“Veel mensen zijn kwetsbaarder dan ze lijken” Een onderzoek naar de inwoners van de gemeente Utrechtse Heuvelrug die Begeleiding vanuit de AWBZ ontvangen
Uitgevoerd door: SCIO Consult, mei 2012
Voorwoord SCIO Consult heeft van de Gemeente Utrechtse Heuvelrug eind 2011 de opdracht gekregen om mee te werken aan een onderzoek naar de overheveling van de Begeleiding van de AWBZ naar de Wmo om een startnotitie op te kunnen stellen. Voor u ligt het resultaat van dit onderzoek. Tijdens het onderzoek hebben vele meningsvormende gesprekken plaatsgevonden, werd een bezoek gebracht aan het Agis zorgkantoor in Amersfoort en was er contact met diverse zorgaanbieders en hun cliënten. Daarnaast is gebruik gemaakt van aanwezige kennis over de AWBZ, is deskresearch verricht en zijn landelijke ontwikkelingen bijgehouden. Het verslag heeft de titel: “Veel mensen zijn kwetsbaarder dan ze lijken”. Een titel die de kern weergeeft wanneer we kijken naar de doelgroep. Gedurende het onderzoek is namelijk gebleken dat je aan veel mensen die begeleiding ontvangen aan de buitenkant niets kan zien. Zelfs in het eerste contact lijkt niets aan de hand lijkt te zijn. In een gesprek blijkt vervolgens dat ze niet volledig in staat zijn de regie over hun eigen leven in de hand te nemen of te houden: ze zijn kwetsbaarder dan ze in eerste instantie leken. SCIO Consult heeft dit onderzoek met plezier gedaan. We kennen deze regio goed door ons werk en de contacten die we hebben. Maar we werden ook verrast door het grote aantal zorgaanbieders en de activiteiten die zij aanbieden. We constateren een grote bereidheid bij de organisaties om mee te denken over de toekomst en mee te werken aan onderzoeken vanuit de gemeente. Inmiddels is er binnen de gemeente Utrechtse Heuvelrug een beeld ontstaan van wat er op de gemeente afkomt. De gemeente Utrechtse Heuvelrug neemt de ontwikkelingen serieus; ze heeft veel contact met betrokken zorgaanbieders en vormt zich zo een visie op de Begeleiding. Er moet nog veel gebeuren voordat het beleid compleet is. We hopen dat dit verslag als één van de puzzelstukjes daaraan kan bijdragen. Veel succes,
Olav van Schie, adviseur SCIO Consult
2
Inhoudsopgave Inleiding
4
Onderzoeksopzet
6
Kwantitatief onderzoek
6
Kwalitatief onderzoek
6
Voorzieningenonderzoek
7
Onderzoeksresultaten
8
Cliënten
8
Zorgaanbieders
9
Kosten
11
Klantprofielen
12
Voorzieningen
13
Conclusies
15
Overwegingen
16
Verklarende woordenlijst
17
Bijlagen
18
3
Inleiding In het regeerakkoord staat aangekondigd dat het recht op begeleiding uit de Algemene wet bijzondere ziektekosten (AWBZ) komt te vervallen voor mensen die zelfstandig wonen. Voor deze doelgroep wordt de begeleiding onder de compensatieplicht van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) gebracht. Vanaf 1 januari 2013 worden gemeenten verantwoordelijk voor mensen die voor het eerst of opnieuw een beroep doen op begeleiding. Per 1 januari 2014 vallen alle nieuwe en huidige cliënten onder de Wmo. Het doel van de functie begeleiding in de AWBZ is ‘het bevorderen, behouden of compenseren van zelfredzaamheid en het voorkomen van verwaarlozing of opname in een instelling’. Een grote diversiteit aan activiteiten wordt daarvoor ingezet, zoals gespecialiseerde gezinsverzorging, dagbesteding, woonbegeleiding en individuele ondersteuning bij het aanbrengen van structuur in het dagelijks leven. Mensen die op dit moment AWBZ-begeleiding ontvangen zijn