Mensen zijn meer één dan ze denken
ideeën voor Boom Voor velen is de dagdagelijkse werkelijkheid veranderen belangrijker dan een algemeen ideologisch discours te ontwikkelen. De Bomenaar wil praktische resultaten. De geloofwaardigheid van de politiek wordt gemeten aan de samenhang tussen wat men wil en wat men doet. Theorie en praktijk moeten dichter bij elkaar staan. Boom Eén staat bijgevolg voor duidelijke beleidskeuzes en wil niet louter een optelsom maken van de wensen van elk vanzijn leden. Het scheppen van welvaart – zeg maar het bakken van de koek zelf – is voor Boom Eén minstens even belangrijk als de welvaartskoek achteraf eerlijk te verdelen.
Patrick Marnef lijsttrekker – burgemeester
Inleiding Boom Eén verenigt alle goedmenende en vooruitdenkende Bomenaars. Bomenaars, voor wie waarden als respect, gelijkwaardigheid en solidariteit het cement zijn voor onze samenleving: - respect voor wie je bent, voor wat je doet - gelijkwaardigheid: elke burger, ongeacht zijn herkomst de kans geven om volwaardig deel te nemen aan het gemeenschapsleven - solidariteit tussen mensen, tussen generaties Bomenaars die niet alleen rechten en vrijheden betrachten, maar ook plichten en verantwoordelijkheden erkennen. Bomenaars die kiezen voor een sociaal beleid waarbij goede economische en financiële prestaties hand in hand gaan met een goede sociale bescherming voor zowel werkenden, zieken, ouderen, gehandicapten, werkzoekenden, … Bomenaars die kiezen voor een leefbare omgeving, voor een gezond leefmilieu, voor zuivere lucht, zuiver water, gezond voedsel, een ongerepte natuur, voor rust en stilte. Bomenaars die kiezen voor een evenwicht tussen een actief, bruisend Boom en de gezellige, stille kracht van de natuurlijke omgeving. Bomenaars die kiezen voor een veilig Boom, voor een kordaat en consequent optreden, dat niet vervalt in het absurde, maar zich laat leiden door het nodige gezond verstand. Zacht waar het kan, hard waar het moet. Mensen zijn meer één dan ze denken. Zij voelen zich thuis in hun wijk en leven hun talenten uit in de vele verenigingen. Wijken en verenigingen, hoekstenen voor het Boomse welzijn. Ieder zijn wijk, ieder zijn vereniging, ieder zijn Eén.
Leeswijzer Politiek is vooruitzien. Vandaar dat Boom Eén drie belangrijke, zelfs strategische, doelstellingen formuleert voor het besturen van Boom gedurende de komende tien jaar. Bij elke strategische doelstelling wordt een inleiding gegeven die de algemene visie van Boom Eén weergeeft. Vervolgens worden de strategische doelstellingen uitgewerkt in een aantal actiedomeinen. Aan deze actiedomeinen zijn bij wijze van voorbeeld een aantal concrete acties verbonden. De lijst van concrete acties is echter niet beperkend, tijdens de legislatuur kan deze verder aangevuld worden. Dit document is bijgevolg een beknopte illustratie van de visie van Boom Eén eerder dan een volledig uitgewerkt programmadocument. Niet enkel wat, maar de manier waarop, zeg maar de bestuursstijl, en het financieel beleid worden in hoofdstuk vier(4) behandeld.
1. Strategische doelstelling 1: versterking van het sociale weefsel 1.1. Buurtwerking 1.2. Veiligheid en preventie 1.2.1. Veiligheid bevorderen 1.2.2. De kracht van preventie 1.2.3. Hoe vertaalt zich dat in Boom? 1.2.3.1. Criminaliteitspreventie 1.2.3.2. Drugpreventie 1.2.3.3. Sociale preventie 1.2.3.4. Overlast 1.2.3.5. Gemeentelijke Administratieve Sancties 1.2.3.6. Verkeersveiligheid 1.2.3.7. Straathoekwerk 1.2.4. Wat kunnen we nog doen? 1.2.5. Zacht waar het kan, hard waar het moet! 1.2.6. Politie 1.2.7. Brandweer 1.3. Warmte, gezelligheid en diversiteit 1.4. Woonkwaliteit 1.5. Mobiliteit 1.6. Leefmilieu 2. Strategische doelstelling 2: (sociale) dienstverlening waarborgen 2.1. Sociaal beleid op maat van iedereen 2.1.1. Senioren 2.1.2. Gezin en jeugd 2.1.3. Diversiteit 2.2. Dienstencentrum Van Cleemputplein 2.3. Cultuur 2.4. Sport 2.5. Onderwijs 2.6. Internationaal 3. Strategische doelstelling 3: dynamisch lokaal ondernemings- en tewerkstellingsbeleid 3.1. Opstellen van een strategisch ontwikkelingsplan voor het handelscentrum en kleine ondernemingen. 3.2. Uitbouwen van de toeristische troeven van Boom. 3.3. Speerpunten voor een dynamisch lokaal ondernemings- en tewerkstellingsbeleid. 3.3.1. De Kaai 3.3.2. De Klamp 3.3.3. De Schorre 3.3.4. Krekelenberg II 3.4. Uitbouw van sociale tewerkstelling en diensteneconomie 3.5. Samenwerkingen tussen R.V.A., VDAB, Werkwinkel, PWA, Imsir, Gemeente, OCMW, privépartners 4. Ten dienste van de Bomenaars. 4.1. Een goede organisatie – de basis voor een beter resultaat 4.2. 16.000 klanten die niet kunnen kiezen naar welke winkel ze gaan… 4.3. Een gezond financieel beleid: de beste garantie voor de toekomst
Strategische doelstelling 1: Versterking van het sociale weefsel Boom Eén wenst alle Bomenaars te verenigen. Het is bijgevolg niet verwonderlijk dat het versterken van het sociale weefsel de belangrijkste doelstelling van het Eén programma is. Het is beter te voorkomen dan te genezen. Onveiligheidsgevoel en sociale uitsluiting worden in eerste instantie aangepakt via een versterkt sociaal weefsel. Aan de basis van dit sterk sociaal weefsel ligt de buurt. Buurtwerking is als het ware de eerste lijnszorg van het gemeentelijk beleid.
1.1. Buurtwerking Buurtwerking is, maar zal in de toekomst nog veel meer, hét speerpunt van het Boomse beleid zijn. Participatie lukt het best op het laagst mogelijke niveau. Mensen denken makkelijker mee als het over hun vertrouwde omgeving gaat. Onze ervaringen met wijkraden en buurtgericht beleid zijn erg positief. Het komt er nu op aan om dit nog veel verder uit te werken. Onze voorstellen moeten stuk voor stuk aantonen dat het ons menens is met inspraak en overleg. Daarom moeten we niet enkel verder bouwen aan structuren, maar ook oog hebben voor vernieuwing en inhoudelijke versterking van de wijkwerking. Enkele ideeën: - Een “schepen voor buurtwerking”, die een dynamisch buurtgericht beleid in het schepencollege moet aansturen; - Wijkeffectenrapport bij alle grote investeringen; - Méér kwaliteit, minder kwantiteit: maximaal 2 uur vergaderen per wijkraad, met minimum 1 uur tijd voor de buurtbewoners. Wijkraden zijn het luisterend oor voor het bestuur van de gemeente; - Inspraak vergt inzicht: het bestuur moet meer voorbereiding steken in de vergaderingen van de wijkraden. Wijkkrantjes moeten uitgebouwd worden tot informatiebladen met info over gemeentelijke initiatieven (concreet en per wijk), met evenveel aandacht voor de inwoners en hun bekommernissen; - Doorheen de gehele gemeentelijke administratie moet er een betere en voortdurende opvolging zijn van meldingen en klachten van buurtbewoners; - Buurtlokalen uitbouwen als centrum voor het gemeenschapsleven en als uitvalsbasis voor buurtwerking (deze lokalen kunnen zowel privé als openbaar eigendom zijn); - Buurtactiviteiten maken een wezenlijk deel uit van de werking van het cultuurcentrum De Steiger; - Wijkraden staan in voor ontvangst van nieuwe inwoners met up-to-date infopakketten, wijkwandelingen,…; - Wijkfeesten als alternatief voor bepaalde gemeentelijke ontvangsten.
1.2. Veiligheid en preventie Veiligheid. Wat is veiligheid? Veiligheid is een ruim begrip, iedereen vult het op zijn manier in, voor iedereen is veiligheid iets anders. Wanneer voelt u zich (on)veilig? We gebruiken bewust het woord ‘voelt’, het gaat namelijk vooral om voelen. Veiligheid is meer dan criminaliteit, meer dan misdrijven. Veiligheid is ook iets emotioneel, het gaat over jezelf op je gemak voelen in je buurt. We voelen ons vaak angstig, zonder dat er een reden is om angstig te zijn. We zijn bang voor risico’s, het feit dat het mogelijk is dat er iets gebeurt, is voldoende om onszelf angstig te voelen. We willen allemaal zekerheid en garanties, ook in onze job, een woning, … We willen ons op allerlei manier beveiligen tegen deze risico’s, tegen de dingen die ons angstig maken. Studies tonen dat er nauwelijks een verband is tussen (on)veiligheid en criminaliteit. We voelen ons onveilig, dit komt door verschillende dingen. Ten eerste door de toenemende individualisering, het ‘wij’-gevoel maakt plaats voor het ‘ik’-gevoel. En door media en massacommunicatie, alles wat slecht is, wordt uitvergroot en over heel de wereld verspreid.
