Aan de Raad van de gemeente Voorst
Zienswijze tegen het ontwerpbestemmingsplan Schoneveld locaties Withagen en Dernhorstlaan.
Opgesteld door buurtbewoners van de locatie Withagen.
Geachte leden van de Raad, De buurtbewoners stellen er prijs op, alvorens hun zienswijze weer te geven, aan te geven dat het nu voorliggende masterplan Withagen wat hen betreft in zijn geheel geen doorgang dient te vinden omdat het plan hun landelijke woonomgeving voor eens en altijd vernietigt. Vertrekkend vanuit dit standpunt is door buurtbewoners wel diverse keren gesproken met vertegenwoordigers van de Gemeente Voorst om, als het plan door de Gemeente Voorst toch wordt doorgezet, een aantal wensen op tafel te leggen om de nadelige gevolgen van uitvoering zo veel als mogelijk is te minimaliseren. De buurtbewoners stellen vast dat van al hun inspanningen tot nu toe zeer weinig tot niets is terug te vinden in de voorliggende wijziging bestemmingsplan. In het gehouden gesprek tussen bewoners, belanghebbenden en gemeente (namens gemeente was aanwezig Jan Wesseldijk, ambtenaar Ruimtelijke Ordening) d.d. 3 augustus 2011 is reeds gesproken over de punten die wederom in dit stuk zijn opgenomen. Geconstateerd wordt door bewoners en belanghebbenden dat er thans niets gedaan is met deze input. Wij verwijzen naar het verslag van deze bijeenkomst, gemaakt door de heer B.Scholten (Agrimaco) in opdracht van gemeente. Ook zijn in het gehouden rondetafelgesprek deze punten bij de gemeenteraad onder de aandacht gebracht. Niets van de in het ronde tafel gesprek naar voren gebrachte punten door diverse buurtbewoners is terug te vinden. Ook de gevraagde regie om niet te komen tot een aantal postzegeloplossingen is niet gehonoreerd. Het lijkt er op dat de gemeente vooral focust op de realisatie van de glastuinbouw, mogelijk mede ingegeven door de ontwikkelingsproblemen aan de Dernhorstlaan Twello (de huidige locatie van Schoneveld Breeding), waarbij voorbijgegaan wordt aan een integrale gebiedsbenadering. Deze benadering zou rekening houden met alle functies die thans aanwezig zijn en die in de toekomst ontwikkeld moeten worden (de glastuinbouw). Een integrale gebiedsbenadering doet recht aan de gemeentelijke visie op het landelijk gebied, waarbij de gemeentelijke verantwoordelijkheid het belang van alle bewoners en gebruikers omvat. Daarom zullen wij in dit schrijven wederom onze belangrijkste punten nogmaals beschrijven in de hoop dat in de uiteindelijke realisatie van het buiten de buurt om gemaakte plan Withagen de beloofde landelijke inpassing recht zal worden gedaan.
1
Ontsluiting van het gebied In alle plannen tot nu toe is gesproken over ontsluiting aan de noordzijde door middel van een aansluiting op de Sluinerweg. In de plannen tot nu toe is altijd de indruk gewekt dat dit zou gaan gebeuren door een aansluiting te creëren ter hoogte van de noordoostelijke grens van het door Schoneveld Breeding aangekochte terrein. In de gesprekken die buurtbewoners hebben gevoerd is gewezen op het nu direct aanleggen van een ontsluiting die ook voor onverhoopte latere uitbreidingen kan worden gebruikt. Hiervoor zijn voorstellen gedaan; voorstellen die wel een zekere mate van regie door de Gemeente vereisen en gedaan moeten worden in het licht van het grotere plan. Buurtbewoners hebben aangegeven dat het voor hen van wezenlijk belang is dat de Oude Zutphenseweg verkeersluw is en blijft. Dit betekent dat het niet gebruikt moet worden als ontsluitingsweg en daarmee veilig genoeg blijft voor bewegingen met paarden en de aanwezigheid van een buitenschoolse opvang bij de manege Voorst. Er is aangedrongen op zelfs een verdere versterking van het landelijke karakter door aanplant van extra bomen aan de andere zijde van de weg zodat een “laan” karakter ontstaat. In de huidige plannen is gekozen voor ontsluiting van het terrein via de Oude Zutphenseweg met een verbreding en verzwaring voor toegenomen verkeersbelasting. Z1 De buurt verzoekt de Gemeente om de ontsluiting aan de