onder andere ouderen, mensen met verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke beperkingen en jongeren en volwassenen met psychiatrische problematiek. Allemaal hebben zij een matige of zware beperking. De mensen met een lichte beperking hebben sinds 2009 geen recht meer op begeleiding vanuit de AWBZ. De decentralisatie van de begeleiding is ingegeven door de overtuiging dat gemeenten beter in staat zijn zorg te dragen voor ondersteuning op maat, omdat gemeenten dichter bij de burger staan. Daarbij komt dat gemeenten veel taken hebben op aanpalende beleidsterreinen (wonen, werk en inkomen), zodat zij beter verbindingen kunnen leggen en makkelijker tot een integrale aanpak van problemen kunnen komen. Bij de decentralisatie vervalt het recht op begeleiding. Gemeenten moeten zorgen dat hun inwoners dagelijkse levensverrichtingen kunnen uitvoeren en het persoonlijk leven kunnen structureren en daarover regie kunnen voeren1. In de wettekst van de Wmo staat niet hoe gemeenten dat moeten doen. Gemeenten krijgen daarmee meer vrijheid bij de invulling van de begeleiding. Begeleiding past bovendien bij de participatiedoelstelling van de Wmo en biedt kansen voor een integraal aanbod van welzijn, ondersteuning en zorg. De gemeenten moeten de decentralisatie wel uitvoeren tegen de achtergrond van een groeiende vraag naar zorg en maatschappelijke ondersteuning enerzijds, en krimpende budgetten anderzijds. Om die reden wordt bij de decentralisatie ook gestreefd naar het verbeteren van de doelmatigheid en naar kostenbesparing. Om invulling te geven aan de kansen die participatie lokaal biedt en aan de krimpende budgetten zullen gemeenten een eigen visie op begeleiding moeten ontwikkelen. De gemeente Utrechtse Heuvelrug wil zowel het aanbod van, als de toegang naar de begeleiding Wmo-proof vormgeven. Onder Wmo-proof verstaan ze het toepassen van Wmo-uitgangspunten zoals het compensatiebeginsel, Welzijn Nieuwe Stijl, en de Kanteling. Voor een succesvolle
1
Uit: Het voorstel tot wijziging van de Wet maatschappelijke ondersteuning (33 127)
4
overheveling van de decentralisatie van begeleiding naar de gemeente Utrechtse Heuvelrug is maatschappelijk draagvlak nodig. Zowel lokale (zorg)aanbieders als cliënten(vertegenwoordigers) zijn daarom actief geïnformeerd en betrokken bij het project. Om een visie te kunnen vormen over hoe één en ander er precies uit moet komen zien, is een goede inventarisatie nodig. Om hoeveel cliënten gaat het en wie zijn de cliënten? Welke zorgaanbieders zijn betrokken en hoeveel budget is ermee gemoeid? Waar liggen de kansen? SCIO Consult is gevraagd om de cliënten en zorgaanbieders zowel kwantitatief als kwalitatief in kaart te brengen. Voor u ligt het verslag waarin we eerst ingaan op de onderzoeksmethoden. Daarna geven we u inzicht in de cijfers en feiten betreffende de cliënten en hun zorgaanbieders. Ook bieden we u in dit verslag een kijkje achter de cijfers; wie zijn de cliënten eigenlijk? In de laatste twee hoofdstukken trekken we conclusies en geven we u enkele overwegingen mee voor het verdere proces van de decentralisatie.
5
Onderzoeksopzet
Kwantitatief onderzoek Het kwantitatieve onderzoek is bedoeld om inzicht te krijgen in enerzijds:
het aantal cliënten dat extramurale2 begeleiding ontvangt, de kenmerken van deze cliënten, het soort begeleiding dat zij ontvangen, de keuze voor PGB3 dan wel Zorg in Natura en het budget dat hiermee gemoeid is.
