig jaar). Het aantal mensen dat geld leent bij familie of vrienden bleef dit jaar (21%) ongeveer gelijk in vergelijking met vorig jaar (22%). 29% van degenen die gebruik hebben gemaakt van één of meerdere financieringsmogelijkheden, is hierdoor in financiële problemen gekomen. Dit is een lichte daling ten opzichte van vorig jaar (31%).
Zorgverzekering en energiemaatschappij slechtst betaald Betalingsachterstanden hebben het vaakst betrekking op de zorg- en energierekening. Opvallend is dat de rekeningen dit jaar minder vaak overgedragen zijn aan gerechtsdeurwaarders of incassobureaus.
incasso’s voor verzekeringspremies. Deze is bijna verdubbeld van 13% bij de meting in 2010 naar 24% bij de meting in 2011.
Contact met deurwaarders afgenomen 2% van de Nederlanders is dit jaar in aanraking gekomen met een deurwaarder. Dit is een halvering ten opzichte van vorig jaar (4%). Contacten met deurwaarders hebben het vaakst betrekking op verzekeringspremies (41% t.o.v. 15% vorig jaar) en belastingen (21% t.o.v. 17% vorig jaar). Deurwaardertrajecten bij huurachterstand komen minder vaak voor dan vorig jaar.
Daling incassogevallen Het aantal mensen dat te maken kreeg met een incassobureau is dit jaar gedaald (van 10% het afgelopen jaar naar 6% dit jaar). 92% van de Nederlanders heeft in het afgelopen jaar niet te maken gehad met een incassobureau. Mensen met een beneden modaal inkomen hebben vaker dan gemiddeld te maken gehad met een incassobureau (12%). Net als vorig jaar verwacht een groot aantal Nederlanders (91%) in het komende jaar niet te maken te krijgen met een incassobureau. Dit zijn relatief vaak Nederlanders met een modaal of bovenmodaal inkomen en 55-plussers.
Incasso’s bij verzekeringen gestegen Incassotrajecten hebben, net als voorgaande jaren, het vaakst betrekking op de verzekeringspremies en de energierekening. Opvallend is de stijging in
Aandeel dat niet rond kan komen blijft gelijk Welke van de volgende situaties is voor u het meest van toepassing?
7%
34%
Ik kan goed rondkomen met het huidige gezinsinkomen
3%
Ik kan maar net rondkomen met het huidige gezinsinkomen
57%
Ik kan net niet rondkomen met het huidige gezinsinkomen Ik kan beslist niet rondkomen met het huidige gezinsinkomen
N = 2031
19
Daling in gebruik financieringsmogelijkheden 1-4 keer
5-9 keer
10-14 keer
>14 keer
Niet
3%
0%
1%
0%
95%
7%
1%
1%
1%
90%
Geld geleend bij familie of vrienden
10%
2%
0%
1%
86%
Spaargeld aangesproken, dat daar eigenlijk niet voor bestemd was
23%
4%
1%
1%
70%
Persoonlijke lening afgesloten bij een bank Op krediet gekocht of via uitgestelde betaling
Meeste betaalproblemen in de drie grote steden
Daling van aantal incassogevallen Heeft u (of uw partner) het afgelopen jaar te maken gehad met een incassobureau? Ja
Nee Weet niet
6% 10% 87% 2% 3%
Verwacht u (of uw partner) het afgelopen jaar te maken gehad met een incassobureau? Ja 2% 3% Nee Weet niet
92%
feb-11 feb-10
91% 91% 7% 7%
feb-11 feb-10
Ook dit jaar zien we dat de bewoners van Amsterdam, Rotterdam en Den Haag de meeste betalingsproblemen hebben (19% t.o.v. 12% gemiddeld). Er is echter wel verbetering zichtbaar. Men staat minder vaak continu rood.
deel 1: algemeen
Aantal personen met betaalproblemen gelijk gebleven Het aantal Nederlanders met betaalproblemen is het afgelopen jaar ongeveer gelijk gebleven. Op dit moment heeft 2% grote en 10% kleine betaalproblemen (ten opzichte van 2% en 12% bij de vorige meting). 87% heeft geen betaalproblemen. De betaalproblemen doen zich sterker voor onder mensen met een beneden modaal inkomen.
Daling huishoudinkomen minder vaak oorzaak betaalproblemen
Westen en Noorden minder in aanraking met incassobureaus
Vooral de bewoners uit het Westen en Noorden zijn het afgelopen jaar minder in aanraking geweest met een incassobureau ten opzichte van vorig jaar (West: van 9% naar 5%; Noord van 11% naar 5%).
Daling van het huishoudinkomen lijkt in steeds mindere mate de belangrijkste reden voor betaalproblemen. Deze daling is nog indicatief, maar waar achteruitgang in het huishoudinkomen de afgelopen 2 jaren nog de meest genoemde reden was voor betaalproblemen, worden onverwachte tegenvallers en geldproblemen uit het verleden nu vrijwel even vaak genoemd.
Minder betaalproblemen verwacht De groep Nederlanders die geen betaalproblemen verwacht, is gegroeid van 72% vorig jaar naar 75% dit jaar. Daarentegen is de groep die de komende twaalf maanden wel betaalproblemen verwacht gelijk gebleven (7%). Vooral mensen met inkomens beneden modaal verwachten in de problemen te komen (14%). 48% van degenen met betaalproblemen denkt dat deze de komende 12 maanden (veel) groter zullen worden. Dit is iets meer dan de verwachting van vorig jaar (45%). 9% verwacht juist dat hun betaalproblemen komend jaar zullen afnemen. Vooral mannen hebben deze verwachting (13%).
Meer optimisme over betaalproblemen Het lijkt erop dat het voorzichtige optimisme ten aanzien van de eigen schulden het afgelopen jaar is gegroeid. Eerder zagen we dat de betalingsachterstand is gedaald en men nonchalanter omgaat met de binnengekomen rekeningen. Daarbij verwachten meer mensen dit jaar door te komen zonder betaalproblemen. Het gevoel dat de schulden tijdelijk zijn en men er controle over heeft overheerst in de manier waarop de betaalproblemen worden ervaren.
21
Achteruitgang huishoudinkomen minder vaak oorzaak betaalproblemen Wat is de reden van de betaalproblemen? Achteruitgang in huishoudinkomen
28%
Geldproblemen uit het verleden
20%
Onverwachte tegenvaller(s)
37%
23% 24%
23%
Bestedingspatroon
34%
11% 10% 10%
27% 26% feb-11 (n = 284) feb-10 (n = 278) jan-09 (n = 171)
Komend jaar minder betaalproblemen verwacht
Betaalproblemen gezien als tijdelijk
Verwacht in 2011 betaalproblemen te krijgen
In hoeverre zijn onderstaande uitspraken op u van toepassing als u kijkt naar uw betaalproblemen? (n = 248)
Verwacht u dat de betaalproblemen groter of kleiner zullen zijn dan in de afgelopen 12 maanden? Veel groter
7% 18%
9% 8% 11%
Ik heb er controle over
Groter
39% 37%
Gelijk aan vorig jaar 75%
Kleiner ja nee weet niet
31% 8% 6% 6%
Het is tijdelijk
52% 43% 48%
feb-11 (n - 248) feb-10 (n = 107) okt-09 (n = 71)
Ik lig er wakker van Ik denk er liever niet over na Ik heb moeite met het aflossen van schulden Het is een klein bedrag, niks om me zorgen om te maken
12%
6% 2%
26%
15%
38%
11% 4%
22%
25%
22%
9% 14%
38%
33%
24%
Helemaal niet van toepassing Van toepassing Niet van toepassing
7% 2%
30%
11% 1% 9% 1%
24% 28%
6%
36%
31% 33%
29%
12%
24%
Helemaal van toepassing Neutraal Weet niet/geen mening
9% 2% 3% 2%
deel 1: algemeen
toekomstverwachting Zorgen over pensioen Eind 2010 verschenen verschillende berichten in de media over problemen bij pensioenfondsen. Mogelijk zouden deze problemen gevolgen hebben voor de huidige en toekomstige financiële situatie van Nederlanders. 24% van de Nederlanders maakt zich zorgen over zijn of haar financiële situatie wanneer zij met pensioen gaan, deze groep zal ongeveer tussen nu en 20 jaar met pensioen gaan. In de leeftijd 45 tot 54 jaar maakt 32% zich zorgen. In de leeftijdscategorie 55 t/m 64 jaar maakt 36% zich zorgen. Voor jongeren is het pensioen veelal nog een ‘ver-vanhun-bed-show’. Van de jongeren tussen de 15 en 24 jaar houdt 65% zich niet met hun pensioen bezig. Tussen de 25 en 34 jaar houdt 45% zich hier niet mee bezig.
