D UTCH S OCIETY
OF
P ERIODONTOLOGY
nieuws nieu w s brief nr. 38, september 2002
Nederlandse Vereniging voor Parodontologie Secretariaat: Postbus 24 9649 ZG Muntendam Telefoon: 0598 - 633 313 Telefax: 0598 - 633 413 / 633 412 E-mail:
[email protected] Website: www.nvvp.org
ISSN nummer 1568-4237
Redactie: Jan Tromp - Leo Kroon - Schelte Fokkema Laurens Tinsel - SACHA tekst & pr Vormgeving: Aat Doek BNO In deze NVvP-Nieuwsbrief treft u onder andere de volgende onderwerpen aan:
Woord van de voorzitter
Woord van de voorzitter 1 Abstract uit het Journal of Clinical Periodontology 2
Afscheid
Women in Perio: najaarscongres NVvP 2002 3 Uitslag Ledenenquête 5 Opgericht: de NVvP-BTW-BV 5
Op 15 november aanstaande zal de huidige vice-voorzitter Laurens Tinsel de voorzittershamer van mij overnemen. Dan zit mijn periode als voorzitter van de NVvP er weer op. De samenstelling van het bestuur wordt jaarlijks bepaald tijdens een zogenaamde weekendvergadering. In tegenstelling tot de reguliere vergaderingen die bedoeld zijn om de lopende zaken te bespreken, wordt dan het beleid bepaald voor de langere termijn. Het streven is om de samenstelling van het bestuur zo gevarieerd mogelijk te doen zijn met bij voorkeur zowel tandartsparodontologen als algemeen practici en het liefst afkomstig uit verschillende delen van het land. Zo is de professie zo goed mogelijk vertegenwoordigd. Als ik terugkijk op de afgelopen periode is er veel gebeurd: droevige zaken zoals het overlijden van onze (ere)leden Sture Nyman en Adam Spanauf maar ook vreugdevolle gebeurtenissen zoals het lustrumcongres met musical en de benoeming van de twee nieuwe ereleden Heinz Renggli en Ubele van der Velden. Ook de door de ledenvergadering inmiddels goedgekeurde oprichting van de “BV Diensten Nederlandse Vereniging voor Parodontologie” is een belangrijk feit. Hierdoor kan de NVvP aan haar fiscale verplichtingen blijven voldoen. Per 1 januari 2003 zal de papieren versie van de “Journal of Clinical Periodontology” alleen op verzoek worden toege-
M EMBER
OF
EUROPEAN FEDERATION
OF
Nijmegen bezoekt Brighton 6 EuroPerio 4 komt eraan! 8 NVvP in het nieuws 8 Oproep NVvP Braun Oral-B® Mondhygiëneprijs 9 Bestuursorganogram 9 Patiëntencasus 10 Mission Statements NVvP De Nederlandse Vereniging voor Parodontologie (NVvP) is een wetenschappelijke organisatie van tandheelkundige zorgverleners. De NVvP streeft naar algemene erkenning van het inzicht dat een gezond parodontium de basis vormt van duurzame tandheelkundige zorg en spant zich ervoor in effectieve parodontale zorg voor iedereen bereikbaar te maken. De NVvP ondersteunt tandheelkundige zorgverleners bij het verwerven en uitdragen van kennis en behartigt de belangen van haar leden.
Foto: Jan Jansen
zonden. Een ieder heeft de mogelijkheid ook “on line” van de inhoud kennis te nemen. Hiermee wordt voldaan aan het herhaald terugkerende verzoek van vele leden het tijdschrift niet meer toegezonden te krijgen. Het innemen en naar buiten brengen van een duidelijk standpunt van de NVvP ten aanzien van de 4-jarige opleiding tot mondzorgkundige heeft vele reacties opgeleverd. Een dergelijke actie is, gezien het politieke karakter ervan, nogal ongebruikelijk voor een wetenschappelijke
vereniging. Toch meende de NVvP op deze manier haar bezorgdheid over deze ontwikkeling te moeten uiten. Tenslotte wil ik u nog attenderen op het komende najaarscongres “Women in Perio”. Veelal vrouw-gerelateerde onderwerpen worden daar op boeiende wijze vertolkt door uit de internationale literatuur bekende vrouwelijke sprekers. De moderator is een …. vrouw. Mannen zijn echter ook van harte welkom! Nico Corba, voorzitter
PERIODONTOLOGY
De NVvP, omdat een goed gebit op een gezond fundament staat.
