De mensen? Ze hebben geen wortels en daar hebben ze veel last van.1
De twijfels en de trots van de ontwortelden
Naema Tahir
1. De Kleine Prins, Antoine De Saint-Exupéry (vertaling uit het Frans van Ernst van Altena, Ad Donker, Rotterdam, 2000), oorspronkelijke titel, Le Petit Prince.
Essay | Internationale Organisatie voor Migratie in Nederland
Essay | De twijfels en de trots van de ontwortelden, Naema Tahir
inleiding
3
Al jaren plaagt mij de vraag naar terugkeer naar het vaderland. Het begon in 2005. Ik woonde in het Franse Straatsburg waar ik als juridisch expert werkte voor de Raad van Europa op het gebied van mensenrechten en migratie. In mijn vrije tijd is in Straatsburg mijn pen gaan vloeien en dit had enkele boeken tot gevolg; een essaybundel over migratie en moslimidentiteit2 en een roman over het zelfbeschikkingsrecht van moslimvrouwen in de diaspora.3 Daar het schrijven verslavend werkt, nam ik een paar jaar verlof op om me geheel te wijden aan dat nieuwe ambacht. In dit verband diende zich de vraag aan: blijf ik in Frankrijk of keer ik terug naar Nederland? Het is natuurlijk niet zomaar iets, verhuizen. Dat is het doorgaans voor niemand. Een verhuizing, zeker die naar een ander land toe, behoort tot de meest ingrijpende ervaringen van de mens, na de dood van een geliefde, ernstige ziekte of (echt)scheiding.4 Ik had me daarom ooit voorgenomen niet steeds om de zoveel tijd van land te wisselen. Als kind had ik dat al diverse keren meegemaakt. Ik was voor mijn zestiende jaar vijf keer heen en weer gemigreerd tussen drie verschillende landen: Engeland, Nederland en Pakistan. Mijn vijf-dubbele migratie begon na mijn geboorte in het Engelse plaatsje Slough, nabij Heathrow Airport. Het jaar was 1970. Mijn vader stuurde mij, samen met mijn zus en moeder, naar Pakistan. Daar hoorden wij thuis, vond hij. Vader zou zich later bij ons voegen, maar hij moest nog even in Slough blijven, waar hij voor ons de kost verdiende. Na twee jaar echter kwam niet vader naar Pakistan maar kwamen moeder, mijn zus en ik terug uit Pakistan naar Engeland. Lang bleven we er echter niet. Op mijn negende verhuisde het gezin van inmiddels zes kinderen naar Nederland, naar Etten-Leur om precies te zijn. Maar toen ik dertien was, vertrokken we weer, met zijn allen, behoudens vader, naar Pakistan en op mijn vijftiende bevond ik me weer netjes terug in Nederland. Om terug te keren naar mijn voornemen: ik wilde als volwassene niet ook weer steeds ‘landhoppen’. Maar het afleren van deze ingewortelde gewoonte bleek moeizaam. Enkele jaren na mijn studie rechten te Leiden ben ik naar Nigeria vertrokken om te werken voor het VN Hoge Commissariaat voor de Vluchtelingen. Na een jaar kwam ik terug naar Nederland, om na drie jaar verblijf hier te lande weer weg te gaan, dit maal naar Straatsburg waar ik hoopte en stellig verwachtte me permanent te vestigen. Maar toen ik daar drie jaar had gewerkt, nam ik, zoals gezegd, verlof op om me aan het
2. Een moslima ontsluiert, Naema Tahir (Houtekiet, Antwerpen, 2005). 3. Kostbaar bezit, Naema Tahir (Prometheus, Amsterdam, 2006).
4. Zie hiervoor Facts for Families: Children and Family Moves, 1999, rapport van de American Academy of Child and Adolescent Psychiatry.
Essay | Internationale Organisatie voor Migratie in Nederland
4 schrijven te kunnen wijden en rees die vraag, keer ik terug naar Nederland of blijf in ik Frankrijk?
5. Geparafraseerd uit Vaderland in de verbeelding, Salman Rushdie, (Veen, Amsterdam, 1991), vertaling uit het Engels door Marijke Emeis. Originele titel Imaginary homelands: essays and criticism 1981 -1991 – London, Granta Books, 1991.
6. Moslimmigranten moeten voor Nederland kiezen, 18 juni 2002, opinie, NRC Handelsblad.
Ik deed het eerste. Ik nam een verlofperiode van enkele jaren op en vestigde me in Nederland en wel om reden van de taal. Ik schrijf in het Nederlands omdat ik die taal het beste beheers, beter dan mijn moedertaal Punjabi en mijn vadertaal Engels. Maar ofschoon het Nederlands mijn beste taal is, is en blijft het een verworven taal - ik leerde het pas vanaf mijn negende jaar, nadat ik naar Nederland was gemigreerd. Omdat ook die taal me daarom niet past als een handschoen ervoer ik de noodzaak in een omgeving te verkeren waar het Nederlands me omringde, zodat waar mijn oog ook op rustte en waar ook mijn oren zich op spitsen zouden, er Nederlands zou zijn. Hierdoor zou mijn schrijven rijker en vollediger kunnen worden. Die Sprache ist das Haus des Seins, zegt Heidegger, en dat voelde ik. Je kunt je alleen thuis voelen in een land waarvan je de taal perfect spreekt.5 Thuis is dus waar mijn taal is. Voor even was dat een prachtige gedachte. Omringd door het Nederlands, de taal van mijn pen en personages, voelde ik me senang. Toch begon na een tijd de vraag weer te plagen: zal ik terugkeren, weer, dit maal naar Frankrijk, zodra mijn verlof zou eindigen? Ik aarzelde en twijfelde en na ruim een jaar van wikken en wegen ben ik in Nederland gebleven, maar het gevoel van verlies was groot, de pijn blijvend. Over dit leed had ik slechts gelezen: het verlies dat volwassen migranten ervaren als ze hun thuisland verlaten. Ik had die migranten zelfs jaren voorheen in een opiniërend stuk beklaagd omdat ze bleven steken in