Uitgavenpatroon weinig beïnvloed door situatie Europese landen Heeft de slechte financiële situatie van een aantal Europese landen invloed op uw uitgaven? Ja, ik kijk goed naar mijn inkosten en uitgaven
23%
28%
Ja, ik spaar meer
4% 2% 51%
Ja, ik bewaar mijn spaargeld in cash ipv bij de bank Nee, ik verwacht niet dat het invloed heeft Nee, dat is een te ver van mijn bed show
N = 2031
Logischerwijs hebben deze jongeren vaak nog geen idee hoe hun financiële situatie eruit zal zien wanneer zij met pensioen gaan. Opvallend is dat de inkomens boven modaal meer maatregelen hebben genomen om in een goed pensioen te kunnen voorzien dan inkomens lager dan modaal. Deze hogere inkomens weten dan ook vaker hoe hun pensioensituatie eruit zal komen te zien.
Weinig invloed situatie Europese landen De situatie in andere Europese landen heeft volgens 80% van de Nederlanders geen invloed op hun financiële situatie. 23% geeft aan dat ze door de situatie in Europa goed kijken naar hun inkomsten en uitgaven. Vaker zijn dit mensen die 45 jaar of ouder zijn (45 t/m 54 jaar 28% en 55 t/m 65 jaar, 20%).
Negatieve gevolgen bezuinigingen overheid 45% verwacht dat de bezuinigingen van de overheid negatief zijn voor hun eigen financiële situatie. Inkomens beneden modaal geven vaker aan te verwachten dat hun financiële situatie achteruit zal gaan (54%). De Nederlanders die verwachten dat het inkomen achteruit gaat, verwachten dat het gemiddeld € 136 per maand zal zijn. De leeftijdscategorie 45 t/m 54 jaar geeft vaker dan gemiddeld aan negatieve gevolgen te verwachten van de bezuinigingen (53%). De jongere leeftijdscategorieën verwachten vaker dan gemiddeld geen gevolgen te ondervinden van de bezuinigingen (15 t/m 24 jaar: 57% en 25 t/m 34 jaar: 58%).
Bezuinigingen op zorg meeste impact De meeste Nederlanders denken dat de voorgenomen bezuinigingen op zorg de meeste impact zullen hebben (52%). Hoe deze bezuinigingen ingeschat worden is erg leeftijdsgebonden. Ouderen denken veelal dat bezuinigingen op de zorg veel impact zullen hebben. De bezuinigingen op kinderopvang worden meer gevreesd door de 25 t/m 34 jarigen en de 35 t/m 44 jarigen. De jongeren in de leeftijd 15 t/m 24 jaar verwachten dat de bezuinigingen op cultuur de meeste impact zullen hebben.
Volgens ouderen krijgen toekomstige generaties het slechter De economische situatie van toekomstige generaties ziet er volgens ouderen (45 jaar en ouder) niet erg rooskleurig uit. Het meest positief over de toekomstige generatie is de leeftijdscategorie 25 t/m 34 jaar.
Bezuinigingen overheid negatief voor eigen financiële situatie Verwacht u dat de bezuinigingen van de overheid invloed hebben op uw financiële situatie? 3%
Ik verwacht dat mijn situatie er op vooruit zal gaan.
45% 51%
Ik verwacht dat mijn situatie gelijk zal blijven. Ik verwacht dat mijn situatie er op achteruitzal gaan.
N = 2031
23
Inkomens boven modaal, nemen vaker meer maatregelen om pensioen veilig te stellen Welke maatregelen heeft u genomen om uw inkomen te verzekeren wanneer u met pensioen gaat?
Ik ben van plan om na mijn pensioenleeftijd door te werken Ik heb al voldoende middelen hiervoor opzij gezet
Ik verwacht mijn huis te gaan verkopen en te gaan huren Ik heb hiervoor aanvullende verzekeringen afgesloten Ik spaar hiervoor
Totaal
6%
11% 8% 6% 5% 7% 8%
4% 3%
9% 8% 8%
4% 3%
11% 10%
Twee keer modaal of meer (meer dan € 56.000) Tussen 1 en 2 keer modaal (€ 34.000 - € 55.999) Modaal (€ 28.500 - € 33.999) Beneden modaal (€ 9.500 - € 28.499) Ver beneden modaal (minder dan € 9.499)
16%
17%
N = 2031
16%
31%
21% 21%
9% 7%
21% 27%
18% 15% 14%
31%
35%
Ik heb een goede pensioenvoorziening 11% Ik heb hier nog geen maatregelen voor genomen
Meeste aandacht voor pensioen in het Westen
12%
37%
18%
52%
62%
36% 22%
29%
50%
61%
Inwoners van het Westen weten, vaker dan gemiddeld, redelijk hoe hun financiële situatie eruit zal zien als zij met pensioen gaan (51% t.o.v. gemiddeld 47%). Zij hebben ook vaker maatregelen getroffen om hun pensioen veilig te stellen.
ZO
B E TA A LT
N E D E RL A N D
betaalmentaliteit
mentalt y - milieus en betaalt y pen
deel 2: betaalmentaliteit
Betaalmentaliteit Motivaction heeft ook dit jaar het onderzoek ‘Zo Betaalt Nederland’ verrijkt met Mentality. Achter de algemene trends gaan immers vaak zeer uiteenlopende groepen Nederlanders schuil. Uiteenlopend in inkomen, opleidingsniveau en geslacht, maar ook in waardenoriëntatie: de manier waarop individuen in het leven staan. Het Mentalitymodel, ontwikkeld door Motivaction, onderscheidt acht sociale milieus. Meer informatie over dit model vindt u op onze website www.ggn.nl/betaaltrend. Op basis van Mentality zijn drie betaaltypen te onderscheiden: risicomijders, spenders en nonchalanten.
Risicomijders De traditionele burgerij, de nieuwe conservatieven en de moderne burgerij. Financiële zekerheid en spaarzaamheid staan bij deze groep hoog aangeschreven. Men heeft over het algemeen een strakke betaaldiscipline en is zuinig ingesteld.
Spenders De opwaarts mobielen en de gemaksgeoriënteerden. Men is materialistisch ingesteld en heeft de consumptiemaatschappij omarmd. Dit is de groep met het grootste gat in de hand. Men geeft al gauw meer geld uit dan men binnen krijgt.
Nonchalanten De kosmopolieten en de postmoderne hedonisten. Deze sociaal culturele elite van Nederland is vooral met andere zaken bezig dan geldzaken en rekeningen betalen. Te laat betalen komt vooral door slordigheid en het veronachtzamen van betaaltermijnen.
betaaltypen en de recessie Risicomijders Risicomijders maken zich vaker geen zorgen over hun pensioen. Ze hebben ook vaker extra maatregelen genomen om een goede pensioenvoorziening te regelen. Tenminste, als dit nodig was, want vaak hadden ze die al. Risicomijders verwachten vaker dat de bezuinigingen van de overheid geen invloed zullen hebben op hun financiële situatie. Ze geven vaker aan bij een eventuele achteruitgang in inkomen minder te gaan sparen en minder aan producten uit te geven. Ze zijn somber gesteld over de financiële situatie van de toekomstige generatie.
Spenders Spenders houden zich nog niet bezig met hun pensioen. Zij weten ook vaker niet hoe hun financiële situatie er dan uit zal zien. Logischerwijs hebben zij dus ook vaker geen maatregelen genomen om hun pensioenvoorziening veilig te stellen. Spenders verwachten vaker door de bezuinigingen erop vooruit te gaan. Een eventuele inkomensdaling kunnen zij zich permitteren. Ze zullen bij inkomensdaling minder bezuinigen op producten dan andere betaaltypen.
Nonchalanten In vergelijking met andere betaaltypen houden nonchalanten zich niet meer of minder bezig met pensioenen. Ze verwachten vaker dat de situatie in Europa geen invloed zal hebben op hun uitgaven. Nonchalanten denken vaker dat de bezuinigen ervoor zorgen dat hun financiële situatie achteruit zal gaan. Ondanks dat zij negatief zijn over de
bezuinigingen nemen zij niet vaker dan anderen maatregelen om een inkomensdaling te compenseren. Vaker dan de andere betaaltypen verwachten de nonchalanten dat de economische situatie van toekomstige generaties beter zal zijn.
Traditionele burgerij verwacht stabiliteit De tering naar de nering zetten is het gezegde dat opgaat voor mensen in dit milieu. Men is over het algemeen zuinig en sober ingesteld. Binnen dit milieu zijn de inkomens vaker gelijk gebleven, dan wel minder vaak gestegen dan bij andere Mentality milieu’s. Men verwacht ook in de toekomst minder vaak een stijging. De traditionele burgerij verwacht in de algemene economische situatie geen verandering. Wel baart de recessie hen vaker dan gemiddeld zorgen en stellen zij vaker dan gemiddeld grote aankopen uit. Ook wordt er binnen dit milieu vaker dan gemiddeld bezuinigd. Betalen hoort erbij De traditionele burgerij is er trots op als rekeningen op tijd worden betaald. Betalen hoort er nu eenmaal bij. Rekeningen beïnvloeden het humeur niet (20% t.o.v. 14% gemiddeld over alle Mentality milieu’s). Men heeft ook geen moeite met het openen van rekeningen, boetes of aanmaningen. De traditionele burgerij vindt dat ze goed met geld om kan gaan.