1.2.1. Veiligheid bevorderen Veiligheid heeft bijna altijd een negatieve bijklank, criminaliteit is alles wat slecht is en kwaad en ‘criminelen’ moeten zwaar gestraft worden. Het gaat dan niet om het bevorderen van veiligheid, maar om het bestrijden van onveiligheid. De meeste aandacht gaat dan naar repressie. Maar op die manier hollen we de feiten achterna. We zouden op een constructieve manier aan veiligheid moeten werken. We moeten actief zorgen voor een leefbare woon- en werkomgeving. Elk initiatief dat de buurt weer opbouwt, dat mensen opnieuw met elkaar laat praten, maakt deel uit van zo’n constructieve aanpak. Om opbouwend te werken aan het veiligheidsgevoel moeten we zorgen voor Sociale Veiligheidszorg. Het is u misschien opgevallen dat we altijd spreken over ‘wij’, ‘wij’ is u en ik en alle (gemeentelijke) diensten. Veiligheid is namelijk niet enkel de taak van het bestuur. Iedereen dient mee te werken aan sociale veiligheid. Een ingenieur, een leraar, een sociaal werker, politie, de preventiedienst dienen samen met jullie te werken aan een leefbare en gezellige en veilige buurt. 1.2.2. De kracht van preventie Voorkomen is beter dan genezen. Preventie is beter én goedkoper dan repressie. Er heerst een verkeerd beeld van preventie, meestal wordt het aanzien als de zachte aanpak. Maar preventie kan hard zijn, het is actief op zoek gaan naar problemen en er onmiddellijk iets aan doen. Om een misdrijf op de lossen zijn er tien rechercheurs nodig, een goede preventieve werking kan 10 misdrijven voorkomen. 1.2.3. Hoe vertaalt zich dat in Boom? Bij deze constructieve benadering van veiligheid ligt de klemtoon op preventie. Volgende zaken zijn belangrijk om blijvend aandacht aan te besteden en bij te sturen. 1.2.3.1. Criminaliteitspreventie Onze aandacht dient uit te gaan naar o.a. specifieke criminaliteitsfenomenen zoals fietsdiefstal, gauwdiefstal, auto-inbraken en woninginbraken. Dit vraagt een blijvende aandacht voor het plaatsen van diefstalwerende fietsenrekken, adviesverlening bij infrastructuurwerken in de gemeente, fietsgraveeracties, toezicht op risicovolle plaatsen en momenten, sensibilisering, samenwerking met politie, adviesverlening inbraak, premie inbraakpreventie, … Deze acties dienen ook steeds kort op de bal te spelen en blijvende aandacht voor sensibilisering is een must. Ook vandalisme verdient specifieke aandacht. We voeren hierin met z’n allen een gezamenlijke strijd. Vandalisme uit zich vaak in het zinloos vernielen van openbaar of privé-goederen. Het brengt heel wat materiële, financiële en morele schade toe aan de slachtoffers van deze zinloze, doch ergerlijke feiten. Vandalisme draagt ook bij tot een groter onveiligheidsgevoel, zowel door het plegen van de feiten zelf, als door de gevolgen die ze met zich meebrengen. De leefbaarheid van een straat, een wijk, een gemeente wordt er negatief door beïnvloed. Om dit tegen te gaan, staan wij voor een kordaat en effectief lik-op-stuk beleid. Wanneer preventieve maatregelen en waarschuwingen niet blijken te werken, moet het nemen repressieve maatregelen (boetes en gerichte – al of niet alternatieve – straffen) een logische verdere stap zijn. Uiteraard kaderen we deze vandalismebestrijding in ons ruimer plan van aanpak van overlast met een brede korf van maatregelen en met een gecoördineerd optreden van alle betrokken diensten (preventie, politie, gemeente, gerecht) dat kort op de bal speelt en permanent geëvalueerd wordt om steeds te kunnen inspelen op alle vormen van vandalisme. Wij vragen u, als inwoner van deze gemeente, uw verantwoordelijkheid te nemen en de vastgestelde feiten te melden aan de politie. Op die manier kunnen wij als gemeenschap dit storend fenomeen samen aanpakken en bestrijden. 1.2.3.2. Drugpreventie Via drugpreventie willen we alle mensen en organisaties leren omgaan met het drugthema. Drugs zijn alle middelen/handelingen die een invloed hebben op de personen die erbij betrokken zijn. Het gaat
dus zeker niet alleen over de illegale middelen en ook niet alleen over de jongeren van onze gemeente. Om dit te realiseren moeten we met alle mogelijke partners samenwerken en een beleid op maat ontwikkelen. Partners hierin zijn o.a. scholen, jeugdverenigingen, werkgevers, horeca, … Samen met alle betrokkenen werken we rond visieontwikkeling en sensibilisering. Ook hulpverlening is een belangrijke partner in het omgaan met het drugthema. Blijvende investering in dit thema is geen overbodige luxe. Als preventie, hulpverlening en repressie samenwerken, ieder op zijn terrein, kunnen we ervoor zorgen dat de overlast van druggebruik tot een minimum beperkt kan worden. Drugs is nl. van alle tijden en van alle culturen, we moeten blijven zoeken naar manieren om er mee om te kunnen gaan. 1.2.3.3. Sociale preventie Er worden reeds veel inspanningen geleverd om met verschillende projecten rond sociale preventie te werken. Heel belangrijk is hier het buurtbeheerproject. Het doel van dit project is het samenleven in de 5 Boomse wijken te verbeteren. In 1995 ging het project van start onder de naam ‘Den Oogen Boom’. De coördinatie hiervan werd aan de preventiedienst toevertrouwd. ‘Den Oogen Boom’ gaat enerzijds over Boom en anderzijds verwijzen de ‘Oogen’ naar het feit dat de gemeente oog wil hebben voor de noden van haar inwoners. Ook is het de bedoeling dat jullie mee een oogje in het zeil houden. Door een systeem van meldingsfiches en spreekuren in de wijk zelf kan iedereen opmerkingen en klachten kwijt in verband met het wijkleven in het algemeen en de leefbaarheid en veiligheid in het bijzonder. Kleine mankementen in de straat worden door een technisch interventieteam en een groenbrigade zo snel mogelijk aangepakt waardoor de buurt aangenaam en gezellig blijft. Ook de aanwezigheid van de stadswachters maakt dat velen onder jullie zich veiliger voelen. Door de start van de laatste fase “Wijkraden” wordt tevens een nieuwe impuls gegeven aan het wijkleven door o.a. communicatie tussen buren te verbeteren en activiteiten te stimuleren en te steunen. Sociale onveiligheid kan ook veroorzaakt worden door verschillende vormen van overlast. Zwerfvuil, sluikstort, rondhangende jongeren, hondenpoep, vandalisme en leegstaande panden zijn zaken waardoor men zich onwennig gaat voelen in een vertrouwde omgeving. Overlast voorkomen behoort dan ook tot onze prioriteiten. Hiervoor worden er op regelmatige basis acties gehouden rond verscheidene thema’s die op dat moment onze aandacht verdienen: hondenpoep en zwerfvuil, sluikstorten en rondhangende jongeren zijn hier enkele voorbeelden van. 1.2.3.4. Overlast Buurtbemiddeling is een stap vooruit in positieve samenwerking tussen buren: “kleine” ruzies tussen buren zullen we in eerste instantie via bemiddeling trachten op te lossen, zodat de stap naar politie of vredegerecht kan vermeden of uitgesteld worden. Ook via praatcafés kunnen we wijkgericht werken: op geregelde tijdstippen in verschillende cafés worden themagesprekken gevoerd met alle geïnteresseerden, politie kan hierin ook een partner zijn. Ook de aanpak van overlast, veroorzaakt door rondhangende jongeren, vraagt een specifieke aanpak: ouders kunnen hierin betrokken worden via een project buurtvaders en animatoren kunnen ingezet worden op de verschillende pleintjes van de gemeente, op plaatsen waar jongeren de buurt niet storen kunnen lummelhoekjes geïnstalleerd worden en dialoog tussen onze jongere en oudere inwoners van onze gemeente kan zorgen voor meer begrip voor elkaar. 1.2.3.5. Gemeentelijke Administratieve Sancties We willen allemaal leven in een samenleving die draait om respect voor eenieder. Hiervoor rekenen we mee op ieders eigen verantwoordelijkheid. Ook gelden er regels in onze gemeente. Deze dienen, zonder uitzondering, om het samenleven voor iedereen zo aangenaam mogelijk te maken. Wanneer er echter mensen zijn die denken dat zij deze regels niet hoeven te volgen, zijn wij als overheid genoodzaakt om hier tegenin te gaan. Onze politiediensten houden hiervoor een oogje in het zeil. Ook de mogelijkheden die gemeenten nu
hebben om hier tegenin te gaan, wordt graag aangenomen. Het blijft echter in eerste instantie een opdracht van de politiediensten om rond handhaving te werken. Het gemeentelijke luik is vooral aanvullend bedoeld. Gemachtigde ambtenaren die een gemeentelijke administratieve sanctie kunnen opleggen, dienen alle mogelijkheden en ondersteuning te krijgen die ze nodig hebben om hun stok achter de deur, indien nodig, te kunnen gebruiken. Als iedereen de regels van het spel echter volgt, voelen we ons op slag beter in onze omgeving. Het is ook niet de bedoeling om meer regels in het leven te roepen, wel een betere handhaving van de bestaande regels is noodzakelijk. 1.2.3.6. Verkeersveiligheid Als centrumgemeente en gemeente die een zeer sterke aantrekkingskracht uitoefent op schoolgaande jeugd en (fiets)recreanten, moet er verder gewerkt worden aan de uitbouw van een veilig fietspadennetwerk. De verbinding met Niel via een fietspad naast de spoorweg tot aan het station, de verbinding met Aartselaar, Kontich en Reet via vrijliggende fietspaden naast het gemeentelijk park, moeten in de volgende bestuursperiode gerealiseerd worden. Ook de verdere ontwikkeling van de fietsroute via de dijken kan verder gezet worden. Zwaar verkeer moet absoluut uit het centrum geweerd worden. Een mobiliteitscontract met de ondernemingen moet duidelijke richtlijnen bevatten met betrekking tot informatie over de bereikbaarheid van en de signalisatie naar onze industriezones. Natuurlijk moet de “banaan” en de hele verbinding tussen Krekelenberg I, II, het researchpark, A12 en E19 zonder uitstel gerealiseerd worden, zoniet zijn de inspanningen vanuit het gemeentebestuur m.b.t. een goede mobiliteit tevergeefs. In september wordt er jaarlijks aandacht besteedt aan de actie Veilig Schoolbegin in samenwerking met de Boomse scholen. Er worden educatieve plannen opgemaakt voor zowel lagere als secundaire scholen. Scholen werken samen met de preventiedienst om ook tijdens de rest van het jaar actief te werken rond verkeersveiligheid. Samenwerking met de technische diensten zorgt ervoor dat wegen en fietspaden veilig zijn, intelligente verkeerslichten, bredere fietspaden en verhoogde platformen, maken het veiliger voor de zwakke weggebruiker. Aan het begin en het einde van de schooldag worden uw kinderen veilig de straat over gelaten door onze stadswachten. 1.2.3.7. Straathoekwerk In onze zorgmaatschappij blijven er toch nog mensen uit de boot vallen of vinden de weg naar het ruime aanbod van hulp- of dienstverlening of vrijetijdscircuit niet. Getuige hiervan onze rondhangende jongeren, eenzame ouderen en jonge gezinnen die niet weten waar ze met welke vraag terechtkunnen. Straathoekwerk is de laagste drempel van dienstverlening die een gemeentebestuur kan aanbieden. We zijn dan ook terecht fier dat we dit aanbieden. Een straathoekwerker werkt letterlijk óp de straat met mensen die de reguliere kanalen (nog) niet gevonden hebben en leidt de hulpvragen naar de bestaande diensten. Ook hierdoor werkt straathoekwerk aan het verminderen van het onveiligheidsgevoel door contacten op te bouwen met iedereen die er behoefte aan heeft, door sociaal isolement te doorbreken en door aan het welzijn te werken van mensen die het gevoel hebben niet meer van belang te zijn in de samenleving. 1.2.4. Wat kunnen we nog doen? Buiten het voorkomen van criminaliteit en overlast, zullen we onze aandacht nog meer richten op het verbeteren van het veiligheidsgevoel. Senioren zijn hier een belangrijke doelgroep. Senioren kunnen minder uit de voeten en isolatie steekt de kop op. Als ze buiten komen voelen velen zich onveilig als er een groepje jongeren staat te ‘chillen’ op de hoek van de straat of een groep allochtonen een vreemde taal spreken. Ze vinden vaak de weg niet naar bepaalde zorgcentra. Een generatieoverschrijdend project, senioren in contact brengen met jongeren en culturen is nodig. Iets wat onbekend is, maakt angstig. Jongeren en ouderen staan soms lijnrecht tegenover elkaar, terwijl het angstgevoel kan opgelost worden als ze elkaar kennen en met elkaar praten. Ook in de sociale appartementen wordt er nog te vaak naast elkaar geleefd. Een
sociaal restaurant bijvoorbeeld brengt mensen van verschillende leeftijden en culturen samen; een ontmoetingsplaats waar ook de straathoekwerker een taak heeft. Op termijn kan dit uitgroeien tot buurthuizen. Verder dienen we ook diversiteitacties in de scholen aan te moedigen. Samenwerking tussen de verschillende diensten moet nog meer uitgebouwd worden. Samenwerking met politie in de aanpak van overlast en van verkeersveiligheid laten ons effectiever en gerichter werken. We zouden korter op de bal kunnen spelen. Thema’s m.b.t. geweld zijn onderhevig aan een veranderende maatschappij. “Nieuwe” geweldsthema’s zoals steaming, (cyber)pesten op school of elders zijn “nieuwe” uitdagingen voor welzijnswerkers en politiediensten. Er dient hieromtrent samengewerkt te worden met alle mogelijke partners op het terrein: scholen, sportbegeleiders, jeugdverenigingen,werkgevers, politie, … kunnen hierbij helpen om (preventief) met deze vormen van geweld om te gaan. Ook intrafamiliaal geweld verdient specifieke aandacht. Hiervoor is het belangrijk om slachtoffers te ondersteunen in hun zoeken naar oplossingen voor zichzelf en voor alle betrokkenen uit het gezin. Aangiftebereidheid en kordaat optreden van politiediensten is hierbij een must (sensibilisering). Begeleiding van slachtoffers en hun omgeving een fundamentele steun in de rug voor zij die met het probleem geconfronteerd worden. 1.2.5. Zacht waar het kan, hard waar het moet! Preventie, sensibiliseren, straathoekwerk, verbeteren en beveiligen van de fietspaden,… dit alles en nog veel meer heeft slechts zin indien vanuit het politiekorps en vanuit de gemachtigde ambtenaren gewerkt wordt aan een doorgedreven en streng handhavingsbeleid. Overlast, “kleine” criminaliteit, misdrijven,… alles moet op een even consequente en duidelijke wijze bestraft worden. Als een kind zijn gestolen fiets gaat aangeven en de politieagent doet alsof het onbelangrijk is, hoe kan een kind dan blijven geloven dat stelen niet mag? Als een automobilist merkt dat er niet opgetreden wordt tegen foutparkeerders, waarom zou hij dan zijn wagen correct parkeren? Ambtenaren, politie én justitie spelen een belangrijke rol en zijn het sluitstuk van een efficiënt veiligheidsbeleid. De burger verwacht dat de spelregels duidelijk zijn, voor iedereen; hij verwacht evenzeer dat er kort op de bal gespeeld wordt. De bevolking, de overheden en alle medewerkers van de politiezone Rupel hebben recht op een effectieve en efficiënte politie die haar steentje bijdraagt aan een integrale veiligheidsaanpak. Omdat het welzijn van de bevolking primeert, dient de aandacht van de politie niet alleen uit te gaan naar de objectieve veiligheid, maar ook naar de subjectieve onveiligheidsgevoelens. De politiezone Rupel zal de komende jaren naast verkeersveiligheid en het voorkomen van woninginbraken specifieke aandacht hebben voor het fenomeen overlast. Onderzoek wijst immers uit dat overlast in woonbuurten een belangrijke voedingsbodem is voor het ontstaan en versterken van onveiligheidsgevoelens. 1.2.6. Politie Onder overlast verstaan we sociale overlast waaronder o.a. uitgaansoverlast, burenconflicten en rondhangende jongeren maar ook fysieke overlast zoals rondslingerend afval, sluikstorten, niet onderhouden terreinen, vandalisme en graffiti. Het antwoord van de politie op de onveiligheidsgevoelens van de bevolking mag niet beperkt blijven tot “meer blauw op straat”. Minstens even belangrijk, is het om “blauw beter” en “beter blauw” op straat te krijgen en daar gaan we binnen de politiezone Rupel de komende jaren werk van maken. - Met “meer blauw op straat” zorgen we ervoor dat de politie voldoende zichtbaar, bereikbaar, aanspreekbaar en beschikbaar is; - “Blauw beter op straat” houdt in dat ze probleem-, resultaat- en klantgericht werkt; - “ Beter blauw op straat” bereikt ze met bekwame en betrokken medewerkers die optimaal ondersteund worden om voortdurend te leren, te groeien en te verbeteren. Geïnspireerd door het gemeenschapsgerichte politiemodel Bij de reorganisatie van de politiediensten naar een “nieuwe geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus” kozen de Belgische politieke verantwoordelijken resoluut voor het ‘community oriented policing’-model (het gemeenschapsgerichte politiemodel of COP-model genoemd).
