Nieuws Nummer 101, december 2010
AANGESLOTEN BIJ
Woord van de voorzitter In de vorige nieuwsbrief mocht ik u vertellen dat het de honderdste nieuwsbrief was en nu ligt alweer de volgende maar ook laatste van 2010 voor u. Zo op het einde van het jaar kijk je altijd even terug wat er gebeurd is. Ik denk dat we dit jaar met Stumico een grote ontwikkeling hebben meegemaakt en doorgezet. Uit de ledenvergadering en andere contacten was naar voren gekomen dat Stumico vooral dicht bij de praktijk moest blijven waarbij niet de (toekomstige) mogelijkheden van ICT centraal moeten staan maar het dagelijkse gebruik waarbij dan een doorkijk naar de toekomst gegeven kan worden. Een ander signaal was dat Nieuwegein inderdaad mooi centraal ligt en goed te bereiken is maar dat er toch behoefte is om andere bedrijven te bezoeken. Met deze twee signalen hebben we ons programma voor 2010 opgesteld wat geresulteerd heeft in twee bijeenkomsten met als titel BIM in de praktijk bij respectievelijk Witteveen en Bos in Deventer en Heijmans in Rosmalen. Hier vielen drie zaken op: De hartelijke en gastvrijheid waarmee wij ontvangen zijn, het programma waarbij echt praktijk gevallen werden behandeld maar ook de goede opkomst. En juist dat laatste zien wij als bevestiging dat onze leden inderdaad dicht bij de praktijk willen blijven. Als vereniging met ICT toepassingen hoog in het vaandel schromen wij ook niet om nieuwe media toe te passen. Zo hebben we een eigen community op LinkedIn waar leuke discussies gevoerd worden maar nemen we inmiddels ook alle presentatie op video op die we weer via onze website publiceren. Het bezoekcijfers van deze video’s overtreffen alle verwachtingen en daar gaan we dus volop mee door. Toch hebben wij ook signalen ontvangen die ons bezighouden; We hebben het alleen maar over BIM en dan meestal nog over de tool van een enkele leverancier. Ik kan hier allerlei zaken ter verdediging aandragen maar
het gaat om de beleving van onze leden. Bij het invullen van de programma’s voor 2011 zullen we hier zeker op letten. Wij zijn al bezig om te bekijken of we onderwerpen op de agenda kunnen zetten als Informatieuitwisseling, Systems Engineering maar ook waar staan we nu met het berekenen. Dat brengt mij bij het vooruit blikken. Als bestuur van Stumico zitten we vol met nieuwe ideeën die we de komende tijd verder gaan uitwerken. Dat komt wel goed. Wel vraag ik mij af waar we volgend jaar om deze tijd met ICT in de bouw staan. De ontwikkelingen lijken heel erg hard te gaan maar ik kan mij niet aan de indruk onttrekken dat dit vooral bij de grotere projecten is. Op zich is dat een normale gang van zaken omdat daar de grootste winst met nieuwe toepassingen behaald kan worden. Toch zullen we er in 2011 aan moeten werken om nieuwe toepassingen ook bij kleinere projecten rendabel te maken. Dat kan alleen als ook bij kleinere projecten meer met elkaar wordt samengewerkt en het eindresultaat wordt beoordeeld op het totaal en niet op elk segment afzonderlijk. Bij grote projecten wordt dit opgelost door de nieuwe contractvormen waarbij op voorhand al een consortium wordt gevormd, bij kleinere projecten zal dat moeilijker worden. Toch heb ik het vertrouwen in dat we met de ervaring opgedaan bij grote projecten ook de wat kleinere projecten kunnen meenemen in de nieuwe ontwikkelingen. In het onderdeel “Stumico: Still staying strong” meldt onze penningmeester dat hij al heel wat ICT verenigingen heeft zien opkomen en ten ondergaan maar dat Stumico een stabiele factor is die nog steeds bestaat omdat zij is meegegroeid. Een mooiere afsluiting van het jaar 2010 kan ik mij niet wensen. Ik sluit dan ook af door u en uw dierbare hele fijne feestdagen te wensen en een mooi en gelukkig 2011. Als ik volgend jaar om deze tijd met hetzelfde gevoel als nu weer een column schrijf dan hebben we weer een fantastisch jaar achter de rug en dan geldt nog steeds “Stumico: Still staying strong” Ruud van Tongeren - Voorzitter
In dit nummer Woord van de voorzitter
1
Kennismanagement bij DVD
2
Gefragmenteerd bouwproces wordt integraal
5
Voorlopige activiteiten 2011
6
Stumico still staying strong
7
Kronodoc: ontworpen voor grootschaligheid
8
Column Peter Glaudemans
9
Donateurs van Stumico
Kennismanagement binnen de Dienst Vastgoed Defensie Edwin Dado, Faculteit Militaire Wetenschappen, Nederlandse Defensie Academie Kennismanagement is een begrip dat momenteel veelvuldig wordt gebruikt in relatie tot de oplossing van het probleem van de afnemende beschikbaarheid van hoger gekwalificeerd personeel in de bouw als gevolg van de vergrijzing en de toegenomen arbeidsmobiliteit. In het verleden is ook al onderkend dat kennismanagement een oplossing kan bieden voor de toenemende druk vanuit de politiek en maatschappij om transparanter, efficiënter en effectiever te werken en de gevolgen van een verschuivende marktvraag van enkelvoudige producten en diensten naar complete producten en diensten met hoge toegevoegde waarde. Mede hierdoor is kennismanagement van strategisch belang geworden voor veel organisaties die actief zijn in de bouw. Een belangrijke speler in de Nederlandse bouw is de Dienst Vastgoed Defensie (DVD). In 2009 is in opdracht van de Centrale Directie van de DVD een onderzoek verricht dat als belangrijkste doel had de huidige stand van zaken betreffende de toepassing van kennismanagement bij de DVD in kaart te brengen. Het onderzoek is uitgevoerd in samenwerking met de Faculteit Militaire Wetenschappen van de Nederlandse Defensie Academie in Breda en vormde het onderwerp van een afstudeerscriptie in het kader van de opleiding Civiele Techniek. In dit artikel aandacht voor de achterliggende theorie, de onderzoeksmethode en de resultaten van het onderzoek. Dienst Vastgoed Defensie De DVD is het onderdeel van de Defensie organisatie die verantwoordelijk is voor het beheer van militaire gebouwen en terreinen in Nederland. In deze hoedanigheid is de DVD verantwoordelijk voor het beheer, de instandhouding, bewaking en beveiliging en de nieuwbouw van ongeveer 15.000 gebouwen, 75 oefenterreinen, 3 havens en 11 militaire vliegvelden. Dit komt ongeveer overeen met 30.000 hectare grond en een vloeroppervlak van meer dan 6 miljoen vierkante meter en vertegenwoordigt ongeveer samen bijna een waarde van 14 miljard Euro. Voorts telt de DVD ruim 1100 medewerkers waarvan de meeste burger zijn (ongeveer 4% is militair). De DVD bestaat uit een Centrale Directie met daaronder drie Regionale Directies die verantwoordelijk zijn voor elf dienstkringen. Aanleiding van het onderzoek Naast de in de introductie al genoemde redenen voor de toenemende aandacht voor kennismanagement in de bouw algemeen heeft de Defensie organisatie en de DVD specifieke problemen waarvoor kennismanagement een oplossing zou kunnen bieden. Sinds en de val van Berlijnse muur in 1989 en de afschaffing van de dienstplicht in 1996 hebben ingrijpende reorganisaties plaatsgevonden waarbij er organisatieonderdelen worden samengevoegd, nieuwe organisaties zijn gevormd en een deel van het personeel de organisatie heeft verlaten. Als gevolg van de plannen van de huidige regering kan worden verwacht dat er opnieuw grote reorganisaties de Defensie organisatie ten deel zullen vallen. Deze reorganisaties brengen extra risico’s op het gebied van kennis met zich mee. Het risico bestaat dat de personele reductie ongewenste effecten heeft, waardoor de benodigde kennis niet meer volledig beschikbaar is. Meer gezamenlijkheid is nodig voor verdergaande samenwerking tussen krijgsmachtdelen. Dit betekent meer bereidheid om kennis met elkaar te delen
