Wij geven ruimte, wij dagen uit, wij leren samen Strategische beleidsagenda (SBA) Stichting Jong leren 2016‐2020
1
Waar staat Jong Leren voor? Jong Leren is een stichting voor confessioneel basisonderwijs, per 1 januari 2016 voortgekomen uit een fusie tussen VPCO De Basis en stichting de la Salle. Jong Leren heeft 29 scholen in de gemeenten Aalsmeer, Haarlemmermeer, Haarlemmerliede en Spaarnwoude, Heemstede, Zandvoort en Bloemendaal. De opdracht van Jong Leren is het verzorgen van goed onderwijs en dit komt tot uiting in onze ondertitel: “De kunst van het leren”. Het woord kunst staat enerzijds voor vakmanschap, anderzijds voor creativiteit en inventiviteit. Belangrijke competenties, zeker waar het leren betreft, voor onze leerlingen, maar ook voor de professionals die bij Jong Leren werken. Wij doen dit vanuit de (inter)confessionele identiteit. Stichting Jong Leren heeft drie werkprincipes vastgesteld: wij geven ruimte, wij dagen uit en wij leren samen. Deze principes zijn leidend voor ons handelen op alle niveaus in onze organisatie. De werkprincipes vormen tevens de titel van deze strategische beleidsagenda.
2
Visie op onderwijs Bij Jong Leren geven we onderwijs waar we trots op kunnen zijn. Om elk kind goed onderwijs te bieden, stellen onze scholen hoge ambities en heldere doelen en leggen onze gemotiveerde leraren transparant verantwoording af over resultaten. Scholen die goed onderwijs geven, stimuleren leerlingen het maximale uit zichzelf te halen. Zo kunnen de kinderen zich binnen hun mogelijkheden optimaal ontwikkelen en voorbereiden op de tijd in het VO en de maatschappij. De scholen van Jong Leren stimuleren het eigenaarschap bij leerlingen en besteden aandacht aan het zelfsturend leren. Onze leraren geven ruimte, richting en ruggensteun. Voor onze visie sluiten we aan bij een model van Kennisnet (model 1). We denken vanuit drie invalshoeken: ‐ Leren (nieuwsgierigheid en kennis) ‐ Werken (ondernemende houding en vaardigheden) ‐ Leven (betrokken houding) Goed onderwijs richt zich op een brede vorming van leerlingen in een sterk veranderende maatschappij. We leren hen de kernvakken en hebben daarnaast veel aandacht voor de 21e eeuwse vaardigheden. Om dit te bereiken werkt Jong Leren met scholen, schoolleiding, intern begeleiders, teams en bestuur aan het verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs. Het handelen van de leerkracht staat daarbij centraal, omdat zowel uit de praktijk als uit onderzoek blijkt dat het handelen van de leerkracht bepalend is voor de leerwinst van kinderen. De visie van Jong Leren is nader uitgewerkt in de beleidsnotitie “Visie op onderwijs en kwaliteitsbeleid binnen Jong Leren”. Hierin is onze visie op onderwijs en kwaliteitsbeleid beschreven. Tevens is hierin aandacht voor de voorwaarden van goed onderwijs.
3
Model 1, Gebaseerd op model Kennisnet
4
Visie op rol schoolbestuur Schoolbesturen bewaken en verbeteren de kwaliteit van hun onderwijs. Ze leggen daarover verantwoording af aan de directe omgeving (waaronder de ouders) en aan de maatschappij in het algemeen (waaronder de Onderwijsinspectie). Deze verantwoordelijkheid omvat het formuleren van doelen in termen van onderwijskwaliteit, de realisatie van die kwaliteit, de kwaliteitsbewaking en de publieke verantwoording over die kwaliteit. Deze besturingsfilosofie kenmerkt ook de wet “Goed onderwijs, goed bestuur” (1 augustus 2010). In de wet op het primair onderwijs (WPO) is daarnaast de zorgplicht vastgelegd die schoolbesturen hebben voor de ‘kwaliteit van het onderwijs’. Een bevoegd gezag dient te voorkomen dat de leerresultaten op een school ernstig of langdurig tekortschieten. Het organogram van Stichting Jong Leren ziet er als volgt uit:
5
Totstandkoming SBA 2016‐2020 In maart 2015 is na een intensief oriëntatieproces besloten tot een bestuurlijke fusie van VPCO De Basis en Stichting De la Salle. Voor het schooljaar 2015‐ 2016 hadden beide besturen nog een afzonderlijk strategisch beleidsplan, als toevoeging op het destijds lopende schoolplan 2011‐2015. Voor de periode 2016‐2020 hebben we als nieuwe stichting, Jong Leren, een eigen strategisch beleidsplan ontwikkeld.
