WOORD VOORAF
DECEMBER 2006 Volgend academiejaar verdwijnen de oude studieprogramma’s van de opleiding tot ‘meester in de muziek’. Zij worden vervangen door de nieuwe ‘masters’: het sluitstuk in de uitvoering van de Bologna akkoorden die het hoger onderwijs in Europa stroomlijnen en op elkaar afstemmen. Daarbij stapt het conservatorium in een nieuw avontuur dat op bepaalde momenten zelfs redelijk surrealistisch aandoet: de academisering. Docenten en studenten moeten competenties bezitten op het vlak van wetenschappelijk / artistiek onderzoek en dit verder uitbouwen via de vernieuwde studieprogramma’s. De onderzoekcel ‘Trobadors’ heeft hier de voorbije jaren belangrijk werk verricht. De discussie wat artistiek onderzoek precies is en hoe dit zich verhoudt tot puur wetenschappelijk onderzoek blijft echter in alle geledingen aanwezig. Het conservatorium wil zijn kerntaak (het vormen van goede professionele musici) absoluut prioritair houden maar de vernieuwing is onomkeerbaar en voor iedereen voelbaar. Het operaproject ‘Ifigenia & Ipermestra’ is een belangrijke verwezenlijking binnen deze academisering. Het conservatorium heeft een sterke opleiding in historische uitvoeringspraktijk. Daarbovenop komt nu een samenwerking met de muziekwetenschappen van de universiteit Gent. Symposium en artistieke uitvoering gaan hand in hand en bouwen samen aan een meerwaarde die ongetwijfeld past in het concept ‘academisering van de kunstopleidingen’. Een concreet project toont de weg naar academisering en voedt op die manier de uitwerking van een conceptueel kader. Omdat de masters in de kunsten een academische opleiding is, wordt de volgende stap logischerwijze het aanvaarden van een doctoraat voor kunstenaars. Op 1 en 2 december is er in het Brussels hoofdstedelijk parlement een internationaal symposium over dat doctoraat in de kunsten. ‘Het Platform’ van de Universitaire Associatie Brussel stelt een model voor om dit doctoraat mogelijk te maken zonder de eigenheid van de kunstopleidingen te negeren. Maar laat u zich niet afschrikken door deze ‘hoge’ termen. Ook in december wordt er aardig veel muziek gemaakt in het academische conservatorium. Eric Van Leuven eindredactie
(2
CONCERT-INFO
IFIGENIA & IPERMESTRA DONDERDAG 7 DECEMBER KLEINE CONCERTZAAL VANAF 9U30 De belichaamde mythe in de opera seria Internationaal symposium over de verbanden tussen mythologie en barokopera Ism Ugent-Musicologie – Trobadors project Paul Dombrecht Lezingen
• Jean-François Lattarico (Filoloog, Saint-Etienne) • Wendy Heller (Musicoloog, Princeton) • Bruno Forment (Musicoloog, Gent)
• Reinhard Strohm (Musicoloog, Oxford) • Raffaele Mellace (Musicoloog) • Bram Van Oostveldt (Theaterhistoricus Gent/Utrecht)
DONDERDAG 7 DECEMBER 20 UUR CONCERTZAAL Vertolkers: Lore Binon, Emilie De Voght, Soetkin Elbers, Sandra Nazé, Vincent Lesage,Bertrand Delvaux, Geoffrey Degives Barokorkest Koninklijk Conservatorium Brussel
• Orkestleiding: Paul Dombrecht • Dramaturgie: Bram Van Oostveldt
• Regie: Sigrid T’Hooft • Concept: Bruno Forment
CONCERT-INFO
Opera: I. IFIGENIA Fragmenten uit: Alessandro Scarlatti “Endimione e Cintia” (Rome, 1705) Antonio Caldara “Ifigenia in Aulide” (Wenen, 1718) Leonardo Leo “Andromaca” (Napels, 1742) Carl Heinrich Graun “Ifigenia in Aulide” (Berlijn, 1749) Niccolò Jommelli “L’Ifigenia” (Rome, 1751) Niccolò Jommelli “Ifigenia in Tauride” (Napels, 1771) II. IPERMESTRA Fragmenten uit: Leonardo Vinci “Didone abbandonata” (Rome, 1726) Francesco Bartolomeo Conti “Issipile” (Wenen, 1732) Antonio Caldara “Achille in Sciro” (Wenen, 1736) Johann Adolf Hasse “Ipermestra” (Wenen, 1744; Hubertusburg, 1751)
De belichaamde mythe in de opera seria De achttiende-eeuwse opera seria blijft voor velen terra incognita. Wie is vandaag vertrouwd met de muziek van Caldara, Hasse of Jommelli, of met de libretto’s van Zeno, Metastasio of Verazi? Nochtans waren deze meesters in hun tijd ongekend populair en invloedrijk. Tegenwoordig krijgen we hun scheppingen nog zelden te zien of te horen, en dat is jammer. Vanuit die vaststelling sloegen Paul Dombrecht (Koninklijk Conservatorium Brussel) en Bruno Forment (Universiteit Gent) drie jaar geleden de handen in elkaar. Het resultaat: twee pasticcio’s met zelden tot nooit uitgevoerde operafragmenten. Uiteraard werd het geen willekeurige knipen plakoperatie. Bij hun zoektocht naar geschikte fragmenten – die Dombrecht en Forment tot in de bibliotheken van Wenen en Napels heeft geleid – fungeerden twee antieke mythes als leidraad: Iphigeneia in Aulis en Hypermnestra. Deze doen het verhaal van twee prinsessen die het slachtoffer werden van misleidende orakelspreuken en religieus fanatisme. Moest Iphigeneia voor de Griekse zaak geofferd worden, dan werd Hypermnestra verplicht haar bruidegom nog tijdens de huwelijksnacht te vermoorden. Dat deze tragische stof tot meeslepende operascènes heeft geïnspireerd, kan u zelf komen vaststellen op donderdag 7 december, wanneer de éénakters door Brusselse conservatoriumstudenten worden uitgevoerd onder leiding van Paul Dombrecht zelf. Voor de bewegingsregie is de hulp ingeroepen van Sigrid T’Hooft. Diezelfde dag kan u een symposium bijwonen waarop de musicologen Reinhard Strohm, Wendy Heller en Bruno Forment, de theaterhistorici Raffaele Mellace en Bram Van Oostveldt, en de filoloog Jean-François Lattarico de verbanden tussen mythologie en barokopera vanuit verschillende hoeken zullen belichten.