futiele dromen over hun thuisland en verlangens van terugkeer6. Die migranten moesten maar voor hun ontvangstland Nederland kiezen, schreef ik. Ze moesten zich maar over het gevoel van verlies voor hun verlaten thuisland heen zetten. Ze deden er goed aan het nieuwe land stevig te omarmen, zoals je een moeder omarmt. Want die moeder, het nieuwe land, onthaalde hen met open armen en bood hen vele nieuwe kansen om te groeien. Waren ze niet juist daarvoor gekomen? Kon dan het nieuwe moederland hun verlies niet eenvoudig doen vergeten? Kon Nederland mij een ander land doen vergeten? Ik koos toch voor haar? Ik vestigde me er, en had nu alles: mijn taal en mijn thuisgevoel. Toch miste ik Straatsburg. Ik miste mijn werk als jurist, de internationale ambiance, het nobele doel van mensenrechtenbescherming. Maar bovenal miste ik iets
Essay | De twijfels en de trots van de ontwortelden, Naema Tahir
5 wat ik in Nederland niet zou kunnen herwinnen: ik miste het leven als expat, een leven waarin je altijd anders bent dan de rest. Ik miste dat alles, zoals je een geliefde mist. Ik had heimwee, zoals we het liefdesverdriet voor een land noemen. Die heimwee vloeide via mijn inkt op papier en daarmee werd mijn roman Eenzaam heden7 geboren. Deze verhaalt over een migrant die 7. Eenzaam heden, Naema wegkwijnt door zijn verlangen naar terugkeer naar zijn vaderland en zijn Tahir, (2008, Prometheus, gelijktijdige onvermogen dat verlangen in daad om te zetten. Amsterdam). Elk mens wil ergens thuis zijn en koestert de aspiratie zich ergens thuis te voelen. Al vanaf het moment dat de navelstreng wordt doorgeknipt en we loskomen van de persoon in wie we zijn ontstaan, verlangen we naar geborgenheid, veiligheid en een thuis. Toch verlaten we ons ouderlijke huis, we vertrekken om andere horizonten te verkennen. Beide aspecten, het wegtrekken en het ergens thuis willen zijn, behoren tot de aard van de mens. De Kleine Prins spreekt hierover in het gelijknamige filosofisch sprookje van Saint-Exupéry. Hij legt via een bloem uit wat mensen zijn. ‘De mensen?’ zegt hij, ‘Die hebben geen wortels en daar hebben ze veel last van’. Wat wordt hier bedoeld met ‘last?’ Dat mensen wortelloos zijn en bovenal wortels nodig hebben om gelukkig te zijn? Impliceert dit dat mensen er alles aan moeten doen om wortel te schieten? Moeten we dan concluderen dat diegenen die dat niet lukt – bijvoorbeeld vele eerste generatie migranten – het beste terug kunnen keren naar de plaats waar hun wortels ooit lagen? Misschien is de wens tot terugkeer wel de meest voorkomende droom van vele migranten. Deze wens vertelt ons niet alleen iets over het verlangen om wederom in het vaderland te zijn, om het verleden te herwinnen en weer thuis te zijn. Hij legt tevens de onwil dan wel de onkunde bloot om te blijven, te aarden en te integreren in het land van de migratie, zodat dat land een thuis kan worden. Hoe minder iemand zich thuis voelt, des te prangender is veelal de wens terug te keren. Tegelijkertijd belemmert het bestaan van de wens tot terugkeer dat iemand zich thuis gaat voelen. In plaats van zich dan te richten op het heden, probeert die migrant het verleden te herwinnen, zodat hij in dat verleden blijft steken. Het heden is voor hem dan, zoals Rushdie het verwoordt in zijn essaybundel Vaderland in de verbeelding, een vreemd land; het verleden is zijn huis, al is het dan een verdwenen huis in een verdwenen stad in de mist van vervlogen tijden.8
8. Geparafraseerd uit S. Rushdie, Vaderland in de verbeelding, (1991, Veen, vertaling uit het Engels, door Marijke Emeis – Amsterdam. Originele titel Imaginary homelands: essays and criticism 1981 -1991 – London, Granta Books, 1991.
Essay | Internationale Organisatie voor Migratie in Nederland
6 In dit essay verken ik de vraag waarom een migrant blijft steken in zijn dromen over het thuisland. Het is niet zozeer waarom iemand wil terugkeren wat ik wil uitspitten, alswel waarom iemand juist niet terugkeert, terwijl hij er wel voortdurend naar verlangt. Ik probeer in wezen de weemoed van de migrant te doorgronden, dat daaruit bestaat dat hem enerzijds het verlies van het thuisland immens zwaar valt, waardoor terugkeer de meest voorkomende nacht- en dagdroom is, en anderzijds de wens naar terugkeer nimmer in vervulling gaat, deels omdat dat niet goed uitvoerbaar is, en deels omdat er positieve redenen zijn om in het gastland te blijven. Ik acht het van groot belang om die emotie, die weemoed te kennen. Want mensen die lijden, mensen die zich niet thuis voelen of die liever weg willen, zijn ongelukkige mensen en ongelukkige mensen maken geen gelukkige samenleving. Om dit doel te bereiken, kies ik de literaire weg, omdat die veel meer mogelijkheden biedt door te dringen tot een van de grootste onbesproken terreinen van de migratie-ervaring; de onwil om te blijven en de onwil om weg te gaan. Tot slot is van belang aan het eind van deze inleiding op te merken dat er voor een migrant uiteraard ook vele positieve redenen kunnen zijn om te blijven wonen in het gastland. In dit essay echter ligt het accent op de problematiek; op de vraag waarom de migrant veelal wil terugkeren, maar het even zo vaak niet doet. Daarom ga ik op de positieve redenen om te blijven hier verder niet in.