2015‐2016 (overgangsjaar) De afzonderlijke organisaties hebben voor het overgangsjaar een strategische beleidsagenda opgesteld, die besproken is in de afzonderlijke directieberaden. Deze documenten zijn definitief vastgesteld na de goedkeuring door de toezichthoudende organen en de instemming van de GMR‐en voor de periode 2015‐ 2016.
2016‐2020 In samenspraak met de directies van de scholen, heeft het College van Bestuur (CvB) van Jong Leren voorafgaand aan de schoolplanperiode 2016‐2020, de strategische keuzes op bestuursniveau bepaald. Vervolgens is tijdens een directie‐tweedaagse, de personeelsdag en in diverse overleggen een nadere invulling bepaald. Directeuren, IB’ers, beleidsmedewerkers en het CvB hebben hierbij allen inbreng gehad. De keuzes bieden kaders voor de op te stellen schoolplannen van de afzonderlijke scholen en geven tegelijkertijd ruimte om schoolspecifieke invullingen te geven, afgestemd op bijzondere omstandigheden, of op vormgeving van een bepaald concept. De strategische beleidsagenda van Jong Leren bestaat uit twee onderdelen: een ‘publieksversie’ in de vorm van een poster, waarmee we kernachtig en visueel representeren waar wij de komende vier jaar voor staan; dit document dat een concrete en verdiepende toelichting geeft op de genoemde punten in de poster.
Cyclus van evaluatie en herziening van de SBA Elk schooljaar in maart‐april evalueren we de resultaten uit de strategische beleidsagenda van het lopende schooljaar en stellen we acties op voor het komende schooljaar. Hierbij beschrijven we het eerstkomende jaar zo concreet en gedetailleerd mogelijk en kijken we ook alvast vooruit naar de jaren die volgen. Bij dit proces zijn (delegaties van) IB’ers, directeuren, beleidsmedewerkers en het CvB betrokken. Het CvB neemt een voorgenomen besluit over de inhoud van de SBA en legt aan het eind van elk schooljaar opnieuw de herziene strategische beleidsagenda voor aan de GMR (voor advies) en de RvT (ter goedkeuring).
6
Overzicht van de pijlers van de SBA Waar staan we over vier jaar? Welke doelen stellen we? Wat vinden we belangrijk? Op de volgende pagina’s staan de pijlers en de onderliggende items beschreven.
Pijler Onderwijs(innovatie)
Pijler Personeel
Pijler Profilering en partnerschap
Organisatieprocessen
Opdracht: Jong Leren biedt kwalitatief goed onderwijs, waarin leerlingen zo breed mogelijk zijn voorbereid op de toekomst in onze snel veranderende maatschappij.
Opdracht: Jong Leren heeft vitale, professionele medewerkers die eigenaar zijn van hun eigen functioneren en ontwikkeling en daarmee een optimale bijdrage leveren aan de organisatie en leerresultaten van kinderen.
Opdracht: Jong Leren heeft scholen die zich profileren op basis van onderwijsconcept, identiteit en onderwijsprofiel. Scholen van Jong Leren werken samen met ouders en externe partners.
Opdracht: Jong Leren heeft een kwalitatief goed functionerende organisatie, met heldere visie, werkprocessen, procedures en communicatielijnen.
Mediawijsheid: Onze scholen hebben aansluiting bij het onderwijs van de 21e eeuw. Iedere leerling die van school gaat en iedere leerkracht die op een van onze scholen werkt, beschikt over de basis(mediawijsheid)vaardigheden die nodig zijn voor de multimediale samenleving van vandaag.
Professionalisering en samenwerking: We werken samen om kennis en expertise te delen en te ontwikkelen.
Profilering: De scholen hebben een sterk profiel.
Zelfevaluatie: Binnen de organisatie is een cyclisch systeem van kwaliteitsbeleid door feedback opgesteld. Hieruit komen ontwikkelpunten naar voren.
Experimenteren en innoveren: Leerkrachten en teams hebben de ruimte om te experimenteren en innoveren binnen de onderwijsvisie van de school.
Eigenaarschap medewerkers: Medewerkers zijn eigenaar van hun eigen functioneren en ontwikkeling.
Ouderbetrokkenheid 3.0: School en ouders zijn gelijkwaardige partners en zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de schoolontwikkeling van het kind.
