Nieuws Nummer 99, juni 2010
AANGESLOTEN BIJ
Woord van de voorzitter Op het moment dat ik dit schrijf hebben we de net de sessie bij Witteveen+Bos in Deventer achter de rug. Zoals ik vorige keer al aankondigde gaan we met Stumico twee keer per jaar op bezoek bij een aan de bouw gerelateerd bedrijf. Dat kan een ingenieursbureau, aannemer, architectenbureau zijn. De bedoeling hiervan is dat we ook leden die niet in het midden van het land wonen de gelegenheid geven om een Stumico bijeenkomst te bezoeken, maar wij vragen het ontvangende bedrijf ook om ons een kijkje in de ICT keuken te geven. Hierbij gaat het niet om de ICT techniek maar om de toepassing van ICT bij het dagelijks werk. Aan de laatste doelstelling heeft Witteveen+Bos ruimschoots voldaan. In twee uitstekende presentaties werd de visie rondom BIM aan de aanwezigen uitgelegd. Juist deze twee presentaties leverden een goede discussie op. Als deze avond de maatstaf wordt voor de bijeenkomsten die wij op locatie houden dan staat ons nog veel goeds te wachten. Ook vanuit hier willen wij Witteveen+Bos heel hartelijk bedanken voor hun gastvrijheid.
vanuit diverse bronnen die elkaar alleen maar versterken. Volgens mij is dit nog maar het begin. Prachtig!! Nog een ontwikkeling waar we zeker mee te maken krijgen is VSS - Visualisatie, Simulatie, Serious Gaming. Een avond die wij over dit onder hadden georganiseerd moesten we wegens te weinig belangstelling afblazen maar als je een beetje rondom je heen kijkt dan is het verwonderlijk wat er allemaal al is en wat er al wordt toegepast. Ikzelf kwam er mee in aanraking bij een wegontwerp waarbij de verkeersstromen gevisualiseerd werden, via simulatie ongevallen werden veroorzaakt en de gevolgen in beeld werden gebracht. Denk hierbij ook aan ontruimingsplannen voor gebouwen waarbij je met serious gaming allerlei noodsituaties kunt simuleren maar ook interactief aan de ontruiming kan deelnemen. Dan zijn we ook nog bezig met de al eerder aangekondigde proef om de presentaties op video op te nemen en via de Stumico site beschikbaar te stellen. Het is altijd de vraag of zoiets aanslaat. Als ik nu naar de bezoekers aantallen kijk dan is de pagina met daarop de presentaties van de eerste avond 285 bekeken en die van de avond bij Witteveen+Bos al 75 keer, en dat is een dag na publicatie. Het lijkt erop dat we in een behoefte voorzien.
Ik weet niet hoe het u vergaat maar ik heb het idee dat nieuwe ontwikkelingen steeds sneller na elkaar komen. Aan de andere kant zijn die ontwikkelingen niet zo nieuw alleen lijkt alles nu (eindelijk) bij elkaar te komen. Als voorbeeld wil ik hierbij GIS noemen. In mijn dagelijks werk heb ik ook met GIS applicaties te maken maar dat stond totaal los van de aan de bouw gerelateerde afdelingen. Nu zie je met een enorme snelheid GIS en BIM bij elkaar komen. In deze nieuwsbrief kunt u hetzelfde lezen bij de ontwikkelingen rondom de A2. Is dat nu zo nieuw BIM en GIS bij elkaar? Natuurlijk niet! Beiden bestaan al heel lang maar nu pas wordt duidelijk dat BIM en GIS heel complementair aan elkaar zijn. Ik vind dit tijdperk dan ook niet het tijdperk van BIM of van GIS of noem maar op, het is een tijdperk van het ontsluiten van data
Kortom er zijn afgelopen maanden weer heel veel leuke en nieuwe ontwikkelingen op mijn pad gekomen en zoals ik u al eerder vertelde komen die nu ook via Twitter op mijn pad. Ik vind Twitter een heel goed medium om elkaar via een kort bericht te wijzen op nieuwe ontwikkelingen. Ik vind dit zo nuttig dat ik overweeg om als Stumico u ook via Twitter op de hoogte te houden van nieuwe bouw gerelateerde ICT ontwikkelingen. Niet alleen uw voorzitter maar het hele bestuur bruist van de ideeen maar voordat we dat allemaal gaan uitvoeren komt eerst de vakantietijd. Namens het bestuur wens ik u allen een hele fijne vakantie toe. Ruud van Tongeren - Voorzitter Twitter: @RuudVanTongeren
In dit nummer Woord van de voorzitter
1
Open Source BIMserver
2
Eurocode
5
Slim omgaan met bouwinfo
6
Activiteiten kalender
6
Onderzoek BIM bij defensie
7
Stumico: Still Going Strong
10
ALV 2010
11
Column Peter Gloudemans
11
Donateurs van Stumico
Open Source BIMserver Omdat het samenwerken in een BIM steeds meer de bedrijfsgrenzen overstijgt maar ook binnen een bedrijf zelf tussen de verschillende disciplines actueel is wordt de vraag steeds vaker gesteld hoe je dat kunt bereiken. Werkt iedereen met hetzelfde programma dan lukt dat nog wel maar het liefst werken de disciplines met hun eigen vakgerichte applicatie en dan wordt het een stuk moeilijker. Tijdens de BIMcaseweek werd de Open Source BIMserver ingezet om alle modellen samen te brengen. Dit is aanleiding om aan Léon van Berlo van TNO te vragen de meest gestelde vragen te beantwoorden Wat is de/een BIMserver? De BIMserver is geen hardware computer die ergens staat waar je gebruik van kan maken. De open source BIMserver is software. Deze software kan je gratis downloaden en installeren op een willekeurige computer. Na installatie is die computer (laptop, PC, rackserver) dan een BIMserver. ‘De’ BIMserver bestaat dus eigenlijk niet. Wel ‘de’ software waarmee je ‘een’ BIMserver kan maken.