Abstract De klinische relevantie van non-chirurgische parodontale therapie: een ‘evidence-based’ benadering Introductie In het meinummer van het Journal of Clinical Periodontology werd een supplement bijgeleverd waarin vier artikelen gepresenteerd werden naar aanleiding van een symposium van de American Association for Dental Research in maart 2001. In deze vaste rubriek van de Nieuwsbrief geven we een samenvatting van deze artikelen. Tegenwoordig zijn de keuzes uit thera-peutische middelen en behandelmogelijkheden in toenemende mate complex geworden. Uiteindelijk zal iedere clinicus zelf dienen te beslissen welke therapie de meest voorspelbare zal zijn voor de individuele patiënt. Daarbij is het ‘evidence-based’ handelen van de clinicus een absolute voorwaarde. Een significant verschil in een onderzoeksverslag hoeft echter nog geen klinische relevantie te betekenen. Er werd een lijst van 9 criteria gepresenteerd die mogelijk de klinische relevantie van onderzoeksresultaten kunnen bepalen: 1. het effect van de behandeling of de statistische significantie; 2. verbeteringen in pocketdiepte (PD) en klinisch aanhechtingsniveau (CAL) van ≥ 2 mm; 3. het percentage sites dat veranderingen van 1, 2 en 3 mm geeft t.o.v. vooraf gedefinieerde PD; 4. drempelwaarden (zoals het aantal overblijvende pockets ≤ 5mm); 5. het percentage sites dat gezond wordt (≤ 3 mm); 6. het percentage sites dat nog steeds therapie nodig heeft; 7. morbiditeit (bijwerkingen); 8. benodigde behandeltijd en 9. de kosten van de behandeling.
Het doel van de non-chirurgische paro-dontale behandeling is het verlagen van de totale ‘bacterial load’ en het verlagen van de prevalentie van paro-pathogenen. Echter, de grootste beperking van de subgingivale reiniging is de bereikbaarheid, in pockets ≥ 5 mm wordt de kans steeds groter dat niet alle plaque en tandsteen wordt verwijderd. Volgens recente literatuur zouden micro-ultrasone tips het apicale deel van zelfs sterk verdiepte pockets (≥ 7 mm) bereiken. Overigens worden met het gebruik van hand- en ultrasone apparatuur dezelfde behandelresultaten bereikt. Alhoewel, het belangrijkste voordeel van het gebruik van ultrasone appara-tuur is de tijdwinst: besparingen tot wel 50% zijn mogelijk. Het is een illusie dat álle subgingivale plaque en tandsteen én het gecontamineerde wortelcement verwijderd worden maar blijkbaar is dat ook niet noodzakelijk om klinische genezing te bewerkstelligen. Het is m.a.w. belangrijk dat door de subgingivale reiniging een kritische grens wordt bereikt waarbij een evenwicht ontstaat tussen de resterende bacteriën en de gastheerrespons.
Een goede mondhygiëne is essentieel De grootste pocketreductie door supraen subgingivale reiniging treedt op Scalen en root planen: de gouden standaard na 1-3 maanden; verdere genezing en Het verwijderen van sub- en supragingimaturatie van de parodontale weefsels vale tandplaque en tandsteen vormt in de treedt nog op tot 9 á 12 maanden na hedendaagse praktijk nog altijd een essen- afloop van de behandeling. Naast de tieel onderdeel van de parodontale behan- pocketreductie is de afwezigheid van deling. Vele onderzoeksverslagen rappor- bloeding na sonderen een belangrijk teren bij herhaling dat scalen en rootpla- criterium voor een goed lange termijn nen (SRP) effectief zijn in het bestrijden resultaat. Voor de afwezigheid van van parodontitis. Dit gegeven maakt SRP parodontale ontsteking is niet alleen de tot de gouden standaard waarmee andere subgingivale reiniging essentieel maar of nieuwe technieken vergeleken dienen eveneens de mondhygiëne. Immers, te worden. de subgingivale flora vindt zijn oor-
2
sprong in de supragingivale tandplaque. Daarom is een goede mondhygiëne een absolute voorwaarde voor het op de lange termijn bereiken én behouden van een ultiem behandelresultaat. Full mouth disinfection Enkele jaren geleden is een nieuwe behandelwijze geïntroduceerd waarbij in 24 uur de volledige subgingivale gebitsreiniging plaatsvindt, gedurende 14 dagen gespoeld wordt met Chloorhexidine én de tong dagelijks gereinigd wordt. Deze zogenaamde ‘full mouth disinfection’ leverde na 1 maand significant meer pocketreductie op maar na 2 maanden kon geen verschil meer aangetoond worden in verge-lijking met de traditionele behandeling per quadrant. Voordeel van de full mouth disinfection zou zijn dat kruisbesmetting van onbehandelde pockets naar reeds behandelde pockets wordt voorkomen. Bovendien zou deze techniek effectiever zijn in het onder controle brengen van bepaalde subgingivale bacteriën. Systemisch toegepaste medicijnen Hiertoe behoren antibiotica en gastheer-modulerende middelen die tezamen met SRP leiden tot meer PDreductie en meer winst aan CAL, een verminderde noodzaak tot parodontale chirurgie, eliminatie van invasieve bacteriën en langdurigere reductie van bacteriën. In dat kader is gebleken dat Actinobacillus actinomycetemcomitans en Porphyromonas gingivalis vaker zouden persisteren vanwege hun invasieve karakter. De werking van het gebruik van systemische antibiotica is dan ook gebaseerd op het ondersteunen van de SRP om bacteriën te elimineren en de gastheerafweer te helpen in ‘bacterial killing’. Het bewijs voor het belang van antibioticumgebruik is het grootste in juveniele parodontitis en post-adolescente parodontitis. Locale chemotherapeutica Wanneer na initiële parodontale therapie nog enkele verdiepte pockets resteren, kan het klinisch effectief zijn om deze aanvullend te behandelen met Chloorhexidine chips (PerioChip), Doxycycline gel (Atridox), tetracycline vezels (Actisite) of minocycline microspheren. Het is aan de clinicus om te bepalen welke methode het beste voor hem/haar werkt bij welke patiënt. Dit abstract is uitgezocht en bewerkt door Schelte Fokkema.