Inrichting organisatie en werkprocessen: Beleid, gekoppeld aan onze werkprincipes en beschreven in werkprocessen, komt tot uiting in handboek personeel, handboek administratie en interne controle, handboek onderwijs en kwaliteitsmanagement, handboek
7
veiligheid. De plan‐do‐study/check‐ act‐cyclus is door de hele organisatie leidraad.
Eigenaarschap leerlingen: Leerlingen zijn medeverantwoordelijk voor de eigen ontwikkeling en het leerproces.
Vitaliteit: Mobiliteit vanuit talenten.
Samenwerking met partners: Onze scholen zijn naar buiten toe gericht op samenwerking met partners, zoals kinderopvang, peuterspeelzalen maatschappelijke‐ en zorginstanties, en denken vanuit creatief ondernemerschap.
Passend onderwijs: Wij komen tegemoet aan de onderwijsbehoeften van onze leerlingen.
Vitaliteit: Duurzame inzetbaarheid in alle levensfases.
Fuseren of intensiever samenwerken: Binnen onze organisatie hebben we te maken met krimp en/of scholen in hetzelfde voedingsgebied. Onze scholen fuseren of werken intensiever samen om de krachten te bundelen.
Vitaliteit: Verzuimbeleid gericht op vitale medewerkers.
Identiteitsbeleid: De scholen hebben een identiteitsbeleid voor hun school, binnen de kaders van het identiteitsbeleid van de stichting Jong Leren.
Google for Education: Vanuit de onderwijsvisie richten we voor de gehele organisatie een ‘Google for Education’‐omgeving in om samen te werken, samen te leren en samen te delen.
Invulling van de SBA per pijler Elk van de onderstaande onderwerpen is op dezelfde manier beschreven. Eerst de pijler waaronder het onderwerp valt, daarna de opdracht bij de pijler. Dan volgt een korte beschrijving van het onderwerp en een beschrijving van het concrete doel, d.m.v. drie richtvragen: (1) waarom: waarom vindt Jong Leren juist dit item belangrijk om in de strategische beleidsagenda op te nemen; (2) doel: wat is het doel en hoe ziet de organisatie er dan over vier jaar uit; (3) tevreden: wanneer zijn we tevreden en wat zien we dan? 8
Tot slot worden de stappen beschreven om tot het doel te komen, met daaraan gekoppeld een grove tijdsplanning en wie erbij betrokken zijn.
Pijler Onderwijs(innovatie) Opdracht: Jong Leren biedt kwalitatief goed onderwijs, waarin leerlingen zo breed mogelijk zijn voorbereid op de toekomst in onze snel veranderende maatschappij. Onderwerp: Mediawijsheid: Onze scholen hebben aansluiting bij het onderwijs van de 21e eeuw. Iedere leerling die van school gaat en iedere leerkracht die op een van onze scholen werkt, beschikt over de basis(mediawijsheid)vaardigheden die nodig zijn voor de multimediale samenleving van vandaag. Waarom? Op school leren kinderen lezen, rekenen en schrijven. Daarvan zou ‘lezen en schrijven met digitale media’ een vanzelfsprekend onderdeel moeten zijn. Immers, alleen met de juiste kennis en vaardigheden kunnen jongeren straks volwaardig en actief meedoen aan onze moderne samenleving. Hoe ziet de organisatie er op het gebied van mediawijsheid uit over vier jaar? 1. Alle scholen werken vanaf schooljaar 2017‐2018 actief en structureel aan de geformuleerde einddoelen mediawijsheid zoals deze stichtingsbreed zijn opgesteld en hebben deze zichtbaar (in een leerlijn mediawijsheid) opgenomen in hun onderwijsleerprogramma. 2. Binnen de school(teams) is de kennis en de vaardigheid aanwezig om de leerlijn mediawijsheid uit te voeren. 3. Elke school heeft vanaf schooljaar 2016‐2017 een aanspreekpunt voor mediawijsheid. Binnen de Stichting hebben we eind 2018 voldoende mediawijsheidspecialisten. 4. Alle scholen delen hun kennis en ervaringen op het gebied van mediawijsheid met elkaar, blijven de ontwikkelingen volgen en vertalen deze waar nodig in hun onderwijsleerprogramma. 5. Alle scholen hebben vanaf schooljaar 2016‐2017 een actueel mediaprotocol waar het (digitaal) pestprotocol onderdeel van uitmaakt en die gebaseerd is op het ontwikkelde format van de Stichting. Dit protocol maakt onderdeel uit van het veiligheidsplan van Jong Leren.