Essay | De twijfels en de trots van de ontwortelden, Naema Tahir
het migrantennarratief
7
De migratie-ervaring leert ons waarom iemand zijn land verruilt voor een ander. Het leert ons waarom onze samenleving door die migranten wordt gekozen en hoe die samenleving vervolgens door hun komst verandert. We hebben de beschikking over een rijkdom aan narratieven van de migrant. We vullen onze beleidsdocumenten ermee, ze sieren onze statistieken, we baseren daarop onze politiek. Nederland alleen al telt twee miljoen allochtonen en herbergt en documenteert ontelbare verhalen dienaangaande. Door de jaren heen heb ik kennis mogen nemen van vele migrantennarratieven. Als procesvertegenwoordiger voor de Nederlandse Immigratieen Naturalisatiedienst hoorde ik de reisverslagen en vluchtrelazen van procederende migranten en asielzoekers, als rechtshulpverlener voor het Verenigde Naties Hoge Commissariaat voor de Vluchtelingen schreef ik de schrijnende en angstaanjagende relazen op van mensen die gevlucht waren uit dito omstandigheden, en als jurist voor de Raad van Europa bestudeerde ik, als hoofdverantwoordelijke voor Artikel 19 van het Europees Sociaal Handvest aangaande de arbeidsmigrant, de nationale wetgeving en nationale praktijk van alle Europese landen inzake dat onderwerp. Al die verhalen van de migrant of de vluchteling waren echter geperst in een bureaucratisch format, zodat ze pasten in een procedure of op een vragenformulier, beide gericht op een gewenste uitkomst, zoals verblijfsstatus, aanspraak op programma’s van integratie of terugkeer, of een simpele stempel in een paspoort voor toelating. Het waren zinnige verhalen, geuit voor een bepaald doel, gedestilleerd uit de complexe realiteit. Niet zelden rees bij mij en anderen de twijfel of die verhalen niet (deels) gefabriceerd waren, of zo toegebogen naar het invulformulier dat het gunstig was voor erkenning als bijvoorbeeld vluchteling. Dit ‘reparatietalent van de asielzoeker’ maakt dat vele verhalen niet compleet zijn, to say the least. Het maakt het moeilijk door te dringen tot de ware reden waarom iemand een land verruilt voor een ander land, waarom de één terugkeert, waarom de ander niet, waarom het verlangen naar het thuisland blijft bestaan, zelfs wanneer men niet teruggaat. Hoe komen we dan zo dicht bij de waarheid die schuilt achter een migrantenverhaal? Hoe probeer ik dichtbij te komen? Voor mij is de migratie-ervaring een eigen ervaring. Zoals alle schrijvers put ik uit die eigen ervaring voor mijn pennenvruchten. Mijn achtergrond en persoonlijke migratiegeschiedenis zijn mede gevormd door de migratiegeschiedenis van mijn ouders. Ik probeer daarvan zoveel mogelijk te weten te komen, om als
Essay | Internationale Organisatie voor Migratie in Nederland
8 bron te kunnen gebruiken, maar veel zaken blijken onbespreekbaar, alleen al door de muur van schaamte, eer en trots waarop ik telkens weer stuit. Zeker als je trots bent op je vaderland, een karaktereigenschap die veel eerste generatie migranten juist meer jegens het land van herkomst koesteren, schaam je je ervoor dat land te hebben ingeruild voor een ander land, zeker als je dat andere land tot je nieuwe vaderland hebt weten te maken. Er is schaamte als je meer geniet van het wonen in een vreemd land dan in je eigen land. Er is schaamte als je meent je één te voelen met het volk in het oorspronkelijke thuisland, terwijl je er steeds voor kiest om van dat volk vandaan te wonen. Om die reden ben ik gaan geloven dat we beter via de verbeeldingskracht kunnen doordringen tot het gehele verhaal van de migrant. Via literatuur komen de nuances, details en verschillende facetten beter tot uitdrukking. Literatuur is uiteraard verzonnen, maar het is verzonnen om de waarheid beter uit te beelden. Literatuur, kun je zeggen, is waarheid. De karakters in literatuur zijn archetypen, oermenselijke types die tot een categorie horen. De eerste generatie migrant uit mijn roman Eenzaam heden, Humayun geheten, wiens verhaal ik voor dit essay analyseer, belichaamt niet louter zichzelf, maar vertegenwoordigt een hele categorie van migranten, zoals ook Anna Karenina evenmin louter het verhaal is van één enkele vrouw. Ook zij is een archetype, iemand die een categorie vrouwen representeert. De migrant Humayun uit Eenzaam heden is geïnspireerd op mijn vader. Hij behoort tot de categorie van de eerste generatie migranten. Ze vertrokken als jonge mannen uit het Oosten. om te gaan werken in het Westen. Tegelijk bleven ze verlangen naar terugkeer naar het vaderland. Ze namen alvast stappen om die terugkeer gaandeweg mogelijk te maken. Zo stuurden ze alvast hun kinderen terug, of ze lieten er alvast een huis bouwen en wachtten vervolgens op hun pensioen, dat het wonen in het vaderland zou moeten gaan bekostigen. Humayun is een dergelijke migrant. Via die romanfiguur poog ik aanschouwelijk te maken waarom terugkeer weliswaar gewild, maar niet gematerialiseerd wordt.
Essay | De twijfels en de trots van de ontwortelden, Naema Tahir
dromen van terugkeer, dromen van blijven
9
Humayun, een negentienjarige Pakistaan, merkt op een dag – het is begin jaren zestig – dat vele mannen uit zijn Punjabi dorp er niet meer zijn. Ze zijn weggetrokken naar Engeland, Londen vooral. Hen kwam ter ore dat de Engelse regering gezonde arbeiders uit de voormalige koloniën rekruteert om in de industrie te werken. Voordat de mannen vertrokken, legden ze vrouw en kroost beloftes af van een spoedige terugkeer. Hun verblijf in het buitenland zou tijdelijk zijn, gericht alleen op het bouwen aan een toekomst in het vaderland, Pakistan. Humayun is wat afgunstig op die migranten. Het zijn de beste mannen die uit zijn dorp zijn vertrokken. Ze beheersten allen de Engelse taal. Ook hadden ze allen vooruitzicht op een baan.9 Humayun 9. The migration process in besluit niet achter te blijven. Behoort hij immers ook niet tot de besten? Britain and West-Germany, p. 16-17, Heather Booth (1992
De dag dat hij de reis naar Londen wil maken, troggelt zijn vader een belofte Ashgate, Hants). af: ‘Geen bezoeken,’ zegt die tegen zijn zoon, ‘ik wil dat je terugkeert.’ Het is alsof de vader weet dat een bezoek aan het thuisland de wederkeer uitstelt en het verlangen erna tempert. Humayun doet zijn belofte. Als hij dan voet zet in Londen leeft bij hem slechts één doel. Hij wil rijk worden en met zijn nieuw verworven welvaart terugkeren naar Pakistan. Voor dit doel neemt hij een functie aan op de luchthaven Heathrow. Hij werkt hard maar als het sparen hem niet snel genoeg gaat, begint hij te gokken en mee te doen aan de lotto. Hij besluit vervolgens dat hij niet kan terugkeren als hij de jackpot niet wint en werpt zodoende, bewust of onbewust, een eerste barrière op tegen zijn eigen remigratie uit Engeland. Vele barrières voor terugkeer volgen. Humayun huwt met een Pakistaanse vrouw die graag in Engeland wil blijven. Ze krijgen een kind, Dina, dat naar school gaat en begint te integreren. Een huis wordt gekocht, meer kinderen worden geboren en Humayun blijft gokken en de lotto spelen, maar wint steeds de jackpot niet. Intussen krijgt hij schuldgevoelens. Hij is bang dat hij te diep begint te wortelen in dit vreemde land. Als tegenreactie doet hij er alles om niet te aarden. Deels lijkt dat onbewust; zijn herinneringen aan zijn verleden, aan Pakistan, verdringen elk gedachte aan Engeland, wat het aarden en integreren bemoeilijkt. Deels lijkt zijn aversie tegen integratie bewust, want hij kan het best; zijn Engels is immers net zo goed als zijn moedertaal, zijn huidskleur licht als een Europeaan, en zijn manieren gentlemanlike. Ook is zijn ijver op het werk bevorderlijk voor zijn integratie. Toch, zodra hij in aanmerking komt voor promotie, weigert hij die. Liever blijft hij in zijn onbeduidende functie werken. Hij mag het namelijk in Engeland niet al te gemakkelijk krijgen, want het mag niet zo zijn dat Humayun van Engeland
Essay | Internationale Organisatie voor Migratie in Nederland
10 gaat houden, nu hij ware liefde koestert voor Pakistan. Steeds vaker en vuriger bekent hij zich dan ook tot Pakistan. Hij eet alleen nog Pakistaanse curry’s, hij spreekt waar maar mogelijk Urdu en hij houdt zijn vrouw binnenshuis, in plaats van haar de kans te geven te slagen als zakenvrouw, waarvoor zij overduidelijk de motivatie en talenten heeft. In Engeland gaat Pakistan maar niet weg10. Tot slot dwingt Humayun zijn dochter Dina eveneens om 10. Vergelijk Rainbow sign, Urdu te spreken, Pakistaans te eten en zich te hullen in de shalwar kamiz, de in Pakistan ging Engeland maar niet weg, uit Dreaming Pakistaanse dracht, ook naar school waar toch een schooluniform verplicht is. Humayun wil zijn dochter voorbereiden op terugkeer naar Pakistan. Om and scheming, van H. haar verlangen aan te wakkeren, vertelt hij haar bij elke gelegenheid die zich Kureishi (Faber and Faber, aandient mooie verhalen over zijn vaderland. Ergens lijkt het alsof Humayun 2002, Londen. weet dat zijn eigen verlangen terug te keren niet te realiseren is en hoopt hij dat zijn dochter in zijn plaats zal terugkeren.
