J/M onderzoek Seksuele opvoeding
Ze doen meer dan wij denken Een ruime 7 prijkt op ons Rapport Seksuele Opvoeding. Toch blijkt bij nadere beschouwing dat we niet álles weten. En dat onze goed bedoelde woorden niet altijd helemaal overkomen. Want zij doen meer - en wij minder - dan we denken. Tekst Anne Elzinga Illustraties CENSUUR.COM
22
september 2013
O, o, wat zijn wij ouders op sommige punten toch naïef. Weliswaar vinden we in grote meer-
derheid (76 procent) dat kinderen tegenwoordig veel te jong met seks bezig zijn, maar dat gaat mooi niet op voor onze eigen mini-me’s. We onderschatten vaak hoe actief die al zijn. Een voorbeeld: als we ouders mogen geloven, is tweederde van de 12- tot 13-jarigen zeker of waarschijnlijk verliefd geweest en heeft de helft verkering gehad. Vraag je het de 12- en 13-jarige pubers zelf, zoals Rutgers WPF en Soa Aids Nederland hebben gedaan in hun recente onderzoek Seks onder je 25e, dan blijken bijna negen op de tien tieners wel eens verliefd te zijn geweest (87 procent) en bijna tweederde (64 procent) al eens een vriendje of vriendinnetje te hebben gehad. Echt leuk zullen ouders
september 2013 23
‘Jongeren die goed voorgelicht zijn beginnen later aan seks dan jongeren die niet voorgelicht worden’ dat misschien niet vinden: 14 jaar is voor hen de beste leeftijd voor een eerste amourette. Hoe ouder - en seksueel actiever - het kind, hoe troebeler de ouderlijke blik (zie tabel pag. 25). Slechts 16 procent weet of vermoedt dat zijn 16-jarige al eens met iemand naar bed is geweest. Ze zouden dat ook veel te vroeg vinden: laat ze maar wachten tot hun 17e! Toch hebben ruim vier op de tien 16-jarigen (43 procent) dat naar eigen zeggen op die leeftijd al minstens één keer gedaan. Met 17 jaar heeft de helft ervaring. En als ze in hun eentje naar bed gaan? Dan gaan ze gewoon slapen, denkt een kwart van de ouders. Want aan masturberen doen ze (zeker of waarschijnlijk) niet. Ter vergelijking: 88 procent van de 16-jarige jongens en 40 procent van de meisjes zegt daar wel degelijk aan te doen. Jongens beginnen daar zo’n acht maanden na hun 13e verjaardag mee, meisjes met 14½.
Seks is privé In het algemeen gaan ouders de mist in als het gaat om seksuele gedragingen waar kinderen op een bepaalde leeftijd theoretisch best aan toe zouden kunnen zijn. Vandaar waarschijnlijk dat de discrepantie tussen wat ouders denken en wat hun kind in werkelijkheid doet, groter wordt naarmate kinderen ouder zijn. Overigens neemt dan ook het percentage ouders toe dat toegeeft geen flauw idee te hebben wat ze allemaal uitspoken. Zijn pa en ma behoor-
Pornoblind
Opvallend is dat ouders het porno-kijkgedrag van hun oudere kinderen juist weer eerder over- dan onderschatten. Zo weet of vermoedt 44 procent van de vaders en moeders dat hun sweet sixteen de pornosites op internet heeft ontdekt, terwijl ‘maar’ 38 procent van de pubers dat toegeeft. Daarentegen onderschatten ze het porno-enthousiasme van hun jongere kinderen; met name pornoblaadjes hebben veel meer kinderen tussen hun 12e en 13e al eens ingekeken dan ouders denken (22 procent versus 8 procent).