en van elkaar te leren. Het risico bestaat dat deze bereidheid onvoldoende aanwezig is, waardoor de benodigde kennis niet efficiënt wordt benut, niet beschikbaar is op het juiste moment voor de juiste personen of op inefficiënte wijze op verschillende locaties in stand wordt gehouden. De genoemde risico’s hebben een negatief effect op een adequate besturing van processen en uitvoering van activiteiten. De toepassing van kennismanagement zou deze de risico’s beheersbaar kunnen maken. Wat is kennis? In de literatuur zijn al veel definities opgesteld van kennis. De in dit onderzoek gehanteerde definitie is gebaseerd op de definitie van de Nederlandse kennismanagement goeroe Prof. Weggeman. Weggeman maakt onderscheid tussen data, informatie en kennis. Data is in deze context niet anders dan cijfers, letters, symbolen, feiten of meningen. Wordt aan data een betekenis toegekend, dan is er sprake van informatie. Volgens Weggeman is kennis het handelingsvermogen van mensen om van data informatie te maken waarbij kennis het product is van informatie (I), de ervaring (E), vaardigheden (V) en attitude (A) van mensen een belangrijke rol spelen. Weggeman drukt kennis uit in een metaforische formule: K = I*EVA. De I in de formule representeert het expliciete deel van de kennis en EVA het impliciete of stilzwijgende (tacit) deel van de kennis. Dit onderscheidt tussen impliciete en expliciete kennis zie je vaak terug in andere definities van kennis. Met expliciete kennis wordt dan vaak bedoeld de kennis die op de een of andere manier is vastgelegd (bijv. in documenten en procedures) en met impliciete kennis de kennis die aanwezig is bij de mensen zelf en is opgebouwd uit ervaringen, overtuigingen en de hieruit voortvloeiende intuïtie.
Wat is kennis management? Wat geldt voor de definitie van kennis geldt ook voor de definitie van kennismanagement, namelijk dat er in de literatuur al veel definities zijn opgesteld. Opnieuw haken we aan bij de definitie van kennismanagement zoals deze is opgesteld door Weggeman. Volgens Weggeman is kennismanagement het zodanig inrichten en besturen van de processen in de KennisWaardeKeten dat daardoor het rendement en het plezier van de productiefactor kennis vergroot worden. Deze definitie impliceert dat kennismanagement een managementinstrument is, gericht op het motiveren van mensen om effectief en efficiënt om te gaan met kennis in organisaties waarbij de productiefactor kennis steeds belangrijker wordt. Het steeds belangrijker worden van de productiefactor kennis komt onder andere door een aantal belangrijke maatschappelijke en technologische ontwikkelingen: (1) toename van het aandeel mensen dat werkt in kennisintensieve sectoren zoals dienstverlening en ICT, (2) producten moeten meer en meer onderscheidend zijn tov concurrenten en kunnen inspelen op snelveranderende marktontwikkelingen, (3) toenemende complexiteit van internationaal opererende organisaties en globale markten, (4) snelle technologische ontwikkelingen, (5) meer aandacht voor persoonlijke ontwikkeling van werknemers, (6) verhoogde arbeidsmobiliteit van werknemers en (7) sterke toename van de hoeveelheid beschikbare (expliciete) kennis. De KennisWaardeKeten Zoals in het voorgaande al is besproken is kennis een belangrijke productiefactor voor organisaties. Deze productiefactor moet ontwikkeld worden, verspreid worden binnen de organisatie en vooral toegepast worden. Kennis die niet toegepast wordt is voor de organisatie nutteloze kennis. Uiteindelijk moet de toegepaste kennis geëvalueerd worden. Weggeman heeft dit visueel weergegeven in een Kenniswaardeketen, zie Figuur 1.
4.
Figuur 1. De KennisWaardeKeten volgens Weggeman. Zoals in Figuur 1 duidelijk is te zien bestaat de KennisWaardeKeten uit zes fases: 1. Vaststellen van benodigde kennis. In deze fase gaat het er vooral om vast te stellen welke kennis cruciaal is of gaat worden voor een organisatie. Het vaststellen welke kennis cruciaal is voor een organisatie is afhankelijk van de strategie, missie, visie en de daaruit voortvloeiende competenties. De kennis die nodig is voor het goed kunnen invullen van de kerncompetenties is de benodigde kennis. Om op tijd in te spelen op de ontwikkelingen in de toekomst is het bepalen van welke kennis cruciaal gaat worden heel belangrijk, misschien nog wel belangrijker dan te bepalen welke kennis nu cruciaal is. 2. Inventariseren van de beschikbare kennis. Het inventariseren van beschikbare kennis, afgezet tegen de benodigde kennis, geeft inzicht in welke nieuwe kennis ontwikkeld moet worden. Hoewel kennis tegenwoordig in toenemende mate als een belangrijke productiefactor voor een organisatie wordt gezien, wordt deze kennis niet of nauwelijks zichtbaar gemaakt. Denk hier aan bijvoorbeeld aan competentieprofielen van medewerkers (impliciete kennis) of kennis vastgelegd in documenten (expliciete kennis) die via een intranet of bedrijfsportal toegankelijk worden gemaakt. 3. Kennis ontwikkelen. In deze fase gaat het vooral om de manier waarop we de benodigde kennis in huis willen halen. De eerste manier is het zelf ontwikkelen van kennis. Veel van de wat grotere bedrijven beschikken hiervoor vaak over eigen Research&Development (R&D) groepen. Een tweede manier is het inkopen van kennis. Veel grote bedrijven kopen hiervoor vaak kleinere bedrijven met zeer specifieke kennis op. Kleinere bedrijven kopen de kennis vaak in middels het aantrekken van gespecialiseerde medewerkers. Het succes van inkopen hangt af van de inspanning die geleverd wordt om de nieuw verworven kennis te integreren in de eigen organisatie. Andere manieren van kennis ontwikkelen zijn ondermeer het inhuren van kennis waarbij een goede kennisoverdracht en kennisborging van cruciaal belang zijn en het in samenwerking met andere ontwikkelen
5.
