Wijzer in de Liefde Draaiboek voor het geven van seksuele voorlichting aan en seksuele vorming van jeugdige asielzoekers en nieuwkomers
LES 2 - Vriendschap en relaties Lesopzet
Inleiding In de les Vriendschap en Relaties komen diverse werkvormen aanbod. Er wordt aandacht besteedt aan verbale en non-verbale communicatie. Tevens is er een werkvorm waarbij de video “Lang Leve de Liefde” wordt gebruikt. Wanneer je deze video gebruikt, is het belangrijk dat de deelnemers voldoende beheersing hebben van de Nederlandse taal. Zorg ervoor dat je de video bekeken hebt voordat je hem in de les gebruikt, zodat je een inschatting kunt maken of hij geschikt is voor de betreffende deelnemers. Omdat er in deze les meer werkvormen worden aangeboden dan passen in een bijeenkomst van 100 minuten, bestaat er een keuzemogelijkheid. Deze wordt in de lesopzet aangegeven met een ► Les 2 kan aan jongens en meisjes gezamenlijk worden gegeven.
Draaiboek ‘Wijzer in de Liefde’ GGD Nederland, 2007
2
Les 2. Vriendschap en relaties Minimale doelen • • • • • • • •
De deelnemer kan minimaal twee verschillen benoemen tussen vriendschap en relaties De deelnemer kan minimaal twee verschillen benoemen tussen verliefdheid en relatie De deelnemer kan twee voorbeelden noemen van gevoelens en uitingen van verliefdheid De deelnemer is zich ervan bewust wat voor hem/haar belangrijke kenmerken zijn van een vriend(in) De deelnemer kan verschillende vormen van relaties en samenwonen benoemen De deelnemer kan twee voor- en nadelen noemen van het hebben van verkering De deelnemer kan concrete gedragingen noemen die grensoverschrijdend zijn De deelnemer kan minimaal twee manieren van non-verbale communicatie benoemen met betrekking tot vriendschap en relaties
Extra doelen • •
De deelnemer onderkent het belang van het zelf aangeven van wensen en grenzen De deelnemer kan eigen opvattingen noemen over relaties en de opvattingen van anderen herkennen
Tijdsduur 5
Programma 1. Terugblik op les 1
Pagina p. 6
2. Inhoud les 2
p. 7
5
3. Vriendschap ► Kringgesprek: vriendschap en relaties ► Wie zou jij als vriend(in) willen hebben?
p. 8 p. 9
35 45
4. Hoe wonen mensen samen?
p. 10
15
5. Communicatie ► Video ‘Lang leve de liefde’ ► Non-verbale communicatie 1 ► Non-verbale communicatie 2
p. 11 p. 13 p. 15
45-60 30 20
6. Evaluatie: enveloppenspel
p. 16
20
Totaal
Draaiboek ‘Wijzer in de Liefde’ GGD Nederland, 2007
100-150 min
3
Benodigde materialen voor les 2 Basismateriaal: • brievenbus • flap-over of bord • flap-over met regels uit les 1 • grote tafel • plakband • tv en videorecorder • videocamera Te bestellen of lenen bij MOA/GGD: • ‘Seksuele voorlichting aan ama’s’, Handleiding voor mentoren in Kleine Wooneenheden van Pharos • lespakket “Lang leve de liefde”, video, docentenhandleiding en leerlingenboekjes. Zelf maken: • uit tijdschriften: 3 foto’s van jongens en 3 foto’s van meisjes • kaartjes met kenmerken bij: ‘Wie zou jij als vriend(in) willen hebben?’ ► zie bijlagen, p. 20. • kaartjes voor enveloppenspel ► zie bijlagen, p. 26.
Draaiboek ‘Wijzer in de Liefde’ GGD Nederland, 2007
4
LES 2 - Vriendschap en relaties -
Werkvormen
Draaiboek ‘Wijzer in de Liefde’ GGD Nederland, 2007
5
Terugblik op les 1 werkvorm
Doel
Vragen uit de brievenbus worden behandeld De deelnemer kan benoemen wat in de vorige les besproken is
Groep
Gemengde groepen
Werkwijze
•
Bespreek de vragen uit de brievenbus en de opmerkingen en vragen van het evaluatieformulier. Wanneer er geen vragen zijn, nodig de deelnemers dan nogmaals uit de brievenbus te gebruiken.
