D UTCH S OCIETY
OF
P ERIODONTOLOGY
Nederlandse Vereniging voor Parodontologie Secretariaat: Postbus 24 9649 ZG Muntendam Telefoon: 0598-633 313 Telefax: 0598-633 412 E-mail:
[email protected] Website: www.nvvp.org
nieuws nieu w s brief Ledenadministratie + bestellen folders: Postbus 34 1633 ZG Avenhorn telefoon: 0229-540148 telefax: 0229-543467 email:
[email protected]
nr. 59, december 2007 ISSN nummer 1568-4237 Redactie: Jan Jansen - Jeroen Craandijk Carolien Iburg - SACHA tekst & pr Vormgeving: Aat Doek BNO
Woord van de voorzitter
Abstract Marion Seuntjens: eerste mondhygiënist in NVvP-bestuur Terugblik NVvP-najaarscongres Jolanda Exalto 25 jaar werkzaam voor NVvP EFP Nieuws Nieuwe erkenningen parodontoloog Casepresentation Agenda Parodontitis en pre-eclampsie Informatie van onze sponsors
Veranderingen Het NVvP-najaarscongres ligt nog vers in het geheugen en terugblikkend kunnen we stellen dat het een groot succes was. Met ruim 500 deelnemers behoort dit congres tot één van de grootste tandheelkundige congressen in ons land. En dat is, zeker in een tijd waarin de tandheelkundige professie veel cursussen krijgt aangeboden, een resultaat waar we erg blij mee zijn. Een compliment en een woord van dank aan congrescoördinator Erik Meijer. Hij werd geconfronteerd met de nachtmerrie van iedere congresorganisator, namelijk een afzegging op het laatste moment van een belangrijk spreker, professor Tonetti. Dankzij Erik's inventiviteit en de bereidheid van professor Renvert om Tonetti’s voordracht over te nemen, kon de dag vlekkenloos verlopen. Ook alle overige betrokkenen hartelijk dank. Het succes van het congres is mede te danken aan hun ongekende inzet. Het waren twee interessante congresdagen. De preconference workshop vormde met ruim 100 aanwezige collega's een geslaagde traditionele warmloper voor het hoofdcongres. Tijdens de ALV werd Marion Seuntjes als nieuw NVvP-bestuurslid geïnstalleerd, zij is de eerste mondhygiënist in ons bestuur en verderop in deze nieuwsbrief kunt u nader met haar kennismaken. Maar het feit dat zij op het parallelcongres al meteen als moderator fungeerde, laat al zien dat zij een waardevolle aanwinst voor ons bestuur is en we zijn verheugd dat we haar hebben mogen verwelkomen. Overigens werd dit parallelcongres door ongeveer 80 mondhygiënisten bezocht en daarmee is een relevante doelstelling gehaald. Als bestuur vinden we het namelijk belangrijk dat iedere geleding van onze leden op de congressen een eigen programma krijgt, toegesneden op hun aandachtsgebied in de parodontale zorgverlening. Tijdens het hoofdcongres stond het verband tussen parodontologie en implantologie centraal. Het congresverslag leest u in deze nieuwsbrief, maar één conclusie wil ik hier graag herhalen: naarmate implantaten langer in de mond zijn, wordt er meer
M EMBER
OF
EUROPEAN FEDERATION
OF
In deze NVvP-Nieuwsbrief treft u onder andere de volgende onderwerpen aan:
Nieuwe omschrijving van de NVvP + mission statements bekend over successen maar ook over failures die veel overeenkomst vertonen met parodontale problemen. Parodontologie en implantologie zijn wel degelijk onlosmakelijk met elkaar verbonden en met dat gegeven zijn we ook in verenigingsverband aan de slag gegaan. Zo is de omschrijving van onze vereniging aangepast, deze heet nu voluit: Nederlandse Vereniging voor Parodontologie, met als subtitel: Wetenschappelijke Vereniging voor Parodontologie en Peri-implantologie. Ook de mission statements van de vereniging zijn aangepast (zie het kader hiernaast). Deze én de in de vorige Nieuwsbrief al besproken ideeën staan beschreven in de Toekomstvisie van de NVvP 2007-2012, een document dat u kunt inzien op de website van de NVvP en waarmee wij als bestuur volop aan de slag gaan. Met deze veranderingen menen wij het fundament van onze vereniging nog verder te hebben verstevigd. Laat het nieuwe jaar maar komen, we zijn er klaar voor. De NVvP wenst u prettige kerstdagen plus een gezond en voorspoedig 2008!
In de toekomstvisie NVvP 2007-2012 wordt de vereniging als volgt omschreven: Nederlandse Vereniging voor Parodontologie Wetenschappelijke Vereniging voor Parodontologie en Peri-implantologie Parodontologie is dat deel van de tandheelkunde dat zich bezighoudt met de bestudering van de weefsels rond gebitselementen alsook met de preventie en behandeling van aandoeningen van deze weefsels. Peri-implantologie is dat deel van de tandheelkunde dat zich bezighoudt met de bestudering van weefsels rond tandheelkundige implantaten alsook met de preventie en behandeling van aandoeningen van deze weefsels. Naar aanleiding hiervan zijn ook de mission statements van de NVvP aangepast: Mission Statements • De Nederlandse Vereniging voor Parodontologie (NVvP) is een wetenschappelijke organisatie van tandheelkundige zorgverleners. • De NVvP streeft naar algemene erkenning van het inzicht dat gezonde weefsels rond tanden, kiezen en tandheelkundige implantaten deel zijn van/horen bij een goede algemene gezondheid en de basis vormen voor duurzame tandheelkundige zorg. • De NVvP spant zich ervoor in noodzakelijke parodontale en peri-implantaire zorg voor iedereen toegankelijk te maken. • De NVvP ondersteunt tandheelkundige en andere medische zorgverleners bij het verkrijgen van kennis op het gebied van de parodontologie en peri-implantologie. NVvP-beleid is erop gericht om de doelstellingen zoals verwoord in deze Mission Statements in de nabije toekomst te verwezenlijken.
Jan Jansen, voorzitter NVvP
PERIODONTOLOGY
De NVvP, een gezond fundament
brief
Abstract
Marion Seuntjens: eerste mondhygiënist in NVvP-bestuur
Onvolledige therapietrouw bij antibioticum ondersteuning vermindert klinisch resultaat bij gegeneraliseerd agressieve parodontitispatiënten: een retrospectieve pilot.