De Belgische interpretatie van dit gemeenschapsgerichte politiemodel steunt op vijf basispijlers: − De externe oriëntering en de maatschappelijke integratie van de politie; − Het probleemoplossend (of eerder “probleemgericht”) werken; − Het bijdragen aan veiligheid en leefbaarheid in partnerschap; − Het afleggen van verantwoording aan diverse groepen van belanghebbenden en het ontwikkelen van bekwame betrokkenheid bij de eigen medewerkers en ook bij andere groepen van belanghebbenden. Dit model is méér dan een beleidsstrategie: het is een filosofie inzake politiezorg. Bij de verdere uitbouw en ontwikkeling van de gemeenschapsgerichte politiezorg binnen de zone Rupel zal er de komende jaren gewerkt worden op twee sporen. Werken voor en met mensen Een trein rijdt echter niet op één rail. Het tweede spoor is even belangrijk, zoniet nog belangrijker: de ingesteldheid van elke individuele politiemedewerker, te beginnen bij de leidinggevenden en hun belangrijke voorbeeldrol. De kwaliteit en dienstverlening van de politie wordt immers toch meer bepaald door mensen en in mindere mate door structuren, regels en voorschriften. Community policing gaat op het niveau van het individu onder meer over zich WILLEN inleven in de situatie van anderen, over WILLEN communiceren op een manier die aangepast is aan de desbetreffende specifieke situatie, over WILLEN empathisch luisteren, over WILLEN rekening houden met de verwachtingen van diegenen aan wie men diensten verleent. Dit willen is een zeer belangrijk aspect en slaat uiteraard op de ingesteldheid. Heel hard werken aan een positieve politiecultuur, een cultuur waarbinnen de visie op politiewerk, in casu gemeenschapsgerichte politiezorg, bespreekbaar wordt en wordt verhelderd, zowel binnen als buiten de politie. Dat tweede spoor leek in eerste instantie een moeilijk karwei gezien de feiten die in de loop van 2005 zwaar door het nieuws werden gehaald. 1.2.7. Brandweer Onze brandweerdienst werd gedurende de vorige bestuursperiode verder uitgebouwd tot een semiprofessioneel korps. De leiding werd sinds 01 januari 2000 overgedragen van een vrijwillig commandant naar een beroepscommandant. Bijkomend werden enkele beroepsbrandweermensen aangeworven, teneinde de service en uitruksnelheid te kunnen verbeteren. Vandaag staan we ook hier aan de vooravond van een grootschalige hervorming. Door de reeds gedane inspanningen in het verleden zowel op materieel- als personeelsvlak, zijn de uitdagingen die ons voorstaan belangrijker dan ooit. De centrale rol welk ons korps tot op heden heeft gevoerd in de brede Rupelstreek kan en moet worden bestendigd en zelfs verhoogd. Het korps van Boom heeft nl. een regionale functie en deze zal in de toekomst nog verder uitgebreid worden. De investeringen welke in onze gemeente werden doorgevoerd moeten duidelijk in de toekomst worden gehonoreerd. Het verschuiven van de beleidsverantwoordelijkheid van lokaal vlak naar een zonaal vlak is niet het signaal dat vandaag moet worden gegeven om een andere organisatie voor de hulpdiensten op stapel te zetten. Meer financiële tussenkomst vanuit de hogere overheid en goede bovenlokale afspraken i.v.m. grootschalige calamiteiten moeten de ruggengraat vormen van de brandweerdiensten van morgen. Voor Boom is hier een duidelijke en belangrijke rol weggelegd, iets waar we dan ook met alle mogelijke middelen zullen voor ijveren. Een uitbreiding van de beperkte beroepskern en het uitbouwen van onze brandweerkazerne tot een centrum voor de zonale civiele veiligheid blijven een strijdpunt en een streefdoel.
1.3. Warmte, gezelligheid en diversiteit Een gemeente zonder feestjes is als een café zonder bier. Het sociale weefsel van een wijk, straat, … herleeft snel als enkele enthousiastelingen samen de schouders onder een feestje steken. Mensen leren elkaar kennen, gaan elkaar appreciëren en kunnen uiteindelijk ook veel meer van elkaar verdragen. Mensen moeten hun stoel op straat zetten én hun TV afzetten. Praten, niet kijken, of erger nog, afgunstig gluren. Om al deze aanvragen van kleine tot grote feestjes te behandelen, is het nuttig om een “feestloket” uit te bouwen.
Iedereen die in Boom iets wil organiseren, passeert hier en ontvangt tegelijkertijd alle informatie (zonder teveel administratie) die nodig is om zijn of haar feest tot een goed einde te brengen. De functie van een evenementencoördinator dringt zich dan ook op. Het gemeentebestuur moet alles in het werk stellen om dergelijke kleinschalige buurtfeestjes te stimuleren. Meer nog, alle drempels moeten weggehaald worden. Dialoog tussen gemeentebestuur, organisator en omgeving is noodzakelijk voor het lukken van deze kleine en grote evenementen. Tegelijk moet het gemeentebestuur door een aangepaste begeleiding zorgen dat er geen of toch zo weinig mogelijk hinder wordt veroorzaakt in de buurt. Daarvoor enkele suggesties: - Uitbreiding en modernisering van het aangeboden feestmateriaal: - feestverlichting - herbruikbare bekers - vuilbakken - mobiele tapinstallaties - partytenten - vuurkorven; - Barbecue-, hamburger- en hotdogtoestellen moeten via de gemeente beschikbaar zijn; - Feestboek: een draaiboek voor onervaren organisatoren met praktische tips en checklists; - Subsidies voor publieke (buurt)feesten, te besteden bij lokale middenstanders in de vorm van een “feestcheque”; - Heldenplaats: een boeken- en/of rommelmarkt op zeer geregelde tijdstippen; - Parkfeesten als kapstok voor kleinschaliger buurtfeesten; - Zomermarktavonden op de pleintjes van de gemeente; -www.boomfeest.be én aankondigingborden op elk pleintje: up to date houden feestkalender voor en door iedereen; - Lijst ter beschikking stellen van partners, bedrijven, leveranciers,…; - School- en sportterreinen beschikbaar stellen voor feesten;
1.4. Woonkwaliteit - Het versterken van het sociale weefsel, en bijgevolg de sociale veiligheid verhogen is niet enkel terug te leiden tot politioneel optreden, buurtwerking of het organiseren van feestjes. - Sociale veiligheid heeft ook te maken met ruimtelijke planning, met verkeer, met aanleg van infrastructuur, … Een goed ontworpen en aantrekkelijke publieke ruimte is vaak een sociaal veilige plek. Een plek waar je ziet en gezien wordt, het liefst op elk moment van de dag, is meestal een sociaal veilige plek. Aangepaste verlichting, een goed beheer van de beplanting, straatmeubilair, vuilnisbakjes die regelmatig leeggemaakt worden bevorderen het sociaal veiligheidsgevoel. - De woonkwaliteit wordt echter niet alleen bepaald door straten, pleinen en plantsoenen, ook de staat van het woningpatrimonium, de industriële panden en vrijliggende terreinen bepalen het algemeen woonklimaat en bijgevolg het sociaal veiligheidsgevoel. - In het bijzonder moet er meer aandacht gaan naar de toegangspoorten (Kerkhofstraat, Kapelstraat, Nielsestraat, laterale wegen A12) en het centrum van onze gemeente. Zij zijn het hele visitekaartje van onze gemeente, zij bepalen het imago van onze gemeente. - Men kan bijgevolg niet streng genoeg optreden tegen verkrotting en verwaarloosde (bedrijven)terreinen. De toepassing van de reglementering m.b.t. de krotbelastingen moet versterkt worden. Eigenaars moeten met alle middelen aangezet worden hun eigendom fatsoenlijk te onderhouden. - Betaalbaarheid van koopwoningen is noodzakelijk om nieuwe (jonge) inwoners te blijven aantrekken. - Eigenaars die een positieve bestemming en uitstraling willen geven aan hun eigendom moeten door het bestuur actief ondersteund en begeleid worden via de cel Boom Groeit. Een selectieve en dynamische “immobiliënstrategie” moet ervoor zorgen dat Boom een aantrekkingspool wordt voor diverse gezinnen, jong en oud. Niet alleen het sociale weefsel zal hierdoor versterkt worden, maar ook de financiële draagkracht van de gemeente zal er wel bij varen. - Boom heeft een sterke traditie op het gebied van de sociale huisvesting. Met zo’n 15% aandeel in het woningbestand behoort Boom tot de koplopers in Vlaanderen. De laatste jaren werd zwaar geïnvesteerd in de renovatie van het bestaand patrimonium. Meer dan 25 miljoen euro werd geïnvesteerd om te komen tot moderne en comfortabele appartementen en woningen. Tegelijkertijd werd gewerkt aan de financiële gezondheid van de maatschappij. In dat
kader werden er een aantal woningen verkocht met een renovatieplicht. In de toekomst zal het Torengebouw verkocht worden. In de verkoopsakte zal opgenomen worden dat de 80 bestaande appartementen moeten gerenoveerd worden tot maximum 40 appartementen. De opbrengst van het torengebouw zal gebruikt worden voor het verder financieel versterken van de huisvestingsmaatschappij Goed Wonen.Rupelstreek. Bovendien zal men verder gaan met kleinschalige, inbreidingsgerichte nieuwbouwprojecten zoals in de wijken Noeveren, het Centrum, … - Men moet echter niet alleen aandacht hebben voor de stenen, neen de mensen, de huurder, moet centraal staan in het beleid van de sociale huisvestingsmaatschappij. Aangepaste huisvuilophaling (Moloks), bestrijding vandalisme, bewonersparticipatie, buurtacties, … moeten zoals in het verleden niet alleen bestendigd maar ook versterkt worden. Men mag echter niet uit het oog verliezen dat niet alleen het bestuur hier verantwoordelijkheid draagt, maar dat ook de verantwoordelijkheid van de huurders onontbeerlijk is voor een leefbare woonomgeving in de sociale woningbouw.
1.5. Mobiliteit Boom vervult met zijn centrale ligging een belangrijke mobiliteitstaak. Boom is een poort voor zowel de Brusselse hoofdstad als voor de metropool Antwerpen. Voor de inwoners van Boom heeft de gemeente reeds veel gerealiseerd. Alle verbindingen naar de buurgemeentes, Antwerpen en Brussel zijn rechtstreeks te bereiken met het openbaar vervoer: - Een trein rechtstreeks naar Antwerpen en Puurs; - Busverbindingen rechtstreeks naar Brussel (sneldienst), Antwerpen, Mechelen en alle nabijgelegen gemeentes; - Zelfs de belangrijke ziekenhuizen te Wilrijk zijn zonder overstap bereikbaar. De gemeente speelt een actieve rol om het sociale recht van mobiliteit te kunnen garanderen. Tussenkomst in tarieven voor: - 60+'ers; - abonnementen voor -12-jarigen worden reeds jarenlang mee door de gemeente gefinancierd; - woon-werkverkeer wordt eveneens voor 25% terugbetaald. Een betere uitbouw van de halte-infrastructuur staat prioritair op de lijst. Het comfort voor onze inwoners is dan ook zeer belangrijk. De gemeente, de Lijn en de NMBS werken nauw samen om het openbaar vervoer netwerk gefundeerd uit te bouwen. Verschillende projecten staan klaar om te realiseren. Een verdere uitbouw van het aantal verkoopspunten voor De Lijn in onze gemeente is startklaar. Ook het weekend-nachtvervoer is een realisatie waar de gemeente actief heeft voor gelobbyd. Dit project start op 8 januari 2007. Veilig van en naar de grootstad op vrijdag- en zaterdagnacht! Ook heel wat fietspaden werden heraangelegd en beter gesignaliseerd. Dit is een continu proces waar we elke dag mee bezig zijn.
