Tekst-fragment uit:
"Wilt U met mij meespelen" van Achard.
Bewerking: Carolien Bleys
Rolverdeling: CROCKSON RASCASSE LULU ISABELLE AUGUSTE
1 (Crockson en Rascasse komen op met trom en trompet. Zij maken al spelende een ererondje. Lulu komt gelijk op met een klein speelgoedtrompetje, zij struikelt bij haar opkomst, Crockson en Rascasse gaan spelende af. Lulu kan nog net even trompetteren, terwijl zij achter hen aan afholt.)
Crockson : (op) Bonjour. Ik kom werken. Ik ben toch niet te laat, hoop ik? (doet jas uit) Waar is mijnheer Rascasse. Hebben jullie monsieur Rascasse ook gezien? Nee? Bon! (jas aan) Ik kan pas gaan werken als monsieur Rascasse er is. (gaat zitten) Altijd te laat, monsieur Rascasse. (gaat liggen) Wel te rusten! (hij slaapt) Rascasse : Bonjour, bonjour. Ik kom werken. Ik ben toch niet te laat, hoop ik? (doet jas uit) Waar is mijnheer Crockson? Hebben jullie monsieur Crockson gezien? Nee? Bon! (jas aan) Ik kan pas gaan werken als monsieur Crockson er is. (gaat zitten) Altijd te laat, monsieur Crockson. (gaat liggen) Wel te rusten! (hij slaapt; het snurken van Crockson maakt hem wakker) Rascasse : HĂ©, slaapt U, monsieur Crockson? Crockson : Bent U het, m'n beste monsieur Rascasse? (zij omhelzen elkaar) Samen
: Laten wij gaan werken!
Crockson : Ja, werken. Rascasse : Werken, (zij doen hun jas uit). Crockson : (zingend) Werken, werken. Rascasse : Heb je echt zin om te werken?
2 Crockson : Ik heb geen zin om te werken. En jij? Rascasse : Ik kan niet eens werken. Crockson : En waarom kun je niet werken? Rascasse : Omdat ik verliefd ben. Crockson : En waarom ben je verliefd? Rascasse : Omdat ik mademoiselle Isabelle gezien heb. Crockson : Ik heb haar ook gezien, ik ben ook verliefd. Ik kan ook niet werken. Samen
: Dan werken we niet. (jassen aan). Het spijt ons, we zijn verliefd en we kunnen niet werken.
(Lulu komt op en maakt luid toeterend een ererondje over het toneel. Bij het afgaan struikelt ze in de poort.) Rascasse : Maar als de baas ziet dat we niet werken gooit hij ons er uit. Crockson : Nou, laten we dan gaan werken. (ze doen hun jas uit) Rascasse : Toch vervelend - werken kunnen we niet en niet werken kunnen we ook niet. Crockson : Om te kunnen werken zou je niet meer verliefd moeten zijn. Weet jij wat je moet doen om niet meer verliefd te zijn? Rascasse : Nee. Crockson : Ik ook niet. (pauze) Ah! Ik heb een idee! Rascasse : Nee. Crockson : Ja. Rascasse : Nee. Crockson : Ja Rascasse : Nee. Crockson : Ja! Rascasse : Buitengewoon! / Niet te geloven!