Introductie
Bij de oorzaak-gerelateerde niet-chirurgische behandeling van gegeneraliseerde agressieve parodontitis (GAP) geeft ondersteuning met antibiotica (amoxicilline en metronidazol) significante klinische verbeteringen. Het gebruik van antibiotica geeft navenant meer bijwerkingen in de parodontale therapie. Deze bijwerkingen zijn een belangrijke reden om de antibiotica-inname te beëindigen of te onderbreken. Over het microbiologisch effect van tussentijds staken van de antibioticagiften is bij GAP weinig tot niets bekend. Het doel van dit retrospectieve onderzoek is om de klinische korte termijn effecten van het onderbreken van aanvullende antibioticatherapie (bestaande uit amoxicilline en metronidazol) bij niet-chirurgische parodontale behandeling bij GAP-patiënten te onderzoeken. Guerrero A, Echeverría JJ, Tonetti MS. Incomplete adherence to an adjunctive systemic antibiotic regimen decreases clinical outcomes in generalized aggressive periodontitis patients: a pilot retrospective study. J Clin Periodontol 2007;34:897-902. Materiaal & Methode De patiënten werden retrospectief geselecteerd in een parodontologiepraktijk. Geselecteerde patiënten waren niet-chirurgisch behandeld en ondersteund met 500mg amoxicilline TID en 500 mg metronidazol TID gedurende 1 week. Daarnaast hadden zij minstens 20 elementen, een goede algemene gezondheid, een leeftijd tussen 16 en 35 waarop agressieve parodontitis werd vastgesteld en een verslag ingevuld over antibioticum-therapietrouw. De klinische metingen werden gescoord met de Florida probe en bestonden uit “full mouth percentage bleeding score” (FMBS), bloeden na sonderen (BOP), “full mouth plaque score” (FMPS), pocketdiepte (PPD) en klinisch aanhechtingsniveau (CAL). De niet-chirurgische behandeling werd uitgevoerd door 3 verschillende ervaren mondhygiënisten in 4 zittingen met hand- en sonische instrumenten. De antibiotica-inname werd gestart na de laatste zitting. Aansluitend werd 2 weken gespoeld met chloorhexidine 0,12%. Bij de herbeoordeling na 2 maanden werd antibioticumtherapietrouw gescoord door zelf rapportage van de subjecten. Een subject werd als ontrouw gescoord bij het missen van 1 of meer giften. Van de 54 geselecteerde subjecten vielen er 18 binnen de inclusiecriteria. Resultaten De gemiddelde leeftijd bedroeg 34,8 jaar. Gemiddeld 28,8% van de pockets was ≥ 5mm,
de FMPS mediaan was 58,5 en de FMBS mediaan 45,5. Van de subjecten waren 6 (33,3%) rokers en 11 (61%) subjecten waren volledig therapietrouw voor de antibiotica. De demografische subjectgegevens waren statistisch niet significant verschillend. Alle parameters, behalve de CAL bij initieel ondiepe pockets, lieten na 2 maanden een verbetering zien. Uit een variantieanalyse, waarin meegewogen de rol van roken en pocketdiepte bij aanvang, bleek geen statistisch significant verschil voor pockets ≤ 3mm tussen therapietrouw- en therapieontrouw subjecten. Voor de groepen PPD 4-6 mm en PPD ≥ 7mm waren deze verschillen wel significant. Voor pocketdieptereductie in de PPD 4-6mm pockets waren de verschillen 0,4mm en voor sites met PPD ≥7mm was het verschil 0,9mm tussen trouwe en ontrouwe subjecten. Discussie Uit dit onderzoek blijkt dat het behandeleffect van de niet-chirurgische parodontale behandeling die ondersteund wordt met antibiotica het grootst is bij de subjecten die alle antibioticagiften innemen (therapietrouw). De onderzoekers nuanceren deze conclusie omdat de data afkomstig zijn uit een retrospectief onderzoek waardoor een hoge mate van bias aanwezig kan zijn.
2
Daarnaast wordt volledig vertrouwd op de zelfrapportage van de subjecten over de antibioticatrouw die vaak door de subjecten te gunstig wordt ingeschat. Er kan ook opgemerkt worden dat de huidige onderzoeksgroep voor een variantieanalyse klein is en de duur van de studie kort (2 maanden). Voor de clinicus blijven volgens de onderzoekers veel factoren over die bijdragen aan een lage therapietrouw zoals onduidelijkheid in de medicijninstructies, maag-darm bijwerkingen, dosering en duur van de antibiotica. De resultaten van deze pilot laten echter zien dat het belangrijk is om in de beoordeling van de effecten van aanvullende antimicrobiële behandeling ook de therapietrouw betrouwbaar te scoren. Aanvullend klinisch onderzoek is dan ook gewenst. Voor de behandelaar betekent deze studie dat naast een optimale technische uitvoering van de parodontale behandeling ook gelet moet worden op een effectieve informatieoverdracht (duur, dosering, bijwerkingen) bij aanvullende antibioticaondersteuning. Deze rubriek wordt verzorgd door Jeroen Craandijk, tandarts-parodontoloog in Leiden
NVvP Nieuwsbrief nr. 59 december 2007
Voor het eerst in de geschiedenis van de NVvP is een mondhygiënist benoemd als bestuurslid van de vereniging. Dat gebeurde tijdens de ALV op 16 november j.l., voorafgaande aan het NVvP-najaarscongres. Met dit nieuwe bestuurslid heeft het NVvP-bestuur een gedegen keuze gemaakt: Marion Seuntjens is ervaren, gedreven en beschikt over een duidelijke visie. Aan haar de taak om de belangen van de mondhygiënisten, een grote groep in het ledenbestand, binnen het bestuur te vertegenwoordigen. "Dit is een uitdaging waar je gewoon geen 'nee' tegen kunt zeggen".
Marion Seuntjens werkt als vrij gevestigd mondhygiënist in Beuningen. Sinds 1993 werkt ze vanuit haar eigen praktijk, nadat ze voor die tijd in veel verschillende omgevingen werkzaam was geweest. Marion: "Na mijn middelbare school heb ik in 1985 eerst het diploma gehaald van de pedagogische academie. Aansluitend daarop heb ik in Nijmegen de opleiding tot mondhygiënist gevolgd en hiervoor behaalde ik in 1987 het diploma. Ik ben daarna gaan werken in allerlei algemene praktijken, heb in ziekenhuizen gewerkt evenals in een pedalogisch instituut. Ik heb tevens een tijdje in een commerciële functie gewerkt en daarnaast nog op de poli van de universiteit tandheelkunde in Nijmegen. Dankzij al die verschillende functies heb ik veel geleerd en de nodige ervaring opgedaan. Dat paste echt bij me, want ik heb een brede interesse." Extra aandacht voor scholing Die brede interesse leidde ertoe dat Marion zich sinds 1993 niet alleen met haar eigen mondhyiënistenpraktijk heeft beziggehouden. "Ik vind het prettig om me voor veel dingen in te zetten. En scholing heeft mijn bijzondere aandacht. Dus heb ik in 1995 samen met professor Renggli in Nijmegen de opleiding tot preventie-assistente opgezet en daar ben ik nog steeds nauw bij betrokken," aldus Marion. "De werkzaamheden hiervoor
breiden zich steeds verder uit, ik ben nu bijvoorbeeld bezig met het ontwikkelen van nieuw lesmateriaal. Het is boeiend werk en het mooie ervan is ook dat ik het goed kan combineren met mijn eigen praktijk: inspiratie genoeg!" Opleidingen standaardiseren Het verzoek om na te denken over een bestuursfunctie in de NVvP kwam eerder dit jaar van parodontoloog Joost Hanssen uit Nijmegen. In zijn praktijk had Marion een aantal jaren geleden tijdelijk gewerkt ter vervanging van een mondhygiënist met zwangerschapsverlof. Joost en Marion hielden af en toe contact en op zijn vraag of een bestuursfunctie wellicht iets voor haar zou zijn, reageerde Marion positief: "Het feit dat ik hiervoor gevraagd werd, vond ik niet alleen een eer maar ook een grote uitdaging waar ik geen 'nee' tegen kon én wilde zeggen. Natuurlijk zal ik in het bestuur de belangen van de collega-mondhygiënisten behartigen. Daarnaast wil ik me extra gaan inzetten voor de opleiding tot preventie-assistente. Ik zou graag zien dat deze opleidingen in ons land gestandaardiseerd worden, dat is in het belang van alle betrokkenen in ons vakgebied. Ik begin mijn bestuursperiode blanco en ben benieuwd naar wat er zoal voorbij gaat komen. Ik heb er in ieder geval veel zin in, ik gá ervoor!"
