Zelfbeheer en nabuurschap groepswonen van ouderen in Gelderland
Programma ‘Ontgroening en vergrijzing’ Provincie Gelderland / Landelijke Vereniging Groepswonen van Ouderen
Zelfbeheer en nabuurschap groepswonen van ouderen in Gelderland
Programma ‘Ontgroening en Vergrijzing’ Provincie Gelderland / Landelijke Vereniging Groepswonen van Ouderen
april 2005 tweede druk
Inhoud Voorwoord
3
Groepswonen van ouderen: zelfbeheer en nabuurschap
4
Enkele algemene kenmerken van groepswonen van ouderen
5
Woongroep Kerschoten, Apeldoorn
6
Woongroep De Steegse Poort, Zevenaar
8
Woongroep De Vijverhof, Ermelo
10
Woongroep Kwartel, Culemborg
12
Woongroep Le Maitrehof, Renkum
14
Woongroep Non Solus, Nijmegen
16
Tien tips
18
Adressen
19
Colofon
20
20051711_JZ
2
Zelfbeheer en nabuurschap
Voorwoord
De samenleving verandert. Dat ziet u dagelijks om u heen, u leest het in de krant en ziet het op televisie. Ontgroening en vergrijzing is zo’n verandering, en met gevolgen: Ook in Gelderland hebben we de komende jaren te maken met een afnemend aantal jongeren en meer ouderen. U kunt zich indenken wat dat betekent voor wonen en werken, recreatie, voor zorg en welzijn. De provincie Gelderland is volop betrokken en wil inspelen op deze ontwikkeling. Zoals met ons programma Ontgroening en Vergrijzing dat zich richt op het zo lang mogelijk zelfstandig kunnen functioneren van ouderen en de maatregelen die daarvoor nodig zijn - maatregelen op het gebied van wonen, van welzijn en zorg. U en ik willen zo lang mogelijk wonen op de manier van onze eigen voorkeur. In de Gelderse woonvisie staat het vergroten van keuzevrijheid en zeggenschap van de woonconsument – dat zijn u en ik en alle andere mensen in Gelderland, jong en oud – centraal. Door de programmagelden van Ontgroening en Vergrijzing spoort de provincie gemeenten en woningbouwcorporaties extra aan om met creatieve oplossingen te komen, juist voor het wonen van ouderen in de toekomst. En om na te denken over woonservicegebieden, deconcentratie en extramuralisering, en ict- en domoticatoepassingen. Deze brochure gaat over groepswonen van ouderen. Een prachtig voorbeeld van het vergroten van de keuzevrijheid en zeggenschap! Woongroepen bieden de mogelijkheid samen activiteiten te organiseren en te ondernemen. Zo blijven ouderen actief en houden zij isolatie en vereenzaming op afstand. Woongroep-bewoners hebben altijd mensen om zich heen waar ze een beroep op kunnen doen. Dat geeft niet alleen een gevoel van veiligheid en geborgenheid, maar draagt ook bij aan het uitstellen van de zorgbehoefte. Ik ben blij om u deze brochure over groepswonen te kunnen aanbieden, mede namens mijn collega Hans Esmeijer, als gedeputeerde Welzijn, Zorg en Cultuur eindverantwoordelijk voor het Programma Ontgroening en Vergrijzing van de provincie Gelderland. Een brochure, die past in een reeks van uitgaven van het Programma Ontgroening en Vergrijzing. In dat kader heeft de provincie zich immers ook ten doel gesteld ervaringen en kennis van gemeenten, corporaties en anderen te verzamelen en uit te dragen. Wellicht dat deze brochure ook u inspireert om aan de slag te gaan met het realiseren van projecten van groepswonen van ouderen! Theo Peters, Gedeputeerde Ruimtelijke Ordening en Wonen.
3
Groepswonen van ouderen in Gelderland
Groepswonen van ouderen: zelfbeheer en nabuurschap Ook in Gelderland neemt de vergrijzing toe. In 2025 is 25% van de bevolking ouder dan 65 jaar. Nu is dat 14%. Zo’n ontwikkeling vraagt om maatregelen op het gebied van wonen, welzijn en zorg. Voor Gelderland zijn deze vervat in het programma Ontgroening en Vergrijzing. Doel is om partijen, zoals gemeenten, zorgaanbieders, woningbouwcorporaties en welzijnsinstellingen te stimuleren om alles in het werk te stellen om aan de wens van ouderen te voldoen om zo lang mogelijk zelfstandig te kunnen blijven wonen. Vergrijzing leidt tot een grotere vraag naar woningen die geschikt zijn voor ouderen. Ook als deze ouderen te maken krijgen met een beperking in hun functioneren. De groep ouderen is erg verschillend, dus is het van belang bij bouw en verbouw uit te gaan van hun wensen: een deel van de ouderen vraagt daarbij om andere woonvormen dan het reguliere aanbod van zelfstandige ouderenwoningen of woonzorgcomplexen. Uit een onderzoek van de Nederlandse Woonbond uit 2001 blijkt dat één op de acht ouderen voelt voor groepswonen. Groepswonen betekent dat een aantal actieve senioren in een complex met zelfstandige woningen woont, het leuk vindt om gezamenlijk activiteiten te ondernemen en een bepaalde verantwoordelijkheid draagt voor elkaars welzijn. De Landelijke Vereniging Groepswonen van Ouderen (LVGO) constateert de laatste tijd een opmerkelijke toename van het aantal 50-plussers dat nu al op zoek gaat naar een geschikte locatie om straks met elkaar de oude dag door te brengen. In 2004 waren er bij de provincie Gelderland 18 woongroepen bekend met gemiddeld 25 wooneenheden per groep. Zelfs al zou slechts een klein deel van de ouderen die belangstelling hebben voor groepswonen uiteindelijk kiezen voor een woongroep, dan nog is de behoefte veel groter dan het aanbod. Omdat in het woonbeleid van de provincie Gelderland keuzevrijheid van de woonconsument voorop staat, is dit alleen al een reden om te stimuleren dat het aanbod aan groepswoningen voor ouderen wordt vergroot. Toch zijn er meer redenen waarom groepswonen van ouderen steun verdient. Die redenen zijn zelfbeheer en nabuurschap. Zelfbeheer
Bij projecten groepswonen van ouderen zijn de bewoners veelal nauw betrokken bij ontwikkeling en beheer van het complex. Door bewoners nauw te betrekken bij het ontwikkelen van het complex, biedt groepswonen van ouderen de voordelen van particulier opdrachtgeverschap: direct een goede sociale band tussen de bewoners, een perfecte afstemming van vraag en aanbod en een goede prijskwaliteitsverhouding van de woningen.
4
Zelfbeheer en nabuurschap
Groepswonen van ouderen gaat echter vaak nog een stap verder doordat bewoners ook nauw betrokken zijn bij het beheer. Deze ouderen voelen zich daardoor meer betrokken bij hun woonproject en voelen zich er meer verantwoordelijk voor. Groepswonen van ouderen sluit daarmee naadloos aan bij ‘keuzevrijheid en zeggenschap’, het centrale thema van de provinciale woonvisie. Via groepswonen van ouderen kunnen bewoners zelf vorm geven aan de wijze waarop zij wonen. Nabuurschap
Wonen in een project groepswonen van ouderen betekent zelfstandig wonen. Het betekent ook leven in een gemeenschap met belangstelling voor elkaar en met de bereidheid elkaar te helpen als dat nodig is. Buren zijn nog echte buren, die elkaar gekozen hebben. Wonen in een groep geeft een gevoel van veiligheid, met mensen om je heen waar je een beroep op kunt doen. Gezamenlijke activiteiten houden mensen actief, hetgeen bijdraagt aan hun welzijn. Uit een onderzoek van het Verwey Jonker Instituut blijkt de meerwaarde van leven in een groep voor ouderen te liggen in een grotere participatie in de samenleving, positieve gevoelens van veiligheid en geborgenheid en meer mogelijkheden van onderlinge emotionele en praktische steun. Groepswonen van ouderen is een vorm van nabuurschap, van zorgen voor elkaar. Deze brochure beschrijft zes gerealiseerde projecten van groepswonen van ouderen. Voorafgaand aan deze projectbeschrijvingen zijn enkele gemeenschappelijke kenmerken van woongroepprojecten van ouderen beschreven. Aan het eind van de brochure zetten we de belangrijkste leerpunten van de projecten op een rij.
Enkele algemene kenmerken van groepswonen van ouderen Uit de beschrijvingen van de zes projecten in deze brochure blijkt dat ieder project anders is. Toch zijn er enkele algemene kenmerken. In dit hoofdstuk zetten we die op een rij.