6.
van kennis via netwerkstructuren, joint ventures et cetera. Delen van kennis. Voor het delen van kennis zijn verschillende bekende en minder bekende methodes beschikbaar. Deze kunnen van technologische aard (bijvoorbeeld kennisbanken en bedrijfsportalen) zijn maar ook een sociale vorm hebben (bijvoorbeeld werkoverleggen, en koffiecorners). In feite hebben we te maken met de ‘conversie’ van kennis. Nonaka en Takeuchi stellen dat er vier typen van conversie kunnen worden onderscheiden: (1) socialisatie, (2) externalisatie, (3) combinatie en (4) internalisatie. Socialisatie is een proces van het delen van ervaringen tussen personen (expliciete kennis wordt in contact gebracht met andere expliciete kennis). Externalisatie is het proces waarbij expliciete kennis omgezet wordt naar expliciete kennis. Combinatie is het proces waarbij expliciete kennis in relatie wordt gebracht met andere expliciete kennis. Internalisatie is het proces waarbij expliciete kennis wordt omgezet in tacit kennis. Alleen wanneer deze vier conversieprocessen in de juiste balans plaatsvinden, ontstaat een zogenaamde kennisspiraal die leidt tot innovatie, aldus Nonaka en Takeuchi. Toepassen van kennis. Dit is de belangrijkste fase ofwel ‘The proof of the pudding is in the eating’. Hier is de medewerker bezig zijn informatie, ervaringen en vaardigheden te kapitaliseren. In eerste instantie zal de medewerker – in termen van Nonaka en Takeuchi – de informatie gaan combineren om vervolgens, door een aantal soortgelijke opdrachten uit te voeren te internaliseren. De eerste conversie leidt tot zogenaamde ‘systematische’ kennis en de tweede leidt tot zogenaamde ‘operationele’ kennis. Het goed te beseffen dat voor het efficiënt toepassen van nieuwe kennis eerst de angsten en onzekerheden voor veranderingen of innovaties van individuele mensen moeten worden weggenomen. Evalueren van kennis. Gedurende het verloop van de KennisWaardeKeten dient kennis geëvalueerd te worden. Ook wordt er nieuwe kennis opgedaan. Deze kennis kan leiden tot het aanpassen van de strategie. Indien er niet structureel en gestructureerd wordt geëvalueerd zal het lerend vermogen van het proces van kennismanagement lager zijn en zal daardoor de uiteindelijk de toegevoegde waarde van de kennis voor de organisatie minder zijn.
De DVD als lerende organisatie In het voorgaande hebben we aantal
begrippen en concepten uit de kennismanagement theorieën besproken die de individuele medewerker centraal stellen. ‘Kennis is macht, karakter is meer’ is een veel gebruikte slagzin binnen Defensie. In deze slagzin huist een gevaar, want daar waar kennis macht is: heerst een gebrek aan collectieve ambitie, ontlenen mensen hun positie aan wat zij weten, zijn politieke spelletjes aan de orde van de dag, is de organisatie meer een jungle dan een speelveld, is weinig openheid, spontaniteit en humor. Een gevolg hiervan is dat individuele kennis niet gedeeld gaat worden en dat de kennis verloren gaat op het moment dat medewerkers de organisatie gaan verlaten. Defensie heeft de ambitie uitgesproken om naar een lerende organisatie uit te groeien waarbij men voorbij het individu kijkt en gaat kijken naar het lerende vermogen van de organisatie zelf. Het kenmerk van een lerende organisatie is dat het een organisatie is waarbinnen collectief leren aan de orde van de dag is en dat leren gericht is op het beter bereiken van het doel van die organisatie. Collectief leren is de aanduiding voor een situatie waarin meerdere tot eenzelfde collectief behorende personen, in eenzelfde periode individueel of in interactie bezig zijn binnen eenzelfde domein kennis te ontwikkelen en te delen. Het doel van de DVD kan afgeleid worden van de missie: De Dienst Vastgoed Defensie is verantwoordelijk voor het beheer, de beveiliging & bewaking, de instandhouding en de nieuwbouw van het vastgoed van Defensie. De Dienst Vastgoed Defensie verzorgt als dé vastgoeddienst van Defensie het vastgoed op een voor haar klanten betrouwbare, veilige, effectieve, transparante en doelmatige wijze en adviseren hen daarover. Hierdoor zijn zij beter in staat zich te richten op de kernactiviteiten. Het doel van de DVD is dus het verzorgen van het vastgoed voor haar klanten zodat zij zich beter kunnen richten op hun kernactiviteiten. Het doel moet door heel de organisatie worden uitgedragen en het geheel aan collectief leren moet in dienst zijn van dit doel. Zo komt men tot een lerende organisatie. Deze organisatie dient volgens Daft te bestaan uit horizontale teams, samengesteld uit diverse specialismen en een projectmanagement. De organisatie dient open te zijn en er dient veelal horizontaal gecommuniceerd te worden. De strategie moet gericht zijn op alle medewerkers zodat iedereen kan meedenken en beslissingen decentraal genomen worden. Door het creëren van een aanpassingscultuur kan iedereen problemen oplossen en meewerken aan vooruitgang en verandering en zo bijdragen aan het leren, groeien en het bereiken van de doelstellingen van de organisatie. Voor een lerende organisatie
is het dus van belang dat iedereen binnen de binnen de organisatie bewust is van de doelstelling om constant kennis te delen. Kennismanagementscan Hierboven is de KennisWaardeKeten uitgelegd. Om inzicht te krijgen in de effectiviteit van de genoemde zes processen uit de KennisWaardeKeten kan er een kennismanagementscan uitgevoerd worden. Deze scan bevat diagnosevragen voor elke fase in de KennisWaardeKeten. Het implementeren van kennismanagement methoden en –technieken zijn het meest effectief voor die processen van de keten welke op zichzelf staand het minst effectief zijn. Dit kan worden gedaan aan de hand van een kennismanagementscan. In zijn eerste boek over kennismanagement had Weggeman een kennismanagementscan toegevoegd. Deze kennismanagementscan wordt vrij veel toepast en heeft zijn waarde bewezen.
Resultaten van het onderzoek Aan de hand van de hierboven genoemde kennismanagementscans is één vragenlijst gemaakt. In totaal zijn 30 medewerkers van de Centrale Directie en de Regionale Directie Zuid verzocht deze vragenlijst in te vullen. Uiteindelijk waren er 26 ingevulde vragenlijsten bruikbaar voor dit onderzoek. Voor de vragen uit beide kennismanagementscans is aan de hand van de gemiddelde scores een ‘score chart’ gemaakt
Labrijn, W.: Kennismanagement binnen de Dienst Vastgoed Defensie, afstudeerscriptie, Nederlandse Defensie Academie, 2009. Nonaka I. en Takeuchi H.: The knowledge creating company, New York: Oxford University Press, 1995. Rampersad, H.: Total Performance Scorecard; een speurtocht naar zelfkennis en competentieontwikkeling van lerende organisaties, Scriptum, 2002. Weggeman, M.: Kennismanagement: de praktijk, Scriptum, 2000.