NVvP Nieuwsbrief nr. 38 september 2002
brief
Women in Perio! NVvP-najaarscongres
NEDERLANDSE VERENIGING VOOR PARODONTOLOGIE (NVvP)
Het komende NVvP-najaarscongres (14-15 november 2002 in de Jaarbeurs, Utrecht) draagt als titel ‘Women in Perio’. Deze titel duidt op het congresprogramma waar dit keer gekozen is voor een aantal vrouw-gerelateerde onderwerpen in de parodontologie zoals osteoporose, zwangerschap, menopauze en verschillen in wondgenezing tussen man en vrouw. Gezien dit thema is er bij het hoofdcongres gekozen voor uitsluitend vrouwelijke sprekers die natuurlijk allen hun sporen in de parodontologie ruimschoots verdiend hebben. Voor vrouwen én mannen beslist interessant! Marjorie Jeffcoat, Judith Raber, Susan Karabin, Lisa Mayfield en Sara Grossi zullen achter het spreekgestoelte plaatsnemen. Wat kunt u van hen verwachten? Boeiende lezingen getiteld ‘Mucositis’, ‘Smoking and diabetes’, ‘Periodontal disease and preterm birth’, ‘Gender differences in oral disease progression and healing’ en ‘Biofilms in periodontitis’. Susan Karabin verzorgt op donderdag 14 november bovendien de preconference workshop ‘Women and periodontal disease and other health considerations’. Parallelcongres Naast het hoofdcongres vindt op vrijdag 15 november voor met name preventieassistenten een parallelcongres plaats getiteld ‘Tandvlees in de algemene praktijk’. Dit congres mocht vorig jaar op grote belangstelling (en veel positieve reacties!) rekenen en wordt dit jaar herhaald wederom door Heinz Renggli en Jan Smeekens.
Women in Perio
®
NVvP najaarscongres 14-15 november 2002 Beatrix Theater Jaarbeurs, Utrecht tel. 030-295 5421
De NVvP, omdat een goed gebit op een gezond fundament staat!
Workshop “Ultrasone reiniging” = inmiddels geheel volgeboekt! De waardering voor de workshop “Ultrasone reiniging” verzorgd door Fridus van der Weijden en Dick Barendregt was erg groot. Gelukkig zijn beide heren bereid gevonden om deze workshop te herhalen. Heeft u interesse in dit congres? Meldt u dan snel aan bij VVAA congres- en evenementenservice, fax 030-2474 647 of Postbus 8153, 3503 RD in Utrecht.
Reacties op Standpuntkatern Op het katern “Preventie binnen de tandheelkunde in Nederland in gevaar” in de laatste nieuwsbrief heeft de NVvP een aantal reacties ontvangen. Deze reacties liepen uiteen van adhesiebetuigingen, het verduidelijken van het eigen standpunt tot een enkele negatieve reactie. Zo hoopte collega Kroon “dat niet alles wat de laatste jaren ten aanzien van preventie is opgebouwd weer wordt afgebroken” en hij zegt “we moeten ons hiertegen verzetten”. Collega Slot ondersteunt de mening dat de nieuwe opleiding van de mondhygiënist niet naar 4 jaar moet, maar betwijfelt of MBO-niveau hierbij verstandig is. De opleiding Mondhygiëne te Groningen meldde dat de nieuwe mondhygiënist zeker niet de poortwachtersfunctie binnen de mondzorg zal gaan vervullen. Met name de NVM reageerde sterk negatief. In het Nederlands Tijdschrift voor Mondhygiëne van 7 juni reageert de voorzitter van de NVM P. KooleKisman in haar column “Extra van de bestuurstafel” op het betreffende NVvP-katern. Het gestelde in deze column vraagt om een weerwoord. De NVvP wordt verweten de klok te
willen terugdraaien en voorbij te gaan aan twee belangrijke ontwikkelingen namelijk de maatschappelijke tendens van een toenemend tekort aan mondhygiënisten en tandartsen en de ontwikkeling van de paramedische beroepsgroep. De NVM gaat ervan uit dat de NVvP
3
de gehele situatie rond de mondzorgkundige als bedreigend voor tandartsen inschat. In ieder geval wordt een polariserende toon gehanteerd. Daarbij zou de NVvP niet op de hoogte zijn van het gedachtegoed van de NVM. Waarlijk een flinke lijst van verwijten. Om met het laatste te beginnen. De NVvP is wel degelijk op de hoogte van het gedachtegoed van de NVM. Het regelmatig terugkerende overleg tussen de besturen van NVM en NVvP wordt door ons dan ook als bijzonder constructief ervaren. Wij zijn bekend met de opvatting dat “de NVM de preventie ziet als het cement voor een betere mondzorg, ook als de mondhygiënist curatieve handelingen kan verrichten”. De NVvP respecteert deze stelling ook.