1.6. Leefmilieu 1.6.1. Boom heeft een goedkoop en uitgebreid afvalbeleid Ondanks de verstedelijking van Boom blijven we jaarlijks onder de 150kg restafval. Dit is het resultaat van een goede samenwerking tussen de bevolking en het gemeentebestuur rond afvalvoorkoming en selectieve inzameling. Elke selectief ingezamelde fractie wordt huis aan huis opgehaald en het containerpark kan onbeperkt en gratis worden bezocht. Het volledige kostenplaatje voor deze dienstverlening bedraagt 1 miljoen euro per jaar. De bewoners betalen hier slechts 320.000 euro voor terug aan de gemeente via hun afvalzakken. Dit komt overeen met slechts 20 euro per persoon per jaar. De komende jaren zal het afvalbeheer nog sterk evolueren. Misschien vindt men een systeem dat alles terug samen mag aangeboden worden? In ieder geval, de volksgezondheid en ons leefmilieu, het prijskaartje en het gemak van de burger zullen blijven vooropstaan in ons beleid. Vele gemeenten geven hun containerpark aan een intercommunale om te participeren in een gemeenschappelijke intercommunale uitbating. Boom één wenst dat het containerpark gemeentelijk beheerd blijft, zodat de dienstverlening naar de burger optimaal blijft en
men zeer flexibel kan inspelen op nieuwe behoeften. Tijdens de warme dagen is het moeilijk om de restafvalzak 14 dagen bij te houden. Bepaalde etensresten die vlug verrotten kunnen max. 1 week in een koele ruimte bewaard worden. Vooral omdat er heel wat mensen zijn die klein behuisd zijn of op appartementsgebouwen wonen en hun huisvuil op het appartement moeten bijhouden moet er tijdens de zomermaanden een wekelijkse ophaling van restafval gebeuren. Geregeld blijven er afvalzakken op de stoep staan. Soms is het de schuld van de mensen – zakken die te laat of niet conform worden buitengezet – soms is het de schuld van de ophaler. Hierop moet door de gemeente zeer vlug kunnen inspelen. Vrijdags is dit moeilijk omdat er maar tot ’s middags wordt gewerkt. Als de ophaling naar dinsdag wordt verschoven is iedereen beter bereikbaar bij problemen. 1.6.2. Tragewegennet over gans de gemeente Buurtwegen worden vooral veelal ingepalmd door eigenaars of aanpalende gebruikers. Deze openbare wegen kunnen voor wandelaars een veilig en rustig alternatief vormen voor drukke straten. En, ze laten de gemeente vaak van een andere kant zien. In de Kleine Steylen hebben we reeds 1 buurtweg heropend. Boom één wil een tragewegenstafkaart opstellen voor het publiek. Alle Boomse trage wegen moeten terug toegankelijk worden gemaakt voor voetgangers. Schoon regenwater is geen afvalproduct maar een kostbare grondstof. Toch wordt het nog al te vaak als afvalproduct behandeld en afgevoerd met het vuile water. De laatste jaren werden er door de gemeente nieuwe rioleringen met gescheiden stelsel aangelegd. Hierdoor gaat het regenwater recht naar de Rupel en het vervuilde water naar Aquafin. Dit is goed maar het kan nog beter: regenwater moet zoveel mogelijk worden geborgen, hergebruikt en plaatselijk in de bodem worden geïnfiltreerd. Daar waar mogelijk moeten open grachten worden geherwaardeerd en onderhouden. Volgens de Europese onderrichtingen moeten alle gemeenten hun rioleringen tegen 2011 volledig hebben ontdubbeld. Het gemeentelijk zoneringsplan van de provincie geeft aan op welke wijze het afvalwater dient beheerd te worden voor de toekomst. 1.6.3. Regenwater is geen afvalwater De wijk Noeveren krijgt een volledig gescheiden rioleringsysteem. De open grachten en plaatselijke buffering worden waar mogelijk weerhouden. De Kleine Steylen zal via plaatselijke zuivering worden bediend. Hiervoor kan via de milieuconvenant subsidies worden bekomen. Bij de ontwikkeling van Krekelenberg II krijgt de waterhuishouding extra aandacht. De Boom/Nielbeek werd verlegd en ingebuisd. Een bijkomend opengrachtensysteem is noodzakelijk voor her oppervlaktewater van hoger gelegen gebieden en de KMO zelf op te vangen. De wateroverlast in de Kapelstraat, Laas en gekende punten dient prioritair aangepakt te worden. 1.6.4. Gratis energieaudit voor alle woningen, gekoppeld aan nuttige verbeteringen en begeleiding Veel mensen zijn niet op de hoogte van de slechte energieprestaties van hun woning. Iedereen moet de kans krijgen om minder te betalen voor zijn energie. Een energieaudit brengt de energieverliezen in kaart en geeft aan welke maatregelen er tegen welke kostprijs kunnen uitgevoerd worden. De reeds bestaande subsidies kunnen mee gekoppeld worden aan een gratis audit. Aan een gemeentelijk energieloket kan men alle info krijgen rond energieaudits, energiebesparingen, premies, sociale tarieven, leveranciers, enz. 1.6.5. Groen voor iedereen Iedere Bomenaar moet op wandelafstand toegang hebben tot een waardevolle groene ruimte. Als de groenaanplantingen de kers op de taart zijn van een openbaar werk, dan moeten we ook van bij de planningsfase aandacht besteden aan dat groen. Groene leefkwaliteit kost centen maar geeft een grote meerwaarde die ervoor kan zorgen dat de investeringen op termijn terug worden betaald. Het buurtplein achter de Kapelstraat/Kerkhofstraat moet worden ingericht met voldoende parking voor de bewoners, met aandacht voor de waterhuishouding van de omgeving en buffering voor de rondweg De Schomme. De bestaande wijkpleinen moeten in samenspraak met de omwonenden worden
geëvalueerd. De Kleine Steylen is het enig overblijvende origineel landschap van de gemeente Boom. Dit gebied moet erkend worden en uitgebouwd worden tot een landschapseducatief centrum. Het binnengebied van de sociale woningen aan de Kruiskenslei is een zeer nuttige verpozingruimte voor de vele appartementbewoners. De bosaanplantingen moeten gefaseerd beheerd en vernieuwd worden. Duurzame bomen moeten stilaan het bosgoed vervangen. De mooie rustgevende tuin van de Dekenij zou beter moeten geïntegreerd worden in het centrum. Om ons centrum aantrekkelijker te maken moeten er meer groene rustpunten komen. Boom heeft een mooi park. Dit park heeft ondertussen een parkbeheerder die instaat voor het dagelijks onderhoud. Het parkbeheersplan dat i.s.m. de parkbezoekers en residenten werd opgesteld, geldt als leidraad voor de beheerswerkzaamheden. Vanaf 2006 beschikken we nu ook over een landschapsbeheersplan voor ons park. Dit laat ons toe om nu ook alle infrastructuur, de Franse vijvers, de bruggen, de trappen, de poorten enz. in ere te herstellen. De parkspeeltuin is een van de realisaties van deze legislatuur waar we zeer fier mogen over zijn. Enkele schaduwelementen zullen het onze kleintjes tijdens de zomermaanden nog aangenamer en gezonder maken. Het melkhuisje moet worden uitgebouwd tot een eigentijdse praattaverne, waar ouders maar vooral ook kinderen zich thuis voelen. Bos N is een natuurlijk ontwikkelde groene long die we moeten koesteren en waarderen voor wat ze is. Dit gebied laten we spontaan ontwikkelen. Het beheersplan van Bos N wordt nauwlettend gevolgd en in samenwerking met Natuurpunt Rupelstreek en de milieuraad worden beheerswerken uitgevoerd. De randen vormen een overgangszone tussen bouwzone en natuurgebied. Een milieueducatief centrum is de kroon op ons park. In nauw overleg met Natuurpunt, Velt en Vibe en de milieuraad werd het milieueducatief centrum verder uitgebreid. Het doel van dit opzet is hier een plaats creëren waar natuur, milieu en ecologie hand in hand gaan met educatie, lifestyle en duurzaamheid. De compostdemoplaats, de bloemenweiden en de kruidentuin zijn reeds aangelegd. De imker heeft ook reeds zijn thuishaven. Een klein boerderijdierenverblijf wordt een aantrekkingspool voor de kinderen. In Boom moet elk kind nog kunnen ervaren dat pieren niet vies zijn en hoe aardbeien groeien. Het huis is ondertussen stabiel bevonden en kan dus gerenoveerd worden in plaats van af te breken. Een samenwerkingsproject tussen de Steenschuit en de gemeente rond sociale tewerkstelling zou al deze goede ideeën nog verder verrijken. Vibe begeleidt de werkgroep tot het bouwen van een duurzaam centrum. Hier vervult dan de gemeente een voorbeeldfunctie: alle snufjes in verband met duurzaam bouwen kunnen hier aan de bevolking worden getoond, voorbeeld hiervan is het werken met groene daken. Verder zal er plaats zijn voor een natuurbib en een dynamisch leerpad. In de polyvalente ruimte kunnen vergaderingen en tentoonstellingen worden gehouden. In de keuken kunnen er i.s.m. Velt natuurkooklessen worden gegeven. De kruiden en groenten kunnen in de natuurtuin worden gevonden.
Strategische doelstelling 2: (sociale) dienstverlening waarborgen Boom blijft op de best wat betreft dienstverlening Boom is altijd een sociale gemeente geweest. Een studie van de Universiteit van Louvain La Neuve, in opdracht van het weekblad Knack, plaatste Boom op de eerste plaats, wat betreft dienstverlening, van alle gemeenten in Vlaanderen. De gemeente, het OCMW, PWA en IMSIR bieden in sterk onderling overleg een brede waaier van dienstverlening aan: van bejaardenhulp, poetsdienst, dienstencheques, maaltijden aan huis, tot serviceflats, kort-, dag- en residentieel verblijf in een prachtig, zopas geopend, woon- en zorgcentrum Den Beuk. Beter kan het bijna niet, zou je zeggen. Nochtans moeten we streven naar een nog betere sociale dienstverlening. In de eerste plaats moeten we streven naar een betere detectie van de sociale noden in onze gemeente. Hier speelt vooral een goede buurtwerking een belangrijke rol. Het zijn immers de buren die dikwijls als eerste op de hoogte geraken van hulpbehoevende medemensen. Maar tot wie moet men zich wenden? De veelheid van instanties, loketten en hulpverleners, de wirwar van wetten en de gecompliceerdheid van regelgeving maakt een doeltreffend optreden zeer moeilijk. De recente oprichting van het Sociaal Huis in de gebouwen van het OCMW is de eerste stap in de goede richting. Zij die hulp behoeven moeten via één aanspreekpersoon verder kunnen geholpen worden.
2.1. Sociaal beleid op maat van iedereen Een gemeente bestaat uit een diversiteit van leeftijden en gezinsvormen. Een doelgroepenbeleid kan nuttig zijn, maar met maatregelen die alleen op een bepaalde doelgroep zijn gericht, wordt niet altijd het verhoopte resultaat bereikt. Alle beleidsdomeinen en bijgevolg elk lid van het schepencollege moet zijn beleid toetsen aan de impact op de onderscheiden doelgroepen in onze gemeente. Er moet aandacht zijn voor de fysieke toegankelijkheid van gebouwen en pleinen (vb. gemeentehuis) alsook voor de bereikbaarheid van diensten en voorzieningen, van winkels, voor de mogelijkheid aan sport- en cultuuractief te zijn, voor het stimuleren van samenhorigheid en verenigingsleven, voor de veiligheid en veiligheidsgevoelens van senioren, gehandicapten,… Daarnaast moet er natuurlijk aandacht zijn voor de specifieke noden van de onderscheiden doelgroepen. Een gemeentebestuur kent zijn inwoners en de wezenlijke behoeften van zijn doelgroepen. De senioren vormen in onze gemeente een belangrijke doelgroep. 25% van onze bevolking is +60 jaar. Voor deze, soms kwetsbare bevolkingsgroep, dienen de specifieke doelstellingen niet alleen behouden, maar doelgericht verder ontwikkeld te worden. Een planmatig seniorenbeleid Onze gemeente heeft een schepen die verantwoordelijk is voor het seniorenbeleid. De schepen moet vanuit het beleid nog meer coördineren en organiseert b.v. overleg tussen de politieke verantwoordelijken van de verschillende beleidsdomeinen die de senioren aangaan, zijnde o.m. OCMW (basisinkomen en huisvesting,…), IMSIR (thuishulp, maaltijden aan huis, …), Sociale Bouwmaatschappij (huisvesting, …), Den Oogen Boom en politie (veiligheid, …), seniorenadviesraad en seniorenverenigingen (adviseren van het beleid, en organiseren van nuttige en aangename vrijetijdsindeling, …). 2.1.1. Senioren De seniorenadviesraad De seniorenadviesraad kan op eigen initiatief of op verzoek van het college van burgemeester en schepenen, de gemeenteraad, OCMW en andere participanten in het sociaal beleid (IMSIR, Soc. Bouwmaatschappij, …) advies uitbrengen over aangelegenheden die de senioren aanbelangen. De aangezochte besturen moeten over de adviezen van de seniorenraad schriftelijk en gemotiveerd antwoorden. Een seniorenraad mag dus geen feestcomité zijn, maar integendeel een ernstige deelgenoot zijn in het gemeentelijk sociaal seniorenbeleid.