3 Crockson : Ik heb een idee. Laten we aannemen -ik kan het me niet voorstellen- maar laten we aannemen dat Isabelle verliefd is op jou. Rascasse : Ja. Crockson : Nou, dan zou ik niet meer verliefd op haar zijn. Rascasse : Waarom niet? Crockson : Ik zou tegen mezelf zeggen: "Hoe kan ze nu verliefd zijn op die idioot van een Rascasse." En ik zou niet meer verliefd op haar zijn. Rascasse : Goed. Crockson : En jij zou ook niet meer verliefd op haar zijn. Want jij zou zeggen: "Waarom is ze op mij verliefd geworden - zo'n lelijke aap -in plaats van op die prachtvent van een Crockson. Rascasse : Bravo, bravo! Ze moet dus in ieder geval op mij verliefd zijn. Crockson : Nee, wacht eens even..... Het klopt niet, het klopt helemaal niet. Rascasse : Het klopt wel. Crockson : Nee. (hij draait zich plotseling om) Nee! Ik zeg Nee!(abrupt) We moeten iets anders verzinnen. Rascasse : Maar het klopt heel goed. Crockson : (haalt een enorme revolver uit zijn zak) We moeten iets anders verzinnen. Rascasse : Goed. Crockson : Ik heb 't. Rascasse : Nee. Crockson : Ja. Rascasse : Nee. Crockson : Ja.
9 Crockson : Waarom niet? Rascasse : Omdat ik voel dat er iets voor je gebracht zal worden! Crockson : Zal er iets voor mij gebracht worden? Rascasse : Ja. Crockson : (zingend) Er wordt iets voor mij gebracht. Rascasse : Ja. Crock
: (achterdochtig) Er wordt iets voor mij gebracht. Maar hoe weet jij dat er iets voor mij gebracht wordt?
Rascasse : Ik weet het niet. Ik denk het. (Lulu komt op als telegrambesteller zij loopt de hele piste rond) Lulu
: (roept) Voor monsieur Crockson, voor monsieur Crockson...
Rascasse : Zie je nu wel?(Crockson opent het telegram) (Lulu af) Crockson : (leest) Komt direct. Tante ernstig ziek in Best. Mijn tante ernstig ziek in Best! (Rascasse geeft hem met kennelijk plezier hoed en paraplu) O, m'n zieke tante is best. M'n beste tante is ziek. Mijn tante is best ziek. Mijn beste ziek is tante, (hij rent opgewonden de piste rond. Op het punt van weggaan) Maar ik heb helemaal geen tante! (doet zijn jasje uit en zijn hoed af) Laten we gaan werken! Rascasse : (droevig) Laten we gaan werken! Samen
: Wij gaan werken! Mioeziek! (Zij gaan samen af en komen meteen weer op). Hebben jullie het gehoord. Wij gaan werken. Mioeziek!
Auguste
: (Vanuit de zaal) Mag ik meespelen?
10 Crockson : Wat zegt U? (Hij beduidt Rascasse, die niets gehoord heeft, op te houden met spelen) Auguste
: Mag ik meespelen?
Crockson : Wij spelen niet met publiek. Auguste
: Ach toe, Monsieur Crockson!
Crockson : Kent U mij naam? Auguste
: Ik kom hier iedere dag.
Crockson : Hoor je dat, hij kent onze namen, (milder gestemd) Maar U kunt zeker niet werken zoals wij? Auguste
: Nee.
Crockson : Wilt U het leren? Auguste
: Ja.
Crockson : Bon. (tot Rascasse) Hij wil het leren, (tot zaal) Hij wil het leren. Mag ik U voorstellen...... Auguste
: Auguste....... ik heet Auguste.
Crockson : Nogal gewoon, Enfin. Mag ik U voorstellen, Auguste: Zo, dus U wilt met ons meespelen? Rascasse : Wilt U clown worden? Crockson : Dat is heel gemakkelijk. Gaat U daar maar staan. Rug naar het pioebliek! Altijd rug naar het pioebliek! (hij zet hem ergens neer, neemt een aanloop en geeft hem een trap tegen zijn achterste). Auguste
: O!
Crockson : Wat is dat? Wat zegt hij? (tot Rascasse) Auguste
: Ik zei "O".
Crockson : Waarom zeg je "O"? Je moet niet "O" zeggen. Auguste
: Ah?
Crockson : Stil blijven staan, (trapt hem) Je hebt "O" gezegd.
11 Auguste
:Ik heb geen "O" gezegd. Ik zei geen "O". Ik had wel "O " willen zeggen, maar ik heb geen "O" gezegd.