noordzijde plaats te laten vinden op een wijze die past in het grotere plan en zoals in de eerste informatierondes ook steeds is aangegeven c.q. gesuggereerd. Dit is gezien de huidige woonsituatie (Oude Zutphenseweg 1 en 2 en 4 woningen aan de Sluinerweg) verreweg de minst belastende voor de buurt. De buurt vraagt in deze de gemeente de regie in handen te nemen en de noordelijke toegang zo te realiseren dat de voorziene gebieden vrijwel allemaal via deze weg kunnen worden ontsloten. Indien dat niet mogelijk blijkt, dan vernemen wij graag de motivatie hiervoor en dient de ontsluiting plaats te vinden door middel van de “doorsteek” aan de noordwest zijde zoals ook door Schoneveld Breeding wordt ondersteund. Een ontsluiting via de Oude Zutphenseweg is niet acceptabel. Z2 Toenemende verkeersbelasting op de Oude Zutphenseweg en de (oude) Sluinerweg en ingrepen als verzwaring/verbreding die het landelijke karakter aantasten zijn voor de buurt onacceptabel en vormen een serieus (verkeers)veiligheidsprobleem. In de berekeningen ontbreken ons inziens de verkeersbewegingen van de tijdelijke krachten, met name jeugd, die veelal met fiets en scooters zullen af- en aanrijden.
Bebouwing In alle uitingen en voorlichtingsavonden is tot nu toe een beeld geschetst van landelijke inpassing van glastuinbouw. Voor het gebied is in de regionale structuur visie aangegeven dat er glastuinbouwbedrijven tot maximaal 5 hectare glasoppervlak per onderneming mogen worden gevestigd. In het uiteindelijke plan zijn 5 terreinen aangemerkt waar de Gemeente gaat meewerken aan een wijziging van het bestemmingsplan. In eerdere voorlichtingsrondes is aangegeven dat in eerste instantie 1 hectare kas zou worden gebouwd, in de toekomst mogelijk uit te breiden naar meer.
2
De buurtbewoners stellen vast dat in het voorliggende bestemmingsplan voor het door Schoneveld Breeding aangekochte terrein wordt uitgegaan van: 1. 2. 3. 4. 5.
een toelaatbare nokhoogte van maximaal 11 meter; een toelaatbare dakgoothoogte van 8 meter; een maximaal glasoppervlak van 4,5 hectare een maximaal oppervlak voor bijgebouwen van 1,5 hectare; toestemming voor het bouwen van een bedrijfswoning.
De buurt kan zich geen enkele voorstelling maken van de wijze waarop een nokhoogte van 11 meter op een aanvaardbare wijze kan worden ingepast in de landelijke omgeving. Een maximale nokhoogte van 11 meter is een hoogte waarmee dit gebied gaat lijken op een industrieterrein. Zeker als er uiteindelijk in het gehele gebied toestemming wordt gegeven voor 5 keer ongeveer 1,5 hectare bijgebouwen en 5 x 4,5 hectare glasbouw. Het toestaan van het bouwen van een extra bedrijfswoning als onderdeel van het bestemmingsplan is geen automatisme voor de buurtbewoners en dient per geval te worden beoordeeld. Volgens het DHV B.V. rapport is in verband met het grondwaterpeil ook nog een ophoging van maximaal 1 meter voor gebouwen met verblijfsbestemming noodzakelijk. Dit maakt het verlagen van de maximale toegestane hoogte nog meer noodzakelijk om nog te kunnen spreken van landelijke inpassing. Z3 De buurt verzoekt de Gemeente de maximaal toelaatbare hoogten aan te passen naar waarden die recht doen aan de steeds uitgesproken doelstelling een en ander landelijk in te passen. Welke hoogten daarvoor maximaal mogelijk zijn, willen we graag bespreken met deskundigen op dit gebied. In eerste aanleg stellen wij dat moderne kassen een nokhoogte van 4 à 5 meter kennen en dat een hoogte voor bijgebouwen gemaximeerd kan worden tot 2 kantoorlagen waardoor deze, voorzien van platte daken, niet hoger hoeven te worden dan 5 à 6 meter. Dat zijn hoogten waarvan de buurtbewoners zich beter kunnen voorstellen dat een landelijke inpassing nog enigszins mogelijk is. Z4 De buurt verzoekt de Gemeente om in het geval van Schoneveld Breeding geen toestemming te geven voor de bouw van een extra bedrijfswoning, maar de bestemming van het door Schoneveld Breeding mede aangekochte, reeds bestaande onroerend goed te veranderen naar bedrijfswoning.