Hiervoor zijn cijfers van het CIZ4, het Zorgkantoor en het CAK5 geanalyseerd. Het kwantitatieve onderzoek is deels uitgevoerd door de beleidsmedewerker van de gemeente Utrechtse Heuvelrug. Een deel van de gegevens waren nog niet bekend toen we dit verslag schreven, zoals de cijfers over aantallen cliënten in de jeugdzorg en de exacte cijfers over PGB-cliënten. Het kwantitatieve onderzoek is anderzijds ook bedoeld om inzicht te krijgen in:
het aantal en soort zorgaanbieders dat op dit moment de cliënten die extramurale begeleiding ontvangen bedienen.
Om hier inzicht in te krijgen is gebruik gemaakt van gegevens van het zorgkantoor en zijn vragenlijsten (zie bijlage 3) verstuurd naar de zorgaanbieders met wie het zorgkantoor een contract heeft. Tijdens het onderzoek bleken er veel meer aanbieders te zijn dan vooraf werd aangenomen. De zorgaanbieders werden via mail benaderd of waren aanwezig bij één van de bijeenkomsten van de gemeente over de transitie. De vragenlijst werd door 15 aanbieders ingevuld. Herinneringen werden herhaaldelijk verstuurd, maar meer vragenlijsten zijn helaas niet retour gekomen. Een aantal grote organisaties in het werkgebied hebben gereageerd. Samen leveren ze individuele begeleiding aan 288 cliënten en dagbesteding (begeleiding groep) aan 245 cliënten. Er is nog geen volledig overzicht van de zorgaanbieders, met name een aantal kleine zorgaanbieders die zich richten op PGB-houders hebben we nog niet in beeld.
Kwalitatief onderzoek Het kwalitatief onderzoek is bedoeld om een kijkje achter de cijfers te nemen. We willen een beeld krijgen van de situatie van de cliënt en de geboden zorg. Wie zijn de cliënten eigenlijk en wat houdt de begeleiding in die ze krijgen? Het kwalitatieve onderzoek is uitgevoerd door interviews af te nemen met inwoners van de gemeente Utrechtse Heuvelrug die op dit moment extramurale begeleiding ontvangen. Het doel van deze interviews was om erachter te komen hoe de cliënten de huidige aangeboden begeleiding ervaren. De interviews zijn middels een semigestructureerde vragenlijst gehouden (zie bijlage 4 voor de gestelde vragen). Nadat de diverse organisaties in de gemeente in kaart gebracht waren hebben deze organisaties het verzoek gekregen mee te werken aan dit deel van het onderzoek. We wilden graag in contact komen met de cliënt waar het allemaal om draait. Een aantal organisaties wilde hier graag aan meewerken. 2
Extramurale begeleiding is alle begeleiding die buiten een instelling plaatsvindt. PGB= Persoonsgebonden Budget 4 Zie www.ciz.nl/zorginbeeld 5 CAK= Centraal Administratiekantoor 3
6
Eind maart/ begin april werden bijna 40 cliënten van 10 verschillende organisaties gezien en gesproken. Alle cliëntsituaties worden geanonimiseerd omschreven, herkenning kan slechts op toeval berusten (zie bijlage 1).
Voorzieningenonderzoek Het voorzieningenonderzoek is bedoeld om inzicht te krijgen in mogelijke alternatieve oplossingen voor begeleiding. Daarnaast biedt het voorzieningenonderzoek inzicht in de gebieden waar (nog) geen alternatieve oplossingen zijn. Voor dit onderzoek is op internet gezocht naar de aanwezigheid van voorliggende en algemene voorzieningen in de gemeente Utrechtse Heuvelrug en omgeving op het gebied van de Wmo (inclusief begeleiding). De voorzieningen zijn geordend in een matrix met daarin de huidige 8 resultaatsgebieden zoals deze door de VNG zijn geformuleerd6. Hier zijn een aantal resultaatsgebieden voor de overkomst van begeleiding aan toegevoegd. Het resultaat is een Sociale kaart van de Utrechtse Heuvelrug, waarin diverse (vrijwilligers) organisaties opgesomd zijn met een omschrijving van wat ze doen en waar ze te bereiken zijn. Ook is er een schema gemaakt met voorliggende voorzieningen. Dit schema kan gebruikt worden om te bezien of er naast individuele ondersteuning andere, voorliggende mogelijkheden beschikbaar zijn.