Eigentijdse communicatie bevorderen De gemeente kan aan de senioren meer kansen bieden tot moderne communicatie- en informatiemiddelen. Het ter beschikking stellen via een retributiereglement van een P.C. in het gemeentehuis, bibliotheek, cultuurcentrum, … gekoppeld aan het gratis inrichten van computer- en internetcursussen behoort tot een modern seniorenbeleid. Hierdoor zal de leergierigheid van de senioren aangemoedigd worden en de sociale contacten met familie en vrienden vergroten. Verdere uitbouw van de dienstverlening aan huis - Het spreekt vanzelf dat alles in het werk moet gesteld worden om als senior zo lang mogelijk in uw eigen vertrouwde omgeving te kunnen wonen. Dit komt niet alleen de senior zelf ten goede maar ook vanuit financieel oogpunt, zowel voor de maatschappij als de senior, is deze optie voordeliger dan een opvang in een woon- en zorgcentrum; - Onze gemeente mag terecht fier zijn op het gevoerde seniorenbeleid. Dit mag echter niet verhinderen dat verdere uitbreiding van sociale ondersteuning aan de senioren dient voorzien te worden. De veroudering van onze bevolking en de nieuwe inzichten en eigentijdse behoeften van de seniorengroep doet de vraag naar nieuwe dienstverlening aan huis toenemen. (wassen en strijken, grote kuis, onderhoud van de tuin, boodschappen doen, persoonlijke verzorging, …). Lokale sociale economiebedrijfjes kunnen deze dienstverlening in overleg en onder controle van het gemeentebestuur uitbouwen. De door hen geboden diensten aan huis komen niet enkel de senioren ten goede. Deze bieden ook nieuwe kansen voor jongere lager geschoolden; - De ondersteuning van deze senioren moet gebeuren vanuit plaatselijke buurthuizen. Deze ontmoetingsplaatsen in de onderscheiden wijken (Bosstraat, Noeveren, Kruiskenslei, Driehoek, Boom Noord, …) moeten de place to be worden voor 60-plussers, professionele en vrijwillige hulpverleners, buren, … In deze buurtcentra worden sociale contacten gelegd, bij een pint of een kom soep, kan men informatie inwinnen via zitdagen van maatschappelijke assistenten. Vanuit het Sociaal Huis op het Van Cleemputplein moet i.s.m. alle openbare instanties, de werking van deze buurtcentra gecentraliseerd worden; - De ondersteuning thuis kan nog versterkt worden via het personenalarmsysteem. Het personenalarmsysteem is vooral bedoeld voor bejaarden die zich moeilijk kunnen verplaatsen of die lijden aan evenwichtsstoornissen. Via een alarmcentrale, een toestel en een draadloze alarmknop kan de hulpbehoevende dag en nacht hulp inroepen. Het systeem moet meer gepromoot worden en de huurprijs voor zulke systemen moet zo laag mogelijk gehouden via eventuele tussenkomst van gemeentelijke subsidies. Toch zal er een dag komen dat het te zwaar wordt voor de senioren om een volwaardig huishouden te runnen. Dikwijls is men nog te gezond om in een rusthuis te verblijven, bovendien zijn de wachtlijsten ontzettend lang. Onze gemeente biedt dan een tussenoplossing aan: de serviceflats. Ook hier zijn de wachtlijsten lang. Een dringende uitbreiding van de serviceflats dringt zich op. De herbestemming van de site Den Brandt biedt onder meer ruimte voor niet minder dan zestig (60) serviceflats. 2.1.2. Onze kinderen, het kapitaal van de toekomst! Onze gemeente groeit … Er is een stijgende inwijking van alleenstaande jongeren en jonge gezinnen. De nieuwbouwprojecten en de uitgebreide dienstverlening liggen aan de basis van de aantrekkingskracht in Boom. Het uitgebreide scholenaanbod, de mooie groene verpozingruimten zoals de Schorre en ons park, uitdagende sportmogelijkheden en een rijk cultuuraanbod halen deze jonge gezinnen naar Boom. In onze gemeente wonen ongeveer een 1.200 kleuters (0-5 J) en 1.300 kinderen (6-12 J). Zij verdienen alle aandacht opdat ze een kansrijke jeugd kunnen beleven in – hun - Boom. De ouders moeten daarbij de nodige ondersteuning krijgen en kunnen rekenen op een kwaliteitsvol, betaalbaar en toegankelijk kinderopvangaanbod. Kinderopvang is geen luxe maar een moderne noodzaak Heel wat verschillende opvanginitiatieven zijn in Boom reeds werkzaam. Een meer gecoördineerde samenwerking tussen zowel openbare als privé-initiatieven zou het aanbod nog toegankelijker kunnen maken. In onze gemeente kan men momenteel een 260-tal kinderen opvangen in privé-initiatieven, erkend door Kind en Gezin (onthaalouders en 2 privé-crèches en een samenwerking KaDrie). De gemeentelijke buitenschoolse kinderopvang verwelkomt kinderen tussen de 2,5 à 12 jaar. Deze dienst
is gehuisvest over 2 sites ’t Kersenpitje en ’t Beukennootje en heeft een opvangcapaciteit van 110 kinderen. Tijdens de grote vakantie is de speelplein- en SWAP-PASwerking het toevluchtsoord voor de groteren (6-15 J). Voor de niet-georganiseerde jeugd is den Uit in de wijk Kruiskenslei een nuttig en gesmaakt initiatief geweest, uitbreiding naar andere wijken is aangewezen. Daarbij moet er extra aandacht gaan naar de kansarme jongeren. De verschillende gemeentelijke initiatieven hebben een zeer laagdrempelige en sociale tariefstelling. Een laagdrempelig ouderonthaalbureau Aankomende en jonge ouders worden dikwijls van het kastje naar de muur gestuurd wanneer zij informatie zoeken rond kinderopvang, babyklachten of opvoedingsproblemen. Een ouderonthaalloket kan een informatieve, adviserende of doorverwijzende taak tot zich nemen. Overzichtelijke brochures rond bepaalde thema’s kunnen hierbij een handig hulpmiddel zijn. Mantelzorg voor kinderen (0 – 5 J.) Vele grootouders en familieleden die hun kleuters opvangen verdienen alle respect en waardering. Niet iedereen die uit werken gaat kan op deze luxe rekenen en valt dan terug op een gemeentelijk of privé-initiatief, erkend door Kind en Gezin. In Boom zijn alle kinderen gelijk en verdienen een gelijke bejegening. Alle Boomse gezinnen waarvan de kinderen voor een geldige reden moeten worden opgevangen, hetzij in een privé- of gemeentelijke opvang of bij familie, verdienen dan ook een eerlijke mantelzorgsubsidie voor hun kind. BKO ’t Kersenpitje in een nieuw kleedje Onze BKO gelegen in het centrum van de gemeente is het oudste voor- en naschoolse opvanginitiatief van de gemeente. Dit pand heeft een degelijke renovatie nodig of misschien kan ’t Kersenpitje wel verhuizen? Indien er voor een nieuw pand wordt gekozen zal de centrale ligging tussen de verschillende scholen van het centrum een noodzaak blijven. Een mooie speeltuin en de nodige parkeerplaats voor de ouders die hun kinderen komen ophalen zijn onontbeerlijk. Een gemeentelijke crèche dringt zich op Er zijn in onze gemeente zeer degelijke privéopvanginitiatieven. Toch moeten vele jonge ouders zich met hun baby buiten Boom begeven wanneer het zwangerschapsverlof voorbij is en de werkplicht terug roept. Een gemeentelijke crèche met eerlijke tariefstellingen, een degelijke opvangcapaciteit, in een kwaliteitsvolle omgeving moet complementair zijn aan de reeds bestaande maar volgeboekte initiatieven. Onderzoek naar samenwerkingsinitiatieven met andere partners kan eventueel de kosten drukken en het aanbod verhogen. Goede jeugdzorg = basis voor een goede gezinszorg! Boom heeft een grote aantrekkingskracht bij jongeren vanuit de hele regio. Dagelijks lopen een 6000tal jongeren hier school. Ook de klassieke jeugdbewegingen en jeugdafdelingen van sport- en cultuurverenigingen kennen in Boom nog een goed en bloeiend bestaan. De gemeente heeft een rijk aanbod aan Speelpleinwerking, Grabbelpas, Buitenschoolse Opvang. Boom moet in haar ontwikkeling jonge gezinnen aantrekken en heeft daarvoor vele troeven: goede scholen in ASO, TSO en BSO en dit tot op niveau van Hogeschool, een mix van kleinschalige geborgenheid in de wijk(speel)pleintjes en de 3 locaties van de BKO en stedelijke vrije tijdinfrastructuur (sporthal, cultuurcentrum, gemeentelijke academie voor muziek en woord, zwembad, speeltuinen, park). Boom één wil een jeugdbeleid dat alle kinderen en jongeren kansen geeft op sport, spel en ontspanning. Er blijft dus een sterke ondersteuning uitgaan naar jeugdverenigingen, zo kan het kampvervoer in de toekomst gratis worden. Maar tegelijk is ook een actief gemeentelijk jeugdwerk nodig voor de (nog) niet-georganiseerde jongeren. Jeugdbeleid is echter meer dan sport en spel. Ook onderwijs en kansen om deel uit te maken van de gemeenschap via tewerkstelling horen daarbij. Al deze dingen samen zijn belangrijk voor Boom Eén. Alle jongeren moeten voor ons een waardevolle bijdrage kunnen leveren aan de samenleving en van die samenleving waardevolle dingen ontvangen (goede vorming, werk, mogelijkheid tot ontspanning, vrijheid tot eigentijdse culturele expressie, …). Het onderwijs en welzijnswerk in Boom moet jongeren perspectieven bieden. Naar school gaan is vanaf het begin een dure aangelegenheid voor de ouders. Buiten de eindtemen om hebben de scholen ook nog een opvoedende taak i.v.m. gezondheid en welzijn van kinderen. Elk initiatief hieromtrent kan zeer nuttig zijn maar heeft echter zijn prijskaartje. Boom Eén wil deze kosten
mee helpen dragen, door aan elke leerling een chequeboekje te overhandigen. Deze cheques geven een reductie bij bv. schoolzwemmen, fruit eten op school, zee- of sneeuwklassen. Dialoog tussen Bomenaars van verschillende generaties is niet altijd gemakkelijk maar moet wel gevoerd worden want … Boom is één. Concrete punten voor jeugdbeleid: - Een jeugdhuis en polyvalente zaal op De Klamp om ook de jongerencultuur een plaats te geven in de gemeente; - Een repetitielokaal voor jeugd(rock)groepjes verbonden aan de multifunctionele ontmoetingsruimte; - Buurtsport en jongerenwerker moeten de Boomse jeugd toeleiden naar het gemeentelijk jeugdwerk, zoals het speelplein, de jeugdbeweging voor de kleinsten en sportverenigingen voor de tieners; - Sportinfrastructuur in gemeente-eigendom moet openstaan voor alle jongeren (verenigingen die deze infrastructuur huren of semi-permanent gebruiken dienen verplicht maar met gemeentelijke promotionele ondersteuning instuifmomenten te organiseren); - Fietspools via PWA of stadswachten; - Sterkere uitbouw van de cityteams (jobstage in de gemeentediensten voor 16-jarigen) die maatschappelijke betrokkenheid en werkervaring combineren; - Een gemeentelijke netoverschrijdende “laatste 100-dagen” in veilige en goede omstandigheden in De Schorre, tegelijk actie Boom als “scholengemeenschap”; - Een job- en studiebeurs met oud-leerlingen van de Boomse scholen (i.s.m. CLB, universiteiten, VDAB, bedrijfswereld, …); - Speelstraten tijdens de vakanties in alle Boomse wijken (basispakket en premie); - De Dekenij als speelplaats openstellen voor jeugdverenigingen (in het Centrum); - Overleg met De Schorre over afbakening van een zone voor avontuurlijk spelen (Robinsonspeeltuin); - Jeugdverblijfplaats (weekendkamp) in De Schorre. 2.1.3. Diversiteit Boom één wil een samenleving die het wij-zij denken overstijgt. De georganiseerde multiculturaliteit, zo wordt Vlaanderen een kleurrijke, hechte gemeenschap. Met Boom één geloven we in de interculturele samenleving. In dat veelkleurige Vlaanderen van nu en de toekomst heeft iedereen enerzijds het recht maar anderzijds ook de morele plicht om zich te engageren door integratie. Met respect voor de basiswaarden en de wetten van onze westerse samenleving, maar evengoed met respect voor ieders wortels en historische identiteit. We stellen dus: - Boom één is gekant tegen elke vorm van discriminatie, uitsluiting en achterstelling van mensen, om welke reden of op welke grond ook; - Boom één wenst zich in te zetten voor een open, vriendelijke, vredelievende en veelkleurige Boomse samenleving waar aan alle hier levende gemeenschappen en individuen, naast gelijke plichten, ook gelijke kansen en rechten worden gegarandeerd; - Boom één is bereid mee te bouwen aan een gemeente waar iedereen elkaar respecteert in zijn of haar eigenheid, omdat we ervan overtuigd zijn dat culturele diversiteit een rijkdom is waar eenieder beter van wordt en voordeel bij heeft; we nemen ons dan ook voor om hiertoe zo veel mogelijk initiatieven op te zetten of te ondersteunen; - Boom één zal zich blijven verzetten tegen alle krachten die racisme, discriminatie, haat en onverdraagzaamheid prediken en verspreiden, omdat wij weten dat vele ‘samenlevingsproblemen’ vooral gebaseerd zijn op ongegronde vooroordelen of het systematisch zwart maken van een doelgroep; - Boom één wil een constructieve bijdrage leveren om de échte problemen die er zijn te onderkennen, deze concreet te omschrijven en er in gezamenlijk overleg praktisch uitvoerbare oplossingen voor te vinden; - Boom één zal er blijven over waken dat de haat en onverdraagzaamheid geen plaats krijgt in onze Boomse (autochtone en allochtone) harten. Dit betekent concreet: - Werken aan het de verdere uitvoering van het minderhedenbeleidplan en zijn actiepunten. Dit is een goeie basis en wordt bijgestuurd waar nodig; - Allochtone jongeren niet langer in de kou laten staan door het bestrijden van sociale uitsluiting: oprichting van een lokaal meldpunt voor discriminatie en racisme; - Participatie door opname in de gemeentelijke adviesraden;
- Aandacht voor ouderenzorg en begraving van allochtonen; - Meer diversiteit in het cultuurbeleid bv.: door een aangepaste programmatie van het Cultuurcentrum; - Betere ondersteuning van de scholen via het Lokaal Overleg Platform met als doel de uitval uit het onderwijs verminderen; - Inspanningen op vlak van tewerkstelling, een actieplan voor de werkloze jongeren in Boom: via de nieuw te vestigen bedrijven op de Klamp, via stadswachten, etc; - Structureel overleg tussen de overheid en de allochtone gemeenschappen; - Intensievere ondersteuning van het allochtone verenigingsleven en interculturele initiatieven; - De positieve beeldvorming stimuleren: bijvoorbeeld een dag van de nieuwe Belgen voor de genaturaliseerden van dit jaar; - Prioritaire aansporing voor scholieren en hun ouders net als nieuwkomers om Nederlands te leren; - Een gecoördineerde aanpak van het spijbelen met een curatief en preventief luik is eveneens noodzakelijk om de uitstroom tegen te gaan; - Sport als integratie: de sportverenigingen garanderen een open en democratische werking naar minderbemiddelde (allochtone) kinderen indien ze gebruik maken van gemeentelijke infrastructuur.