11. Seneca, Leren sterven Brieven aan Lucius, Vertaling Vincent Hunink, Brief 5, Aan de buitenkant gelijk. )2004, Athenaeum/ Polak en Van Gennip, Amsterdam, oorspronkelijke titel Epistulae Morales ad Lucilium.
Dina ziet de bui al hangen. Ze heeft andere dromen. Ze is tien, doet het uitstekend op school en merkt dat ze graag Engels is en graag in Engeland blijft wonen. Voor haar bestaat simpelweg geen ander thuis dan haar geboorteplaats Londen. Ze wil er aarden, er een toekomst opbouwen, met een Engelsman huwen, kortom, in beleidsjargon, Dina wil integreren. Maar ze is bang dat haar vader dat niet erkent of toelaat. Ze is bang dat hij haar uit Engeland zal wegplukken. Daartegen ageert ze. Op een nacht droomt ze dat haar vingers zijn veranderd in stevige, kronkelige, lange wortels. Met een uit wanhoop geboren kracht rent ze bij het waken hun tuin in en wringt met haar vingers diep in de aarde. Ze wil wortelen. Letterlijk. Ze wil verankerd in de aarde voortbestaan, als een boom, want alleen een boom is zeker van zijn vaste verblijf. Zij wil in het hier en nu leven. Zij wil niet wachten op de toekomst, die bestaat uit dromen over een in het verleden verloren thuisland. Van louter het hier en nu is toch nooit iemand ongelukkig geworden, meent ze.11 Haar vader, die niet zo denkt, neemt zij de onwil te aarden met de volgende bewoordingen kwalijk: ‘Wij migranten aarzelden, waren afstandelijk en trots. Wij, eeuwige reizigers, voelden ons belemmerd door de kwellingen van ons schuldgevoel van het verlaten van het thuisland, die ons ervan weerhielden zich bij ons nieuw land te nestelen, haar tot ons thuis te bestempelen, haar lief te hebben. Schuldgevoel en schaamte waren onze pesticide, ons gif dat de groei van onze wortels afremde, zelfs deed verschroeien, totdat we pijn kregen om ons huidige bestaan, omdat we pijn wílden om ons huidige bestaan, want alleen door die pijn overtroffen we onze schaamte en schuld. Dus kwamen
Essay | De twijfels en de trots van de ontwortelden, Naema Tahir
11 we nooit aan. We aardden niet. We leden. We huilden tranen van heimwee. We herinnerden onze verloren verledens, totdat ze onze hedens verdrongen, totdat ze ons de lust tot wortelen in dit nieuwe land ontnamen, bang zoals we waren ontworteld te raken van ons oude land. Maar ík had geen oud land. Ik had alleen dit land in het heden. En daarin wilde ik aarden. Ik wist ook dat het me zou lukken. Ik was anders dan mijn ouders die niet wilden aarden, terwijl zij het wel konden. In wezen konden we allemaal aarden; wij die onszelf graag de wereld toe-eigenden. Wij die vertrokken en deden alsof we nooit aankwamen. Wij, Migranten met een hoofdletter. Besloten we maar onze longen kostelijk te vullen met diezelfde zuurstof die in ons gedroomde paradijs werd ingeademd. Schoten we maar wortel! En lieten we die maar diep doordringen in de aarde die ons reeds aanvaardde terwijl wij haar niets terugschonken.’ Tot aan het einde van de roman blijft Humayun dromen van terugkeer. Tot aan het einde van het roman blijft Dina dromen dat haar vader blijft en integreert. Beide dromen zijn echter onhaalbaar. Het volledig uitkomen ervan staat namelijk op gespannen voet met het wezen van de migrant.
Essay | Internationale Organisatie voor Migratie in Nederland
12
de eerste generatiedroom versus de tweede generatiedroom
Schuld en schaamte noemt Dina als redenen waarom haar vader Humayun niet kan wortelen. Hij is bang dat als hij wortelt hij zijn vaderland verloochent. Hij is in het buitenland teneinde van groot nut te worden voor zijn vaderland, niet om zijn vaderland vaarwel te zeggen. Tegelijk kan hij alleen terug als dat grote nut gebleken is, als hij datgene waarvoor hij zijn vaderland verliet, bereikt heeft: welvaart, status, educatie. In ieder geval moet hij daarin meer uitblinken dan wanneer hij in Pakistan was gebleven. Anders gezegd: hij moet de breuk met het land dat hij liefheeft de moeite waard maken. Het was nodig, die breuk, het was onontkoombaar, en in het belang van velen. Hij migreerde voor volk en vaderland. Hij handelde nationalistisch en niet egoïstisch. Ook al migreerde hij destijds omdat hij niet wilde achterblijven terwijl de anderen wegtrokken, was dat vooreerst ingegeven door zijn liefde voor Pakistan. Voor dat land wilde hij niet klein blijven, maar groot worden. En dat was meteen mogelijk, mits hij naar het Westen vertrok. Maar dat alles kan hij alleen tonen door inderdaad terug te keren als een groot man. En omdat hij moet terugkeren, kan hij niet integreren. En omdat hij niet integreert, kan hij geen groot man worden en kan hij dus niet terugkeren. Noch wat Humayun wil, noch wat Dina wil, zal derhalve bereikt worden. Beide ideeën zijn prachtig, maar onwerkelijk.