3)
(4
CONCERT-INFO
Artistiek Onderzoek bestaat ! Dat bewijzen de antieke dames Ifigenia en Ipermestra. Zij worden ten tonele gevoerd op 7 december. Bruno Forment (Universiteit Gent/FWO) leverde het musicologische onderzoek en Paul Dombrecht (Koninklijk Conservatorium Brussel/Trobadors) onderzocht het artistieke luik. Resultaat: een colloquium en een grootschalige operaproductie met nieuw gevonden operamateriaal uit de 18de eeuw . In de laatste decennia is het operagebeuren drastisch veranderd. Aardverschuivingen binnen de muziekpraktijk en -wetenschap hebben ervoor gezorgd dat een flinke brok muziektheater uit de “dark ages” (Joseph Kerman) van de operageschiedenis – de periode tussen Monteverdi en Mozart – zijn weg teruggevonden heeft naar waar het thuishoort – op de planken. Dit is zeker het geval voor de opera seria, een genre dat al in zijn eigen bloeitijd, de achttiende eeuw, het onderwerp was van misprijzen en spot, maar desondanks de hele Verlichting in zijn ban heeft gehouden. Jean-Jacques Rousseau was er dol op, Frederik de Grote spendeerde er astronomische budgetten aan, maar kennen wij vandaag wel de opera’s die hen begeesterden? Weliswaar beleeft het muziektheater van Händel en Vivaldi een revival, maar dat neemt niet weg dat een centraal deel van het achttiende-eeuwse 'repertoire’ volslagen onbekend blijft. Innovatieve componisten als Caldara, Hasse en Jommelli worden nauwelijks uitgevoerd, om nog te zwijgen over de dichters Zeno en Metastasio, wier libretti in talrijke Gesamtausgaben verschenen maar nu enkel nog door kenners naar waarde geschat worden.
Vanuit die vaststelling reikten Paul Dombrecht en ikzelf elkaar drie jaar geleden de hand om een meerjarig huwelijk aan te gaan. Toegegeven, het ligt niet voor de hand een oude rot in de Oude Muziek-beweging te koppelen aan een groentje uit de musicologie; een samenwerking tussen conservatorium en universiteit is al helemaal not done. Een contract met een bindende voorwaarde kan de liefde echter levendig houden. Die 'voorwaarde’ bestond er in dit geval in dat we een semi-scenische productie zouden opzetten waarin conservatoriumstudenten op historische instrumenten vergeten opera seria-scènes een nieuw 'lichaam’ zouden bezorgen. Natuurlijk zouden we niet zomaar wat opvoeren. Van in het begin pinden we onze aandacht vast op mythologische onderwerpen, aangezien de relatie tussen Grieks-Romeinse mythologie en opera seria het onderwerp vormde (en nog steeds vormt) van mijn doctoraatsonderzoek. Zodoende zou het concert een praktische illustratie bieden van het oeuvre dat ik in de werkkamer exploreerde maar zelden kon zien of horen. Ook stond het meteen vast dat we geen volledige opera zouden opvoeren. Een drieakter in zijn geheel instuderen leek een beetje teveel van het goede. Bovendien was het moeilijk te kiezen uit dozijnen schitterende partituren. Aldus rees het idee om een pasticcio of 'cut and paste’-opera ineen te steken: een werk bestaande uit uittreksels van verschillende afkomst, maar met een gemeenschappelijke, doorlopende verhaallijn. Het procédé werd al in de achttiende eeuw uitvoerig beproefd, en ook in recentere tijden werden er interessante experimenten ondernomen, denk aan Jean-Claude Malgoires reconstructie van Vivaldi’s Motezuma (waarvan de partituur ondertus-
CONCERT-INFO
sen weer opgedoken én heropgenomen is) of Leopold Hagers Mozartpastiche David, König von Jerusalem. Onze keuzes werden vooral geleid door muziekdramatische intuïtie. Na het doornemen van partituren in de bibliotheken van het Brusselse Conservatorium, de Weense Gesellschaft für Musikfreunde en het Napolitaanse Conservatorio San Pietro a Majella dreven twee thema’s als vanzelf naar boven : Ifigenia en Ipermestra. Ifigenia vertelt het verhaal van Iphigeneia op Aulis, zoals we dit kennen van de tragedies van Euripides en Racine. Koning Agamemnon heeft via een orakel vernomen dat de Griekse schepen niet naar Troje kunnen vertrekken (om Helena terug te halen) zolang godin Diana niet verzoend wordt met een offer: Agamemnons bloedeigen dochter Iphigeneia. Ondanks het weerwerk van Iphigeneia’s verloofde, Achilleus en haar moeder, Klytaimnestra zal de jonge maagd zich uiteindelijk zelf als offer aanbieden voor de Griekse zaak. Diverse bronnen boden de muziekdramatische stof voor dit klassieke verhaal. De ouverture en openingsscène haal-
den we uit Alessandro Scarlatti’s éénakter Endimione e Cintia (Rome, 1705; anonieme dichter), waarin de slapende herder Endymion 's nachts door Diana benaderd wordt. Door 'En-dimi-o-ne’ om te toveren tot 'A-ga-mem-no-ne’ bekwamen we zonder veel moeite een sprankelende openingsscène in concerto grosso-stijl. Voor Agamemnons ontwaken en contact met Diana en het orakel ontleenden we een scène aan Carl Heinrich Grauns Ifigenia in Aulide (Berlijn, 1749), op een libretto van Frederik de Grote (!) en Leopoldo de’ Villati. De scène bevatte een bevreemdend recitativo accompagnato waarin de orakelstem door een tenor en bas in octaafunisono werd gezongen, wat mij sterk aan de Twee Geharnasten in Mozarts Zauberflöte deed denken – een model, misschien? De confrontatie tussen Agamemnon, Iphigeneia en Klytaimnestra haalden we dan weer uit Caldara’s Ifigenia in Aulide (Wenen, 1718) op een libretto van Apostolo Zeno, zowat de belangrijkste operahervormer uit de vroege achttiende eeuw. Caldara’s retorische gebaren leken verrassend expressief. Daarnaast bood zijn partituur de aria “Di questo core” waarin Agamemnons innerlijke tweestrijd goed tot zijn recht kwam. Voor het vervolg tapten we uit nog andere vaatjes. Om te suggereren welke gevoelens Iphigeneia ondervond bij het aanhoren van de omfloerste woorden van haar vader, die uiteraard niet meteen meedeelt wat haar te wachten staat, gebruikten we de aria “Ritrova in quei detti” uit L’Issipile (Wenen, 1732),