Aanleg landelijke inpassing Nu de Gemeente de instelling hanteert om per aanvraag tot wijziging van het bestemmingsplan te komen zonder een regiefunctie te willen bekleden, stelt de buurt grote vraagtekens bij de realisatie van centrale voorzieningen in het kader van recreatie welke in eerste instantie zijn geschetst. In eerste instantie is gesproken over fietspad, wandelpad, ruiterpad. Niet alleen geeft de Gemeente aan geen dwingende afspraken te kunnen maken met de bedrijven, de Gemeente geeft ook aan dat de aanwezige bewoners eventueel zelf zouden moeten overgaan om overpad etc. te verlenen om een en ander mogelijk te maken. Daarnaast geeft de Gemeente aan dat zij bewoners wil helpen om samen met de stichting Gelders Landschap zelf over te gaan tot de aanplant van landschappelijke
3
elementen.
De wijze waarop nu wordt geacteerd heeft de buurtbewoners de overtuiging gegeven dat niet gerekend kan worden op centrale aanleg van voorzieningen, noch dat kan worden gerekend op een goede centrale regie zodat de te vestigen glastuinbouwbedrijven op een goede, geïntegreerde manier landschappelijk worden ingepast. De buurtbewoners stellen het gebaar om te helpen bij de aanplant van landschappelijke elementen zeer op prijs, maar zien geen enkele reden om bomen en struiken te planten op eigen grond om daarmee de landschappelijke inpassing mede vorm te geven. Z5 De buurt verzoekt de Gemeente in het bestemmingsplan op te nemen dat Schoneveld Breeding zelf zorg draagt voor een complete landelijke inpassing aan alle zijden van het terrein op een wijze die steeds is geschetst en waarmee het zicht op de bebouwing zo veel mogelijk wordt weggewerkt. Aanleg hiervan dient zo spoedig mogelijk te worden gerealiseerd. Daar waar buurtbewoners bereid zijn om eigen gronden te bestemmen voor de aanplant van struiken en/of bomen, is de toegezegde hulp bij de realisatie daarvan welkom. De goede landelijke inpassing van de glastuinbouw bedrijven dient daar echter nimmer van afhankelijk te zijn. Welke mogelijkheden de Gemeente hierbij voor zich ziet, zien wij graag schriftelijk beargumenteerd tegemoet. Het mogelijk uitdunnen van bestaande groenwallen om meer zicht te krijgen op Schooneveld breeding is voor de buurt niet bespreekbaar. Z6 De buurt verzoekt de Gemeente volledig af te zien van elke aanleg van centrale voorzieningen ook als deze mede tot stand moeten komen door recht van overpad of andere medewerking van buurtbewoners. Zulke aanpassingen zullen eerst na overleg met alle betrokkenen tot stand kunnen komen. Z7 De buurt verzoekt de Gemeente om het voortouw te nemen om het bestaande ruiterpad éénmalig volledig te renoveren en op te knappen en vervolgens toe te zien dat de onderhoudsverplichting wordt nagekomen door de onderhoudsplichtige partij, zoals dit is vastgelegd in de wegenlegger. De buurt ziet graag een kopie van de wegenlegger tegemoet, opdat ook zij weten welke partijen welke verplichtingen hebben. NB De buurt gaat er overigens ook van uit dat de Gemeente zal toezien dat de bestaande mogelijkheid voor ruiters om rondom Bussloo te kunnen rijden, ook in de toekomst in stand zal worden gehouden en niet zal worden opgeknipt door de steeds verder toenemende bebouwing en commercialisering van het recreatiegebied.
