D UTCH S OCIETY
OF
P ERIODONTOLOGY
Nederlandse Vereniging voor Parodontologie Secretariaat: Postbus 24 9649 ZG Muntendam Telefoon: 0598-633 313 Telefax: 0598-633 412 E-mail:
[email protected] Website: www.nvvp.org
nieuws nieu w s brief Ledenadministratie + bestellen folders: Postbus 34 1633 ZG Avenhorn telefoon: 0229-540148 telefax: 0229-543467 email:
[email protected]
Woord van de voorzitter Tijdens haar jaarlijkse 'zomerweekend' gaat het NVvP-bestuur de hei op. Gedurende zo’n bestuursweekend wordt de basis gelegd voor het beleid waarlangs de vereniging zich moet ontwikkelen. Het zomerweekend 2007 vond afgelopen maand plaats en tijdens de vele gesprekken kwamen diverse trefwoorden voortdurend voorbij: bevorderen, verbeteren, intensiveren en initiëren. In de NVvP-toekomstvisie, die door een denktank van vooraanstaande NVvP-leden samen met het bestuur werd opgesteld, staan namelijk drie speerpunten centraal: het bevorderen van kennis en zorg, het verbeteren van de organisatie en structuur en als derde het bevorderen van nieuwe samenwerkingsverbanden. Het zijn drie aandachtspunten waar u de komende tijd regelmatig mee geconfronteerd wordt en waarover u ook in deze nieuwsbrief volop kunt lezen. Het bevorderen van kennis en zorg bijvoorbeeld komt met name tot uiting op het NVvP-Najaarscongres met als titel 'Parodontologie en Implantologie: onlosmakelijk verbonden'. Verderop in deze nieuwsbrief vertelt Erik Meijer waarom het thema van dit congres bijzonder actueel is: het gebied van de parodontologie verbreedt zich steeds meer tot de weefsels rondom implantaten, een ontwikkeling waar we als vereniging op voorbereid moeten zijn. Daarbij moeten we grenzen afbakenen: waar eindigt de parodontologie en begint de implantologie? Andere vragen zijn natuurlijk hoe je zo'n deelgebied zou moeten noemen: peri-implantologie? Dienen de mission statements van de vereniging hierop aangepast te worden? En zou zo'n term terug kunnen komen in de naam van de vereniging, resulterend in bijvoorbeeld 'de vereniging voor parodontologie en peri-implantologie'? Het zijn gedachten die het bestuur bezighouden en die beslist aan de orde komen tijdens de komende ALV. Wat vindt ú? Het bevorderen van kennis bij het grote publiek is eveneens onze taak. Een recente uiting daarvan was de bijdrage van de NVvP in de themabijlage van de Telegraaf, begin september, getiteld: 'Verstand van Tanden'. Een tweede speerpunt betreft het verbeteren van de organisatie en structuur van de vereniging. Daarover
OF
EUROPEAN FEDERATION
Redactie: Jan Jansen - Jeroen Craandijk Carolien Iburg - SACHA tekst & pr Vormgeving: Aat Doek BNO In deze NVvP-Nieuwsbrief treft u onder andere de volgende onderwerpen aan:
Toekomstvisie
M EMBER
nr. 58, september 2007 ISSN nummer 1568-4237
OF
Abstract Frank Abbas: "De politiek heeft te hoog gespannen verwachtingen" Last call: NVvP-najaarscongres! Van mond tot mond Consilium bestaat 20 jaar EFP-Nieuws Case presentation Nieuwe erkenningen tandarts-parodontoloog Agenda
nadenkend komt al snel de diversiteit in disciplines van ons ledenbestand aan de orde. En voor al onze leden-doelgroepen willen wij als vereniging het nodige te bieden hebben. Daarom wordt tijdens de komende ALV het voorstel gedaan om een mondhygiënist als bestuurslid te benoemen. De persoon in kwestie loopt zich sinds het bestuursweekend al warm langs de zijlijn. Zodat ook die geleding straks binnen ons bestuur een stem in het kapittel kan hebben. De samenwerking met andere (wetenschappelijke) verenigingen, beroepsorganisaties en zorginstellingen maar ook met de industrie en zeker onze sponsoren is een derde pijler in onze toekomstvisie. Verderop in deze Nieuwsbrief geeft Ubele van der Velden aan op welke manier het Consilium deze doelstelling invulling wil geven, namelijk een eerste verkenning over samenwerking met de NVOI bij visitaties van parodontologen. Over de wisselwerking tussen de vereniging en de opleidingen kunt u meer lezen in het interview met Frank Abbas. In dit artikel stelt Abbas dat het veranderende regeringbeleid wel eens zou kunnen leiden tot een grotere behoefte aan parodontologen. Het lijkt erop dat de zesjarige opleiding tot tandarts van vroeger terugkeert. In die opleiding was er in het laatste jaar ook een keuzeproject parodontologie, met als gevolg dat een deel van de tandartsen die dit project volgden er daarna voor koos om zich te specialiseren tot parodontoloog. Logisch, want wie via een keuzeprogramma kennismaakt met een bepaald vakgebied, ervaart al snel de beperkingen van het eigen kunnen en de
Mission Statements NVvP De Nederlandse Vereniging voor Parodontologie (NVvP) is een wetenschappelijke organisatie van tandheelkundige zorgverleners. De NVvP streeft naar algemene erkenning van het inzicht dat een gezond parodontium de basis vormt van duurzame tandheelkundige zorg en spant zich ervoor in effectieve parodontale zorg voor iedereen bereikbaar te maken. De NVvP ondersteunt tandheelkundige- en andere zorgverleners bij het verwerven en uitdragen van kennis en behartigt de belangen van haar leden. De NVvP: een gezond fundament.
mogelijkheden en voordelen van verwijzen. De kans zit erin dat de geschiedenis zich herhaalt en ook dat is een ontwikkeling waar je als vereniging een beleid op moet afstemmen. Het zomerweekend was hectisch maar bijzonder effectief. De doelstellingen zijn vastgesteld, de lijnen zijn uitgezet. Als bestuur horen we graag van u of u zich in onze voorstellen kunt vinden. Kom naar onze ALV en laat uw stem horen. Zodat we samen de toekomst van de NVvP verder vorm kunnen geven! De derde kwartaaluitgave van de NVvP-nieuwsbrief wordt traditioneel in een verhoogde oplage gedrukt. Op die manier kan de nieuwsbrief niet alleen naar de NVvP-leden, maar ook naar alle tandartsen en mondhygiënisten in ons land worden gestuurd. In een dergelijke uitgave tracht de redactie een interessant beeld te schetsen van wat er in onze vereniging en in parodontologisch Nederland omgaat. Ik hoop dan ook dat u deze uitgave met plezier leest. Jan Jansen, voorzitter NVvP en hoofdredacteur NVvP-Nieuwsbrief
PERIODONTOLOGY
De NVvP, een gezond fundament
Abstract b r i e f
Last Call! NVvP-congrescoördinator Erik Meijer over het najaarscongres:
"Dit congres is zeer praktijkgericht"
Parodontale behandeling verandert genetische expressie van perifere bloedcellen
Op 16 november aanstaande vindt in de Jaarbeurs Utrecht het NVvP-Najaarscongres plaats. De titel van dit congres luidt: 'Parodontologie en Implantologie; onlosmakelijk verbonden'. Volgens Erik Meijer, congrescoördinator en vice-voorzitter van het NVvP-bestuur, vormt dit congres een verrijkende wisselwerking tussen de sterk prothetisch georiënteerde implantologie en de meer diagnostisch actieve parodontologie. De deelnemers hoeven niet alleen op theorie te rekenen: "Op dit congres komen juist ook uiterst praktijkgerichte punten aan de orde." Kijkend naar de ontwikkelingen waarbij implantologie en parodontologie steeds nauwer met elkaar verbonden raken, is de titel van dit najaarscongres toepasselijk gekozen. Congrescoördinator in het NVvP-bestuur Erik Meijer: "Er is een enorme toename van implantologische behandelingen en fabrikanten van implantaten beloven daarbij hoge successcores van hun systemen op lange termijn. De controle van de stabiliteit van het implantaat vindt in de praktijk vooral plaats via röntgendiagnostiek. Echter; een röntgenfoto zegt niets over de gezondheid van het peri-implantaire weefsel. En, zoals prof. Wismeijer onlangs stelde in een publicatie in het NVOI-Bulletin: 'peri-implantitis vormt een bedreiging voor het implantaat, net zoals parodontitis een bedreiging vormt voor het natuurlijke gebit'. Het is derhalve een goede en zeer actuele keuze van de NVvP om het verband tussen beide vakgebieden op het Najaarscongres centraal te stellen."
moeten zien om parodontale- en peri-implantaire weefsels gezond te houden. Erik Meijer tot slot: "Alle NVvP-congressen tot nu toe waren uiterst geschikt om kennis te verwerven en (indirect) praktische tips op te doen. Het komende Najaarscongres is vooral praktisch georiënteerd en dus zeker interessant voor een ieder die daarmee in de praktijk zijn/haar voordeel wil doen."
