Zelfstandig werken Zelfstandig werken = actief en zelfstandig leren van een leerling. Het kan individueel of in een groep van maximaal 6 leerlingen. Visie Leerlinggericht: gericht op de mogelijkheden van de leerling, individu staat centraal, gericht op ontwikkeling Motivatie leerling kan intern zijn of extern. Interne motivatie: de bereidheid en motivatie komt van binnenuit. Externe motivatie: de leerling heeft behoefte aan beloning en aansturing. Als we praten over zelfstandig werken dan gaan we uit van een interne motivatie, de motivatie komt van binnenuit, de persoon heeft de wil om iets te leren.
Zelfstandig werken Zelfstandig werken is een manier van werken die niet meer valt weg te denken in het veranderde onderwijs. Het zelfstandig werken is een begin van zelfstandig leren. Een leerling die zelfstandig werkt is niet hetzelfde als een leerling die een opdracht moet maken van de juf waarbij de juf achter haar bureau haar eigen dingen doet. Het gaat om doelbewust kinderen alleen of in een groep zelfstandig laten werken. Ze gaan actief leren en begeleiding krijgen van de juf om ook actief en zelfstandig te leren. Men kan de volgende vormen onderscheiden: * Zelf werken: de leerling werkt op zichzelf, er is nauwelijks begeleiding of terugkoppeling op het leerproces. Men werkt alleen en daar is alles mee gezegd. * Zelfstandig werken: de leerling is bezig met actief leren onder begeleiding van de leerkracht. * Zelfstandig leren: de leerling heeft vrijheid om een planning te maken met betrekking tot de opdrachten. Er is minder aansturing en minder contacturen, er wordt gewerkt met een leerstofwijzer of modulewijzer waarop de leerling kan zien wat de taken zijn die op een bepaald moment moeten gebeuren. * Zelfverantwoordelijk leren: toetsen, opdrachten, alles wordt vormgegeven door de leerling, hij bepaalt mee welke vakken hij volgt en wanneer hij die volgt etc. Er is geen sturing van de leerkracht, de leerling is zelf verantwoordelijk geworden voor zijn leerproces. Conclusie en betekenis voor de leerkracht: * Staan niet meer vooraan de klas te doceren
* Ruimte voor samenwerkend leren * Coachend op proces * Open en betrokken houding * Interactie is rode draad * Is groepsdynamisch * Stimuleert eigen denken en verantwoordelijkheid * Verbeteringen werkhouding leerling * Individueel niveau: actief leren * Groepsniveau: klimaat, klassenmanagement, dynamica * Schoolniveau: meer thema gericht werken, modulewijzers, studievaardigheden, sociale vaardigheden * Benadrukken de relatie tussen kennis, beroepswerkelijkheid en vaardigheden
Leerstijl Kinderen verschillen van elkaar. Ze verschillen in werkhouding, aanleg, intelligentie en prestatie. Wanneer we individueel recht willen doen aan deze verschillen is zelfstandig werken een manier om differentiatie aan te brengen in de klas. De kinderen verschillen ook op het gebied van leerstijl. De manier van leren kan erg verschillen. We kennen allemaal de kinderen die houden van aanpakken, dingen doen. We kennen ook de kinderen die niet komen tot werken. Hun gedachten zijn vaak ergens anders, ze houden meer van creatieve lessen en opdrachten. We zien ook jongeren die willen participeren, hun stem doen gelden, hun mening willen geven en beslissen over zaken op school. Zij zijn de leiders van morgen kun je zeggen. Deze kinderen houden er niet van als ze passief moeten blijven, ze willen vormgeven aan hun eigen leerproces. Tot slot heb je de kinderen die houden van denken, de professors van morgen. Er moet een cognitieve uitdaging zijn. Deze kinderen zijn vaak niet handig en minder creatief. Toch kunnen ze geweldige dingen bedenken als ze de ruimte krijgen. Samengevat zien we in een klas de volgende kinderen: * Doeners * Denkers * Dromers * Beslissers Zelfstandig werken geeft kinderen de ruimte zich optimaal te ontwikkelen vanuit hun mogelijkheden, rekening houdend met hun leerstijl. Voorwaarden om zelfstandig te werken