welk gedeelte van het model aan het werken is. Als iemand anders ondertussen een wijziging upload naar de server gaan automatisch de alarmbellen rinkelen. Dit ondersteunt een concurrent engineering proces. Is dat alles? Ook een populaire feature is clashdetectie op de (samengevoegde) IFC data en de
Ok, maar wat is die software dan? Met de software beschik je over een server die met IFC data kan omgaan. Je kan IFC data, meestal in de vorm van IFC bestanden, uploaden naar de server. De software analyseert de data in de bestanden en zet deze data in een onderliggende database. De kern van de BIMserver software ‘snapt’ de IFC structuur en daardoor ontstaat een softwaretool die gebruikers kan ondersteunen bij het werken met BIM modellen in IFC. Waarom IFC? IFC is op dit moment de meest gebruikte en meest volwassen open standaard voor BIM modellen. Er zijn andere gesloten standaarden die wellicht meer gebruikt worden, maar deze worden niet ondersteund om afhankelijkheid van commerciele softwareverkopers te minimaliseren. Naast IFC kent de BIMserver software ook andere open standaarden voor BIM, maar daarover later meer. Wat kan die software / mijn BIMserver dan? Er zijn veel mogelijkheden met de BIMserver software. Het is afhankelijk van de gebruiker welke het meest aanspreken. Om een paar voorbeelden te noemen…..De BIMserver heeft de mogelijkheid om een project in te richten met subprojecten. Elke discipline of onderdeel van het gebouw heeft dan een eigen project met eigen gebruikers en rechtenbeheer. Maar omdat de BIMserver snapt hoe IFC data in elkaar zit worden alle onderliggende subprojecten altijd netjes samengevoegd in de hoger gelegen projecten. Het samenvoegen van IFC data van verschillende disciplines gebeurt direct na elke wijziging. Na wijzigingen kan de software verschillen opsporen in IFC data; heeft revisiebeheer; en versiemanagement. De ‘checkout’ functie houdt bij wie er in
mogelijkheid om je te ‘abonneren’ op wijzigingen van (een deel van) het model. Andere gebruikers hechten juist weer veel waarde aan de automatische up-to-date KML link. Hiermee kunnen klanten de voortgang van het project volgens in Google Earth. Ook de exports naar CityGML, ifcXML, Collada (voor Sketchup) zijn geliefd. De O3D/WebGL functie maakt het mogelijk om BIM modellen in je webbrowser te bekijken zonder speciale IFC software op je PC geïnstalleerd te hebben. Meer technische gebruikers zweren bij de Query en filter mogelijkheden van de IFC data. Eenvoudig voorgeprogrammeerde queries zoals ‘geef me alleen de 2e verdieping’ of ‘geef me alleen alle ramen’ worden veelgebruikt. Maar ook meer complexe queries als ‘geef me alle deuren op de 3e verdieping die breder zijn dan 900mm’ zijn zelf te programmeren met de advanced query-functie. De nerds onder ons vinden de verschillende interfaces (webuser interface, REST interface en SOAP) en het werken met een EMF framework geweldig.
Wat betekent die open source licentie? De BIMserver software is gepubliceerd onder de zogenaamde GNU GPL versie 3 licentie. Dit betekent (kort door de bocht) dat je volledige vrijheid hebt om te doen met de software wat je zelf wil, onder de voorwaarde dat deze vrijheid op de software blijft bestaan. In de praktijk betekent dit dat softwareleveranciers de broncode niet in hun eigen gesloten software mogen gebruiken. Die moet dan ook open source zijn of worden. De broncode van de BIMserver blijft dus overal en altijd open source. Overigens maakt de BIMserver software ook gebruik van externe bibliotheken zoals de IFC Engine DLL. Deze is niet open source maar wel gratis beschikbaar in combinatie met de BIMserver software. Zie ook de uitleg over de systeemarchitectuur. Van wie is de BIMserver? Er wordt vaak gesproken over ‘de BIMserver van TNO’. Dit is niet correct. Bij elk open source project is en blijft de leverancier van de broncode (de programmeur, of zijn baas) eigenaar van zijn eigen code. De BIMserver software bevat grote stukken code van TNO, maar ook van de TU Eindhoven, van Oracle en van kleinere programmeurs die bugs hebben opgelost. Iedereen die code aanlevert blijft eigenaar van zijn/haar eigen code. De broncode die de kern vormt van de BIMserver is geprogrammeerd door Jakob Beetz en eigendom van de TU Eindhoven. De onderliggende database die gebruikt wordt is een BerkeleyDB welke eigendom is van Oracle. Het overgrote deel van de broncode van de BIMserver is door TNO geprogrammeerd. De BIMserver werkt niet zonder de broncode van TNO, maar ook niet zonder die van de TU Eindhoven. De vraag van wie de BIMserver is valt dus niet zomaar te beantwoorden. Het formele antwoord luidt: van iedereen die er een
bijdrage aan heeft geleverd. Is de BIMserver.org software gratis?
extensie), Collada (Sketchup), KMZ (Google Earth) en O3D/WebGL (webbrowser). Daarmee voldoet de BIMserver aan alle
BIMserver. Daarmee hoeft het IFC model dus niet meer in een COINS Container te worden verstuurd, maar wordt gebruik gemaakt van de REST interface van de BIMserver. Met de ‘advanced query’ functie van de BIMserver kunnen CBIM modellen worden verkregen uit een BIMserver model. Het CBIS systeem wat uitgedacht is door COINS kan dus integraal samenwerken met de BIMserver. De BIMserver zelf is echter (nog) geen CBIS systeem. Omdat de BIMserver software open source is kan deze wel dienen als basis voor een CBIS systeem. Op dit moment zijn er echter geen recources om dit te verwezenlijken. Is er een link met VISI? Nee. Om VISI te implementeren in software moeten licentiegelden betaald worden. Dit druist in tegen de uitgangspunten van de open source BIMserver.
Ja. Zolang een gebruiker zich aan de voorwaarden van de open source licentie houdt (bijv. dat je de broncode niet mag inbouwen in gesloten software) zijn de broncode en gecompileerde code (software) is echt gratis. Ook de bijgeleverde componenten waar de BIMserver gebruik van maakt zijn gratis bij gebruik in de BIMserver. Hoe (en waarom) is dit project ooit begonnen? Er bleek een enorme behoefte bij bedrijven in de bouw voor gebruik van BIM modelservers. De toenmalige (bim)servers voldeden echter niet aan de eisen en wensen van de bouwsector. TNO heeft besloten om een intern kennisopbouw project te starten naar de meest geschikte technologie voor bimservers. De hierbij ontwikkelde software kan gezien worden als ‘bijproduct’ van de opgebouwde kennis. Dit ‘bijproduct’ is open source beschikbaar gesteld in de hoop de innovatie in de sector te versnellen. Wie betaalt de (door)ontwikkeling van de BIMserver? Op dit moment is er geen structurele financiering. Ontwikkelingen gaan ad-hoc en in de marge van andere projecten. Er is daarom ook geen roadmap of planning. Om echt grote vooruitgang te kunnen maken is structurele financiering nodig. Voldoet de BIMserver.org software aan alle standaarden? De BIMserver software conformeert volledig aan IFC en IFC gerelateerde standaarden. Hieronder verstaan we ook de Nederlandse uitbreidingen en standaarden en de IFC data die met IFD is opgebouwd. Daarnaast is er een export naar ifcXML, CityGML (mét de officiële GeoBIM/IFC
meest volwassen open standaarden die voor BIM toepassingen worden gebruikt. Waarom heeft de BIMserver software geen IFC certificering? De certificeringprocedure van IFC is vooral gericht op het correct interpreteren en creëren van de geometrie. Andere BIM software moet een interpretatie maken van de IFC geometrie naar hun eigen interne structuur. Er moet gecontroleerd worden of dit correct gebeurd. De BIMserver slaat alle data op als IFC zonder interpretatie of omvorming naar een andere, eigen, interne structuur. De huidige certificeringprocedure is daarom niet geschikt voor de bimserver. De input en output van de BIMserver is wel 100% valide IFC. Het ontwikkelteam is hier trots op en gemotiveerd om dit zo te houden. De gebruikersgroep (waaronder belangrijke IFC beheerders) houdt dit scherp in de gaten. Dit geldt overigens ook voor de output naar de andere standaarden zoals ifcXML, CityGML, enz… Kan hij ook IFD aan? Ja en nee. Wat veel mensen niet weten: BIM modellen die zijn opgebouwd met behulp van een IFD library (of compatible) zijn gewoon ‘propertysets’ in IFC modellen. De BIMserver kan deze modellen dus probleemloos verwerken. De BIMserver is zelf geen IFD library en heeft dus geen kennis van deze metadata. Is er een link met COINS? Ja en Nee. Als COINS Containers IFC bestanden bevatten kunnen deze in de BIMserver worden ingelezen. Ook kan vanuit een CBIM model ‘gelinkt’ worden naar de URL van een specifiek IFC object in de