Tijdens het congres “Parodontologie & Implantologie; onlosmakelijk verbonden” kunt u het volgende verwachten:
Tijdens de preconference workshop op donderdagavond 15 november leiden medewerkers van ACTA (Afdeling Parodontologie en Afdeling Orale Functieleer, sectie prothetische tandheelkunde en orale implantologie) het congresthema in kleine kring in. Het hoofdprogramma gaat de dag daarna uitgebreid in op het verband tussen parodontologie en implantologie. Ook tijdens het parallelprogramma wordt Praktisch georiënteerd de link tussen deze twee vakgebieden op Daarmee speelt de NVvP onbewust verschillende onderdelen toegelicht. Zo treffend in op het advies van prof. biedt het Najaarscongres de deelnemers niet Wismeijer in de eerder genoemde alleen de kans om goed te ervaren hoe de publicatie: Wismeijer pleit voor nader zaken ervoor staan, maar geeft het eveneens onderzoek naar de rol van specifieke aan waar men in de praktijk op moet letten. bacteriën en het genotype van de patiënt, Dat geldt tevens voor het parallelprogramom zo de voorspelbaarheid van de ma, dat ook bijzonder interessant is voor implantologische behandeling te kunmondhygiënisten." nen verbeteren. Erik Meijer: "Prof. Wismeijer meent bovendien dat er nader Parallelprogramma onderzoek naar de behandelprotocolBij het parallelcongres staat de omzetting len voor peri-implantitis moet worden van verworven kennis naar de praktijk verricht. En wat blijkt: al deze uiterst centraal. Bernita Bush geeft een volledige praktijkgerichte punten komen op het update van relevante klinische metingen NVvP-Najaarscongres aan de orde: de en diagnostische procedures die belangrijk meest ervaren wetenschappers op het zijn voor een goede patiëntenbehandeling. gebied van risicomanagement en voorDaarnaast geeft zij een praktijkgeoriënteerd, spelbaarheid komen aan het woord (zie maar wetenschappelijk gefundeerd advies kader, red.). over hoe de voorbereiding en nazorg eruit
2
Introductie
De laatste twintig jaar is uit onderzoek de relatie tussen parodontitis en systemische ontsteking, vaatvernauwing en vaatziekten aannemelijk geworden. De gedachte hierbij is dat verschillende gewone infectieuze ontstekingen atherogenese bespoedigen en het risico op cardiovasculaire en cerebrovasculaire gebeurtenissen vergroten. Een verklaring zou kunnen zijn dat instrumentatie van parodontaal weefsel tot een bacteriëmie leidt en daarmee verplaatsing van bacteriën. Bij atherosclerotische plaques zijn inderdaad parodontale pathogenen aangetoond. Een andere verklaring zou zijn dat lokaal geproduceerde ontstekingsmediatoren (zoals C-reactive protein, IL-6) de circulatie binnendringen, wat tot een verhoogde systemische ontstekingsgraad leidt. Interventiestudies hebben aangetoond dat parodontale therapie de endotheliale functie verbetert. Eerdere onderzoeken hebben aangetoond dat Porphyromonas gingivalis (Pg) de gastheerrespons beïnvloedt. Macrofagen worden gestimuleerd om Pg op te nemen en de adhesie van mononucleaire cellen aan aorta endotheelcellen wordt vergroot. In dit onderzoek werd daarom het effect van parodontale behandeling op het (genetische) expressieprofiel van monocyten bij ernstige parodontitispatiënten onderzocht. Papapanou PN, Sedaghatfar MH, Demmer RT, Wolf DL, Yang J, Roth GA, Celenti R, Belusko PB, Lalla E, Pavlidis P. Periodontal therapie alters gene expression of peripheral blood monocytes. J Clin Periodontol 2007;34:736-747.
1. Donderdag 15 november 2007 Preconference workshop: “Introduction of the topic” door PROF. BRUNO LOOS, PAUL SIPOS M.SC., PEET VAN GILS M.SC (ACTA sectie Parodontologie) en dr Erik Blom (ACTA Orale Functieleer sectie prothetische tandheelkunde en implantologie).
2. Vrijdag 16 november 2007 De lezingen op het hoofdcongres: • "Making a decision for the individual patient" (door PROF. PHILIPPE BOUCHARD); • "Prevalence of mucositis and peri-implantitis, clinical outcomes of implantology in the dental practice evaluation, risk-factors, predictability" (door PROF. STEFAN RENVERT); • "Peri-Implantitis: 'ook dat nog'" (door PROF. ARIE-JAN VAN WINKELHOFF); • "Periodontitis and peri-implantitis: two presentations of the same problem?" (door PROF. MAURIZIO TONETTI); • "Nazorg, voorkomen is beter dan blussen" (door DICK BARENDREGT, M.SC & DR FRIDUS VAN DER WEIJDEN).
3. Vrijdag 16 november 2007 Het parallelprogramma: "Focal points in diagnosis, supportive periodontal therapy and implant maintenance" (door BERNITA BUSH-GISSLER). ®
Aan dit NVvP-NVVRT-najaarscongres is het Q-keurmerk verleend. Door deelname aan dit wetenschappelijke najaarscongres kunnen registratiepunten voor uw vermelding in het Kwaliteitsregister worden behaald: donderdagavond levert 2 registratiepunten op en vrijdag levert 5 registratiepunten op. Voor nadere inlichtingen of inschrijvingen kunt u terecht op onze site: www.nvvp.org
NVvP Nieuwsbrief nr. 58 september 2007
Materiaal & Methode Bij 15 patiënten werd perifeer bloed afgenomen 1 week voor parodontale behandeling, bij de start van de behandeling en na 6 resp. 10 weken. Inclusiecriteria waren: röntgenologisch botverlies minstens 30% van de wortellengte, minstens 2 elementen per kwadrant met een pocketdiepte groter dan of gelijk aan 6 mm, minstens 20 aanwezige elementen en geen systemische afwijkingen. Klinisch werden de patiënten doorgemeten op pocketdiepte, locatie gingiva, plaque en bloeding. Op baseline en na 10 weken werd een bacterie DNA-test uitgevoerd. Resultaten De bloedingsscores namen tussen aanvang en na behandeling af van 81% (SD 17%) naar 25% (SD 11%). Het aantal verdiepte pockets per patiënt nam af van 69,2 (SD 32,8) tot 9,2 (SD 10,5). Ook reduceerde het aantal pathogene bacteriën na behandeling zoals P. gingivalis, T. forsythia, T. denticola, P. intermedia en C. rectus. Vanuit de eerste standaardanalyse bleek dat expressieveranderingen niet bij alle patiënten voorkwamen. Nadere analyse toonde bij een subgroep van 6 patiënten grote expressieveranderingen na behandeling in vergelijking met de conditie voor behandeling.
Discussie Uit dit onderzoek blijkt dat parodontale behandeling de genetische expressie van monocyten beïnvloedt en verandert. In de top 100 lijst van veranderde expressiegenen komen belangrijke biologische functies voor. Het meest veranderde gen (CD36) codeert voor een glycoproteine dat dient als een receptor voor een cel adhesie molecuul (thrombospondin). CD36 expressie is recent gerelateerd aan macrofaag activatie en CD36 is gerelateerd aan versnelde vaatvernauwing bij type 2 diabetes. Een ander gen waar de expressie sterk van veranderde (CSPG2), codeert voor chondroitin sulfaat proteoglycaan dat een belangrijk eiwit is voor wondgenezing. Recent werd duidelijk dat dit eiwit bloedstolling stimuleert. Dat de resultaten van dit onderzoek niet in overeenstemming zijn met eerder onderzoeken, komt volgens de onderzoekers omdat in de meeste onderzoeken alleen naar bijvoorbeeld CRP en IL-6 wordt gekeken; bij dit onderzoek werd naar de samengestelde waarde van 19 individuele markers gekeken. Daarnaast ligt het laatste bloedcontrole-moment in de meeste onderzoeken in tijd verder weg van de behandelstart (2 tot 6 maanden in vergelijking met 6 en
3
10 weken). Tenslotte blijkt er een grote variatie te zijn in individuele respons op een geslaagde parodontale behandeling. Nader onderzoek zal zicht moeten geven op de interacties tussen parodontale behandeling en de expressie van monocyten en het niveau van deze expressie bij ernstige parodontitispatiënten. Deze rubriek wordt verzorgd door Jeroen Craandijk, tandarts-parodontoloog in Leiden
NVvP Nieuwsbrief nr.58 september 2007
brief
Van Hoytema-Parodag in Twente Op verzoek van en in samenwerking met de congrescommissie van de van Hoytemastichting organiseerde Erik Meijer (parodontoloog - Parodontologie Praktijk Twente) op 15 juni j.l. in Enschede een parodag voor het hele behandelteam. Het overgrote deel van het wetenschappelijk programma van deze teamdag, getiteld: “Teamzorg(t) voor het parodontium", werd door parodontologen verzorgd.