Figuur 2. Voorbeeldvragen uit de scan van Weggeman.
Figuur 3. Voorbeeldvragen uit de scan van Rampersad.
Geraadpleegde en gerefereerde literatuur Dado, E., Grant, T.: Naar een holistisch model voor effectief kennismanagement bij de civieltechnische onderdelen van de Nederlandse Defensie organisatie, Nederlandse Defensie Academie, 2009. Daft, R.L.: Management, sixth edition, South-Western College Publishing, 2003. Dienst Vastgoed Defensie: Bedrijfsplan bedrijfsgroep vastgoed 2009 – 2013, intern document 2008.
Figuur 4. Score chart voor de beweringen per fase binnen de KennisWaardeKeten.
In kader van het onderhavige onderzoek is gekozen om de kennismanagementscan van Weggeman uit te breiden met de scan van Rampersad. Deze kennismanagementscan is gericht op het in kaart brengen van de kennis- en leergerichtheid van een organisatie. Daar waar de DVD een lerende organisatie wil zijn is het goed om te kijken hoever zij hiermee zijn. Deze kennismanagementscan bestaat uit een aantal beweringen verdeeld over de dimensies algemeen, stijl van leidinggeven, strategische visie, interne processen en human resources. De uitkomst van de scan is een puntenscore; hoe hoger de score, hoe hoger het lerend vermogen van de lerende organisatie.
beweringen (Weggeman) en dimensies (Rampersad) beter scoort dan gemiddeld. Maar dat er nog veel te verbeteren valt, moge duidelijk zijn.
Weggeman M.: Kennismanagement: inrichting en besturing van kennisintensieve organisaties, Scriptum, 1997.
Figuur 5. Score chart voor de beweringen per dimensie volgens Rampersad Zoals al eerder is aangeven is de kennismanagementscan van Weggeman al vrij vaak toegepast. Op basis van de beschikbare gegevens valt een algemeen rapportcijfer vast te stellen: 5,5. Een erg magere voldoende dus. In vergelijking met andere kennisintensieve organisaties scoort de DVD dus helemaal niet zo slecht. Sinds 2000 is er al veel aandacht voor kennismanagement binnen Defensie. Het heeft geleid tot een groot aantal kennismanagementinitiatieven binnen Defensie en ook binnen de DVD. Zo geeft bijvoorbeeld de Regionale Directie Zuid aansturing aan het kenniscentrum ‘Start en Rolbanen’. Dergelijke initiatieven zorgen er voor dat de DVD op bepaalde
http://www.defensie.nl/cdc/vastgoed/ dvd/. http://kennismanagement.wikispaces. com/.
Experience
Revit Architecture
now
Architectural software that works the way you do. Revit® Architecture 2008 works the way you think, letting you create naturally and design freely. Mirroring the real world, it treats information in terms of the entire building, rather than separate floors, sections or elevations. And because it’s purpose-built for
building information modelling (BIM), any changes you make, anywhere, are automatically updated throughout your project. The result: your design and documentation stay co-ordinated, consistent and complete.
Customisable reseller call to action here. Customisable reseller call to action here. Reseller Company Name Address, Address Address, Postcode www.reseller.co.uk Tel: 123.456.7890 Fax: 123.456.7890
Supplier logo here
Autodesk and Revit are registered trademarks of Autodesk, Inc., in the USA and/or other countries. All other brand names, product names, or trademarks belong to their respective holders. Autodesk reserves the right to alter product offerings and specifications at any time without notice, and is not responsible for typographical or graphical errors that may appear in this document. © 2007 Autodesk, Inc. All rights reserved.
Gefragmenteerd bouwproces wordt eindelijk integraal Bouw Informatie Model verandert samenwerking in de keten Telecom Update - Tekst:Mirjam Hulsebos
De bouw staat nu niet bepaald bekend als de sector die het meest vooroploopt met ICT-toepassingen. Maar dat is nu in rap tempo aan het veranderen door de intrede van BIM, wat staat voor Building Information Modelling, of in goed Nederlands het Bouw Informatie Model: een manier om vanuit een 3D model verschillende soorten informatie te delen met alle betrokken partijen en zo het bouwproces meer geïntegreerd aan te pakken. Hiermee doet ketensamenwerking eindelijk ook in de traditionele bouwwereld zijn intrede. De bouw is van oudsher een sector geweest waarin de verschillende ketenpartners niet of nauwelijks met elkaar samenwerken. Een architect maakt de tekeningen op basis van het programma van eisen van de opdrachtgever. Vervolgens maakt een engineer draagkracht- en andere berekeningen. Een aannemer krijgt de 2D-tekeningen maakt op basis daarvan een offerte. En de installateur – die zich helemaal achterin de keten bevindt maar die een cruciale rol speelt als het gaat om het comfort en gebruiksgemak van een gebouw – moet min of meer maar zien of hij uit de voeten kan met hetgeen wat door de schakels voor hem in het proces is bedacht. Natuurlijk ontvangt hij ook de 2D-tekening op papier, maar zeker bij complexere gebouwen is het voor de installateur vaak heel lastig om van tevoren alles al volledig te doorzien. Tijdens bouwvergaderingen wordt alles weliswaar tot in detail doorgesproken, maar omdat iedereen zelf in zijn eigen hoofd een 3D-voorstelling moet maken van wat hij in 2D op papier ziet, worden er makkelijk dingen over het hoofd gezien. Bovendien worden bepaalde details vaak pas laat in het proces ingevuld of veranderd. Dit alles maakt er er nogal eens wat mis gaat. Geen wonder dat de faalkosten met bijna 11 procent van de omzet – goed voor ongeveer 5,5 miljard euro per jaar – zo hoog zijn. Wereldschokkend Bouwbedrijven geven in een onderzoek van BouwKennis zelf aan dat de faalkosten zouden kunnen reduceren als er meer integraal wordt ontworpen, waarbij er in het ontwerpstadium al meer rekening wordt gehouden met de uitvoerbaarheid. Bovendien zouden de betrokken partijen beter moeten communiceren. Aan al deze drie tekortkomingen komt BIM tegemoet. BIM is een manier van ontwerpen en bouwen waarbij het gebouw of de constructie in de computer als 3D-model wordt opgebouwd. Het model bestaat uit intelligente objecten die op andere objecten kunnen reageren. Alle objecten staan in een centrale databank. Wordt er ergens in het model een wijziging aangebracht, dan veranderen de objecten waarop die wijziging betrekking heeft automatisch mee. De databank houdt dit allemaal bij. Vergelijk het met een content management systeem
