Collegevoorstel
Openbaar Onderwerp
Subsidie Plan ‘Netwerk Ouderen in Veilige Handen Gelderland-Zuid 2016-2018’ Programma
BW-nummer
Zorg & Welzijn Portefeuillehouder
B. Frings Samenvatting
In het kader van het landelijke actieplan ‘Ouderen in veilige handen’ heeft de GGD de afgelopen drie jaar uitvoering gegeven aan het Plan van Aanpak Ouderenmishandeling Regio Gelderland Zuid 2013-2015. Evaluatie heeft duidelijk gemaakt dat er nog verdere ontwikkeling nodig is op samenwerkingsstructuren en expertiseontwikkeling om de borging van een effectieve benadering van de problematiek te verstevigen. Via het Plan ‘Netwerk Ouderen…’ wordt hier uitwerking aangegeven. De GGD is trekker voor de uitvoering van het borgingsplan.
Directie/afdeling, ambtenaar, telefoonnr.
MO10, Angela Koopmans, 2540 Datum ambtelijk voorstel
27 januari 2016 Registratienummer
2016.0233
Ter besluitvorming door het college
1.Een budgetsubsidie verlenen aan de GGD Gelderland Zuid voor uitvoering van het Plan ‘Netwerk Ouderen…’ en hiervoor in 2016 een bedrag van € 88.500 beschikbaar te stellen. Steller 2.De subsidie ten laste te brengen van het Programma Zorg en Angela Koopmans Welzijn, product Opvang en beschermd wonen, deelproduct Aanpak huiselijk geweld/opvang en begeleiding (61311.S3212)
Besluit B&W d.d. 2 februari 2016
X Conform advies Aanhouden Anders, nl.
nummer: 3.10
Paraaf akkoord
Datum
Paraaf akkoord
Datum
Bestuursagenda
Portefeuillehouder
CV277jan16PD (2)
Collegevoorstel
1
Probleemstelling
In het kader van het landelijke actieplan ‘Ouderen in veilige handen’ heeft de GGD de afgelopen drie jaar uitvoering gegeven aan het Plan van Aanpak Ouderenmishandeling Regio Gelderland Zuid 2013-2015. Evaluatie heeft duidelijk gemaakt dat er nog verdere ontwikkeling nodig is op samenwerkingsstructuren en expertiseontwikkeling om een adequate benadering van de problematiek te verbreden en te versterken. Aandachtspunten genoemd in het doorstartdocument van het landelijke actieplan Ouderen in Veilige Handen 2016-2018 vormen hierbij een belangrijke leidraad. Via het borgingsplan wordt uitwerking gegeven aan verdere acties. De GGD is trekker voor de uitvoering. Nijmegen vervult een initiërende functie voor de realisatie van passende voorzieningen voor de door het rijk vastgestelde regio Vrouwenopvang (gemeenten In de Regio Gelderland Zuid, Mook/Middelaar). Vanuit deze verantwoordelijkheid wordt de uitvoering van het borgingsplan uitgezet. Het borgingsplan heeft draagvlak van vertegenwoordigers van de gemeenten, instellingen en de doelgroep betrokken bij het project in de afgelopen drie jaren. De komende jaren blijft inzet op preventie van belang wederom in combinatie met aandacht voor signaleren en curatie. 2
Juridische aspecten
Op deze subsidie is de Algemene wet bestuursrecht, de Kaderverordening Subsidieverstrekking (2011) en het Uitvoeringsvoorschrift subsidies Directie Inwoners (2011) van toepassing. 3
Doelstelling
De GGD mogelijkheden bieden om activiteiten uit te zetten en uit te voeren ter voorkoming, signalering en stopzetting van ouderenmishandeling. 4
Argumenten
Er is verdere ontwikkeling nodig op samenwerkingsstructuren en expertiseontwikkeling om borging van een effectieve benadering van de problematiek te versterken. Vanuit het Project ‘Ouderen in Veilige Handen in Gelderland Zuid’ zijn diverse activiteiten ontplooid in het kader van preventie, signalering en curatie. Dat heeft geresulteerd in meer bewustwording van het bestaan van ouderenmishandeling en in een toename van kennis en deskundigheid bij professionals en vrijwilligers en daardoor in de handelingsvaardigheid. Uit evaluatie is gebleken dat we er nog niet zijn, er is nog veel winst is te behalen. Er is versterking nodig in de organisatie van het delen van kennis en expertise en het inrichten van samenwerkingsstructuren ter voorkoming of stopzetting van gesignaleerd geweld. Aandacht voor o.a. de afstemming met Veilig Thuis en de politie is hierbij relevant. Met de ontwikkelingen in het sociale domein wordt er van de burgers meer verwacht in het kader van samenredzaamheid. Er zal een groter beroep gedaan worden op mantelzorgers. Het risico van overbelaste mantelzorgers en daardoor ouderenmishandeling zal hierdoor toenemen. Dat vormt een belangrijk argument om de ondersteuning van mantelzorgers goed te borgen en breed te blijven inzetten op de signalering van mogelijke overbelasting en ouderenmishandeling. Ook hier zullen acties op worden uitgezet. Daarnaast is uit de evaluatie gebleken dat er nog winst te halen is op bekendheid geven aan de Meldcode. Belangrijk uitgangspunt bij verdere acties is borging en verdere uitbouw van het netwerk dat de afgelopen jaren is opgebouwd.
Collegevoorstel
Vervolgvel
2
Behoud betekent o.a. dat de website over ouderenmishandeling met informatie voor professionals en mantelzorgers/vrijwilligers in de lucht blijft evenals digitale nieuwsbrieven voor ouderen, professionals, mantelzorgers en vrijwilligers. Daarnaast worden er nu ook ‘aandachtsfunctionarissen’ aangewezen binnen diverse relevante sectoren zodat advies/consultatie dichtbij voor handen is voor werkers in het veld. Afstemming met de aandachtsfunctionaris gepositioneerd bij Veilig Thuis is daarbij uitgangspunt. In een gezamenlijk netwerk fungeren ze als een schakelpunt waar kennis- en expertise kan worden uitgewisseld en gedeeld. Ook de komende jaren worden er acties ingezet om media-aandacht te genereren voor ouderenmishandeling t.b.v. de bewustwording en wordt ervoor gezorgd dat relevante informatie beschikbaar komt voor betrokken werkers en mantelzorgers en de doelgroep. 5
Financiën
Er wordt een subsidie verleend van € 88.500 aan de GGD Gelderland-Zuid. De subsidie voor de aanpak van ouderenmishandeling wordt bekostigd uit het Programma Zorg en Welzijn,product Opvang en beschermd wonen, deelproduct Aanpak huiselijk geweld/opvang en begeleiding (61311.S3212). Historische overzicht 2015 2016 GGD Gelderland € 153.955 € 88.500 Zuid De afgelopen jaren is er geïnvesteerd in de opbouw van een netwerk van betrokkenen rondom de problematiek van ouderenmishandeling. Tevens is er geïnvesteerd in het versterken van kennis en expertise van dit netwerk. Vanaf 2016 wordt ingezet op het verbreding en verdieping van kennis en expertise over ouderenmishandeling via dit opgebouwde netwerk. Deze benaderingswijze brengt minder kosten met zich mee en verklaart de lagere subsidieaanvraag. 6
Participatie en Communicatie
Het borgingsplan ‘Netwerk Ouderen in Veilige handen Gelderland-Zuid’ heeft draagvlak bij uitvoerende organisaties, vertegenwoordiging van gemeenten Gelderland-Zuid en vertegenwoordigers van de doelgroep die betrokken waren bij het project ouderenmishandeling in de afgelopen periode. 7
Uitvoering en evaluatie
De GGD Gelderland Zuid draagt zorg voor de uitvoering van het Plan. 8
Risico
Aan dit voorstel zijn geen risico’s verbonden
Bijlage(n): - Subsidiebeschikking Ter inzage: - Borgingsplan Ouderen in Veilige handen Gelderland-Zuid
Afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling
Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen Telefoon 14 024 Telefax (024) 329 29 81 E-mail
[email protected]
Het bestuur van GGD Gelderland Zuid Postbus 1120 6501 BC NIJMEGEN
Postadres Postbus 9105 6500 HG Nijmegen
Verzenddatum
Ons kenmerk
Contactpersoon
MO30/mo 2016.0233
mw. A. Koopmans
Onderwerp
Datum uw brief
Doorkiesnummer
Beschikking verlening en bevoorschotting budgetsubsidie Plan ‘Netwerk Ouderen in Veilige Handen’
30-10-2015
024-3292540
Bijlage(n): -
Geacht bestuur, Op 30-10-2015 heeft u een subsidieaanvraag voor “Netwerk Ouderen in Veilige Handen 2016-2018” 1 ingediend. Wij hebben op DATUM INVULLEN besloten u subsidie te verlenen voor het Plan. Het subsidiebedrag in 2016 is bepaald op € 88.500,00 en wordt achteraf definitief vastgesteld op basis van uw verantwoording. Doel en verplichtingen Het doel van de subsidie en de activiteiten die u daarvoor moet uitvoeren zijn beschreven in bijlage 1. In bijlage 2 staat wat uw verplichtingen zijn en op welke momenten u zich moet verantwoorden. In bijlage 3 leest u wat de regels zijn in geval van overschotten, tekorten en reservevorming. Als u niet aan de verplichtingen voldoet, kunnen wij het subsidiebedrag verlagen. Voorschotten U ontvangt de subsidie in de vorm van voorschotten totdat de subsidie definitief is vastgesteld. Deze voorschotten maken wij volgens onderstaand schema over op IBAN onder vermelding van 2016.0233. NOG INVULLEN MAANDELIJKS
€
Vragen Voor vragen over de bevoorschotting kunt u contact opnemen met mw. M. Oudenbroek, medewerker bureau Subsidies, telefoon 024-3292600. Voor inhoudelijke vragen kunt u contact opnemen met mw. A. Koopmans, beleidsadviseur afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling, telefoon 024-3292540.