Onder het motto: 'Waarom, wanneer en hoe?' werd in begrijpelijke taal de grote betekenis van een goed georganiseerde parodontale zorg in de algemene praktijk duidelijk gemaakt. De risico's van parodontitis voor de algemene gezondheid werden uitgebreid belicht. Communicatie, diagnostiek, initiële therapie, chirurgische therapie en recall waren de hoofdthema's van de dag. Het paroprotocol, als stappenplan voor een goede patiëntenbegeleiding, stond centraal. Afgezien van dreigend gebitsverlies kunnen parodontale ontstekingen op verschillende niveaus tot ernstige complicaties leiden. Systematische behandeling en goede patiëntencompliance leiden in de meeste gevallen tot een stabiel resultaat. Het consequente periodieke screenen van de DPSI (het op tijd ontdekken van parodontale activiteit) moet in de algemene praktijk een essentieel onderdeel van de diagnostiek zijn. Andere aandachtspunten deze dag? De rol van paro-pathogenen bij het ontstaan van peri-implantitis wordt steeds duidelijker én implantologie kan niet zonder parodontale zorg en nazorg worden bedreven. Ook de positieve invloed van elektrisch poetsen en de meerwaarde van ultrasoon tijdens de initiële therapie werden onder de aandacht van de aanwezigen gebracht. De laser heeft hierbij op dit moment absoluut geen (meer)waarde.
Op de foto: sprekers en moderatoren. Zittend de parodontologen: Rein Steures, Dimitris Nikolidakis Msc, Dick Barendregt Msc, Dr Fridus van der Weijden, Tine Vangsted. Staande: Dr Erik Meijer, parodontoloog, Miranda Oude Griep, mondhygiënist-maatschappelijk werkster.
Met maar liefst 300 deelnemers (190 tandartsen/mondhygiënisten en 110 tandarts-/preventieassistenten) was dit een zeer geslaagde dag!
Prof. dr Frank Abbas over het rapport commissie Linschoten:
"De politiek heeft te hoog gespannen verwachtingen" Het beroepsprofiel van de tandarts ligt onder de loupe. Rapporten van de Commissie Linschoten en NMT dringen aan op een nieuwe invulling van het beroep en het vakgebied wordt geconfronteerd met een toenemende differentiatie. Voor de opleidingen tandheelkunde betekent dit dat zij het curriculum moeten aanpassen. Breder opgeleide tandartsen die routinebehandelingen delegeren, met 20% minder studenten, dezelfde financiële kaders en een jaar extra opleiding? Prof. dr Frank Abbas, hoofd van het Academisch Centrum Mondzorg Groningen, is er op z'n zachtst gezegd sceptisch over: "Het zou wel eens zo kunnen zijn dat de tandarts-parodontoloog het nog drukker gaat krijgen". Het tandheelkundig vakgebied wordt gekenmerkt door een aantal belangrijke ontwikkelingen. Allereerst wordt met ingang van dit academische jaar de opleiding tandheelkunde met een jaar uitgebreid tot een zesjarige opleiding. De opleiding mondzorgkunde was al met een jaar uitgebreid tot vier jaar en omvat nu tevens een stuk restauratieve tandheelkunde.
Daarnaast presenteerde de NMT vorig jaar een rapport betreffende het beroepsprofiel van de tandarts en stelde de commissie Linschoten op verzoek van het Ministerie van VWS een rapport op waarin het toekomstige profiel van de tandarts wordt omschreven. Bovendien wordt de beroepsgroep geconfronteerd met een toenemende differentiatie in het vakgebied. "Voor de
4
opleidingen leiden dergelijke belangrijke invloeden van buitenaf tot een ander curriculum voor de tandarts die je wilt opleiden," stelt prof. dr Frank Abbas, hoofd van het Academisch Centrum Mondzorg Groningen. "Als opleiding moet je daarmee aan de slag".
NVvP Nieuwsbrief nr.58 september 2007
Handvatten ontwikkelen Dus hebben de drie opleidingen tandheelkunde in Nederland (Amsterdam, Nijmegen en Groningen) op basis van deze ontwikkelingen een commissie in het leven geroepen met als opdracht het ontwikkelen van een nieuw raamplan voor de opleiding tandheelkunde. Abbas: "Deze Raamplancommissie bestaat, naast vertegenwoordigers van de drie verschillende opleidingen, uit een mondhygiënist en afgevaardigden van de NMT en de ANT. Hun taak is om een eind dit jaar een Raamplan te presenteren, een kader waaraan de opleidingen minimaal moeten voldoen". Op het eerste gezicht een mooie uitdaging, ware het niet dat de opleidingen daarmee op een paar grote problemen stuiten. Problemen Abbas: "Het ministerie heeft besloten dat de officiële fixus dit jaar met 10% wordt verlaagd en volgend jaar nog eens met 10%. Qua budget worden de opleidingen niet gekort, maar zij moeten daarvan wel het nieuwe zesde opleidingsjaar financieren. Een opleidingsjaar waarin zij, zoals de commissie Linschoten adviseert, hun studenten breder en diepgaander klinisch moeten scholen, waardoor er minder gedifferentieerde tandartsen en specialisten nodig zouden zijn. En daar ligt het probleem: dat gaat dus niet binnen hetzelfde budget. Juist het soort onderwijs dat nodig is voor deze expertises, is kostbaar". Het grote bezwaar van Abbas tegen het rapport van de commissie Linschoten is dat de onderbouwing volgens hem niet op alle punten even sterk is en voor een deel op aannames en veronderstellingen berust.
"De achtergrondgedachte van taakde individuele profilering kunnen kiezen voor delegatie is dat de tandarts meer tijd kleinschalige verdieping. "Je zou bijvoorbeeld overhoudt om gecompliceerde behan- kunnen proberen om kleine groepen studenten delingen te verrichten of patiënten te in de vorm van keuzeprogramma's klinisch verbehandelen die hij voorheen naar de der te trainen op specifieke deelgebieden. Maar specialist of gedifferentieerde collega verwees. Dat zou uiteindelijk moeten leiden tot een doelmatiger inzet van de mensen in de gezondheidszorg. Op zich een goede gedachte, echter het vakgebied is voor een algemeen practicus te uitgebreid geworden om alles te overzien. En natuurlijk, het is mogelijk om in een extra jaar de studenProf. dr Frank Abbas: "De onderbouwing van het rapport van de commissie ten tandheelkunde Linschoten is niet op alle punten even sterk en berust voor een deel op nóg beter op te aannames en veronderstellingen" leiden door ze uitgebreider diagnostisch te scholen. Maar het moet nog blijken of zelfs dat financieel binnen de thans geldende kaders kun haalbaar is. je ze niet ook nog eens op alle deelgebieden de extra vereiste uitgebreide De vraag is ook of je daarmee uiteindelijk het praktische scholing geven. aantal specialisten en gedifferentieerde tandartDe politiek heeft kortom veel te hoog- sen kunt verminderen, zoals door de commissie gespannen verwachtingen en heeft er Linschoten wenselijk wordt geacht. Het zou wel bovendien niet voldoende geld voor eens zo kunnen zijn dat bijvoorbeeld de tandover. En dat is zeer frustrerend". arts-parodontoloog het juist nog drukker gaat krijgen doordat studenten specifieke problemen Kleinschalige specialisatie beter leren herkennen, maar onvoldoende prakDesondanks moeten de opleidingen tische scholing kunnen krijgen. eind dit jaar met het Raamwerkplan Op basis van het Raamplan gaan wij in ieder aan de slag om het curriculum aan geval vaststellen hoe de opleiding tandheelte passen en het zesde studiejaar in kunde er volgens ons uit moet gaan zien. Dat te vullen. Volgens Abbas zouden de zal niet zo ver gaan als de commissie Linschoten opleidingen daartoe hooguit binnen wenselijk acht, maar het is niet anders".
Oproep! Kent ú projecten voor de Stichting NVvP? DE STICHTING NVVP IS IN HET LEVEN GEROEPEN OM PARODONtaal onderzoek en parodontaal onderwijs in Nederland te stimuleren. Projecten die hiervoor in aanmerking komen, kunnen worden aangemeld bij het secretariaat van onze vereniging.
Voor meer informatie over criteria en mogelijkheden kunt u contact opnemen met het NVvP-secretariaat: telefoon (0598) 633 313 of
[email protected].