•
Bespreek in het kort wat er in les 1 behandeld is. Dit kun je bijvoorbeeld doen door enkele deelnemers uit de groep te laten vertellen wat hem of haar is bijgebleven van de les.
Tijdsduur
5 minuten
Materialen
Brievenbus
Draaiboek ‘Wijzer in de Liefde’ GGD Nederland, 2007
6
Inhoud van les 2 werkvorm
Doel
De deelnemer weet wat er in deze les besproken wordt
Groep
Gemengde groepen
Werkwijze
Geef aan dat het onderwerp voor vandaag vriendschap en relaties is. Vertel erbij dat het leuk en interessant kan zijn hierover te praten, maar dat dit soms ook moeilijk kan zijn. Herhaal zonodig de regels die in les 1 afgesproken zijn. Schrijf op het bord welke onderwerpen vandaag besproken worden: • Vriendschap en relaties • Contact maken met een jongen of meisje • Afspraakje maken • Non-verbale uitingen zoals houding en gezichtsuitdrukking Tijdens de evaluatie wordt het enveloppenspel gespeeld. De antwoorden die je geeft zijn goed. Ze zijn bedoeld voor ons om van te leren en de lessen aan te passen. Je mag ook opschrijven wat je van de les vond.
Tijdsduur
5 minuten
Materialen
flap-over
Draaiboek ‘Wijzer in de Liefde’ GGD Nederland, 2007
7
Kringgesprek werkvorm
Doel
De deelnemer kan minimaal twee verschillen benoemen tussen vriendschap en relatie De deelnemer kan minimaal twee verschillen benoemen tussen verliefdheid en relatie
Groep
Gemengde groepen
Werkwijze
► zie voor achtergrondinformatie: p. 18 1. Bespreek met de deelnemers het woord vriendschap. Schrijf hierbij steekwoorden op het bord. Het is handig om één kant van het bord te gebruiken zodat je later aan de andere kant het woord relatie kunt zetten. Op die manier maak je de verschillen en overeenkomsten visueel. Ook kun je op die manier overzicht houden over wat wel en niet aan de orde is geweest. Vragen die gesteld kunnen worden: • Wanneer noem je iemand een vriend of vriendin? • Wat vind jij belangrijk in een vriendschap? • Waarin moet je vriend of vriendin goed zijn? • Hoe moet een vriend of vriendin er uit zien? • Kun je bevriend zijn met een jongere van de andere sekse? 2. Bespreek met de deelnemers vervolgens het woord verliefdheid. Schrijf hierbij steekwoorden op het bord, naast de steekwoorden van vriendschap. Op die manier maak je de verschillen en overeenkomsten visueel. Vragen die gesteld kunnen worden: • Wat is verliefdheid? • Noem gevoelens bij verliefdheid? • Hoe weet je dat je verliefd bent? 3. Laat de deelnemers vertellen wat zij verstaan onder verkering of relatie. Schrijf de steekwoorden op het bord naast de steekwoorden van vriendschap en verliefdheid. Hierover kunnen de meningen verdeeld zijn. Dit is echter normaal. Ook hier geldt dat men respect voor elkaars mening moet hebben. Vragen die gesteld kunnen worden: • Wanneer heb je verkering/relatie? • Wat vind jij belangrijk in een relatie? • Mag je aan je omgeving (klas, ouders, vrienden, familie) laten zien dat je een relatie hebt? 4. Bespreek tenslotte de verschillen tussen vriendschap, verliefdheid en een relatie.