1
Op deze subsidietoekenning zijn de Nijmeegse Kaderverordening Subsidieverstrekking (2011) en het Uitvoeringsvoorschrift subsidies Directie Inwoners gemeente Nijmegen 2011 van toepassing. Bij deze subsidietoekenning gaat het om een budgetsubsidie. U kunt verordeningen en het uitvoeringsvoorschrift vinden op www.nijmegen.nl beschikking277PDjanGGDA20160233 GGDA01
Gemeente Nijmegen Afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling
Bezwaar Bent u het niet eens met dit besluit? Dan kunt u een bezwaarschrift indienen. Stuur uw bezwaarschrift naar: College van burgemeester en wethouders Gemeente Nijmegen Postbus 9105 6500 HG Nijmegen In uw bezwaarschrift moet in elk geval staan: uw naam en adres; de datum van uw bezwaarschrift; ons kenmerk; waarom u het niet eens bent met ons besluit; uw handtekening. Zorgt u ervoor dat u het bezwaarschrift verstuurt binnen 6 weken na de verzenddatum van dit besluit. Daarmee voorkomt u dat wij uw bezwaarschrift niet meer in behandeling nemen.
Hoogachtend, namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijmegen,
mw. D.G.G. Leenders, Programmamanager Zorg en Welzijn
@clt-cide@
Gemeente Nijmegen Afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling
Bijlage 1: Doel subsidie Doel subsidie Het leveren van een bijdrage aan het voorkomen, signaleren en stopzetten van ouderenmishandeling. Activiteiten De subsidie is bestemd voor de volgende activiteiten: Uitvoering van het Plan “Netwerk Ouderen in Veilige Handen Gelderland-Zuid 2016-2018”. Te leveren prestaties Over de activiteiten die u gaat uitvoeren hebben wij het volgende afgesproken: Er zijn acties uitgezet die bijdragen aan het bereiken van de doelen zoals geformuleerd in paragraaf 4.0 van het Plan “Netwerk Ouderen in Veilige Handen Gelderland-Zuid 2016-2018”.
@clt-cide@
Gemeente Nijmegen Afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling
Bijlage 2: Verplichtingen Verantwoording Tijdens de subsidieperiode is er een aantal momenten waarop u zich moet verantwoorden. In onderstaand overzicht leest u wat u wanneer moet aanleveren. Insturen vóór:
Wat insturen?
1 sept.
2016
Voortgangsrapportage met vooruitblik
15 jan.
2017
Gerealiseerde prestaties
1 juni
2017
Verslag van de gerealiseerde activiteiten, de jaarrekening. Goedkeurende controleverklaring en informatieplicht bezoldiging personeel
Specificatie van de tabel Vóór 1 september moet u een schriftelijke rapportage aanleveren over de activiteiten in de eerste zes maanden van het jaar. Voor de 2e helft van het jaar moet u een prognose afgeven. Vóór 15 januari moet u een kort overzicht van de uitgevoerde activiteiten aanleveren. Vóór 1 juni moet u een verantwoording over 2016 insturen. Aan de hand van deze verantwoording wordt het definitieve subsidiebedrag vastgesteld. De volgende stukken moeten door het bestuur worden ondertekend en ingediend: - een verslag van de gerealiseerde activiteiten met daarin een beschrijving van de werkwijze en het resultaat; - een financieel overzicht waaruit blijkt hoe de subsidie is besteed; - een jaarrekening over het subsidiejaar, met daarin minimaal een staat van baten en lasten, een balans en een toelichting. In het verslag van de gerealiseerde activiteiten moet u ingaan op de prestaties en afspraken die in de subsidiebeschikking zijn opgenomen. Controleverklaring Bij een totaal aan subsidies boven de € 100.000,00 per jaar moet u bij de verantwoording een controleverklaring voegen. Hierin geeft de accountant een oordeel over: - hoe u de Nijmeegse Kaderverordening Subsidieverstrekking (2011) en het Uitvoeringsvoorschrift subsidies Directie Inwoners gemeente Nijmegen 2011 heeft nageleefd; - hoe u de nadere voorschriften en aanwijzingen van de subsidiebeschikking heeft nageleefd; - of u de subsidie heeft besteed voor het doel waarvoor deze is verleend.
@clt-cide@
Gemeente Nijmegen Afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling
Informatieplicht bezoldiging personeel 1. Wanneer de “Wet Normering bezoldiging Topfunctionarissen publieke en semipublieke sector” 2 (WNT) op uw instelling van toepassing is dan zendt u ons uiterlijk op 1 juni 2017 de gegevens en de motivering zoals bedoeld in artikel 4 van deze wet. Komt u deze verplichting niet na dan kan het in de verleningsbeschikking genoemde bedrag bij de vaststelling worden verminderd met maximaal 10%. 2. Valt u niet onder de definitie van de doelgroep van de WNT, maar wordt uw instelling wel voor meer dan € 100.000,00 per jaar gefinancierd uit overheidsmiddelen, waarvan minstens 50% afkomstig is van de gemeente Nijmegen, dan geldt eveneens de verplichting om uiterlijk op 1 juni 2017 de gegevens en de motivering zoals bedoeld in artikel 4 van deze wet aan ons te zenden. Komt u deze verplichting niet na dan kan het in de verleningsbeschikking genoemde bedrag bij de vaststelling worden verminderd met maximaal 10%.
3. Valt u onder de hierboven onder 1. of onder 2. genoemde instellingen en wordt de subsidierelatie met uw instelling in 2015 gecontinueerd dan bent u verplicht, met het oog op een doelmatige besteding van de gelden, om de inkomensgrens van 100% van het ministersalaris, als omschreven in artikel 2.3 WNT als bezoldigingsmaximum in acht te nemen. Hierbij worden dienstverbanden in deeltijd omgerekend naar voltijdse dienstverbanden. Komt u deze verplichting niet na, dan kan het in de verleningsbeschikking 2016 genoemde bedrag bij de vaststelling worden verminderd met het bedrag van de overschrijding van de geldende inkomensgrens in het kalenderjaar waarop de verleningsbeschikking betrekking heeft. Meldingsplicht Op het moment dat duidelijk is dat u niet of niet geheel aan de subsidieverplichtingen kunt voldoen, moet u dat schriftelijk melden bij: College van burgemeester en wethouders Gemeente Nijmegen Postbus 9105 6500 HG Nijmegen
2
De WNT geldt voor alle instellingen in de publieke en semipublieke sector die voor meer dan 50% worden gefinancierd uit
publieke middelen. @clt-cide@
Gemeente Nijmegen Afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling
Bijlage 3 Overschotten, tekorten en reservevorming Voor overschotten, tekorten en reservevorming, die verband houden met het gemeentelijk subsidiedeel, geldt het volgende: Exploitatieoverschotten en -tekorten komen voor rekening van uw instelling. Deze worden toegevoegd of onttrokken aan de algemene (egalisatie)reserve. Wanneer het eigen vermogen op 31 december van het subsidiejaar hoger is dan € 5.000,00 dan mag dit niet meer bedragen dan 10% van de omzet. Als dit het geval is dan wordt dit bij de vaststelling van de subsidie mee in overweging genomen.