6
1 Iedere burger kan wonen in een schoon en leefbaar huis 2 Iedere burger kan wonen in een voor hem/haar geschikt huis 3 Iedere burger kan beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften 4 Iedere burger kan beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding 5 Iedere burger kan thuis zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren 6 Iedere burger kan zich verplaatsen in, om en nabij het huis 7 Iedere burger kan zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel 8 Iedere burger heeft de mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten
7
Onderzoeksresultaten Cliënten Om een indruk te krijgen van de cliënten die overkomen naar de gemeente zijn hieronder enkele kerngetallen in tabellen weergegeven. De cijfers zijn afkomstig van het Zorgkantoor en het CIZ. Bureau Jeugdzorg heeft aangegeven dat zij 76 cliënten in de gemeente Utrechtse Heuvelrug heeft. De verdeling van deze 76 cliënten over de typen Begeleiding is onbekend. In totaal hadden op 1 januari 2012 550 cliënten in de Utrechtse Heuvelrug een indicatie voor extramurale begeleiding. Dit is 1,14% van de bevolking, wat ongeveer gelijk is aan het landelijk gemiddelde van 1,08%. In onderstaande tabel is af te lezen dat de meeste cliënten individuele begeleiding ontvingen (gemiddeld 3,6 uur per week). 205 van de 270 cliënten die begeleiding groep (gemiddeld 4,8 dagdelen) ontvangen hebben ook een indicatie voor vervoer. 45 cliënten maken gebruik van kortdurend verblijf (gemiddeld 1,3 etmalen per week). Cliënten met een somatische aandoening gebruiken relatief veel uren begeleiding individueel. Het gaat hierbij vaak om begeleiding in de laatste levensfase. Tabel 1. Aantal cliënten naar soort extramurale begeleiding7 Begeleiding Individueel Utrechtse Heuvelrug
400
Dagbesteding
270
Vervoer naar Dagbesteding 205
Kortdurend Verblijf 45
70% van de cliënten die extramurale begeleiding ontvangt, ontvangt deze in natura. 25% van de cliënten kiest voor een PGB, waarmee ze zelf zorg inkopen. 5% van de cliënten heeft een combinatie van beide. Het PGB wordt relatief vaker voor begeleiding individueel ingezet. Figuur 1. Verdeling Zorg in Natura en PGB in de gemeente Utrechtse Heuvelrug
7
De getallen uit de kolommen dienen niet bij elkaar opgeteld te worden. Sommige cliënten hebben een combinatie van
begeleiding individueel en/of dagbesteding en/of kortdurend verblijf ontvangen. Alle cliënten die vervoer ontvangen, hebben dagbesteding (en zitten in de genoemde aantallen voor dagbesteding (BGG).
8
Figuur 2. Aantal cliënten naar grondslag
Uit bovenstaande tabel is af te lezen dat 35 % van de cliënten die extramurale begeleiding ontvangen behoren tot de groep psychiatrische cliënten, 25% behoort tot de groep verstandelijk beperkten, 10% zijn psychogeriatrische cliënten en 20% van de cliënten hebben een somatische beperking. Daarnaast zijn er nog 30 cliënten met een zintuiglijke handicap en 30 cliënten met een lichamelijke beperking die extramurale begeleiding ontvangen. Vergeleken met het landelijk gemiddelde heeft de Utrechtse Heuvelrug relatief veel mensen met een zintuiglijke handicap. In bovenstaande tabel is ook te zien dat er 60 cliënten onder de 18 jaar zijn, 320 cliënten tussen de 18 en 64 en 170 cliënten zijn ouder dan 65.