Kunnen partners en opdrachtgevers op mijn BIMserver? JA! Of Nee (wat jij wil). Als u partners en/ of opdrachtgevers toegang wil geven tot uw BIMserver, hoeft u alleen maar een nieuwe gebruiker aan te maken (en die gebruiker rechten te geven op een project). Daarna heeft de gebruiker genoeg aan een webbrowser (Internet Explorer, Safari, Firefox, Chrome, enz..) om modellen te uploaden, downloaden, querien, bekijken, enz…. Door slim rechtenbeheer kunnen gebruikers alleen hun eigen data aanpassen en alleen de data van anderen alleen downloaden/bekijken/enz.. uit hetzelfde project. Wie kan ik bellen als er iets mis gaat of als ik iets niet snap? Dit is redelijk standaard vraag bij elk open source project. Ook het antwoord is daarom hetzelfde als bij de meeste open source projecten. Je kan een e-mail sturen naar de mailinglijst. Hierop zitten veel gebruikers en ontwikkelaars die elkaar helpen. Meestal heb je dezelfde dag nog een antwoord op je vraag (probeer dat maar eens bij gesloten software leveranciers). Er zijn ook steeds meer bedrijven (en bedrijfjes) die services aanbieden rond de software. Ze bieden bijvoorbeeld hosting aan van een BIMserver, inclusief backups, updates, enz… Dit alles met de zekerheid van een snelle verbinding, genoeg geheugen en vaak zelfs met de garantie voor het oplossen van bugs. Dit soort bedrijven kun je inhuren en dus ook bellen als er iets is. Je bent hierbij niet gebonden aan één softwareleverancier maar kan kiezen voor de partij die het beste bij jou past. Werkt het ook op een Apple? De BIMserver software is geschreven in
JAVA en is platform onafhankelijk. Dit betekent dat de BIMserver software op alle systemen geïnstalleerd kan worden waar java op draait (in de praktijk dus: alle systemen). Voor gemiddelde eindgebruikers is dit echter wat minder interessant. Dit willen verbinding maken met een BIMserver via een webbrowser. De ingebouwde webuserinterface (dat gene wat je ziet als je inlogt op de BIMserver via een webbrowser) is volledig volgens de W3C standaarden. Daardoor kunnen alle reguliere webbrowsers er mee werken. Om de vraag te beantwoorden: Ja, het werkt op Windows, Apple, Unix, Linux, enz… en de webuserinterface is getest op Internet Explorer, Safari, Firefox, Chrome, K-Meleon, enz… Omdat de BIMserver ook gebruik maakt van de IFC Engine DLL kan het voorkomen dat op sommige systemen een paar exportfuncties niet werken. Deze systemen hebben we echter nog niet gevonden. De IFC Engine DLL functies zijn getest en werken op Windows, Linux, Unix en Apple. Beiden op zowel 32 als 64 bits. Hoe zit de systeemarchitectuur in elkaar (voor de nerds)? Heel slim. Door gebruik te maken van een ‘Model driven architecture’ aanpak. De software leest het IFC schema (.exp file) in. Daaruit worden alle objectklassen en eigenschappen van IFC gelezen. De structuur hiervan wordt in een EMF (e-core) model gezet. Dit EMF model is de kern van de BIMserver software. Hiermee worden Java objecten en de SOAP interface gegenereerd. Door deze aanpak heeft de BIMserver broncode zogenaamde ‘application logic’ waar elke programmeur blij van wordt. Deze application logic wordt ook gebruikt om een database aan te maken. Omdat IFC een netwerkstructuur heeft, is gekozen voor een key-value-store database. Hiervoor is de BerkeleyDB database (van Oracle) gebruikt. Deze is zeer snel met transacties en dat is precies wat de BIMserver nodig heeft. Tussen het EMF model en de Berkeley database zitten nog wat generieke interfaces waardoor het mogelijk is om ook andere databases te gebruiken als opslagmedium. Aan de bovenkant van het EMF model worden verschillende internet-interfaces gegenereerd. De SOAP interface, maar ook de webuserinterface en een REST(-achtige) interface. Aan de zijkant van het EMF model is de IFC Engine DLL gehangen. Deze is niet open source en wordt gebruikt voor interpretatie van de geometrie. Communicatie tussen de IFC Engine DLL en het EMF model gebeurt streaming en is dus lekker snel.
Wie zijn er allemaal mee bezig? Een paar honderd gebruikers (mei 2010) over de hele wereld die de software, om wat voor reden dan ook, gebruiken. Verder heel veel ‘kortstondige’ gebruikers die het even uitproberen. In Australië, Canada en Zweden zijn onderzoeksinstellingen met de broncode aan het spelen. Uiteraard zijn de TU Eindhoven en TNO erg actief. Verder zijn diverse softwareleveranciers erg geïnteresseerd in het aanhaken van hun eigen software op de (SOAP) BIMserver interface. Concrete stappen zijn hier echter nog niet gezet. In Nederland blijven de gebruikers wat achter. Mondjesmaat gaan de eerste gebruikers aan de slag. Nederland is wel het land waar het meeste over dit initiatief wordt gepraat. Wat is de verhouding tussen de open source BIMserver en andere bimservers zoals die van ArchiCAD? Beide softwarepakketten hebben een andere achtergrond en doelstelling. Zijn zijn prima in combinatie met elkaar te gebruiken. Hierover binnenkort meer in een apart statement. Waarom zou ik niet gewoon NavisWorks gebruiken? Navisworks en de BIMserver hebben een aantal features die gedeeld worden. De achtergrond en doelstelling van beide softwaretools is echter heel verschillend. Het mooie is dat Navisworks in combinatie met de BIMserver veel extra’s geeft voor uw project. Navisworks is primair een softwarepakket voor model-analyse. De BIMserver is vooral voor model-beheer. Denk hierbij aan samenvoegen van submodellen, maar vooral ook gebruikersbeheer, revisiemanagement, versiebeheer, waarschuwingen bij gelijktijdige wijzigingen (concurrent engineering bij gebruik van verschillende applicaties), alternatieven analyses, live link naar Google Earth, query mogelijkheden, enz… De doelstelling van Navisworks is dus heel anders dan die van de open source BIMserver. Navisworks wordt steeds vaker gebruikt als ‘een’ softwarepakket wat data haalt uit de BIMserver om analyses mee te doen.
Wat is CityGML en hoe zit dat met de extensie voor GeoBIM? CityGML is een relatief jonge open standaard om steden te modelleren. Deze standaard komt uit de Geografische (GIS) wereld. De GISwereld is bekend met en van de 2D kaarten, maar begint nu ook de 3D objecten te vinden. In CityGML zijn afspraken vastgelegd hoe wegen, gebouwen, water, vegetatie, groen, enz…worden beschreven. Omdat dit gebeurd voor complete steden is het detailniveau van een gebouw in CityGML zeer beperkt (lang niet zo gedetailleerd als in IFC). CityGML bezit echter de mogelijkheid om uitbreidingsets te definiëren. Op die manier kan specifieke informatie worden toegevoegd aan een CityGML model (voor de nerds: vergelijkbaar met Psets in IFC). De open source BIMserver is initiatiefnemer van de GeoBIM extensie. Deze CityGML extensie voor GeoBIM informatie maakt het mogelijk om IFC data toe te voegen aan de gebouwen in CityGML. De BIMserver software heeft een export naar CityGML en voegt daarbij de IFC informatie toe volgens deze officiële GeoBIM extensie. Léon van Berlo - TNO
http://www.bimserver.org
Experience
Revit Architecture
now
Architectural software that works the way you do. Revit® Architecture 2008 works the way you think, letting you create naturally and design freely. Mirroring the real world, it treats information in terms of the entire building, rather than separate floors, sections or elevations. And because it’s purpose-built for
building information modelling (BIM), any changes you make, anywhere, are automatically updated throughout your project. The result: your design and documentation stay co-ordinated, consistent and complete.