5)
(6
CONCERT-INFO
de laatste opera van theorbist-componist Francesco Bartolomeo Conti en tevens de eerste partituur op het libretto van Metastasio. Aangezien het personage in deze contrapuntisch rijke aria zingt dat ze “in die woorden [van Agamemnon] de verloren kalmte” ontdekt, leek het fragment bijzonder geschikt om in deze context gezongen te worden. Ook Klytaimnestra’s toorn omwille van het offer moest op gepaste wijze naar voor kunnen treden. Hiervoor gingen we te rade bij Leonardo Leo’s Andromaca (Napels, 1742), één van de vele remakes van Antonio Salvi’s libretto Astianatte (1701). In Andromaca werden we in het bijzonder getroffen door de aria “Prendi quel ferro, o barbaro,” waarin het titelpersonage tot de beul van haar zoontje Astyanax, Pyrrhus, uitroept dat hij maar meteen het kind moet doden, om kort daarop in tranen uit te barsten tegenover haar zoon. De tweestrijd van gevoelens van razernij en smart gaf Leo weer in scherpe dynamische en tempocontrasten. Het enige wat wij nog hoefden te doen, was een transseksuele operatie van 'figlio’ (Astyanax) in 'figlia’ (Iphigeneia). Om de finale nog wat uit te stellen, pasten we een intermezzo in. In Napels ontdekte ik in de zomer van 2005 de uitzonderlijk innovatieve, maar indertijd geflopte opera Ifigenia in Tauride (Napels, 1771) van Niccolò Jommelli en Mattia Verazi. Hierin vond ik een uitgebreide scène die de waanzin van Iphigeneia’s broer Orestes verklankte door middel van een aaneengesloten reeks aria’s en accompagnati. Dat deze scène bovendien bevreemdend 'Mozartiaans’ aandeed en een schitterende hobosolo bevatte, maakte de keuze evident, ook al hoort ze feitelijk in het vervolg van de Aulis-episode thuis. Ook voor de finale van Ifigenia kozen we
voor een opera van Jommelli en Verazi, doch dit keer hun Ifigenia (in Aulide) (Rome, 1751), waarvan de autograaf van het derde bedrijf in Brussel wordt bewaard. Hieraan ontleenden we een sombere mars om Iphigeneia’s offerstoet te begeleiden, een eclatant, heroïsch accompagnato dat uitmondt in een orkestraal crescendo en een aria, “Pria che nell’ore estreme,” waarin Iphigeneia afscheid neemt van de wereld. In Ipermestra, de tweede pasticcio, liggen de kaarten tussen vader en dochter enigszins anders. Koning Danaüs droomt dat de bruidegommen van zijn vijftig dochters hem zullen vermoorden. Daarom vraagt hij de 'Danaïden’ hun bruidegommen nog tijdens de huwelijksnacht dood te steken. Hypermnestra, één van hen, kampt met een reusachtig dilemma: kiest ze voor haar bruidegom, Lyncaeus, of volgt ze haar vaders bevel op? De muziekdramatische ingrediënten voor Ipermestra haalden we hoofdzakelijk uit de twee versies (Wenen, 1744; Hubertusburg, 1752) die Johann Adolf Hasse op het gelijknamige libretto van Metastasio componeerde. Vooral de Danaüs-baspartij, die een tessituur van tweeënhalf octaaf beslaat, maakte grote indruk tijdens de eerste lezing. Dat de Weense versie voor het huwelijk van 'onze’ Karel van Lotharingen (regent over de Nederlanden) was gecomponeerd, was daarbij handig meegenomen. De ouverture ontleenden we aan nog een andere Metastasiaanse opera: Leonardo Vinci’s hit Didone abbandonata (Rome, 1726). Alleen de trompetten moesten door hobo’s vervangen worden. Uit Conti’s eerder genoemde Issipile selecteerden we een tweede aria, “Ombra diletta,” een staaltje van geleerd contrapunt met partijen die allen
CONCERT-INFO
in ut-sleutel genoteerd staan. Ten slotte opteerden we ervoor de éénakter én de productie op een positieve noot af te sluiten: met een aria-met-koor uit Caldara’s Achille in Sciro (1736), een huwelijksopera voor Maria Theresia op een libretto van, jawel, Metastasio. Uiteraard moet al dat moois naar het podium vertaald worden. Hiervoor vonden we een partner in de bekende choreografe en regisseur Sigrid T’Hooft, die de zangers begeleidt bij het zoeken naar gepaste bewegingstaal. De zeven zangers vonden we in eigen conservatoriumrangen. Om het publiek uit te nodigen tot historische reflectie over de productie en het fenomeen mythologie-in-de-barokopera, groeide het idee om de concertproductie door een colloquium vooraf te laten gaan. Hiervoor nodigden we enkele internationaal bekende wetenschappers uit die het gezicht van de Italiaanse opera aanzienlijk hebben gewijzigd. Reinhard Strohm (Oxford) is de éminence grise van de 'opera seria studies,’ tenminste indien deze discipline zou bestaan. Wendy Heller (Princeton) vertegenwoordigt de nieuwe generatie onderzoekers die early modern studies en gender studies aan opera koppelt. Raffaele Mellace (Genua) bezit authoriteit als Hasse-biograaf; Jean-François Lattarico (SaintEtienne) geniet faam als expert op het vlak van de zeventiendeeeuwse opera, maar is tevens bekend als vertaler van talrijke libretti, onder meer voor het Naïve-label. Uit de thuisinstelling, de vakgroep Kunst-, Muziek- en Theaterwetenschappen van de Universiteit Gent, nodigden we theaterwetenschapper Bram Van Oostveldt en musicoloog Francis Maes uit voor respectievelijk een