waarin je bijvoorbeeld een productnaam slechts op één plek aanpast en deze overal mee verandert: op de algemene website, in de webwinkel, in de brochure en in het jaarverslag. Joost Wijnen, directeur van consultancybureau Oadis, werkt al sinds 2003 met BIM. Als hij klanten moet uitleggen hoe het werkt, maakt hij vaak de vergelijking met Expedia. “Die site wordt gevuld door aanbieders van hotelkamers, vluchten en huurauto’s. Door informatie via een standaard uit te wisselen, krijgt de klant op één plek inzicht in het totaalaanbod en kan hij zelf zijn reis samenstellen door de verschillende aanbiedingen te mixen en matchen.” Een standaardmethode om informatie uit te wisselen is daarbij cruciaal. En die standaard was er tot voor kort niet. Wijnen: “Softwareleveranciers in de bouw zijn nog erg terughoudend, die proberen hun markt te beschermen en zien nog niet dat zij voordeel kunnen hebben bij open standaarden voor gegevensuitwisseling.” Niet voor niets zit Wijnen dan ook in het bestuur van BuildingSmart, een internationale organisatie die het gebruik van open standaarden promoot. “Je moet in de bouwwereld nog echt het voordeel hiervan uitleggen. Dan gebruik ik de telecomindustrie als metafoor: ongeacht met welk merk mobieltje, welk besturingsysteem en welke provider je belt,
je kunt iedereen bereiken. Wat in de telecom de gewoonste zaak van de wereld is, is in de bouw nog echt wereldschokkend.” Miscommunicatie Toch ontkomt de bouw niet aan deze ontwikkelingen. En dat is ook hard nodig om de faalkosten terug te dringen. Wijnen legt uit: “Bij traditioneel ontwerpen veroorzaken de wijzigingen in een bouwtekening vaak fouten. Doordat het hele traject van tekening tot daadwerkelijke realisatie lang duurt, komen er altijd wijzigingen in de eisen.” Meestal wil de opdrachtgever iets in het gebouw zelf veranderen, maar soms verandert alleen zijn behoefte, zonder dat hij zich realiseert dat dit gevolgen heeft voor het gebouw. Neem bijvoorbeeld de realisatie van een nieuw ziekenhuis: een arts geeft vooraf aan dat hij gebruikmaakt van een watergekoeld apparaat en dat in zijn behandelkamer er dus een wateraansluiting voor dat apparaat moet komen. Tegen de tijd dat het ziekenhuis jaren later wordt opgeleverd, is dat watergekoelde apparaat al lang vervangen door een luchtgekoeld apparaat en heeft hij dus behoefte aan een heel ander type aansluiting. Daar wordt in de tussentijd echter nooit meer over gecommuniceerd. Maar het gebeurt ook dat een architect iets aanpast wat gevolgen heeft voor het installatiewerk maar vergeet dit expliciet
te communiceren. De installateur krijgt wel een nieuwe tekening, maar ziet het detail dat gevolgen heeft voor zijn werk over het hoofd. “Al dat soort miscommunicatie voorkom je als alle betrokkenen – opdrachtgever, architect, aannemer, installateur en alle andere ingehuurde partijen – digitaal de tekening in 3D delen in plaats van in 2D op papier uitwisselen”, zegt Wijnen. Dit voorkomt veel kosten, want hoe later een wijziging in een ontwerp wordt doorgevoerd, hoe duurder het is om deze uit te voeren. “Het is daarom belangrijk om beslissingen al zo vroeg mogelijk in het traject te nemen, maar dan moet wel alle informatie voorhanden zijn om de juiste beslissing te nemen”, zegt Wijnen. Daarin kan BIM een belangrijke rol spelen. Te meer daar BIM ook inzicht kan geven in de uitgangssituatie. Liggen er bijvoorbeeld rioleringen of kabels in de grond waar je met graaf- en heiwerkzaamheden rekening mee moet houden? Meer voorwerk De laatste paar jaar zijn de ontwikkelingen op dit gebied razendsnel gegaan, zegt Ruud van Tongeren, voorzitter van Stumico, het onafhankelijke ICT-platform voor de bouw. “Bij grote projecten waarin veel partijen samenwerken, zie je dat BIM al min of meer gemeengoed aan het worden is. Bijna alle grote architecten, aannemers, projectontwikkelaars en andere partijen werken ermee. Bij sommigen zit BIM nog in de pilotfase, bij anderen is het al verder. Maar er is bijna geen enkele grote speler die nog helemaal geen initiatief op dit gebied heeft genomen.” En dat kan ook niet anders, want zaken als de bouwfraude, de kredietcrisis en de steeds strengere eisen als het gaat om het energiegebruik van gebouwen, dwingen de sector tot meer transparantie en eerder inzicht in zowel de bouw- als de exploitatiekosten. BIM kan aan al die aspecten tegemoetkomen. Van Tongeren: “Werken met BIM dwingt alle betrokken partijen om meer voorwerk te doen. Waar in het verleden de details vaak pas tijdens de bouw werden ingevuld – met alle kans dat iets toch niet zo uitkomt als gedacht en werk opnieuw moet worden gedaan – moeten met BIM alle details vooraf al worden ingevuld om een echt goed 3D-model te kunnen maken. Hierdoor realiseert de architect zich veel beter wat de impact is van zijn ontwerp op het werk van bijvoorbeeld de installateur. Voorheen was die architect al lang uit beeld verdwenen als zich in de eindfase problemen voordeden met de verwarming of koeling, nu worden dit soort dingen vooraf beter inzichtelijk. Dat dwingt partijen om meer samen te werken, om na te denken over de impact van een bepaalde beslissing op de volgende schakel in de keten.”