2.2. Dienstencentrum Van Cleemputplein Bij het aantreden van het bestuur in 2001, werd de zeer moeilijke maar ook moedige en hoogstnoodzakelijke beslissing genomen om de ziekenhuisactiviteiten in Boom te staken. Onze gemeente had niet voldoende financiële draagkracht om de verzorging van geheel de regio op zich te nemen. In de nabije toekomst zal het OCMW terug kunnen beschikken over de gebouwen aan het Van Cleemputplein. Door de goede zorgen en het bestendig onderhoud beschikt het OCMW nu over een volledig vrij en onbelast gebouw in zeer goede staat. Het gebouw ligt op een uitstekende locatie. Er zijn méér dan voldoende parkeermogelijkheden, ligt centraal in de gemeente, is zeer goed bereikbaar voor zowel gemotoriseerd verkeer als voor voetgangers en fietsers. Een ideaal gebouw dus om in de toekomst ingeschakeld te worden in een nog betere dienstverlening. Een unieke kans om sociale en publieke functies die nu nog krap of slecht gehuisvest zijn een nieuw onderkomen te geven. Er is voldoende plaats om naast zestig (60) serviceflats ook nog huisvesting te bieden voor diensten van VDAB en RVA, centrum voor Basiseducatie, kinderdagverblijf, buitenschoolse kinderopvang, sociaal restaurant en dienstencentrum. Ook de herlocalisatie van het politiecommissariaat van de zone Rupel kan hier een onderkomen vinden. Boom één ziet cultuur als een concrete toepassing van ons geloof in de maakbare samenleving. Via cultuur kunnen mensen elkaar ontmoeten. In cultuur worden dingen gedeeld: emoties, overleveringen, verhalen over hoe het was of kan zijn, dromen ook. Via cultuur spreken we over onszelf, elkaar en de maatschappij. Boom één wil op inhoudelijk gebied dus dat het gemeentelijk cultuurbeleid via CC de Steiger aan alle Bomenaars en verhaal te vertellen heeft. Dat ons erfgoed en ons verleden een blijvende zinvolle plaats krijgen in wat het betekent om ‘van Boom’ te zijn. We willen ook best wel trots zijn op onze gemeente en mensen het gevoel te geven dat ze hier echt thuis kunnen zijn. We willen dus met anderen delen wat hier te beleven is, wat waard is om verteld te worden. We blijven dus jaarlijks thema’s met bovenlokale uitstraling uitwerken zoals dat gebeurde bij de tentoonstellingen van Lamot of Booms Glas en het project 100 jaar Cinema. Concreet willen we met vereende krachten starten met een groots opgezet regionaal cultuurproject (toneelstuk, musical) waarin de figuur van ‘de Rupel’ centraal staat voor het jubileum van 10 jaar CC De Steiger. Met steun van de impulssubsidies van de Vlaamse Gemeenschap, figuren als Herbert Flack en de ervaring uit de regionale samenwerking uit het Klinkaertjaar, Aarde-Werk zal Boom cultureel in de regio op de kaart worden gezet. Waar we voor passen is het getwist over het verschil tussen elite en volkse cultuur. We willen een cultuuraanbod dat past bij onze bevolking. De programmatie van CC De Steiger moet een diverse afspiegeling zijn van de bevolking. Via samenwerking met allerhande ‘cultuurankers’ zoals de wijkraden, de seniorenadviesraad, de jeugdraad en alle andere raden, de lokale verenigingen, kunstenaars en scholen wil Boom één ervoor zorgen dat cultuur niet zweeft boven de hoofden van de mensen. Het cultuurbeleid is dus ook een actieve partner in de Brede School Boom (zie Onderwijs). Qua culturele infrastructuur zal er een herschikking moeten komen.
Deze infrastructuur is trouwens de basis voor het gemeentelijk cultuuraanbod maar ook van het verenigingsleven voor allerhande socio-culturele activiteiten gaande van toneel, concerten tot eetfestijnen en fuiven.
2.3. Cultuur Een polyvalente zaal Feestpaleis/evenementenhal op de Klamp kan een kruisbestuiving vormen met de jeugdinfrastructuur zoals het jeugdhuis, de repetitielokalen, etc. Tegelijk kunnen de activiteiten van CC De Steiger doorgaan in een modern en technisch verbeterde omstandigheden dan halveeeuweling die het huidige Feestpaleis is. Bovendien kan evenzeer een moderne bibliotheek hier een onderkomen vinden (zie verder “De Klamp). Een polyvalente en moderne zaal aan de gunstige ligging langs de A12 en toch dichtbij het centrum van Boom zal ook congressen en commerciële activiteiten aantrekken zodat meer mensen gebruik maken van de zaal. Tegelijk zullen er ook meer inkomsten geput kunnen worden uit deze activiteiten. De schouwburg is een unieke zaal, met geroemde akoestiek en garandeert leven rondom de Grote Markt. Boom één kiest voor de moeilijke weg om deze volledig ingebouwde zaal gefaseerd te renoveren als kloppend cultureel hart in ons centrum. Wat tentoonstellingsruimten en vergaderzalen betreft moet een mooie galerij langsheen de Kaai onderzocht worden om meer mensen voor langere tijd in onze gemeente te laten vertoeven. Ook de informatica moet zijn intrede doen in het modern beheer. Een cultuursite voor de verenigingen en gebruikers van CC De Steiger moet de site van het Cultuurcentrum vervolledigen. Zo moeten aanvragen voor materiaal of zaalhuur online kunnen gebeuren via dit digitaal loket kunnen verlopen. Ook een gemeentelijke activiteitenkalender (gekoppeld aan Cultuurnet) moet door de verenigen zelf gevoed en aangepast kunnen worden. De beschikbaarheid van de zaal moet mits paswoord raadpleegbaar zijn en zelfs reserveringen kunnen via die weg afgehandeld worden. Een anti-Kafka-plan in de vrije tijd moet de regeltjes en formulierenstroom afbouwen. In samenwerking met de provincie Antwerpen moet het erfgoed van de baksteennijverheid in de lokale musea en daarbuiten beschermd en ontsloten worden. Boom één zet zich dus in voor de unieke situatie op Noeveren. Daar dient de site Lauwers omgevormd te worden tot een ‘economuseum’ waar toerisme, economie en opleiding samen gaan. Boom telt meer dan 70 sportverenigingen, van uiteenlopende aard en kunnen, van topsport tot recreatief. Prachtige inspanningen zijn er gerealiseerd zoals: - Voor het voetbal met de inplanting van de nieuwe terreinen op de Schomme, met sanitair en chalet; - Voor het basket met de sporthal achter de bibliotheek die voorzien is van een aangepaste vloer en een schitterende lichtinstallatie, en een uitbreiding van het sanitaire gedeelte en de cafetaria; - Voor het tennis met de aanleg van 4 terreinen, die voorzien zijn van een nieuwe kunststof ondergrond; - Voor de zwemclub de ijsberen die met de aanpassingen aan het zwembad over een van de mooiste accommodaties beschikken. Dat sport gezond is daarvan moet de Bomenaar niet meer overtuigd worden, maar als gemeentebestuur moeten wij inspanningen blijven leveren om voor de uiteenlopende sporten de mogelijkheden te optimaliseren. Samen met de scholengemeenschap zouden we verder kunnen overleggen om het gebruik van sporthallen en overdekt zwembad nog meer te benutten.
2.4. Sport Uitkijken naar een mogelijkheid om samen via provincie (De Schorre) het inplanten van een sporthal met polyvalente zaal te kunnen realiseren. Dit om bijvoorbeeld het zaalvoetbal mogelijkheid te bieden hun sport in Boom te beoefenen of om volley-, turn- of judoverenigingen voor grotere evenementen meer mogelijkheden te bieden. Voor onze gemeente moet het een sport blijven om iedere Bomenaar zijn sport op de ideale manier te laten beleven. De gemeente Boom is een scholencentrum, maar het gemeentebestuur is zelf geen inrichter (meer) van onderwijs. Het gemeentelijk onderwijs bestaat enkel uit de Academie voor Muziek & Woord. Toch is er voor de gemeente een grote rol weggelegd op onderwijsvlak als regisseur. Gezien de gemeente Boom zelf geen speler is kan het een goede scheidsrechter zijn.
Door het ondersteunen en stimuleren van de Lokale Overleg Platformen (LOP’s) kan de gemeente initiatieven nemen rond verkeersveiligheid, milieu, de verhoging van cultuur- en sportparticipatie, enzovoort.
2.5.onderwijs Er kan dus wel degelijk nog een onderwijsbeleid worden gevoerd zonder als gemeente rechtstreeks scholen op te richten of te besturen. Boom één kiest in haar beleid voor 2 principes, die de rode draad zullen vormen van wat de meerwaarde van alle Boomse scholen moet worden: - Kosteloos leerplichtonderwijs op sociaal vlak; - De brede school als pedagogisch project. De minister van onderwijs wil tegen de start van het schooljaar het lager onderwijs kosteloos maken zoals de Grondwet bepaalt. De gemeente Boom zal hierin alle steun verlenen. Elk kind heeft recht op goed(koop) onderwijs. Eenmaal de minister bepaald heeft welke kosten de scholen wel en niet nog mogen doorrekenen aan de ouders kan de gemeente de maximumfactuur voor de scholen op haar grondgebied bepalen. Volgende stap is de kosten drukken via convenanten en cheques (zie Kind en gezin). Daarvoor zal een doorgedreven overleg via de LOP’s geleid door de schepen van onderwijs. Deze schepen zal daarbij kunnen putten uit een gemeentelijke financiële steun en de middelen van de netoverschrijdende Herculespas, die nu reeds bestaat en de bedoeling heeft de schoolgaande jeugd goedkoop kennis te laten maken met sport en cultuur. Een netoverschrijdende “brede school” in Boom biedt nog vele mogelijkheden: naast het openstellen van de schoolinfrastructuur voor sport, pcgebruik, etc. en na de schooluren ook initiatie en kennismaking met Boomse verenigingen op school. De Herculespas is dan weer het vertrekpunt voor wat de volgende 6 jaar moet uitgroeien tot een echte Brede-Schoolbeweging in Boom. Een indiaans spreekwoord zegt: “men heeft een dorp nodig om een kind op te voeden”. De brede school wil dat idee waar maken. Kinderen moeten de verscheidenheid en mogelijkheden van Boom ontdekken. Leren doe je niet enkel op de schoolbanken of uit boeken. De gemeente zal dus het kader uitzetten en de regie voeren over allerhande initiatieven waar alle kinderen ervaringen kunnen opdoen ook buiten de schoolmuren of door mensen die niet leerkracht van beroep zijn. Via uitstappen aar lokale musea, CC De Steiger, lokale bedrijven, het gemeentehuis, de moskee, sportclubs, ISVAG, de bakker of de garagist enzovoort kunnen de leerlingen kennis en attitudes opdoen die hen uitrusten voor het echte leven. De deuren van de school moeten open en het leren moet zo breed worden als het leven in Boom verscheiden is. Vele scholen willen hierin meestappen of ontwikkelden hierin al alternatieven. Wij delen dat idee als Boom één met hen. Onze keuze is gemaakt: wat ons betreft is de gemeente Boom ook een openluchtschool voor alle kinderen.
2.6. Internationaal De wereld is groter dan Boom alleen. Ook een gemeentelijke overheid heeft zijn rol te vervullen in het dichter bijeen brengen van Noord en Zuid, van Oost en West. Inzake ontwikkelingssamenwerking is het belangrijk dat Boom werkt maakt van lokale sensibilisering. Dit kunnen we realiseren door actief mee te werken aan nationale campagnes zoals 11 11 11 of door het behalen van een titel als Fair Trade gemeente. Dit moet ook lokaal vertaald worden. Een gemeente moet niet teveel werk maken van “druppels op een hete plaat”, m.a.w. éénmalig steunen van projecten die ver van de Bomenaar staan. Wél dient er bv. geïnvesteerd te worden in actieve scholenwerking zodat kinderen en jongeren uit Boom een nauwere band krijgen met wat er in de wereld gebeurt. Ook jeugdverenigingen kunnen hierin een rol spelen. We kunnen nog meer investeren in het koopgedrag van onze inwoners. Promoten van Fair Trade producten in lokale winkels en bedrijven, bv. verenigingen die gebruik van deze producten en er ook actief mee naar buiten treden, dienen hiervoor (financieel) beloond te worden. Als alle Bomenaars actief meewerken aan het kleiner worden van de wereld, komen we allemaal een beetje dichter bijéén.