@clt-cide@
Netwerk Ouderen in Veilige Handen Gelderland-Zuid 2016-2018
,1',born
Inhoud 1.0 1.1 1.2 2.0 2.1 2.2 2.3 2.4 3.0 3.1 4.0 4.1 4.2 5.0 5.1 6.0 7.0
Aanleiding Interventies Resultaten Opdracht Het vervolgplan Doelen Positionering van het project Uitvoering Financiële capaciteit Sturing Evaluatie Organisatie / mijlpalen evaluatie en monitoring Rapportage Interne communicatie Externe communicatie en PR Tijdsplanning Versiebeheer
3 4 5 6 8 8 9 9 12 12 13 13 13 13 14 14 14
Pagina I 2
1.0 Aanleiding In 2013 heeft de regionale aanpak ouderenmishandeling in Gelderland-Zuid vorm gekregen. In dit jaar werd het project 'Ouderen in Veilige Handen in Gelderland-Zuid' gestart. In het Plan van Aanpak staan de ambities als volgt beschreven: Onder mishandeling van een ouder persoon (iemand van 65 jaar of ouder) verstaan we het handelen of het nalaten van handelen van degenen die in een persoonlijke of professionele relatie met de ouderen staan, waardoor de oudere persoon (herhaaldelijk) lichamelijke en/of psychische en/of materiele schade lijdt, dan wel vermoedelijk lijden zal, en waarbij van de kant van de oudere sprake is van een vorm van gedeeltelijke of volledige afhankelijkheid (Comijs, 1998). In deze definitie zit besloten dat het kan gaan om ontspoorde zorg en/of doelbewuste mishandeling. Aan de volgende doelen kan/moet gewerkt worden om een geïntegreerde aanpak van ouderenmishandeling in samenhang met elkaar te realiseren: • Het voorkomen van ouderenmishandeling (preventie) • Het beperken van ouderenmishandeling door in een vroeg stadium te signaleren (signalering) • Het opheffen en behandelen van ouderenmishandeling als er sprake is van (enige vorm van) oudermishandeling (curatie) Een keten van activiteiten kan er in onderlinge samenhang als volgt uit zien:
preventie
signalering
curatie
• kennis beschikbaar stellen en up to date houden (toolkits, websites, screeningslijsten, risicoinventarisatie, etc.) • ervaringen uitwisselen en belangrijke lessen delen/bespreekbaar maken •activiteiten ontwikkelen voor ouderen (preventieve doelgroep), en vrijwilligers, mantelzorgers, professionals (intermediaire doelgroep)
• handelingsperspectieven aanreiken aan en handelingsverlegenheid opheffen voor ouderen, professionals en/of vrijwilligers •(laagdrempelige) toegang tot consultatiemogelijkheden /netwerk • meldcode Huiselijk Geweld (leren) toepassen
•1 clientsysteem 1 plan (dus aandacht voor slachtoffer en pleger) • palet van begeleidingsmogelijkheden •aanpak bij zorgmijdende problematiek
meer handelingsperspectieven Zowel activiteiten in het kader van preventie als van signalering en curatie dragen bij aan het verkrijgen van handelingsperspectieven, handvatten in de praktijk hoe ouderenmishandeling te herkennen en te handelen als je het signaleert of een 'niet pluis' gevoel hebt. Met het oog op deze drie invalshoeken is binnen het project een reeks van interventies ontwikkeld en uitgevoerd, waarbij we het sterkst hebben ingezet op preventie. Overigens dragen de diverse interventies regelmatig aan meerdere doelen bij. Zo kan een scholing aan professionals gericht zijn op het voorkomen van nieuwe gevallen door tijdig in te grijpen op risicofactoren en tevens aandacht besteden aan signalering van ouderenmishandeling.
Pagina 1 3
1.1 Interventies De keuze om in het project stevig in te zetten op preventie-activiteiten werd onderschreven door de uitkomsten van de 0-meting en tussenmeting van de digitale enquête Barometer Ouderenmishandeling, die samen met het Verwey-Jonker Instituut zijn uitgezet. Daaruit werd het vermoeden bevestigd dat men versterking van de aanpak van ouderenmishandeling vooral ziet in het vergroten van kennis over het herkennen van ouderenmishandeling, helderheid over de te nemen stappen (slechts éénderde van de deelnemers was bekend met de Meldcode) en deskundigheid in het bespreekbaar maken. Als manieren om dit te bereiken werden vooral genoemd voorlichting, scholing en (thema)bijeenkomsten en duidelijke richtlijnen over hoe te handelen. Activiteiten waren gericht op de gehele regio en zijn in nauwe samenwerking met medewerkers van Veilig Thuis, Steunpunt Huiselijk Geweld, Moviera en de voorlichters van de ouderenbonden vanuit het landelijke project 'Ouderen in veilige handen', tot stand gekomen. Maar ook politie, ziekenhuizen, notarissen en banken zijn betrokken geweest bij de ontwikkeling en uitvoering van interventies. Waar mogelijk hebben we aangesloten bij reeds bestaande initiatieven zoals reeds ontwikkelde deskundigheidsbevordering en de ondersteuningsstructuur aan mantelzorgers bij welzijnsinstellingen. Onderstaande tabel biedt u het overzicht. Interventies project 'Ouderen in Veilige handen Gelderland-Zuid' Doel
Uitgevoerde activiteiten/interventie
Taboedoorbreking en bewustwording van het vóórkomen van ouderenmishandeling in verschillende vormen bij professionals, vrijwilligers, senioren en publiek
Publieks/postercampagne Aandacht in de regionale en lokale media Verzamelen en verspreiden van regionale en landelijke kennis dmv: o Maandelijkse uitgifte digitale nieuwsbrief o Projectwebsite o Divers voorlichtingsmateriaal o.a. signalenkaart, folders Voorlichtingen/themabijeenkomsten voor publiek/ouderen ism voorlichters ouderenbonden
Het ondersteunen van (zorg)organisaties in het toegankelijk maken van informatie over ouderenmishandeling in hun interne organisatie
Het ter beschikking stellen van informatie via hierbovengenoemde media/materialen Het geven van adviezen hoe binnen (zorg)organisaties deze informatie op een effectieve verspreid en ingebed kan worden
Het vergroten van kennis en deskundigheid van professionals, vrijwilligers en mantelzorgers over (vormen en het vóórkomen van) ouderenmishandeling Het kunnen herkennen, signaleren en bespreekbaar maken van ouderenmishandeling Het gebruik van de Meldcode
Voorlichtingen/themabijeenkomsten bij o.a. (ouderen)welzijn, ziekenhuizen, politie, ism Veilig Thuis *) Trainingen en train de trainer bij thuiszorg/zorginstellingen *) *) in totaal 2014 ca. 1000 deelnemers, juli 2015 ca. 500 deelnemers bereikt met ca. 50 scholingen en voorlichtingen) -
1, Het versterken van de groep I mantelzorgers in het herkennen van ontspoorde mantelzorg als risicofactor voor ouderenmishandeling Het ondersteunen van migrantenvrijwilligers in het bespreekbaar maken van ouderenmishandeling bij hun achterban in de lokale setting
-
Interactieve theatervoorstellingen (waarin uitspelen van casussen en handelingsperspectieven) 2 regionale conferenties met interactief theater De Wilde Kastanje Opzetten van een Netwerk van aandachtsfunctionarissen Ouderenmishandeling Uitvoeren van 2 regionale bijeenkomsten van het Netwerk met als doel uitwisselen van kennis en praktijkervaring Linked In groep en Nieuwsbrief gericht op het Netwerk Voorlichtingen 'Als de zorg u teveel wordt' (incl. voorlichtingsfolder) Interactieve theatervoorstelling over Ontspoorde mantelzorg via lokale steunpunten mantelzorg Ontwikkelen van een educatieve film (ism NOOM en Swon) gericht op gesprekstechnieken (landelijke) verspreiding van de film ism het NOOM