Customisable reseller call to action here. Customisable reseller call to action here. Reseller Company Name Address, Address Address, Postcode www.reseller.co.uk Tel: 123.456.7890 Fax: 123.456.7890
Supplier logo here
Autodesk and Revit are registered trademarks of Autodesk, Inc., in the USA and/or other countries. All other brand names, product names, or trademarks belong to their respective holders. Autodesk reserves the right to alter product offerings and specifications at any time without notice, and is not responsible for typographical or graphical errors that may appear in this document. © 2007 Autodesk, Inc. All rights reserved.
De Eurocode Ze werden reeds lange tijd aangekondigd, maar nu kunnen we er niet meer omheen: de Eurocodes zijn in het land. De officiële datum van ingang was voorzien op 1 april 2010. Echter, hier en daar zijn nog uitzonderingen en zal de implementatie naar een latere datum verschoven worden. Zo zullen de bruggenbouwers in Nederland nog even geduld moeten uitoefenen voor de komst van de Nationale Annexen horende bij alle delen 2 van de Eurocodes. De Eurocodes zijn geldig voor alle bouwkundig ingenieurs, architecten, aannemers, … kortom, voor iedereen die iets met de bouw te maken heeft of zal hebben. Momenteel kennen deze normen vooral in Europa hun succes, maar ook daarbuiten worden ze uitvoerig onder de loep genomen. Zo heeft bijvoorbeeld Singapore reeds een lokale versie van de Eurocode met Nationale Annex op de markt gebracht:
instituten. Zij werden meermaals gecontacFilm over de Eurocode oplossingen in Scia Engineer Verder worden er technische documenten, lijsten met ondersteunde Eurocode en NA artikels, benchmarks en toepassingsvoorbeelden ter beschikking gesteld. Andere – meer algemene - artikelen, zoals bijvoorbeeld Eurocode 2 in de software praktijk, kunnen teruggevonden worden onder de sectie ‘Publications & learning’.
Nationale Annex bij de Eurocode in Signapore Omwille van dit grootschalig gebruik wordt er ook veel belang gehecht aan het verstrekken van informatie hieromtrent. Zo spoort de Europese Commissie aan (cfr. Commision
Bovendien krijgt men ook een overzicht van een aantal links gerelateerd aan Nemetschek Scia en de laatste evenementen en nieuwtjes aangaande de Eurocodes.
teerd om deze pagina up-to-date te houden en de teksten werden eveneens officieel door hen bevestigd voor publicatie.
Recommendation of 11 December 2003) trainingen te voorzien inzake het gebruik van de Eurocodes en voldoende materiaal hierover te publiceren. Deze boodschap kwam ook ter ore bij Nemetschek Scia. Dit resulteerde in het lanceren van de nieuwe Eurocode website, speciaal ontworpen voor huidige en toekomstige gebruikers van CAE-toepassingen die door Scia verdeeld worden. Deze speciale website is beschikbaar in het Engels, en andere talen volgen in de komende maanden. Eurocode website Een eerste sectie ‘About the Eurocodes’ beschrijft een aantal algemene principes van de Eurocodes, nl. de structuur, de 10 onderdelen, wat zijn de implementatiestappen en nog veel meer. Bovendien is er een hele pagina gewijd aan de huidige situatie in een groot aantal Europese landen, hetgeen gecreëerd werd in samenwerking met de lokale Normalisatie-
Een tweede onderdeel van de Eurocode website behandelt de Eurocodes in Scia Engineer, onze 2D/3D sterkteberekeningssoftware. De pagina Eurocodes begint met een onderhoudende film waarin de Eurocode oplossingen in Scia Engineer bondig worden samengevat.
Latest news & events Bent u benieuwd naar deze website en wilt u meer over de Eurocodes en hun oplossing in bezoek dan vlug deze gloednieuwe website: www.eurocodes-online.com.
Slim omgaan met bouwinformatie? Gebruik GIS De recessie, faalkosten, nieuwe contractvorming (UAV- gc): iedereen die actief is in de wereld van bouw & infra heeft er mee te maken. Wie slim is kiest voor het eenduidig onderbrengen van alle bouwinformatie middels een geografische component in één GIS-systeem. Want dat maakt data in no-time vindbaar, uitwisselbaar én in een oogopslag herkenbaar vanwege de ruimtelijke weergave. Avenue2, een consortium van Ballast Nedam en Strukton, bespaart momenteel tijd en kosten met het GIS-platform ArcGIS bij het project A2 Maastricht.
Herkenbaar beeldmateriaal GIS koppelt data uit verschillende bronnen Herkenbaar beeldmateriaal GIS koppelt data uit verschillende bronnen en formaten op basis van een geografische component (X- en Y-coördinaten). Dat levert aansprekend en herkenbaar geografisch beeldmateriaal op in de vorm van kaarten. Deze werken ondersteunend bij visievorming, maar ze bevatten ook alle informatie die bij een project hoort. Van bestemmingsplannen en begroting tot aan bouwplaatslogistiek. Ook analyses, modellen en visualisaties van de bouwinformatie zijn mogelijk. Op deze manier ontstaat een compleet beeld van een project, van initiatief/haalbaarheid tot aan ontwerp en nazorg/beheer/exploitatie/gebruik. GIS staat voor Geografisch Informatie Systeem, hierin wordt gebruik gemaakt van de geografische component van data. Ballast Nedam, een van de consortiumpartners binnen Avenue2, maakt hier slim gebruik van om informatie te structureren en te bundelen en om te komen tot een eenduidig beeld voor álle betrokkenen. Dat deze aanpak effectief is blijkt bij het project A2 Maastricht, dat onder meer bestaat uit de aanleg van een gestapelde tunnel. A2 Maastricht Egbert Broerse is stedenbouwkundige
en adviseur GIS bij Ballast Nedam, een van de grootste bouwconcerns van Nederland. Hij vertelt over de werkwijze van Avenue2, de marktpartij die de ondertunneling van de A2 bij Maastricht gaat uitvoeren. “Al vanaf het begin is integraal samengewerkt tussen alle betrokken specialisten. We wilden dat er één beeld ontstond, zowel voor de specialisten, de beslissers, de opdrachtgever als de omgeving. Systems Engineering, CAD-data, Document Control en het BouwInformatieModel (BIM) zijn hiertoe gekoppeld. En we maakten gebruik van ArcGIS. Deze software maakte het mogelijk om data van verschillende bronnen en betrokken partijen te combineren. En dat levert veel voordelen op. Het ‘ergens zoeken op de server’ is verleden tijd en data zijn veel sneller onderling uitwisselbaar. Onderlinge samenwerking gaat vlotter want voor iedereen is inzichtelijk wie met welk onderdeel bezig is en of de data ‘kloppen’. Want ook controle en analyse zoals clash detection zijn mogelijk met ArcGIS. Bovendien is de software erg gebruiksvriendelijk waardoor ook niet-CAD en GISspecialisten ruimtelijke informatie kunnen ontsluiten. Zij zijn daarvoor niet meer afhankelijk van experts. Wij zijn erg ingenomen met het feit dat GIS tijd bespaart en faalkosten reduceert. Met name bij een omvangrijk en complex project als de A2 Maastricht is dit essentieel.” GIS-explosie Voor Broerse is duidelijk dat GIS binnen de sector bouw en infra de toekomst is. “Ballast Nedam gaat GIS toepassen in opeenvolgende procesfases: van objectgericht tekenen naar het opbouwen van database expertise en het toe werken naar centrale gezamenlijke (geo)databases en geïntegreerde datamodellen (en standaarden). Zo hopen we een ware GIS-explosie te ontketenen. Natuurlijk vraagt het om een investering. Maar het levert ook een positief Return On Investment op.”