BIM wordt niet alleen gebruikt voor het maken van het ontwerp, maar ondermeer ook voor de calculatie en planning van een project. Doordat ook calculatiesoftware aan het model kan worden gekoppeld, kunnen vooraf de gevolgen van een verandering worden doorgerekend. Wordt een muur een halve meter langer, dan berekent de software hoeveel meer stenen er nodig zijn, hoeveel langer de leiding wordt die in die muur moet worden gefreesd en hoeveel kosten daarmee gemoeid zijn. Tevens kan de factor tijd worden meegenomen en dus de planning automatisch worden aangepast. Alle betrokkenen zien daardoor direct wat de impact is van een bepaalde beslissing of wijziging voor zowel de rest van het ontwerp, de kosten als de planning. Implementatie Ondanks de vele voordelen, komt er wel het nodige kijken bij de implementatie van BIM, zegt Van Tongeren. “Niet eens op technisch gebied. Die investeringen zijn wel te overzien. Ontwerpers, constructeurs en tekenaars hebben een 3D-modelleerprogramma nodig; anderen een viewer om het model te bekijken. En je hebt software nodig die de uitwisseling van gegevens tussen de verschillende programmatuur verzorgt, bijvoorbeeld de OpenSource BIM server van TNO.” Veel groter is de inspanning die je moet doen om alle mensen mee te krijgen. Want dit betekent nogal wat voor de manier van denken en werken. “Het raakt iedereen, van de secretaresse tot het management. Iedereen moet leren denken vanuit het proces, met oog voor de hele keten. Dat is nieuw. Die omschakeling maak je niet van vandaag op morgen. In eerste instantie denken de meeste mensen: ‘BIM levert mooie 3D-plaatjes op’, maar daarmee missen ze de essentie”, zegt Van Tongeren. Hij is naast voorzitter van Stumico in het dagelijks leven Manager ICT Applications bij Arcadis. Hij merkt bij zijn werkgever dat als medewerkers eenmaal in de praktijk met BIM werken, het enthousiasme al snel niet meer te stuiten is. “Het levert hen in hun dagelijks werk veel voordeel op. En het werk wordt er gewoon ook een stuk leuker van.” Vooruitblikkend schat Van Tongeren in dat het over vijf jaar heel normaal is om grotere projecten volledig met BIM uit te voeren. “Dan heb ik het dus niet over een serre die bij een particulier wordt geplaatst. Dat kan ook nog prima zonder BIM want daarbij is de complexiteit te overzien. Maar bij grote projecten zal het tegen die tijd gemeengoed zijn. Opdrachtgevers vragen daar ook om.” Diezelfde opdrachtgevers moeten overigens wel hun werkmethode aanpassen aan BIM. “Nu wordt, om maximaal concurrentie voordeel te halen, elke fase opnieuw aan-
besteed. Het werken met BIM dwingt ook de opdrachtgever om al te denken vanuit het totaalplaatje bij de aanbesteding. Dan zal blijken dat het economisch beste eindresultaat wordt behaald als gedurende het project met vaste partners wordt gewerkt” Met andere woorden: niet alleen bouwbedrijven moeten af van het hokjesdenken, maar ook de opdrachtgevers. “Iedereen moet integraal leren denken.”
Activiteiten Voorlopige data 2011 9 februari Bijeenkomst tijdens de BIM Case week 19 mei 2011 Stumico on tour + ALV 22 september Nog in te vullen 20 oktber 2011 Stumico on tour 30 november 2011 Avond met Stufib
IBIS4BIM slaat een brug tussen 2D & 3D CAD-modellen en bouwkostenramingen
www.ibis4bim.nl
Vooraf inzicht in energiekosten BIM geeft niet alleen inzicht in het bouwproces, maar ook in het beheer en de exploitatiekosten van een gebouw. “Je kunt zelfs vooraf al berekenen hoeveel energie een gebouw gaat gebruiken en het effect zien van verschillende typen gevelbekleding”, zegt Wijnen stralend. “Terwijl je aan het ontwerpen bent, zie je wat de impact is van een stenen of een glazen gevel, hoeveel meer energie er nodig is voor koeling en verwarming en wat dat betekent voor de total cost of ownership.” Hetzelfde geldt bijvoorbeeld voor de positionering van een gebouw: wat betekent het voor de energiekosten als
het gebouw een kwartslag wordt gedraaid waardoor er meer glasoppervlakte aan de zonzijde zit? Dit inzicht in de exploitatiekosten biedt opdrachtgevers veel meer sturingsmogelijkheden. Wijnen: “Je zet een pand immers neer voor 50 jaar of langer. Over die hele periode gerekend vormen de bouwkosten slechts ongeveer 10 procent van de totale exploitatiekosten. Tot nu toe is er altijd weinig stimulans geweest om duurzaam te bouwen, maar daar komt verandering in. Wat is er nu mooier dan vooraf al weten hoeveel energie een gebouw gaat gebruiken en de terugverdientijd van bepaalde
investeringen in energiezuinigheid door te rekenen?” Daar sluit Van Tongeren zich bij aan. “BIM geeft inzicht in de totale life cycle van een gebouw, tot en met de sloop aan toe. Je kunt met BIM het volledige onderhoud en beheer plannen, waardoor de gebruiker niet plotseling voor onverwachte kosten komt te staan en uitgaven ook beter kan spreiden in de tijd. Dit geeft gebouwbeheerders veel meer grip en sturingsmogelijkheden.” Met toestemming overgenomen uit Telecom Update van 31 oktober 2010
http://www.telecom-update.com
Stumico: still staying strong In de komende nieuwsbrieven zullen wij ruimte maken voor de visie van de bestuursleden. Een lid van het bestuur zal in dit onderdeel aangeven waar volgens hem Stumico voor staat en wat de visie is. Deze keer wordt dit ingevuld door Dick Stoelhorst, penningmeester en werkzaam als directeur van de Betonvereniging. Woord van de Penningmeester Onze “onvolprezen” voorzitter heeft in de nieuwsbrief een traditie neergezet: woord van de voorzitter. Nu mij gevraagd is een bijdrage voor de nieuwsbrief van Stumico te schrijven vernoem ik dat maar op dezelfde manier. Wat is mijn instelling om sinds enkele jaren het penningmeesterschap te vervullen en een actieve bijdrage te leveren aan het werk van deze aangesloten organisatie. Dan begin ik met op te merken dat Stumico in de wereld van de ICT een constante factor is. In de loop van de tijd heb ik diverse initiatieven tot de oprichting van organisaties genomen zien worden, maar vervolgens ook weer uit het oog zien verdwijnen. Stumico echter heeft haar doelen steeds zo weten te formuleren dat het een levende vereniging is gebleven. De oorsprong bij de mensen die zelf een “computer” in elkaar soldeerden is inmiddels definitief voorbij. Een tijdperk is aangebroken waarin de gebruikers van software met elkaar spreken over de mogelijkheden van de bestaande programma’s en de kansen om programma’s goed te laten samenwerken. In het kader van BIM worden de laatste jaren veel bijeenkomsten georganiseerd. En succesvol kunnen we nu constateren.
Persoonlijk heb ik nog ooit een aardige ervaring opgedaan met het planningsprogramma van Microsoft. Bij de IVGroep in Papendrecht hebben we introductieavond georganiseerd die door een ogelooflijk grote groep werd bijgewoond. In mijn beleving waren dat er zeker 80.maar ja in de loop van de jaren wordt dat verhaal natuurlijk steeds sterker. Een zeer leerzame avond met ludiek intermezzo door een laatkomer. In zijn poging zijn late komst zo ongemerkt mogelijk te laten verlopen, sloop hij langs de muur en zag een stekkerdoos geheel over het hoofd. Hij liep de stekker eruit en toen stonden 10 van de 20 computers stroomloos. Hilariteit alom, maar na een korte pauze werd het programma hervat en gingen we weer welgemoed aan de verder. Kortom Hands-on, doelgericht en erg efficiënt. Het meedraaien in een bestuur van een vereniging zoals Stumico verbreed je horizon. Tenslotte ben ik op het gebied van ICT een redelijke buitenstaander. En dan meedoen in de opzet van activiteiten die voor de leden aantrekkelijk zijn is erg leuk. We hebben kunnen zien dat Stumico gedragen wordt door leden en sponsoren. Dat betekent dus dat voorzien wordt in een behoefte. In de deelname aan die activiteiten zie je dan dat uiteenlopende delen van de achterban geïnteresseerd zijn, Bijeenkomsten over wapenen zijn heel concreet, naast andere bijeenkomsten over de introductie van BIM trekken elk hun eigen publiek. We mogen erg blij zijn met die brede verankering. Als penningmeester heb ik dan de taak ervoor te zorgen dat het de vereniging financieel goed gaat. Zo nu en dan betekent dat ik op de rem moet staan, maar ik wil mijn medebestuursleden een oprecht compliment maken dat zij oog hebben voor
gezond financieel beleid. Dat maakt mij taak bepaald gemakkelijk. En ook de leden weten het te waarderen gezien de instemming met de Jaarrekeningen in de opeenvolgende Algemene Leden Vergaderingen. Wat is mijn boodschap nu eigenlijk? Stumico bestaat dankzij de gratie van de behoefte aan kennis over ICT. Die kennis met toepassingen ontwikkelen zich nog voordurend. En er is een groep binnen de bouw nieuwsgierig naar de implementatie van die kennis, ze willen zich, als voorlopers, verdiepen in die nieuwe kennis. Stumico is erin geslaagd voor die groep de aansluiting met de bouwpraktijk te bewaren. Wellicht valt het niet zo erg op, maar in de loop van de jaren is de scoop toch degelijk veranderd. Het is mijn wens dat we op dat pad voortgaan.