Zorgaanbieders Om een beeld te krijgen van wat de zorgaanbieders doen, zijn vragenlijsten verzonden. Vanuit de vragenlijsten kunnen we de exacte organisatie en contactgegevens destilleren. In onderstaande tabel zijn de 15 aanbieders uiteengezet die gereageerd hebben op de vragenlijst. In totaal begeleiden de zorgaanbieders die gereageerd hebben 288 cliënten individueel (van de 400 cliënten die in totaal begeleiding individueel ontvangen) en 245 in een groep (van de 270 cliënten die in totaal begeleiding groep ontvangen). Het valt op dat relatief meer cliënten met begeleiding groep bij de zorgaanbieders zitten die de vragenlijst hebben ingevuld dan cliënten die begeleiding individueel hebben. Deels kan dit verklaard worden doordat relatief meer cliënten die begeleiding individueel ontvangen die middels een PGB doen en deze zorgaanbieders hebben we niet goed in beeld. Verder valt het op dat er met name bij individuele begeleiding drie zorgaanbieders zijn die veel cliënten bedienen. Bij de analyse van de ingevulde vragenlijsten is duidelijk geworden dat de zorgaanbieders op dit moment veelal georganiseerd zijn naar grondslag. De meeste zorgaanbieders bedienen dus een bepaalde groep cliënten. Daarnaast is het opvallend dat veel van de huidige zorgaanbieders aangeven gebruik te maken van vrijwilligers. Bijna alle zorgaanbieders geven aan dat een deel van hun cliënten naast extramurale begeleiding ook andere functies uit de AWBZ ontvangen, zoals behandeling, persoonlijke verzorging en verpleging. 9
Niet alle zorgaanbieders blijken overigens precies te weten welke andere vormen van zorg hun cliënten verder nog ontvangen. Verder blijkt uit de ingevulde vragenlijsten dat er een dementienetwerk bestaat in de Utrechtse Heuvelrug voor de psychogeriatrische cliënten. Van het zorgkantoor weten we verder dat er meer dan 80 zorgaanbieders zijn waar de inwoners van de Utrechtse Heuvelrug begeleiding afnemen. De zorgaanbieders verschillen sterk: er zijn grote spelers, ZZP-ers, PGB-aanbieders, ZIN-aanbieders, aanbieders van alleen extramurale diensten of ook intramurale diensten, alleen begeleiding individueel en/of begeleiding groep, alleen begeleiding of ook verpleging en verzorging, alleen lokaal gevestigd of een landelijke organisatie. De aanbieders die alleen begeleiding voor Persoonsgebonden Budget (PGB) cliënten aanbieden zijn niet geregistreerd. Figuur 3. Aantallen cliënten in de gemeente per organisatie
Begeleiding die geboden wordt:
hulp bij het aanbrengen van structuur, schema’s opstellen om rust en activiteit in te delen, hulp bij regievoering voor de dagelijkse dingen, doorpraten van ervaringen en hierin begeleiden/ aansturen, ondersteuning van gezinsleden, hulp bij organisatie en regelzaken, hulp bij het inzicht krijgen in de eigen beperkingen, het brengen van orde in de chaos in het hoofd of in de woning, hulp bij het maken van een planning of een dagindeling, hulp bij het stellen van grenzen voor zichzelf of naar de buitenwereld, rust brengen, praktische hulp bij allerlei vragen en signaleren of cliënt stabiel blijft. 10
Helpen bij opruimen van een woning of hulp bij (financiële) administratie en postafhandeling komt veel voor. Soms wordt gezocht naar een zinvolle dagbesteding of toeleiding naar werk als de cliënt dat aankan. Soms gaat het om bemiddeling in of het reguleren van spanningen in relationele sfeer of op het werk, contacten met instanties, schuldsanering of contacten met bewindvoering of wijkagent. De ene cliënt moet afgeremd worden in zijn activiteiten, de ander heeft juist stimulans nodig. Vooral in de groep verstandelijk beperkten of zintuiglijk gehandicapten wordt gesignaleerd als er problemen zijn en biedt men hulp waar dat nodig is. Velen hebben moeite om te gaan met veranderingen of om zich te uiten. Men helpt bij het aanleren van vaste routes in de buitenwereld, het omgaan met hulpmiddelen of te reizen met OV. In de groep met psychiatrische problemen en verslaafden geldt het voorkomen van opname, terugval, stabilisatie en re-integratie als belangrijkste doel.