Pagina 1 4
Interventies project 'Ouderen in Veilige handen Geld Doel
nd-Zuid'
Uitgevoerde activiteiten/interventi
Bewustwording van en vergroten kennis over financiële uitbuiting bij ouderen, mantelzorgers, professionals en vrijwilligers
Informatiebijeenkomst/expertmeeting met politie, notaris, banken, mentorschap, Veilig Thuis Samenstellen van een gezamenlijke informatiemap 'Wijzer Grijzer' en ca. 1000 exemplaren verspreid op onder andere regionale en lokale seniorenbeurzen Uitvoering van themabijeenkomsten/voorlichtingen 'Goed zorgen voor uw oude dag', gericht op eigen regie houden (incl. voorlichtingsfolder)
1.2 Resultaten Anno 2015 hebben we vanuit het project 'Ouderen in Veilige Handen in Gelderland Zuid' veel in gang gezet en uitgevoerd. We hebben daarbij de nadruk gelegd op preventie en we zijn overtuigd dat onze inspanningen en activiteiten hebben geleid tot meer bewustwording bij de preventieve doelgroep (ouderen en hun directe omgeving) en de intermediaire doelgroepen (professionals, vrijwilligers, mantelzorgers). Gezien het aantal deelnemers aan scholing en voorlichting kunnen we concluderen dat er een substantiële toename is van kennis en deskundigheid bij professionals en vrijwilligers (ca. 1000 deelnemers in 2014 en al 500 deelnemers halverwege 2015). Binnen zorginstellingen is door deze interventies het handelingsperspectief vergroot. Deze mooie resultaten betekenen niet automatisch dat we klaar zijn. Er is wat ons betreft nog meer te bereiken. Focus op preventie Door het bewust inzetten op vooral preventieve activiteiten is bij de diverse groepen aandacht en bewustwording gegenereerd, kennis en deskundigheid overgedragen en het thema ouderenmishandeling op de agenda gezet. Preventie heeft gewerkt en wordt gewaardeerd. Het is van groot belang dat aandacht voor preventie niet met dit project eindigt. Vanwege het feit dat de afgelopen inzet nog momentum kent, maar ook omdat preventie natuurlijk altijd een positief effect kent in het voorkomen van gevallen van ouderenmishandeling en daarmee ook de verwachte druk aan de curatieve kant voorkomt. Het optuigen van een constructieve samenwerking met (para-) medici, met als grootste groep de huisartsen, heeft meer tijd nodig dan we beschikbaar hadden. Op het terrein van preventie kan deze groep zeker nog worden versterkt. Datzelfde geldt ook voor de (ontwikkelingen rondom) sociale (wijk-)teams, lokale toegangspoorten en andere nieuwe zorg- en welzijnsstructuren. In het project heeft de focus gelegen op achtereenvolgens preventie, signaleren en curatie. In de combinatie van deze drie is in onze ogen nog veel winst te behalen. We noemen hiervan een voorbeeld: voor zowel de politie als ook Veilig Thuis geldt dat een toename in aandacht voor dit thema het bewustzijn hierop heeft doen toenemen, maar het legt ook bloot dat interne werkprocessen (denk aan registratiesystemen) nog onvoldoende zijn ingericht op ouderenmishandeling. Het project is eigenlijk van te korte duur gebleken om hierin politie en Veilig Thuis te ondersteunen op een wijze die past bij hun interne processen. Stijging aantal meldingen We weten dat de aard en omvang van ouderenmishandeling aandacht en bekendheid nodig had (en heeft) en dat zien we ook terug in cijfers; sinds de start van de landelijke en regionale aanpak is het aantal meldingen en vermoedens gestegen. Landelijk is het aantal meldingen/ adviesaanvragen van 1020 (in 2012) naar 2060 (in 2014) gestegen. Regionaal wordt er vanaf 2015 specifieker gemeten op het aantal meldingen/adviesaanvragen rond ouderenmishandeling. De eerste helft in 2015 zijn er 35 meldingen/adviesaanvragen geregistreerd. De stijging is niet een gevolg van dat het opeens meer voorkomt, maar simpelweg omdat men het nu vaker herkent en vervolgens beter weet hoe te handelen. We hebben sterke vermoedens dat dit nog het topje van de ijsberg is. Daarnaast is het zo dat met de ontwikkelingen in het sociale domein meer van de samenredzaamheid van burgers wordt verwacht, zoals het langer zelfstandig blijven wonen, vaak mogelijk gemaakt door ondersteuning van het sociale netwerk. Hierdoor zal er groter beroep gedaan worden op mantelzorgers en derhalve zal het risico op overbelaste mantelzorgers toenemen en daarmee het risico op ouderenmishandeling. Een belangrijk argument om niet alleen de ondersteuning van mantelzorgers goed te borgen, maar ook breed te blijven inzetten op de signalering van mogelijke overbelasting en ouderenmishandeling. Pagina 1 5
Toename bekendheid Meldcode Ook de kennis en het gebruik van de Meldcode is regionaal toegenomen. Dankzij de barometer Ouderenmishandeling (Verwey-Jonker instituut, zie link) hebben we dit inzichtelijk gemaakt. Zo is er een toename van bekendheid van éénderde (aan het begin van het project) naar bijna de helft van de respondenten (halverwege het project). Echter dit betekent ook dat er ook nog velen zijn die de Meldcode nog onvoldoende beheersen, zes op de tien respondenten is niet bekend met de inhoud van de Meldcode. Ook hier is dus nog meer te bereiken. Samengevat Er is met de regionale aanpak van ouderenmishandeling in Gelderland-Zuid inmiddels veel bereikt, met name door een reeks op preventie gerichte activiteiten. Deze blijken aan te slaan en worden gewaardeerd. Onze wens is deze de komende jaren in een gecombineerde aanpak met preventie en op signaleren en curatie gerichte activiteiten voort te zetten. We kunnen daarmee ook voor Veilig Thuis een beter perspectief realiseren, door aandacht te houden voor preventie in de ketenaanpak van Veilig Thuis. Preventie is in deze aanpak een wezenlijk onderdeel en dat moeten we grondig blijven afstemmen en overeind houden. Een aanzet hiertoe hebben we in het project gemaakt en met voortgezette aandacht en mogelijkheden kunnen we dit een zinvol vervolg geven in verdiepende en verbredende zin. Daarnaast zien we dat we op het vergroten van het handelingsperspectief nog meer kunnen bereiken. We denken daarbij met name aan groepen die dicht staan op de ouderen, zoals familie, mantelzorgers en vrijwilligers. Bovenstaande heeft de stuurgroep van het project ertoe gebracht een opdracht aan de projectgroep te formuleren.
2.0 Opdracht De stuurgroep van het project Ouderen in Veilige Handen in Gelderland-Zuid (regionale aanpak ouderenmishandeling) heeft de projectgroep opgedragen om de in het project opgedane kennis, ervaring en netwerkcontacten te borgen om zo blijvende aandacht voor het thema ouderenmishandeling te garanderen. Daarnaast onderschrijven relevante ontwikkelingen in de afgelopen tijd het belang van continuering van aandacht voor ouderenmishandeling, zoals de wens om ouderen langer zelfstandig te laten wonen, het toenemende beroep op mantelzorg, etc. Op basis daarvan heeft de projectgroep een plan ontwikkeld dat in de komende jaren moet leiden tot structurele aandacht en borging. Belangrijk uitgangspunt daarbij vormt de borging en verdere uitbouw van de reeds opgebouwde infrastructuur.