Websitenieuws Gedurende de komende tijd worden er op de website van de NVvP weer wat nieuwe items toegevoegd. Allereerst is er de nieuwe toevoeging aan de naam van de vereniging, die op het recente congres is gelanceerd: “Wetenschappelijke Vereniging voor Parodontologie en Peri-implantologie”. Ook kunt u de definitieve versie van de “Werkgroep Toekomstvisie”op de site onder het beveiligde gedeelte van de leden van de vereniging inzien. Dit stuk dient de komende jaren 2007-2012 als leidraad voor het bestuur en daarbij zal geprobeerd worden om de drie speerpunten uit dit stuk waar mogelijk uit te werken en te realiseren.
Natuurlijk vindt u ook een uitgebreid verslag van het najaarscongres “Parodontologie en Implantologie; onlosmakelijk verbonden" en een fotoreportage van deze twee dagen in november 2007. Bovendien zullen wij u zo snel mogelijk op de hoogte brengen van de inhoud van ons voorjaarscongres op 4 april 2008 in Figi, Zeist met als titel “Parodontologie en de relatie met de rest”. Ik wens u veel lees- en kijkplezier!! Het adres van de NVvP-website: www.nvvp.com of www.nvvp.org Maren de Wit
3
NVvP Nieuwsbrief nr.59 december 2007
brief
Foto-impressie van het congres
Najaarscongres NVvP 2007 Op donderdag 15 en vrijdag 16 november j.l. vond het NVvP-najaarscongres plaats met als titel ‘Parodontologie en Implantologie: onlosmakelijk verbonden’. Op donderdagavond werd een preconference Workshop georganiseerd voor meer dan 100 deelnemers, waar 4 medewerkers van de afdelingen Parodontologie en Orale functieleer voordrachten hielden om het congresthema in te leiden. Op het hoofdcongres voor 500 deelnemers moest professor Tonetti helaas verstek laten gaan. Professor Renvert was zo bereidwillig om zijn voordracht uit te breiden met de topics uit de voordracht van Tonetti. Bernita Bush, sinds 1993 als mondhygiënist en klinisch docent verbonden aan de afdeling Parodontologie en Prothetische tandheelkunde van de Universiteit van Bern, verzorgde het parallelcongres voor mondhygiënisten (80 deelnemers). Onderstaand leest U het verslag van Ellart van de Weerthof, MSc-Parodontologie, en van Janine Hagels, mondhygiënist van de Parodontologie Praktijk Twente. De foto’s op het congres werden gemaakt door NVvP-bestuurslid Joost Hanssen.
gaf van de implantologie. Hierbij werden o.a. het Branemark- en Linkow-principe toegelicht. Was implantologie vroeger nog een weinig voorkomende behandeling, tegenwoordig is het bijna een standaard behanProf. Bruno Loos: Implantaten bij parodontitis patiënten delmogelijkheid. Volgens een publicatie Bij het verloren gaan van implantaten wordt van Buser is er een groeiende vraag naar de er onderscheid gemaakt tussen “early failures” implantologische behandeling bij partieel edentaten. Hierbij moeten de implantaten en “late failures”. Een early failure houdt in bij voorkeur op een locatie geplaatst worden dat het implantaat in het 1e jaar verloren waar dat prothetisch gewenst is. Vaak dient gaat. Mogelijke oorzaken hiervan kunnen dit in combinatie met een GBR-techniek te zijn: een verminderde weerstand, inferieure botkwaliteit en chirurgisch trauma. Een “late worden uitgevoerd. Dit kan aan de buccale zijde tevens een gingivarecessie voorkomen. failure” houdt in dat het implantaat na een Helaas is het ook mogelijk dat de GBR-prosuccesvolle osseo-intergratie verloren gaat. cedure tot verlies van papilhoogte kan leiden. In dit laatste geval is de oorzaak vaak periHet beschadigen van de vasculaire plexus en implantitis. Epidemiologische data laten zien dat 30% van supracrestale vezels speelt hierbij een rol. de personen van >50 jaar een vorm van paro- Resorptie van de buccale botlamel na een extractie is niet door het immediaat plaatsen dontitis heeft. Deze personen hebben meer van een implantaat te voorkomen. Bij het tandverlies dan de personen zonder parovervangen van een verloren gegaan element dontitis. De kans dat een element wordt door een implantaat (ofwel replantatie met vervangen door een implantaat in een parobehulp van implantologie) is, volgens Sipos, dontaal gecompromitteerde patiënt is dus een GBR-techniek in principe altijd nodig, al groter dan in een niet-parodontitis patiënt. is het mogelijk onder specifieke voorwaarden Over het succesvol implantologisch behandirect een implantaat te plaatsen. Hierop delen bij paro-patienten zijn systematische reviews van Van der Weijen en van Quirynen kan ook direct een tijdelijke kroon geplaatst beschikbaar. Deze laten allebei een verhoogd worden. risico van implantaatverlies bij parodontaal Peet van Gils, MSc: gecompromitteerde patiënten zien. In de De te bewandelen route.... toekomst zal duidelijk moeten worden of Met een toepasselijke titel “Het Dilemma” de complexe ziekte peri-implantitis dezelfde liet Van Gils interessante casuïstiek zien. Ook pathofysiologie heeft als parodontitis. Van Gils maakte eerst het onderscheid tussen de early failure, waarbij er verhinderde osseoPaul Sipos, MSc: integratie is, en een late failure waarbij wel Replantatie met behulp van een goede osseointegratie is geweest. Volgens implantologie Sipos begon de workshop met een historisch een artikel van Berglundh vindt er bij een ruw implantaatoppervlak minder early failure overzicht waarin hij een leuke uiteenzetting
• DE PRECONFERENCE WORKSHOPS: de warming up
4
plaats. Aan de andere kant is er bij een ruw oppervlak, in een experimentele opzet, wel meer botverlies en plaque aanwezig dan bij een glad implantaatoppervlak. Bij een titanium abutment (dat normaal glad is) is echter wel geconstateerd dat het veelvuldig steriliseren een eerdere formatie van een biofilm tot gevolg heeft. Aan de hand van de besproken casuïstiek maakte Van Gils duidelijk dat een brug ook altijd een optie blijft. Dr Erik Blom: de factor Implantaat Blom bekeek de implantologie vanuit een prothetisch oogpunt en ziet hierbij een implantaat als een hulpmiddel. De aandacht ligt voornamelijk op de stabiliteit van de periimplantaire weefsels waaronder gingiva. Tegenwoordig wordt verwacht dat implantaten steeds sneller kunnen worden belast en dat de procedures eenvoudiger worden. Hiervoor vinden verbeteringen plaats op het niveau van de structuur en het oppervlak van het implantaat. De langdurige zekerheid van al deze verbeteringen is echter nog niet geheel bekend. Dit maakt ook de stabiliteit van onder andere de gingiva onduidelijk. Als slotbeschouwing gaf Blom een aantal criteria waarin een ideaal implantaat anno 2007 moet voldoen, te weten: licht taps toelopend, cervicaal ondiepe groeven, platform switch, ruw oppervlak en een titanium of zirkonium abutment dat intern gefixeerd is.
Tijdens het congres werd de NVvP-Oral B research prijs uitgerijkt aan Sergio Bizzarro, Parodontoloog/ onderzoeker aan het ACTA.