5
NVvP Nieuwsbrief nr.58 september 2007
van mond tot mond Ultrasone apparatuur versus handinstrumenten Deze literatuurstudie is als examenopdracht uitgevoerd door de studenten Z. Hamza, T. Kakebeeke, A. Shaker, M. Vliegenthart en A. Wiskerke van de opleiding Mondzorgkunde aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. Dit project is begeleid door mevrouw H.M.E. de Lugt-Lustig. Doel Het doel van deze literatuurstudie is een advies uitbrengen aan de opleiding mondzorgkunde te Nijmegen en de daar reeds werkzame mondhygiënist over de voor- en nadelen van het gebruik van ultrasone apparatuur. Onderzoeksvraag Is het gebruik van ultrasone apparatuur effectiever dan het gebruik van handinstrumenten bij niet-chirurgische parodontale behandelingen? Samenvatting Parodontale behandelingen werden in het verleden in eerste instantie verricht met handinstrumenten. Deze behandelingen zijn geïndiceerd om ontstekingen van het parodontium te elimineren en het voortschrijden van de ontsteking te voorkomen. In 1955 werd de ultrasone apparatuur geïntroduceerd voor het reinigen van tandoppervlakken. Door aanpassingen en verbeteringen aan de apparatuur werd het ook mogelijk tandplaque en tandsteen te verwijderen. Tot nu toe werd over het algemeen aangenomen dat bij het verwijderen van subgingivaal tandsteen handinstrumenten effectiever zijn dan ultrasone apparatuur. Steeds vaker vraagt men zich af of de werking van ultrasone apparatuur even effectief is als het gebruik van handinstrumenten. Voor dit literatuuronderzoek zijn 27 artikelen gebruikt. De inclusiecriteria bij dit vergelijkende literatuuronderzoek zijn patiënten met ASA-score l, chronische parodontitis en pocketdiepte ≥ 4 mm. De onderzoeksduur is minstens drie maanden. Patiënten met systeemziekten of ASA-score ll of meer, patiënten die een antibioticum hebben gebruikt tot 3 maanden voor aanvang van het onderzoek en patiënten met subgingivale reiniging in de afgelopen 12 maanden zijn buiten beschouwing gelaten in het onderzoek. Een aantal onderwerpen maakt de resultaten van dit literatuuronderzoek minder valide. In veel onderzoeken wordt niet gekeken naar het verschil tussen rokers en niet-rokers, komt niet naar voren hoelang de patiënten chronische parodontitis hebben en wordt alleen gesproken over minimale pocketdiepte van 4 mm en niet over de maximale pocketdiepte. Tevens is in alle artikelen sprake van een kleine patiëntenpopulatie (15-57 personen). Om een
betere vergelijking te kunnen maken, zijn er meer onderzoeken geïndiceerd die aan gelijkwaardige richtlijnen voldoen. Handinstrumenten zijn onder te verdelen in scalers en curettes. Scalers worden gebruikt voor supragingivale reiniging en curettes zijn bedoeld voor subgingivale reiniging. Zowel de scalers als de curettes zijn in meerdere vormen en maten verkrijgbaar. Ultrasone apparatuur bestaat meestal uit een basiselement, een handstuk en een voetregelaar en is ingebouwd in de tandheelkundige unit of is als set verplaatsbaar. Er kunnen diversen werktips op het aanzetstuk worden gemonteerd, zowel voor supra- als subgingivaal gebruik of een combinatie van beiden. In het handstuk vindt omzetting plaats van elektrische energie in mechanische energie, dit gebeurt in de vorm van snelle vibraties (18.000 tot 50.000 trillingen per seconde). De energie wordt overgebracht op een aanzetstukje dat in trilling wordt gebracht. De uiteindelijke werking vindt dan ook voornamelijk plaats door het in trilling brengen van de tip. Door de trillingen komt warmte vrij die schadelijk kan zijn voor weefsels. Vandaar dat waterkoeling noodzakelijk is. Voordelen Het gebruik van ultrasone apparatuur is minder arbeidsintensief dan het gebruik van handinstrumenten. Zo blijkt de tijdsduur bij reiniging met ultrasone apparatuur korter te zijn. Uit een recent gepubliceerde meta-analyse is naar voren gekomen dat de instrumentatietijd per gebitselement met mechanische scalers gemiddeld 4.7 minuten kost en dat deze tijd met handinstrumenten 7.5 minuten bedraagt. Subgingivale reiniging van de gehele dentitie vereist 106 minuten met behulp van ultrasone apparatuur tegenover 214 minuten bij het subgingivaal reinigen per kwadrant met handinstrumentarium. Er zijn nog meer tijdsbesparende voordelen: ultrasone apparatuur hoeft niet geslepen te worden, met ultrasone apparatuur is het eenvoudiger om hardnekkig tandsteen en aanslag te verwijderen en anesthesie is minder vaak nodig. Bovendien is het gebruik van ultrasone apparatuur minder vermoeiend. Er is een betere ergonomie mogelijk en slechts een lichte druk is vereist. Ultrasone apparatuur vergt minder evaring van de behandelaar om handig en effectief te werken. Het leerproces schijnt dan ook korter te zijn. Uit de artikelen blijkt dat de klinische resultaten, zoals pocketdiepte, aanhechtingsniveau en bloedingsneiging, voor supra- en subgingivale gebitsreiniging niet significant verschillen bij het gebruik van mechanische- of handinstrumenten. Ook hebben beide technieken wat betreft plaque- en bloedingscores een goede reductie zonder significante verschillen. Handinstrumenten ondervinden vaak weerstand van het bindweefsel en het alveolaire bot waarbij meer weefselbeschadigingen optreden dan met ultrasone apparatuur. Daarentegen geven handinstrumenten wel gladdere oppervlakken. In veel onderzoeken is naar voren gekomen dat een combinatie van beide technieken zeer goede resultaten oplevert. Naarmate de pockets dieper zijn, wordt het moeilijker om deze adequaat te reinigen. Uit meerdere onderzoeken is gebleken dat geen van beide technieken in staat was om alle plaque en tandsteen, met name op de bodem van de pocket, te verwijderen. Naast furcatiecurettes kunnen furcaties met universele curettes, vijlen en smalle excavatoren gereinigd worden. Het reinigen van furcaties met ultrasone apparatuur kan plaatsvinden met behulp van de gebogen tips, die net als de furcatiesonde in de furcatie gedraaid kunnen worden. Als de furcaties licht toegankelijk zijn, blijken handinstrumenten en mechanische scalers even effectief
6
NVvP Nieuwsbrief nr.58 september 2007
brief
te zijn. Indien de furcaties verder toegankelijk zijn (klasse ll en lll) blijkt ultrasone apparatuur effectiever. Handinstrumenten zijn onvoldoende in staat om alle plaque en tandsteen uit de furcaties te verwijderen.
tips bij ultrasone apparatuur is bij implantaten gecontra-indiceerd; de tips zouden de implantaten kunnen beschadigen. Gevoelige tandhalzen kunnen door het gebruik van ultrasone apparatuur nog gevoeliger worden.
Contra-indicaties Het gebruik van ultrasone apparatuur wordt afgeraden bij patiënten met tuberculose, bij patiënten met een pacemaker, bij potentiële risicopatiënten (hepatitis en HIV) en bij patiënten met een gecompromitteerd immuunsysteem, ademhalingsproblemen of slikproblemen; hierbij wordt het gebruik van handinstrumenten geadviseerd. Ook wordt het gebruik van ultrasone instrumentatie afgeraden bij melkelementen, nieuw geërupteerde elementen en op ontkalkt glazuur. Het gedemineraliseerde glazuur wordt door de tip weggeslepen zodat er een macroscopische caviteit ontstaat en remineralisatie niet meer mogelijk is. Het gebruik van metalen
Conclusie Uit bovenstaande kan geconcludeerd worden dat ultrasone apparatuur niet effectiever is dan handinstrumentarium, maar wel de voorkeur heeft in verband met tijdsduur, arbeidsintensiviteit en ervaring van de behandelaar. De studenten hebben uit de 27 gebruikte artikelen de volgende conclusie getrokken. Zij adviseren de opleiding Mondzorgkunde en de werkende mondhygiënisten meer gebruik te maken van ultrasone apparatuur. Deze apparatuur kan gebruikt worden voor het verwijderen van tandsteen. De worteloppervlakken kunnen daarna met handinstrumenten geplaned worden.