NVvP Nieuwsbrief nr. 38 september 2002
Wel is het zo dat de NVvP anders tegen de ontwikkelingen aankijkt en risico’s onderkent. Het is nog maar de vraag of de tandheelkundige beleidsmakers bij de overheid meegaan met het standpunt en de ideologie van de NVM. In de conceptplannen wordt gesproken over de mondzorgkundige die routineverrichtingen uitvoert bij velen en de mondarts die complexe behandelingen uitvoert bij weinigen. Tijdens het onlangs gehouden congres “Nieuwe professionals in de gezondheidszorg” is aangegeven dat ruim 60% van werkzaamheden van de tandarts overgenomen moet worden door deze mondzorgkundige. De cijfers: momenteel zijn er 2.000 mondhygië-nisten en 7.000 praktiserende tandartsen. Op termijn moet 60% van de werkzaamheden geschieden door voornoemde mondzorgkundigen. Als wordt aangenomen dat beide zorgverleners dezelfde werksnelheid hebben, dan betekent dit boven op het huidige bestaande tekort aan mondhygiënisten nog een extra tekort van 4.200 mondzorg-
kundigen!! Kan de mondzorgkundige straks nog wel de tijd besteden aan preventie ook al zou hij dat willen of wordt hij gedwongen door de grote hoeveelheden werk tot steeds meer curatieve handelingen? De NVvP is bang voor het laatste. Daarmee ontstaat eenzelfde situatie als rond de huidige tandarts. Door het ontbreken van voldoende preventie, zijn er zoveel curatieve werkzaamheden noodzakelijk dat er geen tijd is voor goede preventie. Een vicieuze cirkel is geboren. Daarbij moet worden bedacht dat de tandartsen dit ook nooit hebben gewild maar er door het werkaanbod in terecht zijn gekomen. De NVvP vreest dat ondanks een oprechte ideologie van de NVM ditzelfde zal plaatsvinden met de mondzorgkundige: de preventie binnen de tandheelkunde in Nederland in gevaar. Helaas geschiedt deze discussie in een polariserende sfeer. Dit is onwenselijk omdat de klus (de tandheelkundige zorgverlening) gezamenlijk moet wor-
Het J.Clin.Perio op Internet
den geklaard. De NVvP streeft in zijn geheel niet naar hulpkrachten – overigens een verschrikkelijke en denigrerende term – echter ziet liever een tandheelkundig team, zoals het huidige, met preventie-assistenten, mondhygiënisten en de tandarts als poortwachter. De vraag blijft echter of een vierjarige opleiding om de huidige goed functionerende mondhygiënist om te vormen tot een mondzorgkundige noodzakelijk is. In de periodieke contacten tussen de besturen van de NVM en NVvP heeft de NVM geen consistent standpunt richting NVvP verwoord. Soms was het bestuur vóór en soms was de vierjarige opleiding onvermijdelijk, omdat de HBO-raad dit eiste. Het standpunt leek af te hangen van de delegatie van het bestuur waarmee door ons gesproken werd. Het blijft hoe dan ook vreemd dat niet de inhoudelijke zorgverlening maar de ontwikkelingen binnen de paramedische beroepsgroep bepalend zijn voor de opleidingsduur.
Website-nieuws
Voor menig NVvP-lid blijkt het lezen van het Journal of Clinical Periodontology (J.Clin.Perio) een hele uitdaging. Sommige leden hebben zelfs aangegeven dat zij geen prijs stellen op toezending van het tijdschrift. In overleg met de EFP is daarom het volgende besloten: • Sinds juni 2002 kunnen NVvP-leden via Internet kennis nemen van de inhoud van het J.Clin.Perio. De online-versie is door middel van een eigen klantnummer en inlogsysteem bij Blackwell Synergie toegankelijk (zie hiernaast). • De papieren versie van het tijdschrift wordt in principe vanaf januari 2003 niet meer aan de NVvP-leden verstuurd. Stelt u echter wél prijs op toezending van het J.Clin.Perio? Dan dient u dit te melden bij het NVvP-secretariaat. Doet u dit aub zo snel mogelijk, het aantal papieren versies dat verstuurd kan worden is beperkt.
Aanmelden bij Blackwell Synergy
Voor meer informatie over dit onderwerp kunt u natuurlijk altijd even contact opnemen met het NVvP-secretariaat.
Bent u de username en wachtwoord kwijt? Dan kunt u deze via het emailadres opnieuw opvragen.
4
Uit diverse reacties van leden blijkt dat zij de eerder ontvangen brief van Blackwell Synergy zijn kwijtgeraakt. Hierdoor weet men niet hoe men zich moet aanmelden voor de online versie van het Journal of Clinical Periodontology.