Relevante ontwikkelingen Barometer Ouderenmishandeling Uit de barometer ouderenmishandeling (Verwey-Jonker instituut in opdracht van de stuurgroep van het project Ouderen in Veilige Handen in Gelderland-Zuid) is gebleken dat blijvende aandacht voor het onderwerp 'oudermishandeling' een positief effect heeft op het signaleren van ouderenmishandeling en weten hoe te handelen door professionals en vrijwilligers. Zo is de groep die weet of denkt te weten hoe te handelen na signalering van ouderenmishandeling in de loop van het project licht toegenomen. Dit betekent niet dat we al achterover kunnen gaan leunen. Integendeel; er is nog een (te) grote groep die deze deskundigheid nog onvoldoende of niet eigen heeft gemaakt en handelingsverlegenheid is daarvan het gevolg. We verwachten dat dit ook de uitkomst zal zijn van de Eindmeting Barometer (die nog plaatsheeft in september-november 2015). Veilig Thuis Gelderland Zuid Parallel aan het project 'Ouderen in Veilige Handen' heeft de vorming van Veilig Thuis Gelderland Zuid gelopen, voorheen het Advies en Meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling. Er is derhalve een nauwe relatie onderhouden tussen beide projecten. In alle geledingen is gesproken over een vorm waarbij de opbrengst van het project 'Ouderen in veilige handen' duurzaam geborgd kan worden bij Veilig Thuis GZ. Dit ter versterking van de kwaliteit en uitvoering van haar wettelijke taakstelling.
Pagina 1 6
In het Programma van Eisen betreffende Veilig Thuis Gelderland-Zuid is gesteld dat Veilig Thuis haar deskundigheid op het gebied van signalering, bespreekbaar maken, veiligheidsrisicotaxatie en aanpak, breed ter beschikking stelt aan professionals. Hier zijn we in het project al mee gestart en zoals gezegd verdient dit nog meer tijd voor verbreding en verdieping. Hier ligt dus het perspectief op termijn: het verbinden van de kennis en ervaringen die we hebben opgedaan en het opgetuigde netwerk in het project 'Ouderen in veilige handen' verder in te zetten en te verbinden met Veilig Thuis. Hiervoor is een uitvoeringsvorm in gedachten die we verderop in dit plan voorstellen. 1-let landelijk actieplan - Ministerie VWS Het Ministerie van VWS presenteerde op 15 juni 2015 de doorstart van het landelijke actieplan Ouderen in Veilige Handen. De aandacht richt zich de komende drie jaren op: 1. Het taboe doorbreken 2. Van handelingsverlegen naar handelingsvaardig 3. Ontspoorde mantelzorg voorkomen 4. Veilig financieel ouder worden 5. Versterking justitiële inzet. Staatsecretaris Van Rijn heeft in een begeleidend schrijven (link) een aantal acties benoemd die door de projectgroep in dit plan reeds zijn opgenomen. Op punt 5, versterken justitiële inzet, is dit borgingsplan slechts ten dele gericht (samenwerking politie en OM binnen het netwerk). Ook maakt het ministerie bekend dat de implementatie van de Leidraad Veilige Zorgrelatie nog onvoldoende is gelukt. Veilige zorgrelatie is een leidraad gericht op het voorkémen van grensoverschrijdend gedrag of mishandeling door medewerkers of vrijwilligers/maatjes - van zorgorganisaties in de langdurige zorg - in relatie tot een cliënt. Na een initiële boost waarbij de leidraad in een select aantal organisaties werd uitgeprobeerd, is de aandacht voor en daarmee effectiviteit van de leidraad drastisch afgenomen. Blijvende aandacht voor ouderenmishandeling in dezen plus de beschikbare preventieve en curatieve handelingsalternatieven zoals beschreven in de leidraad is derhalve cruciaal. In dit plan organiseren we aandacht voor dit thema en gaan we instellingen in de regio Gelderland-Zuid ondersteunen met de implementatie van deze leidraad. (meer info over de leidraad, zie link) Naast de ruim 2 miljoen euro die landelijk voor de voortzetting van de aanpak ouderenmishandeling beschikbaar wordt gesteld t/m 2017, gaan we ook de op 15 juni jl. gepresenteerde kennisbank www.aanpak-ouderenmishandeling.nl in de uitvoering van dit plan benutten. Met het voorstel dat hier voorligt, voorzien we tevens in de wensen van de centrumgemeenten zoals die geformuleerd staan in het rapport Inventarisatie Beleid Ouderenmishandeling bij Centrumgemeenten (B&A BV, in opdracht van het ministerie van VWS, 2015, zie link). Deze wensen zijn kort geformuleerd: - Rekening houden met veranderingen in de uitvoeringsstructuren: ontwikkeling naar nieuwe structuren Veilig Thuis en sociale wijkteams vragen blijvende aandacht voor ouderenmishandeling - Blijvende en intensieve investering op bewustwording (met name richting groep huisartsen, maar ook richting publiek om taboe te doorbreken) - Focus op specifieke vormen van ouderenmishandeling (met name financiële uitbuiting)
Het verder uitbouwen van de infrastructuur Ontwikkelingen en ambities in het werkveld vormen ook de voedingsbodem voor dit plan. Alle organisaties en professionals wensen kennis en ervaringen te ontsluiten en te delen. Een effectieve manier daarvoor is het actieleren (leren door ervaring en het oplossen van complexe problemen in samenwerkingsverbanden). Het reeds opgetuigde netwerk zou een goede basis zijn voor deze wijze van leren en zou verder versterkt moeten worden. Er wordt daarbij een groot beroep gedaan op de eigen kracht en verantwoordelijkheid van professionals en vrijwilligers. Dit sluit ook goed aan op de sociale netwerk strategieën, waarbij een beroep wordt gedaan op de probleemoplossende vermogens van (informele) netwerken, zonder dat daar 'van bovenaf' een deskundige meekijkt en eenzijdig instructies/opdrachten geeft. In dit plan stellen we een vorm voor die het beste aansluit bij de wijze waarop thans binnen het project het netwerk is gepositioneerd en die naar onze mening het beste garant staat voor borging van de kennis, ervaring en netwerkcontacten die zijn opgedaan.
Pagina 1 7
Conclusie Preventie blijft aandacht vragen en investeren daarin blijft belangrijk. We hebben de afgelopen twee jaar veel bereikt en wij willen de opgedane kennis, ervaring en netwerkcontacten blijven vergroten. Er zijn nog groepen professionals, vrijwilligers en mantelzorgers die we willen en kunnen bereiken, waarbij we oog houden voor regionale en sectorale wensen en eisen. De wil is aanwezig en gezien de maatschappelijke ontwikkelingen achten wij dat dit onze opdracht voor de komende jaren. Ook landelijke ontwikkelingen (het actieplan 'Oudere in Veilige handen' heeft in juni 2015 een doorstart gemaakt voor de periode 2015-2017) laten ons zien dat het gewenst is de kennis en deskundigheid in de hele keten van preventie tot behandelen op lokaal en regionaal niveau te blijven bestendigen en vergroten. Op basis hiervan hebben diverse gesprekken plaatsgevonden tussen Veilig Thuis, Moviera en de GGD-afdelingen MBZ en Gezond Leven en heeft onderstaand plan vorm gekregen. Dit plan is goedgekeurd door de stuurgroep van het project Ouderen in Veilige Handen in Gelderland-Zuid, en dient thans als onderlegger voor een subsidieaanvraag aan de centrumgemeente Nijmegen.
2.1
Het vervolgplan
Tijdens de regionale aanpak is een netwerk rondom het thema ouderenmishandeling in kaart gebracht. In dit netwerk is gestart met het delen van kennis en ervaringen. Een ander doel van het netwerk was het samenwerken ter voorkoming of oplossing van gesignaleerde gevallen. Dit willen we voortzetten en verder verstevigen door enerzijds het thema een stevige positie te geven binnen Veilig Thuis via een interne aandachtsfunctionaris. Deze dient ervoor te zorgen dat het thema op de agenda blijft binnen deskundigheidsbevorderingen en registraties die VT verzorgt. Anderzijds willen we preventie en signaleren stimuleren door consultatie ook in de nabijheid van alle werkers beschikbaar te maken.. Op basis van het in het project opgebouwde netwerk hebben we een regionaal dekkende groep van externe aandachtsfunctionarissen op de kaart staan. Dit is een selecte, kleinschalige groep die dicht op het werkveld staat. Zij kunnen in een eerdere fase (vermoedens, niet pluis gevoel) worden bevraagd om mee te denken met professionals, mantelzorgers en vrijwilligers. Indien gewenst en / of nodig kan er snel worden geschakeld met (de interne aandachtsfunctionaris van) VT. En op deze wijze wordt ook de inzet en mogelijkheden van VT in casussen ouderenmishandeling bij een groter publiek bekend.