Tevreden: Wanneer elke school een aantoonbare leerlijn mediawijsheid in het aanbod heeft opgenomen. Wanneer binnen de stichting ten minste drie mediacoaches zijn benoemd. Wanneer een actueel protocol is opgenomen in het veiligheidsplan van Jong Leren. Stappen om doel te bereiken
Formuleren wat verwacht wordt van een leerling aan het einde van groep 8 en dit in heldere einddoelen mediawijsheid beschrijven. Hierbij kunnen we aansluiting zoeken met een landelijk vastgesteld kader.
In welk jaar
Door wie
2016
Leerkrachten ICT‐coördinatoren
9
Investeren in deskundigheidsbevordering. Een leerlijn mediawijsheid ontwikkelen. Investeren in kennisdeling, met faciliterende rol voor de Stichting.
2016‐2018 2016‐2017 2016‐2018
Directeuren Beleidsmedewerker ICT Externen
2016
De Stichting beschrijft welke basiskennis en basisvaardigheden zij van haar leerkrachten verwacht ten aanzien van mediawijsheid. De Stichting ontwikkelt een opleidingsplan waarvan scholen gebruik kunnen maken. Scholen investeren in deskundigheidsbevordering van de leerkrachten.
Leerkrachten ICT‐coördinatoren Directeuren Beleidsmedewerker ICT Externen
De Stichting beschrijft wat zij verwacht van een aanspreekpunt mediawijsheid. Scholen bepalen zelf wie hun aanspreekpunt is.
2016 2016‐2017
ICT‐coördinatoren Directeuren Beleidsmedewerker ICT
De Stichting heeft een goed werkend online platform, waar medewerkers eenvoudig kennis en materialen kunnen delen. Scholen spannen zich actief in voor gebruik van dit platform, voor zowel halen als brengen. De Stichting informeert de scholen (via de aanspreekpunten mediawijsheid) over belangrijke ontwikkelingen op het gebied van mediawijsheid.
2016‐2017 2016‐2017
ICT‐coördinatoren Implementatieteam ICT platform
2016‐2018
Beleidsmedewerker ICT
De Stichting maakt een format mediaprotocol die de scholen als basis moeten gebruiken voor hun eigen mediaprotocol (het bestaande format van VPCO De Basis is uitgangspunt). Het mediaprotocol beschrijft richtlijnen rondom: o publicatie van foto, film en geluidsopnames van leerlingen; o social media gebruik tussen medewerkers Jong Leren‐ouders‐leerlingen; o (digitaal) pesten; o Schoolprofilering. De Stichting actualiseert jaarlijks het mediaprotocol en informeert de scholen. De scholen actualiseren jaarlijks hun mediaprotocol en informeren de ouders.
2016‐2017
Leerkrachten ICT‐coördinatoren Directeuren Beleidsmedewerker ICT
2016‐2017 2016‐2018
10
Pijler Onderwijs(innovatie) Opdracht: Jong Leren biedt kwalitatief goed onderwijs, waarin leerlingen zo breed mogelijk zijn voorbereid op de toekomst in onze snel veranderende maatschappij. Onderwerp: Leerkrachten en teams hebben de ruimte om te experimenteren en innoveren binnen de onderwijsvisie van de school. Waarom? De inrichting van het huidige onderwijs sluit nog onvoldoende aan bij de kennis en vaardigheden die nodig zijn in de samenleving van de 21e eeuw, waarbij informatica, media en technologie een belangrijke plaats innemen. Onze scholen zijn voortdurend in ontwikkeling om hun onderwijsdoelstellingen te realiseren. Daarbij zoeken we naar manieren om kennis binnen de school te halen en verbindingen met de directe omgeving te leggen. Taal en rekenen blijven als basisvakken voorwaarde om andere talenten optimaal te kunnen ontwikkelen. Onderwijsinnovatie is, gebruikmakend van kennis en inzichten uit wetenschap en praktijk, een voortdurend zoeken naar (nog) betere inhouden en werkwijzen om leerlingen voor te bereiden op persoonlijk, maatschappelijk en economisch functioneren; het vertalen van deze inhouden en werkwijzen naar de eigen school en het implementeren ervan, waarbij systematisch wordt nagegaan