Als u zich al heeft aangemeld en beschikt over een username en wachtwoord kunt u direct naar het Journal of Clinical Periodontology via www.blackwell-synergy. com. Heeft u zich nog niet aangemeld dan beschikt u nog niet over een username en wachtwoord. U moet zich dan eerst registreren. De procedure hiervoor vindt u op de NVvP-website onder het kopje ‘JCP’. Voor de registratie zijn het ‘customernumber’ en ‘accesstoken’ van belang. Op de NVvP-website wordt uitgelegd hoe u aan deze gegevens komt.
NVvP Nieuwsbrief nr. 38 september 2002
brief
Uitslag Ledenenquête: Complimenten voor Nieuwsbrief en paroprotocol
De uitslag van de vorig jaar door de NVvP gehouden ledenenquête is bekend en zoals eerder beloofd komen we daar in deze Nieuwsbrief op terug. Ruim eenderde van alle leden heeft de moeite genomen om het vragenformulier in te vullen waarbij menigeen het antwoordformulier zelfs voorzag van bruikbare suggesties. Wat vinden deze leden van hun vereniging? • Congresbezoek: de helft van de respondenten bezoekt de congressen 1 tot 2 keer per jaar. Over de congresonderwerpen is 50% van de respondenten tevreden, de andere helft geeft aan méér te willen vernemen over klinische onderwerpen en chirurgie (regeneratie). Praktische tips mogen zeker niet ontbreken. • Journal of Clinical Periodontology: 75% van de tandarts-parodontoloog-leden leest het J.Clin.Perio altijd, 60% van de tandartsleden leest het blad soms evenals 50% van de mondhygiënistleden. • De Nieuwsbrief scoort zeer goed: 87% van de tandarts-leden leest het medium naar volle tevredenheid evenals 94% van de tandartsparodontologen en 94% van de mondhygiënistleden. • Ook over de NVvP-folders zijn de respondenten tevreden: 95-99% beoordeelt de folders als goed. Is er behoefte aan nieuwe folders? Nee, meent gemiddeld bijna 80% van de respondenten. En áls er dan al een nieuwe folder moet komen dan vormen roken en paro, esthetiek en paro en implantaten en paro wellicht nuttige onderwerpen.
• De electronische snelweg blijkt nog niet al te zeer te zijn ingeburgerd. NVvP-post per email wordt door gemiddeld 66% van de respondenten ongewenst geacht. Ook de website wordt nog niet door iedereen bezocht: van de tandarts-leden en mondhygiënist-leden bezoekt nog geen 30% de website, tandarts-parodontoloog-leden surfen vaker naar www.nvvp.org: 55%. Overigens: alle respondenten geven de website een goed cijfer. • Paroprotocol: meer dan 95% van de respondenten ervaart het paroprotocol als goed. De uitslag van de enquête wordt door het bestuur gebruikt om de dienstverlening voor haar leden te optimaliseren. Aspecten die voor verbetering vatbaar zijn, krijgen extra aandacht. En de complimenten? Daar wordt met gepaste trots van genoten…
Opgericht: de NVvP-BTW-BV Ongetwijfeld is er in de wandelgangen over gesproken. Veel is erover in de afgelopen twee jaar geschreven in de convocaties voor de Algemene Ledenvergaderingen (ALV). En tijdens die ALV’s zijn er medelingen gedaan en besluiten genomen over het oprichten ervan: de BTW-BV van de NVvP. De afgelopen jaren heeft het NVvP-bestuur veel onderzoek verricht naar het opzetten van een heldere en financieel inzichtelijke structuur binnen de vereniging waarin de diverse commerciële activiteiten van de vereniging kunnen worden ondergebracht. Met een dergelijke structuur kan de vereniging bovendien voldoen aan de fiscale BTW-verplichtingen waar - door de enorme groei van onze vereniging- niet meer onder uit te komen was. Wijziging Bijgestaan door de deskundigheid van accountantskantoor De Heer & Co en een notaris heeft het bestuur uiteindelijk gekozen voor het oprichten van een BV binnen de vereniging waarin de commerciële activiteiten kunnen worden ondergebracht. Op de 89e ALV hebben de NVvP-leden toestemming gegeven om deze BV in oprichting op te starten. Voor het oprichten van een BV was een wijziging van de Statuten en het Huishoudelijk Reglement noodzakelijk. Omdat tijdens de 91e ALV op 15 maart j.l. niet het voldoende aantal leden aanwezig was voor een statutenwijziging, heeft het bestuur op 10 april 2002 de 92e buitengenwone ALV uitgeschreven. Tijdens deze vergadering zijn de leden accoord gegaan met de wijziging van de Statuten en het Huishoudelijk Reglement in verband met het oprichten van de BV. De wijziging van de Statuten maakt de oprichting mogelijk en verleent het bestuur toestemming om het beheer en de uitoefening van