Essay | De twijfels en de trots van de ontwortelden, Naema Tahir
terugkeer; de gefaalde daad
13
Bij mijn eigen vader bleef het niet bij een idee, ofschoon de verwezenlijking van zijn wens tot terugkeer evenmin slaagde. Tweemaal stuurde hij zijn gezin ‘voor altijd’ terug naar Pakistan. Van de eerste keer als baby herinner ik me uiteraard niets, de tweede keer was ik bijna veertien. Ik woonde in Nederland, waarnaartoe vader was vertrokken. De migratie van Engeland naar Nederland was vrij eenvoudig, omdat vader en zijn gezin de Britse nationaliteit hadden. Als EEG-burgers genoten wij vrij verkeer. De reden waarom vader uit Engeland vertrok, was omdat hij het klimaat aldaar haatdragend voor vreemdelingen achtte. Ruim drie jaar later migreerden we weer. Ik weet nog hoe ik voor de reis naar Pakistan mijn koffer inpakte en uit Etten-Leur vertrok alsof het de normaalste gang van zaken was. Dit was het lot van mensen die in een land woonden dat niet het hunne was, dacht ik. Ik geloofde net als mijn ouders dat ik in Pakistan mijn thuis zou aantreffen dat op ons wachtte en zonder ons niet volkomen was. In Pakistan zou mijn gehele verdere toekomst zich voltrekken. Maar om die toekomst in goede banen te leiden, bleef vader ‘voorlopig’ achter in Etten-Leur, waar hij werkte in een schoenfabriek. Hij koesterde de wens een eigen onderneming te starten die Pakistaanse goederen aan de Westerse man bracht. Zodra zijn bedrijf levensvatbaar zou zijn, kon ook hij uit het Westen weggaan. Maar, zoals eerder aangegeven, gebeurde het tegenovergestelde; moeder vertrok samen met het gezin van zes kinderen na twee jaar weer uit Pakistan en kwam opnieuw in Etten-Leur te wonen. Hoe dan ook, de hoop op een definitieve terugkeer bleef onveranderd voortbestaan. Vader voorspelde ooit een huis in Pakistan te bouwen, wanneer zijn bedrijf was geslaagd, dat ons bestaan aldaar financieel mogelijk zou maken. Hij hoopte bovendien zijn kinderen aan Pakistani uit te huwelijken, zodat zij er zouden gaan wonen. Zodra hij met pensioen was gegaan, zou hij zich er, samen met moeder, ook vestigen. Maar vader, die nu drie jaar gepensioneerd is, verblijft nog altijd in Nederland.
Essay | Internationale Organisatie voor Migratie in Nederland
14
de droom voorbij
Heimwee, Fernweh, dromen van terugkeer, een droom die buitensporige proporties krijgt doordat hij levenslang gedroomd wordt en even zolang niet in vervulling gaat, dat is de kern van de zaak. Humayun geniet al twee jaar van zijn pensioen. Hij ontvangt een bescheiden bedrag van 60 euro per maand, opgebouwd tijdens zijn werk in Engeland als postbode voor de Royal Mail. Van zijn werk als uitzendkracht voor de schoenfabriek Blenzo had hij geen pensioenafdrachten gedaan. Hij ontvangt in Nederland maar een deel van de volledige AOW omdat hij niet veertig jaar lang in Nederland heeft gewoond. Als zijn vrouw pensioengerechtigde wordt, krijgt zij, anders dan Humayun had gedacht, maar een deel van haar AOW, omdat zij gehuwd is met Humayun. Omdat de tijd is gekomen, neemt Humayun maatregelen om zijn oudedagsuitkering te laten overmaken naar Pakistan. Daar kan wat een bescheiden pensioen is in Nederland een ruime voorziening in het Oosten worden. Maar wat blijkt? Als Humayun en zijn vrouw naar Pakistan willen verhuizen, krijgen ze maar een deel van hun gezamenlijke AOW uitbetaald. Pakistan behoort namelijk niet tot de landen waar je je gehele AOW mee naartoe kan nemen. Hij krijgt maandelijks precies zeshonderd euro uitbetaald. Dat is 10 euro per persoon, per dag! Met zijn tweeën kan hij daar ook in Pakistan niet van rondkomen, zelfs niet als hij zuinig is. Humayun is boos op Nederland. Waarom denken ze toch dat Pakistan een arm land is, waar alles goedkoop is? Waarom was hij over dit alles niet eerder ingelicht? Nu is zijn situatie er een van aperte onrecht, vindt hij. En hij staat er alleen voor. Humayun kan niets anders dan zich enorm benadeeld voelen. Hij begint na te denken over zijn situatie, misschien wel voor het eerst reëel. Hij heeft geen spaargeld. Waarom had hij ook moeten sparen, denkt hij, hij had immers uitzicht op een goed pensioen verwacht. Om die reden was hij ook een beetje te optimistisch geweest. Zo had hij maar liefst vier keer een nieuwe hypotheek afgesloten op de overwaarde van zijn koopwoning in Etten-Leur, om met dat geld twee keer per jaar naar Pakistan af te reizen om er een huis te bouwen. Het huis in Etten-Leur is dus niet afgelost. Bij verkoop zal hij nauwelijks winst overhouden. Daar er sprake is van een economische crisis en de huizenprijzen zijn gedaald, zal er waarschijnlijk zelfs een kleine schuld resteren. Dat is extra jammer, want hij had gehoopt met de winst op het huis in Pakistan meubilair te kopen en elektrische apparaten, die hem en zijn vrouw van de gemakken zouden voorzien, waaraan zij in het Westen gewend waren geraakt. Dat is niet alleen voor hen belangrijk. Wat zullen hun
Essay | De twijfels en de trots van de ontwortelden, Naema Tahir
15 familieleden in Pakistan zeggen als Humayun in een huis komt te wonen waarin nauwelijks iets Westers staat? Humayun besluit Dina, zijn dochter, die inmiddels jurist is, over te halen het huis in Etten-Leur van hem te kopen. Zij zal hem er goed voor betalen, hoopt hij. Het is haar Pakistaanse plicht om haar ouders bij tijd en wijle financieel te onderhouden - interne remittances12 noemt hij dit. Het andere voordeel is dat als Dina het huis van Humayun zal kopen, hij telkens als hij op bezoek komt naar Nederland bij haar zijn intrek kan nemen. Het is dan alsof hij nooit is vertrokken. Die gedachte stemt hem tevreden. Hij heeft plannen om veel naar Nederland te komen. Hij beschouwt zich namelijk als een zakenman, die reizen moet maken. Bovendien is hij, ofschoon hij de Britse nationaliteit heeft behouden, toch ook ergens een beetje een Nederlander. In ieder geval is hij Europeaan en niet alleen een Pakistaan die in