Het Consilium bestaat 20 jaar Rond 1986 kwamen de NVvP en de NMT overeen dat er een commissie moest worden ingesteld die de deskundigheid van de tandarts-parodontoloog zou moeten toetsen. Dus werd in 1987 het Consilium Parodontologicum opgericht. Prof. dr Ubele van der Velden maakt sinds de oprichting deel uit van het Consilium, de laatste jaren als voorzitter. Hij licht het functioneren van het Consilium toe: 'Het Consilium vormt een belangrijke waarborg voor kwaliteit'. De instelling van het Consilium werd vastgesteld bij besluit van de 64e Algemene Ledenvergadering van de NVvP, gehouden op 10 november 1987. Dit Consilium bestond uit vijf personen die gekozen werden op basis van hun bekwaamheden in het vakgebied: de drie hoogleraren parodontologie prof. dr L. Coppes (Universiteit van Amsterdam), prof. dr T. Pilot (Universiteit Groningen, de eerste voorzitter) en prof. dr H.H. Renglli (Universiteit Nijmegen) alsmede twee stafmedewerkers van de afdeling parodontologie van de Universiteit van Amsterdam: dr U. van der Velden en J.L.M van den Heuvel. Met elkaar stonden de vijf leden voor de uitdaging om de doelstellingen en taken van het Consilium handen en voeten te geven. Dat dit prima gelukt is, blijkt wel uit het functioneren van het Consilium. Kennis en kunde beoordelen Tot de eerste taak van het Consilium behoort 'het toetsen, erkennen en registreren van leden van de Vereniging die te kennen geven voor een kwalificatie als Tandarts-Parodontoloog in aanmerking te willen komen', zoals omschreven staat in het Reglement voor het Consilium Parodontologicum. Consilium-voorzitter Prof. dr Ubele van der Velden: "Een tandarts-parodontoloog (TP) die in aanmerking wil komen voor een erkenning
Het huidige Consilium bestaat uit: Prof. dr U. van der Velden - voorzitter Dr J.A.H. Tromp - vice-voorzitter H. Hamming, M.Sc. R.W.R. Steures Dr W.H. van Leeuwen Prof. Dr F. Abbas
door de NVvP, dient bij ons daartoe een aanvraag in. Vervolgens gaat de betreffende aspirant TP de toetsingsprocedure in, beginnende met een formeel examen dat afgelegd moet worden voor het Consilium. Om hiervoor te slagen, moet de aspirant TP voldoen aan een aantal criteria op het gebied van kennis, consultatie en behandeling, onderwijs/nascholing en onderzoek. Naast het (schriftelijke- en mondelinge-) examen dient de betreffende aspirant TP een presentatie te houden van twee van de tien door hem/haar behandelde- en geëvalueerde patiënten. Deze presentatie wordt gevolgd door een discussie, waarmee de kennis en kunde van de betreffende TP beoordeeld kan worden. Bovendien moet de aspirant TP een stage hebben gelopen in een daarvoor door het Consilium goedgedkeurde parodontologiepraktijk van minimaal
7 7
80 dagdelen in een periode van 6 tot 12 maanden." Wanneer aan alle voorwaarden is voldaan, kan worden overgegaan tot het verstrekken van de erkenning. Deze is geldig voor vijf jaar, waarna de erkenning kan worden verlengd.
Opleidingen in de parodontologie Van der Velden: "Toen wij met het Consilium begonnen, waren er nog geen formele opleidingen in de parodontologie. Dit veranderde toen in 1991 in Amsterdam en Nijmegen de driejarige MSc-opleidingen in de parodontologie werden gestart, onder de stimulerende leiding van respectievelijk Frank Abbas en Gordon Wolffe. Dit maakte het werk van het Consilium eenvoudiger: omdat één van de Consiliumleden kon worden toegevoegd aan de examencommissie van de MSc-opleiding, kon het resultaat van het MSc-examen worden overgenomen door het Consilium. Ook voor aanvragen van buitenlandse aspirant TP-en werd de situatie eenvoudiger: in 1991 werd immers de Europese Federatie voor Parodontologie opgericht. Deze organisatie ontwikkelde op basis van het Nederlandse model de eisen waaraan een opleiding in de parodontologie moet voldoen om voor erkenning van de EFP in aanmerking te kunnen komen. De formele reglementen werden in 1996 vastgesteld en op basis hiervan kregen in 1998 de opleidingen in Amsterdam en
Nieuwsbrief nr.58 september NVvPNVvP Nieuwsbrief nr. 44 maart 2004 2007
Bern de EFP-erkenning, gevolgd door Nijmegen in 1999. Intussen hebben 11 opleidingen de EFP-erkenning verkregen. Dit betekent dat aspirant TP-en die een EFP-erkende opleiding in het buitenland hebben gevolgd, niet ook nog eens een apart examen voor het Consilium hoeven te doen. Wel moeten zij de stage nog lopen; iets dat voor de Nederlandse kandidaten meestal niet geldt omdat zij deze stage al in het kader van de MSc-opleiding hebben gelopen. Aspirant TP-en die geen erkende opleiding hebben gevolgd, moeten dus nog wel het examen bij het Consilium afleggen." Tweetrapsraket Net zoals haar vakgebied is het Consilium voortdurend in ontwikkeling. Zo kreeg de aanvrager vroeger meteen een erkenning nadat de visitatie (met positief gevolg) had plaatsgevonden. In de loop der jaren bleek echter dat niet iedere afgestudeerde TP direct praktijk ging houden, bijvoorbeeld omdat men eerst naar het buitenland vertrok. Van der Velden: "Daarom is er thans bij de erkenning sprake van een tweetrapsraket: de aspirant TP die voor erkenning in aanmerking wil komen, volgt eerst de verificatieprocedure en krijgt bij positief resultaat een voorlopige erkenning. Daarmee verwerft hij/zij de status van kandidaat TP, waarmee hij/zij op de lijst voor verwijzers komt te staan en voor de buitenwereld erkend is. Om voor een definitieve erkenning in aanmerking te komen, dient na minimaal 2 jaar en maximaal 3 jaar alsnog een visitatie door het Consilium plaats te vinden." Verlenging Het verlengen van een erkenning hoort eveneens tot de taken van het Consilium. Tot niet al te lang geleden werd de toetsing voor de verlenging van de erkenning door het Consilium gedaan, maar ook daarvoor geldt dat de ontwikkelingen leiden tot verandering. Het aantal TP'en is dermate toegenomen, dat het toetsen voor verlenging van de erkenning niet meer door het Consilium zelf gedaan kan worden. Deze toetsing wordt nu intercollegiaal gedaan door twee erkende TP'en die moeten vaststellen of de TP in kwestie voldoet aan de voorwaarden voor de continuering van de kwalificatie TP; één en ander zoals is opgenomen in hoofstuk 6 van het reglement voor de Tandarts-Parodontoloog. Van der Velden:
mogelijk niveau te houden. Voor de toekomst verwacht Van der Velden een samenwerkingsverband met de tandarts-implantologen: "Toen we begonnen, bestond de implantologie nog nauwelijks. Inmiddels is dit vakgebied onlosmakelijk verbonden met de parodontologiepraktijken. Een nauwere samenwerking van het Consilium met de tandarts-implantologen ligt dan ook voor de hand. We voeren gesprekken Prof. dr Ubele van der Velden: "Wij zijn in de parodontologie nog met de NVOI om te steeds uniek omdat wij bij de beoordeling voor (verlenging)erkenning komen tot een gezaaltijd de kwaliteit van de daadwerkelijke behandeling meenemen" menlijke toetsing. Om zo samen verder "De vraag is natuurlijk welke tandartste werken aan de waarborging van kwaparodontologen als visiteurs fungeren. De liteit." keuze daartoe wordt in nauw overleg met de Sectie Tandarts-Parodontologen vastgeErvaringen steld." Van der Velden tot slot: "Twintig jaar Het verslag van een visitatie wordt eerst Consilium is niet niks. Het is fantastisch naar de gevisiteerden gestuurd en, voorzien wanneer alles goed gaat, maar tegelijkertijd heel erg moeilijk als de zaken allemaal niet gaan zoals de bedoeling is. Ik kan wel zeggen dat ik in TP'en die beschikken over een sommige gevallen soms slapeloze erkenning moeten jaarlijks een nachten heb gehad omdat verlies van het TP-schap zulke enorme verslag inleveren bij het Consilium, persoonlijke en professionele conwaarin nader ingegaan wordt op sequenties heeft. Over het totaal aspecten als PAO (gevolgd én gezien denk ik echter dat alles heel gegeven), de tijdsbesteding van positief heeft uitgewerkt. Wij zijn de medewerkers, de behandelde in de parodontologie nog steeds en verwezen patiënten, het uniek omdat wij bij de beoordeling aantal verwijzende tandartsen en voor (verlenging)erkenning altijd de kwaliteit van de daadwerkelijke een schatting van de indeling naar behandeling meenemen. Met andere ernst van de afwijking daaraan woorden: er wordt meegekeken hoe gekoppelde behandelmethoden. een eerste consult verloopt, hoe de initiële en chirurgische behandelingen worden uitgevoerd, hoe de van een commentaar, naar het Consilium. nazorg wordt gedaan etc. Op basis hiervan beslist het Consilium of Tenslotte wil ik graag van deze gelegende erkenning al dan niet wordt verlengd. heid gebruik maken om iedereen die in de afgelopen 20 jaar lid is (of is geweest) Implantologie van het Consilium uit de grond van mijn Het Consilium verricht haar taken op basis hart bedanken voor de enorme inzet die van een gefundeerd reglement en de gedrenodig was en is om de taken van het venheid van vakgenoten om de kwaliteit Consilium naar behoren uit te voeren." van de parodontologie op een zo hoog
8
NVvP Nieuwsbrief nr.58 september 2007
brief
Connecting People
Professor Hugo De Bruyn, hoogleraar Parodontologie en Implantologie in Gent, gaf tijdens de ALV dd. 24 april j.l. een lezing met als titel: 'Connecting People'. Speciaal voor de NVvP-Nieuwsbrief maakte hij van zijn lezing onderstaande samenvatting.