"Onlosmakelijk verbonden?"
Voorzitter NVvP biedt voorzitter Consilium een fles port aan uit het oprichtingsjaar van het Consilium 1987.
• HET HOOFDCONGRES: Onlosmakelijk met elkaar verbonden Prof. Philippe Bouchard: Het maken van de juiste keuze Met de titel “Making a decision for the individual patient” begon professor Bouchard het hoofdcongres. Aan de hand van een beslisboom nam hij de bezoeker door het beslisproces voor behandeling. Voor het maken van een goede beslissing is een aantal voorwaarden aan de clinicus te stellen: een goed verstand, klinische ervaring en evidence based besluitvorming. Voldoen aan de criteria is echter geen garantie voor succes. Even belangrijk is de patiënt met zijn of haar verwachtingen. Eenzelfde diagnose kan bij verschillende patiënten tot een wezenlijk verschillend behandelplan leiden. Dit betekent dat per patiënt individuele keuzes moeten worden gemaakt.
NVvP Nieuwsbrief nr.59 december 2007
5
NVvP Nieuwsbrief nr.59 december 2007
Het maken van de juiste keuze bestaat uit een aantal stappen: 1. het definiëren van het probleem, 2. toekennen van een op de literatuur gebaseerde succeskans van iedere behandeloptie (assign probabilities) en 3. toekennen van een verwachtingswaarde van de patiënt (assign utilities). Bij het combineren van de laatste twee waarden kan een soort succeskans voor iedere behandeloptie worden gemaakt, de expected utility. Het komen tot de juiste behandelmogelijkheid zal het best verlopen via een teamconcept. Hierin is de waarde die een patiënt toekent aan een behandelmogelijkheid, met alle pro’s en contra’s, erg belangrijk. Voor de clinicus is dan de taak weggelegd om op beschikbare literatuur een goed advies te geven. Een goede klinische expertise op het betreffende deelterrein is dan wel een voorwaarde om de resultaten uit de literatuur te behalen. Prof. Stefan Renvert: Risicofactoren Het meer toepassen van implantologische behandeling betekent ook meer kans op complicaties bij implantaten. In de afwezigheid van een goede mondhygiëne zal er plaque rondom een implantaat ontstaan. Dit leidt tot peri-mucositis, zoals tijdens de 3e European workshop on Periodontology is gerapporteerd. Bij experimentele periimplantitis zal een verschuiving plaatsvinden in de microbiologie en is er sprake van botverlies. Hierbij is het mogelijk dat paropathogenen zich van tand naar implantaat verplaatsen. Daarnaast zijn er bij peri-implantitis ook micro-organismen aangetoond die niet aangetoond zijn bij parodontitis. Een voorbeeld hiervan is de staphylococcus aureus, die in 65% van de peri-implantitis gevallen is aangetoond. Dit micro-organisme wordt veel geassocieerd met kunstmatige oppervlakken in het lichaam. Uit een publicatie van Renvert (2007) blijkt er in kolonisatie geen verschil
te zijn tussen natuurlijke elementen en implantaten. Ook Pontorierro liet dit zien. Tevens is er volgens Renvert geen verschil tussen implantaten in een dentate- of edentate situatie. Implantaten bieden blijkbaar een niche die gunstig is voor kolonisatie door bepaalde microorganismen gelijk aan die van natuurlijke elementen.
(2006) laat Renvert zien dat patiënten die gevoelig zijn voor parodontitis ook een grotere kans hebben op peri-implantitis. Ook blijkt, vergelijkbaar met parodontitis, dat periimplantitis zich clustert in bepaalde patiënten. Samenvattend is er aantal risicofactoren voor het ontwikkelen van peri-implantitis: patiënten die gevoelig zijn voor parodontitis, roken en een insufficiënte mondhygiëne. Het onder controle hebben van alle risicofactoren is een prerekwisitie voor het plaatsen van implantaten. Prof. Arie-Jan Van Winkelhoff: Diagnostiek Microbiologisch onderzoek in de implantologie kan dienen als pre-implantologisch diagnostiek of als diagnostisch hulpmiddel bij peri-implantitis. Van Winkelhoff ziet in het laatste geval bij 90% van de samples dat er pockets van >5mm aanwezig zijn. Bij het pre-implantologisch onderzoek is dit ongeveer 50% en hebben deze patiënten te veel bacteriën om over te gaan tot het plaatsen
Wel zijn er duidelijke verschillen tussen de niet-gezonde situaties, parodontitis en peri-implantitis. Bij peri-implantitis zijn er een grotere klinische- en radiologische veranderingen waarneembaar en zijn de defecten groter. Is er bij parodontitis een afstand van onderveer 1 mm tussen ontsteking en bot (door middel van een zone bindweefsel), bij peri-implantitis reikt de laesie tot het bot. Histologisch is te zien dat er bij peri-implantitis veel meer PMN cellen aanwezig zijn, in vergelijking met parodontitis. Aangezien de behandeling van periimplantitis lastig is en tot op heden niet onderbouwd is, is een goede en tijdige diagnostiek wenselijk. Belangrijk hierbij is het regelmatig sonderen bij voorkeur met een kunststof sonde. Hierdoor is een peri-implantitis, de belangrijkste oorzaak van een “late failure” tijdig te diagnosticeren en te behandelen. Uit een publicatie van Roos-Jansaker
6
van implantaten. Bij het aanbrengen van een lichaamsvreemd voorwerp is de minimale infectiedosis (MID) 10 tot 100 keer verlaagd. In de algemene heelkunde wordt dan ook bij een infectie rondom een implantaat (bijvoorbeeld een heupprothese) al vrij snel voor verwijdering van het implantaat gekozen. In de tandheelkunde wordt deze stap niet zo snel gemaakt. Ook Van Winkelhoff laat zien dat de risicofactoren voor parodontitis een grote overlap vertonen met die van peri-implantitis. Bij periimplantitis zijn een bepaalde bacteriële flora en een gevoelige gastheer nodig. Zware rokers (>20 sigaretten per dag) hebben een 40% grotere kans op biologische complicaties rondom implantaat, wat significant hoger is dan bij matige rokers en niet-rokers. Roken in combinatie met een IL-1 positief genotype verhoogt deze kans nog meer, wat bij parodontitis is ook is beschreven door Kornman (1999).
NVvP Nieuwsbrief nr.59 december 2007
Als afsluiting bespreekt Van Winkelhoff een drie-stappenplan voor tandheelkundig behandelen. Vanzelfsprekend wordt er begonnen met een goede diagnose. Hierop volgt de infectiecontrole, waartoe ook een adequate parodontale behandeling kan behoren. De laatste fase bestaat uit de restauratieve fase met mogelijk het gebruik van implantologie. Dr Fridus Van der Weijden + Dick Barendregt MSc Het belang van een goede voorbereiding Bij de introductiefilm is boodschap al duidelijk: “Voorkomen is beter dan blussen” (lees genezen). Het risico op complicaties bij implantaten is in parodontaal gecompromitteerde patiënten, volgens de systematische review van Van der Weijden, groter dan bij de niet-parodontaal gecompromitteerde patiënt. De paropatiënt heeft ook meer botverlies en meer implantaatverlies dan de niet paropatiënt. Barendregt begint, na een verrassend opkomen, met nogmaals het belang van sonderen rondom implantaten te benadrukken. Het alleen beoordelen van een foto is niet genoeg. Het sonderen dient te worden uitgevoerd met een kunststof sonde, in verband met de flexibiliteit. Wel dient de clinicus op de hoogte te zijn van o.a. het type implantaat en suprastructuur. De sondeerdieptes van gezond weefsel rondom een implantaat zijn dieper dan die van de weefsels rondom een natuurlijk element. In het geval van een ontsteking zijn deze verschillen niet aanwezig. Als nazorg is het voorstel om te sonderen zes weken na het plaatsen van de suprastructuur in combinatie met een röntgenfoto. Daarna na één jaar hetzelfde protocol en vervolgens ieder jaar sonderen, met na vijf jaar weer een röntgenfoto, tenzij hier eerder aanleiding voor is.