2.2 Doelen Met het vervolg willen we het volgende bereiken: Doel 1: Het thema ouderenmishandeling blijft actief ter beschikking ten behoeve van de doelgroep ouderen door middel van informatievoorziening en voorlichting en de regionale vertaling van de landelijke campagne. Doel 2: Er is een toename van bewustwording en handelingsperspectieven van professionals, vrijwilligers en mantelzorgers op het gebied van signaleren en handelen in geval van ouderenmishandeling. We meten dit in 2018 door middel van nader te bepalen evaluatief onderzoek en vergelijken dit met de uitkomst van de eindmeting Barometer 2015. Doel 3: Kennis en ervaring in het voorkomen, signaleren en oplossen van ouderenmishandeling (ook binnen instellingen) op een structurele, georganiseerde en gefaciliteerde wijze worden gedeeld in de regio Gelderland-Zuid. Doel 4: Professionals, vrijwilligers en mantelzorgers weten, teneinde hun eigen handelingsperspectief te vergroten, hoe ze een vraag kunnen stellen aan het (kennis-)netwerk rondom ouderenmishandeling en Veilig Thuis. Deze vraag om consultatie kan zowel een individueel als collectief karakter hebben.
Pagina 1 8
2.3
Positionering van het project
De realiteit is dat op dit moment de ketenaanpak voor wat betreft ouderenmishandeling in samenwerking met Veilig Thuis nog onvoldoende is opgetuigd. Dit perspectief is er echter zeker. Met het continueren van de aanpak dragen Veilig Thuis en de afdeling Gezond Leven van GGD Gelderland-Zuid gezamenlijk de verantwoordelijkheid voor het verder vormgeven van de ketenaanpak. De afdeling Gezond Leven zorgt met name voor de preventieve input. Samen met Veilig Thuis willen we deskundigheid op lokaal niveau ondersteunen en een plek geven zodat er een degelijke borging zal ontstaan in de regio. Het vervolgproject zal derhalve een integraal onderdeel zijn van Veilig Thuis. Met bovenstaande kaders en doelen als uitgangspunt stellen we voor dat we vanuit het bestaande netwerk een selecte groep van (lokale) aandachtsfunctionarissen ouderenmishandeling vragen om consultatie te verzorgen op individuele en/of collectieve wijze. Deze groep moet elkaar zodanig kennen en weten te vinden dat zij zich daarbij op basis van inhoudelijke vraagstukken vrij voelt om elkaar hulp en ondersteuning te vragen. Hierbij is nabijheid het sleutelwoord; we zorgen voor een dekkend netwerk van aandachtsfunctionarissen in de regio Gelderland-Zuid. Om dit te stimuleren en te realiseren stellen we tevens centrale coördinatie van GGD Gezond Leven voor die zorgt voor afstemming van menskracht, activiteiten, communicatie en (financiële) capaciteit. Dit vormt tevens de doorgaande lijn vanuit de projectleiding van de regionale aanpak in de periode van 2013-2015. De groep van aandachtsfunctionarissen ouderenmishandeling neemt van 2016 t/m 2018 elk half jaar deel aan een gezamenlijke ontmoeting waarbij trends en ontwikkelingen worden gevolgd en waar nodig inzet op wordt georganiseerd. Hierin worden ze op zowel proces als inhoud ondersteund en begeleid door respectievelijk bovengenoemde coördinator en een inhoudelijke specialist (interne aandachtsfunctionaris) van Veilig Thuis. Andere activiteiten die we willen blijven organiseren zijn het genereren van aandacht in de media en het beschikbaar houden van (landelijke) informatie. We achten het nodig om hiervoor deels structurele bekostiging te organiseren, zodat er te allen tijde een basis voor het thema is georganiseerd, en deels op basis van consulturen kan worden gefactureerd, zodat inzet ook navenant wordt vergoed. Als kwaliteitswaarborg stellen we dat alle aandachtsfunctionarissen opgeleid zijn of worden door gecertificeerde trainers via de Landelijke Vakgroep Aandachtsfunctionarissen Kindermishandeling, die een module voor ouderenmishandeling heeft ontwikkeld (zie link).
2.4 Uitvoering Om binnen deze structuur tot uitvoer te kunnen komen achten wij de volgende randvoorwaarden noodzakelijk: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Netwerkcoördinator Positioneren interne aandachtsfunctionaris binnen GGD / VT Netwerk van lokale aandachtsfunctionarissen vaststellen Budget voor het delen van kennis (tbv en via het netwerk) Aansluiten bij doorstart ouderenvoorlichters Continueren en zichtbaar maken adviescommissie/klankbordgroep Instellen werkbudget / materialen / onvoorzien
Ad 1. Netwerkcoördinator De netwerkcoördinator is een randvoorwaarde voor de uitvoering van het plan. Niet alleen draagt de coördinator zorg voor het proces van afstemming en verbinding tussen de aandachtsfunctionarissen onderling en met het werkveld. De coördinator speelt ook een wezenlijke rol in het borgen van de preventieve activiteiten in de keten, door het organiseren van ontmoetingen en doorontwikkeling van activiteiten en interventies n.a.v. gesignaleerde trends en ontwikkelingen. Ook het zorgen voor het ontsluiten van informatie en het op de agenda houden van het thema en relevante onderwerpen zoals de Leidraad Veilige Zorgrelatie horen bij het takenpakket. De netwerkcoördinator draagt ook zorg voor het voorzetten van de contacten opgedaan in het project met o.a. Ministerie van VWS en het Landelijk Platform Bestrijding Ouderenmishandeling (LPBO). Pagina 1 9
Met het aanstellen van de netwerkcoördinator bij GGD Gelderland-Zuid hebben we niet alleen de onafhankelijkheid en belangeloosheid geborgd, maar ook de juiste schaalgrootte; het werkgebied van de GGD Gelderland-Zuid is immers afgestemd op de regiogenneenten en overeenkomstig het werkgebied van Veilig Thuis Gelderland-Zuid. De coördinatie wordt gevoerd door een medewerker van GGD Gelderland-Zuid, afdeling Gezond Leven, die overzicht heeft op het netwerk en ook de verbinding kan leggen met vraag en aanbod van externen, zoals bijvoorbeeld het netwerk rondom het subthema financiële uitbuiting. Preventie is een belangrijke taak van het netwerk en haar coördinatie. Het gaat in dit netwerk dan ook niet in eerste instantie om hulp bij individuele casuïstiek, dat is immers de basistaak van Veilig Thuis, maar om kennisdeling en vroegsignalering. Vanzelfsprekend is het mogelijk dat er naar aanleiding van veel voorkomende casusvragen een plenaire ontmoeting (deskundigheidsbevordering) wordt georganiseerd over dat betreffende thema. Voor de coördinatie van het netwerk is 12 uur per week nodig (480 uur op jaarbasis, C 34.560 per jaar) voor de duur van 3 jaar. Binnen deze uren wordt zorg gedragen voor het ontvangen en structureren van de ingekomen vragen en verzoeken, het organiseren van de plenaire ontmoetingen, bekostiging van interne en externe deskundigen, communicatie van het netwerk en andere randvoorwaardelijke zaken. Deze taken bestaan op dit moment (grotendeels) in het project Ouderen in Veilige Handen in Gelderland-Zuid en hiermee wordt de huidige aanpak voortgezet. De aandacht voor de implementatie Leidraad Veilige Zorgrelatie vindt eveneens plaats binnen deze uren. Ad 2. Positioneren aandachtsfunctionaris binnen GGD / VT Het is meer dan wenselijk om binnen Veilig Thuis Gelderland-Zuid een interne aandachtfunctionaris te hebben voor het thema ouderenmishandeling, die inhoudelijk dit thema up-to-date en onder de blijvende aandacht houdt en hierin ook een coördinerende rol binnen Veilig Thuis heeft, dus richting de collega's van Veilig Thuis. Deze persoon is daarnaast het eerste inhoudelijke aanspreekpunt voor de lokale aandachtsfunctionarissen en heeft tijd voor hen / het thema ouderenmishandeling beschikbaar. Deze persoon organiseert in samenwerking met de netwerkcoördinator activiteiten voor het netwerk van lokale aandachtsfunctionarissen en het werkveld, zowel op preventief als curatief vlak, en draagt bij aan deskundigheidsbevordering door het verzorgen van training, individueel of in groepsverband. De lange termijn ambitie is om de netwerken rondom ouderen- en kindermishandeling in elkaar te vlechten, om zo één overkoepelend netwerk rondom het thema huiselijk geweld en binnen de structuur Veilig Thuis te creëren. Gezien de ontwikkelingen die VT momenteel doormaakt hebben we dit niet als doel voor de komende drie jaar opgenomen, maar blijft dit wel een stip op de horizon. Voor de werkzaamheden van de aandachtfunctionaris is 8 uur per week nodig (320 uur op jaarbasis, C 23.040 per jaar) voor de duur van 3 jaar. Hierin vallen ook eventuele bijkomende communicatiewerkzaamheden binnen Veilig Thuis die nodig zijn voor de blijvende aandacht op het thema ouderenmishandeling binnen het netwerk.