Motivatie en mondhygiëne-instructie 1. Motivatie De doelstelling van het motiveren van de patient en het geven van advies/mondhygiëne-instructie is om een gedrag aan te leren dat significante pathologische effecten van plaque-accumulatie voorkomt. In de meeste gevallen zorgt een aanvaardbaar hygiëneniveau voor minder parodontale afbraak of een betere prognose na behandeling. Bovendien maakt het de patiënt minder afhankelijk van professionele nazorg. Uit studies blijkt dat, hoe goed de bedoelingen van een recall systeem ook zijn, de patiënt vaak afhaakt naarmate de professionele nazorg te vaak wordt opgelegd. Er moet dus een compromis worden gevonden tussen hetgeen idealerwijze kan en hetgeen voor de patiënt realistisch haalbaar is. Motivatie van de patiënt wordt al te vaak stiefmoederlijk behandeld in de dagelijke tandartspraktijk. Enerzijds wordt het in het Belgisch ziekenfondssysteem onvoldoende vergoed, anderzijds beschouwt de tandheelkundige professie (die technische handelingen als prioriteit stelt) het vaak als moeilijk om een eerlijke honorering te vragen voor preventieve behandelingen. Nochtans is het in de behandeling van patiënten met een parodontale voorgeschiedenis een noodzaak om tot goed resultaat te komen. De reden voor onvoldoende plaquecontrole tijdens of na parodontale therapie is vaak niet omwille van te weinig instructie dan wel omwille van het gebrek aan motivatie. Veel patiënten kunnen het uitvoeren van mondhygiëne wel assimileren, maar het ontbreekt hen aan de motivatie of wil om daadwerkelijk de hygiëne uit te voeren. Onvoldoende of foutieve informatieverstrekking naar de patiënt toe kan dit veroorzaken. Het motiveringsproces bestaat uit 4 stappen: 1. Patient duidelijk maken dat zij/hij gevoelig is aan de aandoening. 2. Duidelijk maken dat de aandoening niet wenselijk is. 3. Duidelijk maken dat preventie mogelijk is. 4. Duidelijk maken dat preventie wenselijk is. Praktische richtlijnen 1. Informeer de patiënt aangepast aan diens opleidingsniveau of sociale achtergrond. Kom niet over als een betweter of als ongeïnteresseerd in het probleem. 2. De manier van benaderen hangt ook af van de behandelvraag of nood van de patiënt. 3. Geef richting aan de patiënt waardoor het belang van de preventie duidelijk wordt. Je kunt een aantal argumenten gebruiken om de motivatie op te krikken zoals: het behoud van een anders verloren tand, het vermijden van parodontale chirurgie, het behoud van esthetiek en/of functie, het verminderen van de kans op pijn of het behoud van een frisse adem (voorkomen van halitosis). Beschouw jezelf als de professional en geef gerichte informatie aan de patiënt zonder beschaamd
Prof. Hugo De Bruyn
te zijn bepaalde gevoelige punten (halitosis, acceptatie door de omgeving) in de informatieverstrekking te betrekken. 4. Jaag de patiënt niet nodeloos schrik aan. Het opwekken van angst (doemscenario’s zoals “Als je dit niet doet, zul je alle tanden verliezen binnen de 5 jaar en en een slecht-passende prothese moeten dragen” ) leidt vaker tot niet-opnemen van de verstrekte informatie op grond van verdringing (patiënt durft niet te denken aan de gevolgen). Naar analogie met de tabakcampagnes die ook ineffectief blijken, zelfs met de meest schrikwekkende boodschappen op de verpakking. 5. Schep geen verwachtingen die je niet waar kunt maken. Wees dus eerlijk in je advies en informatie. 6. Zet voor de patiënt duidelijke doelstellingen voorop zoals vermindering van bloeding bij poetsen, vermindering van roodheid of zwelling of het krijgen van een frisse adem. 7. Jaag de patiënt niet in de verdediging door opmerkingen te maken die de integriteit beschadigen. Bijvoorbeeld door te zeggen dat de adem stinkt of de mond vuil is. 8. Geef ook positieve opmerkingen bij de recallbezoeken en hou rekening met ontgoocheling. Niet inspelen op deze signalen kan tot gevolg hebben dat de patiënt voor zichzelf uitmaakt dat alles zinloos is. Dan ben je terug bij af. Vergeet niet: beter een patiënt die het hygiënepeil niet haalt maar wel op controle komt, dan een patiënt die afhaakt omwille van ontgoocheling. Geef daarom eerst aan waar het prima is en waar er verbetering is ten opzichte van vorige bezoeken. Pas daarna ga je aangeven waar er nog extra verbetering mogelijk moet zijn. Visualiseer je opmerkingen in de mond van de patiënt zelf en geef aan waar nog beterschap haalbaar is. Geef te kennen dat het de bedoeling is van de recallzitting om hem/haar te begeleiden. 9. Aantonen van aanwezigheid van plaque, gingivitis en/of pockets door middel van een handspiegel verhoogt de aandacht en de betrokkenheid van de patiënt. Het oorzakelijk verband dient onderstreept te worden en kan worden aangetoond in de mond van de patiënt. 10. Het gebruik van plaqueverklikkers kan in een eerste leerfase een handig middel zijn. Bij patiënten die echter reeds lange tijd in een nazorgprogramma meedraaien, is de effectiviteit om de mondhygiëne nog te verbeteren echt twijfelachtig. Het kan
9
NVvP Nieuwsbrief nr.58 september 2007
zelfs bepaalde patiënten afschrikken omdat ze na het bezoek aan de tandarts nog andere activiteiten hebben die door een “rode mond en lippen” worden afgeremd. De meeste van deze patiënten weten echt zelf wel dat ze ineffectief poetsen. Ga dus niet betuttelen en jaag de patiënt de stoel niet uit ! Conclusie Samenvattend kan men stellen dat de patiënt gedetailleerde informatie moet krijgen over zijn persoonlijke gebitstoestand en over de relatie tussen de aanwezigheid van plaque + tandsteen en de plaatsen met tandheelkundige aandoeningen. Het verstrekken van deze informatie is erop gericht de patiënt te motiveren om mee te werken aan de behandeling. Het is belangrijk dat de patiënt zelf verantwoordelijk wordt gemaakt voor zijn gedrag. 2. Nazorgbeleid Klinische opvolgstudies tonen aan dat bij de overgrote meerderheid van behandelde paropatiënten na de behandeling een verminderde effectiviteit in plaquecontrole optreedt. Deze minder goede plaquecontrole kan te wijten zijn aan gebrek aan motivatie, aan het onvermogen om de instructie manueel onder de knie te krijgen, aan het niet-begrepen hebben van de raadgevingen/ instructies of aan de vorming van tandsteen waardoor de hygiëne wordt bemoeilijkt. Hierdoor is het recidieve van gingivitis en parodontitis nauwelijks volledig uit te sluiten tenzij de patiënt deelneemt aan een individueel bepaald nazorgprogramma. Met een nazorgprogramma kan de parodontale conditie (en met name het aanhechtingsniveau, gerealiseerd na de behandeling) stabiel worden gehouden. De inhoud van de nazorgbehandeling is dan ook afhankelijk van het behaalde behandelresultaat. Optimale parodontale gezondheid manifesteert zich in de afwezigheid van bloeding na sonderen en meestal ook in kleine pocketdieptes. Men moet wel kunnen vergelijken met het resultaat na het beëindigen van de actieve behandeling. Misschien waren er toen ook reeds restpockets aanwezig en was het behandelresultaat het optimaal haalbare, maar toch niet perfect. Wanneer de parodontale gezondheid na de actieve behandeling optimaal is en na zes maanden stabiel blijkt, dan kan overwogen worden de nazorg 9maandelijks of jaarlijks te plannen. Constateert men daarentegen een vernieuwde parodontale afbraak of slechte plaquecontrole, dan wordt het interval opnieuw ingekort. Uit de in Gothenburg uitgevoerde studies onder leiding van Prof. Jan Lindhe blijkt dat met een 2-3 maandelijkse professionele nazorg de gingivitis en paro-
dontitis volledig tot staan kunnen worden gebracht. Anderzijds tonen de Michigan-studies aan dat bij regelmatige recall zelfs een onvolledige plaque-controle niet noodzakelijk betekent dat de parodontale behandeling totaal mislukt. Deze patiëntengroep werd driemaandelijks gezien en er werd mondhygiëne gereïnstrueerd, samen met het opkrikken van de motivatie en het verwijderen van plaque-retentiefactoren. De aanwezigheid van lokale gingivitis heeft dus niet noodzakelijk een directe impact op het aanhechtingsniveau. HIervoor is een aantal mogelijke verklaringen:
Als de plaquecontrole slecht is, moet de patiënt worden geïnformeerd. Hoe groot ook de wil van de practicus om de hygiëne bij de patiënt te verhogen, vaak zet herhaaldelijke reïnstructie weinig zoden aan de dijk. Verkort dan het recallinterval zodat de professionele reiniging vaker kan gebeuren. Je kunt dan enkel hopen dat het subjectief gevoel van een regelmatig schoon gebit de motivatie voor goede thuiszorg alsnog verhoogt.