Moderne burgerij vindt vakantie belangrijk Vorig jaar was er nog sprake van een inkomensdaling bij de moderne burgerij. Dit jaar zijn er ten opzichte van de andere milieus geen significante verschillen.
27
Men verwacht dat de eigen financiële situatie het komende jaar gelijk blijft. De recessie baart de moderne burgerij wel zorgen (20% t.o.v. 17% gemiddeld over alle Mentality milieu’s). Vakantie is belangrijk voor de moderne burgerij. Wanneer zij extra inkomen genereren, geven zij dit vaker uit aan vakantie en wanneer het inkomen daalt, zullen zij ook minder bezuinigen op vakantie. Goed op de hoogte De moderne burgerij weet vaker dan gemiddeld tot in detail hoe hun financiële situatie eruitziet. Ook weten zij vaker dan gemiddeld waar zij hun geld aan uitgeven.
Nederlanders
Nederlanders 100% = 12,7 mlm Nederlanders in de leerod . van 15-65 jaar.
Kosmopolieten:
Hoog
Nieuwe Conservatieven:
Postmaterialisten:
- Liberaal (economisch) - Conservatief (sociaal/ cultureel)
Midden
Traditionele Burgerij:
- Carriéregericht - Statusgevoelig - Risico en spanning
- Conformistisch en statusgevoelig - Maar ook: consumeren en genieten
kritisch - Milieubewust
Postmoderne hedonisten:
Gemaksgeoriënteerden:
Sociodemografie: Opleiding & beroep
Status
Traditioneel
waarden
Behouden
Modern Bezitten
Verwennen
Postmodern Ontplooien
Beleven
Kosmopolieten: MONCHALANTEN - slordige betalers
Hoog
Nieuwe Conservatieven: RISICOMIJDERS - Spaarzaam/ betalingsdicipline
Midden
- Genieten - Ontplooien - Taboeloos
- Impulsief - Passief - Plezierig leven
Laag
100% = 12,7 mlm Nederlanders in de leerod . van 15-65 jaar.
Opwaarts Mobielen: - Maatschappelij-
Moderne Burgerij: - Moralistisch - Behoudend - Plichtsgetrouw
Sociodemografie: Opleiding & beroep
- Wereldburgers - Ontplooien - Maatschappelijk succes
Opwaarts Mobielen: SPENDERS - Risicogroepen/ schulden
Moderne Burgerij: Traditionele RISICOMIJDERS Burgerij: - Spaarzaam/betalingsdicipline RISICOMIJDERS - Spaarzaam/ betalingsdicipline
Postmoderne hedonisten: MONCHALANTEN - Slordige betalers
Gemaksgeoriënteerden: SPENDERS - Risicogroepen/schulden
Laag Status
Traditioneel
waarden
Behouden
Modern Bezitten
Verwennen
Postmodern Ontplooien
Beleven
Waarden: Doelen in het leven, werken en presteren, vrije tijd, leefdtijl & familie en relaties
Waarden: Doelen in het leven, werken en presteren, vrije tijd, leefdtijl & familie en relaties
* Postmaterialisten zijn buiten deze indeling gehouden. Zij hebben een gemiddeld betaalgedrag.
* Postmaterialisten zijn buiten deze indeling gehouden. Zij hebben een gemiddeld betaalgedrag.
deel 2: betaalmentaliteit
Nieuwe conservatieven positief over economie Vorig jaar verwachtten de nieuwe conservatieven vaker dan gemiddeld een stijging van het inkomen. Dit jaar is deze stijging terug te zien. Vaker dan gemiddeld geven de nieuwe conservatieven aan dat het inkomen is gestegen. En ook voor het komend jaar wordt er vaker een stijging verwacht. Het extra inkomen wordt vaak gebruikt voor sparen en beleggen. De recessie heeft weinig invloed op het uitgavenpatroon van deze groep. Er wordt nauwelijks bezuinigd en men doet met een gerust hart grote aankopen. Strakke betalingsdiscipline Nieuwe conservatieven hebben vaker een inkomen boven modaal. Ze gaan zorgvuldig met hun geld om. De nieuwe conservatieven hebben opvallend veel vaker dan gemiddeld geen betalingsachterstand (96% t.o.v. 59%).
Opwaarts mobielen vaker stijging inkomen Het inkomen van de opwaarts mobielen is dit jaar vaker dan gemiddeld gestegen (28% t.o.v. 22% gemiddeld over alle Mentality milieu’s). Ook voor het komende jaar verwachten zij dat het inkomen zal stijgen. Opwaarts mobielen geven vaker aan niet te weten hoe hun financiële situatie eruit ziet. Ook hebben zij minder zicht op hun uitgaven. Vaker dan andere milieus kunnen opwaarts mobielen beslist niet rondkomen van hun inkomen. Maar ondanks hun beperkte inkomensruimte hebben opwaarts mobielen niet significant meer betalingsproblemen dan de andere milieus. Meer nonchalance Opwaarts mobielen betalen hun rekeningen vaker te laat.
Dit komt niet zo zeer door geldgebrek, maar omdat zij vaker dan gemiddeld niet bewust bezig zijn met het op tijd betalen van rekeningen. Zij hebben dan ook vaker te maken met incasso. Een stimulans zou hen helpen op tijd te betalen. Interessant is dat de opwaarts mobielen vaker nooit rood staan (46% t.o.v. 40% gemiddeld over alle Mentality niveau’s).
Kosmopolieten minder promotie Net als vorig jaar is het inkomen van de kosmopoliet niet vaker gestegen of gedaald dan bij de andere milieus. De kosmopolieten die afgelopen jaar wel het inkomen zagen stijgen, zagen dit vaker gebeuren doordat zij een beter betaalde functie kregen (33% t.o.v. 19% gemiddeld). Promotie kwam bij de kosmopolieten minder vaak voor dan gemiddeld (40% t.o.v. 55%). Niet secuur Kosmopolieten zijn niet exact op de hoogte van hun financiële situatie. Zij schatten vaker dan gemiddeld hoeveel ze kunnen uitgeven, weten vaker ongeveer hoeveel ze kunnen uitgeven en weten vaker niet hoe hoog het bedrag van hun betalingsachterstand is. Het niet betalen van rekeningen werkt erg op de gemoedstoestand van de kosmopoliet; rekeningen kunnen hun humeur ernstig beïnvloeden. Bij kosmopolieten helpt het als zij een beloning krijgen wanneer zij eerder betalen. Het helpt bij hen niet als aanmaningen streng zijn.
Postmaterialisten staan vaker rood Het beeld van de postmaterialisten wijkt niet erg af van voorgaande jaren. De postmaterialisten hebben ook het
afgelopen jaar geen inkomensontwikkeling doorgemaakt die afwijkt van het gemiddelde. Men verwacht voor het komende jaar relatief vaak dat het inkomen zal dalen (19% t.o.v. 14% gemiddeld), met als voornaamste reden verlaging of beëindiging van een uitkering (28% t.o.v. 14% gemiddeld). Geen betalingsachterstanden Postmaterialisten hebben vaker dan gemiddeld geen betalingsachterstanden (88% t.o.v. 79%). Wel staan zij vaker rood. Het kan zijn dat zij vaker gebruik van de mogelijkheid rood te staan om hiermee betalingsachterstand te voorkomen. Zij geven dan ook vaker aan dat betaalproblemen tijdelijk zijn (25% t.o.v. 12% gemiddeld over alle Mentality milieu’s).
Postmoderne hedonisten sparen vaker Postmoderne hedonisten sparen vaker dan de andere milieus (56% t.o.v. 43%). Ook voor de komende 12 maanden verwachten zij, vaker dan andere milieus, te sparen. De recessie heeft weinig invloed op het betaalgedrag van de postmoderne hedonist. Onder invloed van de recessie zijn zij niet vaker meer of minder gaan sparen of lenen. Weinig zorgen Niet betaalde rekeningen bezorgen postmoderne hedonisten weinig zorgen. Ze liggen niet wakker van openstaande vorderingen. En ook een blauwe envelop wordt niet direct met vervelend nieuws geassocieerd. Postmoderne hedonisten laten rekeningen vaker slingeren en archiveren rekeningen ook niet zorgvuldig.
29
Toename betaalproblemen verwacht Op dit moment hebben postmoderne hedonisten niet vaker dan de andere milieus betaalproblemen. Voor het komende jaar verwachten zij wel vaker dat betaalproblemen toe zullen nemen.