brief
• HET PARALLELCONGRES: Therapieën in de parodontologie en het onderhoud van implantaten
Tijdens het parallelcongres sprak Bernitta Bush Gissler over de belangrijke punten bij de diagnose en therapieën in de parodontologie en het onderhoud van implantaten. Het doel is om een goede parodontale (en peri-implantaire) gezondheid te bereiken en vast te houden. Allereerst is het van belang dat er bij iedere patiënt een parodontale screening plaatsvindt d.m.v. de DPSI-score. Afhankelijk van de score wordt bepaald of er een gehele parodontiumstatus noodzakelijk is; daarbij hoort een volledige röntgenstatus en een volledige medische anamnese. Als alle gegevens verzameld zijn, moet bepaald worden of de initiële therapie in de algemene praktijk kan plaatsvinden of dat de patiënt meteen verwezen wordt naar een gespecialiseerde parodontologiepraktijk. Evaluatie Na één à twee maanden vindt er een evaluatie plaats waarbij bekeken moet worden of het doel bereikt is; zo niet dan is eventueel microbiologisch onderzoek, antibiotica of chirurgische therapie nodig. Eén of twee maanden na deze evaluatie zou er opnieuw geëvalueerd moeten worden; dan wordt er bepaald of elementen definitief behouden kunnen blijven of geëxtraheerd moeten worden. Voor de nazorg heeft Bertina Busch een recallschema opgesteld waarin staat hoeveel tijd er gemiddeld nodig is voor de verschillende onderdelen. Er wordt begonnen met controle van de zachte orale weefsels: bij elke recall is het belangrijk om de pockets te meten, de bloeding te noteren, recessies te noteren en om de furcaties cq. de mobi-
liteit te controleren. Ook de vitaliteit van alle elementen moet worden gecontroleerd waarna de biofilm “subtiel, non-scratching” kan worden verwijderd. Alleen pockets >5mm en bloedende pockets worden gereinigd. De BOP-score dient bij voorkeur <20% te zijn! Het doel van de recall is om een goede mondhygiëne vast te houden en een functioneel en esthetisch verantwoorde situatie te handhaven. Natuurlijk zijn ook infectiepreventie en cariëspreventie belangrijke doelstellingen.
’s Middags: implantaten Na de middagpauze werd er aandacht besteed aan het onderhoud van de implantaten, waarbij het uitermate belangrijk is om patiënten vooraf goed te informeren. Roken is een aanzienlijke risicofactor voor de failures van implantaten. Recall ziet er hetzelfde uit als bij “gewone” paropatienten. Implantaten moeten volgens Bertina Bush altijd worden gesondeerd (eventueel met een kunststof pocketsonde). Na ongeveer 5 dagen is er weer een epitheliale aanhechting. Tekenen van failures van de implantaten zijn: BOP, verdiepte pockets (het begin meetpunt moet goed gemeten worden, dat kan al 5mm zijn), pus, botverlies en mobiliteit (wanneer een implantaat mobiel is, dan volgt altijd explantatie). Instrumentatie wordt gedaan met speciale instrumenten; niet van metaal maar van carbonfiber, dat eventueel geslepen kan worden om het wat dunner te maken. Titanium implantaten mogen gereinigd worden met titanium instrumenten. EMS heeft een tip die gebruikt kan worden bij implantaten, maar Bertina Bush gebruikt deze nog niet (daar is nog weinig onderzoek naar gedaan). Als er geen bloeding is, hoeft er alleen maar gepolijst te worden. Tot slot: als er echt niet goed kan worden geïnstrumenteerd, was de gouden tip van 16 november: reinigen met superfloss, zo diep mogelijk in de pockets.
Oproep! Kent ú projecten voor de Stichting NVvP? DE STICHTING NVVP IS IN HET LEVEN GEROEPEN OM PARONDONTAAL ONDERZOEK EN PARODONTAAL ONDERWIJS IN NEDERLAND te stimuleren. Projecten die hiervoor in aanmerking komen, kunnen worden aangemeld bij het secretariaat van onze vereniging. Voor meer informatie over criteria en mogelijkheden kunt u contact opnemen met het NVvP-secretariaat: telefoon (0598) 633 313 of
[email protected].
7 7
Nieuwsbrief nr.59 december NVvPNVvP Nieuwsbrief nr. 44 maart 2004 2007
Jolanda Exalto: 25 jaar werkzaam voor de NVvP
brief
Nieuwe erkenningen PA R O D O N T O L O O G
Het begon allemaal met het op postcode-volgorde leggen van de gele acceptgirokaarten waarmee de NVvP-leden hun lidmaatschap dienden te betalen. Dat scheelde namelijk in de portikosten van de PTT.... Inmiddels werkt Jolanda Exalto al 25 jaar als administratieve duizendpoot voor de NVvP.
Het was in de Tandartsengroepspraktijk in Zaandam waar Jolanda Exalto begin jaren tachtig als secretaresse nader kennismaakte met de tandheelkunde. "Ronnie Goené was één van de maten in die groepspraktijk en hij was tevens penningmeester van de NVvP. In 1982 organiseerde deze vereniging een congres in Veldhoven en daar was, voor het eerst, een mini-vakbeurs bij met 3 of 4 stands. Ik deed, na verloop van tijd, diverse zaken voor de NVvP en deed dit naast mijn fulltime baan in de praktijk". In 1993 waagde Jolanda de stap naar een eigen bedrijf in administratieve dienstverlening: ze richtte Dental Management Services op in Avenhorn. De NVvP was één van haar eerste opdrachtgevers. Tandem Inmiddels werkt ze voor een aantal opdrachtgevers in de tandheelkundige branche, waaronder de NVOI. Maar ook de NVvP is een organisatie waar ze, na al die jaren, nog steeds veel werk voor verricht. Ze voert de financiële administratie en werkt hierbij nauw samen met de (regelmatig wisselende) penningmeester van de vereniging. Daarnaast organiseert ze de vakbeurzen bij de NVvPcongressen waarbij ze standhouders benadert, draaiboeken opstelt voor de organisatie en ter plekke, samen met Ali Woltman en het
NVvP-bestuur, zorgt dat alles op rolletjes verloopt. Jolanda: "Dat vind ik erg leuk om te doen. De NVvP heeft congressen die bekend staan om hun goede kwaliteit en hoge bezoekersaantallen. Het is aangenaam om daar een vakbeurs voor te mogen organiseren. Overigens werk ik bij mijn werk voor de NVvP veel samen met Ali Woltman van het secretariaat, we zijn al jaren echt een tandem". Tevreden Sinds anderhalf jaar verzorgt Jolanda ook de ledenadministratie en de folderverkoop voor de NVvP. "Die taak heb ik uitbesteed aan een medewerker in mijn bedrijf, Janine, zij is ook degene die NVvP-leden aan de telefoon krijgen als het gaat over zaken als lidmaatschap of folders". Het aantrekkelijkste aan haar werk vindt Jolanda de afwisseling, de diversiteit én de samenwerking met prettige mensen: "Als ik iets doe, wil ik het graag goed doen. De boekhouding bijvoorbeeld is niet altijd het leukste karwei. Maar als de stukken dan weer klaar zijn en er goed uitzien, ben ik tevreden. Ik had nooit kunnen bevroeden dat ik om dit werk een bedrijfje zou kunnen opbouwen. Maar ik ben blij dat ik destijds die stap heb gewaagd. Iedere dag is anders en ik werk met leuke, gemotiveerde mensen samen. Prima uitgangspunten om dagelijks met plezier aan de slag te gaan. Oók voor de NVvP!"