Zelfstandig werken vraagt een duidelijke visie van de school. Zelfstandig werken vraagt een andere visie op de leerling (behoefte van de leerling)
Zelfstandig werken vraagt een andere houding van de leerling (actief leren) Zelfstandig werken vraagt een andere houding van de leerkracht (coach)
Leerlingen kunnen niet van de één op de andere dag zelfstandig werken, zo'n proces kost tijd. Toch kunnen we zeggen dat er een aantal voorwaarden nodig zijn bij de leerling om zelfstandig te werken. Zonder die basisvaardigheden is het moeilijk om een leerling zelfstandig te laten werken. Deze basisvaardigheden zijn: * lezen * schrijven * luisteren * spreken * rekenen * onderzoeken * sociale vaardigheden * planning Wanneer deze voorwaarden ontbreken, moeten ze worden aangeleerd alvorens in groepen zelfstandig te werken. Een apart vak gericht op sociale vaardigheden en studievaardigheden is een oplossing om kinderen te trainen zelfstandig te werken.
Adaptief onderwijs Adaptief onderwijs is een vernieuwende stroming binnen het onderwijs dat nauw aansluit bij het concept zelfstandig werken. Wanneer we kijken naar de leerling die zelfstandig aan het werk is, wil het adaptief onderwijs gericht zijn op de competentie van de leerling. Er is aandacht voor autonomie van de leerling en het is relatiegericht. De leerkracht biedt een pedagogisch klimaat waarbinnen er zelfstandig gewerkt kan worden. Dat betekent uitdaging, maar ook ondersteuning bieden en aanmoedigen van het zelfstandig en actief leren. Het vertrouwen van de leerkracht is nodig om kinderen de zekerheid te bieden dat het gaat lukken. De taken van de leerkracht veranderen. Hij is minder gefocust op de leerstof, meer aandacht voor de wijze van interactie in de klas, het geven van instructie aan de klas en het klassenmanagement.
Denkstappen Leerlingen die zelfstandig gaan werken hebben een bepaald plan van aanpak nodig, “hoe gaat men te werk?” De volgende denkstappen kunnen een hulp zijn: 1. 2. 3. 4.
Hoe moet je iets aanpakken Wat moet er gedaan worden Uitvoering Terugblik; regulatief
Reflectie leerkracht Reflectie ten aanzien van de eigen houding van de leerkracht is nodig om het handelen te evalueren en eventueel bij te stellen. Ook is er een open houding nodig om leerlingen te begeleiden in het zelfstandig werken. De leerkracht kan over zichzelf reflecteren ten aanzien van: * Betrokkenheid * Openheid * Flexibiliteit * Interesse in de leerling * Doel: resultaat of betekenis * Gebruik ik bepaalde kansen of laat ik kansen onbenut liggen? * Leerstofgericht of leerlinggericht? * Instructiewijze * Motivatie * Aanpak van bepaalde situaties
Nieuw pedagogisch didactisch model Het zelfstandig werken vanuit een leerlinggerichte visie betekent samengevat: * Het onderwijs is adaptief * Grote rol voor zelfstandig werken * Interactie is de rode draad * Er zijn voorwaarden betreffende de leerling * Rol van de leerkracht is anders, meer begeleiding * Niet het product (cijfer) staat centraal, maar het leerproces * Niet ongericht en reproductief, maar inzicht en betekenis spelen een belangrijke rol * De leerling staat centraal * Uitbreiding van leerdoelen * Uitbreiding van activiteiten * Proces gericht: Wat is de betekenis van wat ik leer en overdraag aan de leerlingen? Wat is de toepassing van wat ik leer en overdraag aan de
leerlingen * Momenten van reflectie en evaluatie
Doelen en activiteiten Uitbreiding van leerdoelen op het gebied van zelfstandig werken: * Cognitieve doelen * Dynamische en affectieve doelen (omgaan met anderen, houding, relatie, kritiek, motivatie) * Psychomotorische vaardigheden (gericht op competentie) Uitbreiding leeractiviteiten tijdens het zelfstandig werken: * Cognitief: Kennis en inzicht activiteiten; relateren, structureren, analyseren, memoriseren, selecteren * Psychomotorisch: Vaardigheden aan leren, competent worden op een vakgebied * Sociale vaardigheden, werkhouding, samenwerking met anderen, attributie, motivatie * Regulatieve activiteiten zoals beoordelen, reflecteren, waarderen, evalueren, bij sturen.