Initiatief: vaak ouderen zelf, soms andere partijen.
gemeenschappelijke ruimte wordt door de meeste groepen bijna dagelijks gebruikt. De activiteiten staan open voor alle bewoners, maar er is geen verplichting om eraan mee te doen. Wel wordt verwacht dat ieder zijn/haar aandeel levert aan het in stand houden van het leefklimaat in de woongroep. Uit een afstudeeronderzoek ‘Net één grote familie?!’, in opdracht van het Gelders steunpunt wonen voor ouderen (GSOH) naar de beleving van het wonen in een woongroep, blijkt dat de ruim 200 geïnterviewde ouderen in overgrote meerderheid van mening zijn dat een woongroep hen actiever maakt. Contacten tussen individuele bewoners onderling Woonvorm: zelfstandige woningen met een ontmoeleiden tot het ondernemen van allerlei (nieuwe) actitingsruimte Het gangbare model van een groepswonen-project is viteiten. ‘Als ik nog alleen op mijn flat zou wonen, deed ik vast niet aan zoveel dingen mee. Het was een cluster bij elkaar gelegen ouderenwoningen of vroeger een stuk saaier en soms zelfs regelrecht eeneen appartementsgebouw. Alle woningen zijn zelfzaam. Je wordt hier meegetrokken met de activiteistandige woningen voor één- of twee persoonshuisten en draait weer mee in het maatschappelijk houdens. De voordeuren komen bij voorkeur uit op een gemeenschappelijke hal of gang, zodat de bewo- leven.’ ‘Veel ouderen verliezen het netwerk dat ze in ners gemakkelijk contact met elkaar kunnen maken. de loop van hun leven hebben opgebouwd. Familie en vrienden zijn in de loop van de tijd overleden. In Er is altijd een ontmoetingsruimte. Meestal is die een woongroep ververs je je sociale netwerk zonder ontmoetingruimte uitgerust met een kookgelegenheid, zodat gezamenlijke maaltijden tot de mogelijk- dat dat veel moeite kost. De contacten verlopen heden behoren. Soms is een logeerkamer of een hob- natuurlijker; je wordt er meer met de haren bijgesleept en je kunt je moeilijker helemaal afzonderen.’ byruimte. Het complex ligt bij voorkeur op loopafstand van winkels en openbaar vervoer. Een zorgcentrum moet goed bereikbaar zijn. Uit onderOrganisatie: vereniging met huishoudelijke reglement. zoek en in de praktijk blijkt de ideale grootte van Bij de meeste woongroepen hebben de bewoners een een woongroep van ouderen een complex van 25 à vereniging opgericht met een bestuur dat namens 35 woningen. Bij kleinere projecten drukken de de vereniging kan handelen, overeenkomsten kan lasten van de gemeenschappelijk ruimte(n) zwaar op sluiten en financiële verplichtingen aangaan. de individuele bewoners. Ook het bieden van onder- Andere partijen hebben op die manier een officieel linge steun en zorg legt in een kleine woongroep een aanspreekpunt. De vereniging spreekt in een huiste grote claim op de bewoners. Tenslotte weegt houdelijk reglement af waar letterlijk en figuurlijk binnen een kleine groep een scheve verhouding naar de grenzen liggen tussen privé en gemeenschappeleeftijd, tussen alleenstaanden en echtparen of lijkheid. Ook maakt de vereniging afspraken over tussen mannen en vrouwen zwaarder dan bij een gezamenlijke activiteiten en de mate waarin en grotere woongroep. wijze waarop deze georganiseerd worden. In bijna alle huishoudelijke reglementen staat een passage over het bevorderen van onderlinge hulpverlening Ontmoetingsruimte: gemeenschappelijke activiteiten in de groep en de verplichting om zich bij de thuisIn ieder project is een ontmoetingsruimte. Hierin vinden de gemeenschappelijk activiteiten plaats die zorg in te schrijven voor het geval er langduriger zorg nodig is. iedere woongroep haar eigen identiteit geven. Deze Het grootste deel van de woongroepen ontstaat door particulier initiatief. Een aantal mensen bundelt hun wensen en probeert deze te realiseren. Ook een bewonerscomité in een wijk, eventueel ondersteund door een welzijnsorganisatie, staat soms aan de wieg van een woongroep. En sinds een aantal jaren nemen ook woningcorporaties het voortouw. In dat geval is een bijeenkomst over groepswonen voor ouderen een goed middel om de belangstelling te peilen. Als er voldoende serieuze kandidaten zijn, kan een vereniging worden opgericht.
5
Groepswonen van ouderen in Gelderland
Apeldoorn, woongroep Kerschoten
In 1986 nam een aantal mensen het initiatief om een woongroep op te zetten. Bewust is gekozen voor een kleinschalig complex om zo meer een band met elkaar te hebben en beter rekening met elkaar te kunnen houden. Men wist precies hoe en waar men deze woongroep wilde opzetten. Ieder lid kreeg een taak bij het realiseren van de woongroep; zo was iedereen van meet af aan betrokken. In 1989 is het wooncomplex gereed gekomen.
BASISGEGEVENS Aantal woningen 13 huurwoningen Woonoppervlakte 68 - 80 m2 Huurprijzen € 380-430; servicekosten € 2,- (juli 2003) Realisatie woningstichting Ons Huis, Apeldoorn
Het project De dertien woningen van het complex zijn geschakeld in de vorm van een hoefijzer met in het midden een grote gemeenschappelijke tuin. De woningen bevinden zich op de begane grond en hebben een tuin(tje) en een terras. Iedere woning heeft een ruime woonkamer, open keuken, één of twee slaapkamers, douche en toilet en een bergkast. De voordeuren komen uit op een overdekte gang die in verbinding staat met de gemeenschappelijke ruimte en de hoofdingang, waar de intercom en de brievenbussen zijn. Behalve de gemeenschappelijke ruimte is er een logeerruimte en een wasserette. De woongroep heeft in de initiatieffase een gemeentelijke subsidie voor het groepsproces ontvangen en geld
van het Juliana Welzijnsfonds voor de inrichting van de gemeenschappelijke ruimten. De woongroep De bewoners zijn erg gesteld op hun privacy en willen zolang mogelijk zelfstandig blijven wonen. Zij hebben regelmatig contact met elkaar tijdens een creatieve middag of door samen koffie te drinken. Ook het gezamenlijk werken in de tuin of het schoonhouden van de gemeenschappelijke ruimten bevordert het contact. Toewijzing Met woningstichting Ons Huis is drie keer per jaar een gesprek over de lopende zaken en eventuele wensen. De corporatie is blij met de woongroep omdat zij het complex zo keurig bewoont. Over de toewijzing van de woningen stelt de corporatie: ‘Wanneer je een complex voor een woongroep bouwt, zul je, om het concept te waarborgen, moeten zoeken naar gelijkgestemden en 6
Zelfbeheer en nabuurschap
daarom de coöptatie bij de woongroep moeten laten.’ De woongroep heeft met de corporatie afgesproken dat de woonruimte niet via het woonruimteverdeelsysteem wordt verhuurd. De woongroep houdt zelf een wachtlijst bij van aspirantleden en streeft ernaar relatief jonge huurders aan te trekken om ‘dubbele vergrijzing’ tegen te gaan. Wanneer een woning vrijkomt, doet de woongroep een voordracht aan de corporatie die uiteindelijk beslist en de woning toewijst. Contacten met de buurt De gemeenschappelijke ruimte wordt gebruikt voor cursussen filosofie, engels, creativiteit en yoga waar ook bewoners uit de wijk aan deel nemen. Ouderen uit de buurt zijn welkom bij het gezamenlijk koffiedrinken op zondagmorgen en eenmaal per jaar is er een zeer geanimeerde bijeenkomst met de jonge gezinnen uit de buurt. Voor het gebruik van de gemeenschappelijke ruimte en voor de consumpties wordt een kleine vergoeding gevraagd. Van de opbrengst is onlangs de gemeenschappelijke tuin opgeknapt. Bewoner(s) aan het woord De bewoners van het complex zijn in principe zelfredzaam vertelt mevrouw Leidy van Beek, woonachtig in deze woongroep en secretaris van de afdeling Gelderland van de LVGO, de Landelijke Vereniging van Groepswonen van Ouderen. ‘Maar als het nodig is, doen we boodschappen voor elkaar of rijden elkaar naar de dokter of het ziekenhuis. Ik kan erop rekenen dat ze mij niet in de steek laten als ik iets mankeer en dat is een geruststellende gedachte.’ Een bewoner moet zelf aangeven welke hulp hij/zij nodig heeft. Een ieder bepaalt zelf hoever hij/zij wil gaan in het geven en ontvangen van burenhulp. Er is veel belangstelling voor het wonen in een woongroep, volgens mevrouw Van Beek. De vraag naar groepswonen is ook de corporatie bekend. De corporatie wil meewerken aan de realisatie van groepswonen van ouderen als het om een grote groep met een concrete vraag gaat. Een kleinschalig laagbouwcomplex is eigenlijk niet meer te realiseren. Omdat deze woonvorm uitermate geschikt is voor alleenstaande vrouwen met doorgaans een laag inkomen, voegt Mevrouw van Beek hieraan toe dat in ieder nieuwbouwproject liefst ook enige woningen met een betaalbare huur moeten zijn. Zij stelt het op prijs dat in haar woongroep ook mensen met een laag inkomen kunnen wonen. ‘Niet voor niets doen we bovendien alles tot nu toe zelf, dat drukt de bijkomende kosten!’