24
september 2013
lijk accuraat in hun inschattingen van de expliciet seksuele capriolen van hun 12- en 13-jarigen (masturberen, seks), ze miskennen de exploratiedrang van hun jonge tieners op gebieden die niet ongewoon zijn voor die leeftijd: verliefdheden, verkering en tongzoenen. Vooral dat laatste zou in menig huishouden een schok teweeg kunnen brengen: kinderen zeggen dat zo’n drie keer vaker te doen (32 procent) dan ouders denken (13 procent). De wens zou hier wel eens de vader van de gedachte kunnen zijn: ouders vinden dat ze hier pas tegen hun 15e aan zouden moeten beginnen. Zelf waren ze trouwens ruim 15 ½ toen ze hun eerste ‘tongcontact’ maakten. Overigens onderschatten ook ouders van 16-jarigen de tongzoenactiviteiten van hun kind: 83 procent van de kinderen doet dat, slechts 53 procent van de ouders denkt of vermoedt dat. ‘Dat verschil tussen de inschatting van ouders en de werkelijkheid van kinderen zien we in meer onderzoeken,’ zegt onderzoeker Hanneke de Graaf van Rutgers WPF. ‘Dit is een periode waarin kinderen zich losmaken. Ze krijgen steeds meer behoefte aan privacy. Seks is privé. Daarom weten ouders niet zoveel. En als een zoen in de ogen van je puber niet zo heel veel voorstelde, waarom zou hij dat dan vertellen?’ Dat ouders het wel bij het rechte eind hebben bij jongere kinderen, komt doodeenvoudig omdat die het inderdaad gewoon nog niet doen.
Erover praten kan beter Er zijn maar weinig kinderen die ontkomen aan een stichtelijk woordje over bloemetjes en bijtjes. Zo’n vijf van de tien ouders heeft het daar al met zijn kleuter over en dat loopt op tot ruim negen van de tien ouders zodra het kind de tienerleeftijd bereikt. Alles bij elkaar doen we het in Nederland zo slecht nog niet. Amerikaanse jongeren bijvoorbeeld praten naar eigen zeggen veel minder vaak met ouders over seks en áls ze dat doen, krijgen ze meestal alleen maar te horen dat ze zich seksueel moeten onthouden. Dat zit dus wel goed, zul je denken, applaus voor onszelf. Bij nadere beschouwing zijn er echter toch nog wel wat verbeterpuntjes aan te geven. Denk niet te snel dat die niet voor jou opgaan; de meeste ouders denken dat namelijk.
J/M onderzoek
Hoe ervaren zijn ze?
Hoeveel ervaring met seksuele activiteiten hebben kinderen van 12-16 jaar zeker of waarschijnlijk?
Verbeterpunt 1: oefenen op het droge Wíj kunnen dan wel denken dat we Het Onderwerp al vaak genoeg op de agenda hebben gezet, onze kinderen denken daar toch iets genuanceerder over. Ongeacht het onderwerp blijken ouders steevast een optimistischer inschatting te maken van de mate waarin zij het daar met hun nageslacht over hebben dan die kinderen zelf aangeven (zie tabel pag. 27). Blijft het bij ons bij goede bedoelingen? Denken we met één goed geplaatste opmerking klaar te zijn met onze seksuele voorlichting? Zijn we niet duidelijk genoeg? ‘Misschien is zo’n gesprek eerder een big deal voor ouders dan voor jongeren. Ouders vinden dat het bij hun taak past. Tegelijkertijd vinden ze het ook best lastig. Is het eenmaal besproken, dan geven ze zichzelf een schouderklopje. Hun kinderen zijn zo’n gesprek vaak zo weer vergeten. Vraagt een onderzoeker naar hun ervaringen, dan zullen ouders vaker gesprekken rapporteren dan hun kroost,’ aldus De Graaf. Psycholoog Ineke Mouthaan van Rutgers WPF vermoedt dat ouders een terloopse opmerking of een in bedekte termen verpakt advies al snel zien als een goed gesprek over seksualiteit. ‘Om kinderen beter voor te bereiden en met ze in gesprek te komen, kun je gebruik maken van de “Wat zou jij doen?”- techniek. Dat werkt zowel bij jonge als bij oudere kinderen. Daarbij leg je ze hypothetische situaties voor en vraagt ze hoe zij daarmee zouden omgaan. Een soort oefenen op het droge. Wat zou jij doen als je verkering hebt, maar eigenlijk verliefd bent op een ander? Wat zou jij doen als iemand je vraagt je uit te kleden voor de webcam? Wat zou jij doen als je heel erg opgewonden bent en de ander eigenlijk niet verder wil?’