Gemaksgeoriënteerden meer uren gaan werken De inkomens van de gemaksgeoriënteerden maakten afgelopen jaar geen ontwikkeling door die afweek van de andere milieus. Wel wordt als oorzaak van een inkomensstijging ‘meer uren gaan werken’ vaker genoemd (35% t.o.v. 17% gemiddeld). Voor het komende jaar verwachten de gemaksgeoriënteerden niet vaker dat het inkomen zal stijgen of dalen. Ze verwachten wel minder vaak komend jaar promotie te maken (31% t.o.v. 50% gemiddeld). Ook verwacht men vaker een inkomensdaling vanwege (dreigende) arbeidsongeschiktheid (22% t.o.v. 6% gemiddeld over alle milieu’s). Net aan rondkomen Het aantal gemaksgeoriënteerden dat net kan rondkomen is ten opzichte van vorig jaar gestegen. Ook zijn de verwachtingen van deze groep hierover voor het komende jaar niet positief (44% t.o.v. 34% gemiddeld). Door geldgebrek spaart men minder vaak. Gemaksgeoriënteerden zijn vaker bezig met het aflossen van schulden. Geldgebrek levert hen problemen op: rekeningen kunnen vaker niet betaald worden door een tekort op de rekening (42% t.o.v. 31% gemiddeld). Gemaksgeoriënteerden hebben dan ook vaker kleine betaalproblemen. Deze hebben een negatief effect op de
gemaksgeoriënteerden. Ze hebben vaker te maken gehad met een deurwaarder en hebben vaker slapeloze nachten vanwege niet betaalde rekeningen.
ZO
B E TA A LT
N E D E R L A N D
de grenzeloze generatie
h aar
betaalgedrag
in
2 0 1 1
deel 3: de grenzeloze generatie
‘De grenzeloze generatie’ en haar betaalgedrag in 2011 Ieder jaar kiest GGN ervoor om binnen het onderzoek ‘Zo betaalt Nederland’ nader in te zoomen op een specifiek thema . In 2011 is het thema het betaalgedrag van ‘de grenzeloze generatie’. Hoe gaan jongeren van 13 tot en met 18 jaar om met hun geld(zaken)? Hoe komen ze aan hun geld? Sparen ze? Hebben ze schulden? Dit onderzoek geeft antwoord op deze en andere vragen over het betaalgedrag van jongeren.
Onderzoeksdoelstelling en probleemstelling We willen inzicht verkrijgen in het betaalgedrag, de betaalmoraal, de schuldenproblematiek, de spaarzaamheid en de houding ten aanzien van geldzaken van jongeren tussen de 13 en 18 jaar.
Onderzoeksvragen 1. In hoeverre gaan jongeren anders om met betalingen (betaaltermijnen, plichtsgetrouwheid etc.)? 2. In hoeverre verschilt het betaalgedrag en aanverwante thema’s van de jongeren naar leefstijl? 3. Op welke terreinen doen zich betaalproblemen voor bij jongeren? En wat is daar de oorzaak van? 4. Welke factoren bevorderen en belemmeren betaalgedrag van jongeren? 5. Hoe regelen jongeren hun betalingsverkeer en hun betalingsachterstanden?
Onderzoeksmethode Om de onderzoeksvragen te beantwoorden, is voor een online onderzoeksopzet gekozen. Hierbij is gebruik-
gemaakt van het online panel van Motivaction. In totaal hebben N = 526 jongeren tussen de 13 en 18 jaar aan het onderzoek meegewerkt. De uiteindelijke data zijn gewogen naar het normen- en waardenmodel Mentality voor de jongeren van 15 t/m 18 jaar en naar het Young Mentality model voor de 13- en 14-jarigen. De resultaten zijn hierdoor representatief voor de verschillende normen en waarden die leven onder jongeren in Nederland.
33
Samenvatting en conclusies Inkomen Zakgeld belangrijke bron van inkomsten Inkomsten halen jongeren vooral uit zakgeld, kleedgeld en bijbaantjes tot 16 uur in de week. Naarmate jongeren ouder worden, krijgen ze relatief minder vaak zakgeld en hebben ze meer inkomsten uit bijbanen (en later ook via studiefinanciering). Voor het twaalfde levensjaar hebben ouders grote invloed op de inkomsten en bestedingen van jongeren.
Bestedingen Ruime meerderheid komt rond De overgrote meerderheid van de jongeren (89%) kan rondkomen met de huidige inkomsten. 77% houdt zelfs geld over; 12% van de jongeren geeft aan iedere maand geld te kort te komen. Een groot deel van de inkomsten wordt door jongeren gespaard. Naast sparen geven jongeren vooral geld uit aan kleding, uitgaan, consumptie, telefoon, hobby’s, cadeaus en persoonlijke verzorging. Met papieren en digitale rekeningafschriften houden jongeren hun financiële administratie bij (69%). Maatregelen die jongeren nemen als ze geld te kort hebben, zijn met name bezuinigen en meer proberen te verdienen.
Betaalgedrag Schulden voor jongeren niet normaal 89% van de jongeren vindt het hebben van schulden niet normaal. Als jongeren een rekening te laat betalen, voelt 62% zich daar zelfs schuldig over. Over het algemeen proberen jongeren bewust om te gaan met hun uitgaven. Velen kopen alleen dingen die echt nodig zijn
of proberen spullen zo goedkoop mogelijk te kopen. De helft van de jongeren zou het niet aan anderen laten weten wanneer ze schulden hebben. Ook wanneer ze geld te kort zouden komen, houdt 28% dit liever voor zich. Een reden tot zorg is dat 26% van de jongeren niet goed weet bij wie ze terecht kunnen als ze een rekening niet kunnen betalen. Gevoel van controle overheerst 78% van de jongeren heeft het gevoel dat zij hun schulden of het lenen van geld onder controle hebben. Voor de helft van de jongeren is het hebben van schulden, of het lenen van geld, iets tijdelijks. Toch heeft 9% moeite met het aflossen van de schulden en 28% ligt er zelfs wakker van wanneer zij geld lenen of schulden hebben. 25% van de jongeren heeft de afgelopen twaalf maanden wel eens geld geleend. De voornaamste reden voor jongeren om geld te lenen was dat ze geen geld bij zich hadden (31%) of iets wilden hebben waar ze geen geld voor hadden (20%).
Betaalproblemen Jongeren staan bijna nooit rood De meeste jongeren kunnen niet rood staan op hun betaalrekening. 17% van de jongeren heeft wel een betaalrekening waar zij rood op kunnen staan. Van deze groep staat 1% continu en 2% af en toe rood. Nauwelijks contacten met incassobureaus Jongeren komen nauwelijks in aanraking met incassobureaus. 2% van de jongeren geeft aan weleens in aanraking te zijn geweest met een incassobureau.
In de meeste gevallen konden deze jongeren het incassobureau gewoon betalen. Degenen die dit niet konden betalen deden een beroep op hun ouders.
Toekomstperspectief Positief over de toekomstige economische situatie Op de lange termijn zijn de jongeren vrij positief. Tweederde (67%) verwacht in de komende 5 jaar een verbetering van de economie. Een kwart (24%) verwacht zelfs een duidelijke vooruitgang. Op de korte termijn zijn de verwachtingen minder hoog gespannen.
Grenzeloze generatie Structuurzoekers gaan vrijer met hun geld om De grenzeloze generatie bestaat uit twee overheersende groepen: de structuurzoekers en de zelfredzamen. In het onderzoek is gekeken naar hoe beide groepen omgaan met geld en hun betaalgedrag. De structuurzoekers gaan vrijer met hun geld om. Zij geven vaker aan dat geld niet gelukkig maakt. De zelfredzamen vinden juist vaker dat geld wel gelukkig maakt. Deze houding ten opzichte van geld is kenmerkend en komt terug in het betaalgedrag van beide groepen. Zelfredzamen lenen minder vaak Structuurzoekers hebben vaker geen moeite met het lenen van kleine bedragen. Onder de zelfredzamen is de houding ten opzichte van lenen tegenovergesteld. Zij geven vaker dan gemiddeld aan dat zij geen geld gaan lenen als zij het geld zelf niet hebben.
deel 3: de grenzeloze generatie Zakgeld voor 12e veelal richting spaarpot Waar bestonden je inkomsten uit tot je 12e?
inkomen
Ik kreeg geld op speciale gelegenheden Ik kreeg 1 keer per week zakgeld
Aan de jongeren zijn enkele vragen gesteld over hoe ze tot aan hun twaalfde jaar met geld hebben leren omgaan. De meeste jongeren kregen voor hun twaalfde regelmatig zakgeld of deden kleine karweitjes voor geld. Daarnaast kreeg de meerderheid geld bij speciale gelegenheden.