Kosten Het budget dat gemeenten krijgen voor de extramurale begeleiding is nog niet vastgesteld door de rijksoverheid. Om toch een inschatting te kunnen maken van de bedragen waar de gemeente Utrechtse Heuvelrug rekening mee moet houden, is gekeken naar de kosten van de huidige uitvoering. Uit onderstaande tabel is af te lezen dat in de Utrechtse Heuvelrug op dit moment ruim 6,8 miljoen Euro wordt besteed aan extramurale begeleiding. Het budget is verdeeld in uitgaven aan individuele begeleiding en uitgaven aan begeleiding groep. 2/3 van het budget voor individuele begeleiding gaat naar begeleiding basis. Dit betekent dat het bij de meeste cliënten die individuele begeleiding ontvangen gaat om begeleiding bij basistaken, welke niet noodzakelijk uitgevoerd moeten worden door gespecialiseerde hulpverleners. Ook bij begeleiding groep zijn relatief veel dagdelen (1340 dagdelen) de basis variant. Opvallend bij begeleiding groep is dat er veel dagdelen begeleiding groep voor zintuiglijk gehandicapten zijn.
11
Tabel 2. Kosten per product naar aantal uren/dagdelen in één zorgperiode (vier weken) Code Productomschrijving
Eenheid
Tarief
H150 H152 H153 H300 H301
Begeleiding extra Begeleiding speciaal 1 (nah) Gespecialiseerde begeleiding (psy) Begeleiding basis Begeleiding ZG visueel Dagactiviteit LZA (Langdurige Zorg F125 Afhankelijk) Kosten Begeleiding Individueel
uren uren uren uren uren
€ 56,32 € 86,02 € 91,45 € 52,58 € 95,62
Aantal uren Kosten /dagdelen 915 € 51.532,80 57 € 4.903,14 424 € 38.774,80 4199 € 220.783,42 112 € 10.709,44
uren
€ 10,50
329
€ 3.454,50 € 330.158,10
H531 Dagactiviteit basis H533 Dagactiviteit ouderen speciaal PG Dagactiviteit ouderen speciaal H800 ondersteunend H801 Dagactiviteit ouderen speciaal revalidatie H811 Dagactiviteit VG licht H812 Dagactiviteit VG midden H813 Dagactiviteit VG zwaar H832 Dagactiviteit LG midden H833 Dagactiviteit LG zwaar H871 Dagactiviteit ZG visueel licht H872 Dagactiviteit ZG visueel midden Kosten Begeleiding Groep (dagbesteding) Totale kosten in één zorgperiode Totale kosten per jaar 13 x € 523.602,61 =
dagdelen € 34,53 dagdelen € 63,81
875 175
€ 30.213,75 € 11.166,75
dagdelen dagdelen dagdelen dagdelen dagdelen dagdelen dagdelen dagdelen dagdelen
669 105 451 376 150 36 86 14 1213
€ 63,81 € 63,81 € 36,74 € 46,51 € 71,57 € 53,08 € 56,85 € 36,58 € 41,69
€ 42.688,89 € 6.700,05 € 16.569,74 € 17.487,76 € 10.735,50 € 1.910,88 € 4.889,10 € 512,12 € 50.569,97 € 193.444,51 € 523.602,61 € 6.806.833,90
Klantprofielen In bijlage 1 zijn enkele verhalen te lezen van de cliënten die geïnterviewd zijn. Hieronder beschrijven we enkele algemene bevindingen. Keuzevrijheid van zorg Gedurende het onderzoek is gebleken dat cliënten niet specifiek kiezen voor een bepaalde organisatie als ze hulp nodig hebben. Vaak worden ze verwezen door een huisarts, behandelaar, maatschappelijk werker of therapeut. Een enkele keer speelt Stichting MEE een rol. Wat betreft de dagbehandeling is het vaak een vervolg op een gevolgd revalidatietraject op opname in een ziekenhuis. Blij met de zorg Alle cliënten bleken tevreden met de Begeleiding die ze krijgen. Overwegend vindt men dat ze voldoende hulp krijgen. Cliënten zijn heel blij dat ze deel kunnen nemen aan de dagopvang, ze vinden het fijn bij een groep te horen, mensen te ontmoeten gezamenlijk activiteiten te ondernemen en een maaltijd te gebruiken. Mensen worden opgehaald door een taxibedrijf waarmee de organisatie een contract heeft gesloten.