Activiteiten 22 april 2010 Evaluatie BimCaseweek Ballast Nedam Nieuwegein 20 mei 2010 ICT in de E-bouw Witteveen+Bos Deventer 20 mei 2010 Algemene Leden Vergadering Witteveen+Bos Deventer 23 september 2010 Avond voor en door onze sponsoren Ballat Nedam Nieuwegein 21 oktober 2010 ICT in de E-Bouw Heijmans - Rosmalen 1 december 2010 Gezamenlijke avond met Stufib Ballast Nedam Nieuwegein Alle bijeenkomsten starten om 16:30 uur en vanaf 16:00 uur wordt u met koffie ontvangen
IBIS4BIM slaat een brug tussen 2D & 3D CAD-modellen en bouwkostenramingen
www.ibis4bim.nl
Onderzoek naar de invoering van BIM bij de Dienst Vastgoed Defensie (I) Edwin Dado, Faculteit Militaire Wetenschappen, De Dienst Vastgoed Defensie (DVD) is het onderdeel van de defensieorganisatie die verantwoordelijk is voor het beheer van militaire gebouwen, werken en terreinen in Nederland. Ook levert de DVD expertise voor het expeditionair optreden (wereldwijde vredesoperaties) van de krijgsmacht Daarnaast geeft de DVD advies aan alle defensieonderdelen over vastgoedbeleid, nieuwbouw en het exploiteren van bestaand vastgoed. Het ontwerp en uitvoeringsproces van nieuwbouwprojecten staat onder toezicht van de Afdeling Ingenieursdiensten. De DVD (vertegenwoordigd in de Bouw Informatie Raad) en in het bijzonder de Afdeling Ingenieursdiensten is erg geïnteresseerd in Bouw Informatie Modellering (BIM) als een instrument om (1) de bestaande processen in termen van efficiëntie en effectiviteit te verbeteren en (2) de faalkosten van nieuwbouwprojecten te verlagen. Op dit moment is er echter onvoldoende kennis aanwezig binnen de DVD om de mogelijkheden van BIM optimaal te benutten. In samenwerking met de Faculteit Militaire Wetenschappen (FMW) van de Nederlandse Defensie Academie (NLDA) wordt momenteel getracht – voornamelijk middels Bachelor afstudeerprojecten - om deze kennislacune weg te werken. Dit artikel geeft een overzicht van de belangrijkste bevindingen uit een recentelijk afgerond Bachelor afstudeeronderzoek waarbij onderzocht is wat de consequenties zijn van de invoering van BIM voor de bestaande ontwerpprocessen. BIM Een eenvoudige zoekopdracht ‘Bouw +BIM’ levert al snel een paar duizend resultaten op. Wat opvalt, is dat iedereen zo zijn eigen definitie van BIM hanteert. Veel gebruikte termen in deze context zijn ‘Virtueel Bouwen’ en ‘Nieuwe Manier van Werken’. De term ‘Virtueel Bouwen’ refereert naar BIM als een technisch middel waarbij een bouwkundig of civieltechnisch object in 3D digitaal gemodelleerd worden in een computer. In een BIM bevatten 3D objecten – naast de geometrische eigenschappen – ook informatie over andere (functionele) eigenschappen en relaties met andere 3D objecten. Het idee is dat indien we alle informatie van een bouwkundig of civieltechnisch object in één centrale database opslaan en aan alle disciplines beschikbaar stellen het mogelijk wordt om de belangrijkste nadelen van het huidige traditionele ontwerpproces te overwinnen (maw de inefficiëntie van de huidige ontwerp- en uitvoe-
ringsprocessen en de hoge faalkosten). De term ‘Nieuwe Manier van Werken’ refereert naar de consequenties die de invoering van BIM heeft voor de wijze waarop betrokken werknemers tekenen, ontwerpen en construeren: tekenen wordt modelleren en ontwerpen en construeren wordt ‘integraal ontwerpen’. Procesmodelleren en IDEF0 Zoals eerder al is aangehaald is het doel van het onderhavige onderzoek te onderzoeken wat de consequenties zijn van de invoering van BIM voor de bestaande ontwerpprocessen binnen de Afdeling Ingenieursdiensten van de DVD. Hiertoe wordt (1) een analyse en modellering gemaakt van huidige (AS-IS) ontwerpprocessen op basis van beschikbare documenten en interviews en (2) een analyse en modellering van de gewenste toekomstige (TO-BE) op basis van (wetenschappelijke) literatuur en opnieuw interviews met betrokken DVD medewerkers en/of BIM specialisten. Het verschil tussen beide procesmodellen weerspiegelt in feite de consequenties die de invoering van BIM heeft voor de huidige ontwerpprocessen en legt de basis voor het ontwikkelen van veranderingsplannen die de overgang van AS-IS naar TO-BE moeten begeleiden. Voor het modelleren van de AS-IS en TO-BE procesmodellen is gebruik gemaakt van IDEF0 (Integration D e f i n i t i o n for Function Modeling). In IDEF0 is een procesmodel een collectie van boxen en pijlen. Een box is een omlijnde rechthoek, waarin een werkwoord en een boxnummer staan weergegeven. Een box representeert een Activity (activiteit), die Input modificeert om Output te produceren. De zijkanten van elke box worden gebruikt voor het aangeven van
verschillende functionele karakteristieken (Figuur 1, links), ook wel bekent als ICOM (Input, Control, Output and Mechanism). Elk activiteit mag, mits gewenst en mogelijk, worden onderverdeeld in een nieuwe set (diagram) van onderling gerelateerde boxen. Hierdoor een ontstaat een hiërarchie van diagrammen die de compositie en decompositie relaties in het procesmodel uitdrukken (Figuur 1, rechts). Figuur 1. (links) Input (I), deze pijl representeert de benodigde middelen voor de activiteit. Output (O) representeert de middelen geproduceerd door de activiteit, Control (C) representeert de beperkingen van de activiteit en Mechanism representeert de mensen of (IT) tools die benodigd zijn om de activiteit te voltooien. (rechts) Hiërarchie van diagrammen. Het AS-IS model Alvorens een analyse van de huidige situatie te maken is gekozen om een procesmodel te maken van het theoretische ontwerpproces zoals dat beschreven is in deel 10