lezing en het moderatorschap. Ten slotte zal ikzelf een bijdrage leveren over Jommelli en de productie inleiden. Dankzij de steun van het Trobadors-academiseringsfonds en het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek-Vlaanderen is Ifigenia en Ipermestra uitgegroeid tot een ambitieus project en een unicum in het Vlaamse hogeschoollandschap. De twee betrokken instellingen, Koninklijk Conservatorium Brussel (Erasmushogeschool, partner in de Universitaire Associatie Brussel) en Universiteit Gent overschrijden de grenzen van hun associaties om gezamenlijk een initiatief op poten te zetten waarbij kunst en wetenschap elkaar noch in de weg lopen, noch willen inhalen, maar elkaar ondersteunen om het zogenaamde best of both worlds aan het publiek te tonen. We nodigen u graag uit om te komen oordelen of het experiment geslaagd is. Bruno Forment
Meer info omtrent de productie en het colloquium vindt u op http://www.operaseria.org
7)
(8
CONCERT-INFO
NARZISS UND GOLDMUND PIANOTRIO MAANDAG 11 DECEMBER CONCERTZAAL 20 UUR • Rafaël D’Haene (°1943): Cassazione • Gabriël Fauré (1845 - 1924): Trio in d, op. 120 • Robert Schumann (1810-1856): Trio in F, op. 80 Het Narziss und Goldmund pianotrio bestaat uit: - Piet Kuijken, piano - Wietse Beels, viool - Celliste Mieke De Lauré wordt voor dit concert vervangen door Martijn Vinck
Met de uitbundige Cassazione van Rafaël D’Haene leidt Narziss und Goldmund het laatste pianotrio van Gabriël Fauré in. Koningin Elisabeth schreef aan Fauré: “Ik heb je mooie trio gehoord en het heeft me diep geroerd. Het is groots en gevuld met poëtische charme. Ik was gehuld in die onuitspreekbare verrukking die van je composities uitstraalt”. Ook Clara Schumann schreef lyrische woorden over het pianotrio van haar man Robert: “Het werk van iemand waarvan nog veel verwacht kan worden, zo vol is het van jeugdige frisheid en kracht”. Een citaat dat ook voor dit jonge kamerensemble toepasselijk is.
CONCERT-INFO
VLAANDEREN INTERNATIONAAL DONDERDAG 14 DECEMBER 20 UUR KLEINE CONCERTZAAL
• Roland Corijn (°1938): Saxofoonkwartet • Elias Gistelinck (1935-2005): Elegie voor Jan • Jan Decadt (1914-1995): Prelude • Roland Corijn (°1938): Sonate voor cello en piano • Hans Werner Henze (°1926): L’heure bleue, serenade voor 16 instrumenten • Elias Gistelinck (1935-2005): So what brother • Jan Decadt (1914-1995): Habanera • Roland Corijn (°1938): 6 liederen voor sopraan, klarinet, viool, cello en piano
Op donderdag 14 december staat de concertreeks 'Vlaanderen Internationaal' in het teken van Roland Corijn (° 1938). Deze Harelbeekse componist wordt geflankeerd door zijn stadsgenoten Jan Decadt en Elias Gistelinck (° 1935). Het internationale luik wordt vertegenwoordigd door Henze. De Ensembles Hedendaagse Muziek spelen onder leiding van Bart Bouckaert Corijns Saxofoonkwartet opus 31a en diens sonate voor cello en piano opus 32. U behoort samen met Elias Gistelinck tot een generatie van componisten die kort na de Tweede Wereldoorlog aan hun muziekstudies begon. In die tijd, in 1951 om precies te zijn, ontwikkelde de Vlaamse componist Karel Goeyvaerts mee het serialisme. Wat was uw reactie hierop? CORIJN: Seriële componisten zitten volgens mij te veel in hun ivoren toren. Voor mij is het belangrijk dat hetgeen je te
9)
(10
CONCERT-INFO
vertellen hebt als componist, ook overkomt bij de luisteraar. Ik denk dat het feit dat ik zolang als uitvoerend musicus - ik ben altviolist - op de planken heb gestaan, daar iets mee te maken heeft. Het publiek moet je begrijpen. Je moet een patroon hanteren dat herkenbaar is voor de luisteraar. Daarom zijn mijn reeksen altijd tonaal gebleven. De tonaliteit is een gemeenschappelijke communicatietaal die er altijd is geweest. Mijn reeksen hanteer ik zowel horizontaal als verticaal om de eenheid in het stuk te garanderen. Ik ontwerp mijn reeks naargelang wat ik wil uitdrukken. Anders komt de boodschap niet over. Neem bijvoorbeeld Schönbergs liedcyclus Pierrot lunaire, die is prachtig! Wat een emoties! Maar zijn Orkestvariaties opus 31 komen mij heel grijs over, als ik ze beluister. Eén grijze massa! Toch ziet het er op papier schitterend uit en zit de constructie zeer ingenieus in elkaar. Dat betekent dat de uitleg belangrijker is dan het klinkend resultaat. Ik heb me dan ook afgezet tegen die heersende tendens van de jaren 50 om heel de constructie in woorden te moeten uitleggen. Toch zijn de twee werken die op het concert worden gespeeld, uw Saxofoonkwartet opus 31a en uw sonate voor cello en piano opus 32, gebaseerd op reeksen van 6 noten. Het post-serialisme komt daar toch om de hoek kijken?