MURIEL HEIJNSBROEK VOLGDE VAN 1988 -1995 DE STUDIE TANDHEELKUNDE AAN HET ACTA in Amsterdam. Tot 2002 was zij als tandarts in dienst van de Koninklijke Marine. Vanaf 2002 volgde zij, wederom bij het ACTA, de MSc-opleiding Parodontologie, een opleiding die zij in 2005 succesvol afrondde. Van 2005 tot heden is zij werkzaam bij de Koninklijke Marine in de praktijk op het Marine Etablissement Amsterdam. Op 10 oktober 2007 ontving zij van de NVvP de erkenning 'parodontoloog NVvP'.
ROLAND ECKL IS GEBOREN IN MANNHEIM, DUITSLAND. ZIJN OPLEIDING TANDHEELkunde volgde hij aan de universiteit van Heidelberg, Duitsland. Na zijn afstuderen werkte Roland als algemeen practicus. In 1993 is hij in Aarhus, Denemarken, begonnen om zich in de parodontologie te verdiepen. De MSc-opleiding in Parodontologie volgde hij in Nijmegen (1994-1997). Sindsdien was hij bezig als docent in Nijmegen en werkte hij in verschillende praktijken. Momenteel is Roland als parodontoloog werkzaam in de Oisterwijkkliniek en in het Tandheelkundig Centrum Beuningen.
EFP Nieuws DE NIEUWE PRESIDENT VAN DE EFP voor het jaar 2007-2008 is Joerg Meyle. Hij is momenteel druk bezig om alle ontwikkelingen op het gebied van de parodontologie in Europa op de kaart te zetten, waarbij de EFP als drijvende kracht moet fungeren. Dit komt tevens tot uiting in de toekomstplannen van de EFP, die op de General Assembly in februari 2008 aan de lidstaten ter goedkeuring worden voorgelegd. Ook hierin zal veel aandacht zijn voor de onlosmakelijkheid van de parodontologie en de implantologie. In navolging van een aantal landen (zoals
de Scandinavische landen én Nederland) zal een naamswijziging onvermijdelijk worden. Voorafgaande aan deze GA zal wederom de Ittingen Workshop op 2-6 februari 2008 worden gehouden, onder de bezielende leiding van Klaus Lang. Het bestuur van de NVvP zal de Executive Committee van de EFP haar definitieve standpunt melden met betrekking tot de erkenning van het Specialisme Parodontologie. Voor Nederland valt de erkenning onder de Nederlandse Vereniging voor Parodontologie, die de opleiding, kwaliteit en onderlinge visitaties zal waarborgen. Daarmee is er sprake van een volwaardig
nieuws 8
specialisme, erkend door de NVvP en met een nieuwe titel "PARODONTOLOOG”. Wat betreft Europerio 6 te Stockholm: Het NVvPbestuur ontvangt deze maand de delegatie in Amsterdam, te weten de chairman Stefan Renvert, scientific chairman Sandro Cortelinni, chairman congresscomm. Jean Louis Giovanolli en chairman van de lokale organisatie Ola Norderijd en natuurlijk als treasurer Edwin Winkel. Tot zover het belangrijkste EFP-nieuws van 2007. Ik wens u allen een goede jaarwisseling en in 2008 kom ik weer bij u terug.
KATLEEN MICHIELS WERD GEBOREN IN 1980. IN 1998 HAALDE ZIJ HAAR DIPLOMA VAN het middelbaar onderwijs aan het Bisschoppelijk College der Onbevlekte Ontvangenis in Veurne, België. In 2003 studeerde ze met grote onderscheiding af als tandarts aan de Katholieke Universiteit in Leuven. In juli 2006 studeerde ze met grootste onderscheiding af als parodontoloog aan de KU Leuven. Momenteel volgt Katleen een doctoraatopleiding op de afdeling moleculaire immunologie van de KU Leuven en onderzoekt ze proteomics van speeksel. Voor haar onderzoeksprotocol verdiende ze het Stipendium van het VMTI. Ze is consulent aan de KU Leuven en behandelt hierbij orale letsels, radiotherapie- en transplantatiepatiënten. Ze geeft regelmatig spreekbeurten over deze onderwerpen. Drie dagen per week is Katleen werkzaam als parodontoloog in de Praktijk voor parodontologie Zeeland, vestiging Bergen op Zoom.
Maren de Wit, EFP representative
NVvP Nieuwsbrief nr.59 december 2007
9
NVvP Nieuwsbrief nr.59 december 2007
Case presentation
Casus 3. Pre-operatief, brug enkele maanden in situ, storende recessie en dentine gevoeligheid na subgingivale preparatie/gingivaretractie, flapdesign, flapsluiting, 6 maanden post-operatief. In 1985 was het Miller die de nu meest gehanteerde classificatie
brief
voor buccale recessie beschreef. Hiernaast treft u daarvan klinische voorbeelden. Kl. I wil zeggen recessie binnen de zone gekeratiniseerde gingiva waarbij de interdentale papillen intact zijn, zoals in casus 3 en 4.
In deze rubriek presenteren Parodontologen NVvP een interessante casus uit hun praktijk. Dit keer wordt de presentatie verzorgd door Giles de Quincey, Parodontoloog te 's Hertogenbosch. Deze Casepresentation wordt in meerdere afleveringen getoond.
Gingiva recessie, een rekbaar begrip?!
3.1
Geachte lezer, normaliter treft u in deze rubriek een casusbespreking aan met een gedetailleerde beschrijving van de behandeling en follow-up van één casus. Ik wil daar enigszins van afwijken omdat gingiva recessie een relatief eenvoudige problematiek is die zich echter op verschillende manieren manifesteert. Ik wil me met name richten op de niet-plaque gerelateerde buccale recessie omdat
die, door de zichtbaarheid ervan, ook bij patiënten zelf de aandacht trekt. Niet alleen vanwege de verstoorde esthetiek, maar met name ook de blootstelling van de tandhalzen aan het orale milieu met als gevolg tandhalsgevoeligheid en een verhoogd risico op verkleuringen, erosie, abrasie en cariës.
Casus 1. is hiervan een voorbeeld. Pre-operatief cariës, erosie/ abrasie en falende kl. V restauraties, 6 maanden post-operatief. Tunnel met bindweefsel en EMD.
dontium en verbonden is met het parodontale ligament. Dit is ook de mogelijke verklaring voor het verhoogde risico op recessie tijdens orthodontie en occusale overbelasting. Het “bundle bone” demineraliseert door de optredende remodeling, hetgeen klinisch neerkomt op een toename van de botdehiscentie en dientengevolge “verdunning” van het biotype. Hierdoor neemt het risico op recessie door gingivatrauma toe, de afname van de dikte van het biotype zélf is niet de oorzaak voor recessie. Enkel een predisponerende factor.