of de beoogde doelstellingen worden bereikt en waarbij (van begin tot het einde van het proces) expliciet wordt gewerkt aan een inbedding van de inhouden en werkwijzen in de schoolorganisatie en in het gedrag van medewerkers en leerlingen (Timmermans, 2010). Hoe ziet de organisatie er op het gebied van experimenten en innoveren uit over vier jaar? Jong Leren stelt haar scholen de vraag: Hoe moet het onderwijs eruit zien, zodat kinderen optimaal profiteren? Wat kan er anders of beter in het onderwijs? Hoe doen we dat dan? Waar moeten we rekening mee houden en hoe vergroten we de kans dat veranderingen succesvol zijn? Over vier jaar: hebben onze leerkrachten kennis van de 21e eeuwse vaardigheden en hebben zij zich ontwikkeld in het aanleren van deze vaardigheden bij kinderen. Deze ontwikkeling is een doorlopend proces. hebben onze scholen een schoolspecifiek aanbod van 21e eeuwse vaardigheden ontwikkeld, zoals beschreven door Kennisnet en in ons kader voor Goed Onderwijs. Scholen maken dit zichtbaar in hun schoolplannen en actieplannen. is er kennis van innovatie bij scholen van Jong Leren om zich te bezinnen op hun onderwijsconcept vanuit de vraag: ‘sluit ons onderwijs in voldoende mate aan bij de leerlingpopulatie in relatie tot ons kader voor Goed Onderwijs?’ zijn ten minste vijf scholen actief hun onderwijsconcept aan het aanpassen, denk daarbij aan Slimfit, thematisch onderwijs, of andere vormen.
Tevreden: Wanneer scholen van Jong Leren in beleidsdocumenten en de onderwijspraktijk zichtbaar aandacht besteden aan 21e eeuwse vaardigheden
11
in het leerstofaanbod, passend bij de eigen visie op onderwijs. Wanneer ten minste vijf scholen een vernieuwend onderwijsconcept hebben gerealiseerd. Wanneer Jong Leren ziet dat onderwijsopbrengsten in de meest brede zin van het woord (denk aan opbrengsten op cognitief en sociaal‐ emotioneel gebied) op alle scholen verbeterd zijn, met name op de innoverende scholen. Wanneer Jong Leren ziet dat onderwijsinnovatie leidt tot hoge betrokkenheid en motivatie (+0,2) van leerlingen, ouders en personeel, zoals blijkt uit gesprekken van intern en extern toezicht en tevredenheidspeilingen. Wanneer scholen hun ervaringen delen en andere scholen inspireren tot onderwijsinnovatie.
Stappen om doel te bereiken
In welk jaar
Door wie
Richtlijnen bepalen voor beschrijving van de leerlingpopulatie.
2016‐2017
Beleidsmedewerker onderwijs en CvB
Scholen beschrijven hun leerlingpopulatie op basis van de opgestelde richtlijnen.
2017‐2018
Directie
Bepalen wat minimale 21e eeuwse vaardigheden zijn die een leerkracht binnen Jong Leren in 2020 beheerst.
2016‐2017
Beleidsmedewerker onderwijs en CvB
Inventariseren/assessment: minimale 21e eeuwse vaardigheden van personeelsleden.
2017
Beleidsmedewerker onderwijs/ICT en CvB
Scholing: op peil brengen van minimale 21e eeuwse vaardigheden personeelsleden.
2017‐2018
Beleidsmedewerker onderwijs/ICT en CvB
Richtlijnen bepalen voor toekenning facilitering experimenten/onderwijsinnovatie (relatie innovatie met visie, relatie met leerlingpopulatie en gewenste ontwikkeling, zorgvuldigheid, draagvlak en duurzaamheid&borging).
2016‐2017
CvB
Scholen beschrijven in schoolplan en planmodule Integraal de onderwijsinnovatie en hun plan van aanpak.
Jaarlijks, 2016‐2020
Directie in samenspraak met team
Implementatie van innovatie op schoolniveau .
2016‐2020
Directie in samenspraak met team
Kennis delen: ruimte in overlegstructuren op verzoek van innoverende school, het CvB, collega’s of staf.
Vanaf 2016
Alle geledingen
Evalueren door middel van tevredenheidspeilingen, opbrengsten, beschrijving leerlingpopulatie en gevolgde scholing.