De visie van de gemeente Duidelijk is dat ouderen zolang mogelijk zelfstandig willen blijven wonen, dichtbij voorzieningen van waaruit zonodig niet planbare zorg of zorg op afroep geleverd kan worden, zo stellen wethouder E. Gutteling en beleidsmedewerker J. Jongen van de gemeente Apeldoorn. Aan woningen die dit mogelijk maken, blijkt ook in Apeldoorn een groot tekort. Daarom heeft de gemeente afspraken gemaakt met woningcorporaties over het bouwen van 600 zorgwoningen en 300 clusterwoningen. Projecten voor groepswonen van ouderen passen hier goed in! Bouwlocaties zijn er in Apeldoorn zowel in de buitengebieden als in bestaand stedelijk gebied. De kanaalzone gaat van functie veranderen,
en koopwoningen toeneemt, ook in de vorm van collectief opdrachtgeverschap. Gemeenten moeten dergelijke projecten koesteren. Ze brengen diversiteit in de samenleving. De gemeente ondersteunt initiatiefnemers door ze wegwijs te maken in de omvangrijke regelgeving en/of door bijdrage (uit het gemeentelijk budget woonconsumentenactiviteiten) te geven voor bijvoorbeeld het dekken van proceskosten. Daardoor kan een initiatief meer kwaliteit krijgen.
bedrijven gaan daar weg en daarvoor in de plaats komt woningbouw. En dat gebeurt ook waar nu nog oude ROC-gebouwen staan.
Apeldoorn telt 40 wooneenheden. Dat is te groot voor het ontstaan van een goede samenhang tussen de bewoners, waardoor zich kleine subgroepjes vormen. In de visie van de gemeente is dertig woningen voor een woongroep van ouderen een aanbevolen bovengrens.
In Apeldoorn zijn tot op heden vijf woongroepen van ouderen, waarvan vier projecten in de sociale huursector. De vijfde woongroep is een mengvorm van zes sociale huurwoningen, zestien vrije sector huurwoningen en twaalf vrije sector koopwoningen. De prijzen van deze koopwoningen, waaronder vier penthouses, liggen tussen de € 204.000,- en € 354.000,-. Door de koopwoningen is de onrendabele top van de sociale huurwoningen gefinancierd. Ondanks dat de verkoopprijzen hierdoor wellicht wat hoger lagen, was er veel belangstelling voor deze koopwoningen vanwege de meerwaarde van het project. Men kiest immers voor de filosofie van het groepswonen ‘voor de sociale cohesie waarin je je lekker voelt’. Bovendien is het, net als de andere vier woongroepprojecten, een mooi en aantrekkelijk complex op een prachtige locatie. Wethouder Gutteling en beleidsmedewerker Jongen constateren dat het aantal initiatieven voor woongroepen en dan met name voor projecten met huur-
7
Groepswonen van ouderen in Gelderland
Uit de opgedane ervaringen concludeert de gemeente dat de schaalgrootte van een woongroep belangrijk is. Eén van de woongroepen in
Om tegemoet te komen aan de wensen van een initiatiefgroep voor groepswonen zijn afspraken gemaakt over toewijzing. Dit gebeurt in principe op basis van de criteria uit de gemeentelijke huisvestingsverordening; men moet voldoen aan criteria als inschrijvingsduur, inkomensgrens en leeftijd. Voor de eerste instroom van bewoners van een woongroep mag echter van het totale aantal woningen in de woongroep vijftien procent afwijken. Aanvaardbaar om enerzijds de woningen te kunnen toewijzen aan initiatiefnemers van het eerste uur, die niet volledig aan de criteria voldoen, en anderzijds om een evenwichtige opbouw van de woongroep na te streven. Bij volgende mutaties gaat de toewijzing nog louter op basis van de criteria.
Zevenaar, woongroep De Steegse Poort Naar aanleiding van een cursus over wonen van ouderen door de Stichting Welzijn Ouderen en een artikel in een huis-aan-huis-blad over groepswonen van ouderen heeft een initiatiefgroep van ongeveer 30 mensen in mei 1996 de vereniging Woongroep 50+ opgericht. Er zijn vervolgens verschillende commissies ingesteld die de realisatie van het woonproject voorbereidden. Het vinden van een geschikte locatie was het grootste probleem. Uiteindelijk werd de huidige locatie vlak naast het ziekenhuis gevonden. Supermarkt en bushalte liggen op loopafstand. De Stichting Volkshuisvesting Zevenaar (SVZ) heeft voor de vereniging Woongroep 50+ het wooncomplex De Steegse Poort gerealiseerd. In november 2001 is de
De woongroep De woongroep bestaat uit zestien echtparen, zeven alleenstaande vrouwen en één alleenstaande man. De gemiddelde leeftijd is 66 jaar. Zowel huurders als de kopers betalen dezelfde huur- en servicekosten voor de gemeenschappelijke ruimte. Daarnaast betalen de kopers een maandelijks bedrag aan de Vereniging van Eigenaren voor onderhoud. Alle (nieuwe) bewoners betalen entreegeld voor o.a. de inrichting en het onderhoud van de gemeenschappelijke ruimte. Toewijzing Om het karakter van de woongroep in stand te houden is bij mutatie van zowel een huur- als een koopappartement afgesproken dat de woongroep inspraak heeft wie de nieuwe bewoner(s) word(t)en. De toelatingscommissie bestaat uit drie personen, een bewoner, een nietwonend lid en een bestuurslid van de woongroep. Voor een vrijgekomen huurappartement geldt dat de woongroep een voordracht van een nieuwe huurder aan de SZV kan doen. Wanneer een koopappartement vrij komt, is notarieel vastgelegd dat aan de hand van een taxatie de koopprijs vastgesteld wordt en dat de woongroep vervolgens een half jaar de tijd krijgt een koper te zoeken.
BASISGEGEVENS Aantal woningen 25 appartementen; 6 koop en 19 huur waarvan 4
bouw gestart en in april 2003 zijn de woningen opgeleverd. Een projectleider, ingehuurd door de woningcorporatie SVZ, heeft de bouw begeleid en in goed overleg met de initiatiefgroep zijn bijna alle woonwensen ingewilligd.
onder de huursubsidiegrens. Woonoppervlakte 2
100 m of meer Huurprijzen € 425 - € 510 (2003) Koopprijzen € 202.000,- - € 225.000,(2003) Realisatie Stichting Volkshuisvesting Zevenaar, Zevenaar.
8
Het project Het complex, uitgevoerd in hoogbouw, bestaat uit zes koop- en negentien huurappartementen van 100 m2 of meer. De 25 woningen zijn ruim bemeten en het gebouw heeft een luxe uitstraling, waarmee het complex ook een grote toekomstwaarde heeft. Ieder appartement heeft drie of vier kamers met een ruim balkon of terras. Eén appartement, Het Poortje genaamd, wordt als gemeenschappelijke ruimte voor de gezamenlijke activiteiten gebruikt. Onder het complex ligt een parkeergarage die gedeeld wordt met een naastgelegen flatgebouw met koopappartementen dat ook door SVZ gebouwd is. Hierdoor en door aan de woongroep behalve huurappartementen ook een zestal appartementen te koop aan te bieden, was het totale project voor SVZ financieel haalbaar. Zelfs is er nog een aantal appartementen met een huur onder de huursubsidiegrens.
Zelfbeheer en nabuurschap
Bewoner(s) aan het woord Mevrouw Burgers en mevrouw Busser, bestuursleden van de woongroep, zeggen dat de woongroep nog te kort samen woont om een duidelijk profiel hebben. Men kijkt de kat nog wat uit de boom. Aan teambuilding en ondersteuning bij het groepsproces is, voordat zij hier gingen wonen, geen aandacht besteed en dat is jammer. Maar door de contacten tijdens de bouw kenden zij iedereen gelukkig al wel en voelden zij zich daardoor tijdens de verhuizing hierheen niet vreemd; zij konden zonodig een beroep op medebewoners doen en dat was prettig. Ze zijn nu bezig ‘het wonen in gezamenlijkheid met respect voor ieders leefstijl’ vorm te geven en huisregels op te stellen. Contacten met de buurt worden langzaam opgebouwd. Van verschillen tussen de huurders en kopers merken ze in de dagelijkse omgang niets. Er is een vereniging van eigenaren waarin de woningstichting en de eigenaren van de koopappartementen lid zijn. Op deze wijze hebben de kopers meer rechtstreekse invloed op wat er in het complex gaat gebeuren dan de huurders. Maar dat levert vooralsnog geen problemen op.
De visie van Stichting Volkshuisvesting Zevenaar Zeer tevreden en enthousiast is de heer P. Lentjes, hoofd verhuur- en bewonerszaken van de Stichting Volkshuisvesting Zevenaar (SVZ), over het complex De Steegse Poort. Zowel de woongroep als de corporatie streefden bij het complex naar een hoge kwaliteit en dat is zeker gelukt.