Wat betreft het ontstaan van recessie is er inmiddels een consensus dat de gingiva, in casu het marginale parodontium, een dikker of dunner biotype kan hebben. Wanneer er sprake is van een dun biotype zijn er vaak onderliggende botdehiscenties en fenestraties, de buccale botlamel is uiterst dun en bestaat meestal uitsluitend uit het zgn. “bundle bone” het bot dat onderdeel is van het paro-
1.1
1.2
Casus 2. illustreert dit.
3.3
3.2
Casus 4. Pre-operatief, bindweefseltransplantaat, inhechting van BWT met toepassing EMD, 3 maanden post-operatief. Bij een Kl. II recessie is er eveneens sprake van intacte interdentale
papillen, maar recessie voorbij de mucogingivale lijn, waardoor gekeratiniseerde gingiva ontbreekt zoals in casus 5. Door de intacte interdentale weefsels zijn zowel de kl. I als kl. II volledig te bedekken.
4.1
4.2
4.3 Casus 5. Pre-operatief, geëpithelialiseerd gingivatransplantaat uit palatum (1-2mm dik) in situ, 2 maanden post-operatief
4.4 zoals in casus 6. De recessie kan gereduceerd worden maar niet altijd volledig bedekt worden. Belangrijk is dat in deze casuïstiek wel dmv. bindweefseltransplantatie en toepassing van EMD een verdikking van het biotype gerealiseerd wordt. Hierdoor is de predispositie voor verdere recessie minder groot.
Bij een Kl. III recessie is sprake van interdentaal weefselverlies maar wel een verder apicaal gelegen buccale marginale gingiva
Wanneer bij het bovenstaande dunne gingiva biotype trauma optreedt, zij het door onjuist tandenborstelen of bijv. subgingivale instrumentatie of gingivaretractie, komt meteen het worteloppervlak bloot te liggen. Hierdoor treedt een gingiva dehiscentie/ fenestratie op, die zonder adequaat herstel vanuit het parodontium tot een recessie kan worden. Casus 3 laat zien hoe gingivaretractie tot recessie kan leiden, omdat de 22 een pontic is, is in deze casus de 23 extra prominent. Het biotype tpv. de 23 is dus extra dun geworden!
3.4
2.1
nieuws 10
NVvP Nieuwsbrief nr.59 december 2007
5.1
5.2
5.3
11
NVvP Nieuwsbrief nr.59 december 2007
Casus 6. Pre-operatief (na orthodontie, patiënte rookt(e)), preparatie tunnel, ontname BWT uit palatum, BWT in situ, BWT in tunnel ingehecht, 3 maanden post-operatief. Bij een Kl. IV recessie is er sprake van een negatieve vorm van de gingiva, waarbij de papil apicaal ligt van de buccale gingiva.
Deze recessie kan slechts zelden gereduceerd worden en dit is dan bovendien onvoorspelbaar. Daar waar er sprake is van een ponticbed kan dit toch realiseerbaar zijn, zoals in casus 7 (zie volgende Nieuwsbrief). In de volgende Nieuwsbrief het vervolg van deze Casepresentation.
brief
Agenda
Deze agenda wordt samengesteld uit gegevens zoals bekend bij de NVvP en het PAOT. Cursusgegevens voor deze rubriek kunt u inzenden naar het secretariaat NVvP.
Congressen in 2008-2009 •
NVvP-Voorjaarscongres 2008 4 april 2008, Figi, Zeist
•
NVvP-Najaarscongres 2008 13-14 november 2008
•
EuroPerio 6 4-6 juni 2009, Stockholm (Zweden)
•
NVvP-Najaarscongres 2009 5-6 november 2009 In onderstaande rubriek worden uitsluitend cursussen aangekondigd die relevant zijn voor de Parodontologie en Implantologie. De redactie behoudt zich het recht voor om aanmeldingen zonder opgaaf van redenen niet in deze rubriek op te nemen. Vermelding in deze rubriek betekent niet dat de inhoud van het aangekondigde in overeenstemming hoeft te zijn met de opvattingen of het beleid van de NVvP.
6.1
Cursussen, Compact Clinics, Workshops jan t/m maart 2008
6.2
•
Het paroprotocol in de praktijk gebracht medio januari 2008, maart 2008, Parodontologie Praktijk Fokkema, 's Hertogenbosch
•
Implanteren: person to person twee woensdagen op afspraak, Kliniek voor Parodontologie, Amsterdam Voor meer informatie over internationale congressen verwijzen wij u naar de desbetreffende agenda in het Journal of Clinical Periodontology of www.efp.net
Parodontitis en pre-eclampsie 6.3
6.4 De afgelopen jaren zijn verschillende studies verschenen waaruit blijkt dat er klinisch een associatie is tussen zwangerschapsvergiftiging (pre-eclampsie) en parodontitis tijdens de zwangerschap. In de NVvP-nieuwsbrief van maart 2007 is, in het kader van projecten die gesponsord zijn door de NVvP, een korte omschrijving gegeven van het (promotie)onderzoek dat bij het UMCG in Groningen wordt uitgevoerd naar de mogelijke relatie tussen parodontitis en zwangerschapsvergiftiging. Een korte update.
6.5
6.6
NVvP in het nieuws HET VAK PARODONTOLOGIE IS VOORTDUREND IN BEWEGING. VOOR PROFESSIONALS EN LEKEN IS NOG STEEDS VEEL NIEUWE INFORMATIE TE krijgen. Daarnaast verandert de samenstelling van het behandelteam door de komst van de preventieassistent en de mondhygiënist met curatieve taken. Het op de juiste plek krijgen van de parodontale patiënt vraagt dan ook nieuwe aandacht. De American Academy of Periodontology stelde recent een verwijsrichtlijn op voor chronische parodontitis. In het NT 19 /2007 (pag. 24) werd deze richtlijn besproken en gekeken of deze richtlijn in de Nederlandse situatie gebruikt kan worden. Dit artikel is geschreven door Parodontoloog Jeroen Craandijk, tevens redacteur van de NVvP-Nieuwsbrief.
nieuws 12
NVvP Nieuwsbrief nr.59 december 2007
De resultaten van ons eerste patiëntcontrole onderzoek in Groningen zijn recent gepubliceerd in ‘the Journal of Clinical Periodontology’ (Women with a recent history of early onset preeclampsia have a worse periodontal condition, Kunnen et al, 2007). Het bleek dat vrouwen met ernstige parodontitis tijdens de zwangerschap een ruim 7x hoger risico hebben op het ontwikkelen van zwangerschapsvergiftiging. Zwangerschapsvergiftiging is een multifactoriële aandoening, waarvan de oorzaak nog steeds niet geheel duidelijk is. Er is in toenemende mate aandacht voor de rol van een chronische infectie in de pathogenese van zwangerschapsvergiftiging. Parodontitis, als chronische
infectie, zou mogelijkerwijs een etiologische rol hebben in het ontwikkelen van dit syndroom. Enerzijds is het mogelijk dat mondbacteriën of bacteriële producten via de bloedbaan de placenta bereiken en de placenta/foetus schadelijk beïnvloeden. Anderzijds kan ook de ontstekingsreactie van de moeder tijdens de zwangerschap op de aanwezigheid van bacteriën een rol spelen bij het ontwikkelen van zwangerschapsvergiftiging. Experimenteel onderzoek Mede dankzij de financiële ondersteuning van de NVvP hebben wij de mogelijkheid gekregen om te onderzoeken of de parodontale infectie een etiologische rol speelt in het proces van zwangerschapsvergifti-
13
ging. In een experimenteel onderzoek in ratten testen we de effecten van toxinen van mondbacteriën op de zwangerschap. Hiertoe worden bij zwangere ratten verschillende doseringen van deze toxinen intraveneus toegediend. We onderzoeken de ratten vervolgens op klinische symptomen van zwangerschapsvergiftiging (verhoogde bloeddruk en eiwit in de urine). Daarnaast worden bloedmonsters geanalyseerd op ontstekingsmarkers en onderzoeken we biopten van diverse organen (nieren, lever, placenta, huid) op afwijkingen in de morfologie. Op dit moment zijn we in een afrondende fase van dit experiment en we hopen we eind december de eerste data van deze studie te kunnen analyseren. Alina Kunnen, onderzoeker ACMG/UMCG
NVvP Nieuwsbrief nr.59 december 2007
brief Informatie
Haal méér uit uw lidmaatschap!