een dergelijke vennootschap te voeren. De Statuten van de BV zullen de standaardstatuten van een BV zijn. In de wijziging van het Huishoudelijk Reglement wordt vastgelegd hoe de BV binnen de vereniging zal functioneren en bij wie de verantwoordelijkheden liggen voor het beheer en de controle erover. Bestuurders De vereniging zal enig aandeelhouder zijn en blijven van de BV. Het bestuur, gekozen door de ALV, zal in de aandeelhoudersvergadering (AVA) beslissingen nemen en een Raad van Commissarissen, gekozen door de ALV, zal hierover een controlerende functie hebben. Het Bestuur zal jaarlijks uit haar midden bij voorkeur de penningmeester van de vereniging benoemen als enig bestuurder van de BV; deze is gerechtigd om namens de vereniging de BV te vertegenwoordigen en te beheren. Daarbij behoeven transacties die het bedrag van 3500,= EURO te boven gaan, vooraf toestemming van de Raad van Commissarissen. De Raad van Commissarissen zal bestaan uit 3 leden: de jaarlijkse voorzitter van de NVvP en twee andere NVvP-leden die geen bestuursfunctie bekleden. Deze laatste twee leden worden gekozen door de ALV en worden telkens benoemd voor een periode van twee jaar. De ALV koos hiervoor op 10 april 2002 de leden dr E.G. Winkel en dr J.A.H. Tromp. Het Bestuur hoopt met het opzetten van deze structuur voor de leden een zo gunstig mogelijk financieel beleid in de toekomst te kunnen voeren, bijgestaan door de deskundigheid van een accountant. Met dank aan de inzet van oud-penningmeester Dick Barendregt voor het tot stand brengen van deze financiële structuur. Maren de Wit, penningmeester
5
NVvP Nieuwsbrief nr. 38 september 2002
ligament en bot. Voordelen van deze techniek: geen donorplaats, wél nieuwe aanhechting. Een nadeel is dat een tweede afspraak voor het chirurgisch verwijderen van het membraan nodig is. In 1996 kwam het resorbeerbare membraan op de markt. Ook wordt nu het glazuurmatrix-eiwit (Emdogain) toegepast. Het wachten is echter nog steeds op de resultaten van de toepassing van beide materialen uit split mouth design studies.
British Society of Periodontology, Brighton 19-21 mei 2002 State of the art in Brighton De jaarlijkse ontmoeting van de British Society of Periodontology (BSP) vond dit jaar plaats in de typisch Engelse kustplaats Brighton. Meer dan 450 afgevaardigden hadden zich verzameld in een vriendelijke, frisse atmosfeer om naar presentaties over plastische chirurgie en tissue engeneering in relatie tot state-of-the-art parodontale therapie te luisteren. Een aantal studenten uit Nijmegen, behorend tot het Msc-programma Paro, was erbij en vatte de hoogtepunten van sommige lezingen samen tot onderstaand verslag. Het programma startte met een lezing van plastisch chirurg dr N. Parkhouse die een uitgebreid overzicht gaf van de ontwikkeling van 2000 jaar plastische chirurgie. Hij maakte duidelijk dat enkele van de belangrijkste ontwikkelingen voortkwamen uit de behandeling van de verwondingen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Tegenwoordig wordt veel behandeld door middel van verschillende vormen van gesteelde lappen. Ongeveer 30 jaar geleden deed de eerste flap-operatie met behulp van microchirurgie zijn intrede. Deze flap-operaties hebben een veel kleinere kans op mislukking (3% - 5%) en reduceren de opnametijd in het ziekenhuis aanzienlijk. Er werd benadrukt dat een ‘full thickness flap’ als de golden standard wordt gezien bij de behandeling van grote wondoppervlakken maar dat het gebruik van bovine-collageen in combinatie met het gebruik van siliconen geleidelijk aan terrein heeft gewonnen. Parodontale plastische chirurgie Professor Søren Jepsen sprak vervolgens over parodontale plastische chirurgie, ofwel de mucogingivale chirurgie waarbij het primaire doel de esthetiek is. Ook het bedekken van gingiva-reces-
Root surface coverage Dr I. Needleman van het Eastman Dental Institute in London besprak tijdens het BSP-congres de voorlopige resultaten van root surface coverage, gebaseerd op een database search in Medline and Cochrane. De resultaten lieten een verschil zien van 0,43 mm in het voordeel van de subepithelial connective tissue graft in relatie tot GTRprocedures.