Ad 3. Netwerk van lokale aandachtsfunctionarissen vaststellen Vanuit het bestaande netwerk hebben wij reeds een selecte groep van medewerkers uit de volgende sectoren (en mogelijke organisaties) op het oog: • GGZ: Pro Persona • Welzijnswerk/ouderenwerk: Welzijn Geldernnalsen, Meer Welzijn, Swon, het seniorennetwerk • Ziekenhuis: Ziekenhuis Rivierenland Tiel, Radboud Universiteit Nijmegen • Thuiszorg: STMR, ZZG Zorggroep • Intramurale zorg: Zorggroep Maas en Waal, Stichting Zorgcentra Rivierenland • Moviera, aanpak huiselijk geweld Dit netwerk wordt met een interne aandachtsfunctionaris (één of twee personen) vanuit Veilig Thuis aangevuld. Uitgangspunt is dat het netwerk dichtbij is, vertrouwd en dat de lokale aandachtsfunctionaris praktisch makkelijk benaderbaar is. Het moet een dekkend netwerk zijn waarbij alle relevante werkvelden/sectoren zijn vertegenwoordigd. We kunnen ons voorstellen dat het netwerk in de loop van de tijd wordt uitgebreid met bijvoorbeeld een aandachtsfunctionaris sociaal (wijk)team, het maatschappelijk werk, de huisartsen (POH) en de paramedische sector (bijvoorbeeld fysiotherapie). Pagina 1 10
Het netwerk van lokale aandachtsfunctionarissen zal bestaan uit maximaal 10 personen en deze zullen bij aanvang op de hoogte worden gebracht van de verwachtingen ten aanzien van hun rol (taken en verantwoordelijkheden benoemen).
Ad 4. Budget voor het delen van kennis (tbv en via het netwerk) Het is van groot belang dat het delen van kennis gefaciliteerd wordt. Het is immers (nog) geen vanzelfsprekendheid dat men tijd vrijmaakt voor elkaar, laat staan budget. De vragensteller dient zich geen zorgen te maken over de kosten die een antwoord op een vraag met zich meebrengt. Aan de andere kant dient diegene die het antwoord op de vraag geeft zich ook niet bezig te houden met de financiële implicaties van het kennisdelen. Derhalve stellen we voor dat er budget komt om consultatie door een netwerk van lokale aandachtsfunctionarissen te faciliteren voor een periode van drie jaar. Na die periode zal gekeken moeten worden of het kennisdelen al natuurlijker plaatsvindt, of dat er nog vervolgfinanciering nodig is. Daarnaast is er budget nodig voor het organiseren van voorlichting en scholing, zowel voor het netwerk zelf als voor hun achterban. Als kwaliteitswaarborg stellen we dat alle lokale aandachtsfunctionarissen opgeleid zijn of worden door gecertificeerde trainers via de Landelijke Vakgroep Aandachtsfunctionarissen Kindermishandeling, die een module voor ouderenrnishandeling heeft ontwikkeld (zie link). We achten het van belang dat we ook verdiepende (op deelthema's) deskundigheidsbevordering voor deze groep kunnen organiseren. Ook willen we het mogelijk maken dat de lokale aandachtsfunctionaris zelf desgewenst scholing of voorlichting aan de regionale achterban verzorgt, individueel of in groepsverband. En op deze wijze actuele en relevante kennis kan verspreiden, bijvoorbeeld over onderwerpen als Meldcode en handelingsverlegenheid. We verwachten dat de lokale aandachtsfunctionaris gemiddeld 8 x per jaar wordt geconsulteerd door het werkveld. Het netwerk bestaat uit maximaal 10 personen. Dit komt dus neer op 80 consultaanvragen op jaarbasis. Het budget dat we voor het netwerk willen inzetten bestaat enerzijds uit een jaarlijks structureel bedrag van C 1.500,- per aandachtsfunctionaris. Dit bedrag wordt ingezet voor het jaarlijks bijwonen van een regionale scholing of netwerkbijeenkomst rond ouderenmishandeling/Veilig Thuis, het volgen van relevante (landelijke) deskundigheidsbevordering, het inhuren van externe expertise voor de uitvoering van deskundigheidsbevordering van het netwerk (bijvoorbeeld via Moviera, expertise via regionale partners of het LPBO), of het zelf uitvoeren van voorlichting of scholing aan de achterban. In totaal gaat het om een bedrag van C 15.000,- per jaar. Anderzijds is er budget nodig voor de consultatiefunctie. We stellen hiervoor een vast bedrag per consult beschikbaar van C 75 per consult / uur (inclusief registratie), vermenigvuldigd met het aantal te verwachten consulten per jaar (80) , in totaal per jaar C 6.000,Het totaal jaarbudget voor het netwerk van aandachtsfunctionarissen bedraagt C 21.000,-
Ad .5. Aansluiten bij doorstart ouderen voorlichters Om het thema ouderenmishandeling structurele en frequente aandacht te geven en aan te sluiten bij de doelgroep, willen we de samenwerking met de voorlichters Ouderen in Veilige Handen voortzetten. Momenteel is er binnen het regionale project één ouderenvoorlichter actief. Het heeft onze voorkeur dat dit aantal uitgebreid wordt tot 3, om zo ook hier continuïteit te bieden. Indien nodig dient de opleiding van deze voorlichters ook gefaciliteerd te worden. De ouderenvoorlichters kunnen onder meer worden ingezet bij activiteiten richting de doelgroep ouderen en het netwerk en kunnen daarvoor hun onkosten declareren. De netwerkcoördinator zal het contact met de ouderenvoorlichter(s) onderhouden. Geraamde kosten C 1.400, - per jaar.
Pagina 1 11
Ad 6. Continueren en zichtbaar maken adviescommissie Tijdens het project Ouderen in Veilige Handen in Gelderland-Zuid hebben we gevraagd en ongevraagd advies gekregen van de adviescommissie bestaande uit de doelgroep senioren. De adviescommissie heeft haar waarde keer op keer bewezen met de aanwezige kennis, ervaring èn netwerk. Het verdient dan ook de voorkeur dat deze waarde niet verloren gaat en een aantal leden uit deze adviescommissie te vragen zitting te nemen in een klankbordgroep De leden van deze klankbordgroep maken deel uit van het netwerk en zullen net als alle anderen hun vragen aan het netwerk kunnen stellen, alsook hun kennis en ervaring delen. Ook voor hen geldt dat de inspanningen bekostigd worden (via vacatiegelden). De netwerkcoördinator zal de contacten met de klankbordgroep onderhouden en declaraties afhandelen. Voor de klankbordgroep is C 1.000 op jaarbasis nodig.
Ad 7. Werkbudget/ materialen / onvoorzien Om organisatorische en randvoorwaardelijke zaken te kunnen bekostigen is een werkbudget nodig. Hieronder vallen bijvoorbeeld PR- en communicatie, locatiekosten, materialen, evaluatie. Hiervoor is C 7.500,- op jaarbasis nodig.