Zakgeld, bijbaan en krantenwijk belangrijke inkomstenbronnen Zakgeld en kleedgeld verstrekt door ouders is voor veel jongeren een bron van inkomsten. Zowel jongeren van 13 en 14 jaar als jongeren tussen de 15 en 18 jaar krijgen zakgeld. De inkomstenbronnen verschuiven naarmate jongeren ouder worden. 13- en 14-jarigen krijgen veelal zakgeld of kleedgeld en hebben vaker een krantenwijk. Zij hebben een gemiddeld inkomen van E 45 per maand. 15- t/m 18-jarigen hebben vaker een grotere bijbaan (tot 16 uur in de week). 15- en 16-jarigen hebben gemiddeld een inkomen van E 101 per maand en 17- en 18-jarigen E 281. Studiefinanciering is een bron van inkomsten voor 79% van de 18-jarigen.
51%
Ik kreeg 1 keer per maand zakgeld
Inkomsten veelal richting spaarpot
Voor een klein deel van de jongeren (6%) werd alles betaald wat ze nodig hadden, terwijl een op de tien jongeren eigen inkomsten had door middel van een krantenwijk. De meeste jongeren spaarden in meer of minder mate hun geld. Eén op de tien jongeren spaarde helemaal niet en gaf al het geld uit.
64%
Ik deed kleine karweitjes en daarvoor kreeg ik betaald Ik had een krantenwijk
29% 25% 12%
Ik had geen inkomsten, als ik iets 6% nodig had werd dat voor mij gekocht Anders 2% N = 526
Zakgeld, bijbaan en krantenwijk belangrijke inkomstenbronnen Waar bestaan op dit moment je inkomsten uit? Ik krijg zakgeld Ik werk 4 tot 16 uur per week
72% 66% 33%
4%
42%
Ik krijg kleedgeld
20%
Ik krijg studiefinanciering
34% 25% 33%
Ik heb een krantenwijk
16% 11% 14% 11% 15%
Ik werk minder dan 4 uur per week Ik werk 16 uur per 4% week of meer 1% 5% Ik heb een uitkering 1% Anders
31%
32%
2% 9% 10% 8%
Ik heb geen 2% inkomen 6% 1%
Totaal (n = 526) 13 en 14 jaar (n = 129) 15 t/m 18 jaar (n = 397)
90%
35
bestedingen Voor twaalfde jaar: uitgaven eerst overleggen met ouders De meeste jongeren hebben veel van hun ouders geleerd over het omgaan met geld. Desgevraagd geven vier op de tien jongeren aan zelf te hebben geleerd hoe ze met geld om moeten gaan. Een kleine groep jongeren (5%) zegt helemaal niet te hebben geleerd met geld om te gaan. Overleggen over aankopen (62%) en het vooraf maken van afspraken over uitgaven (37%) waren de voornaamste regels die bij jongeren thuis voor hun twaalfde jaar golden. Opvallend is dat 13- en 14-jarigen vaker aangeven afspraken over geld te hebben gemaakt met hun ouders dan 15- t/m 18-jarigen. Bij vier op de tien jongeren waren helemaal geen afspraken gemaakt met de ouders over het uitgeven van geld.
12% van de jongeren komt maandelijks geld te kort Voor de meeste jongeren staan hun inkomsten in goede verhouding tot hun uitgaven. Driekwart van de jongeren houdt iedere maand geld over (78%) en 11% speelt precies quitte. 12% geeft aan iedere maand geld te kort te komen. Onder volwassenen is het aandeel wat geld te kort komt 10%. 5% van de jongeren geeft zelfs aan veel geld te kort te komen, dit is hetzelfde percentage als bij volwassenen. Een groot deel van het inkomen wordt door de jongeren gespaard. Gemiddeld sparen 17- en 18-jarigen het grootste geldbedrag: E 99 per maand. Verhoudingsgewijs sparen 13en 14-jarigen het grootste deel van hun inkomsten (67% in verhouding tot 30% bij de andere categorieën).
Grootste aandeel inkomen naar spaarrekening De jongeren zijn gevraagd in procenten aan te geven hoe hun maandelijkse uitgaven ongeveer zijn verdeeld.
Het geld dat jongeren verdienen gaat voor het grootste deel naar de spaarrekening of wordt uitgegeven aan kleding, uitgaan, eten en drinken, telefoon, hobby’s, cadeaus en persoonlijke verzorging. 13- en 14-jarigen geven relatief veel geld uit aan games (6%) en hobby’s (8%). Naarmate jongeren ouder worden verschuiven de uitgaven naar uitgaan (9%) en komen er uitgaven bij zoals verzekeringen (5%).
Jongeren nemen zelf verantwoordelijkheid voor boekhouding De meeste jongeren (69%) houden zelf hun inkomsten en uitgaven in de gaten met bijvoorbeeld internetbankieren. Daarentegen houdt 7% zich helemaal niet met zijn of haar uitgaven bezig. Een groot deel van de jongeren (35%) schat altijd hoeveel ze ongeveer nog uit kunnen geven. Jongeren nemen zelf verantwoordelijkheid voor hun boekhoudig
Groot deel inkomen wordt gespaard Hoeveel geld spaar je gemiddeld per maand?
e 291
e 170
Hoe houd je je inkomsten en uitgaven bij? Ik hou al mijn bij- en afschrijvingen in de gaten met internetbankieren/afschriften Ik schat altijd hoeveel ik uit kan geven
69%
e 111
35%
Mijn ouders houden mijn inkomsten en 14% uitgaven bij Ik schrijf al mijn inkomsten en uitgaven op 11%
e 69 e 45
Wat ik kan uitgeven neem ik cash op en dat 9% is al het geld dat ik opmaak Ik pin totdat ik geen geld meer kan pinnen 6%
e 30 Totaal (n = 283)
Anders 3% Ik hou me hier helemaal niet mee bezig 7%
e 99
N = 526
13 en 14 jarigen (n = 60)
Gemiddelde inkomsten
e 43
15 en 16 jarigen 17 en 18 jarigen (n = 78) (n = 145) Gemiddeld gespaarde bedrag
deel 3: de grenzeloze generatie
betaalgedrag Jongeren geven hun geld bewust uit Over het algemeen proberen jongeren bewust om te gaan met hun uitgaven. 43% koopt alleen dingen die echt nodig zijn en 72% van de jongeren probeert spullen altijd zo goedkoop mogelijk te kopen. Duurzame producten vormen hierop een uitzondering. Een kwart van de jongeren is bereid hiervoor meer geld te betalen in tegenstelling tot 43% die hier echter nog niet toe bereid is. Meer dan de helft van de jongeren koopt niet vaak spullen zonder erbij na te denken.
Bezuinigingen meest voorkomende reactie bij geldnood Wat doe je als je geld tekort komt? Ik bezuinig op een aantal uitgaven
26%
Ik probeer meer te verdienen
19%
Ik leen geld van mijn familie Ik gebruik mijn spaarrekening als ik geld nodig heb Ik leen geld van vrienden
38%
6%
7% 8% 7% Ik betaal mijn reke- 4% ningen niet of later 2% 4% Ik maak gebruik van 1% de mogelijkheid om rood te staan 1% Niet van toepassing, ik kom nooit geld tekort
42%
25%
26% 22% 21% 22% 22%
Twee op de tien jongeren doen dat wel regelmatig. 15% zegt zelfs een gat in zijn hand te hebben.
Schulden hebben is niet normaal Maar liefst 89% van de jongeren vindt het hebben van schulden niet normaal. Een groot deel van de jongeren (62%) voelt zich zelfs schuldig als ze een rekening te laat betalen. Wanneer jongeren schulden zouden hebben, zouden ze liever niet willen dat anderen dit weten (47%). Ook wanneer ze geld te kort zouden komen, houdt 28% dit liever voor zich. Zorgelijk is dat een kwart van de jongeren niet goed weet bij wie ze terecht kunnen als ze een rekening niet kunnen betalen. De helft van de jongeren is het ermee eens dat op school meer aandacht moet komen voor lenen en sparen. Of geld gelukkig maakt? Daar zijn de jongeren nog niet over uit: 36% vindt van wel, terwijl 26% het hier juist niet mee eens is en zelfs 38% heeft er helemaal geen mening over.
Bezuinigen bij geldnood Maatregelen die jongeren nemen als ze geld tekort hebben: bezuinigen, meer proberen te verdienen, geld lenen van familie of spaargeld gebruiken. Vooral 15- t/m 18-jarigen bezuinigen op uitgaven of gebruiken hun spaargeld. 13- en 14-jarigen hebben vaker nooit geld tekort (46% vs. 32% voor 15- t/m 18 jarigen).
28%
Totaal (n = 526) 13 en 14 (n = 129) 15 t/m 18 (n = 397)
36% 32%
46%
Hoewel jongeren nauwelijks gebruikmaken van de mogelijkheid rood te staan, heeft 40% geen probleem met het lenen van kleine bedragen en vindt 3% het geen probleem grote bedragen te lenen. 58% leent liever helemaal geen geld.