beluisterd! De wijze waarop hij zijn reeksen zowel horizontaal als verticaal uitwerkt is geniaal! Hoe hij in staat is om 12 tonen zo te combineren dat het nooit dissonant klinkt! Zowel in het saxofoonkwartet als in de sonate gebruik ik modi van 6 noten die ik kan transponeren. Die gebruik ik niet alleen horizontaal en verticaal maar ook in de drie delen van de werken. Zo ontstaat er eenheid omdat het materiaal cyclisch wordt toegepast. Uiteraard wordt dit dan ritmisch aangepast aan hetgeen ik wil uitdrukken. Het melodisch aspect blijft voor mij het belangrijkst! Veel van uw composities eindigen met een langzame beweging, waaruit een zekere berusting spreekt. Het saxofoonkwartet laat u bijvoorbeeld eindigen met een koraal. CORIJN: Ik heb daar het voorbeeld gevolgd van Benjamin Brittens’ variaties voor altviool. Eerst plaatst hij de variaties en evolueert dan naar het thema toe. Zo heb ik ook gewerkt. Met mijn reeks van 6 noten, heb ik eerst een vier-stemmig koraal geschreven dat pas op het einde van het stuk klinkt. Dan heb ik de delen ervoor geschreven die in periodes evolueren naar het thema, het koraal. Kristin Van den Buys
CORIJN: Ja maar mijn reeksen hebben een tonaal centrum. De luisteraar zal er een basispunt in vinden en zal kunnen volgen. Ik ben destijds erg ontroerd geweest toen ik het strijkkwartet van Lutoslawski leerde kennen. Ik heb het ’s nachts wel vijf keer
CONCERT-INFO
MUSICAL: HET TEMMEN VAN DE FEEKS naar William Shakespeare regie: Lulu Aertgeerts
THEATER ARTE, LAKENSTRAAT 159 15-16-17-18-21-22 DECEMBER OM 20U 17 DECEMBER OOK OM 14U30 Zegt de vader: “Ordinair? Zij? Nooit. Ze zou het zelfs niet kunnen zijn als ze probeerde. Jij daarentegen, jou lukt het niet om het niet te zijn” Twee dochters: één fee, één feeks. Zijn ze wel zo verschillend?..
Toegang gratis, reservatie (2 euro pp): 02 227 97 11 of www.theaterarte.be m.m.v. de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC)
11)
(12
CONCERT-INFO
IGOR OISTRAKH & NATALIA ZERTSALOVA spelen Mozart
DONDERDAG 21 DECEMBER OM 20 UUR - CONCERTZAAL • Sonate voor viool en piano in F, KV377 • Sonate voor viool en piano in Es, KV 481 • Sonate voor viool en piano in G, KV 379 • Sonate voor viool en piano in Es, KV 380 Als afsluiting van het Mozartjaar 2006 brengen Igor Oistrakh en zijn vrouw Natalia Zertsalova een selectie van de vioolsonates uit de gelukkigste jaren van Wolfgang Amadeus Mozart. De jaren 1781 tot 1785 luiden niet alleen de succesvolle Weense periode in maar symboliseren ook de eerste huwelijksjaren met zijn vrouw Constanze. Oistrakh en Zertsalova vormen al jaren een vast kamermuziekduo. Samen hebben ze de integrale vioolsonates van Mozart opgenomen die bekroond werden met de “Weiner Flotenuhr” van de Weense Mozartacademie.
MEESTERCURSUSSEN
MEESTERCURSUSSEN IN DECEMBER 4/ 5/ 6 december Initiatie tot de pianoforte Piet Kuijken en Boyan Vodenitcharov Workshop pianoforte: piano-pianoforte “vertalingen" Kleine Zavel 5 ‘Tempel’ 10u-13u en 14u30-17u30
12/13 december David Walter: Meestercursus hobo A028, hoofdgebouw Van 10u tot 13u en van 14u30 tot 17u30 Hoboïst David Walter is de jongste docent ooit aangesteld aan het Conservatoire National Supérieur te Parijs. Hij is ook Professor aan de Guildhall School of Music te Londen. Walter profileert zich niet alleen als solist maar ook als chambrist met het prestigieuze Moraguès Kwintet. Hij schreef talrijke arrangementen om het repertoire voor de hobo uit te breiden. Walter is tevens een gerespecteerd pedagoog.
18/19/20/21 December Stanislav Firley: Meestercursus cello Kleine Zavel 5, B05 De Poolse cellovirtuoos Stanislav Firley is naast solist en eerste cellist van het Poolse Nationale Filharmonisch Kamerorkest ook lid van het Rubinstein-trio en oprichter van het kamerorkest ‘Poolse Camerata’. Hij studeerde aan het Tsjaikovsky-Conservatorium te Moskou bij Natalia Gutman en aan de Italiaanse Chigiana Accademia te Siena bij André Navarra. Hij debuteerde als prijswinnaar van de Internationale Muziekwedstrijd “Gaudeamus” te Rotterdam en van de Interuniversitaire Cellowedstrijd van de Sovjetunie. Tegenwoordig doceert hij cello aan de Muziekacademies van Lodz en Wroclaw.
13)
(14
MEESTERCURSUSSEN
11/12 December Mieczyslaw Szlezer: Erasmus Meestercursus viool 10 tot 15 uur Violist Mieczyslaw Szlezer studeerde in Kraków bij zijn vader Zbigniew Szlezer en specialiseerde zich bij Joseph Gingold en Tadeusz Wron´ski (VS), bij Henryk Szeryng (Zwitserland) en bij Franco Gulli (Italië). Hij is laureaat van talrijke internationale en nationale viool- en kamermuziekwedstrijden. Jarenlang was hij solist en concertmeester aan het Capella Cracoviensis orkest en aan de Karol Szymanowski Staatsfilharmonie. Sinds 2002 is hij als Vice-Rector verantwoordelijk voor de internationale relaties en de artistieke promotie.
NOTENBROOD hoorn, cursus van Luc Bergé woensdag 20 december in B05 om 12u30 "Als een roep uit de verte". Talrijke beschrijvingen maakten de hoorn tot een symbool van de romantische muziek uit de 19de eeuw. Onmisbaar in een orkest, net zoals in het boeiende kamermuziekrepertoire waarmee de studenten van hoornist Luc Bergé ons laten kennismaken.
BERICHT
CALEIDOSCOPEN
Sigiswald Kuijken, doctor honoris causa
Studenten uit volgende cursussen spelen een oefenconcert: • Vrij. 01/12/06 • Ma. 04/12/06 • Di. 05/12/06 • Vrij. 08/12/06 • Ma. 11/12/06 • Di. 12/12/06 • Ma. 18/12/06 • Di. 19/12/06 • Woe. 20/12/06
Van Nieuwenhuyse Bart Hendrickx Frank Blumenthal Daniel Dombrecht Paul Loubry Luc Bruneel Carlos Spanoghe Viviane Luyten Helene Sebestyen Katalin
trombone fluit piano hobo kamermuziek fluit cello liedbegeleiding viool
Telkens om 19u30 in de kleine concertzaal, B05, Kleine Zavel 5
De KU Leuven reikt op 2 februari 2007 een doctoraat honoris causa uit aan de Italiaanse regisseur-acteur Roberto Benigni, de Israëlische schrijver en vredesactivist David Grossman, de Nederlandse architect Rem Koolhaas en de Belgische violist-dirigent Sigiswald Kuijken. De universiteit eert elk jaar personen met bijzondere verdiensten op wetenschappelijk, maatschappelijk of cultureel vlak. Naar aanleiding van de oprichting van het Instituut voor onderzoek in de kunsten werd voor volgend jaar gekozen voor het thema ‘kunst en samenleving’. Sigiswald Kuijken (°1944) verwierf wereldfaam als violist en dirigent.