Kronodoc - Ontworpen voor grootschaligheid Door: Robert Mick - ARC Documentbeheer voor grootschalig verspreide projecten is een uitdaging die om oplossingen vraagt die hier specifiek op gericht zijn. BlueCielo heeft ARC recentelijk geïnformeerd over het door dit bedrijf aangekochte product Kronodoc, dat zijn oorsprong vindt in documentbeheer voor het CERN-project en geschikt is voor grootschalig documentbeheerprojecten. Daarbij maakt het gebruik van SaaS, het makkelijker voor een klant om dit product uit te proberen. Informatie en grootschalige projecten Het succes van grote asset-gerelateerde projecten is afhankelijk van veel factoren. Een van deze factoren is de toenemende projectcomplexiteit. Veel projecten zijn groot, fusies en overnames leiden tot verschillende benaderingen, joint ventures leiden tot complexiteit en veel projecten vragen om een wereldwijde samenwerking. Grote projecten bevatten tienduizenden tot miljoenen documenten in verschillende bestandstypen en veel daarvan hebben een contractueel of juridisch belang. Dit soort uitdagingen zijn niet nieuw, maar vandaag de dag zou geen enkel bedrijf eraan moeten denken een groot project uit te voeren waarvan alle informatie alleen op papier wordt vastgelegd. Een bedrijf zou evenmin moeten denken aan het vanaf de grond opnieuw ontwikkelen van informatiebeheerpakketten: de benodigde kosten en tijd zouden belemmerend werken en de resultaten zouden inferieur zijn. De vraag is welk soort beheersysteem voor asset-informatie kant en klaar beschikbaar is en voor welke situaties zo’n systeem het meest geschikt is. ARC, die op dit gebied onderzoek doet, heeft recentelijk actuele informatie over BlueCielo’s aanpak ontvangen, inclusief een kennismaking met Kronodoc, het door dit bedrijf verworven product. Hieronder is een korte inleiding tot Kronodoc te lezen en wordt uitgelegd wat dit voor asset-informatie in het algemeen betekent. Kronodoc BlueCielo heeft een aantal producten die geschikt zijn voor verschillende klantsituaties, inclusief verschillende vormen van technische infrastructuur. Al deze oplossingen zijn gericht op grote projecten of op diverse op assets gerichte activiteiten. De behoeftes van EPC(engineering procurement and construction)-bedrijven zijn echter anders dan die van owner of operators. Zelfs binnen de bedrijven van asset-eigenaren onderscheiden de behoeftes van engineering-, onderhouds- en exploitatie-afdelingen zich van elkaar. Bovendien bestaat er een onderscheid tussen de project- en assetprocessen van de verschillende industrieën. Het is duidelijk dat dit een zeer complexe markt is om actief op te zijn. BlueCielo heeft dit probleem aangepakt via de ontwikkeling van het oorspronkelijke product van het bedrijf, BlueCielo Meridian Enterprise en door strategische aankopen
die goed passen in nauwkeurig gerichte bedrijfsactiviteiten. Kronodoc, een van deze aankopen, is bedoeld voor het documentbeheer van zeer grote projecten. De drijvende kracht achter Kronodoc Bijna alle softwareproducten worden gekarakteriseerd door het perspectief en de ervaring van hun ontwerpers, die bepalen wat de sterke punten, de architectuur en de meest geschikte toepassingen ervoor zijn. Kronodoc is in dit opzicht geen uitzondering. Het is enkele jaren geleden ontworpen om de uitdaging met documentbeheer aan te gaan voor de projecten bij CERN (Europese Organisatie voor Onderzoek naar Kern- en Atoomenergie). Vanuit het oogpunt van documentbeheer wordt CERN gekenmerkt door een grote hoeveelheid wereldwijd verspreide leveranciers en andere partnerbedrijven. Er bestonden veel documentherzieningen en goedkeuringsprocessen en er was een groot aantal samenwerkingen die nauwkeurige en recente informatie nodig hadden. De vooruitgang werd tegengehouden door de grote hoeveelheid werk die nodig was om informatie te beheren. Kronodoc evolueerde om in gelijksoortige behoeftes binnen verschillende bedrijfstakken te voorzien Kronodoc werd oorspronkelijk ontworpen om in de behoeftes van CERN-projecten te voorzien, maar anderen zagen al snel het algemene nut ervan in, waardoor het product een meer algemene oplossing werd, die nu door asset-eigenaren en -exploitanten, en EPC’s en EPC-systeemleveranciers in verschillende bedrijfstakken wordt gebruikt. Kronodoc wordt bijvoorbeeld gebruikt in bedrijfstakken als de atoomindustrie, de pulp- en papierindustrie, op booreilanden, en binnen de shipping-industrie. Kronodoc: de meerwaarde Kronodoc verschilt van de gebruikelijke beheersystemen voor bedrijfsdata, en bezit in dit opzicht een meerwaarde. Kronodoc is een 100 procent webgebaseerde documentbeheeroplossing, die standaard ondersteuning biedt voor het beheer, de verspreiding en de workflow van grote documentpakketten met grote hoeveelheden documenten binnen grote leveranciersnetwerken. Omdat het is ontworpen voor grootschaligheid, biedt het de mogelijkheid zich te concentreren op het verlagen van de totale kosten van aanschaf (een IT-voordeel) en het
verbeteren van het automatiseren en de doelmatigheid van grote projecten. Kronodoc: • vermindert de tijd die nodig is voor het beheren van informatie en de communicatie met leveranciers • vermindert non-conformiteit en de kosten van informatiekwaliteitsonderhoud • heft lead-times van papiergebaseerde processen op • vermindert de IT-overhead (geen desktopprogramma’s om te onderhouden) • verbetert de doeltreffendheid en snelheid van complexe projectleveringen Dit wordt bereikt door beter informatiebeheer, gestructureerde revisie- en goedkeuringsprocessen, duidelijk gedefinieerde rollen, en beheer van informatie op een centrale opslagplaats. Productoverzicht Kronodoc is gestructureerd als centrale opslagplaats van documenten. Gegevens kunnen worden beheerd en gedistribueerd in de vorm van documenten. Dit omvat documentpakketbeheer, leveringen, revisies, goedkeuringsprocessen en wijzigingsbeheer. Dit zijn geen ongebruikelijke zaken voor projectinformatiebeheeroplossingen, maar de mogelijkheid om de schaal te ver-