Pakistan blijft en niet naar het buitenland kan reizen. Ook als grootvader moet hij naar Nederland reizen. Wie anders moet de band tussen zijn kleinkinderen en hun waarlijke vaderland in stand houden? Ten slotte moet hij ook naar Nederland komen om zijn kinderen te zien, want zij zullen niet op bezoek komen bij hem. Dat had Humayun ook niet bij zijn eigen vader gedaan. Pakistan is immers erg veraf gelegen. Het is niet Marokko of Turkije, waar Nederlanders Pakistan vaak mee vergelijken, landen die dichtbij zijn. Zijn situatie is eerder zoals die van Nederlanders die in Australië of Amerika wonen13. Ze wonen erg ver weg en een reis van ver naar Nederland kost veel. Daar moet je geld voor hebben. Dan denkt Humayun aan zijn andere financiële verplichtingen. Zijn familieleden zijn afhankelijk van hem. Soms stuurt hij hen remittances. Elke keer als hij op bezoek is in Pakistan komen familieleden langs. Er zijn dagen dat hij een spreekuur houdt om zijn vele neven te ontvangen die om geld en advies vragen. Laatst vroeg een neef om een lening die Humayun niet kon weigeren, omdat die neef aan zijn voeten ging liggen huilen. Deze neef, opgeleid tot advocaat, had Humayun ooit geholpen een vergunning te krijgen voor een boerderij die hij tien jaar geleden had gekocht. Trouwens, op die boerderij werkt een portier in dienst van Humayun. Ook hij moet maandelijks door Humayun worden betaald. Humayun beseft dat zijn vele verantwoordelijkheden het moeilijk maken meteen terug te keren naar Pakistan. Hij vindt dat jammer. Hij is oud, hartpatiënt, en loopt moeilijk. Hij wil niet in Nederland sterven. Dat zou zijn eer te na zijn. Hij denkt ook dat het met zijn gezondheid beter zou gaan als hij in Pakistan was. Daar kan hij namelijk vrijer ademen. Hij spreekt
12. Overdacht van gelden die migranten naar familieleden overmaken voor hun onderhoud.
13. Vergelijk de verhalen uit Het wrede paradijs, Het levensverhaal van een emigrant, Hylke Speerstra (2008, Contact, Amsterdam), waarin verhaald wordt over migraties van Nederlanders naar verre oorden.
Essay | Internationale Organisatie voor Migratie in Nederland
16 de taal het beste en dat is voor hem een verademing – letterlijk –, daar hij niet stottert, stamelt en hapert en naar woorden moet zoeken om zich in de simpelste situaties in gebrekkig Nederlands uit te drukken. Hij vindt tot slot dat Nederland expres van hem een allochtoon maakt. Zijn allochtoon-zijn doet suggereren dat hij niet Nederlander is en stelt aan hem de eis dat hij uiteindelijk moet weggaan. Hij voelt zich daarom niet welkom als hij blijft, alleen als hij volledig vertrekt, en zeker niet als hij af en toe terug zou willen komen.
Essay | De twijfels en de trots van de ontwortelden, Naema Tahir
de paradox van integratie versus terugkeer
17
Wat is precies het probleem van Humayun? Dit: vaak wordt gedacht dat als aan de voorwaarden ervoor wordt voldaan, en als alle juridische en andere belemmeringen uit de weg zijn geruimd, de migrant die wil terugkeren dat ook daadwerkelijk zal doen. We spreken dan van een succesvolle terugkeer.14 14. Zie Spijtoptanten en de Maar wat betekent precies succesvol terugkeren? uitdaging van de terugkeer, Peter van Krieken, Essay 2007
Een succesvolle terugkeer suggereert een permanente terugkeer. Het voor IOM, gepubliceerd in suggereert dat je voorgoed uit Nederland vertrekt naar het oorspronkelijke het IOM jaarbericht 2007. thuisland. De migrant is weg, ‘opgerot.’ Die zal ook niet meer naar Nederland willen wederkeren. Velen die opteerden voor terugkeer, bijvoorbeeld gastarbeiders uit de jaren zeventig, werden zelfs reisbeperkingen opgelegd om te voorkomen dat die weer Nederland inreisden. De gedachte hier lijkt te zijn dat die migranten toch immers zelf terug wilden? Dan moesten ze maar definitief uit Nederland blijven. Deze gedachtengang is nogal bizar. We verwachten aan de ene kant van de migrant dat hij volledig integreert, assimileert zelfs, dat hij totaal opgaat in het land van ontvangst, en aan de andere kant verwachten we dat, als hij vertrekt naar zijn vaderland, hij alles hier te lande vaarwel zegt en de rug toekeert. Het één, verblijven in Nederland, sluit het ander uit, verblijven in het buitenland. Merkwaardig hierbij is het verschil met de asielzoeker. Tijdens zijn asielprocedure, al verblijft de asielzoeker jarenlang in Nederland, mag hij juist niet proberen te integreren. We verwachten dat hij geen of slechts futiele banden met Nederland zal hebben zodra zijn procedure ten einde komt. Als hij dan geen vluchtelingenstatus verwerft, vinden wij dat hij zonder meer en zeer gemakkelijk kan terugkeren naar waar hij vandaan kwam. Het lijkt alsof we voor de asielzoeker vinden dat hij alleen banden heeft met het land van herkomst, al blijft hij in Nederland. Natuurlijk is het in de situatie van migranten in zekere zin zo dat je niet tegelijk in twee landen kan wonen. Maar wat vergeten wordt is dat migranten vaak - vooral geestelijk of virtueel - wel in twee landen wonen. Veel migranten hebben banden met beide landen, het gast- en het herkomstland. Ze ontwikkelen leefpatronen die elementen in zich bergen van zowel het gastland als het thuisland.15 Ze leven als het ware tussen twee landen in. Er zijn ‘sizeable back and forth movements and regular exchanges of tangible and intangible goods between places of origin and destinations.’16 Waar vroeger mensen, maatschappijen en economieën voornamelijk lokaal of nationaal functioneerden, is met name door technologische ontwikkelingen een
15. De duurzaamheid van het transnationalisme, de tweede generatie Hindostanen in Nederland, door Ruben Gowricharn, in Migrantenstudies, jrg. 20, nr. 4, 2004, p.252-268. 16. Portes, A.. L.E. Guarnizo en P. Landolt (1999) Introduction: Pitfalls and promise of an emerging research field; Ethnic and Racial Studies, vol. 22, p. 217-237. Zie ook het artikel van Gowaricharn, waarin hij Portes aanhaalt.