Websitenieuws DE VERNIEUWDE WEBSITE VAN DE NVvP is beslist te moeite waard om eens te bezoeken. Naast de algemene informatie over onze vereniging kunt u in beeld en woord de inhoud van de laatste congressen bekijken. Natuurlijk vindt u veel informatie over het aanstaande najaarscongres “Parodontologie en Implantologie;
TA N D A R T S PA R O D O N TO L O O G STEVEN LIM (GEBOREN 16-01-1975 IN AMSTERDAM) VOLGDE DE OPLEIDING TANDHEELKUNDE AAN het ACTA en studeerde af in 1998. Een half jaar na het afstuderen begon hij als militair tandarts bij de Koninklijke Landmacht. Hij was op diverse kazernes in Nederland werkzaam en werkte twee jaar in Duitsland (Kazerne Seedorf). In 1999 en 2001 is hij in het kader van de Stabilization Force missie (SFOR) uitgezonden geweest naar Bosnië. Vanaf september 2002 volgde hij de Msc-opleiding in de parodontologie en in 2005 behaalde hij het diploma. Sindsdien werkt Steven als luitenant-kolonel parodontoloog in het Centraal Militair Hospitaal te Utrecht. Van januari 2007 t/m maart 2007 is Steven wederom uitgezonden geweest, dit keer in het kader van de Task Force Uruzgan. Eenzelfde cyclus zal zich herhalen vanaf eind september t/m half december 2007.
• Regelmatige recall impliceert dat gedurende een periode net voor en net na het tandartsbezoek de motivatie verhoogd wordt. De gingivitisperiode wordt dan voldoende kort gehouden om schadelijk te worden. • Regelmatige reiniging supra-subgingivaal verstoort de bacterieflora in aantal en compositie zodat het verschillende maanden duurt voordat de flora weer het pathologisch schadelijk effect bereikt. • Reiniging van de bloedende pocket zorgt voor een nieuwe epitheliale aanhechting die gedurende enkele weken weerstand biedt aan het effect van plaque-accumulatie. 1. Wanneer bij de reeds behandelde patiënt bloedende restpockets worden vastgesteld en dit niet door ontoerekende mondhygiëne kan worden verklaard, moet professioneel worden ingegrepen. Men mag de schuld voor recidieve niet alleen naar de patiënt toeschuiven, maar moet zich realiseren dat verdere behandeling nodig kan zijn. Deze behandeling kan bestaan uit hernieuwde rootplaning en scaling. In de meeste gevallen kan enkel met selectieve tandextractrie of chirurgische pocketeliminatie behandeld worden. Dit is voornamelijk het geval bij patiënten waar niet-chirurgisch werd behandeld en waar de anatomie van het botdefect of tand een effectieve reiniging heeft bemoeilijkt. Controleer dus tijdens de recall het aanhechtingsniveau en grijp tijdig in. Vaak worden patiënten te laat doorverwezen voor uitgebreidere (specialistische) behandeling omwille van “Supervised neglect “.
onlosmakelijk verbonden”, dat gehouden wordt op donderdag 15 en vrijdag 16 november 2007 in de Jaarbeurs te Utrecht. Makkelijk: via de website kunt u zich direct aanmelden voor dit congres! Op de website vindt u tevens alle informatie over onze folderlijn, waaronder de onlangs gelanceerde nieuwe folder:
nieuws 10
“Mondhygiëne, een bewuste keuze”. Alle folders zijn via de site te bestellen. Vanzelfsprekend kunt u zich via de site als nieuw lid aanmelden. Wanneer u geïnteresseerd bent in alle activiteiten van onze vereniging en regelmatig congressen wilt bezoeken, is dit absoluut interessant om te doen. Het adres van de NVvP-website: www.nvvp.com of www.nvvp.org.
NVvP Nieuwsbrief nr.58 september 2007
brief
Nieuwe erkenningen
EFP Nieuws DE EXECUTIVE COMMITTEE VAN DE EFP HEEFT EEN NIEUWE juridisch fiscalist en accountant aangesteld. Dit duo is werkzaam binnen/vanuit België, waar de financiële zetel van zowel de EFP alsook van de EFP-Group (hierin zijn de industriële partners van de EFP vertegenwoordigd en de commerciële activiteiten in ondergebracht) is gevestigd. Op 8 september vond derhalve een extraordinaire General Assembly in Stockholm plaats. Tijdens deze vergadering werd aan de representatives van de lidstaten goedkeuring gevraagd voor de
rapporten van de EFP én de EFP Group voor het jaar 2006. Vele representatives waren niet persoonlijk aanwezig en reageerden per e-mail. Nederland werd vertegenwoordigd door Edwin Winkel, voormalig penningmeester Executive Committee en vanaf nu representative voor ons land. Hij volgt daarmee Ubele van der Velden op, die deze taak jarenlang heeft vervuld, waarvoor onze grote dank. Ubele van der Velden zal actief blijven voor de EFP als voorzitter van de commissie Postgraduate Education en als lid van de wetenschappelijke commissie Europerio. Tevens werd van deze gelegenheid gebruikt gemaakt om in Stockholm de locaties en faciliteiten voor Europerio 6 in juni 2009 te bekijken. De voorbereidingen voor dit congres zijn al weer in volle gang!
NVvP in het Nieuws OP DONDERDAG 6 SEPTEMBER J.L. VERSCHEEN de Telegraaf met een aparte themabijlage in een oplage van 400.000 stuks, getiteld 'Verstand van Tanden'. De opzet van deze informatieve gids was het informeren van de Nederlandse bevolking over alle nieuwe technieken en mogelijkheden inzake monden tandverzorging. Ook de NVvP werd benaderd voor het plaatsen van een artikel en aldus geschiedde. Onze bijdrage besloeg een halve pagina en ging in het kort in op het (ontstaan van) gingivitis en parodontitis en de relatie van parodontitis met de algehele gezondheid.
11
NVvP Nieuwsbrief nr.58 september 2007
brief
Case presentation
In deze rubriek presenteren Parodontologen NVvP een interessante casus uit hun praktijk. Dit keer wordt de presentatie verzorgd door Jurgen Reiker te Zwolle.