uit de Jellema reeks. Jellema gaat uit van een opdeling van het ontwerpproces in de volgende fasen: (1) structuur ontwerp, (2) voorlopig ontwerp en (3) definitief ontwerp. In IDEF0 termen leveren de initiatief, haalbaarheid en project definitie fasen Input (in de vorm van een PvE) aan voor de ontwerpfase en levert de ontwerpfase zelf Input aan voor de besteksfase (Figuur 2). Box A1, A2 en A3 in Figuur 2 zijn containerbegrippen voor onderliggende deelprocessen waarin de fasering van Jellema duidelijker zichtbaar is. Het gehele procesmodel kent 4 diagramlagen waarbij het model in Figuur 2 de eerste decompositie van de processen op het hoogste diagramniveau (A0) representeert. Figuur 2. Fasering van het bouwproces volgens Jellema. De box A1 ‘Stel PvE’ representeert de activiteiten behorende bij de fasen initiatief, haalbaarheid en project definitie. De Output van deze activiteit zijn de PvE beperkingen en criteria. PvE criteria zijn belangrijke controls voor beide andere activiteiten. PvE beperkingen is de Input voor box A2 ‘Maak ontwerpen’ dat de activiteiten behorende bij de fasen structuur ontwerp, voorlopig ontwerp en definitief ontwerp representeert. De Output van deze activiteiten zijn de ontwerp criteria en beperkingen, die respectievelijk gemodelleerd zijn als Control en Input voor de box A3 ‘Maak bestek en tekeningen’. Ontwerpers (M1) zijn Mechanismen voor box A2 en A3. Door middel van interviews en de bestudering van de beschikbare documenten is een analyse gemaakt van de huidige ontwerpprocessen binnen de DVD en vergeleken met het ontwerpproces volgens Jellema. De volgende verschillen zijn gesignaleerd: • De fasering bij de DVD is op hoofdlijnen gelijk aan de fasering volgens Jellema. Echter vanaf het tweede decompositieniveau beginnen de deelprocessen sterk af te wijken. • De fasering bij de DVD is deels gebaseerd op outputdocumenten. De fasering naar aanleiding van deze documenten is als volgt: project plan, definitief ontwerp en bestek en tekeningen. • De fasen haalbaarheid, project definitie en structuurontwerp hebben geen afzonderlijke outputdocumenten en de gezamenlijke Output wordt beschreven in het projectplan. • Voorafgaande aan het projectplan wordt de behoefte van de opdrachtgever geanalyseerd en beschreven in een PvE. • De fase voorlopig ontwerp heeft (meestal) geen afzonderlijke outputdocumenten of wordt zelfs niet als een afzonderlijke fase beschouwd.
Op basis van de gevonden verschillen is het theoretische ontwerpproces volgens Jellema aangepast en specifiek gemaakt voor de DVD. Figuur 3 laat een voorbeeld zien van een decompositie van Box A2 uit Figuur 2 voor het DVD ontwerpproces. Figuur 3. Decompositie in drie deelprocessen van box A2 ‘Maak ontwerpen’ (Figuur 2) voor het DVD ontwerpproces. In het theoretische procesmodel volgens Jellema zijn deze drie deelprocessen respectievelijk ‘Maak structuur ontwerp’, ‘Maak voorlopig ontwerp en ‘Maak definitief ontwerp’. Het TO-BE model Bij de totstandkoming van het TO-BE model is gebruik gemaakt van de beschikbare (wetenschappelijke) literatuur. In het bijzonder de publicatie ‘3D Integraal Ontwerpen’ van Hazewinkel heeft belangrijke inzichten gegeven. Hazewinkel stel dat voor integraal ontwerpproces een eenduidige projectdefinitie een belangrijk vereiste is. De huidige PvEs laten veel ruimte over voor interpretatie en geven over het algemeen een totaalbeeld van alle harde en zachte eisen en wensen waarin veel tegenstrijdigheden in kunnen voorkomen. Pas in de loop van het ontwerpproces wordt er door de verschillende disciplines uitwerking gegeven aan deze eisen en wensen waarbij te vaak blijkt
dat niet alle eisen en wensen ingevuld kunnen worden. Hoewel de verschillende disciplines trachten binnen hun eigen discipline zo goed mogelijk hun deelaspect in te vullen ontbreekt de samenhang omdat er geen eenduidige projectdefinitie bestaat. Daarom begint het integraal ontwerpproces met het gezamenlijk samenstellen van een eenduidige projectdefinitie dat een haalbare doelstelling omvat en waarin de deelaspecten van het project zijn afgestemd. Hazewinkel noemt dit proces bouwprogrammeren en heeft als belangrijkste output het document ‘bouwprogramma’ (Figuur 3, Box A1). In deze fase kan al gebruik gemaakt worden van een BIM. De 3D objecten zijn van het type ‘ruimte’ en zij hebben voornamelijk functionele eigenschappen en relaties met
andere objecten. Met andere woorden, de ruimten zijn nog niet vormgegeven maar dienen als basis voor de koppeling van alle relevante informatie die nodig zijn voor de optimalisatieberekeningen (computersimulaties) om aldus tot een evenwichtig en haalbaar bouwprogramma te komen. Daarnaast kan BIM ook visuele ondersteuning bieden – zij het zeer schematisch – tijdens de afstemming tussen de verschillende disciplines. Op basis van het vastgestelde bouwprogramma kan gestart worden met het feitelijke ontwerpproces. De in de vorige fase vervaardigde BIM kan verder worden uitgewerkt naar een specifieke BIM behorende bij de ontwerpfase waarbij alle relevante ontwerpinformatie aan het 3D model worden toegevoegd (Figuur 3, Box A2). Op de LinkedIn pagina van Stumico woedt momenteel een stevige discussie over de stelling of het niet beter is om per fase een nieuwe BIM op te zetten. Uit deze
maken dan in de regel alleen gebruik van BIM om automatische hoeveelheden uit te trekken en tekenaars maken gebruik van de mogelijkheid om automatisch 2D tekeningen vanuit het 3D model te genereren en deze handmatig te voorzien van aanvullende details (Figuur 3, Box A3).
Figuur 4. Fasering van het toekomstige bouwproces bij de DVD. Het toekomstige bouwproces bestaat uit drie deelprocessen respectievelijk ‘Stel bouwprogramma op’, ‘Modelleer ontwerp in 3D’ en ‘Haal bestek en tekeningen uit het model’. Conclusies en afsluitende opmerkingen In dit onderzoek is gekozen voor een systematische aanpak om de consequenties van de invoering van BIM voor het huidige ontwerpproces bij de DVD inzichtelijk te
opsomming van harde en zachte eisen en wensen met vaak tegenstrijdigheden – vereist het werken met BIM een eenduidige projectdefinitie waarin alle deelaspecten van het project zijn afgestemd. Dit kan alleen worden opgesteld indien alle actoren bij het samenstellen van de projectdefinitie zijn betrokken. Hierdoor ontstaat voor elke actor hetzelfde vertrekpunt op basis waarvan dan ‘integraal’ aan het ontwerp kan worden gewerkt. Het ‘integraal samenwerken’ op basis van een gemeenschappelijk 3D BIM voorkomt dat actoren in het ontwerpproces hun eigen informatiedragers gaan maken in de vorm van 2D tekeningen. Communicatie op basis van 2D tekeningen wordt gezien als één van de belangrijkste oorzaken voor het huidige inefficiënte ontwerpproces. Gebruikte literatuur Reekers, P.: Het gebruik van BIM bij de DVD - Een onderzoek naar het mogelijke gebruik van het Bouwwerk Informatie Model bij de Dienst Vastgoed Defensie, afstudeerverslag, Nederlandse Defensie Academie, 2010. Hazewinkel, W.: 3D Integraal Ontwerpen, http://www.hazcon.nl/, 2007. Dumay, M en Fernhout, I.: DEMO/IDEF vergelijking, onderzoeksrapport, TU Delft, 2001.