Colofon Stumico Nieuwsbrief is een officiële uitgave van de Studievereniging voor Microcomputers. Missie Stumico stelt zich tot doel om vanuit een onafhankelijke positie haar leden te informeren over met de bouw gerelateerde ICT ontwikkelingen Statement Het plaatsen van een logo, advertentie, of een artikel waar een product wordt beschreven betekent niet dat Stumico een voorkeur uitspreekt voor de genoemde leverancier en/of producten Bestuur Voorzitter • Ruud van Tongeren Penningmeester • Dick Stoelhorst Secretaris • Herman Oogink Leden • Edwin Dado • Hans Galjaard • Menno de Jonge • Nico Ruikes Secretariaat Postbus 411 2800 AK Gouda
[email protected] Lidmaatschap Aan- en afmeldingen of wijzigingen kunnen schriftelijk of via E-mail aan het secretariaat worden doorgegeven Website
www.stumico.nl
groten naar bijvoorbeeld duizenden leveranciers en honderdduizenden documenten binnen een netwerk is heel bijzonder. De ontwerpers van Kronodoc (en nu BlueCielo) concentreerden zich op het maken van een oplossing die het zo makkelijk mogelijk maakt een grote hoeveelheid deelnemende partijen te ondersteunen. Kronodoc bezit de kenmerken die deze benadering mogelijk maken. De gebruikersinterface is bijvoorbeeld volledig webgebaseerd, zodat er geen software hoeft te worden beheerd. Het product ondersteunt PDFconversies, wat resulteert in een eenvoudige distributie van inhoudelijk materiaal naar zeer diverse gebruikersomgevingen. Tenslotte ondersteunt Kronodoc ook nog diverse desktopprogramma’s, zoals Microsoft Office en AutoCAD. Kronodoc kan autonoom worden ingezet of als SaaS-oplossing. De meeste projectdeelnemers zullen niet weten dat er iets veranderd is, omdat de gebruikersinterface in veel gevallen hetzelfde blijft. Dit houdt ook in dat klanten zouden kunnen beginnen met SaaS voor een eenvoudige start, om later een stap verder te gaan indien dit zinvol is. Dit betekent dus ook dat klanten de SaaSoplossing kunnen gebruiken voor een project, en het kunnen afsluiten wanneer het project is afgerond. Conclusies Kronodoc is ontstaan binnen een grote projectomgeving met een grote hoeveelheid leveranciers, waarbij goed documentbeheer een grote inzet vereiste. Zelfs dan is het moeilijk kwaliteit te garanderen en vertragingen te vermijden die het resultaat zijn van slecht beheerde revisie- en goedkeuringsprocessen. In dergelijke omgevingen is zelfs het delen van informatie voor samenwerking problematisch. Ondanks dat Kronodoc ongetwijfeld ook een grote rol zou kunnen spelen bij veel kleinere projecten, ligt de echte waarde in het product bij situaties met grote aantallen leveranciers (documentbijdragers) en grootschalige verspreiding van documenten (samenwerking). De architectuur achter Kronodoc maakt het tot een logische SaaS-oplossing. Het is hiermee bijzonder geschikt als snelle probleemoplossing voor sommige praktijkproblemen bij klanten.
www.bluecieloecm.com
Column
Evolutie of Revolutie?
De Nederlandse bouwwereld heeft bij veel mensen een conservatief imago. Ondanks het feit dat iedereen weet dat alle betrokken partijen veel efficiënter kunnen samenwerken, heeft de sector jarenlang op primitieve, of mooier gezegd traditionele wijze, kunnen doormodderen. Zeker
in vergelijking met de vergaande ketenautomatisering en -integratie die in de automobielsector, logistiek en de procesindustrie de afgelopen decennia is doorgevoerd. In de eerste column van dit jaar blikte ik nostalgisch terug op de start van mijn loopbaan zo’n 25 jaar geleden. Destijds werden namelijk al indrukwekkende 3D CADprogramma’s voor de eerste generatie IBM en Compaq PC’s geïntroduceerd. Toch zijn we in de bouw eerst nog 20 jaar in 2D gaan tekenen voordat een BIM vaste voet aan de grond kreeg. Als ik terugkijk op 2010 lijkt die langzame evolutie naar 3D inmiddels te zijn omgeslagen in een revolutie. Als communicatieman volg ik nauwlettend diverse media en bezoek ik veel relevante events. De signalen die ik op basis daarvan ontvang vormen mijn visie over de marktontwikkelingen. Zo publiceerde de BNA dit voorjaar dat architecten massaal aan het BIMmen zijn geslagen. Maar liefst 81% van de gereageerde leden werkt inmiddels met 3D-ontwerpprogramma’s. Kijkend naar de signalen van individuele bedrijven dan zijn mij dit najaar opgevallen: ‘Kokon scoort met BIM’ en is in de crisisperiode met 10 medewerkers gegroeid. De Van den Berg Groep lanceerde een ‘Scherper dan ooit’ anticyclische campagne, die daar ook de vruchten van plukt, in tegenstelling tot veel malaiseberichten over de architectenmarkt. Ook steeds meer bouwbedrijven, constructeurs en installateurs hebben de weg naar ontwerpen in een BIM gevonden en veel belangrijker naar elkaar, om beter samen te werken. Nu kan ik hier niet alle berichten aanhalen, maar deze crisis heeft duidelijke winnaars en verliezers. Eind augustus organiseerde Stumico sponsor Itannex een drukbezocht seminar over Het Nieuwe Aanbesteden. Daar presenteerde de Woningbouwvereniging Wonion hoe zij tijdens openbare selectievergaderingen de uiteenlopende plannen van bouwconsortia beoordelen. Wonion is er van overtuigd dat strategische ketensamenwerking noodzakelijk is om te komen tot duurzame innovaties. Van de daar toegepaste transparantie kunnen ze vooral in Limburg nog het nodige leren! Ook het medio november bij Rijkswaterstaat gehouden seminar van CURNET over Gemeenten en Bouwwerk Informatie Model was drukbezocht, vernam ik via een twitterend Stumico-lid. Tenslotte was ik gisteren zelf bij het seminar Bouwwereld van de toekomst, georganiseerd door Infostrait en Dassaul Systèmes. Hoewel dit meer gericht was op projectsamenwerking dan BIMmen, was het toekomstperspectief overduidelijk. Het wiel van 3D ontwerpen, simuleren, visualiseren en online samenwerken aan projecten is allang uitgevonden, alleen wie past dit in de bouw sneller en beter toe dan zijn concurrenten?