De Woongroep 50+ had aan het begin van het project al aangegeven dat er mensen in hun midden waren die wilden huren en mensen die wilden kopen. Daarnaast was het gezien de samenstelling van de groep gewenst om ook enkele drie-kamerappartementen te realiseren waarvan de huur onder de huursubsidiegrens bleef. De combinatie van
SVZ raakte bij het project betrokken doordat de vereniging Woongroep 50+ hen benaderde met het verzoek of zij voor de woongroep een project wilde realiseren. SVZ was en is zeer actief op het gebied van ouderenhuisvesting, maar had geen ervaring met woongroepen voor ouderen. Daarom vond de corporatie het een interessant project. Het overleg met de woongroep over het project verliep soepel. Belangrijk knelpunt in de startfase was de locatie. De woongroep prefereerde een plek in het centrum van Zevenaar, maar die was niet beschikbaar. Uiteindelijk is het complex gerealiseerd op een locatie waar SVZ ging herstructureren.
huren en kopen in één gebouw is voortgekomen uit deze wensen van de woongroep. Deze combinatie functioneert goed. Wel is duidelijke informatie nodig, bijvoorbeeld om aan de kopers duidelijk te maken waarom zij wel voor onderhoud betalen terwijl het bij de huurders in de huurprijs is inbegrepen. Omgekeerd moest aan de huurders uitgelegd worden, waarom zij niet vertegenwoordigd waren in de vereniging van eigenaren en de kopers wel.
De woonvorm, zelfstandige woningen en een gemeenschappelijke ruimte waar activiteiten ontplooid worden, maakt het mogelijk in het complex te wonen op de door de woongroep gewenste wijze. De woongroep moet nu zelf verder invulling geven aan deze wijze van wonen. De heer Lentjes spreekt van de ‘pannetje soepbenadering’: bewoners helpen elkaar waar nodig (brengen een pannetje soep) maar het onderling contact en de onderlinge hulp zijn niet verplichtend.
9
Groepswonen van ouderen in Gelderland
De Steegse Poort is zo succesvol dat er meer initiatieven voor groepswonen voor ouderen zijn. Dit heeft echter nog niet geleid tot concrete projecten. Het grote probleem is het vinden van een geschikte locatie. SVZ is erg positief over De Steegse Poort en zal, als een woongroep hen benadert met een initiatief en er is een locatie beschikbaar, graag haar medewerking verlenen aan het realiseren van een volgend project.
Ermelo, woongroep De Vijverhof In maart 1997 is op initiatief van de gemeente Ermelo, de Woningstichting De Groene Zoom en Stichting Welzijn Ouderen een voorlichtingsavond georganiseerd over hun plannen om een woongroep van ouderen in Ermelo te realiseren. Daar kwamen 100-150 belangstellenden op af. Een aantal enthousiaste mensen heeft vervolgens een initiatiefgroep gevormd. Deze initiatiefgroep heeft een vereniging met een bestuur opgericht om zo een gelijkwaardige gesprekspartner te zijn van de gemeente, woningstichting en architect. Vanaf de aanvangsfase van het project is daardoor rekening gehouden met de woonwensen van de initiatiefgroep. Vanaf het begin is het groepsproces begeleid door de Stichting Welzijn Ouderen. De start van de bouw was in september 1999. Het complex werd in februari 2001 opgeleverd. Door de bijzondere constructie van het gebouw en de energiebesparende maatregelen is het complex een paradepaardje van de woningstichting, de gemeente en de bewoners.
groepsproces. Van de woningstichting en van diverse andere fondsen, o.a. Juliana Welzijnsfonds, heeft de woongroep bijdragen ontvangen voor de inrichting van de gemeenschappelijke ruimte en de binnentuin . Rond het dienstencentrum De Baanveger, dat tegenover de woongroep staat, wordt binnenkort een woonzorgzone ontwikkeld, waar behalve thuiszorg ook andere diensten aangeboden worden. Hier kan de woongroep desgewenst gebruik van maken. De woongroep Door de aanstaande bewoners tijdens het bouwproces een taak te geven en te laten meedenken, was de motivatie groot en werd de groep steeds hechter. Het karakter van de woongroep laat zich het beste omschrijven als vriendelijk en solidair. Naast de koffieochtenden en een wekelijkse gezamenlijke borrel is er twee à drie keer per jaar een culturele avond die de bewoners zelf organiseren. Ook wordt er enige keren per jaar gezamenlijk gegeten.
BASISGEGEVENS Aantal woningen 30 huurwoningen, waarvan 20 met een huur onder de huur-
Het project Het gebouw bestaat uit drie woonlagen met vijf typen woningen rond een gemeenschappelijke binnentuin (atrium) waar de voordeur van iedere woning op uitkomt. De dertig driekamerappartementen hebben een tuin of een balkon.
subsidiegrens Woonoppervlakte 2
76 – 88 m
Huurprijzen € 400 - € 600 (2003) Realisatie Woningstichting De Groene Zoom, Ermelo
In eerste instantie was één van de appartementen ingericht als gemeenschappelijke ruimte, maar door intensief gebruik was er geluidsoverlast bij de direct aanliggende appartementen. Een nieuwe ruimte (Het Praathuis) is later aan de noordzijde van het complex aangebouwd en kijkt uit over de kanovijver en peuterspeelzaal. Het Praathuis heeft een centrale rol in het groepswonen. Het is de plek waar bewoners bij elkaar komen voor culturele activiteiten, bijeenkomsten of gewoon voor een praatje of de krant. Bewoners kunnen er ook gebruik van maken voor bijvoorbeeld een verjaardag of een jubileum. Van de gemeente Ermelo kreeg de woongroep een aanmoedigingssubsidie voor de begeleiding van het
10
Zelfbeheer en nabuurschap
Toewijzing Geïnteresseerden in een woning in het complex moeten voldoen aan de criteria zoals gesteld in de gemeentelijke huisvestingsverordening. Als zij daaraan voldoen, worden de gegevens doorgestuurd naar de toelatingscommissie van de Vijverhof. Die gaat in gesprek met potentiële bewoners en doet vervolgens verslag in een bewonersvergadering. Indien een belangstellende wordt toegelaten, komt hij of zij op de lijst van aspirantleden. Deze wonen een aantal bewonersvergaderingen en activiteiten bij om zo de sfeer van de groep te kunnen proeven. Een vrijkomende woning wordt gepubliceerd in de woonkrant. In principe kan iedereen daarop reageren, maar aspirantleden krijgen voorrang. Zij moeten echter wel op de advertentie reageren. Op de wachtlijst staan (oktober 2004) 5 aspirantleden. Contacten met de buurt Tweejaarlijks is er een recreatiemarkt waar buurtbewoners van harte welkom zijn. De opbrengst gaat deels naar een charitatieve instelling zoals het Hospice in Ermelo. Ook met het naastgelegen kinderdagverblijf zijn warme banden. Zo zijn er een voorleesoma en een knutselopa uit de woongroep.
Bewoner(s) aan het woord De heer Joop Artz, bewoner en bestuurslid van woongroep de Vijverhof vertelt dat men elkaar door de gezamenlijke activiteiten steeds beter leert kennen en zo makkelijker bij elkaar binnen loopt. De meeste bewoners kenden elkaar al omdat het bijna allemaal Ermeloërs zijn die actief zijn in het verenigingsleven. De bewoners staan ‘breed’ voor elkaar, je mag hulp vragen. Het is echter niet de bedoeling dat de hulp van de thuiszorg wordt overgenomen. De groep wordt ouder en dat baart hem wel zorgen. Daarom zoeken ze voor de wachtlijst aspirantbewoners in de leeftijd van 55 tot 68 jaar.
Mevrouw Korteweg en mevrouw Kok vertellen dat het erg gezellig is om op deze manier te wonen. ‘Iedereen woont hier apart en is privé helemaal vrij. Als je ergens geen zin in hebt, dan hoeft het niet, alles is vrijblijvend. Verder helpt iedereen elkaar. Wanneer het echt nodig is, wordt de thuiszorg of familie ingeschakeld. De Activiteitencommissie organiseert veel. Als er iets bijzonders is, zoals een jubileum of een 80-jarige, dan vieren we dat en zorgen we natuurlijk voor een bloemetje. Het Atrium, Het Praathuis en de galerijen maken we gemeenschappelijk schoon.’