http://www.defensie.nl/cdc/vastgoed/ dvd/.
discussie blijkt dat hierover meningen nogal uiteenlopen. Een nieuwe BIM of niet, gedurende het ontwerpproces werken alle disciplines integraal op het hetzelfde 3D model waarbij iedere discipline zijn informatie aanlevert en kan reageren op de input van de anderen. Ook de andere actoren kunnen op deze wijze het ontwerpproces volgen en indien nodig zijn invloed of mening kenbaar maken. De in deze fase ontwikkelde BIM is een belangrijk input voor de besteksfase. Om verschillende redenen – waaronder juridische redenen - opteert men nog steeds (en naar verwachting ook in de nabije toekomst) voor een analoog bestek en bijbehorende 2D tekeningen. Bestekschrijvers
maken. Hierbij is gebruik gemaakt van een visuele procesmodelleringstechniek (IDEF0) waarmee het bestaande (AS-IS) en het toekomstige (TO-BE) ontwerpproces zijn gemodelleerd. Door de twee procesmodellen met elkaar te vergelijken kan op een systematische manier geanalyseerd worden wat de consequenties die de invoering van BIM heeft voor de huidige ontwerpprocessen en legt de basis voor het ontwikkelen van veranderingsplannen die de overgang van AS-IS naar TO-BE moeten begeleiden. Eén van de belangrijkste wijzingen hebben betrekking op manier waarop de eisen en wensen worden vastgelegd. In tegenstelling tot de traditionele PvE – meestal een
Stumico: still staying strong
steund? Ik denk dat er in de overgangen , op de grensvlakken deze overwegingen ontstaan...
In de komende nieuwsbrieven zullen wij ruimte maken voor de visie van de bestuursleden. Een lid van het bestuur zal in dit onderdeel aangeven waar volgen hem Stumico voor staat en wat de visie is. Deze keer wordt dit ingevuld door Nico Ruikes, bestuurslid en werkzaam als commercieel directeur bij Itannex
We moeten ook rekening houden met het feit dat bij afluiting van een fase de informatie geborgd moet worden. Als men gewoon verder gaat in het gebouwmodel dan wordt de voorgaande fase aangepast. Dit is niet de bedoeling. Er zijn verschillende manieren om dit probleem op te lossen. Een ervan is een kopie maken van het RVT bestand en vervolgens verder werken. Het is overigens de manier die ik heeft meest op de werkvloer tegenkom.
Al ruim 20 jaar bekleedt de studievereniging Stumico een gestabiliseerde positie in de bouw en aanverwante markten.Een onafhankelijk ICT platform in de bouw, waarin onze leden op een gedreven en objectieve wijze worden geïnformeerd over actuele onderwerpen rondom het ontwerpen, modelleren, doorrekenen, plannen en visualiseren van bouwwerken.Dankzij een proactieve inbreng van onze leden en externe sprekers, is Stumico in staat geweest om in te spelen op veranderende marktomstandigheden.Vanuit een studievereniging voor micro computers (zoals de naam zegt) naar een leidend ICT platform voor architectuur, engineering en constructie.Vooral de laatste jaren hebben we veel aspecten rondom BIM belicht. Dit hebben we vanuit diverse invalshoeken gedaan; van opdrachtgevers tot opdrachtnemers.Daarbij wordt te allen tijde onze onafhankelijkheid gewaarborgd, waarbij meerdere ondersteunende software oplossingen de revue passeren. Stumico bruist ook dankzij een (steeds groter wordend) aantal sponsoren. Zij zijn een van de bewijzen van de toegevoegde waarde van onze studievereniging. Persoonlijk zie ik de meest belangrijke meerwaarde van Stumico in het bij elkaar brengen van vakgenoten uit de bouwkundige en civiele markt.Met elkaar wisselen we op een uiterst professionele wijze onze kennis en ervaringen uit, waardoor we ons gezamenlijke kwaliteitsniveau verhogen. Echte praktijkverhalen uit het veld, zonder dat deze geforceerd commercieel opgeklopt worden. Alleen al op deze manier zijn onze leden in staat om veel waardevolle informatie mee naar huis te nemen.Iedere bijeenkomst streven we er naar om een drietal bedrijven een presentatie te laten geven, veelal over op elkaar aansluitende onderwerpen.Deze presentaties dienen een natuurgetrouw beeld te geven van de ervaringen en leermomenten van een betreffende organisatie op het gebied van ICT- en procesimplementaties voor de bouw en hieraan gerelateerde markten. Traditioneel mogen we zo’n vier à vijf maal per jaar gebruik maken van een van de presentatieruimten van Ballast Nedam in Nieuwegein. Een mooie en zeer centraal gelegen faciliteit.Op verzoek van onze leden hebben we dit jaar voor het eerst
echter ook een tweetal sessies op een andere locatie ingepland.Op zo’n manier bieden we organisaties uit andere delen van het land mogelijk een beter in te passen manier om aan de bijeenkomsten deel te nemen.Enkele weken geleden hebben we bij Witteveen+Bos in Deventer een interessante en leerzame sessie gehouden. Na de vakanties hopen we bij Heijmans in Rosmalen op eenzelfde succes. Afgaande op ons continue aantal leden en op de drukbezochte bijeenkomsten, kan gesteld worden dat Stumico voorziet in een behoefte.Ik wil eenieder dan ook aanmoedigen om deel te (blijven) nemen aan de evenementen welke met regelmaat georganiseerd worden.In een paar uur tijd worden onze bezoekers op een heldere en compacte wijze geïnformeerd over de laatste (praktijk)stand van een bepaald aspect van de bouwkundige en civieltechnische omgevingen.Plus, zoals reeds eerder gemeld, dat er veel gelegenheid is om met “de uwen” bij te praten en van elkaar te leren.