15)
(16
BERICHT
JAZZ NIEUWS Django d’Or 2006 voor pianist Diederik Wissels Hoofdvakdocent jazz-piano Diederik Wissels is onlangs gelauwerd met de “Django d’Or 2006" in de categorie Gevestigd Musicus. De Django d’Or, de Belgische jazztrofeeën die dit jaar aan hun elfde editie toe zijn, bekronen de meest opmerkelijke en creatieve figuren uit de jazzwereld. Elk jaar worden beurtelings Nederlandstalige of Franstalige musici gelauwerd. Sinds de jaren tachtig is Diederik Wissels één van de prominente figuren van de Europese jazz scene. Critici zijn onder de indruk van zijn virtuoze pianospel en zijn subtiele en uiterst creatieve composities. Wissels trad op aan de zijde van Chet Baker, Toots Thielemans en Philip Catherine. Sedert de jaren negentig treedt hij geregeld op met jazz-zanger David Linx, ook docent in het KCB. Nog vorig jaar ontvingen beide heren de “Grand Prix du Jazz” van de Franse Academie Charles Cros. Ondertussen is Diederik Wissels bezig met talloze nieuwe projecten waaronder het voorbereiden van een nieuwe solo-CD en het componeren van een orkestraal werk in opdracht van de VRO rond de zangers David Linx en Maria Joao.
NATHALIE LORIERS 'Chemins Croisés' De nieuwste CD-opname van Nathalie Loriers, hoofdvakdocente jazz-piano aan het KCB, is een waar cultureel kruispunt van oost en west. Samen met Karim Baggili (oud) , de Italiaanse klarinettist Gialuigi Trovesi, bassist Philippe Aerts en drummer Joël Allouche is ze op zoek naar een subtiel evenwicht tussen de oosterse klankwereld en haar eigen vertrouwde westerse jazzidioom . De oud, een soort Arabische luit, en de piano staan dan ook symbool voor de Arabische en de Europese cultuur. Jazz combineren met meditatieve oriëntaalse muziek is niet vanzelfsprekend. Maar met Chemins croisés lukt dat wonderwel. Nathalie Loriers heeft een feilloos gevoel voor sterke melodische wendingen wat deze plaat een uiterst lyrisch karakter geeft. Overigens is die oosterse toets niet in alle nummers prominent aanwezig. Composities als ‘L’auberge des femmes’ en ‘Kalila et Dimna’ worden beide gekenmerkt door een flitsend en aantrekkelijk jazzthema gevolgd door goed opgebouwde en zelfs uitdagende solo’s. Kortom, een CD vol van boeiende ingrediënten.Warm aanbevolen dus!
BERICHT
PETER HERTMANS 'STONE SCULPTURE' Peter Hertmans, hoofdvakdocent jazzgitaar aan het KCB, bracht onlangs een nieuwe CD uit. Zoals Peter zelf beschrijft wilde hij al lang een plaat maken met saxofonist Erwin Vann, docent jazzcompositie aan het KCB. Via Erwin, die anderhalf jaar in New York heeft gewoond, kwam Peter in contact met deze bruisende jazzmetropool. Peter - op zijn beurt - bracht Erwin in contact met de Amerikaanse meesterdrummer Billy Hart met wie hij reeds een vorige CD 'Waiting’ opnam. Bassist Nicolas Thys maakt de groep compleet. “Stone Sculpture” is de verklanking van Peter Hertmans’ rijke gitaarspel en de diepgang van Erwin Vann’s solo’s en interacties. Billy Hart met zijn erg persoonlijke en inventieve manier van drummen én Nicolas Thys zorgen voor een zeer smaakvolle afwerking. De eigen composities zijn gekenmerkt door hun lyrisch karakter, grote harmonische inventiviteit en esthetische rijkdom. Een aanrader!
CONCERT – INFO Een heel seizoen lang is Kris Defoort artist in residence in het Paleis voor Schone Kunsten. In dit kader geven Kris Defoort ( docent jazz-compositie en vrije improvisatie) en Jan Michiels ( docent piano) op dinsdag 19.12.06 een opmerkelijk concert in het Kaaitheater. Het programma zal er als volgt uitzien: • Dedicacio • Préludes • Improvisaties
K.Defoort C.Debussy K.Defoort
Dit concert wordt georganiseerd door BOZAR in co-productie met het Kaaitheater. Warm aanbevolen!
17)
(18
BERICHT
DOCTORAAT IN DE KUNSTEN WHERE DO WE GO FROM HERE ? Internationaal symposium met gastsprekers: Daniel BUREN, Mogens RUKOV, Peter DELPEUT, Frank MADLENER, Luciano FABRO, Peter GREENAWAY, Helmut LACHENMANN, Luc TUYMANS, Wim HENDERICKX e.a. Muzikaal argument door Barthold Kuijken
Op 1 en 2 december 2006 in het Brussels Hoofdstedelijk Parlement: Lancering van Het Platform, Doctoraat in de Kunsten, Het Brussels Model De kunstenaar moet Doctor kunnen worden. Dat hebben de Europese overheden, in het kader van de hervormingen van het Hoger onderwijs (Sorbonne en Bologna) vooropgesteld. Maar hoe moet die graad worden ingericht? Daarover spreken de hervormers zich niet uit. Voorbeelden in het buitenland zijn dun gezaaid en kunnen nauwelijks aanmoedigend worden genoemd.