‘Kinderen zijn al bezig met liefde, relaties en seks voordat ze pubers zijn’
bij 12/13 jarigen
Volgens ouders Volgens kinderen (J/M) (Rutgers WPF) Verliefd zijn 67% 87% Verkering hebben 51% 64% Tongzoenen 13% 32% Voelen en strelen onder/ boven de kleding 18% 20% Masturberen 25% 27% Manuele seks 7% 7% Geslachtsgemeenschap 3% 3% Orale seks 1% (circa) 4% Porno kijken via internet (computer/laptop/telefoon/tablet) 19% 25% Pornoblaadjes bekijken 8% 22%
bij 14/15 jarigen
Volgens ouders Volgens kinderen (J/M) (Rutgers WPF) Verliefd zijn 80% 90% Verkering hebben 64% 71% Tongzoenen 48% 57% Voelen en strelen onder/ boven de kleding 35% 45% Masturberen 41% 50% Manuele seks 17% 22% Geslachtsgemeenschap 15% 16% Orale seks 12% 14% Porno kijken via internet (computer/laptop/telefoon/tablet) 35% 35% Pornoblaadjes bekijken 29% 26%
bij 16 jarigen
Volgens ouders Volgens kinderen (J/M) (Rutgers WPF) Verliefd zijn 82% 95% Verkering hebben 60% 79% Tongzoenen 53% 83% Voelen en strelen onder/ boven de kleding 34% 73% Masturberen 52% 63% Manuele seks 20% 52% Geslachtsgemeenschap 16% 43% Orale seks 15% 35% Porno kijken via internet (computer/laptop/telefoon/tablet) 44% 38% Pornoblaadjes bekijken 35% 24% Bron: Seks-onderzoek J/M 2013 en Seks onder je 25e Rutgers WPF en Soa Aids Nederland 2012
september 2013 25
‘Seksuele experimenten verbieden heeft geen enkele zin. Praat erover. En zorg dat je kind goed voorbereid is’ Verbeterpunt 2: praten over wensen en grenzen Ouders bespreken vaker de minder beladen seks-onderwerpen dan de persoonlijker zaken. Verliefdheden (84 procent), vriendschap en relaties (87 procent); daar hebben we het ’t meest over, zelfs al met onze kleuters (72 procent respectievelijk 74 procent). Over vrijen, zwangerschap en geboorte, lichamelijke veranderingen in de puberteit, verschillen tussen jongens en meisjes en homoseksualiteit praten we het minst, en al helemaal niet met onze kleuters. Maar nog ingewikkelder vinden we het om met onze tieners te praten over hun wensen en grenzen op seksueel gebied: wat ze leuk vinden en wat ze (nog) niet willen doen. Vooral dat eerste vinden we eng: bijna driekwart van de ouders heeft het daar nog nooit met hun puber over gehad. ‘Dat komt ook wel heel dichtbij,’ zegt De Graaf. ‘Ouders en kinderen willen liever niet van elkaar weten wat er in de slaapkamer gebeurt.’ Áls we het erover hebben, gebeurt dat vaak met de vinger denkbeeldig opgeheven: ‘Pas op!’ en ‘Doe niets wat je niet wilt!’ Mouthaan: ‘Veel ouders hebben de neiging vooral te waarschuwen.’ Dat komt omdat ze bang zijn dat hun kind
eerder aan seks zal beginnen of te grote risico’s zal nemen. ‘Dat is niet zo. Sterker nog: jongeren die beter voorgelicht zijn beginnen later aan seks, op een moment dat ze er zelf aan toe zijn. Terwijl kinderen die geen voorlichting hebben gehad juist vroeger gaan experimenteren.’ Bovendien, als ze er eenmaal hun zinnen op hebben gezet, houd je dat als ouder toch niet tegen. ‘Verbieden heeft geen enkele zin. Vertel wat jij ervan vindt - heus, dat vinden ze wel belangrijk en praat daarover. En zorg dat je kind goed voorbereid is.’ Praat dan niet alleen over technische zaken, maar juist ook over de emotionele kanten van seksualiteit en intimiteit. Inderdaad ja, die wensen en grenzen. ‘Kinderen moeten hun eigen thermometer in contacten met anderen leren kennen en leren vertrouwen op hun eigen gevoel. Van jongs af aan kun je ze al duidelijk maken dat het belangrijk is dat je je op je gemak voelt bij iemand, dat je geen dingen tegen je zin doet, dat je met elkaar moet praten. Over verwachtingen, maar óók als je teleurgesteld bent.’ Om daarover te kunnen praten moeten kinderen natuurlijk wel weten wat ze leuk en prettig vinden. ‘Ze moeten de ruimte krijgen om dat te ontdekken.’ Dat maakt een kind weerbaar in de liefde.
advertentie
26
september 2013
J/M onderzoek
We bespreken minder dan wij denken Percentage ouders (J/M) dat nooit met kinderen en percentage kinderen (Rutgers WPF) dat nooit met ouders over diverse thema’s praat J/M Rutgers WF jongens meisjes jongens meisjes Verliefdheid/relaties 4% 1% 22% 12% Wensen 34% 30% 78% 78% Grenzen 30% 18% 78% 69% Preventie zwangerschap 14% 11% 44% 29% Preventie soa 17% 14% 49% 43% Bronnen: Seks-onderzoek J/M 2013 (ouders van kinderen van 12 tot en met 16 jaar); Seks onder je 25e, Rutgers WPF en Soa Aids Nederland 2012 (kinderen van 12 tot en met 25 over hun ervaringen vóór hun 16e).