Tijdsduur
35 minuten
Materialen
flap-over of bord
Draaiboek ‘Wijzer in de Liefde’ GGD Nederland, 2007
8
Wie zou je graag als vriend(in) willen? werkvorm
Doel
De deelnemer wordt zich ervan bewust wat voor hem/haar belangrijke kenmerken zijn van een vriend(in)
Groep
Gemengde groepen
Werkwijze
Fotodiscussie Voorbereiding: Selecteer drie foto’s van jongens en drie foto’s van meisjes uit tijdschriften of gebruik de foto’s uit ‘Seksuele voorlichting aan ama’s’, Handleiding voor mentoren in Kleine Wooneenheden van Pharos. Kopieer de kaartjes met kenmerken uit de bijlagen en knip ze uit. Lamineer ze indien gewenst. Tijdens de les: Hang de foto’s aan de muur of het bord of leg ze naast elkaar op een grote tafel. Vraag aan elk van de deelnemers wie ze zouden kiezen als vriend(in) en waarom. Plak (of leg) vervolgens een eerste kenmerk onder elke foto. Vraag de deelnemers of ze elk bij hun eerste keuze blijven of dat ze hun keuze willen herzien. Laat hen uitleggen waarom en nodig de anderen uit om hierop te reageren. Hierna wordt een tweede kenmerk aan elke foto toegevoegd en wordt de ronde herhaald net zolang tot alle vijf kenmerken getoond zijn en de deelnemers hierop hebben gereageerd. Geef iedereen de gelegenheid te reageren. Vermijd normatieve antwoorden, elk antwoord is goed. Het is de bedoeling dat de deelnemers duidelijk krijgen wat zij zelf als ideale kenmerken van een goede vriend(in) zien. Het kan voorkomen dat er een omslag plaatst vindt van de keuze voor een vriend(in) naar de keuze voor een partner. Bespreek in dat geval met de deelnemers wat voor hen het verschil is in belangrijke kenmerken van een vriend(in) en van een partner.
Tijdsduur
45 minuten
Materialen
plakband grote tafel tijdschriften voor 3 foto’s van jongens en 3 van meisjes óf ‘Seksuele voorlichting aan ama’s’, Handleiding voor mentoren in Kleine Wooneenheden van Pharos ► voor bestelwijze zie p. 28 kaartjes met kenmerken ► zie bijlagen, p. 20
Bron: Baan, J.; ‘Seksuele voorlichting aan ama’s’, Handleiding voor mentoren in Kleine Wooneenheden; Pharos; Utrecht, 2000.
Draaiboek ‘Wijzer in de Liefde’ GGD Nederland, 2007
9
Hoe wonen mensen samen? werkvorm Doel
De deelnemer kan verschillende vormen van relaties en samenwonen benoemen
Groep
Gemengde groepen
Werkwijze
Voordat je met de leerlingen de verschillende relatievormen in Nederland gaat bespreken, kun je ze eerst zelf vragen naar de vormen van samenleven in hun eigen land: Met wie leefde je samen in een huis? Hoe woonden andere mensen samen? Leg uit dat er in Nederland verschillende opvattingen bestaan over hoe mannen en vrouwen zouden kunnen samenleven. Er zijn veel mogelijkheden, die ook in de wet zijn vastgelegd. Bijvoorbeeld: • een man en een vrouw kunnen samen trouwen • twee mannen kunnen samen trouwen • twee vrouwen kunnen samen trouwen • twee mensen ( m/v - m/m - v/v) kunnen samenwonen zonder getrouwd te zijn, eventueel met een samenlevingscontract • polygamie is in Nederland verboden (dit betekent dat trouwen met meerdere partners niet mogelijk is, samenwonen is echter niet verboden)
Leg uit dat er ook meerdere, geaccepteerde manieren bestaan om kinderen krijgen: • • • • • •
het is voor zowel getrouwde als ongetrouwde stellen geaccepteerd om kinderen te krijgen een lesbisch stel kan kinderen krijgen via een zaaddonor een homostel kan zaaddonor zijn en co-ouder worden van het kind alle stellen kunnen een kind adopteren, dus ook homostellen een alleenstaande vrouw kan met behulp van een spermadonor een kind krijgen een vrouw kan een kind dragen voor een ander (draagmoederschap)
Geef aan dat er in les 6 verder gesproken wordt over homoseksualiteit en andere seksuele voorkeuren. Tijdsduur
15 minuten
Materialen
Draaiboek ‘Wijzer in de Liefde’ GGD Nederland, 2007
10
Lang Leve de Liefde werkvorm Met toestemming overgenomen uit lespakket “Lang leve de Liefde” van SOA/AIDS Nederland
Doel