De teksten die in deze rubriek worden gepubliceerd vallen buiten de verantwoording van de redactie.
van onze sponsors
Bij de NVvP kunt u diverse informatieve folders bestellen, een waardevolle ondersteuning bij de uitoefening
toename in de elektrische weerstand van geselecteerde laesies vergeleken met de personen die elmex® SENSITIVE tandpasta en een placebo tandspoeling hadden gebruikt. Deze porositeitsverandering wijst op een verhoogde remineralisatie van de primaire wortelcariës laesies bij gecombineerd gebruik van elmex® SENSITIVE tandpasta en tandspoeling.
van uw praktijk. Ter opfrissing van uw kennis biedt de vereniging u tevens de keuze uit verschillende wetenschappelijke naslagwerken. Extra aantrekkelijk: als NVvP-lid krijgt u korting op uw bestelling.
Niet-leden
• Uw tandvlees krijgt een cijfer
Leden
€
€
100 stuks
21,00
18,00
200 stuks
33,00
28,00
300 stuks
45,00
37,00
500 stuks
67,00
55,00
1000 stuks
125,00
100,00
• Mondverzorging: een bewuste keuze
NIEUW !!
50 stuks
32,50
25,00
100 stuks
65,00
50,00
200 stuks
120,00
95,00
300 stuks
190,00
140,00
500 stuks
275,00
210,00
1000 stuks
525,00
400,00
• Parodontitis 1: Mondhygiëne en gebitsreiniging
Petersson et al. (2006) bestudeerde het effect van het dagelijkse gebruik van elmex® SENSITIVE tandspoeling in combinatie met elmex® SENSITIVE tandpasta op primaire wortelcariës laesies bij volwassenen met een verhoogd cariësrisico. Na 12 maanden applicatie vertoonden de personen die elmex® SENSITIVE tandpasta en tandspoeling hadden gebruikt een hoog significante
Voor meer informatie: GABA Benelux Leeuwenveldseweg 5N 1382 LV Weesp
[email protected] Tel: +31 (0)294 491 990 Fax: +31 (0)294 491 984
Salfira helpt de barrièrefunctie van de huid in stand houden, ondersteunt het vochtgehalte en werkt veroudering van de huid tegen. Ook de meest beschadigde en ruwe huid krijgt met Salfira de nodige bescherming en verzorging. Verzorgende en herstellende hulp voor ruwe handen
50 stuks
33,00
27,50
100 stuks
65,00
55,00
200 stuks
120,00
100,00
300 stuks
182,00
150,00
500 stuks
300,00
250,00
1000 stuks
600,00
500,00
De huid is in veel opzichten bijzonder en veel meer dan zomaar een omhulsel van ons lichaam! De huid maakt ons herkenbaar voor de mensen om ons heen... Zonder huid zouden wij niet kunnen leven..... Eindelijk is er dan een handverzorging samengesteld, specifiek voor de handschoen-dragende-zorgverlener: Salfira. Door de waardevolle bestanddelen biedt Salfira intensieve bescherming en verzorging voor droge en ruwe handen.
• Parodontitis 2: Mondhygiëne, gebitsreiniging en flapoperatie 50 stuks
37,50
32,50
100 stuks
75,00
65,00
200 stuks
140,00
120,00
300 stuks
210,00
182,00
500 stuks
350,00
300,00
1000 stuks
700,00
600,00
Eerder dit jaar is de acquisitie van etkon door Straumann bekend gemaakt. Inmiddels is de integratie van etkon in de Straumannorganisatie een feit.
De vermelde prijzen zijn incl. BTW en exclusief verzendkosten. Bestellen kan snel en simpel telefoon 0229-540148, telefax 0229-543467 of
[email protected]
De combinatie van Straumann en etkon levert een unieke organisatie binnen de orale implantologie op: één bedrijf dat zowel chirurgische, prothetische als regeneratieve oplossingen biedt. Van botaugmentatie en weefselregeneratie, implantaten en prothetiek tot en met individueel kroon- en brugwerk. Zowel voor conventionele tandheelkunde als voor orale implantologie.
De bestelling wordt zo snel mogelijk per post bij u thuisbezorgd. Extra voordeel dus van uw NVvP-lidmaatschap! (In de vakantieperiode kan de levering 2 tot 3 weken vertraging oplopen).
14
NVvP Nieuwsbrief nr.59 december 2007
Voor meer informatie en/of uw bestelling: BienSanté, natuurlijk goed verzorgd Teisterbandstraat 30 5331 CP Kerkdriel BienSanté, natuurlijk goed verzorgd GSM 06 53 213 294 is van NVvP-sponsor Fax 0418 634 115 E-mail:
[email protected] www.biensante.nl
Het succes van etkon is gebaseerd op haar CADCAM-technologie en in het bijzonder op haar expertise in de toepassing van de nieuwste materialen. Het bedrijf biedt een scala aan producten zoals compacte laser scanners en ontwerpsoftware. De oplossingen van etkon staan bekend als kosteneffectief, gemakkelijk in het gebruik en bijzonder nauwkeurig. Tandtechnici kunnen met deze producten zowel conventionele als implantaatgedragen werkstukken met de computer ontwerpen. De ontwerpdata worden vervolgens doorgestuurd naar de productiecentra. Bij de productie heeft men een reeks van biocompatibele, duurzame en esthetische materialen ter beschikking: o.a. titanium, chroom kobalt, hoogwaardig keramiek zoals zerion® (zirkoniumoxide). Voor meer informatie over CADCAM-technologie bij Straumann: telefoon 030 – 600 8900, Saskia Bierman.
15
NVvP 58 december september2007 2007 NVvP Nieuwsbrief Nieuwsbrief nr. nr.59
Sponsors 2007 van de NVvP Sponsors:
Platina:
DENT-MED MATERIALS (Geistlich Biomaterials: PERIO-System; Bio-Gide® PERIO en Bio-Oss® COLLAGEN) COLGATE PALMOLIVE
Goud:
GABA DENTAL (Elmex®, Meridol®)
Zilver:
BIOCOMP DENTAL (BioComp® en IsoTis OrthoBiologicstm en med3D Implantology)
Brons:
LABORAL DIAGNOSTICS® (microbiologische en genetische diagnostiek bij parodontitis, cariës- en legionella-onderzoek) STRAUMANN B.V. (Emdogain®)
Sponsor plus:
Sponsor +
CARLA VOS Advies & Organisatie