sies behoort tot deze categorie en is geïndiceerd wanneer de esthetiek in het geding komt, bij verhoogde tandhalsgevoeligheid en in het geval van een verhoogd wortelcariësrisico. Er zijn verschillende chirurgische methoden om een blootliggend worteloppervlak te bedekken. Vanaf de jaren tachtig en negentig werden de pedicle gingival grafts (sliding flaps), de free gingival grafts en de subepithelial connective tissue grafts toegepast. Vanaf de jaren negentig deed ook de Guided Tissue Regeneration (GTR) techniek haar intrede. Bij de pedicle grafts blijft de basis van de lap intact en wordt het vrij-geprepareerde coronale deel, al dan niet na splijting van het periost, geroteerd naar lateraal of naar coronaal verplaatst. Voordeel hiervan is in de eerste plaats dat er maar op één plaats ingegrepen hoeft te worden. Een ander niet onbelangrijk voordeel is het behoud van de bloedvoorziening. Bovendien komt de kleur van het verplaatste deel overeen met de rest van de gingiva. In eerste instantie werden de autologe
6
weefseltransplantaten gebruikt voor het verbreden van de aangehechte gingiva. Een modificatie door Miller (1982) zorgde ervoor dat deze techniek ook toepasbaar werd voor het bedekken van een blootliggend worteloppervlak, met als voordeel dat grotere recessies bedekt kunnen worden. Een nadeel is dat er een tweede wond wordt gecreeerd en dat de kleur nogal eens kan verschillen. De subepithelial connective tissue grafts werden geïntroduceerd door Langer en Langer in 1985. Deze techniek heeft meerdere voordelen: het resultaat is voorspelbaar, er kunnen meerdere recessies tegelijk bedekt worden, de kleurovereenkomst is goed en de donorplaats van het bindweefseltransplantaat is nog bedekt met epitheel, waardoor de genezing sneller en minder pijnlijk is. Wortelbedekking kan ook middels de GTR-techniek geschieden waarbij met behulp van een titanium verstevigd membraan de verloren gegane weefsels weer hersteld worden door de regeneratie van het cement, parodontaal
NVvP Nieuwsbrief nr. 38 september 2002
Bij de vergelijking tussen Coronally Positioned Flaps en GTR of resorbeerbare membranen versus niet resorbeerbare membranen konden geen significante verschillen worden aangetoond. Werden echter een connective tissue graft en een free gingival graft met elkaar vergeleken, dan bleek het connective tissue graft gunstiger uit de bus te komen. Geconcludeerd werd dat wanneer er bij aanvang een recessie van 1 mm aanwezig was, er een verbetering van 0,95 mm te verwachten viel. Er was echter onvoldoende informatie aanwezig om de invloed van andere factoren, zoals roken of de breedte van de recessie te verklaren. Hoewel een brede variabele spreiding van data werd gevonden (als werd gekeken naar het percentage root coverage als resultaat van verschillende behandelmethoden in verhouding tot het percentage pa-tienten met volledige bedekking van de recessies) was er een trend ten gunste van het connective tissue graft te zien. Uit de bevindingen bleek voorts dat alle behandelmethoden verbeteringen lieten zien (hoewel een connective tissue graft statistisch gezien superieur was aan GTR) en dat er geen statistisch significant verschil te zien was tussen een coronally advanced flap, GTR met resorbeerbare membranen en GTR met nonresorbeerbare membranen. Tot slot werd er een mogelijke publicatie-bias gemeld
brief
omdat positieve behandelresultaten mogelijk eerder gepubliceerd worden.
• het bieden van een geleidende omgeving (angiogenesis).
Tissue engineering Een bekende naam op het gebied van tissue engineering is Lars Heijl. Hij presenteerde een lezing getiteld “Periodontal Regeneration: Review of Techniques, Space Maintenance, Fillers and Biological Activity ”. Heijl besprak diverse factoren die nodig zijn om weefselregeneratie te verkrijgen: geschikte cellen, aanwezigheid/onderdrukking van ‘signaalmoleculen’, ‘ biodegradable matrix, voeding en het buitensluiten van weefsels.
DFDBA, Bio-oss en PRP hebben tot op heden, in vivo, nog niet bewezen een regeneratief potentiaal te hebben. Aan de andere kant laat de literatuur zien dat Enamel Matrix Protein (Emdogain) als proliferatiefactor en als differentiatiefactor zou kunnen fungeren dankzij de productie van fibronectine, de proliferatie van fibroblasten en osteoblasten én de inductie van apoptosis in epitheelcellen.
De laatste tijd is er veel aandacht voor signaalmoleculen en groeifactoren zoals PDGF, IGF, BMP en FGF. Blijkbaar kunnen die op verschillende niveaus niet alleen proliferatie en differentiatie van fibroblasten maar ook angio- en osteogenese promoten. Om werkelijk effectief te zijn in vivo moeten de groeifactoren ook nog aan een paar voorwaarden voldoen: hoge concentratie, langzame afgifte en een matrix die geleidend is. Bovendien is het waarschijnlijk nodig een cocktail van groeifactoren samen te stellen omdat elke groeifactor op zichzelf
State of the art Andere presentaties waren die van R. Yukna over het gebruik van anorganische bovine matrix in combinatie met een synthetisch peptide (Pep-Gen®) en die van Søren Jepsen die uitgebreid besprak hoe tissue engeneering kan worden toegepast als ‘state of the art’ parodontologie. Hij demonstreerde dat het gebruik van bovine bone in combinatie met ‘bone morphogenic proteins’ een beter resultaat bood ten aanzien van botformatie. Dit resultaat werd voornamelijk bereikt als de anorganische matrix werd gecombineerd met PRP. Werd een collageen matrix i.p.v. bovine bone gebruikt dan waren de resultaten minder goed.