De visie van Woningstichting De Groene Zoom De heer A. van ’t Hoff, directeur van woningstichting De Groene Zoom in Ermelo, vindt groepswonen van ouderen één van de mooiste woonvormen om in oud te worden. En wel omdat volgens hem het samenwonen je geestelijk en lichamelijk fit houdt. Je doet gezamenlijk dingen die je alleen niet meer zou opbrengen. Je stimuleert elkaar. Niets moet, maar je wordt wel verleid om mee te doen! Samen met de Stichting Welzijn Ouderen Ermelo (SWOE) en de gemeente ging De Groene Zoom op gesprek bij de Landelijke Vereniging van Groepswonen voor Ouderen om de mogelijkheden voor het opzetten van een groepswonenproject in Ermelo te bekijken. Het was niet gebruikelijk dat op deze manier een initiatief genomen werd. Normaal gesproken komen initiatieven vanuit de ouderen. Toch besloten alle partijen door te zetten en een bijeenkomst te organiseren voor senioren in en rondom Ermelo. De bijeenkomst was een succes. Een aantal deelnemers gaf aan daadwerkelijk geïnteresseerd te zijn. Dit was de eerste aanzet naar de uiteindelijke woongroep. Het groepsproces is professioneel begeleid door de SWOE. De gemeente was bereid een locatie te leveren. Nadat er een initiatiefgroep was gevormd, heeft de woningcorporatie gevraagd welke wensen en ideeën 11
Groepswonen van ouderen in Gelderland
er bij de groep leefde. Dat was voor de corporatie wel even ‘omdenken’ en een andere manier van werken dan gebruikelijk, aldus Van ‘t Hoff. Toch vond hij het belangrijk om de initiatiefgroep het vertrouwen te geven en samen aan het realiseren van de woongroep van ouderen te werken. De initiatiefgroep kwam overigens met zeer bruikbare woonwensen en ideeën en bleek niet te overvragen! Een van de hobbels die genomen moest worden, was de bouwvergunning. Het eerste ontwerp, ontwikkeld met inspraak van de aankomende bewoners, stuitte op nogal wat verzet van buurtbewoners. Onder leiding van de architect is vervolgens een bijeenkomst georganiseerd voor buurtbewoners en de toekomstige bewoners van de Vijverhof om gezamenlijk tot een oplossing te komen. Dit resulteerde in een aangepast ontwerp. Natuurlijk kost een dergelijk project een woningcorporatie meer tijd en geld, maar een woning-corporatie is tegenwoordig niet alleen meer een verhuurder van woningen. Met de gemeente maken zij afspraken over wonen én zorg. Met diverse partijen denken zij thans na over het maken van woonzorgzones en zorgsteunpunten.
Culemborg, woongroep Kwartel Het initiatief voor een woongroep startte in 1994. Sinds begin 1999 werkten de elf initiatiefnemers aan de realisatie van de woongroep in de ecologische woonwijk Eva-Lanxmeer in Culemborg. In november 2002 is de eerste paal geslagen voor het woonproject. Eind 2003 zijn de woningen opgeleverd.
BASISGEGEVENS Aantal woningen 24 koopwoningen Woonoppervlakte: 2
van 70 tot 160 m Koopprijs € 177.000,- -
€ 355.000,- (eind 2003). In deze koopsom zit ook een aandeel voor de gemeenschappelijke ruimten.
Het project is een mooi voorbeeld van collectief opdrachtgeverschap. Voor dat doel is de vereniging ‘Ontwikkelingsproject woongroep Kwartel’ opgericht. Deze vereniging behartigde de belangen van de leden, maar sloot zelf geen contracten af met bijvoorbeeld de architect of de aannemer. Daarvoor was van ieder lid een handtekening nodig. In die zin was ieder lid afzonderlijk opdrachtgever voor zijn woning en voor een deel van de gemeenschappelijke ruimten. De organisatie en planning om het gebouw te realiseren waren een collectieve aangelegenheid. De vereniging bundelde de individuele wensen en legde die neer bij aangetrokken deskundigen. Tot en met het definitief ontwerp heeft de bewonersgroep het proces zelf gemanaged met de voor de voorbereiding noodzakelijke adviseurs. Tijdens de bouw voerde zij zelf de directie.
Realisatie Woongroep Kwartel
Bij de voorbereiding van de bouw en de daarop volgende fases is een projectmanager aangetrokken van De Principaal, een projectontwikkelaar uit Amsterdam,
die tevens als achtervang fungeerde voor de op dat moment nog niet verkochte woningen. De Principaal heeft de onverkochte woningen voorgefinancierd. Met de Principaal was afgesproken dat de woongroep na oplevering van de woningen nog twee maanden de tijd had om zelf kopers te zoeken voor de nog niet verkochte woningen, daarna mocht de projectontwikkelaar zelf kopers leveren. De woningen waren echter voor de oplevering allemaal verkocht. Het project Het wooncomplex bestaat uit drie woonlagen met vijf verschillende typen woningen. Rondom is een gemeenschappelijke tuin. De begane grond woningen hebben een kleine privé tuin. De 24 driekamerappartementen
12
Zelfbeheer en nabuurschap
hebben een terras of een groot balkon. De architect heeft in zijn ontwerp rekening gehouden met privacy en gemeenschappelijkheid. Zo ontmoeten de twee woonvleugels elkaar in het gemeenschappelijke deel met een ruim terras dat uitziet op de tuin. De gemeenschappelijke ruimten bestaan uit een grote gemeenschapsruimte, wasserette, fietsenberging met werkplaats en een logeerkamer. De woningen voldoen aan vergaande milieueisen. Het complex heeft een Lage Temperatuur Verwarmingssysteem. Alle woningen zijn zo gebouwd dat er veel zon binnenkomt. Het project ligt aan een doodlopende weg vlakbij het station. Het grenst aan een boomgaard en ligt voor een deel in een waterwingebied, waardoor er niet geheid mocht worden. De fundering is van schuimbeton, waardoor houtskeletbouw noodzakelijk was. Bewoner(s) aan het woord ‘Doordat de woongroep zelf opdrachtgever was, waren wij van meet af aan nauw betrokken bij het hele bouwproces’, vertelt mevrouw Delgorge, één van de bewoners van de woongroep en voormalig lid van het bouwteam. Besluiten werden genomen in maandelijkse ledenvergaderingen. Voorbereiding van de besluiten vond plaats in verschillende werkgroepen met veel zelfstandigheid. Privacy staat in de woongroep bovenaan. ‘We overlopen elkaar niet, maar weten elkaar te vinden. We proberen te profiteren van elkaars kwaliteiten’. Voordeel van zo samenwonen is dat even een praatje maken minder moeite kost. Eigenlijk moet je vief en nog niet te oud zijn om een inbreng te kunnen hebben bij het opzetten van een woongroep en om nog daadwerkelijk veel plezier van zo’n project te hebben, vindt mevrouw Delgorge. In de statuten van de Vereniging van Eigenaren is een clausule opgenomen dat men lid moet zijn van de bewonersvereniging Kwartel om een woning in het project te kunnen kopen. Naast de gemeenschappelijkheid van de woongroep is er de gemeenschappelijkheid van de wijk. Het is een ecologische wijk met een bewonersorganisatie die de groenvoorziening van de wijk beheert. Daardoor zijn er dwarsverbanden door de wijk. Het lidmaatschap van deze bewonersorganisatie is verplicht.
De visie van de provincie Gelderland
De Kwartel is een goed voorbeeld van wat de provincie Gelderland beoogt met het stimuleren van particulier opdrachtgeverschap en groepswonen van ouderen, zo vindt de heer C. van Gulyk, coördinator woonbeleid van de provincie Gelderland. De provincie streeft naar een gedifferentieerd woningaanbod, dat past bij de woonwensen van de bewoners. Dat is onder meer te bereiken als bewoners meer zeggenschap hebben over hun eigen woonsituatie. De meest directe vorm van zeggenschap is particulier opdrachtgeverschap, waarbij de bewoner zelf opdrachtgever is voor de realisatie van zijn woning. Gelderland heeft een ruime ervaring met particulier opdrachtgeverschap in de traditionele vorm van kaveluitgifte en zelfbouw. De provincie wil graag andere vormen van particulier opdrachtgeverschap bevorderen, zoals collectief particulier opdrachtgeverschap in meer stedelijke locaties. Het project in Culemborg laat zien wat het sterke is van collectief particulier opdrachtgeverschap. Doordat bewoners vanaf het begin intensief zijn betrokken bij de ontwikkeling van het complex is een wooncomplex ontstaan dat geheel is afgestemd op de wensen van de bewoners en dat in hun ogen een optimale prijs-kwaliteitverhouding heeft. De intensieve samenwerking in de voorbereiding leidt van het begin af aan tot een goede sociale cohesie. Door de persoonlijke betrokkenheid bij het eindresultaat is een hoog kwaliteitsniveau bereikt met in dit geval bijvoorbeeld bijzondere resultaten op het gebied van duurzaamheid.
13
Groepswonen van ouderen in Gelderland
Dit project is daarnaast een goed voorbeeld van collectief particulier opdrachtgeverschap door de wijze waarop bewoners het project hebben opgezet. Ook al bleek dit achteraf niet nodig, door De Principaal als achtervang te gebruiken werden de risico’s beperkt. Groepswonen van ouderen in deze vorm van particulier opdrachtgeverschap bereikt in de visie van Van Gulyk een aantal doelen in één. Het leidt tot een perfecte afstemming van het aanbod op de woonwensen, een groter aanbod aan levensloopbestendige woningen en het zorgt voor differentiatie in het aanbod van woningen voor ouderen. Als gemeenten dergelijke projecten willen stimuleren is het van belang om vroegtijdig bij het ontwikkelen van locaties rekening te houden met groepswonen en particulier opdrachtgeverschap. Dan kunnen er tijdig afspraken worden gemaakt, bijvoorbeeld met de ontwikkelaar van de locatie. Ook is het verstandig om binnen de eigen gemeentelijke organisatie iemand aan te stellen die als centraal aanspreekpunt voor het project kan fungeren. Dat voorkomt dat initiatiefnemers de weg kwijt raken in het gemeentelijk apparaat. In het kader van het Kwalitatief Woonprogramma heeft de provincie afspraken gemaakt met gemeenten over het stimuleren van projecten met particulier opdrachtgeverschap en het vergroten van het aanbod aan levensloopbestendige woningen.