Overige zaken In eerdere overleggen en voorlichtingsbijeenkomsten is door de buurtbewoners steeds aangegeven dat er geen sprake mag zijn van lichtoverlast, stankoverlast, lawaaioverlast en dergelijke. Bij lichtoverlast is door de buurt aangegeven dat er geen enkele lichtuitval mag optreden. Uiteraard is hierbij niet alleen gerefereerd aan licht uit de kassen, maar ook vanaf het terrein. Door aanleg van het industrieterrein Ecofactorij, uitbreidingen bij Bredenoord, enkele nieuwe veeschuren, verlichting bij station Klarenbeek en extra verlichting bij de
4
VAR zijn er sluipenderwijs vele lichtbronnen bijgekomen die overlast geven in de omgeving. Bij stankoverlast en lawaaioverlast is hierbij gerefereerd aan de al optredende overlast van de VAR die door de buurt al als genoeg wordt ervaren. Hierbij is steeds door de Gemeente aangegeven dat de bestaande milieuwetgeving afdoende is. Daarnaast is door de Gemeente bij herhaling aangegeven dat meerdere zaken zullen worden vastgelegd in een anterieure overeenkomst. Deze overeenkomst wordt niet gedeeld met burgers. In eerdere overleggen is reeds door de buurt aangegeven dat zij nu al ervaren dat het boven de (woning-) markt hangende zwaard van Damocles in de vorm van Glastuinbouw, aanleiding is voor een nog grotere terughoudendheid bij kopers dan nu in verband met de crisis al aanwezig is. Op dit moment is de waarde gedaald omdat aan potentiële kopers bekend moet worden gemaakt wat de toekomstvisie is op het gebied rondom het onroerend goed. In de toekomst is er nog een grotere waardedaling te verwachten als aangrenzend daadwerkelijk wordt gebouwd. Z8 De buurt verzoekt de Gemeente om met Schoneveld Breeding af te spreken dat er geen enkele lichtuitval uit de kas mag optreden en dat overige verlichting op het terrein wordt beperkt tot het minimaal nodige voor een veilige bedrijfsvoering en op een wijze waarbij licht alleen schijnt wanneer het nodig is en verder uit is. Het laten branden van verlichting aan hoge lantaarnpalen waarbij een enorme lichtbron zorgt voor een volledige verlichting is voor de buurt onacceptabel. Ook zal dit (ongewenste) negatieve gevolgen hebben op de natuurwaarden, waaronder de vleermuispopulatie, zoals gesteld in het rapport van DHV (milieukundige onderzoeken). Z9 De buurt verzoekt de Gemeente nadrukkelijk om de anterieure overeenkomst en overige correspondentie met Schoneveld Breeding aan de betrokkenen (zie de ondertekening van dit stuk) te overhandigen. Anders zal er een verzoek tot openbaarmaking middels een beroep op de Wet Openbaarheid van Bestuur aan de gemeente worden gedaan. De overeenkomst en overige correspondentie met Schoneveld Breeding valt onder de reikwijdte van deze wet omdat deze informatie berust bij de gemeente en van invloed is op de beleidsbeslissingen inzake de (her)inrichting van dit gebied. De wijze waarop op dit moment de door ons zo gewaardeerde landelijke omgeving wordt vernietigd en ons woongenot wordt aangetast, is van een dusdanige aard dat wij menen er recht op te hebben te weten wat op dit gebied door beide partijen wordt afgesproken. Als beide partijen instemmen met het delen van de inhoud met een nader te bepalen, beperkte groep buurtbewoners, dan lijkt ons dat hiertegen geen enkel bezwaar kan bestaan. Z10 De buurt verzoekt de Gemeente om in overleg met de buurtbewoners een schaderapport op te laten stellen door een deskundige om te bepalen wat de financiële consequenties zijn van het gewijzigde bestemmingsplan en de vaststelling van het Masterplan Withagen. De buurtbewoners weten uit de voorlichting die is gegeven door de Gemeente betreffende planschade, dat er een aantal minimale wettelijke regelingen van toepassing zijn. Om echter boven die wettelijke mogelijkheden uit tot een als hier bedoeld schaderapport te komen doet volgens buurtbewoners recht aan het erkennen dat naast de financiële winsten die worden behaald door partijen die grond met een agrarische
5
bestemming kunnen verkopen als grond waarop glastuinbouw mogelijk is, ook financiële verliezen worden veroorzaakt waarvoor compensatie op zijn plaats is. Wij gaan er van uit dat genoemde aandachtspunten en argumenten serieus worden bekeken en beoordeeld door de Raad en zal leiden tot een aanpassing van het ontwerpbestemmingsplan.
6