2020
Alle geledingen
12
13
Pijler Onderwijs(innovatie) Opdracht: Jong Leren biedt kwalitatief goed onderwijs, waarin leerlingen zo breed mogelijk zijn voorbereid op de toekomst in onze snel veranderende maatschappij. Onderwerp: Eigenaarschap leerlingen. Leerlingen zijn medeverantwoordelijk voor de eigen ontwikkeling en het leerproces. Waarom? De huidige samenleving heeft mensen nodig die levenslang leren. Daarvoor is het van belang dat kinderen op school al zelfsturend‐leren‐ competenties opdoen, zodat zij weten hoe zij moeten leren. We hebben vier vormen van zelfsturend leren beschreven: van zelfstandig (ver)werken, waarbij de leerkracht in hoge mate sturend is, tot zelfverantwoordelijk leren, waarbij de leerlingen in hoge mate sturend zijn. Voor zelfsturend leren is autonomie‐ondersteunend leerkrachtgedrag noodzakelijk, wat bij de leerlingen tot een gevoel van autonomie leidt. Dat heeft meerdere positieve effecten: het versterkt de intrinsieke motivatie en het welzijn en het vergroot het conceptuele begrip. Kenmerkend zijn daarbij de woorden ruimte, richting en ruggensteun. Richting houdt in dat de leerkracht aan de leerling duidelijk maakt wat er van hem of haar verwacht wordt. Ruimte houdt in dat de leerling de mogelijkheid krijgt om zich op zijn of haar eigen manier te ontwikkelen en dat de leerling toegang heeft tot alle middelen die hij of zij daarbij nodig heeft. Ruggensteun houdt in dat herkend en erkend wordt dat de leerling zijn best doet en niet alleen de resultaten worden gewaardeerd, maar ook de inzet en de vooruitgang. Hoe ziet de organisatie er op het gebied van eigenaarschap van leerlingen uit over vier jaar? In 2020 beschikken de leerlingen van Jong Leren over de volgende competenties: regie nemen over je eigen leerproces zelfreflectie en werkreflectie leerstrategieën toepassen samenwerkend leren In 2020 tonen leerkrachten autonomie‐ondersteunend gedrag. De mate waarin past bij de visie van de school op eigenaarschap van leerlingen. Tevreden: Wanneer leerlingen in de tevredenheidspeilingen van 2019 aangeven meer invloed te hebben op hun onderwijsleerproces (nulmeting 2017, in 2019 +0,2). Wanneer in 2020 alle scholen werken volgens het zelfstandig‐leren‐principe en minimaal 5 scholen volgens het zelfverantwoordelijk‐ leren‐principe.
Stappen om doel te bereiken
In welk jaar
Door wie
14
Visie ontwikkelen op zelfsturend leren.
2016‐2017
Beleidsmedewerkers Directies
Oriëntatie op het doel het kind als regisseur: o Positie van school bepalen en doelen stellen o Leerkrachtvaardigheden onderzoeken
2016‐2017
Directies en teams
Scholen bepalen hun standpunt op eigenaarschap van leerlingen. Hierin staat waar zij zich bevinden op de schaal van zelfstandig (ver)werken tot zelfverantwoordelijk leren en waar zij naartoe willen werken.
2018
Directies
Leerkrachten trainen en instrumenten inzetten.
2018‐2019
Directies en teams
Experimenteren met bepaalde vakken/thema’s.
2019‐2020
Directies en teams
15
Pijler Onderwijs(innovatie) Opdracht: Jong Leren biedt kwalitatief goed onderwijs, waarin leerlingen zo breed mogelijk zijn voorbereid op de toekomst in onze snel veranderende maatschappij. Onderwerp: Passend onderwijs: Wij komen tegemoet aan de onderwijsbehoeften van onze leerlingen. Waarom: Ieder kind heeft recht op goed onderwijs en verdient een zo passend mogelijke plek. Dat is onderwijs dat leerlingen uitdaagt, dat uitgaat van hun mogelijkheden en rekening houdt met hun beperking of talent. Kinderen gaan, als het kan, naar het regulier onderwijs. Om onderwijs passend te maken, is zicht nodig op de leerlingen en wat zij nodig hebben en op onze leerkrachten en welke expertise zij binnen de organisatie brengen. In 2015 bleek het onderwijsaanbod voor met name kinderen met een bovengemiddelde intelligentie, of een speciaal talent, onvoldoende aanwezig te zijn. Hoe ziet de organisatie op het gebied van passend onderwijs er uit over vier jaar? Scholen beschrijven hun leerlingpopulatie en de gevolgen die dat heeft voor de inrichting van hun onderwijs. In 2020 hebben alle scholen inzichtelijk gemaakt hoe zij tegemoet komen aan de onderwijsbehoeften van al hun leerlingen. Wij noemen drie groepen specifiek: kinderen met een benedengemiddelde intelligentie, kinderen met een bovengemiddelde intelligentie en kinderen met een speciaal talent (denk aan: sport, muziek). Natuurlijk verliezen wij ook kinderen die buiten deze drie groepen vallen niet uit het oog. Lukt tegemoet komen aan de onderwijsbehoeften niet binnen de eigen school, dan stimuleert Jong Leren op zoek te gaan naar samenwerkingsvormen binnen de wijk of het