Renkum, woongroep Le Maitrehof Het zoeken naar mogelijkheden voor een woongroepproject voor ouderen is ontstaan in de tijd dat de provincie aan verzorgingshuizen een reductie van het aantal bedden oplegde. De gemeente Renkum ging daarom samen met de Stichting Welzijn Ouderen op zoek naar alternatieve woonvormen voor ouderen. In 1997 is de Stichting Groepswonen voor Ouderen Renkum (GVOR) opgericht. Inderdaad, groepswonen voor ouderen en niet van ouderen, want het bestuur van de Stichting GVOR staat buiten het project. Geen van de bestuursleden woont zelf in de woongroep, zoals bij dergelijke projecten doorgaans het geval is. Het bestuur vindt dat een voordeel omdat hierdoor objectiviteit en neutraliteit gewaarborgd zijn. Door de medewerking van de gemeente is een goede locatie midden in het dorp gevonden. Woningbeheer Renkum (thans Vivare) zorgde voor de ontwikkeling van de appartementen en de gemeenschappelijke ruimte. GVOR had inspraak in de indeling van de woningen en de gemeenschappelijke ruimte, de aspirantbewoners niet.
BASISGEGEVENS Aantal woningen 24 huurwoningen met een huur onder de huursubsidiegrens Woonoppervlakte 2
86 m
Huurprijzen € 355 inclusief servicekosten (2003) Realisatie Woningstichting Vivare, Arnhem
Toen het complex bijna klaar was, is GVOR via persberichten en de woonkrant van Vivare gaan peilen wie er belangstelling voor dit woongroepproject had. Zouden de ideeën van GVOR daadwerkelijk aanslaan bij de ouderen in Renkum? Het bleek een overweldigend succes. Op de eerste voorlichtingsavond kwamen maar liefst 160 belangstellenden! Omdat het complex bedoeld was voor huurders die voldeden aan de inkomenseisen van de woningtoewijzing, vielen direct weer veel gegadigden af. Tijdens de bouw vond de verdere selectie door GVOR plaats. De toekomstige bewoners mochten hun voorkeur voor twee woningen schriftelijk aangeven. Uiteindelijk besliste Vivare over de indeling. Voordeel van deze procedure is, in de visie van het GVOR-bestuur, dat de aanstaande bewoners ook daadwerkelijk binnen afzienbare tijd kunnen gaan wonen en dat het bouwproces geen vertraging oploopt door inspraak van de aspirantbewoners. Het project Het complex telt deels twee en deels drie woonlagen en bestaat uit 24 huurappartementen, een gemeenschappelijke ruimte met grote keuken en een tuin. GVOR heeft met behulp van plaatselijke sponsors de gemeenschappelijke ruimte ingericht. Iedere woning heeft drie kamers en een terras of balkon. De woongroep GVOR heeft de groepsvorming gestimuleerd, o.a. door nieuwe bewonersgroep een dag bij elkaar te brengen. Op deze dag konden mensen aangeven welke activiteit hun voorkeur had, bijvoorbeeld het onderhouden van de tuin, de inkoop van de proviand, de inrichting van de gemeenschappelijke ruimte of het organiseren van
14
Zelfbeheer en nabuurschap
gezamenlijke activiteiten. Per activiteit werd men vervolgens bij elkaar gezet om te bespreken hoe men dit wilde aanpakken. Zo zijn er toen al een aantal commissies voor de woongroep gevormd. Op het moment van verhuizen waren de bewoners goed geïnformeerd en voorbereid op wat er op hen afkwam. Toewijzing Om in aanmerking te komen voor de woongroep moesten belangstellenden aan de regels van het regionale woonruimteverdeelsysteem voldoen. Vivare controleerde allereerst de inkomensgrens en woonduur. Daarna kreeg GVOR een lijst met circa 35 gegadigden. Aansluitend zijn met deze mensen gesprekken gevoerd. Bij het voeren van de gesprekken en de selectie van bewoners kreeg GVOR deskundige ondersteuning. Van te voren was afgesproken dat twee categorieën ouderen in aanmerking voor de woongroep kwamen, namelijk actieve senioren die graag met de medemens bezig zijn, en ouderen die dreigden te vereenzamen en daarom de geborgenheid van een woongroep zochten. Bij de samenstelling is goed gekeken naar de leeftijdsopbouw, de man-vrouw-verhouding en naar het aantal echtparen en alleenstaanden. De eerste groep bewoners bestond uit een derde deel 55-65 jarigen, een derde deel 65-75 jaar en een derde deel 75 jaar en ouder. Vivare is wettelijk verplicht in de (woon)krant aan te geven dat er in de woongroep een woning vrij komt. Afgesproken is dat Vivare daarbij een artikel plaatst over wat groepswonen betekent en waar de voorkeur van de woongroep naar uit gaat. De woningcorporatie toetst vervolgens of belangstellenden aan de eisen voldoen; zo ja dan geeft Vivare hun gegevens door aan GVOR. Deze selecteert op grond van de wensen van de woongroep en doet daarna een voorstel aan Vivare die de eindbeslissing neemt. Er is dus geen wachtlijst. Elk kwartaal bespreekt het bestuur van GVOR met een vertegenwoordiger van Vivare en van de bewonerscommissie van de Le Maitrehof lopende zaken en nieuwe ontwikkelingen. De taak van GVOR is dus niet afgelopen. GVOR blijft verantwoordelijk voor de bewonersselectie en heeft in geval van conflictsituaties een bemiddelende functie. Uiteraard moeten bewoners conflicten in eerste instantie zelf oplossen of met hulp van hun eigen bewonerscommissie. Als dat niet lukt, kan men GVOR inschakelen. Omdat het bestuur van GVOR niet in de Le Maitrehof woont, kan zij een zaak neutraal en op afstand beoordelen.
Contacten met de buurt Voor de kinderen uit de buurt wordt er een Sinterklaasfeest in de gemeenschappelijke ruimte georganiseerd en met Pasen een paaseieren-zoeken-festijn. Verder neemt de woongroep deel aan de vergaderingen over buurtbelangen. Bewoners(s) aan het woord Ongeveer vier jaar draait de woongroep nu naar ieders tevredenheid, zegt de heer J. Spieker, bewoner en voorzitter van de bewonerscommissie van de Le Maitrehof. Spieker is blij dat de woongroep niet zelf over de toelating hoeft te beslissen. Als het nu onverhoopt fout gaat, kan niemand in de woongroep erop aangekeken worden dat hij/zij verkeerd heeft geselecteerd. En GVOR bemiddelt bij eventuele conflictsituaties. Gelukkig is dat nog weinig nodig geweest. Van de eerste groep bewoners is niemand vertrokken. Helaas waren er de afgelo
pen jaren wel drie sterfgevallen. Eén terminale patiënt is met professionele thuiszorg door de woongroep vrijwillig tot het moment van overlijden begeleid. Geen enkele gemeenschappelijke activiteit is verplicht. Maar de gemeenschappelijke activiteiten geven wel een gevoel van saamhorigheid en gezelligheid. ‘We zijn er voor elkaar en weten dat we niet meer alleen zijn. Dat geeft rust en een gevoel van veiligheid,’ aldus Spieker. ‘En wij houden wel mensen uit de zorg. Daar hoeft hier niemand zich voor op de borst te kloppen want het kost weinig moeite. We doen niets meer dan een beetje aandacht geven en het gevoel dat je in de groep bent opgenomen. Maar dat is wel heel belangrijk. Huisartsen hebben ons laten weten dat zij patiënten die geïsoleerd dreigden te raken, in de woongroep weer actief zagen worden.’
De visie van Woningstichting Vivare De heer de Gier, manager Strategie en Marketing bij woningstichting Vivare, ziet groepswonen van ouderen als een duurzaam woonconcept. Het voldoet aan de meest elementaire behoeften van de mens: (buren)hulp, sociale contacten, gezelligheid, betrokkenheid, geven om elkaar, geborgenheid en veiligheid.
• Beheerovereenkomst van Vivare met GVOR over de woonruimteverdeling, selectie en groepsvorming en de exploitatie van de gemeenschappelijke ruimte, inclusief de toewijzingsovereenkomst • Huurovereenkomst van Vivare met de huurder over de huur inclusief de gemeenschappelijke ruimten.
Vivare profileert zich op het gebied van ouderen, wonen, welzijn en zorg. Met het concept van woonzorgzones als uitgangspunt. Binnen dit concept zoekt Vivare met lokale partners op het terrein van zorg en welzijn samenwerking om projecten te ontwikkelen en uit te voeren. In deze woonzorg-concepten hoort ook de woongroep van ouderen. Het is immers een zelfstandige woonvorm voor ouderen met bijna gegarandeerde mantelzorg door de leeftijdsdifferentiatie!
De Gier ziet de regels van het woonruimteverdeelsysteem als een obstakel. De woonduur is een belangrijk selectiecriterium voor woningzoekenden om een woning te bemachtigen. Gevaar van dit selectiecriterium is dat dan alleen hoogbejaarde inwoners van Renkum in aanmerking voor de woongroep zouden komen omdat zij al heel lang in hun huidige woning wonen. Dit staat haaks op het streven naar een gemêleerde leeftijdsopbouw in de woongroep zodat men elkaar desgewenst kan helpen en ondersteunen.