Meestal wordt het doctoraat voor kunstenaars ondergebracht in een universitair instituut dat waakt over de kwaliteit ervan. Daarmee raken we het belangrijkste probleem: in essentie komt dit neer op de academisering van de kunstenaar en dat is precies wat moet voorkomen worden. Het Platform dat de Universitaire Associatie Brussel als alternatief model voorstelt, vertrekt vanuit een elementaire vaststelling: interessante kunstenaars zijn a priori niet in de doctorstitel geïnteresseerd. Ze concentreren zich op het uitbouwen van een oeuvre, volgens een logica die daar expliciet mee verbonden is. Zij zijn dus geen vragende partij! Daarom werd Het Platform in het leven geroepen waar zowel kunstenaars als academici deel van uitmaken. Zo komt de bewaking van de kwaliteit van het doctoraat in de kunsten, vanaf de eerste dag, niet alleen de academici toe, maar ook de kunstenaars. Prominente kunstenaars uit verschillende omgevingen hebben zich al met het project geassocieerd: o.a. musici als Barthold Kuijken, Wim Henderickx en Jan De Winne; beeldende kunstenaars als Luc Tuymans, David Claerbout en Ann Veronica Janssens; cineasten als Harry Kümel en Peter Krüger en veelzijdige kunstenaars als Josse de Pauw en Eric de Kuyper. Het Platform gaat van start met een internationaal colloquium op 1 en 2 december in het halfrond van het Brussels Hoofdstedelijk Parlement. Op het programma staan internationaal beroemde kunstenaars die op het specifieke vlak van de toenadering tussen de kunstwereld en de academische wereld op een interessante ervaring kunnen bogen.
BERICHT
Om organisatorische redenen is inschrijven noodzakelijk. Gelieve voor 24 november te verwittigen: Dienst interne/externe communicatie VUB, fax. 02/629 12 10 e-mail:
[email protected] tel. 02/629 21 34 (Myriam De Pelseneer)
PROGRAMMA Vrijdagavond 1 december 2006, 19u – 21u • Daniel BUREN BUREN, kunstenaar:"Commentaires sur quelques œuvres publiques" Ingeleid door Anny De Decker Decker, kunsthistorica en leidster van de legendarische galerie White White Space. • Mogens RUKOV RUKOV, scenarist, die de DOGMA 95 films mee ontwikkelde en leider van het departement scenario van de Danske Filmskole: "Teaching Art begets Art, not Description. A profound difference" Ingeleid door Bert Beyens Beyens, cineast en departementshoofd van het RITS.
Zaterdagmorgen 2 december 2006, 10u30 – 13u • Peter DELPEUT DELPEUT, cineast en auteur:"Research als methode" Ingeleid door Gabrielle Claes Claes, directrice van het Koninklijk Filmarchief van België.
• Frank MADLENER MADLENER, musicus en essayist, directeur van het IRCAM in Parijs:"Le temps perdu de la recherche" Ingeleid door Paul Dujardin Dujardin, Directeur Generaal van het Paleis voor Schone Kunsten. • Luciano FABRO FABRO, kunstenaar en pedagoog :"Mon cher maître" Ingeleid door Philippe Van Cauteren Cauteren, artistiek directeur van het SMAK in Gent. Muzikaal argument door Barthold Kuijken Kuijken, musicus en pedagoog.
Zaterdagmiddag 2 december 2006, 14u30 – 17u Debat in het Engels, voorafgegaan door een korte synthese van de voorbije voordrachten, met panelleden Peter Greenaway, Wim Henderickx, Frank Madlener, Luc Tuymans en Jean Paul Van Bendegem • Peter GREENAWAY GREENAWAY, cineast, kunstenaar en essayist: "Some thoughts on Art and Art education" Ingeleid door Frie Leysen Leysen, Directrice van het KunstenFESTIVALdesarts. • Helmut LACHENMANN LACHENMANN, componist en pedagoog: "Musik als Abenteuer des Geistes" Ingeleid door Tino Haenen, Directeur van het festival voor hedendaagse muziek Ars Musica.
19)
(20
AGENDA
VRIJDAG 1 DECEMBER OM 19.30 UUR Caleidoscoopconcert Trombone • Studenten van Bart Van Nieuwenhuyze Kleine Zavel 5, Kleine concertzaal - Toegang gratis • Koninklijk Conservatorium Brussel - Geen reservaties ZATERDAG 2 DECEMBER OM 20 UUR REQUIEM Jubileum Mozarteum Orkest & Chorale Royale Protestante de Bruxelles olv Daniel Burdet werken van W.A. Mozart Concertzaal - Toegang 30 EUR - 20 EUR • Koninklijk Conservatorium Brussel - 02 332 06 66 ZONDAG 3 DECEMBER OM 20 UUR Uitzonderlijke concerten • Ensemble Orchestral de Paris Marie-Nicole Lemieux, mezzo werken van H. Berlioz, F. Schubert, L. Van Beethoven Concertzaal - Toegang 42 EUR - 32 EUR • BOZAR MUSIC - 02 507 82 00 MAANDAG 4 DECEMBER OM 19.30 UUR Caleidoscoopconcert Fluit • Studenten van Frank Hendrickx Kleine Zavel 5, Kleine concertzaal - Toegang gratis • Koninklijk Conservatorium Brussel - Geen reservaties MAANDAG 4 DECEMBER OM 20 UUR Keller Quartet • werken van J. Brahms, G. Kurtag, W.A. Mozart intro: 19.30 uur: Liesbeth Segers (Nl) en Jérôme Giersé (Fr) Concertzaal - Toegang 27 EUR - 17 EUR • BOZAR MUSIC - 02 507 82 00 DINSDAG 5 DECEMBER OM 19.30 UUR Caleidoscoopconcert piano • Studenten van Daniel Blumenthal Kleine Zavel 5, Kleine concertzaal - Toegang gratis • Koninklijk Conservatorium Brussel - Geen reservaties
AGENDA