Een uitgezakte en naar voren groeiende voortand (21) en terugtrekkend tandvlees was voor de 47-jarige patiënt B. een esthetisch probleem. Herhaald bijslijpen van de 21 door de tandarts was geen afdoende oplossing. Patiënt B. werd naar de Parodontologie Praktijk Zwolle verwezen. Uit de tandheelkundige en medische anamnese bleek dat er geen sprake was van (bewust) trauma van de voortand; de patiënt goed gezond was en geen medicijnen gebruikte; 20 sigaretten per dag rookte en geen interdentale reiniging uitvoerde. Uit parodontaal onderzoek bleek dat er was sprake van een vrijwel gegeneraliseerde parodontitis met een progressief karakterbeeld,
1
3
6
waarvan de uitgroeiende 21 zichtbaar deel van uitmaakte. (afb. 1 beginstatus). De behandeling van de parodontitis en daarmee het verkrijgen van een infectievrije mond zou absolute voorwaarde moeten zijn (infectiecontrole-fase) voordat met de definitieve oplossing van het specifieke esthetisch probleem van de 21 begonnen kon worden (reconstructie-fase). De uitgebreide parodontale behandeling resulteerde in een ontstekingsvrije mond (afb. 2 eindstatus parobehandeling) met een goede mondhygiëne. De patiënt was inmiddels gestopt met roken. Er werd een 4-maandelijks recall-schema afgesproken en evaluatie 1 jaar later. De oplossing met betrekking tot de 21 was nu aan de orde (afb. 3) . Voor een esthetisch acceptabel en duurzame oplossing was het wenselijk dat de 21 geëxtraheerd werd. Een uitneembare voorziening wilde B. niet. Een brug was geen optie daar de 11 en 22 bijna volledig gaaf waren. Er werd gekozen voor een implantaat als oplossing. Daar er sprake was van fors angulair botverlies rondom de 21(afb. 4) en een buccale gingivarecessie (afb. 3) zou implanteren zonder regeneratie een groot risico op een esthetisch onfraai resultaat zijn. Derhalve werd 4
er in principe besloten tot orthodontische extrusie om het dento-gingivale complex naar incisaal te migreren en ook enige botregeneratie te verkrijgen. Echter, B. wilde geen uitgebreide vaste apparatuur in de mond; eenvoudige knopankers met doorzichtig elastiek was geen probleem (afb. 5). Gedurende 6 maanden is een extrusie van ongeveer 7 6 mm gerealiseerd, duidelijk zichtbaar aan de locatie van de knopankers. Het dento-gingivale complex was met de extrusie goed meegekomen en ook enige botregeneratie had plaatsgevonden (afb. 6+7). De situatie was nu klinisch en röntgenologisch naar wens en de implantatie werd gepland. De 21 werd geëxtraheerd en een implantaat immediaat met voldoende primaire fixatie geplaatst. De buccale 8 gap is opgevuld met BioOss (afb. 8). Vervolgens is in dezelfde zitting een immediate temporary abutment geplaatst waarop het uitgeholde natuurlijke element is teruggeplaatst als noodkroon (afb. 9+10). Na heling van zachte weefsels is er tussentijds nog een composiet noodkroon vervaardigd om een beter “emergence profile” te krijgen. Zes maanden na implanteren is door de tandarts de definitieve kroon geplaatst (afb. 11) in een gezond parodontium (afb. 12). De patiënt is onder mondhygiënistische controle ter bestendiging van het resultaat.
nieuws 2
5
12
NVvP Nieuwsbrief nr.58 september 2007
9a
9b
10
11
12
13
NVvP Nieuwsbrief nr.58 september 2007
Agenda
brief
Deze agenda wordt samengesteld uit gegevens zoals bekend bij de NVvP en het PAOT. Cursusgegevens voor deze rubriek kunt u inzenden naar het secretariaat NVvP.
Congressen in 2007-2009 •
NVvP-Najaarscongres: Parodontologie en Implantologie; onlosmakelijk verbonden 15 en 16 november 2007, Beatrixtheater Jaarbeurs,Utrecht
•
NVM Lustrumcongres 30 november - 1 december 2007, Efteling, Kaatsheuvel
•
NVvP-Voorjaarscongres 2008 4 april 2008, Figi, Zeist
•
NVvP-Najaarscongres 2008 13-14 november 2008
•
EuroPerio 6 4-6 juni 2009, Stockholm (Zweden)
Haal méér uit uw lidmaatschap! Bij de NVvP kunt u diverse informatieve folders bestellen, een waardevolle ondersteuning bij de uitoefening van uw praktijk. Ter opfrissing van uw kennis biedt de vereniging u tevens de keuze uit verschillende wetenschappelijke naslagwerken. Extra aantrekkelijk: als NVvP-lid krijgt u korting op uw bestelling.
Niet-leden In onderstaande rubriek worden uitsluitend cursussen aangekondigd die relevant zijn voor de Parodontologie en Implantologie. De redactie behoudt zich het recht voor om aanmeldingen zonder opgaaf van redenen niet in deze rubriek op te nemen. Vermelding in deze rubriek betekent niet dat de inhoud van het aangekondigde in overeenstemming hoeft te zijn met de opvattingen of het beleid van de NVvP.
Cursussen, Compact Clinics, Workshops okt t/m dec 2007 • •
Orale Implantologie, theorethische en praktische cursus 11 en 12 oktober 2007, Acta Dental Education i.s.m. het International Team for Implantology, Amsterdam (inschrijvingen via Straumann) Suprastructuren op implantaten: live demonstratie 26 oktober 2007, Kliniek voor Parodontologie Amsterdam, Amsterdam
•
Cursus Preventieassistent start: 1 september 2007, Centrum Onderwijs Parodontologie, Tilburg
•
Cursus MH-C voor mondhygiënisten start: najaar 2007, Kliniek voor Parodontologie Amsterdam, Amsterdam
• •
Chirurgische behandelmogelijkheden in regeneratieve en esthetische parodontale therapie 23 november 2007, Post Academisch Onderwijs Centrum Tandheelkunde Nijmegen, UMC Nijmegen Cursus Paro-Preventieassistent cursus vanaf 7 december 2007, Centrum Onderwijs Parodontologie, Tilburg
•
Implanteren: person to person twee woensdagen op afspraak, Kliniek voor Parodontologie, Amsterdam
•
Meer informatie: • Kliniek voor Parodontologie Amsterdam, aanmelden via www.kvpa.nl of 06-48 83 6046 (uitsluitend voor informatie, niet voor aanmelding); • Centrum Onderwijs Parodontologie Tilburg, aanmelden via mevr. Yolanda Lucchesi, telefoon 06-30801247; • Straumann BV, telefoon 030-604 66 11 of
[email protected] • PAOCT Nijmegen, telefoon 024-3619408 of www.paotumcn.nl Voor meer informatie over internationale congressen verwijzen wij u naar de desbetreffende agenda in het Journal of Clinical Periodontology of www.efp.net De teksten die in deze rubriek worden gepubliceerd vallen buiten de verantwoording van de redactie.
Informatie
van onze sponsors
Dent-Med Materials: cursussen bot- en weefselregeneratie in nieuw pand Dent-Med Materials b.v., importeur en exclusief distributeur van Geistlich Biomaterials Zwitserland, wereldwijd marktleider op het gebied van producten voor bot- en weefselregeneratie zoals Bio-Oss® en Bio-Gide®, organiseert regelmatig cursussen zowel theoretisch als praktisch. Sinds kort heeft Dent-Med Materials in haar nieuwe pand de beschikking over een volledig ingericht auditorium waar cursussen
kunnen worden gegeven. Daarbij zijn ook voorzieningen aanwezig om de cursist hands-on te trainen. Misschien een idee om met uw studiegroep hieraan deel te nemen. Een bekwaam team van specialisten op dit vakgebied zal u hierbij terzijde staan. De opgedane ervaringen kunnen tijdens live-operaties in diverse klinieken in de praktijk gebracht worden. Daarbij behoort ook de mogelijkheid uw eigen patiënt te behandelen. Voor verdere informatie kunt u contact opnemen met: Dent-Med Materials b.v. Dorpsstraat 72, 1713 HK Obdam, Tel.: 0226-360150, Fax: 0226-360151 Email:
[email protected]
• Uw tandvlees krijgt een cijfer
Leden
€
€
100 stuks
21,00
18,00
200 stuks
33,00
28,00
300 stuks
45,00
37,00
500 stuks
67,00
55,00
1000 stuks
125,00
100,00
• Mondverzorging: een bewuste keuze
NIEUW !!
50 stuks
32,50
25,00
100 stuks
65,00
50,00
200 stuks
120,00
95,00
300 stuks
190,00
140,00
500 stuks
275,00
210,00
1000 stuks
525,00
400,00
• Parodontitis 1: Mondhygiëne en gebitsreiniging 50 stuks
33,00
27,50
100 stuks
65,00
55,00
200 stuks
120,00
100,00
300 stuks
182,00
150,00
500 stuks
300,00
250,00
1000 stuks
600,00
500,00
• Parodontitis 2: Mondhygiëne, gebitsreiniging en flapoperatie 50 stuks
37,50
32,50
100 stuks
75,00
65,00
200 stuks
140,00
120,00
300 stuks
210,00
182,00
500 stuks
350,00
300,00
1000 stuks
700,00
600,00
De vermelde prijzen zijn incl. BTW en exclusief verzendkosten. Bestellen kan snel en simpel telefoon 0229-540148, telefax 0229-543467 of
[email protected] De bestelling wordt zo snel mogelijk per post bij u thuisbezorgd. Extra voordeel dus van uw NVvP-lidmaatschap! (In de vakantieperiode kan de levering 2 tot 3 weken vertraging oplopen).
15
NVvP Nieuwsbrief nr. 58 september 2007
Sponsors 2007 van de NVvP Sponsors:
Platina:
DENT-MED MATERIALS (Geistlich Biomaterials: PERIO-System; Bio-Gide® PERIO en Bio-Oss® COLLAGEN) COLGATE PALMOLIVE
Goud:
GABA DENTAL (Elmex®, Meridol®)
Zilver:
BIOCOMP DENTAL (BioComp® en IsoTis OrthoBiologicstm en med3D Implantology)
Brons:
LABORAL DIAGNOSTICS® (microbiologische en genetische diagnostiek bij parodontitis, cariës- en legionella-onderzoek) STRAUMANN B.V. (Emdogain®)
Sponsor plus:
Sponsor +
CARLA VOS Advies & Organisatie