3.0
Financiële capaciteit
Om voorgesteld plan uit te voeren is de volgende financiële capaciteit begroot: Projectleider / netwerkcoördinator Budget voor netwerk/lokale aandachtsfunctionarissen Positioneren binnen GGD / VT (via interne aandachtsfunctionaris) Aansluiten bij doorstart ouderenvoorlichters Continueren en zichtbaar maken klankbordgroep Werkbudget / materialen / onvoorzien
C C C C C C
34.560 21.000 23.040 1.400 1.000 7.500
Totaal per jaar
C
88.500
Totaal over drie jaar
€265.500
In het huidige project 'Ouderen in veilige handen in Gelderland-Zuid' is over de periode 2013-2015 een subsidie vertrekt van rond de €200.000 per jaar. Deze middelen zijn door het rijk structureel toegevoegd aan het gemeentefonds. Om de infrastructuur die we hiermee hebben opgezet in de komende 3 jaren te kunnen voortzetten en de aandacht voor ouderenmishandeling in de regio Gelderland-Zuid te kunnen waarborgen en vergroten, vragen wij de centrumgemeente Nijmegen voor deze volgende fase een subsidie van €88.500 per jaar. Voor de periode 2016-2018 betekent dit totaal een subsidieaanvraag van C 265.500,-.
3.1 Sturing De operationele leiding van het netwerk ligt bij de netwerkcoördinator, deze wordt aangestuurd door de manager van de afdeling GGD Gezond Leven. Inhoudelijke en organisatorische afstemming en samenwerking vindt op regelmatige basis plaats met de aandachtsfunctionaris van VT. De aandachtsfunctionaris wordt, wegens het vakinhoudelijke karakter van de werkzaamheden, aangestuurd door de teamleider Veilig Thuis.
Pagina 1 12
4.0 Evaluatie De uitvoering is geslaagd als we onderstaande punten hebben bereikt: Er is een overzicht beschikbaar van de aandachtsfunctionarissen en hun werkgebied. De lokale aandachtsfunctionarissen zijn met naam en contactgegevens vindbaar voor het netwerk. De leden van het netwerk weten waar en hoe ze kennisvragen aan de aandachtsfunctionarissen kunnen stellen De leden van het netwerk weten waar en hoe ze kennisvragen aan Veilig Thuis kunnen stellen De aandachtsfunctionarissen komen twee keer per jaar bij elkaar. De ontmoetingen vinden plaats in het gehele geografische werkgebied van Veilig Thuis Gelderland-Zuid. Digitale informatie (website / nieuwsbrief): naast eerder genoemde landelijke kennisbank ouderenmishandeling zijn ook andere reeds beschikbare digitale middelen samengevoegd met die van Veilig Thuis en ter ondersteuning aangeboden aan het netwerk. Denk daarbij aan de huidige website, nieuwsbrief, LinkedIn-groep, online trainingen, etc. De producten en diensten van het project 'Ouderen in Veilige Handen in Gelderland-Zuid' zijn beschikbaar voor het netwerk en de aandachtsfunctionarissen. Ouderenmishandeling is opgenomen in registratiesystemen van MBZ en Veilig Thuis, jaarlijks leveren zij registratiegegevens aan het LPBO (landelijk platform bestrijding ouderenmishandeling) en/of Movisie. Het netwerk rondom financiële uitbuiting (banken, notarissen, stichting mentorschap, etc.) is verbonden aan het netwerk van aandachtsfunctionarissen De Leidraad Veilige Zorgrelatie is bij zorginstellingen bekend en waar gewenst is er ondersteuning geboden op de implementatie. Jaarlijks vindt evaluatie plaats door de netwerkcoördinator en de aandachtsfunctionarissen. In een jaarverslag wordt dit naar de gemeenten gerapporteerd. Aan het einde van de uitvoeringstermijn vindt evaluatie plaats van de mate waarin houding en kennis van professionals, vrijwilligers, mantelzorgers en ouderen over ouderenmishandeling in de regio Gelderland-Zuid is toegenomen. De vorm waarin dit gebeurt wordt nog vastgesteld. De resultaten hiervan worden gedeeld met de gemeenten in het laatste jaarverslag.
4.1
Organisatie ,/ mijlpalen evaluatie en monitoring
De netwerkcoördinator leverf2 keer per jaar een overzicht aan met daarin: Inhoudelijke onderwerpen die trends en ontwikkelingen laten zien Registratie van consulten (aantallen, locatie, sector) Ingezette middelen (uren + kosten) Resterende capaciteit voor dat betreffende boekjaar Dit overzicht wordt gedeeld met de interne aandachtsfunctionaris Veilig Thuis, teamleider / projectcoördinator Veilig Thuis en managers GGD Gezond Leven en MBZ.
4.2 Rapportage Een jaaroverzicht van de onder 4.0. en 4.1. genoemde punten wordt verstuurd naar (centrum-) gemeente Nijmegen, ter verantwoording van de gegeven subsidie. Na elke plenaire ontmoeting van het netwerk aandachtsfunctionarissen vindt er terugkoppeling plaats naar het netwerk van de inhoud en uitkomsten van de ontmoeting in kwestie. Hiermee wordt niet alleen gerapporteerd aan het netwerk, maar vindt ook het relatiebeheer plaats.
5.0
Interne communicatie
Het is van belang dat de thans direct betrokken projectorganisaties (gemeenten, GGD GelderlandZuid en Moviera) zich ervan bewust zijn dat ook zij onderdeel uitmaken van het netwerk, zowel aan de vraagkant, alsook aan de kenniszijde. Intern wordt dan ook gecommuniceerd dat het netwerk er Pagina 1 13
ook voor en door hen is. Ook voor hen geldt dat eventuele inzet via het beschikbare budget vergoed wordt. Daartoe is het nodig dat de in deze organisaties aanwezige kennis ook bij de netwerkcoördinator in beeld is.
5.1
Externe communicatie en PR
Het bestaande netwerk van het project Ouderen in Veilige Handen in Gelderland-Zuid en dat van Veilig Thuis zijn reeds in beeld en groeiende. Bestaande communicatievormen (website, nieuwsbrieven, LinkedIn-groep) worden geïntegreerd en onder één nieuwe noemer gecontinueerd. Het vergt blijvende inzet van de coördinator om het netwerk in beeld te houden en zelf in beeld te blijven. De nieuwsbrief van Veilig Thuis is daarvoor de vorm. De abonnees van de nieuwsbrief Ouderen in Veilige Handen in Gelderland-Zuid zal gevraagd worden om op de verzendlijst voor de nieuwsbrief Veilig Thuis te komen. Daarnaast zal de website Ouderen in Veilige Handen in Gelderland-Zuid worden doorgelinkt naar een pagina op de website van Veilig Thuis. Er zal een banner komen over het netwerk van aandachtsfunctionarissen, evenals maandelijkse berichten in de nieuwsbrief (waaronder aankondigingen en terugkoppelingen). De netwerkcoördinator levert input aan de communicatiemedewerker VT die bovenstaande media beheert. Specifieke doelgroepen die mee worden genomen uit het project Ouderen in Veilige Handen in Gelderland-Zuid zijn (migrante) vrijwilligers en mantelzorgers. Het ministerie zet de publiekscampagne voort en met het opgebouwde netwerk en nog beschikbare materialen, kunnen we hier ook nog enige tijd vervolg aan geven.
6.0
Tijdsplanning
2015 Borgingsplan versturen Akkoord stuurgroep Samenvoegen mediavormen, voorbereiding communicatie Gesprekken aandachtsfunctionarissen (+ org.) om afspraken te maken Interne slotbijeenkomst project, presentatie vervolg Externe slotconferentie, presentatie vervolg
augustus september (22) november november- december november (23) november (25)
2016 Start netwerk aandachtsfunctionarissen
januari
2016 t/m 2018 Evaluatie Jaarrapportage
november december
7.0 Versiebeheer 1.
Plan Netwerk 'Ouderen in veilige handen Gelderland-Zuid' 2016-2018, subsidie-aanvraag
27 oktober 2015
Van GGD Gelderland-Zuid (afd. Gezond Leven) aan gemeente Nijmegen
Pagina 1 14