Strategische doelstelling 3: dynamisch lokaal ondernemingsen tewerkstellingsbeleid 3.1. Opstellen van een strategisch ontwikkelingsplan voor het handelscentrum en kleine ondernemers - De gemeente moet optreden als drijvende en coördinerende factor voor de ontwikkeling van het handelscentrum en de vestiging van nieuwe ondernemers. In eerste instantie moet er samen met de middenstand gewerkt worden aan de afbakening van het handelscentrum. Een aantal ruimtelijke en stedenbouwkundige gegevens moeten opgenomen worden in Ruimtelijke Uitvoeringsplannen die de toekomstige visie m.b.t. het handelscentrum moeten ondersteunen en die tevens een afdwingbaar juridisch instrument vormen voor de nieuwe ontwikkelingen in het centrum. Overheid en ondernemer moeten samen als partner zoeken naar geschikte locaties en de moed hebben om minder geschikte locaties te bestemmen en te ontwikkelen voor andere doeleinden zoals woningbouw; - Er moet dringend werk gemaakt worden van een dynamisch beheersmanagement van onze lokale economie in het algemeen en het handelscentrum in het bijzonder. Extra aandacht moet in dat verband gaan naar de prospectie en het aantrekken van “speciaalzaken”. Winkels die iets speciaal, of hoogwaardige producten aan te bieden hebben. Op deze wijze zal er terug een bijzondere aantrekkingskracht uitgaan van ons handelscentrum. Ook opportuniteiten zoals de verbroedering met het Spaanse Ayamonte moeten meer gecommercialiseerd worden. Ook kunstenaars van eigen bodem zouden hun werk via het winkelcentrum kunnen commercialiseren. Het bestuur zou in samenwerking met het beheersmanagement initiatieven moeten ontwikkelen m.b.t. leegstand en activiteiten die niet passen in het handelscentrum. Samen met de desbetreffende eigenaars moet hiervoor naar oplossingen gezocht worden. Wanneer er echter geen medewerking komt van de betrokken eigenaars zou men via financiële boeten moeten kunnen ingrijpen. Leegstaande panden dragen immers bij tot de verloedering van bepaalde straten in ons handelscentrum; - Ondersteunende acties om het handelscentrum en het plaatselijk ondernemerschap attractief te maken: o Vanuit het gemeentebestuur infoavonden en thema-avonden inrichten waarbij de gemeente als bondgenoot optreedt; o Concrete kansen voor jonge beginnende ondernemers creëren; o Opmaak van een horecaplan: moderne horeca aanmoedigen (afschaffen aantal lokale taksen en begeleiding in opstart); o Afschaffen van bepaalde taksen: o.a. terrastaks; o Wonen boven winkels via subsidies promoten; o Lege etalages opsmukken via kunstprojecten of scholen; o “Koop in Boom”-campagne: folders in Boomse bussen, aangehouden advertenties in lokale bladen, (etalage)wedstrijden, …; o Kunstwerk “Den Boom” op Grote Markt, als visueel beginpunt van het winkelcentrum; o Vlaggengemeente: tientallen vlaggenmasten met kleurrijke banieren gemaakt door Boomse basisscholen, langs de straten; o Vrijdagkoopavond in verkeersvrij centrum; o Nultolerantie voor straatbevuiling (GAS geven).
3.2. Uitbouwen van de toeristische troeven in Boom De Rupelstreek heeft een goede ligging en een rijk aanbod voor dagtoerisme. Het eigen karakter van de streek, het authentieke van de steenbakkerijen en het water maakt de Rupelstreek tot een sterk en aantrekkelijk product. Het provinciaal fietsknooppuntennetwerk heeft met de fietsvriendelijke dijken het fietstoerisme fel aangezwengeld. Vaart.Rupelstreek, het nautisch bezoekers centrum en vooral de moderne en comfortabele aanlegsteigers hebben de Rupelstreek voor het Riviertoerisme op de kaart gezet. Het industrieelarcheologisch erfgoed, in het bijzonder EMABB, vormt al langer een topper in ons toeristisch aanbod en heeft zeker nog mogelijkheden om in de toekomst te groeien. Wij moeten de Rupelstreek een sterk recreatief en toeristisch imago geven. Daarbij beogen we twee doelstellingen:
a) De Rupelstreek is een goed bereikbare bestemming voor een ontspannende shortbreak (max. 2 overnachtingen) voor zacht toerisme. Dit wil concreet zeggen: fietsen en wandelen gecombineerd met lichte cultuur, horecabezoek, recreatieve sport. Een sociaal toerisme garanderen voor sociaal zwakkeren en jeugdverenigingen die geen dure accommodaties kunnen veroorloven maar recht hebben op een betaalbare “vakantie in eigen land”; b) Bijdragen tot nieuwe tewerkstellingskansen voor jongeren in horeca en toerisme en zwakkere werknemers in sociale economie rond toerisme. Daarnaast dient het toerisme een hefboom te zijn voor projecten die de leefomgeving in de streek verfraaien door een aantrekkelijk openbaar domein. Investeringen aantrekken vanuit privé. We dienen verder te werken aan de uitbouw van Toerisme Rupelstreek via het opzetten van een nieuwe intergemeentelijke structuur met sterke provinciale inbreng voor onze vrijetijdsindustrie. Deze structuur omvat 3 afdelingen: - Een productieatelier voor (culturele) toeristische evenementen (erfgoedcel en samenwerkingsverband Rupelstreek/ Aarde-Werk); - Een onderhoudsploeg van “rangers” via een sociale economie/IMSIR voor onderhoud infrastructuur (huurfietsen repareren, zitbanken, fietspaden, Kaai en panelen net houden, bagagetransport); - Een verkoopsafdeling: het In & Uit-bureau (Toerisme Rupelstreek). Concreet: - Wegwerken van de missing link in het Grote Route-wandelnetwerk en het Lange Fietsroutenetwerk tussen Mechelen en Antwerpen langs de Rupel; - De titel van “waterlandschapspark” te geven aan het geheel van sites en infrastructuur langsheen de Rupel binnen de toeristische regio Scheldeland; - Focus op (recreatieve) watersporten zoals pleziervaart, kajak, kano, duiken, waterski, kajakpolo, zwemmen (link naar BLOSO-centrum Hazewinkel, openluchtbad, het Kanaal en De Schorre) door (inter)nationale wedstrijden te organiseren binnen dit waterlandschapspark (kan op meerdere locaties); - Dit park heeft eigen “rangers” die via sociale economie instaan voor netheid en de basisvoorziening van toeristische infrastructuur; - Meer en eenvormige basisinfrastructuur (zitbanken, infopanelen, fietspompen, kaarten); - Een weekendticket met aangepaste bediening van de streek via het spoor/NMBS(afhaaldienst + fietsen vanuit dichtst bij gelegen stations zoals Willebroek, Puurs en eventueel Mechelen); - Infovergaderingen voor B&B uitbaters jaarlijks herhalen; - Een attractieve en moderne taverne voor de “zondaguitstapjes” met kinderen en grootouders (via PPS) in het park in combinatie met het park als milieueducatief centrum (korte bewegwijzerde wandelingen met start/stop van fietstocht); - Een cultureel evenement elke 2 tot 3 jaar naar voorbeeld van Aarde-Werk met ruim en divers palet aan lokale partners(projectvereniging/cultureel productieatelier Rupelstreek); - Actieve promotie van de streek via Toerisme Rupelstreek en Samenwerkingsverband Baksteenmusea in provinciale initiatieven; - Proefproject regionaal “In & Uit-bureau” voor de Rupelstreek (het Vlaamse &-loketsysteem voor vrije tijd en cultuur) in het centrum van Boom (Markt, Kaai, winkel- en vrijetijdsas De Klamp); - Marketing van streekproducten opvoeren; - Audio-guide-systeem met MP3-spelers (downloadbaar via site) ingesproken door Herbert Flack en Roland Van Campenhout; - Organiseren van een “Small Shipsrace” op de Rupel/Kanaal; - Erfgoedcentrum (expertise rond bouwen vroeger en nu, restauratieatelier, opleidingscentrum) op Noeveren/EMABB, met integratie van een streekarchief.
3.3. Speerpunten voor een dynamisch lokaal ondernemings- en tewerkstellingsbeleid. Onze gemeente is gekend voor haar uitstekende ligging tussen Antwerpen en Brussel. A12 en Rupel hebben steeds een belangrijke rol gespeeld in de ontwikkeling van Boom. Naast A12 en Rupel liggen er nog twee gebieden die van onschatbare waarde kunnen zijn in de toekomstige ontwikkeling van onze handels-, toeristische-, recreatieve- en horeca-activiteiten. Bij gevolg zijn deze gebieden ook belangrijke elementen in de strijd voor meer tewerkstelling in het bijzonder laaggeschoolde. Deze beide gebieden, Kaai en Klamp, bieden Boom opportuniteiten die andere gemeenten ons benijden.
Vanzelfsprekend moet bij de invulling van deze gebieden rekening gehouden worden met de draagkracht van het gebied en de woonomgeving. Ook moeten zij ontwikkeld worden in evenwicht en harmonie met de handelsactiviteiten in onze gemeente. Het opzet is duidelijk: de Bomenaar in het algemeen en onze handelszaken in het bijzonder moeten er wel bij varen. Het gemeentebestuur heeft in samenwerking met de Vlaamse Gemeenschap, het Zeekanaal, het Commissariaat voor Toerisme en de Europese Gemeenschap, de Kaai omgetoverd tot een prachtige kaai met een aantrekkelijke aanlegsteiger en dito wandelesplanade. Hoewel de financiële inbreng vanuit de gemeente minimaal is, is het effect op de aantrekkingskracht van onze gemeente des te groter. Fata Morgana is in Boom realiteit. Nu het openbaar domein is aangepast moet men dringend werk maken van de herinrichting van de minder aantrekkelijke privé-eigendommen langs onze gemoderniseerde Kaai. Een Ruimtelijk Uitvoeringsplan moet voor de nodige slagkracht zorgen om dit gebied op een kwalitatieve en aantrekkelijke manier terug in te richten. Een mogelijke doorsteek naar de Grote Markt moet ook aan handels- en horecazaken een unieke kans geven ons handelscentrum nieuw leven in te blazen. De Grote Markt kan geherwaardeerd worden door het parkeren over te brengen naar een ondergrondse parking tussen Markt en Kaai. 3.3.1. De Kaai Andere opportuniteiten bieden zich eveneens aan: Boom heeft tot vandaag geen enkele faciliteit aan te bieden op het vlak van overnachtingen voor ‘tijdelijke verblijvers’. Door de mondialisering in de economie is ook de Boomse industrie (dat zijn alle KMO groot en klein en soms ook middenstand) geconfronteerd met ‘buitenlanders’. Als deze mensen hier om beroepsomstandigheden zijn en willen overnachten is hier geen aanbod. Ook regionaal is het aanbod zeer pover. Dus er is meer vraag dan aanbod. Ook nieuwe economische sectoren zoals toerisme, hetgeen in Boom al zeer goed ontwikkeld is en nog veel beter zou kunnen zijn geconfronteerd met het probleem dat er geen mogelijkheden zijn voor overnachtingen. Als we de zaak geografisch en economisch bekijken dan is Boom een zeer goede locatie om te investeren in de ‘hotelsector’. Geografisch: - Voor passanten die ergens een overnachting zoeken voor één of enkele dagen ligt Boom centraal tussen Brussel, Antwerpen en de industrie-as naar Temse. Wij liggen bij A12, bij E19, en de baan naar Temse. Dus vlot bereikbaar. Beter te bereiken dan een hotel in centrum Brussel; - Wij hebben ook iets apart te bieden: de ligging aan de Rupel, originele recreatie (wandel en fietsdijk, overzet KleinWillebroek, sport en recreatie, De Schorre, het park, het steenbakkerijgebeuren). Economisch: Door onze sterke punten te promoten kan Boom zich richten tot twee doelgroepen: o Diegenen die hier maar zeer kort verblijven. Zakelijk en ook toeristisch; o De lange tijdelijke verblijvers: zakenmensen die voor een maand tot een jaar tijdelijk onderdak zoeken. Deze laatste groep is een ‘nieuwe’ sector. Centraal in de gemeente, vlak naast de A12, ligt een verlaten, deels opgespoten kleiput van ongeveer 15 ha groot: De Klamp. De Klamp is gemakkelijk bereikbaar voor zowel openbaar en gemotoriseerd vervoer als voor voetgangers en fietsers. Het grenst aan een fiets- en voetgangersas die vertrekt van Boom Park en eindigt aan de Kaai. Op deze as liggen talrijke scholen en openbare gebouwen. Het gebied is dus van strategisch belang voor de verder ontwikkeling van onze gemeente. 3.3.2. De Klamp Door zijn gunstige ligging maar ook door de grote hoogteverschillen kan dit gebied ontwikkeld worden zonder de woonkernen er rond te storen. Een commercieel project, gekoppeld aan recreatieve, horeca en dienstverlenende functies, moeten complementair aan het handelscentrum kunnen ontwikkeld worden.