12
Kennis van de veranderingen Slechts een klein deel van de cliënten weet dat er veranderingen in de AWBZ regelgeving op komst zijn en dat er plannen zijn de Begeleiding over te hevelen naar de gemeenten. Een aantal maakt zich hier grote zorgen over, de meesten zijn er vrij laconiek onder. Veel cliënten beamen dat er zaken anders geregeld zouden moeten worden, maar kunnen geen concrete voorbeelden benoemen. Het mag veranderen, maar niet voor hun specifieke situatie. Als hun zorg gelijk blijft zijn ze tevreden. Suggesties vanuit de cliënten Slechts één cliënt kan aangeven dat hij iets mist in de geboden zorg. Hij geeft aan dat hij zich te weinig geholpen voelt in het zoeken naar sociale contacten. Hij ziet hier voor de gemeente een rol weggelegd. Een enkeling geeft aan dat de indicatie te ruim is, dit betreft dan vooral de indicatie voor dagbesteding. Men heeft soms te weinig energie om de gehele indicatie te gebruiken. Sociale omgeving Bij een aantal cliënten blijkt dat het sociale netwerk zeer beperkt is, door problemen in het verleden zijn familie, vrienden en kennissen verstoten of vervreemd. Hulp bij praktische zaken De meeste cliënten die we gesproken hebben ontvangen individuele begeleiding bij hele praktische zaken. Speciale hulpverlener Opvallend is dat sommige ex-cliënten bij één zorgaanbieder wordt ingezet als hulpverlener voor de huidige cliëntengroep. Begeleiding: tijdelijk of blijvend Een deel van de cliënten zal blijvend begeleiding nodig hebben om in de maatschappij te kunnen participeren. Bij een ander deel van de cliënten is de hulp tijdelijk. Begeleiding en werk Een aantal cliënten die begeleiding ontvangen, werkt ook nog (eventueel beschut/sociale werkvoorziening) (combinatie werk en zorg). Begeleiding Groep Wat betreft BGG lijkt er weinig verschil tussen de diverse organisaties die deze zorg bieden. Slechts wanneer een heel specifieke doelgroep bediend wordt zijn er verschillen in de benadering van de cliënt en de te bieden zorg.
Voorzieningen De sociale kaart (bijlage 2) is een eerste verkenning naar organisaties die voorliggende voorzieningen aanbieden op het gebied van de Wmo. Er zijn 46 organisaties gevonden die hierin iets (kunnen) betekenen. Velen daarvan bieden voorzieningen aan op het gebied van begeleiding. Het lijkt goed om in de komende maanden met een aantal van deze organisaties in gesprek te gaan over welke mogelijkheden zij zien bij het bieden van begeleiding aan de nieuwe doelgroep. Zo zijn er een aantal organisaties die dagactiviteiten aanbieden. Te weten: Welnuh, de unie van vrijwilligers en de kerken. 13
Het is interessant om met hen in gesprek te gaan in hoeverre zij de mogelijkheid hebben om (een deel van de) nieuwe doelgroep op te vangen of samenwerking aan te gaan met huidige zorgaanbieders. Daarnaast blijken er 15 organisatie praktische ondersteuning te bieden aan inwoners van de Utrechtse Heuvelrug. Met deze organisaties kan het gesprek aangegaan worden om te bezien of het mogelijk is dat een deel van de individuele begeleiding door hen wordt ingevuld, met professionele begeleiding vanuit de huidige zorgaanbieders op de achtergrond.