bestuur/SWV. Jong Leren denkt aan vormen zoals een Stroomgroep, Day‐a‐week‐school en een Taalklas. In 2020 beschikken scholen binnen Jong Leren en de samenwerkingsverbanden over een dekkend thuisnabij vangnet op het gebied van begeleiding. De expertise van personeelsleden is in kaart gebracht en wordt gedeeld. We zetten waar nodig specialisten in. Tevreden: Wanneer alle Jong Leren scholen in 2018 hun leerlingpopulatie hebben beschreven, in relatie tot de keuzes in hun onderwijsaanbod. Dit is een dynamisch document dat ze elke twee jaar actualiseren. Borging is opgenomen in de kwaliteitsbeleidcyclus van Jong Leren. Wanneer Jong Leren uiterlijk in 2020 voor groep(en) leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften een passend onderwijsaanbod op schoolniveau en/of bovenschools niveau heeft georganiseerd, of een samenwerkingsvorm is aangegaan (wijk, bestuur of SWV). Wanneer specialismen op bovenschools niveau uiterlijk in 2020 in kaart zijn gebracht en expertise in allerlei overlegstructuren (netwerkbijeenkomsten, intranet, vergaderingen, collegiale consultatie, etc) wordt gedeeld.
16
Stappen om doel te bereiken
In welk jaar
Door wie
Richtlijnen opstellen voor het beschrijven van de leerlingpopulatie.
2016‐2017
BMW onderwijs, met werkgroep
Elke school beschrijft de leerlingpopulatie en de consequenties die dat heeft voor de inrichting van het onderwijs op die school.
2017‐2018
Directie/IB
2017‐2018 Inventariseren: o van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften, per school en voor de gehele stichting; o van leerkrachten met specialismen/expertise, per school en voor de gehele stichting. Beide inventarisaties vormen de basis om te bepalen óf en welke vorm van samenwerking gewenst en noodzakelijk is.
Ontwikkelen Day‐a‐week‐school binnen SWV Zuid‐Kennemerland.
2016‐2017
SWV met besturen (o.a. Jong Leren)
Richtlijnen opstellen voor het omgaan met meerbegaafde leerlingen (en in een later stadium ook andere groepen leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften).
2016‐2017
Beleidsmedewerker onderwijs/CvB, samen met werkgroep
Elke school beschrijft hoe zij omgaat met meerbegaafde leerlingen en hoe zij een aanbod voor deze leerlingen realiseert (en in een later stadium ook voor andere groepen leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften).
2017‐2019
Directie/IB
Stimuleren en faciliteren van (zelfsturende) werkgroepen rondom thema’s passend onderwijs, zoals een aanbod rondom minderbegaafde leerlingen of de reeds in 2015 gestarte werkgroep rondom een aanbod voor meerbegaafde leerlingen.
2016‐2020
Beleidsmedewerker onderwijs/CvB, samen met werkgroep
Organiseren van inspiratiesessies rondom thema’s passend onderwijs.
Minimaal jaarlijks, 2016‐2020
Beleidsmedewerker onderwijs/CvB, samen met werkgroep
In klassenbezoeken, schoolbezoeken, audits en inspectiebezoeken kijken naar de afstemming en de passendheid van het onderwijs bij de leerlingpopulatie.
2019‐2020
Directie, CvB, auditteams
Stafkantoor in samenwerking met directies
17
Pijler Personeel Opdracht: Jong Leren heeft vitale, professionele medewerkers die eigenaar zijn van hun eigen functioneren en ontwikkeling en daarmee een optimale bijdrage leveren aan de organisatie en leerresultaten van kinderen. Onderwerp: Professionalisering door samenwerking en samen te leren: We werken samen om kennis en expertise te delen en te ontwikkelen. Waarom? Een van de werkprincipes van Jong Leren is ‘wij leren samen’. We willen dit samen leren realiseren door medewerkers van elkaar te laten leren, door eigen expertise in te zetten en door samen leren duurzaam te verankeren in een lerende organisatie. Hoe ziet de organisatie er op het gebied van professionalisering en samenwerking uit over vier jaar? Er is sprake van een lerende cultuur, zowel op schoolniveau als op stichtingsniveau. Medewerkers dragen hun kennis uit in de organisatie en vragen collega’s actief kennis met hen te delen. Er is een (digitaal) systeem waarbinnen ‘Leren van en met elkaar’ goed georganiseerd is. Er zijn professionele interne leernetwerken actief. Medewerkers worden ingezet voor scholingsmomenten op andere scholen, of voor specifieke groepen collega´s. Medewerkers worden op hun specifieke expertise ingezet binnen de stichting. Tevreden: Wanneer bovenstaande punten gerealiseerd zijn. Er is meer interne inzet van deskundigheid en minder externe inhuur (scholing, coaching en interim werkzaamheden). Wij verantwoorden ons hierop door het delen van Good Practices. Stappen om doel te bereiken
In welk jaar
Door wie
Aanbieden plan van aanpak Leren van en met elkaar aan het CvB.