Bij de start van het project in Renkum was onduidelijk hoeveel ouderen er behoefte hadden aan een woongroep van ouderen en hoe de toekomstige bewoners te selecteren om er een echt groepswonen project van te maken. Voorkomen moest worden dat er ouderen in zouden komen die daar uitsluitend voor de mooie locatie wilden wonen. Bovendien was men gebonden aan afspraken over de woonruimteverdeling in regio en gemeente. Er zijn toen verschillende overeenkomsten opgesteld:
Woonbehoefte-onderzoek in de gemeente Renkum (2003) wijst volgens manager De Gier uit dat van de ouderen boven de 65 jaar 17% in een project groepswonen van ouderen is geïnteresseerd. De belangstelling is aanzienlijk groter in de leeftijdsgroep 55-65 jaar. Daarom wil Vivare het groepswonen van ouderen waar mogelijk stimuleren en faciliteren. Maar daarbij wel inspelen op initiatieven van ouderen zelf of van een signalerende organisatie als de Stichting Welzijn Ouderen.
15
Groepswonen van ouderen in Gelderland
Nijmegen, woongroep Non Solus In 2001 heeft de woningstichting Standvast Wonen in Nijmegen vijf woontorens in de wijk Tolhuis gerenoveerd. Deze flats zijn in de jaren zeventig gebouwd en waren toe aan een intensieve opknapbeurt. Door de beperkte grootte van de woningen (50-60 m2) was de mutatiegraad hoog, waardoor er weinig sociale samenhang was. Om de positie van deze flats op de woningmarkt te verbeteren, heeft de woningcorporatie besloten om twee flats geschikt te maken voor de huisvesting van ouderen. Deze twee flats zijn ingrijpend verbouwd. Zeven wooneenheden per etage werden er vijf. Liften zijn vernieuwd en vergroot om vervoer per brancard mogelijk te maken. Ook zijn de woningen geschikt gemaakt voor rolstoelgebruikers; drempels verwijderd, handgrepen en aangepast sanitair aangebracht evenals een videofoon. Eén van deze te renoveren flats is toegewezen aan een woongroep van ouderen van de vereniging PaWo (Projectgroep Andere Woonvormen van Ouderen).
BASISGEGEVENS Aantal woningen 30 huur appartementen, 24 daarvan hebben een huur onder de huursubsidiegrens Woonoppervlakte
Het project Het complex bestaat uit zeven woonlagen met vier typen woningen. Op een paar uitzonderingen na zijn er per verdieping vijf woningen. Eén woning met een 2 gebruiksoppervlakte van circa 78 m , de overige vier 2 variërend van 82 tot 92 m . Op de begane grond is een gemeenschappelijke ruimte. Alle woningen zijn huurwoningen. Aanvankelijk was ook koop met een terugkoopgarantie een optie, maar vanwege mogelijke fiscale problemen hebben de twee kopers hiervan afgezien. Op 1 april 2001 startte de verbouwing. Negen maanden later kon de woongroep het complex betrekken.
2
78-92 m
Gemiddelde huur € 450,Realisatie woningstichting Standvast wonen, Nijmegen
16
In afwijking van de andere vier te renoveren flats werd vooraf tussen de woningstichting en PaWo/de woongroep in oprichting afgesproken dat de huurprijs van het merendeel van de woningen onder de huursubsidiegrens zou blijven. En er is vooraf overeengekomen dat de kosten van de gemeenschappelijke ruimte in de bouwkosten zouden worden meegenomen, zodat daar
Zelfbeheer en nabuurschap
geen (aparte) huur voor betaald hoeft te worden. Een klein gedeelte van de bouwkosten van de gemeenschappelijke ruimte is gefinancierd met subsidies van gemeente en provincie. Toewijzing In overleg met het bestuur van de woongroep in oprichting verzorgde de PaWo de toewijzing van de woningen in de flat en lette daarbij goed op een evenwichtige leeftijdsopbouw van de woongroep (een derde deel 5462 jaar, een derde deel 62- 70 jaar en een derde deel
boven de 70 jaar). Woningstichting Eigen Haard en woongroep Non Solus hebben een beheerovereenkomst gesloten. Die regelt onder andere het toewijzen van de woningen aan de aspirantleden en het beheer van de gemeenschappelijke ruimte. Bewoner(s) aan het woord Ondanks het feit dat de mensen helemaal zelfstandig wonen, is er sprake van een verhoogde betrokkenheid, aldus mevrouw H. Bauer, één van de initiatiefnemers. Na twee jaar wonen heeft de woongroep gestalte gekregen. ‘Wij hebben het goed met elkaar, maar willen wel ons eigen leven kunnen leiden’. De woongroep werkt volledig zelfstandig en kan desgewenst de PaWo om advies vragen. Er zijn commissies opgericht, zodat er meer leden van de woongroep bij beleid en uitvoering zijn betrokken.
De visie van de Projectgroep Andere Woonvormen van Ouderen Woonvormen voor Ouderen
In 1987 is vanuit de Stichting Welzijn Ouderen in Nijmegen de Projectgroep Andere Woonvormen van Ouderen (PaWo) gestart. In 1991 is deze groep met een subsidie van de gemeente verzelfstandigd en omgezet in een vereniging. De PaWo bevordert het groepswonen van ouderen en informeert haar leden door middel van nieuwsbrieven over de stand van zaken rond de projecten. De vereniging heeft een lijst met belangstellenden voor een groepswoonproject. Leden die zich aanmelden bij de PaWo krijgen, om teleurstellingen te voorkomen, ruim de gelegenheid om kennis te maken met deze vorm van wonen. Bijvoorbeeld door een cursus groepswonen die eraan bijdraagt dat mensen een bewuste keuze maken, vertelt de heer J. van den Broek, voorzitter van de projectgroep.
PaWo benaderd om een woonproject voor ouderen te realiseren in één van de vijf te renoveren woontorens in de wijk. De PaWo informeerde vervolgens haar leden met nieuwsbrieven over het project en nodigde belangstellenden uit voor informatiebijeenkomsten.
De PaWo zoekt bouwlocaties, start woongroepprojecten of geeft een aanzet daartoe. Als er een concreet project in zicht is, draagt de PaWo uit haar ledenbestand een potentiële woongroep of een aantal belangstellenden voor. Deze mensen zijn vervolgens gesprekspartner voor de verdere ontwikkeling van het woonproject. De PaWo biedt hen ondersteuning tot het moment dat de woongroep daadwerkelijk kan gaan wonen.
Met vertegenwoordigers van de woongroep in oprichting nam de PaWo vervolgens deel aan het bouwteam dat plannen maakte, en voorzag deze plannen van een kritische noot. Soms leidde dit tot ingrijpende wijzigingen, zoals bij de gemeenschappelijke ruimte die aanvankelijk op het dak was gepland. ‘Wie gaat er nu op het dak zitten, het moet toch een ruimte zijn waar men gemakkelijk binnenloopt om elkaar te ontmoeten’. De PaWo had samen met de woongroep in oprichting een waardevolle inbreng bij de ontwikkeling van de woonvoorziening de woongroep. De woningstichting was enthousiast over de samenwerking.
Uit een onderzoek uit 1996/97 naar toekomstige woonmogelijkheden voor ouderen bleek dat ouderen in de wijk Tolhuis graag in de wijk willen blijven wonen, maar dat er voor hen te weinig geschikte woningen zijn. Woningstichting Standvast Wonen heeft daarom in 1998 via de gemeente de vereniging
17
Groepswonen van ouderen in Gelderland
Tussen de woningstichting, het architectenbureau, een vertegenwoordiger van de PaWo en de toekomstige bewoners zijn daarna intensieve contacten ontstaan waarin de mogelijkheden voor het herindelen van de bestaande flat werden besproken. Naast renovatie aan de binnen- en buitenkant van de flat is toen ook afgesproken dat de omgeving van het gebouw met een gemeentelijke subsidie rigoureus gewijzigd zou worden.
10 tips Groepswonen van ouderen is een goede vorm van ouderenhuisvesting. Niet voor iedereen, maar wel voor een steeds groeiende groep. In Gelderland is een aantal mooie en succesvolle projecten van groepswonen van ouderen gerealiseerd. De projectbeschrijvingen in deze brochure laten dat zien. Echter uit de beschrijvingen komt ook naar voren dat het realiseren van projecten nog de nodige hobbels kent. Aan het slot van deze brochure geeft de provincie Gelderland daarom tien tips voor het succesvol realiseren van een project groepswonen van ouderen.
1
Er is niet één manier van groepswonen van ouderen Wat opvalt in deze brochure is de diversiteit van de beschreven projecten. Projecten met alleen sociale huurwoningen, projecten met een mix van sociale huur, vrije-sector huur en koop, projecten met alleen koopwoningen; projecten in nieuwbouw, projecten in bestaande bouw; projecten in de dorpskern, in een herstructureringswijk, in een nieuwbouwwijk; projecten waar bewoners vanaf het begin de dragende kracht zijn geweest, projecten waar anderen initiatief hebben genomen en bewoners pas later aanschoven. Net zo goed als er niet één soort oudere is, is er niet één soort groepswonen van ouderen. Een project is steeds weer maatwerk, afgestemd op de lokale situatie en de wensen van bewoners.