Crockson : Je moet zelfs geen "O " willen zeggen. Blijf staan! (schopt hem) Daarin zit nu de hele kunst van de clown. (schopt hem en Auguste verschuift steeds een beetje van plaats. Crockson zet hem weer terug) Staan blijven! Niet bewegen! (gebaart naar Rascasse) Uw beurt, (zij schoppen nu om beurten) Rascasse : Een trap tegen het achterwerk is de mooiste uitvinding van de mens. (schopt) En dan, het vak eist het! (schopt) Heel goed, beste vriend! Crockson : Je hebt best aanleg! (zij tillen tegelijkertijd hun voet op). Crockson : Na u! Rascasse : Gaat Uw gang. Crockson : Alstublieft. Rascasse : Om u een plezier te doen. (Lulu op) Lulu
: Monsieur Crockson, Monsieur Crockson,.... (loopt tot voor Rascasse) Is hier een Monsieur Crockson aanwezig?
Crockson : Dat ben ik. (hij duwt Rascasse op zij en gaat voor Lulu staan) Lulu
: Ik heb een brief voor u. (geeft brief) Vertrouwelijk! Sst. (tot Crockson) Is hier ook een monsieur Rascasse aanwezig?
Rascasse : (Duwt Crockson opzij) Dat ben ik! Lulu
: Ik heb een brief voor U. (geeft brief) Vertrouwelijk, Sst (af)
Crockson : Vertrouwelijk! Sst. (leest, links van de piste) Monsieur Rascasse heeft om drie uur een afspraak met Mademoiselle Isabelle...... Een vriend. Dat is het toppunt!
12 (hij trapt Auguste, die nog steeds op zijn plaats staat) Rascasse : Vertrouwelijk! Sst. (leest, rechts van de piste) Monsieur Crockson heeft om drie uur een afspraak met mademoiselle Isabelle..... Een vriend, dat is het toppunt! (hij trapt Auguste) Crockson : (een enorm horloge tevoorschijn halend) Vijf voor drie, dat haal ik net. (wil af) Rascasse : (die ook weggaat, ziet hem) Zo, gaat U ook weg? Crockson : En U dan? Rascasse : Ik? Dat is waar ook. Ik heb iets te doen. Crockson : Hij heeft iets te doen! De schoft! (tegen Rascasse) Excuseer me, ik heb een beetje haast! Rascasse : Een beetje haast! Schurk! (tot Crockson) Tot ziens, cher Amie! (zij gaan samen met verbeten gezichten af) Auguste
: (draait zich om) Isabelle! Isabelle!
Isabelle : (komt op) Wat? Is er niemand? Auguste
: Jawel, ik.
Isabelle : Wie, ik? Auguste
: Auguste..... ik ben Auguste!
Isabelle : En de anderen? Auguste
: Weg. (hij maakt een wijd gebaar)
Isabelle : Waarheen? Auguste
: Waar ik ze heen gestuurd heb.
Isabelle : Wat? Auguste
: Ik heb ze allebei een brief gestuurd. Ze wachten op u.
Isabelle : Waarom hebt U dat gedaan? Auguste
: Omdat ik verliefd op u ben.
13 Isabelle : U hebt me nog nooit gezien. Auguste
: Ik zat tussen het publiek.
Isabelle : Waarom bent u daar dan niet gebleven? Auguste
: Omdat ik verliefd op u ben.
Isabelle : Ik ben niet verliefd op u. Auguste
: Misschien kan ik u verliefd maken.
Isabelle : (lakoniek) O Ja, Een, twee, drie.... probeerscène. Auguste
: Isabelle, wat moet ik doen?
Isabelle : Dans! Auguste
: (danst) Alstublieft!
Isabelle : Zing! Auguste
: (zingt) Alstublieft!
Isabelle : Huil! Auguste
: (probeert te huilen) Ik kan niet op kommando huilen. En als ik u eens dood zou maken?