LinkedIN Op de linkedIn community van Stumico onstaan steeds meer leuke discussies. In elke nieuwsbrief proberen we een discussie eruit te pikken. Deze keer de stelling Voor elke fase moet je een nieuw BIM opzetten. De poll die is gehouden laat zien dat 50% dit principieel onjuist vindt, en 25% vindt het niet wenselijk. Hieronder wat reacties Uitgangspunten kunnen veranderen in een volgende fase. Maar over het afgemeen sluiten de fasen op elkaar aan. Er volgt een verdiepingsslag in de bouwinformatie. Ik vind het zeer onlogisch om opnieuw een model op te bouwen. In de (mijn) praktijk is het 2D/3D cad ontwerp van de voorgaande fase de basis voor de volgende. Ik denk dat er eerder praktische problemen aan ten grondslag liggen (voor deze stelling). Een groot probleem is dat de huidige software óf óf is. Het is óf goed voor de schetsfase, óf goed voor detaillering, óf bouwkunig sterk, óf je kunt het gebruiken met de rekensoftware. Bestaat er software die de BIM filosofie in de volle breedte van schets tot beheer onder-
Ik denk dat er in de levenscyclus van een gebouw meerdere BIM modellen bestaan. Iedere keer opnieuw beginnen lijkt mij niet erg nuttig, informatie van de verschillende BIM modellen kan worden overgenomen. Er zijn volgens mij vier BIM modellen te onderscheiden die ieder een eigen gebruikersgroep en belanghebbende kennen. 1. Een gebiedsinformatiemodel, waarin ontwikkelaars en gemeentelijke en of provinciale overheden enerzijds de maatschappelijke gewenste invulling willen vormgeven en anderzijds graag kijken naar een financiële haalbaarheid. 2. Een BIM ontwerpmodel, waarbij één of meerdere gebouwen uit het plan ontworpen gaan worden. De opdrachtgever heeft het grootste voordeel bij een efficiënt en effectief ontwerpproces. 3. Een uitgewerkt (bevroren) BIM model waarmee de aannemer haar bestellingen en logistiek gaat organiseren. De opdrachtgever en de aannemer zijn beide gebaat bij een efficiënt bouwproces. 4. Het laatste model is het facility management model, waarbij de logistiek, onderhoud en gebruik van het gebouw georganiseerd wordt. Vooral de gebruikers en de beheerders zijn hier de belanghebbende. De hierboven geschetste verdeling is wellicht niet compleet of correct, graag lees / hoor ik de mening van anderen. BIM draait er toch om dat gegevens uit de héle bouwcyclus worden meegenomen, van ontwerp tot beheer. Dan moeten er toch ook gegevens uit schets/DO fase in terugkomen? Als data ‘overboord gezet’ wordt dan past dit niet in deze filosofie van BIM. Er ontstaat dan naats ‘een gedetailleerde’ BIM nog ‘een VO BIM’ etc. Is dit de bedoeling bij BIM?
http://www.linkedin.com/ groups?gid=2026595&trk=myg_ugrp_ ovr
Colofon Stumico Nieuwsbrief is een officiële uitgave van de Studievereniging voor Microcomputers. Missie Stumico stelt zich tot doel om vanuit een onafhankelijke positie haar leden te informeren over met de bouw gerelateerde ICT ontwikkelingen Statement Het plaatsen van een logo, advertentie, of een artikel waar een product wordt beschreven betekent niet dat Stumico een voorkeur uitspreekt voor de genoemde leverancier en/of producten Bestuur Voorzitter • Ruud van Tongeren Penningmeester • Dick Stoelhorst Secretaris • Herman Oogink Leden • Edwin Dado • Hans Galjaard • Menno de Jonge • Nico Ruikes
ALV 2010
Op 20 mei 2010 hield Stumico de jaarlijkse Algemene Leden Vergadering. Hieronder een kort overzicht van de belangrijkste punten Activiteiten De bijeenkomsten in 2009 werden goed bezocht. Daarmee lijkt het dat het ingezette beleid, dichter bij de praktijk blijven aanslaat. Toch zal Stumico proberen een mix te vinden tussen de dagelijkse praktijk en de nieuwste ontwikkeling. Nieuwsbrieven In 2009 zijn er 3 nieuwsbrieven uitgegeven. Het streven is om in 2010 4 nieuwsbrieven uit te geven Financien 2009 wordt afgesloten met een klein positief resultaat terwijl er op voorhand al een voorziening is genomen voor mogelijk niet meer te innen contributies. De ALV dechargeert de penningmeester en de kascommisie De begroting 2010 is voorzichtig opgesteld met daarin ook weer een voorziening voor niet te innen contributies. Conclusie: Stumico is een financieel gezonde vereniging Donateurs Ook in 2009 mocht Stumico weer rekenen op de bijdrage van een grote groep donateurs. Het bestuur en de ALV spreken hun waardering hiervoor uit
Secretariaat Postbus 411 2800 AK Gouda
[email protected]
Royementen Dit jaar worden er geen leden geroyeerd omdat er nog een actie loopt om contrinuties te innen en er ook nog steeds wordt betaald. De ALV dringt er op aan om niet bang te zijn voor royementen. Leden die niet betalen horen geen lid meer te zijn.
Lidmaatschap Aan- en afmeldingen of wijzigingen kunnen schriftelijk of via E-mail aan het secretariaat worden doorgegeven
Bestuur Er zijn twee aftredende bestuursleden te weten: • Hans Galjaard • Herman Oogink Beiden zijn herkiesbaar en het bestuur stelt voor beide heren voor een nieuwe termijn te benoemen. De ALV neemt dit voorstel over
Website
Nieuwe media Als proef worden de presentaties op video opgenomen. Deze opnames worden dan op de site gepubliceerd zodat leden die niet in staat waren te komen de presentaties alsnog kunnen bekijken. Op dit moment wordt de apparatuur kosteloos beschikbaar gesteld door de werkgever van een van de bestuursleden en worden de opnames gratis gepubliceerd met als gevolg dat er reclames worden getoond. Indien dit een succes blijkt te zijn zal er geinvesteerd moeten worden om e.e.a. professioneler te maken. De ALV gaat akkoord om hier in te investeren.
www.stumico.nl
Naamsbekendheid De ALV doet een suggestie om meer aan de naamsbekendkeid van Stumico te doen. AdWords van Google wordt aangedragen om dit te realiseren. Het bestuur zegt toe dit te onderzoeken en onderschrijft de behoefte om de naamsbekendheid te vergroten
Column Procesintelligentie, de zesde P Na jaren van incrementele verbeteringen van de automatisering staat de Nederlandse bouw nu aan het begin van een meer grensverleggende, oftewel transformationele periode. Door applicaties en systemen in vergaande mate te integreren en via elektronische communicatie efficiënter samen te werken met alle partners, is namelijk belangrijke meerwaarde voor uw klanten te creëren. Die meerwaarde, in de vorm van foutkansen en risico’s verkleinen of kosten besparen, is richting nieuwe klanten ook effectief als zesde marketing P te gebruiken. Dus in aanvulling op Product, Plaats, Prijs, Promotie en Personeel. Want, wie wil er nou geen leverancier die kwalitatief beter en slimmer georganiseerd werkt dan concurrenten? Hoewel de interesse voor BIMmen en 4D/5D ondanks de huidige crisis sterk is toegenomen, loopt de bouw in het gebruik van ICT-systemen nog duidelijk achter op veel andere markten. De oorzaak daarvan ligt in het gebruik van een diversiteit aan verticale applicaties en nog veel te weinig integratie tussen de verschillende bedrijfsprocessen. Om daar verbetering in te brengen benadrukken de ERP-leveranciers begrijpelijke wijze het strategische belang van hun integratielagen en tools. Zij hebben in andere branches namelijk allang de voordelen en successen ervaren die te behalen zijn met procesintelligentie. Nu die bouwsector nog. Makkelijk is het natuurlijk niet, interne bedrijfsprocessen en de samenwerking in projecten optimaliseren. Anders had elk professioneel bedrijf dat allang voor elkaar. Noodzakelijk is het absoluut wel, want als dat in Nederland niet gebeurt, komen er straks meer buitenlandse concurrenten onze kaas van het brood eten. Een overeenkomst tussen veel ‘innovators’ en nieuwe toetreders is namelijk dat zij zonder de last van ‘legacy’ systemen met moderne technologie hun marktaandeel vergroten. Kansen worden vroeg of laat namelijk altijd benut. Daarom is de hamvraag wie durft er de komende jaren grote stappen te zetten en wie volgt voetje bij voetje? Bij Stumico kunt u van en met elkaar blijven leren, door ervaringen te delen. Peter Glaudemans