2
Samenwerking is essentieel Bij het realiseren van een groepswonenproject speelt de samenwerking tussen de initiatiefgroep, gemeente en corporatie een essentiële rol. Naarmate de woongroep zelf meer ruimte krijgt om invloed uit te oefenen op de ontwikkeling en beheer van het complex, is de kans op succes groter. Waar corporaties betrokken zijn bij groepswonenprojecten, moeten deze bewonersgroepen vertrouwen geven en samen met hen werken aan de realisatie van een project. De ervaringen uit deze brochure leren dat bewonersgroepen vaak met zeer bruikbare suggesties komen!
3
Stenen zijn belangrijk, het groepsproces is nog belangrijker Natuurlijk is het uiteindelijke gebouw belangrijk, maar heb ook aandacht voor het groepsproces binnen de woongroep of initiatiefgroep. Op verschillende plaatsen kunnen woongroepen in oprichting geldelijke steun krijgen voor het begeleiden van het groepsproces. Zo krijgt een initiatief 18
Zelfbeheer en nabuurschap
meer kwaliteit. Een woongroep moet ook vanaf het begin werken aan het groepsproces. Een Stichting Welzijn Ouderen kan hierbij ondersteunen. Groepswonen is geen verzorgd wonen Een project groepswonen van ouderen is geen alternatief voor een verzorgingshuis of een andere woonvorm voor mensen die meer intensieve zorg behoeven. Bewoners van een groepswonenproject dienen in principe zelfredzaam te zijn. Bewoners kunnen elkaar helpen, maar bij een langduriger zorgbehoefte blijft de thuiszorg een centrale rol spelen. Om de continuïteit van de groep te waarborgen en de zorgbehoefte binnen de groep te kunnen opvangen, is een evenwichtige leeftijdsopbouw vereist.
4
5
De ontmoetingsruimte staat centraal De ontmoetingsruimte is een centrale voorziening in iedere woongroep. Voor de financiering van de ontmoetingsruimte en de inrichting daarvan zijn weer verschillende constructies denkbaar. Soms zit dit meegerekend in de servicekosten, soms is het verwerkt in de bouwkosten en soms hebben subsidies en fondsen een belangrijke bijdrage geleverd.
6
Activiteiten houden mensen actief De ontmoetingsruimte speelt een essentiële rol bij de gezamenlijke activiteiten van de woongroep. Deze activiteiten zijn bepalend voor de eigen identiteit van de groep. De gezamenlijke activiteiten, die vrijwel overal een niet verplichtend karakter hebben, kunnen variëren van gezamenlijk koffiedrinken tot het organiseren van activiteiten voor de buurt. Door de activiteiten blijven mensen actief en wordt de kans op isolatie en vereenzaming minder. Gezamenlijke activiteiten in de woongroep dragen bij aan het welbevinden van de bewoners.
waaraan de voor te dragen bewoners moeten voldoen. Het is belangrijk om afspraken tussen een woningcorporatie en een woongroep over de woningtoewijzing duidelijk vast te leggen in een beheerovereenkomst.
8
Bij collectief particulier opdrachtgeverschap beperkt een achtervang de risico’s. Collectief particulier opdrachtgeverschap betekent dat de woongroep alles zelf bedenkt en de verantwoordelijkheid, maar ook de risico’s draagt. Ga om deze risico’s te beperken op zoek naar een achtervang (bank, woningcorporatie, projectontwikkelaar) die het risico van de onverkochte woningen overneemt. Van groot belang is dat deze achtervang goed wil luisteren naar de wensen van de woongroep en rekening wil houden met het bijzondere karakter van een woongroep.
9
Met idealisme alleen red je het niet Een van de bewoners verwoordde zijn belangrijkste conclusie aldus ‘Heb niet te hoge verwachtingen, met alleen idealisme red je het niet. Zet je schouders er onder en kijk waar je belandt’. Het realiseren van een groepswonenproject van ouderen is een ingewikkeld proces, waarbij veel verschillende partijen betrokken zijn. De kans dat zich in dat proces tal van hobbels voordoen is groot. Die hobbels kunnen alleen worden genomen als alle partijen op een open en constructieve manier samenwerken met het oog steeds gericht op de daadwerkelijke realisering van het project.
10
7
Woningtoewijzing vraagt om duidelijke afspraken De kracht van een project groepswonen voor ouderen zit in de continuïteit van de groep en de affiniteit van de bewoners met het groepswonen. Omdat het groepswonen voor ouderen daarmee een speciaal project is met een speciale groep, kan er niet zomaar het woonruimteverdeelsysteem op losgelaten worden. Woongroepen of organisaties van woongroepen verdienen invloed op de woningtoewijzing bijvoorbeeld via een voordrachtrecht. Natuurlijk kunnen vanuit de gemeente of de corporatie eisen worden gesteld aan de criteria
Tot slot: wacht niet af, neem initiatief Zoals de groepswonenprojecten sterk kunnen verschillen, kunnen ook de manier waarop het project tot stand komt verschillen. Soms staat een initiatiefgroep van bewoners aan de wieg van een project. Maar het initiatief kan ook liggen bij een corporatie, een gemeente, een Stichting Welzijn Ouderen of een combinatie daarvan, die beginnen met het organiseren van een informatieavond voor belangstellenden. Dat betekent ook dat iedere partij in principe het initiatief kan nemen. U als bewoner hoeft niet af te wachten tot de gemeente een informatieavond organiseert. U als corporatie hoeft niet af te wachten tot een initiatiefgroep bij u op de stoep staat. Als u het belangrijk vindt dat er meer projecten groepswonen van ouderen worden gerealiseerd, neem dan zelf initiatief. U zult zien dat u al spoedig velen aan uw zijde vindt.
Adressen van alle woongroepen in de provincie Gelderland (hierbij is gebruik gemaakt van www. lvgo.nl)
APELDOORN Woongemeenschap Rijnveste Oude Beekbergerweg 265 7333 AZ Apeldoorn (055) 533 36 78
LINGEWAAL Woongroep de Schimmel Schutterij 19 4147 GT Asperen (0345) 61 61 94
A.V.W.O. Pallieterweg 232 7329 HC Apeldoorn (055) 534 77 99
LOCHEM Woongroep Villa Locheym Hoogestraatje 37 7241 AP Lochem (0573) 42 10 43
Woongroep Kerschoten Torricellistraat 16 7316 KT Apeldoorn (055) 541 05 45 Woongemeenschap Ruisend Veld Linie 355 7325 DT Apeldoorn (055) 533 72 16 Woongroep Westerzande Westerzande 2 7312 ZZ Apeldoorn (055) 533 03 66 BARNEVELD Woongroep Voorthuizen Jacob van Ruysdaelstraat 27 3781 XB Voorthuizen (0342) 47 19 38 CULEMBORG Woongroep het Kwarteel Anna Blamanweg 36 4103 WJ Culemborg (0345) 53 07 80 Woongroep Culemborg Weversgildeplaats 33 4105 TV Culemborg (0345) 52 08 01 ERMELO Woongroep Vijverhof Kanoweg 40 3851 DD Ermelo (0341) 55 66 32 HEUMEN Woongroep Oase Jonckherenhof 22A 6581 GD Malden (024) 358 22 77
19
Groepswonen van ouderen in Gelderland
NIJMEGEN Woongroep de Vonk J. De Lestonnacstraat 8 6531 KT Nijmegen (024) 350 02 55 Woongroep de Sprong Keplerstraat 125 6533 DB Nijmegen (024) 355 42 00 Woongroep Non Solus Tolhuis 63-02 6537 SV Nijmegen (024) 344 19 14 RENKUM Woongroep Le Maitrehof Europalaan 7-08 6871 ZA Renkum (0317) 31 54 06 WINTERSWIJK Woongroep den Pollewik Meijerink 32 7101 VW Winterswijk (0543) 51 59 43 ZEVENAAR Woongroep de Steegse Poort Hunneveldweg 16 6903 ZN Zevenaar (0316) 34 26 11
Colofon Meer informatie Programmasecretariaat Ontgroening en Vergrijzing Postbus 9090 6800 GX ARNHEM (026) 359 93 12 www.gelderland.nl/vergrijzing Landelijke Vereniging Groepswonen van Ouderen (LVGO) Korte Elisabethstraat 13 3511 JG UTRECHT (030) 231 82 22 www.lvgo.nl LVGO-afdeling Gelderland Mevr. L. van Beek (055) 522 53 04
Uitgave Provincie Gelderland in samenwerking met LVGO, 2005 Tekst Trix Gooszen, LVGO Redactie Pieter van Haeften, Gerrichhauzen en partners Vormgeving Provincie Gelderland/communicatie Fotografie Dick Brouwers, Arnhem Druk Huisdrukkerij Provincie Gelderland april 2005 tweede druk
20
Zelfbeheer en nabuurschap