Isabelle : Dat raad ik je niet aan. Auguste
: En als ik mezelf eens dood zou maken?
Isabelle : Dat moet jij weten. Auguste
: Zie je wel. Ik interesseer u niet.
Isabelle : Je zegt dat je verliefd op mij bent? Auguste
: Ja, ja. Wilt U met mij spelen?
Isabelle : Nee, je bent helemaal niet grappig. Auguste
: Ik kan heel goed tegen schoppen.
Isabelle : Dat is te weinig. Auguste
: Ik zou terug kunnen schoppen.
Isabelle : Dat is teveel. Auguste
: Ik heb een mooi hart.
Isabelle : Ik ook.
16 Crockson : (plechtig) U bent een idioot en ik heb U geslagen. (gewoon) Zwaard of pistool? Rascasse : Ik ga niet vechten. Crockson : U bent bang. Rascasse : (woedend) Wat? Crockson : (bevend) U bent bang. Rascasse : Ik geloof monsieur, dat u mij zojuist beledigd hebt. (hij geeft hem een flinke klap) Zwaard of pistool? Crockson : Zwaard. Rascasse : Goed, ik ga de zwaarden halen (af) Crockson : (huilend) Oeoioeioei! Oeioeioei! (plotseling houdt hij op en gaat over tot gymnastiekoefeningen)(Rascasse komt terug met twee zwaarden, waarvan er een heel kort is. Die geeft hij aan Crockson. Zelf heeft hij een heel lang zwaard. Lulu komt op met een even groot zwaard als dat van Crockson om dit aan Rascasse te geven, maar hij duwt haar weg. Zij holt weer af. Crockson vergelijkt de twee zwaarden, gaat af en komt met een nog langer zwaard terug, dat hij achter zijn rug verbergt. Lulu komt op met een zwaard, dat even groot is als Rascasse heeft en wil dit aan Crockson geven. Hij duwt haar weg. Onthutst holt zij af.) (Crockson loopt tot voor Rascasse en begroet hem spottend) Rascasse : Kom Heren! (Angst van Rascasse als hij het veel grotere zwaard van Crockson ziet. Zij naderen elkaar met uiterste behoedzaamheid. De eerste aanraking der zwaarden doet hen beiden op de vlucht slaan, de een helemaal naar rechts, de ander helemaal naar links, waar zij doorgaan met blindelings vechten tegen een imaginaire vijand. Crockson bemerkt het eerst de lafheid van zijn tegenstander en tracht door een draaiende beweging deze te naderen, Rascasse merkt de beweging en fixeert met buitengewone aandacht de voet van Crockson. Door zijn tot het
17 toppunt gedreven nieuwsgierigheid verliest Crockson alle voorzichtigheid uit het oog. Hij zoekt op de grond, om zich heen, wat toch bij zijn tegenstander zo'n belangstelling kan opwekken, totdat deze hem met zijn zwaard in de voet prikt. Crockson woedend. Hij stort zich op Rascasse. Nu raken ze zo met elkaar in de knoop, dat niet hun zwaarden, maar hun benen vechten en dat iedere arm, gewapend met een nutteloos zwaard, achter de rug van de ander rondzwaait. Crockson : O! (hij wijst naar iets onzichtbaars in de lucht) O! O! O! (De nieuwsgierigheid van Rascasse is geprikkeld. Hij draait zich om en Crockson maakt van de gelegenheid gebruik hem in zijn achterste te prikken. Maar Rascasse heeft een groot kussen in zijn broek en reageert niet. Crockson overtuigt zich van de sterkte van zijn zwaard door het op de grond te gooien en begint opnieuw. Rascasse blijft onbeweeglijk. Crockson probeert het zwaard op zijn eigen achterste en schreeuwt van pijn. Op dit moment verliest Rascasse zijn kussen. Crockson grijpt het kussen en loopt Rascasse achterna, die afholt.)