Kwart jongeren schulden Een kwart van de jongeren heeft de afgelopen twaalf maanden weleens schulden gemaakt of geld geleend. 17- en 18-jarigen hebben gemiddeld voor het grootste bedrag aan schulden gemaakt of geld geleend: E 234. 15- en 16-jarigen volgen met E 67 en 13- en 14-jarigen met E 21. De voornaamste reden voor jongeren om geld te lenen was dat ze geen geld bij zich hadden of iets wilden hebben waar ze geen geld voor hadden. Voor 17- en 18-jarigen zijn onverwachte tegenvallers en een tekort op de rekening eveneens belangrijke redenen om geld te lenen.
Consumptie, uitgaan en kleding ‘boosdoeners’ Het meeste geld dat wordt geleend is bestemd voor consumptie, uitgaan en kleding. Vooral 15- en 16-jarigen hebben geleend geld besteed aan eten en drinken. Voor 17- en 18-jarigen zijn ook grote uitgaven voor hun studie of auto(rijbewijs) redenen geweest geld te lenen.
Jongeren positief over eigen toekomstige financiën De meeste jongeren verwachten ook in de komende twaalf maanden geen schulden te hoeven maken. Om ervoor te zorgen dat ze de komende twaalf maanden niet in de schulden komen of geld hoeven te lenen, geven vier op de tien jongeren aan te zullen bezuinigen. Het genereren van meer inkomsten (37%) en aanspreken van spaargeld (19%) worden vooral door 15- t/m 18-jarigen aangegeven als alternatieven om de komende maanden geen schulden te hoeven maken.
37 Jongeren positief over eigen toekomstige financiën Wat ga je doen om te voorkomen dat je de komende 12 maanden schulden maakt of geld moet lenen? Ik bezuinig op een aantal uitgaven
38% 39% 37%
Ik ga meer werken
Aflossen schulden geen probleem Verreweg de meeste jongeren hebben geen moeite hun schulden af te lossen (80%) en hebben het gevoel er controle over te hebben (78%). Voor de helft van de jongeren zijn schulden en leningen dan ook iets tijdelijks. Toch heeft 9% wel moeite met aflossen van schulden en zegt 13% er geen controle over te hebben. 33% van de jongeren denkt liever niet na over de schulden en leningen die ze hebben. 28% van de jongeren ligt er zelfs wakker van.
32%
15%
Ik gebruik mijn spaargeld als ik geld nodig heb Niets, ik neem geen actie om te voorkomen dat ik schulden maak Ik vraag meer geld aan mijn ouders
37%
16%
9%
Consumptie (eten)
30% 19% 21% 18% 22% 22% 18% 15% 22% 17%
Uitgaan
8%
Kleding
8%
Ik zorg dat ik bij de 4% bank niet meer rood 2% kan staan 5% Ik ga mijn pinpas 1% doorknippen 1% 1% Niet van toepassing
Totaal (n = 526) 13 en 14 (n = 129) 15 t/m 18 (n = 397)
37% Kostgeld/kost en inwoning/ huur
Schulden hebben is niet normaal en blijft bij voorkeur verborgen
Openbaar vervoer
Kun je steeds aangeven in hoeverre je het hiermee eens of oneens bent? Ik voel mij schuldig als ik een rekening te laat 10% 26% betaal Op school moet meer aandacht komen voor 6% 15% 29% lenen en sparen Als ik schulden zou hebben zou ik niet willen 3% 14% 37% dat anderen dit weten Geld maakt niet gelukkig 6% 20% 37% 28%
55%
7%
45%
45%
Zeer oneens Oneens Niet eens, niet oneens Eens Zeer eens
6%
41%
6%
29%
40% 41%
Cadeaus voor familie of vrienden Sigaretten
30% 28%
Als ik geld tekort zou komen, dan zou ik dat 3% nooit aan mijn omgeving laten blijken Ik weet niet zo goed bij wie ik terrecht kan als 9% ik mijn rekeningen niet kan betalen Ik vind het hebben van schulden normaal
Voor welke uitgaven heb je schuden gemaakt of geleend?
19% 13% 13% 13%
5%
Jongeren in schulden door consumptie, uitgaan en kleding
7%
25% 24% 44%
24%
4% 2% 9% 2%
Pre-paid card voor mobiele telefonie Abonnement voor mobiele telefonie Overig
54%
Totaal (n = 134) 13 en 14 jarigen (n = 31) 15 t/m 16 jarigen (n = 52) 17 t/m 18 jarigen (n = 50)
9% 4% 1%
9% 4% 5% 3% 3% 4% 7% 3% 3%
Abonnement krant en tijdschriften Cd’s en mp3 (itunes) Verzekeringen Hobby’s Persoonlijke verzorging Games Films Boeken en tijdschriften
17% 14% 13% 21% 22% 15% 15%
Anders
Weet niet N = 526
10% 10% 10% 10% 8% 7% 7% 11% 4%
35%
5% 7% 6% 3%
Auto Studie Rijbewijs Reizen 35%
deel 3: de grenzeloze generatie
betaalproblemen Jongeren staan bijna nooit rood De meeste jongeren kunnen niet rood staan op hun betaalrekening (83%). 17% kan dat wel. Hoe ouder de jongeren zijn, hoe vaker ze rood kunnen staan op hun rekening (8% van de 13- en 14-jarigen vs. 24% van de 17- en 18-jarigen). 97% van de jongeren die wel rood kunnen staan, staat zelden tot nooit rood op hun betaalrekening. 2% staat af en toe rood en 1% continu.
Jongeren komen nauwelijks in aanraking met incassobureaus Slechts 2% van de jongeren is wel eens met een incassobureau in aanraking geweest. De jongeren konden het incassobureau in de meeste gevallen gewoon betalen. Degenen die dit niet konden, hebben een beroep gedaan op hun ouders. De rekeningen die door een incassobureau werden geïnd waren: rekeningen van aankopen via internet, verzekeringen, huur en abonnementen voor mobiele telefonie. Opvallend is dat 6% van de jongeren niet weet of ze met een incassobureau in aanraking is geweest. Dit aantal neemt af naarmate jongeren ouder zijn (9% van de 13- en 14-jarigen vs. 2% van de 17- en 18-jarigen). Wellicht weten 13- en 14-jarigen minder goed wat een incassobureau is.
Slecht betalingsgedrag ouders gekopieerd door kinderen We hebben jongeren gevraagd of hun ouders weleens te maken hebben gehad met een incassobureau of deurwaarder. 4% van de ouders heeft met één van beide wel eens te maken gehad. 3% heeft met allebei wel eens te maken gehad. Ruim eenderde van de jongeren weet dit
niet van hun ouders. De helft van de jongeren die zelf in aanraking zijn geweest met een incassobureau (n = 10), heeft ouders die hier ook wel eens mee te maken hebben gehad. Dit resultaat is indicatief, vanwege het lage aantal jongeren dat deze vraag gesteld is. Er kunnen dus geen conclusies worden getrokken voor alle jongeren tussen 13 en 18 jaar in Nederland.
Jongeren denken dat ouders goed met geld omgaan Het beeld dat jongeren hebben van hun ouders is dat ze zorgvuldig met hun geld omgaan (78%). Slechts een klein aantal jongeren (1%) vindt dat hun ouders slecht met geld om kunnen gaan. Niet alle jongeren hebben zicht op het betaalgedrag van ouders: 14% heeft hier geen idee van. De wetenschap dat ouders contact hebben gehad met een deurwaarder of incassobureau, lijkt geen invloed te hebben op het beeld dat jongeren hebben van de omgang met geld door hun ouders.
39
toekomstperspectief Jongeren positief over toekomst Om te polsen hoe jongeren de toekomst in Nederland zien, is hen gevraagd wat er met de economische situatie in Nederland zal gebeuren de komende twaalf maanden en de komende vijf jaar. Op de lange termijn zijn de jongeren vrij positief. Tweederde verwacht in de komende vijf jaar een verbetering van de economie. Een kwart verwacht zelfs een duidelijke vooruitgang. Op de korte termijn zijn de verwachtingen minder hoog gespannen. Hoewel 46% verbetering verwacht, denkt slechts 2% dat er de komende maanden een duidelijke verbetering zal plaatsvinden. 17% verwacht komend jaar zelfs een verslechtering van de economie. 13- en 14-jarigen zijn het minst positief over de toekomst van de Nederlandse economie.
Slecht betalingsgedrag gekopieerd door kinderen Weet je of je ouders wel eens te maken hebben gehad met een incassobureau of deurwaarder? Ze hebben nog nooit te maken gehad met een incassobureau of deurwaarder
57%
Ze hebben wel eens te maken gehad 6% met een incassobureau Ze hebben wel eens te maken gehad 4% met een deurwaarder Dit weet ik niet
36%
N = 526
Jongeren positief over toekomst Nederlandse economie Wat zal er volgens jou met de algemene economische situatie in Nederland gebeuren?