De deelnemer kan twee voorbeelden noemen van gevoelens en uitingen van verliefdheid De deelnemer kan eigen opvattingen noemen over relaties en seksualiteit en de opvattingen van anderen herkennen De deelnemer kan twee voor- en nadelen noemen van het hebben van verkering De deelnemer kan concrete gedragingen noemen die grensoverschrijdend zijn De deelnemer onderkent het belang van het zelf aangeven van wensen en grenzen
Groep
Gemengde groepen
Werkwijze
Het lespakket “Lang Leve de Liefde” bestaat uit een video, een docentenhandleiding en een leerlingenboekje (zie leskist). Het hele programma beslaat 6 lessen, waarvan 5 ondersteund worden door videofragmenten. De lessen 1 t/m 3 gaan over gevoelens, verkering, communicatie en het aangeven van wensen en grenzen. De lessen 4 t/m 6 gaan over veilig vrijen en het gebruik van het condoom en de pil. In deze les over ‘Vriendschap en Relaties’ is het mogelijk om als werkvorm gebruik te maken van de videofragmenten 1 t/m 3. De fragmenten 4 en 5 kunnen gebruikt worden in les 4 of 5. Elk fragment duurt ongeveer 5 minuten. Het is belangrijk dat de deelnemers de Nederlandse taal redelijk tot goed beheersen. Voorbereiding: • Bekijk de fragmenten en lees de docentenhandleiding en het leerlingenboekje door. • Bedenk welke methoden uit het deelnemersboekje aansluiten bij de doelgroep wat betreft Nederlands taalniveau, bijvoorbeeld de invuloefening en de fotostrip. Het is ook mogelijk alleen de video te gebruiken. Tijdens de les: • Geef de deelnemers een vel papier en een duidelijke kijkopdracht. Bijvoorbeeld: “welke gevoelens en ideeën over verliefdheid en contact maken, worden in de video genoemd?” • Laat deel 1 van de video zien en bespreek de vragen die in de video gesteld worden. • Inventariseer na de video de opmerkingen die de deelnemers geïnventariseerd hebben en schrijf ze in twee kolommen op het bord: een kolom gevoelens en een kolom opvattingen • Start eventueel een discussie over de genoemde opvattingen: “ben je het hiermee eens?, wat zou jij doen?” • Voeg eventueel een methode uit de docentenhandleiding of het leerlingenboekje toe. Indien er tijd over is, kun je verdergaan met fragment 2
Draaiboek ‘Wijzer in de Liefde’ GGD Nederland, 2007
11
• •
• •
Laat de video zien en bespreek de kijkvragen die in het fragment gesteld worden. Deel de groep in groepjes van 4 deelnemers en laat elk groepje op een flap de volgende vragen aanvullen: 1. De leuke kanten van verkering zijn.................. 2. De moeilijke kanten van verkering zijn......................... 3. Iemand die verkering heeft voelt zich...................... 4. Een verkering duurt ongeveer............................ Na afloop worden de flap-overvellen opgehangen en plenair besproken. Voeg eventueel een methode uit de docentenhandleiding of het leerlingenboekje toe.
Indien er tijd over is, kun je verdergaan met fragment 3 • Laat fragment 3 van de video zien en bespreek de kijkvragen die in het fragment gesteld worden. • In dit fragment gaat het om het aangeven van wensen en grenzen. Twee items die na afloop besproken kunnen worden zijn: 1. ‘nee’ is echt ‘nee’ 2. vrijen is fijner als je allebei graag wilt 3. vrijen houdt meer in dan alleen neuken, je kunt ook genieten van het lichamelijk contact. • Je kunt afsluiten met de quiz uit de docentenhandleiding ‘De eerste keer’. Laat de deelnemers de vragen invullen en inleveren en geef ze een kopie van de antwoorden mee. • Voeg eventueel een methode uit de docentenhandleiding of het leerlingenboekje toe Tijdsduur
Afhankelijk van de gekozen samenstelling van methoden, 45-60 minuten
Materialen
tv en videorecorder lespakket “Lang Leve de Liefde”: videoband, docentenhandleiding en leerlingenboekjes ► zie voor bestelwijze p. 28. eventueel kopieën uit de handleiding
Draaiboek ‘Wijzer in de Liefde’ GGD Nederland, 2007
12
Non-verbale communicatie werkvorm 1 Doel
Elke deelnemer kan minimaal twee manieren van non-verbale communicatie benoemen met betrekking tot vriendschap en relaties
Groep
Gemengde groepen
Werkwijze