Verbeterpunt 3: sekspraatjes met jonge kinderen Over bepaalde dingen wordt met kinderen onder de 10 niet vaak gesproken. Met name voorbehoedsmiddelen en veilig vrijen (85 procent) en vrijen en geslachtsgemeenschap (80 procent) zijn verzwegen thema’s. ‘Te jong’ is voor veel ouders de belangrijkste reden om het onderwerp te verzwijgen. Toch is het volgens deskundigen belangrijk om al vroeg met kinderen over seks te praten. Eerst over makkelijke onderwerpen (‘Dat leuke jongetje’, ‘Het verschil tussen een meisjes- en een jongetjesplasser’) en dat allengs uitbreiden tot heikeler thema’s. Hoe langer je het uitstelt, hoe groter de kans dat je het er nooit meer over hebt, weten ouders van 15- en 16-jarigen die Het Gesprek nog nooit zijn aangegaan: het is nu te moeilijk. ‘Vanaf een jaar of 13 voelen kinderen zich zelf ook ongemakkelijk bij dit onderwerp,’ weet Mouthaan. Door niks te zeggen zeg je trouwens ook iets: namelijk dat het onderwerp niet bespreekbaar is. Je loopt het gevaar dat kinderen dan zelf op zoek gaan naar informatie. Via internet, tv, vrienden, bibliotheek. Op zich hoeft daar niks mis mee te zijn, alleen ontneem je jezelf dan de kans om je eigen waarden en normen op dit gebied over te dragen op je kinderen. Misschien komt die alternatieve informatie wel helemaal niet overeen met wat jij zou willen zeggen. Dat kleintjes er nog niet aan toe zijn omdat ze toch ‘niks’ doen, is een wijdverbreid misverstand. Rutgers WPF deed dit voorjaar een onderzoek onder J/M-ouders en vroeg hun
elke seksuele gedragingen zij zien bij hun 2w tot 12-jarige kinderen. En daaruit blijkt dat het onder de allerjongsten al heel normaal is om thuis hun geslachtsdelen aan te raken of te bekijken, kindertjes kusjes te geven, vieze woorden te roepen, iemands borsten aan te raken of verleidelijk te dansen (met de billen draaien). Geen hard core seks, maar wel degelijk gedrag met een seksuele lading. ‘Ze zijn al bezig met liefde, relaties en seks voordat ze pubers zijn,’ aldus Mouthaan. Zelfs een baby: die ontdekt het eigen lichaam. Een kind is daarom nooit te jong om erover te praten. Mouthaan zou ouders zelfs aanraden daar al op peuter- of kleuterleeftijd mee te beginnen. ‘Dan is de band met de ouders heel sterk en zijn ze gevoelig voor alle informatie die hun ouders hun geven. Maak daar gebruik van. Wees niet bang dat je te veel vertelt: een kind pikt alleen op wat bij zijn leeftijd past.’
Handige voorbeeldzinnen voor een goed gesprek over wensen en grenzen 1. ‘Wat jij fijn en leuk vindt, hoeft een ander niet prettig te vinden.’ Jongens en meisjes kunnen verschillen in verwachtingen, gedrag of ervaringen, zeker op seksueel gebied. 2. ‘Iedereen heeft lekkere plekjes.’ Daarom is het belangrijk dat ze hun eigen lijf goed kennen. 3. ‘Je hebt een ja- en een nee-gevoel.’ Jonge kinderen kunnen zo het verschil voelen tussen wat ze wel (ja-gevoel) en niet (nee-gevoel) willen. 4. ‘Mensen kunnen ook zonder woorden aangeven wat ze wel en niet willen.’ Leer ze ook op non-verbale signalen te letten. 5. ‘Als iemand A zegt, betekent dat niet automatisch B.’ 6. ‘Bij seks is het belangrijk dat je allebei geniet.’ Dat kan alleen als beide partners ermee instemmen, als ze het leuk met elkaar hebben en met elkaar rekening houden.
september 2013 27