Essay | Internationale Organisatie voor Migratie in Nederland
18
17. Vier de komst van migranten, Halleh Gorashi, Ruud Lubbers en Naema Tahir, opinie, NRC Handelsblad, 27 January 2007.
fundamenteel ander patroon ontstaan. Niet het nationale territorium is de maat der dingen, want het nationale is ‘overstegen’: er is tegenwoordig sprake van een transnationaal territorium. Dit impliceert een ander gedrag van mensen, van migranten. Zij gaan daar naar toe, fysiek, virtueel of cultureel, waar zij zich het beste kunnen ontplooien, waar zij hun geluk denken te vinden.17 Eigenlijk is Humayun een moderne migrant. Ofschoon hij steeds kenbaar maakt te willen en pogingen onderneemt daadwerkelijk terug te keren, wil hij in werkelijkheid alleen terugkeren, mits zijn vertrek niet al te definitief is. Hij wil ‘back and forth’ reizen. Hij wil banden onderhouden met Nederland, als hij weer in Pakistan woont, zoals hij banden met Pakistan bleef onderhouden, toen hij zich in Nederland vestigde. Net zo min als dat Pakistan uit Nederland verdween, zal Nederland uit Pakistan weggaan als hij er weer woont. De stap definitief voor één land te kiezen is simpelweg te groot, materieel en geestelijk.
Essay | De twijfels en de trots van de ontwortelden, Naema Tahir
back and forth, transnationale migranten
19
Waarom zou Humayun back and forth willen reizen? In de eerste plaats zijn er financiële redenen. Money makes the world go round. Money makes Humayun go round. Zijn specifieke financiën zijn niet bijster goed geregeld. Dat is natuurlijk niet maatgevend voor alle migranten. Verschillende studies wijzen uit dat de welvaart van migranten dikwijls toeneemt. Toch regelen vele migranten hun financiën niet op een gezonde en efficiënte wijze. Humayun is een dergelijke financial-mismanagement migrant, die door taalgebrek, lage opleiding en de onwennigheid aan grote bedragen een ronduit slecht financieel perspectief heeft. Hij is daarom afhankelijk van zijn dochter Dina. Natuurlijk kan hij naar Pakistan gaan en hopen op remittances van Dina. Hij meent dat wat Dina verdient ten goede dient te komen aan hem en de hele familie. Het financieel ondersteunen van ouders door hun kinderen is in de Pakistaanse cultuur nog altijd een bewijs dat de ouders hun kinderen goed hebben opgevoed. Bovendien heeft Humayun financiële verantwoordelijkheden voor de achterblijvers in Pakistan en moet hij deze gestand doen, omdat hij zich zo van gewenste loyaliteiten en vriendschappen verzekert in een low-trust samenleving die geen welvaartstaat kent. In de tweede plaats moet Humayun toezicht houden op het welslagen van de door hem gearrangeerde huwelijken van zijn kinderen. Een gearrangeerd huwelijk kan bijna alleen slagen indien het steun en begeleiding krijgt van de overige leden van de familie. Samen met zijn vrouw zorgt Humayun enkele dagen per week, als Dina en haar man werken, voor de kleinkinderen. Zij bieden de kinderen dagelijkse opvang en zorg. Verder geven zij de kinderen koranlessen en lessen in Urdu. Humayun neemt zijn kleinzoon soms mee naar de moskee. Thuis wordt veel gekeken naar de Pakistaanse satelliettelevisie. Juist omdat het Nederlands niets van doen heeft met de talen die in Pakistan worden gesproken, zoals Engels en Urdu, vindt Humayun dat hij de kleinkinderen de talen moet bijbrengen die ze nodig hebben om hun band met Pakistan te behouden. Deze band is een belangrijk punt voor Humayun. Hij wil niet dat zijn nakomelingen voor altijd verloren raken voor Pakistan. Dit klemt te meer omdat Humayun beseft dat zijn kinderen en kleinkinderen het land alleen zullen bezoeken als ze er een band mee hebben. In de derde plaats is er de gezondheidszorg. Natuurlijk zijn er goede ziekenhuizen in Pakistan. Er zijn zelfs veel terugkeerde migranten die er als arts kunnen werken dankzij hun in het Westen genoten opleiding en ervaring. Toen Dina in Pakistan woonde, in 1984, heeft ze zelfs een
Essay | Internationale Organisatie voor Migratie in Nederland
20 Canadees-Pakistaanse tandarts gehad die haar beugel verzorgde. Toch zijn de voorzieningen niet geheel op het niveau van Nederland en wil Humayun de voordelen van de betere gezondheidszorg daar niet verliezen.