Er worden twee rollenspellen gespeeld. Vraag wie Paul en wie Sara wil spelen. Wanneer er een videocamera beschikbaar is kun je het rollenspel opnemen om het vervolgens met de groep te bekijken en te bespreken. 1. Rollenspel: houding en gezichtsuitdrukking Instructie: Voor Paul: Jij bent Paul en zit in de bus. Bij een stop komt er een leuk uitziend meisje naast je zitten. Je wilt contact met haar, hoe pak je dit aan? Voor Sara: Je stapt de bus in en gaat naast Paul zitten. Je hebt de hele dag gewerkt en bent moe. Paul praat tegen je, maar je hebt geen zin in contact want je bent erg moe? Laat dit zien aan Paul. Opdracht voor de deelnemers die observeren: Let goed op de houding en de gezichtsuitdrukking van Paul en Sara. Nabespreking: Vraag aan de deelnemers: Wat is hen opgevallen aan de houding en gezichtsuitdrukking van Sara en Paul? Hoe zou jij het doen? Speel het rollenspel eventueel over en laat een andere deelnemer voordoen hoe hij dit zou doen. Hoe wordt er in jouw land contact gemaakt met een meisje of jongen? Vervolgens kan dit rollenspel nog een keer gespeeld worden en nu wil Sara wel contact met Paul. Wat zijn de verschillen in houding en gezichtsuitdrukking? 2. Rollenspel: Hoe maak je contact, wat zeg je? Instructie: Voor Paul: Er is een schoolfeest. Paul ziet een leuk meisje en wil contact met haar. Hoe doet hij dit en wat zegt hij? Na 5 minuten moet zij naar huis. Wat zegt Paul en hoe neemt hij afscheid? Voor Sara: Sara ontmoet Paul tijdens een schoolfeest. Wanneer Sara met Paul praat moet zij naar huis. Sara is vriendelijk maar wil verder nog geen afspraak met Paul. Opdracht voor de deelnemers die observeren: Hoe maakt Paul contact met Sara? Wat zegt Paul en luistert hij naar Sara? Hoe reageert Sara? Nabespreking: Vraag aan de spelers hoe zij het vonden om iemand anders te spelen, Hoe vonden de spelers het rollenspel gaan?
Draaiboek ‘Wijzer in de Liefde’ GGD Nederland, 2007
13
Bespreek de opdrachtvragen van de deelnemers die observeerden. Vervolgens kan dit rollenspel nog een keer gespeeld worden door twee andere spelers. Tijdsduur
30 minuten
Materialen
videocamera tv en videorecorder
Draaiboek ‘Wijzer in de Liefde’ GGD Nederland, 2007
14
Non-verbale communicatie werkvorm 2 Doel
Elke deelnemer kan minimaal twee manieren van non-verbale communicatie benoemen met betrekking tot vriendschap en relaties
Groep
Gemengde groepen
Werkwijze
Deel de groep op in groepjes van drie personen Ieder groepje bedenkt een voorbeeld van non-verbale communicatie met betrekking tot vriendschap en relaties. Geef deelnemers 5 minuten om zich voor te bereiden. Vervolgens laat ieder groepje aan de hele groep zien wat zij bedacht hebben. Een voorbeeld kan zijn: laat zien hoe je een vriend groet op straat. laat zien hoe je een vreemde groet op straat De groep reageert door te vertellen wat zij zien en welke betekenis zij geven aan deze non-verbale communicatie.
Tijdsduur
20 minuten
Materialen
Draaiboek ‘Wijzer in de Liefde’ GGD Nederland, 2007
15
Evaluatie: enveloppenspel werkvorm
Doel
Deelnemers geven in eigen woorden weer wat ze vonden van deze les
Groep
Gemengde groepen
Werkwijze
Enveloppenspel Een aantal discussievragen, over vriendschap en relaties, is op kaartjes gezet. De envelop bevindt zich in de leskist van MOA/GGD of kun je zelf maken met de bijlagen op p.18 en 19. Om de beurt trekken de jongeren een kaartje. Wie het kaartje pakt, leest het voor en reageert als eerste. Vervolgens worden de andere deelnemers uitgenodigd om over het onderwerp mee te discussiëren. Roept het kaartje geen of weinig discussie op of wil hij of zij er niet op antwoorden, dan mag een ander kaartje getrokken worden. • • • • • •
Spreek van tevoren met de groep af hoe lang er stilgestaan wordt bij elke vraag. Spreek ook af hoe lang het spel in totaal gaat duren. Dit hangt af van de resterende tijd. Bewaak de tijd. Creëer een veilige sfeer in de klas. Iedere reactie moet worden gerespecteerd en niemand mag om zijn/haar mening worden uitgelachen. Controleer of iedereen de gestelde vraag begrepen heeft, voordat de discussie opgestart wordt. Vertel dat het belangrijk is om de ander uit te laten praten en dat er goed naar elkaar geluisterd wordt.