DONDERDAG 7 DECEMBER VANAF 9.30 UUR Internationaal symposium “The embodied myth in the dramma per musica” Lezingen : Jean-François Lattarico (Filoloog, Saint-Etienne), Reinhard Strohm (Musicoloog, Oxford), Wendy Heller (Musicoloog, Princeton), Raffaele Mellace (Musicoloog), Bruno Forment (Musicoloog, Gent) Bram Van Oostveldt (Theaterhistoricus Gent/Utrecht) • Kleine Zavel 5, Kleine concertzaal - Toegang gratis Koninklijk Conservatorium Brussel & Universiteit Gent, Kunst-, Muziek- en theaterwetenschappen DONDERDAG 7 DECEMBER OM 20 UUR Ifigenia & Ipermestra • Orkest Historische instrumenten en studenten zang olv Paul Dombrecht werken van A. Caldara, F.B. Conti, C.H. Graun, J.A. Hasse, N. Jommelli, L. Leo, A. Scarlatti, L. Vinci Concertzaal - Toegang 10 EUR - 7 EUR • Koninklijk Conservatorium Brussel - 02 213 41 37 VRIJDAG 8 DECEMBER OM 19.30 UUR Caleidoscoopconcert Hobo • Studenten van Paul Dombrecht Kleine Zavel 5, Kleine concertzaal - Toegang gratis • Koninklijk Conservatorium Brussel - Geen reservaties ZATERDAG 9 DECEMBER OM 20 UUR Frank Braley, piano • werken van G. Gershwin, G. Kurtag, W.A. Mozart, M. Ravel, F. Schubert Concertzaal - Toegang 32 EUR - 22 EUR • BOZAR MUSIC - 02 507 82 00 MAANDAG 11 DECEMBER OM 19.30 UUR Caleidoscoopconcert Kamermuziek • Studenten olv. Luc Loubry Kleine Zavel 5, Kleine concertzaal - Toegang gratis • Koninklijk Conservatorium Brussel - Geen reservaties MAANDAG 11 DECEMBER OM 20 UUR Narziss und Goldmund • werken van R. D’Haene, G. Fauré, R. Schumann Concertzaal - Toegang 10 EUR - 7 EUR • Koninklijk Conservatorium Brussel - 02 213 41 37
21)
(22
AGENDA
DINSDAG 12 DECEMBER OM 19.30 UUR Caleidoscoopconcert Fluit • Studenten van Carlos Bruneel Kleine Zavel 5, Kleine concertzaal - Toegang gratis • Koninklijk Conservatorium Brussel - Geen reservaties DINSDAG 12 DECEMBER VAN 10 TOT 17 UUR Meestercursus hobo: David Walter Regentschapsstraat 30a, Tentoonstellingszaal - Toegang gratis Koninklijk Conservatorium Brussel - Geen reservaties DONDERDAG 14 DECEMBER OM 20 UUR leden van het Orchestra of the Age of Enlightenment • werken van W.A. Mozart, A. Stadler intro: 19.30 uur: David Baeck (Nl) en Benoît Jacquemin (Fr) Concertzaal - Toegang 32 EUR - 22 EUR • BOZAR MUSIC - 02 507 82 00 DONDERDAG 14 DECEMBER OM 20 UUR Vlaanderen Internationaal: Ensembles Hedendaagse muziek olv. Bart Bouckaert werken van R. Corijn, H.W. Henze • Incontro: 19.15 uur Kristin Van den Buys in gesprek met Roland Corijn Kleine Zavel 5, Kleine concertzaal - Toegang 10 EUR - 7 EUR • Koninklijk Conservatorium Brussel - 02 213 41 37 ZATERDAG 16 DECEMBER OM 20 UUR Beethoven 4: Het Symfonieorkest van Vlaanderen olv Etienne Siebens Jean-Claude Van den Eynde, piano werken van W. Hus, R. Schumann, L. Van Beethoven Concertzaal - Toegang 22 EUR - 16 EUR • Symfonieorkest van Vlaanderen - 050 84 05 87 MAANDAG 18 DECEMBER OM 19.30 UUR Caleidoscoopconcert Cello • Studenten van Viviane Spanoghe Kleine Zavel 5, Kleine concertzaal - Toegang gratis • Koninklijk Conservatorium Brussel - Geen reservaties
AGENDA
DINSDAG 19 DECEMBER OM 19.30 UUR Caleidoscoopconcert Liedbegeleiding • Studenten van Helene Luyten Kleine Zavel 5, Kleine concertzaal - Toegang gratis • Koninklijk Conservatorium Brussel - Geen reservaties DINSDAG 19 DECEMBER OM 20 UUR Vrouwenportretten • Ricercar Consort • Philippe Pierlot & Rainer Zipperling, Viola de Gamba - Eduardo Egüez, teorbe - Laurent Stewart, klavecimbel Intro: 19.30 uur: David Baeck (Nl) en Olivia Wahon de Oliveira (Fr) werken van F. Couperin, L. de Caix d’Hervelois, M. Marais Concertzaal - Toegang 27 EUR - 17 EUR • BOZAR MUSIC - 02 507 82 00 WOENSDAG 20 DECEMBER OM 12.30 UUR Notenbrood Hoorn Kleine concertzaal (B05) – Toegang gratis • Koninklijk Conservatorium Brussel – 02 213 41 37 WOENSDAG 20 DECEMBER OM 19.30 UUR Caleidoscoopconcert Viool • Studenten van Katalin Sebestyen Kleine Zavel 5, Kleine concertzaal - Toegang gratis • Koninklijk Conservatorium Brussel - Geen reservaties DONDERDAG 21 DECEMBER OM 20 UUR Igor Oistrakh, viool - Natalia Zertsalova, piano • werken van W.A. Mozart Concertzaal - Toegang 10 EUR - 7 EUR • Koninklijk Conservatorium Brussel - 02 213 41 37
23)
Dit maandblad is een uitgave van het Koninklijk Conservatorium Brussel, departement van de Erasmushogeschool. KONINKLIJK
21ste jaargang, nr. 4 december 2006 Oplage van dit nummer: 4.000 exemplaren
CONSERVATORIUM BRUSSEL
Omslagillustratie: Stéphanie Van De Velde
Verantwoordelijke uitgever: Rafaël D'Haene Eindredactie en vormgeving: Eric Van Leuven Medewerkers aan dit nummer: Kristin Van den Buys, Nele Anseeuw, Johan Eeckeloo, Waldo Geuns en Kevin Verhofstadt. Realisatie: Drukkerij DEMOL, tel.: 02 380 43 50 U kan dit boekje elke maand gratis in de bus krijgen. Stuur een kaartje, telefoneer, fax of mail naar: KCB Regentschapsstraat 30 1000 Brussel tel.: 02 213 41 37 fax: 02 213 41 13 e-mail:
[email protected] rekeningnummer: 000-0457015-48 Op onze site http://www.kcb.be kan u dit nummer (maar ook vorige nummers en zelfs jaargangen) bekijken en downloaden in pdf. Ga naar "agenda" en dan "publicaties"