14
Conclusies Hieronder volgen de belangrijkste conclusies van het onderzoek:
Een relatief groot deel van de cliënten die extramurale begeleiding ontvangt, ontvangt maximaal twee uur per week praktische individuele basis ondersteuning.
In de Utrechtse Heuvelrug zijn relatief veel cliënten met een zintuiglijke handicap, die bovendien relatief veel dagdelen begeleiding groep ontvangen.
Er zijn drie zorgaanbieders die samen 70% van de individuele begeleiding aanbieden.
Cliënten zijn tevreden met de Begeleiding die zij ontvangen.
Keuzevrijheid is betrekkelijk (cliënten kiezen vaak niet zelf, maar worden vaak verwezen door huisarts of andere behandelaar).
Cliënten zijn niet goed op de hoogte van de veranderingen die eraan komen, er zal dus goed, op individueel niveau gecommuniceerd moeten worden met hen.
Er liggen kansen bij een aantal organisaties binnen de Utrechtse Heuvelrug om collectieve voorliggende groepsactiviteiten op te zetten voor de doelgroep.
Er liggen kansen om het vrijwilligerswerk uit te bouwen en aan te laten sluiten bij de individuele basisondersteuning.
15
Overwegingen
Cliënten die een dagverzorging bezoeken worden over het algemeen tussen 10.00 en 10.30 uur door het taxibedrijf gebracht op de locatie en rond 15.30 á 16.00 uur weer opgehaald. Ze hebben een indicatie voor 2 dagdelen, tot 8 uur, nodig om een dag te kunnen komen. In de praktijk zijn ze maximaal 5 á 6 uur aanwezig. Een indicatie voor 6 uur zou dus kunnen volstaan voor het bieden van deze zorg, wellicht is hiermee een besparing te behalen.
Cliënten die een dagverzorging bezoeken worden over het algemeen met een taxi thuis opgehaald en gebracht naar de locatie waar ze moeten zijn. Dit wordt betaald vanuit de indicatie voor vervoer die bij BGG geïndiceerd wordt. De zorgaanbieder sluit een contract met een vervoerder. Mogelijk is hier winst te behalen, de regiotaxi rijdt toch al door deze gemeente en veel cliënten hebben daarvoor waarschijnlijk al een pasje. Misschien zijn er met de vervoerder goede afspraken te maken, want op tijd rijden is hierin wel van groot belang.
Veel mensen hebben een ZZP(zorg-zwaarte-pakket), ze wachten op opname en krijgen ter overbrugging naar deze opname zorg waaronder Begeleiding. Ook zijn er mensen die een ZZP hebben, maar niet opgenomen willen worden. De zorg die thuis nodig is wordt wel vanuit het ZZP geregeld. Of deze zorg onder de Wmo zal vallen is nog niet voldoende duidelijk.
Mogelijk kan een deel van de groep ouderen met somatische klachten of licht dementerenden voor de benodigde zorg terecht in het huidige welzijnswerk.
Mogelijk kan een deel van de verstandelijk gehandicapten en psychiatrische cliënten onder begeleiding zorgen voor de ouderen die de dagverzorging bezoeken.
16
Verklarende woordenlijst BGI
Begeleiding Individueel
BGG
Begeleiding groep, wordt met of zonder behandeling en- of vervoer geïndiceerd.
PV
Persoonlijke verzorging
VP
Verpleging
ZZP
Zorg zwaarte pakket, dit is een combinatie van zorgproducten van waaruit een zorgaanbieding de zorg kan bieden die nodig is
Begeleiding wordt ingedeeld in klassen. Deze klassen staan voor aantal uren of dagdelen zorg in de week.
17
Bijlagen 1. 2. 3. 4.
Klantprofielen Sociale kaart Utrechtse Heuvelrug Vragenlijst zorgaanbieders Interview vragen
18