Meer aandacht voor instructie Wanneer leerlingen een aanvang maken met het zelfstandig werken dan wordt de gegeven instructie heel belangrijk. De instructie moet duidelijk zijn en te begrijpen om kinderen ook taakgericht zelfstandig te laten werken. Zonder een duidelijke instructie ontstaat er chaos in de klas. De instructie moet in stappen worden opgebouwd, soms helder weergegeven op het bord. Niet alle kinderen kunnen een lange instructie onthouden, vooral de kinderen met een concentratieprobleem. Het in stukken hakken van een instructie geeft hen houvast om de aandacht te richten en te weten wat er van hen verwacht wordt. Ook kan er na de instructie voor de hele groep een deel aan het werk gaan en de kinderen met een behoefte aan extra instructie komen aan de tafel om met de leerkracht te werken. Ten slotte, als er een bepaalde volgorde of werkwijze is binnen de instructie van taken dat consequent wordt toegepast door de leerkracht, een stappenplan, dan zien we dat kinderen heel taakgericht werken. Nieuwe instructie Korte duidelijk opgebouwde instructie van maximaal 10 minuten Extra instructie voor de “zwakke” leerlingen Naast uitleg, gericht op taken
Nieuwe werkvormen binnen het zelfstandig werken zijn:
Rollenspel: het spelen van een rollenspel is uitstekend geschikt om vaardigheden te oefenen Groepsopdrachten: het samenwerken aan opdrachten binnen de leervakken is ook mogelijk Duo opdrachten/ flitsopdrachten: er wordt met een koppel gewerkt Onderwijsleergesprek: de leerkracht zit in een kring of een andere open vorm en geeft met bepaalde vragen sturing aan een gesprek. Het gesprek heeft als doel om bepaalde informatie over te dragen en stimuleert het denken van de leerlingen en het verwoorden van voorkennis. Kringgesprek: er is minder sturing en er is meer ruimte om de antwoorden van leerlingen heen en weer te kaatsen, de leerkracht fungeert op de achtergrond. Heel goed om een mening te vormen en te ventileren, gevoelens te uiten en te komen tot eenheid in de groep. Discussieer: er is een stelling en de leerlingen gaan in een groep hun mening vormen en die later presenteren. Zo leren ze niet alleen een mening vormen, maar ook luisteren naar de argumenten van anderen waardoor ze het afwegen van verschillende zaken leren. Casus: een verhaal of een gevalsbeschrijving uit de praktijk, soms met een probleem, dat de groep uitdaagt om te praten en de vragen te beantwoorden. Er is een directe relatie tot de praktijk en men kan exploreren hoe zaken aan te pakken. Men krijgt daarnaast inzicht in de praktijk en de beroepswerkelijkheid. Project: het mooie van een project is dat het vakoverschrijdend werkt. Vaak draait een project rond een thema dat meerdere vakken kan behandelen. Forum: het lijkt op een discussie, maar er is een panel dat vragen gaat beantwoorden en leiding gaat geven aan de bespreking.