Tot slot was het jaarlijkse diner een groot succes. Niet alleen de ambiance en de maaltijd waren fan-tastisch, ook gastspreker R. Swann wist iedereen te boeien met de beschrijving Op de foto v.l.n.r.: J.D. Portigheis, M. vd Horst, P. Manders, C. Loperfido, C. Cammaert, van zijn beide C. Bruckmann, G. Wolffe. FOTO: SOFIE CORNELIS. voetreizen naar de Noord- en Zuidpool. De avond werd verder gevuld onvoldoende potentie bezit om regenemet swingende muziek tot in de vroege ratie te bevorderen. uurtjes. Een geslaagd congres! Op basis van het bovenstaande zou een Namens het afgevaardigde team ideaal regeneratiesysteem de volgende van Msc-programma Paro UMC eigenschappen moeten bezitten: St. Radboud, Gordon Wolffe • het leveren van een groeifactor of een cocktail van groeifactoren die zorgt voor een voorspelbare regene-ratie; • het gebruik van een adequaat dragersysteem;
7
NVvP Nieuwsbrief nr. 38 september 2002
brief
De papieren patiënt
Weet u dit... over de EFP?! • Postgraduate opleidingen in het buitenland Tandartsen die een postgraduate opleiding in de parodontologie willen volgen, moeten daarvoor over ervaring in de algemene praktijk beschikken. Dat is althans één van de regels van de EFP. De opleiding in Leuven (België) die aan alle voorwaarden voldoet, is onlangs geconfronteerd met een wet waarin is vastgelegd dat tandartsen, ná hun tandartsopleiding van vijf jaar, direct moeten kiezen voor ‘algemeen practicus’ of ‘specialist in parodontologie’. De EFP heeft haar beleid dientengevolge aangepast. De voornoemde EFP-regel blijft echter geldig in landen waar een ander wettelijk beleid gevoerd wordt. Tevens is er een uitbreiding van de voorwaarden tot stand gekomen voor een geaccrediteerde opleiding: naast de tijdsduur ‘3 jaar-4 dagen’ behoort nu ook de combinatie ‘4 jaar-3 dagen’ tot de mogelijkheden.
Diagnose • Semi-Gegeneraliseerde Ernstige Adulte Parodontitis
Behandelingsplan
Etiologie • Plaque • Roken
De ontwikkeling in Belgie staat niet op zich. Meer landen hebben nu specialisten op het gebied van de parodontologie. Naast Belgie zijn dat de UK, Zweden, Finland, Zwitserland en Noorwegen.
• Veel nieuws op EuroPerio 4 Dat tijdens Europerio 4 (19-21 juni 2003 in het International Congress Centre in Berlijn) de nieuwste ontwikkelingen in de parodontologie de revue passeren, staat buiten kijf. Meer nieuws? Het wetenschappelijk congres is uitgebreid met videosessies, videodiscussies, specialistenforums, interactieve sessies en ‘meet the expert’-sessies. Ook dit jaar wordt de Jaccard-EFP Researchprize uitgereikt en zoals het er nu naar uitziet wordt er hoogstwaarschijnlijk wederom een Hollandse avond georganiseerd. Deze maand worden de registratieformulieren rondgestuurd, waarmee de eerste inschrijfmogelijkheid voor dit bijzondere europese congres een feit is. Beslist de moeite van uw bezoek waard!
Intake 28.09.1999
Herbeoordeling 07.03.2000
Herbeoordeling chirurgie 16.01.2001
Oproep! Wint ú straks de NVvP–Braun Oral B®-Mondhygiëneprijs 2002? De NVvP-Braun Oral B®-Mondhygiëneprijs is ingesteld door de Nederlandse Vereniging voor Parodontologie (NVvP) met als doel mondhygiënisten te stimuleren om zich in te zetten voor het vakgebied van de mondhygiëne en/of het werkterrein van de mondhygiënist. De prijs die door de firma “Braun Oral B®“ ter beschikking wordt gesteld, wordt 1 x per 2 jaar uitgereikt. Voor de prijs ten bedrage van € 907,- komen in Nederland werkzame mondhygiënisten, die zich in de afgelopen 2 jaar uitzonder-
8
lijk hebben onderscheiden met betrekking tot bovenstaande doelstelling, in aanmerking. Elke mondhygiënist die meent dat hij/zij (of een ander) voor de prijs in aanmerking komt, kan zich aanmelden (of iemand voordragen) door vóór 1 oktober 2002 een uitgebreide motivatie in te zenden naar het Bestuur van de NVvP, Postbus 24, 9649 ZG Muntendam. De prijs wordt uitgereikt tijdens het Najaarscongres van de NVvP op 15 november 2002 in de Jaarbeurs in Utrecht.
NVvP Nieuwsbrief nr. 35 decemberr 2001 NVvP Nieuwsbrief nr. 38 september 2002
Herbeoordeling chirurgie 16.01.2001
9
NVvP Nieuwsbrief nr. 38 september 2002