Jongeren maken nauwelijks gebruik van krediet op rekening
13 en 14 jarigen (n = 129)
Heb je een betaalrekening waar je rood op kan staan?
15 en 16 jarigen (n = 165)
Ja
Totaal (n = 526) 13 en 14 (n = 129) 15 en 16 (n = 165) 17 en 18 (n = 232)
17%
8% 15%
24%
Nee
83% 76%
92% 85%
Continu Regelmatig Af en toe
N = 90
3% 14%
13 en 14 jarigen (n = 129)
37%
14%
6%
32%
9%
19%
11%
3% 6% 5% 10%
24%
16%
Duidelijk verslechteren Enigszins verslechteren Ongewijzigd blijven
4%
52%
2%
51%
1%
43%
19%
2% 24%
32%
2% 14%
8%
44% 52%
1% 14%
Totaal (n = 526) 5%
17 en 18 jarigen (n = 232)
83% Zelden Nooit
17 en 18 jarigen (n = 232)
15 en 16 jarigen (n = 165)
Hoe vaak sta je rood op je betaalrekening? 1% 2% 14%
Totaal (n = 526)
24% 42%
42%
15% 30%
44% Enigszins verbeteren Duidelijk verbeteren
25%
deel 3: de grenzeloze generatie
Mentality Langjarig onderzoek van Motivaction laat zien dat de waarden van jongeren aan het verschuiven zijn. Jongeren van nu staan anders in het leven dan eerdere generaties toen zij jong waren. Zij zijn over het algemeen hoger opgeleid en groeien op in een kennis-intensieve samenleving waarin alle grenzen lijken te vervagen. Internet en vooral social media hebben van de wereld een global village gemaakt. Jongeren zijn in luxe opgegroeid en alles is mogelijk.
Zelfredzamen en Structuurzoekers De jongeren van nu kunnen grofweg worden verdeeld in twee groepen: de ‘zelfredzamen’ en de ‘structuurzoekers’. De zelfredzamen staan onbevangen in het leven, zijn doorgaans hoger opgeleid en vinden bijna vanzelf hun weg in de maatschappij. De groep structuurzoekers is meer naar binnen gericht, voelt zich eerder buitengesloten en hecht meer belang aan regelmaat en structuur. Deze verschillende belevingswerelden hebben invloed op de houding en het gedrag van jongeren ten aanzien van technologie, schoolcarrière, werk, overgewicht, alcohol en drugsmisbruik. In dit onderzoek is onderzocht of de verschillen in leefstijl ook invloed hebben op de houding van jongeren ten aanzien van geld, schulden, betaalmoraal en betaalgedrag. In deze analyse zijn de jongeren van 15 tot en met 18 jaar betrokken.
Zelfredzamen: geld maakt gelukkig, maar op is op De zelfredzamen zijn jongeren uit de Mentality-milieus ‘postmoderne hedonisten’ en ‘opwaarts mobielen’. Zij staan onbevangen in het leven, zijn doorgaans
hoger opgeleid en vinden bijna vanzelf hun weg in de maatschappij. Geld maakt gelukkig De zelfredzame jongeren vinden, vaker dan andere jongeren, dat geld gelukkig maakt (28% t.o.v. 21% gemiddeld). Als ze geld hebben, geven ze het ook uit. Per maand houden zelfredzamen minder vaak geld over dan andere jongeren (40% t.o.v. 46% gemiddeld). Een betere boekhouding biedt hiervoor wellicht een oplossing. Zelfredzamen houden hun bij- en afschrijvingen minder dan gemiddeld in de gaten (69% t.o.v. 74% gemiddeld). Ze weten bij wie ze terecht kunnen bij problemen Vaker dan andere jongeren zeggen zelfredzamen liever geen geld te willen lenen voor aankopen als ze zelf het geld niet hebben (64% t.o.v. 56% gemiddeld). Desondanks weten zelfredzame jongeren wel vaker dan gemiddeld bij wie ze terecht kunnen als ze in geldnood zitten (54% t.o.v. 48% gemiddeld). Minder vaak lenen bij ouders en familie De zelfredzame jongeren lenen minder vaak dan andere jongeren geld van ouders of familie (18% t.o.v. 22% gemiddeld). Opvallend is dat deze groep vroeger vaker dan andere jongeren straf kreeg als ze niet goed met hun geld omgingen (11% t.o.v. 8% gemiddeld).
Structuurzoekers: geld maakt niet gelukkig, kleine leningen mogen De structuurzoekers zijn jongeren uit de Mentalitymilieus ‘gemaksgeoriënteerden’ en ‘moderne burgerij’.
41
Zij zijn meer naar binnen gericht, voelen zich eerder buitengesloten en hechten meer belang aan regelmaat en structuur. Geen problemen met het lenen van kleine bedragen Structuurzoekende jongeren hebben, vaker dan andere jongeren, geen moeite met het lenen van kleine geldbedragen (51% t.o.v. 42% gemiddeld). Wanneer zij een klein bedrag lenen maken zij zich daar dan ook vaker geen zorgen over (34% t.o.v. 28% gemiddeld). Met het lenen van grote bedragen hebben structuurzoekers wel moeite. Geld maakt niet gelukkig De structuurzoekers vinden, vaker dan andere jongeren, dat geld niet gelukkig maakt (45% t.o.v. 37% gemiddeld). Desondanks zouden ze het, vaker dan andere jongeren, niet laten weten aan hun omgeving als ze geld tekort komen (34% t.o.v. 29% gemiddeld). Ouders de regie In hun eerste twaalf levensjaren hadden structuurzoekende jongeren, vaker dan gemiddeld, ouders die de regie in handen namen. Zij spaarden voor hun kinderen, opdat die hun geld konden uitgeven (15% t.o.v. 11% gemiddeld). De structuurzoekende jongeren hebben in mindere mate aan zichzelf geleerd hoe ze met geld moeten omgaan (32% t.o.v. 39% gemiddeld).
Grote steden bezuinigen het minst op producten en diensten
In de drie grote steden wordt het minst bezuinigd op de aanschaf van nieuwe producten en diensten bij inkomensdaling (37% t.o.v. 55% gemiddeld). In het Zuiden bezuinigt men daar dan juist meer op (67% t.o.v. 55% gemiddeld).
ZO
B E TA A LT
N E D E R L A N D
toekomstvisie
h et
betaalgedrag
in
2 0 2 5
deel 4: toekomstvisie
Het betaalgedrag van Nederland in 2025 GGN wil graag inzicht in het betaalgedrag van Nederland in de komende 15 jaar. We hebben daartoe een trendanalyse uit laten voeren. De resultaten van deze analyse lichten we u onderstaand graag toe.
Doelstelling Inzicht krijgen in de richting waarin het betaalgedrag en de betaalmoraal van Nederlandse consumenten zich zal ontwikkelen gedurende de komende 15 jaar.
Werkwijze De basis voor de trendanalyse vormen de acht waardengroepen (Mentality-milieus). Deze vertalen we door naar de drie betaalprofielen van GGN, te weten de Risicomijders, de Spenders en de Nonchalanten. Vervolgens stellen we vast hoe de procentuele verdeling tussen de Mentality-milieus per generatie is. Welke Mentalitymilieus komen bijvoorbeeld meer dan gemiddeld voor onder de jongste generatie in de leeftijd 15 t/m 25 jaar? Want de waarden van de jongeren van nu zijn de waarden van de dertigers en veertigers van 2025. Op basis hiervan maken we een beschrijving van de betaalmoraal en het betaalgedrag van consumenten in 2025.
Verschuiving van waarden door de tijd De waarden van burgers worden in hun vormende periode (leeftijd 15 t/m 30 jaar) ontwikkeld. Daarna veranderen deze doorgaans niet wezenlijk. Dit betekent dat een doorberekening van de huidige waarden van de Nederlandse bevolking naar die van de bevolking van 2025 de beste manier is om te voorspellen wat voor maatschappij Nederland in 2025 is - en wat de
veranderingen zullen zijn in de betaalmoraal en het betaalgedrag. Bij deze doorberekening kijken we naar de huidige relatieve verdeling in waardenpatroon tussen de verschillende generaties. Tot welk Mentality-milieu iemand behoort, staat los van leeftijd, inkomen en opleidingsniveau. Toch zijn er tussen de diverse generaties in Nederland interessante verschillen te zien. Voorbeeld: bij oudere generaties komt het Mentalitymilieu traditionele burgerij meer dan gemiddeld voor, terwijl dit bij de jongste generatie een nog maar zeer klein segment is. Deze veranderingen in waarden worden mede veroorzaakt door de verschillen in de maatschappij die er tijdens de vormende periode (15 t/m 30 jaar) van de verschillende generaties waren, variërend van traditioneel (jaren 50), opstandig en maatschappijbewust (jaren 60) tot pragmatisch en materialistisch (jaren 80) en veelkleurig en hedonistisch (jaren 90). De socioloog Becker onderscheidt in Nederland een aantal generaties, gebaseerd op de waarden die hen onderscheiden van andere leeftijdsgroepen. Deze generaties variëren van de vooroorlogse generatie (1910 – 1930) tot de pragmatische generatie (1971 – 1985). In navolging van het onderzoek van Becker zijn de waarden van de jongste generatie in kaart gebracht. We noemen deze groep de grenzeloze generatie (van na 1985).