Bovendien kan evenzeer een moderne bibliotheek hier een onderkomen vinden. Een lees- en internetcafé tesamen met vergaderlokalen voor het verenigingsleven kunnen dit uitgelezen cultureel en jeugdpatrimonium enkel verrijken. Door een goed bedachte centralisatie van al deze diensten is een efficiëntere inzet van personeel mogelijk. 3.3.3. De Schorre Het provinciaal Recreatiedomein De Schorre heeft een belangrijke rol gespeeld in de recreatieve en toeristische ontwikkeling van de Rupelstreek. In de negentiger jaren heeft men een visie voor De Schorre uitgewerkt maar door het succes en de aantrekkingskracht van het recreatiecentrum is deze visie voorbijgestreefd of stemt niet overeen met de werkelijkheid. Nochtans kan De Schorre nog een belangrijke rol spelen in de verdere ontwikkeling van het toerisme in de Rupelstreek. Men moet werken aan het opstellen van een missie, de opdracht van het terrein. Men moet daarbij de draagkracht en het imago van De Schorre toetsen aan de opdracht van het terrein die vooral ligt in de recreatieve sector en het zacht toerisme. Men zal de opportuniteit van bepaalde evenementen moeten afwegen tegenover de andere potenties die het gebied aan te bieden heeft. Men zal daarbij eerder moeten kiezen voor diversifiëren dan intensifiëren. 3.3.4. Krekelenberg II Het enige vrij terrein bestemd voor bedrijven, Krekelenberg II, moet onverwijld ontwikkeld worden: daarbij moet de rust van de woonwijk Kruiskenslei absoluut gegarandeerd worden. Voldoende groen, waterbuffering en –zuivering ter plaatse, zeer vlotte ontsluiting voor het gemotoriseerd verkeer via de banaan, uitzonderlijke toegankelijkheid voor fietsers en voetgangers, activiteiten op maat van de draagkracht van de woonomgeving, dat alles moet Krekelenberg II een bijzondere uitstraling geven.
3.4. Uitbouw van sociale tewerkstelling en diensteconomie Boom voert een dynamisch sociaal tewerkstellingsbeleid. Nochtans blijft de werkloosheid van laaggeschoolden zéér hoog. De mogelijkheden om deze werklozen zinvol in te schakelen in het arbeidsproces zijn legio. Klusjes en dienstverlening aan ouderen of alleenstaande moeders zijn een mogelijkheid. Boom heeft niet alleen véél ouderen, maar er lopen ook veel jongeren school. De arbeidsmarkt vraagt naar jonge mensen met ervaring maar heeft die meestal niet, maar de arbeidsmarkt heeft zelf de mensen met ervaring naar huis gestuurd. Door ‘sociale’ tewerkstelling te creëren, zou het mogelijk zijn om oud en jong met elkaar te confronteren en zo door te geven wat nodig is. Vele ouderlingen zijn dikwijls gefrustreerd aan de kant gezet, met dan nog de bemerking van wat is oud. Is dat 50, 55 jaar? Er zouden ‘werk-activiteiten plaatsen’ moeten komen die gelegenheid bieden om de kennis van ouderen over te dragen aan jongeren. Dit weliswaar thema gericht en in bepaalde sectoren. Voor ouderen kan dit bv. een vorm van zinvolle ontspanning zijn, of hun waardigheidgevoel verhogen door aan iets te kunnen werken, voor jongeren een leerschool. Het resultaat van die samenwerking kan een product opleveren. Bv. restauratie van waardevolle industriële archeologie. Het product moet iets zijn dat ten dienste van de gemeenschap staat. Een fabrieksmuseum zou in Boom wel op zijn plaats staan. Het stimuleert de werkgelegenheid, geeft opleiding aan de jonge generatie, verkleint de kloof tussen jong en oud, bevordert het toerisme en de horeca, en levert een dienst of een product aan de gemeenschap. Het bevordert tevens het handelsleven die meespeelt als toeleverancier. Ook vrijwilligers zijn welkom op de gemeente. Sinds 01.08.2006 gelden er duidelijke bepalingen rond de vrijwilligers. Langdurig werklozen, mindervaliden, gepensioneerden en ook werknemers kunnen op vooraf afgesproken tijdstippen een nuttige helpende hand zijn in de gemeente. Mits de betaling van een max. forfaitaire vergoeding van 1.116,71 euro per jaar - onbelast - kunnen deze mensen terug worden ingeschakeld in het sociale leven. Zo zullen mensen die door omstandigheden zoals ziekte, werkloosheid of isolement zich uitgesloten voelen terug een stimulans krijgen om erbij te horen. Taken
zoals het begeleiden van cultuurevenementen, zwerfvuil opruimen, een perkje proper houden of werken in de parkheemtuin kunnen worden aangeboden.
3.5. Samenwerkingen tussen R.V.A., VDAB, Werkwinkel, PWA, Imsir, gemeente, OCMW, privé-partners Boom kent reeds een lange traditie op gebied van samenwerking. Nochtans zal men deze samenwerking nog moeten verbeteren en opdrijven. Vooral de problematiek m.b.t. de laaggeschoolden vergt een versterking en uitbreiding van de opleidingsprogramma’s. Betere en intensere contacten tussen openbare diensten onderling en tussen openbare diensten en privé-partners moeten verzorgd worden. Gezamenlijke opleidingsinitiatieven moet genomen worden, waarbij de regelgeving geen obstakel mag vormen maar de zinvolle inschakeling van werklozen in het arbeidsproces moet vooropstaan. De vzw “De Steenschuit” heeft aangetoond dat met een beetje goede wil van zowel privé- als openbare partners een zeer succesvol eindresultaat kan bekomen worden. De site Den Brandt biedt veelbelovende mogelijkheden om de dienstverlening aan en de opleiding van werklozen doeltreffender te organiseren.
Ten dienste van de Bomenaars 4.1. Een goede organisatie – de basis voor een beter resultaat Dromen is één zaak, ze realiseren is een ander paar mouwen. De schitterendste projecten kunnen slechts werkelijkheid worden indien ze op een efficiënte en doeltreffende manier worden aangepakt. Improvisatie, initiatieven die niet passen in een geheel, niet gedragen worden door burger noch door eigen bestuur en administratie zijn vaak heel contraproductief. - Alles moet passen in een visie, een strategie en doelstellingen moeten klaar en duidelijk bepaald worden; - Reeds bij de samenstelling van het college van burgemeester en schepenen moet men zorgen voor eenvormige en duidelijk afgebakende bevoegdheden. Overlappingen zijn uit den boze. Administratie en uitvoerbare diensten moeten ook beter aansluiten bij de bevoegdheden van burgemeester en schepenen. Men kan geen knecht van twee meesters zijn en dat geldt evenzeer voor de organisatie van de gemeentelijke diensten. De verantwoordelijkheid van zowel beleidsmensen als ambtenaren moet aangezwengeld worden. Een goede en uitgebreide dienstverlening kan enkel gegarandeerd worden indien men de initiatieven toetst aan elementen als zijn daar: kostprijs, efficiëntie, performantie, doeltreffendheid,…; - Het bestuur moet planmatig te werk gaan. Een goede ruimtelijke ordening en een goed mobiliteitsbeleid moeten onze strategische doelstellingen ondersteunen. Straten, pleinen en gebouwen moeten ontworpen worden in functie van de leefkwaliteit en de dienstverlening aan de burger. Een straat aanleggen mag geen doel op zich zijn, maar een hefboom om de buurt een betere en aangenamere woonomgeving te bieden. Mobiliteit staat niet ten dienste van koning auto maar wel ten dienste van een leefbare gemeente; - Visies en plannen mogen echter de dagdagelijkse realiteit niet vergeten. In de wedloop naar meer en beter, worden de kleine, ogenschijnlijke banale zaken soms uit het oog verloren. Putten in voetpaden, informatieborden tussen groenvoorzieningen, gevaarlijke oversteekplaatsen,… iedereen kan wel iets opnoemen. Zulke zaken bepalen de leefkwaliteit van een straat, de buurt, onze gemeente. Bijgevolg moeten we soms minder oog hebben voor de kwantiteit maar meer voor de kwaliteit, minder maar beter dus, … small is beautiful. Soms zijn we ook een beetje te dynamisch en zouden we elk mega-evenement naar Boom willen halen. Meer evenwicht, oog voor rust en stilte kunnen ongetwijfeld onze leefkwaliteit ten goede komen.
4.2. 16.000 klanten die niet kunnen kiezen naar welke winkel ze gaan… - De Bomenaar moet zich goed voelen in zijn straat, zijn buurt, zijn gemeente. Hij moet kunnen rekenen op zijn bestuur, niet enkel voor een goed algemeen beleid, maar ook voor een goede persoonlijke dienstverlening; - Toegankelijkheid, klantvriendelijkheid en klantgerichtheid zijn onontbeerlijk voor een degelijke dienstverlening. Burgers zijn niet allemaal gelijk, het zou bijgevolg zinvol zijn om de dienstverlening langs verschillende kanalen te laten verlopen. Bijzondere aandacht moet gaan naar senioren en gehandicapten, die op een specifieke manier moeten behandeld worden; - Internet verovert onze maatschappij, maar moeten we daarom de klassieke loketfuncties verminderen of zelfs afschaffen, zeker niet? Integendeel, het “loket” moet versterkt en verbeterd worden, maar dan liefst zo weinig mogelijk “loketten”. Eén vriendelijk en gedienstig aanspreekpunt moet in staat zijn diverse problemen voor onze burgers op te lossen. Geen geloop meer van hier naar daar, van x naar z over y. Toegankelijkheid voor iedereen, ook voor minder mobiele inwoners en waarom niet dienstverlening via telefoon of aan huis?; - Een goede en toegankelijke dienstverlening vertrekt vanuit een duidelijke communicatie en informatie. Wie is verantwoordelijk voor wat? Wie behandelt mijn brief en hoe is hij te bereiken? Wat gebeurt er in uw wijk? Op welke premie heb ik recht? Welke ambtenaar volgt mijn klacht op? De Bomenaar stelt zich duizend en één vragen, op elke vraag moet het bestuur een gepast antwoord kunnen geven.
4.3. Een gezond financieel beleid: de beste garantie voor de toekomst Dat Boom de afgelopen periode financieel moeilijke tijden doormaakte kan niemand ontkennen. De Federale en Vlaamse Overheden stellen slechts een zeer beperkt budget ter beschikking om de algemene gemeentelijke werking te ondersteunen. Alle andere inkomsten moeten worden gehaald uit belastingsgelden. In onze gemeente betaalde 1 op 6 gezinnen geen personenbelasting of onroerende voorheffing. Om de inbreng voor iedereen aanvaardbaar te maken en eenieder, zonder uitzondering te laten bijdragen voor de uitgebreide dienstverlening, werd de algemene gemeentebelasting in het leven geroepen. Ondanks de financiële moeilijkheden bleven we niet bij de pakken zitten. We bleven investeren in de sociale aantrekkingskracht van Boom. Jaar na jaar komen er nieuwe jonge gezinnen naar Boom. Ook jonge senioren die vroeger Boom verlieten keren terug. De nieuwe verkavelingen en vele inbreidingsprojecten met mooie appartementen zorgen mee hiervoor. Hierdoor komt er meer financiële stabiliteit. Dat we onze bewoners voor de geleverde financiële inspanningen uit het verleden wilden danken doen we nu reeds voor de 1e maal: de saneringsbelasting voor de rioleringen die via PIDPA wordt geïnd, en ongeveer 50 euro bedraagt, wordt in Boom door de gemeente zelf betaald en niet door de burger, zoals in de meeste buurgemeenten. De afgelopen jaren werden er ook geen belastingsvoeten meer verhoogd. In de omliggende gemeenten wel. Zo beenden andere gemeenten ons bij en zijn wij zeker niet meer de duurste. Boom is een centrumgemeente. Vele mensen van buiten Boom komen van onze dienstverlening meegenieten. Denk hierbij aan de brandweer, ziekenvervoer, kinderopvang, cultuur, sport, muziekschool, enz. Wij Bomenaars moeten in de toekomst aan voorkeurtarief gebruik kunnen maken van onze eigen diensten, via extra subsidies. Het afschaffen van een aantal kleine belastingen (vb. middenstand) kan de aantrekkingskracht van onze gemeente vergroten. Ontradingsbelastingen kunnen worden geherinvesteerd ter stimulering en ondersteuning van doelgerichte projecten i.s.m. de bevolking, projecten die de warmte en gezelligheid van en in onze gemeente uitstralen. Verdere ontwikkeling van onze bijzondere potenties, zoals toerisme, onze economisch interessante ligging en de verbondenheid met het water moeten Boom nog meer laten openbloeien. Nieuwe ontwikkelingen zoals het strategisch ontwikkelingsgebied De Klamp bieden concrete perspectieven om het fiscaal en financieel draagvlak van de gemeente te verruimen. Kansen op lokale tewerkstellingsmogelijkheden rond kantoorontwikkeling en de bovenlokale uitstraling van het gebied bieden extra kansen. Bestaande projecten moeten beter op elkaar worden afgestemd zodat met minder middelen meer kan gedaan worden. De uitdagingen die voorliggen moeten met ervaring, kennis en vastberadenheid worden afgewerkt. Dan zijn we op weg naar een financieel gezond en stabiel Boom.