Tijdsduur
20 minuten
Materialen
envelop met discussievragen ► zie bijlage, p. 26
Draaiboek ‘Wijzer in de Liefde’ GGD Nederland, 2007
16
LES 2 - Vriendschap en relaties -
Achtergrondinformatie
Draaiboek ‘Wijzer in de Liefde’ GGD Nederland, 2007
17
Vriendschap en relaties Achtergrondinformatie Kringgesprek: vriendschap Vriendschap begint al in de vroege kinderjaren. Tot ongeveer vier jaar spelen kinderen vooral naast elkaar; later gaan ze samen spelen en krijgen ze hun eerste vriendje of vriendinnetje. Op de basisschool wordt het samen spelen steeds belangrijker. Er ontstaan vriendschappen op school, in de buurt en op andere plaatsen waar kinderen elkaar ontmoeten. Belangrijk in deze vriendschappen is het delen van dezelfde interesses. In de puberteit worden in toenemende mate belangrijke zaken met een vriend of vriendin besproken; de mening van de ouders wordt minder bepalend. Naast deze sociale ontwikkelingen vinden ook de nodige lichamelijke en geestelijke veranderingen plaats. Kringgesprek: verliefdheid Verliefdheid heeft te maken met je eigen dromen en verwachtingen. Je kunt plotseling weg zijn van een jongen of een meisje. Die persoon raakt je heel diep van binnen en roept veel emoties bij je op. Soms heb je het gevoel dat je elkaar al jarenlang kent en kan alles heel vertrouwd aanvoelen. Wanneer de verliefdheid wederzijds is, doe je allebei je uiterste best om je van de leukste kant te laten zien. Je zorgt dat je er leuk uit ziet, je let er op dat je aardig bent, je begrijpt elkaar direct en je doet alles voor elkaar. Blij zijn en het gevoel van vlinders in je buik, zijn leuke kanten van verliefdheid. Er zijn ook minder leuke kanten, zoals: slapeloosheid, misselijkheid en je niet kunnen concentreren. Verliefdheid verandert na verloop van tijd, het kan over gaan in “houden van” of het kan verdwijnen. Kringgesprek: verkering of relatie Wanneer verliefdheid wederzijds is, kun je zeggen dat de geliefden verkering of een relatie hebben. Dit kan verschillende dingen betekenen. Verkering kan van korte of lange duur zijn. Niemand houdt het vol om zich maar van een kant te laten zien. Vroeg of laat komt er een moment dat het ideaalbeeld begint te wankelen. Op dat moment zal blijken of er voldoende overblijft om toch verkering te houden. Hoe mooier de droom was, des te groter kan de teleurstelling zijn. Dit kan betekenen dat de verkering afgelopen is. Soms kan dit een gevoel van opluchting en vrijheid geven, soms levert dit veel verdriet op. Sommige jongeren gaan al snel weer op zoek naar een nieuwe vriend of vriendin, anderen blijven liever wat langer alleen. Het is belangrijk om grenzen te leren stellen bij de omgang met je vriend of vriendin. Dit om niets tegen je zin te laten gebeuren, met name als het gaat om intimiteit en seksualiteit. Grenzen stellen kun je leren. De ene persoon heeft daar meer moeite mee dan de andere. Verliefd zijn en vrijen zijn enkele van de dingen die jongeren ontdekken en meemaken. Zoals uit onderzoek blijkt, heeft niet iedereen hiermee alleen maar prettige ervaringen. Regelmatig gaan er dingen onbedoeld mis. Soms wordt er onvoldoende rekening gehouden met de ander, soms begrijpen mensen elkaar niet. Als je dan ook nog eens uit een andere cultuur komt met andere gewoontes, verwachtingen en taal, kunnen er nog gemakkelijker problemen ontstaan. Door met elkaar te praten en na te denken over al deze onderwerpen, kun je bewuster op de reacties van je vriend of vriendin letten. “Wil hij of zij wat ik wil?” “ Vindt hij of zij het nog leuk? Hiermee voorkom je dat contact eindigt in ongewenste intimiteiten. Contact en seksueel contact moet prettig zijn voor allebei.