45
Bij de verschillende generaties zien we een verschuiving van Mentality-verdeling: Vooroorlogse generatie (1910-1930): traditionele burgerij vormt veruit de grootste groep. Stille generatie (1931-1940): opkomst moderne burgerij. Protestgeneratie (1941-1955): tweedeling tussen traditionele milieus enerzijds en de opkomst van het anti-autoritaire postmaterialisme anderzijds. Verloren generatie (1956-1970): afscheid van de traditionele kijk op Nederland. Opkomst van de moderne burgerij en de experimentele postmoderne hedonisten. Pragmatische generatie (1971-1984): sterke afname van maatschappelijk bewogen postmaterialisten en groei van pragmatische en statusgerichte Mentalitymilieus: opwaarts mobielen en kosmopolieten. Grenzeloze generatie (vanaf 1985): een sterk modern georiënteerde generatie, met grote groepen opwaarts mobielen en gemaksgeörienteerden. De postmoderne hedonisten vormen de tegenhanger.
• • •
Verdeling Mentality-milieus over de generaties NL 15-80 jaar, prognose Mentality-milieus Gemaksgeoriënteerden Postmoderne Hedonisten Kosmopolieten Traditionele Burgerij Nieuwe conservatieven Postmaterialisten Opwaarts mobielen Moderne burgerij
• •
grenzeloze generatie
pragmatische generatie
verloren generatie
protestgeneratie
stille generatie
vooroorlogse generatie
Opbouw Mentality Milieu
•
deel 4: toekomstvisie
Mentality-milieus in 2025 Doordat oudere generaties langzaam verdwijnen, wordt het relatieve aandeel van de jongere generaties groter. Mentality-milieus die onder jongeren meer dan gemiddeld voorkomen, groeien hierdoor ook in de Nederlandse bevolking als geheel.
Ontwikkeling Risicomijders, Spenders en Nonchalanten Hoe ontwikkelen de drie betaalprofielen zich? Spenders nemen bijna 10% toe in omvang. Risicomijders nemen 10% af in omvang. De hoeveelheid nonchalante betalers neemt licht toe.
In 2025 zijn opwaarts mobielen, postmoderne hedonisten en gemaksgeoriënteerden grotere segmenten in de samenleving, terwijl de traditionele burgerij in omvang flink afneemt. Waarden die ooit breed gedragen werden in de maatschappij verliezen aan draagvlak en nieuwe waarden doen hun intrede. Met uiteraard gevolgen voor de manier waarop mensen met elkaar samenleven en de normen die zij hanteren bij de omgang met anderen.
Nederland krijgt een slechtere betalingsdiscipline
Dit wordt versterkt doordat de toename van een aantal Mentality-milieus (opwaarts mobielen, gemaksgeoriënteerden, postmoderne hedonisten) samengaat met de afname van een aantal milieus met sterk tegengestelde waarden (postmaterialisten en traditionele burgerij).
Impact op debiteurenbeheer
De verwachting tussen nu en 2025: De dominante waardenoriëntatie wordt hedonistischer. Waarden als vrijwillig sober leven, rust en huiselijkheid verliezen aan draagvlak. Status en zichtbaarheid worden voor veel mensen belangrijk. Milieubewustzijn, tenzij verplichtend geadresseerd door overheden, daalt. De binding met de lokale omgeving neemt af en de zelfgerichtheid neemt toe.
• • • • •
De waardeverschuiving zal er toe leiden dat de hoeveelheid consumenten met een strakke betalingsdiscipline afneemt (Risicomijders). Daarentegen zal de groep met ‘het grootste gat in de hand’ (Spenders) toenemen. Met als gevolg: meer schuldenproblematiek en meer incassotrajecten.
Een slechtere betalingsdiscipline in de toekomst vraagt om ander debiteurenbeheer. Het aandeel van de groep Risicomijders neemt namelijk af. Daarvoor komen groepen in de plaats (Spenders en Nonchalanten) die vaak betalingsproblemen hebben door hun materialistische leefstijl. Zij geven regelmatig meer uit dan dat zij binnenkrijgen. Hun betalingsproblemen zijn veelal hardnekkig en ze hebben ook vaak geen goed overzicht over hun financiële situatie. Kortom, vaker terugkerende wanbetalers waarop het debiteurenbeheer in de toekomst aangepast moet worden.
Betaalgedrag in 2025 NL 15-80 jaar, prognose Mentality-milieus 2005
2010
2015
2020
2025
20%
21%
22%
23%
24%
48%
45%
41%
38%
35%
32% 27% 22%
29%
24%
Nonchalanten Risicomijders Spenders
47
Raming omvang Mentality-milieus in 2025 NL 15-80 jaar, prognose Mentality-milieus 2005
2010
2015
2020
2025
22%
22%
21%
20%
19%
9%
10%
11%
13%
14%
10%
11%
12%
12%
13%
10%
11%
16%
14%
10%
18%
8% 10%
13%
7% 10%
14%
7% 10%
15%
11%
12%
11%
10%
6%
6%
9%
9%
17%
18%
Moderne burgerij Gemaksgeoriënteerden Postmoderne Hedonisten Kosmopolieten Traditionele Burgerij Nieuwe conservatieven Postmaterialisten Opwaarts mobielen
Wat kan debiteurenbeheer doen om achterstallige betalingen te beperken? Wel doen
Niet doen
Laat betalers sneller benaderen
Inspelen op plichtsbesef
Consequenties van te laat betalen direct communiceren
Informele benadering
Kraakhelder formuleren
Verontschuldigen
Zakelijke benadering
Zachte heelmeesters...
Gebruik van nieuwe media in benadering
Onduidelijkheid
Wakker schudden!! Kostenverhogingen bij te laat betalen Hulp bieden in het managen van schulden en uitgaven
onderzoeksverantwoording GGN heeft met plezier u het onderzoek ‘Zo betaalt Nederland’ gepresenteerd. Dit onderzoek voeren we jaarlijks uit in samenwerking met Motivaction. Het geeft u inzicht in het betaalgedrag van Nederlandse consumenten.
De uiteindelijke data zijn gewogen naar leeftijd, opleiding, geslacht, Mentality¹ en stedelijkheid waardoor de representativiteit van het onderzoek is gewaarborgd. Het onderzoek is representatief voor de Nederlandse bevolking in de leeftijd van 15 tot 65 jaar.
In dit rapport vindt u de onderzoeksresultaten van ‘Zo betaalt Nederland 2011’. Deze resultaten worden, waar mogelijk, vergeleken met de resultaten uit 2010.
GGN heeft dit jaar in het bijzonder gekeken naar het betaalgedrag van jongeren in de leeftijd van 13 tot en met 18 jaar². Ook hiervoor is gebruikgemaakt van het online panel van Motivaction.
Er is, net als bij voorgaande edities, voor een online onderzoeksopzet gekozen. Hierbij is gebruikgemaakt van het online panel van Motivaction. Om uitspraken te kunnen doen naar regio is een steekproef gerealiseerd met dezelfde omvang als in 2010. In totaal hebben 2.653 respondenten aan het onderzoek deelgenomen, als volgt verdeeld over de regio’s: Randstad N = 514, West N = 613, Noord N = 511, Oost N = 510 en Zuid N = 505.
Het onderzoek is in week 6 van 2011 uitgevoerd.
¹Mentality is het unieke waarden- en leefstijlonderzoek van Motivaction waarbij Nederlanders worden gesegmenteerd naar acht verschillende milieus. ²Meer informatie over dit onderzoek vindt u in hoofdstuk 3, pagina 30
49
Profiel GGN GGN is de grootste creditmanagementorganisatie in Nederland. Bij GGN werken ruim 1500 medewerkers, waarvan meer dan de helft als incassospecialist. Daarnaast zijn er 144 (kandidaat) gerechtsdeurwaarders en 55 juristen. GGN is met 28 vestigingen actief in het hele land en biedt als enige partij op landelijk niveau minnelijke incasso en gerechtelijke incasso binnen één organisatie, met eigen kantoren. Daarnaast kunnen bedrijven bij GGN terecht voor het uit handen nemen van facturatie, het volledige debiteurenbeheer, advies bij het inrichten of verbeteren van het creditmanagementproces, detachering, training en opleiding van debiteurenbeheerders, incassomedewerkers en gerechtsdeurwaarders. De missie van GGN is het verhogen van het ondernemersrendement van haar opdrachtgevers door het voorkomen, beheersbaar maken en terugdringen van debiteurenrisico’s.
www.ggn.nl T: 073 - 518 11 11