18. India with Sanjeev Bhaskar (2007), vier delige BBC documentaire over reizen door India.
Ten slotte het belangrijkste: Humayuns zelfbeeld. In een documentaire over modern India bezoekt acteur en comedien Sanjeev Bhaskar een netwerk van Indiase ouderen wier kinderen als kennismigranten in het buitenland werken.18 Dit netwerk is opgezet om ervaringen te delen, om elkaar te steunen in de eenzaamheid, voor de gezelligheid, maar ook om te kennen te geven dat men als ouders van migranten een bepaalde identiteit heeft en dat men daar trots op is. Op het moment dat hun kinderen naar het Westen vertrokken, waren ze niet meer zomaar gewone Indiase ouders. Ze gingen opeens tot een bijzondere soort behoren, via hun kinderen verbonden met het welvarende Westen, met de moderniteit, met bestaanszekerheid en wat dies meer zij. Precies hetzelfde geldt voor Humayun. Zijn familie is er trots op dat hij in het Westen verblijft. Als migrant is Humayun anders dan de rest, waar hij zich ook bevindt. Zijn identiteit, zijn zelfbeeld wordt bepaald door zijn migrantenstatus en de daarbij horende mobiliteit en transnationaliteit. Hij heeft een sociaal en familiaal netwerk dat zich daarmee ook ten dele kan identificeren. Zodoende werken zijn migrant-zijn en anders-zijn door op economisch, sociaal en cultureel vlak in zijn hele familie en daarbuiten. Humayun moet welvarender zijn dan de achterblijvers. Zij waarderen zijn economisch nut voor hen. Uiteindelijk is hij voor een hogere welvaart decennia geleden vertrokken. Hij moet zich manifesteren als een weldoener, als gastvrij, sterk, in control, goed opgeleid, beter dus. Als hij naar Pakistan teruggaat, moet zijn onderkomen anders, beter en van meer gemakken voorzien zijn dan die van de achterblijvers. Nu in Pakistan velen beschikking hebben over internet, moet hij laten zien dat zijn toegang tot de wereld niet alleen virtueel is, zoals bij de achterblijvers, maar dat hij er ook fysiek toegang toe heeft. Zelfs qua gezondheid moet Humayun boven de anderen uitsteken. Hij moet kunnen doen wat de elite uit Pakistan doet, naar een topziekenhuis in het buitenland gaan voor een medische behandeling. Dat is, zoals vele zaken, een statussymbool. Aan veel van deze eisen zal Humayun vermoedelijk niet kunnen voldoen. Daarom moet hij de schijn ophouden. Als hij, na een bezoek, weer naar het Westen vertrekt, kunnen de achterblijvers alleen maar vermoeden hoe rijk hij is. In een dialoog tussen echtgenoten in Brick Lane, de roman van Monica
Essay | De twijfels en de trots van de ontwortelden, Naema Tahir
21 Ali over een Bangladeshi migrantengezin waarvan de vader terugkeert naar Bangladesh om daar een bedrijf op te zetten, komt dit goed naar voren. Als de man zijn vrouw opbelt, die in Engeland is achtergebleven, gaat het niet bijster goed met zijn zaak. Toch vraagt hij haar of zij geld van hem nodig heeft. Wegens de afstand kan zij niet weten dat hij niet rijk is, en als zij dat vermoedt, kan zij dat makkelijk voor zich houden.19 Zijn onzichtbaarheid 19. Brick Lane, Monica Ali, is een masker voor zijn marginaliteit. De waardering die Humayun van Doubleday (2003) zijn Pakistaanse familie en vrienden krijgt, kan alleen hoog blijven als hij steeds weer vertrekt. Want mocht hij terugkeren in hun midden, dan komen zij er onherroepelijk achter dat hij net zo gewoon is als zij zelf. Of dat hij minder succesvol is dan hij heeft doen voorkomen. Ook omgekeerd geldt dit. In Nederland bevindt hij zich in de marge van de samenleving. Om zijn eigenwaarde op te krikken, reist hij graag naar Pakistan waar hij wel macht heeft, al is het bij gratie van zijn band met Nederland. Je kunt zeggen dat zijn heen en weer reizen eergestuurd is. Dit eergevoel geldt ook met betrekking tot zijn belofte ooit aan Pakistan gedaan om terug te keren. Als belofte schuld maakt, maakt die eervolle belofte van Humayun, ereschuld.
Essay | Internationale Organisatie voor Migratie in Nederland
22
20. Een moslima ontsluiert. ibid noot 2.
conclusie
Migratie behoort tot een van de meest verreikende ervaringen van de mens. Het maakt dat je voor altijd nergens bij hoort. Je leven lang ben je hier noch daar. Tegelijk verlegt migratie je horizon. Het geeft je zodoende volop de gelegenheid je paradijs op aarde zelf in te richten.20 Voor dit essay heb ik de vraag verkend hoe een eerste generatie migrant dat paradijs op aarde verovert. Ik ben er daarbij vanuit gegaan dat de migrant voor zijn paradijs niet één plaats, maar twee plaatsen kiest, namelijk zowel zijn gastland als zijn vaderland. Als object van mijn analyse heb ik bewust voor de eerste generatie migrant gekozen. Die migrant verlangt het meest naar terugkeer naar zijn vaderland. Hij heeft de grootste pijn van het verlies ervan. Hij schaamt zich het meest als hij niet terugkeert, zeker als hij een patriot is. Gevolg is dat hij niet volledig in zijn nieuwe land leeft omdat hij imaginair in het oude vaderland blijft vertoeven. Dit voorkomt een goede integratie in het gastland. Immers, het verlies van het verlaten van het vaderland is zo groot dat hij niet kan aarden in zijn gastland. Tegelijk ervaart hij het verlaten van zijn gastland als een dermate groot verlies dat hij toch blijft. In wezen kiest deze migrant om beide landen tot zijn thuis te bestempelen. Hij is hier noch daar thuis. Een soortgelijk verhaal over hoe een migrant een paradijs op aarde verovert, zou te vertellen zijn over de tweede generatie migranten. Hun verhaal viel buiten het bestek van dit essay, juist omdat bij de tweede generatie migranten blijkt hoe anders zij in het leven staan dan de eerste generatie migranten. Niet alleen hebben zij hele andere ideeën over hun bestaan en betrokkenheid in het gastland, wat veel meer is verworden tot hun eigen thuisland, ook bezien ze hun band met het land der vaderen volkomen anders dan de eerste generatie. Soms is er verminderde of simpelweg geen enkele band meer met het vaderland van hun ouders. Mocht er al sprake zijn van transnationalisme, dan blijkt niet zelden dat de tweede en volgende generaties betrekkingen onderhouden met andere landen dan het oorspronkelijke vaderland. De tweede en volgende generatie migranten, hebben andere opvattingen over zaken als nationaliteit, loyaliteit, eer, religie, goed en kwaad en wat dies meer zij. Vandaar ook dat er vaak sprake is van een scherpe generatiekloof tussen die tweede en de eerste generatie migranten.
21. Schubert, Winterreise, Der Wanderer (1816).
Schubert zei eens, Dort wo Du nicht bist, dort ist das Glück.21 Dat gaat op voor veel mensen, maar voor migranten van de eerste generatie in het kwadraat. Voor veel migranten is kennelijk in Nederland blijven niet voldoende maar is
Essay | De twijfels en de trots van de ontwortelden, Naema Tahir
23 vertrekken evenmin bevredigend. Het zal vaak een groter verlies betekenen om voor altijd terug te keren dan te blijven. De migrant vreest het definitieve omdat hij gewend is te leven in het tijdelijke. Hij vreest het blijven omdat blijven betekent jezelf geven, jezelf blootstellen en door de ander gekend worden. Misschien moeten we daarom erkennen dat het tijdelijke zijn paradijs is; dat vele migranten hier noch daar willen zijn, maar overal tegelijk zijn.
Essay | Internationale Organisatie voor Migratie in Nederland
Tekst Naema Tahir Eindredactie Joost van der Aalst, Noortje Jansen, Marian Lenshoek, Adri Zagers Ontwerp VormVijf, Den Haag Druk Artoos Communicatiegroep, Rijswijk Uitgegeven door IOM in Nederland Postbus 10796 2501 HT Den Haag T 070 31 81 500 F 070 33 85 455 E
[email protected] I www.iom-nederland.nl
© 2010 International Organization for Migration Alle rechten zijn voorbehouden. Niets van deze uitgave mag worden verveelvoudigd, bewaard in een retrieval system of openbaar worden gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.