Draaiboek ‘Wijzer in de Liefde’ GGD Nederland, 2007
18
Les 2 -Vriendschap en relaties-
Bijlagen
Draaiboek ‘Wijzer in de Liefde’ GGD Nederland, 2007
19
Wie zou jij als vriend(in) willen hebben? Kenmerken van meisje 1
Zij houdt van uitgaan
Zij draait thuis altijd housemuziek
Zij houdt van mooie kleren
Zij heeft twee katten
Zij houdt niet van koken
Draaiboek ‘Wijzer in de Liefde’ GGD Nederland, 2007
20
Kenmerken van meisje 2
Zij wordt snel verliefd op jongens
Zij kan moeilijk leren
Zij kan heel goed met geld omgaan
Zij kan heerlijk eten koken
Zij doet altijd wat zij zelf wil
Draaiboek ‘Wijzer in de Liefde’ GGD Nederland, 2007
21
Kenmerken van meisje 3
Zij is het liefste thuis
Zij is heel verlegen
Zij houdt van veel lezen
Zij kan moeilijk NEE zeggen
Zij gaat naar de universiteit
Draaiboek ‘Wijzer in de Liefde’ GGD Nederland, 2007
22
Kenmerken van jongen 1
Hij is altijd heel stoer
Hij wordt snel boos
Hij houdt van dure kleren
Hij heeft een auto gekocht
Hij heeft de school niet afgemaakt
Draaiboek ‘Wijzer in de Liefde’ GGD Nederland, 2007
23
Kenmerken van jongen 2
Hij is een beetje verlegen naar meisjes
Hij kan goed voetballen
Hij vindt het leuk om te koken
Hij kan moeilijk leren
Hij gaat graag met vrienden uit
Draaiboek ‘Wijzer in de Liefde’ GGD Nederland, 2007
24
Kenmerken van jongen 3
Hij houdt van de natuur
Hij drinkt veel bier
Hij ziet er altijd een beetje slordig uit
Hij geeft veel te veel geld uit
Hij is gek op mooie meisjes
Draaiboek ‘Wijzer in de Liefde’ GGD Nederland, 2007
25
Kaartjes voor enveloppenspel
Hoe maak je een afspraak met iemand die je leuk vindt?
Aan wie vertel je dat je verliefd bent?
Waarom word je verliefd op die jongen of dat meisje?
Je bent verliefd en je wilt samen een leuke avond hebben. Wat kun je samen doen?
Wat merk je bij jezelf als je verliefd bent?
Draaiboek ‘Wijzer in de Liefde’ GGD Nederland, 2007
Denk je dat je verliefd kunt worden op iemand van je eigen geslacht?
26
Wat zijn de leuke kanten van verliefd zijn?
Wat zijn de moeilijke kanten van verliefd zijn?
Wat vind je belangrijk in een vriendschap?
Wat is het verschil tussen vriendschap en relatie?
Wanneer noem je iemand een Hoe maak je een afspraakje? vriend of vriendin?
Draaiboek ‘Wijzer in de Liefde’ GGD Nederland, 2007
27
Bestellijst materialen Materialen voor les 2 Lespakket “Lang leve de Liefde” Soa Aids Nederland
Te bestellen bij: Zorn uitgeverij Postbus 434 2300 AK Leiden T: 071-5149141 Docentenleiding; Leerlingmagazine Video
‘Seksuele voorlichting aan ama’s’, Handleiding voor mentoren in Kleine Wooneenheden. Jan Baan Pharos
Draaiboek ‘Wijzer in de Liefde’ GGD Nederland, 2007
20,00 euro 0,90 euro 16,00 euro
Stichting Pharos Postbus 13318 3507 LH Utrecht T: 030-2349800 F: 030-2364560 E:
[email protected] W: www.pharos.nl
28
Gebruikte bronnen Baan, Jan, Handleiding voor mentoren in Kleine wooneenheden, Stichting Pharos Utrecht, 2000 Doef, Sanderijn van der, Beginnen met Seksuele vorming, NIGZ, 2002 Stichting Soa-bestrijding, “Lang leve de liefde”; Utrecht, 2002
Draaiboek ‘Wijzer in de Liefde’ GGD Nederland, 2007
29