Maart 2016
Ontwerpteam
Plan van aanpak in het directieberaad bespreken en ter instemming aanbieden aan de GMR.
Maart‐april 2016
CvB
Vaststellen plan van aanpak.
Mei 2016
CvB
Voorbereiding uitvoering in schooljaar 2016‐2017.
Vanaf maart 2016
Allen
18
Pijler Personeel Opdracht: Jong Leren heeft vitale, professionele medewerkers die eigenaar zijn van hun eigen functioneren en ontwikkeling en daarmee een optimale bijdrage leveren aan de organisatie en de leerresultaten van kinderen. Onderwerp: Eigenaarschap medewerkers: Medewerkers zijn eigenaar van hun eigen functioneren en ontwikkeling. Waarom? Goed onderwijs vraagt goed functionerende medewerkers die zich continu ontwikkelen. Medewerkers moeten zich eigenaar voelen van hun eigen functioneren en ontwikkeling. Hoe ziet de organisatie er op het gebied van eigenaarschap van medewerkers uit over vier jaar? Over vier jaar voelen alle medewerkers zich eigenaar van hun eigen functioneren en ontwikkeling. Tevreden: Wanneer de gesprekkencyclus in 2016/2017 is ingevoerd. Wanneer alle medewerkers sinds schooljaar 2016/2017 een bekwaamheidsdossier hebben. Wanneer alle leerkrachten en directeuren sinds 2017 staan ingeschreven in het register. Wanneer directeuren en medewerkers vaardig zijn in het uitvoeren van de gesprekkencyclus. Stappen om doel te bereiken
In welk jaar
Door wie
Opstellen beleid gesprekkencyclus, waarin het bekwaamheidsdossier en het leraarregister een vast onderdeel zijn.
2016
Werkgroep gesprekkencyclus, bestaande uit CvB, directeuren en beleidsmedewerkers P&O
Directeuren en medewerkers trainen in gespreksvoering.
2016/ 2017
Externe partij, beleidsmedewerkers P&O, Directeuren en medewerkers
Bijhouden bekwaamheidsdossier.
2016‐2020
Leerkrachten
Medewerkers voorlichten over het leraarregister.
2016‐2017
Ambassadeur van het leraarregister Beleidsmedewerker P&O
19
Pijler Personeel Opdracht: Jong Leren heeft vitale, professionele medewerkers die eigenaar zijn van hun eigen functioneren en ontwikkeling en daarmee een optimale bijdrage leveren aan de organisatie en de leerresultaten van kinderen. Onderwerp: Vitaliteit: Mobiliteit vanuit talenten. Waarom? Stichting Jong Leren streeft naar een optimaal gebruik van de aanwezige talenten binnen de organisatie. Met interne mobiliteit willen we de juiste expertise op de juiste plek inzetten, wat bijdraagt aan een sterkere schoolontwikkeling. Medewerkers voelen zich verantwoordelijk om hieraan een bijdrage te leveren en zien de mobiliteit als instrument voor persoonlijke ontwikkeling en ontplooiing. Hoe ziet de organisatie er op het gebied van mobiliteit uit over vier jaar? Over vier jaar beschikken we over flexibele teams met gemotiveerde medewerkers die nieuwe inzichten hebben en een frisse kijk op het werk. Gedwongen mobiliteit door krimp op een school is teruggedrongen, omdat deze al door vrijwillige mobiliteit is ingevuld. De competenties van alle medewerkers zijn in kaart gebracht en worden gedeeld binnen de organisatie. Tevreden:
Wanneer ieder schooljaar 10% van alle medewerkers met onderwijstaken verandert van school, in het kader van de vrijwillige mobiliteit. Wanneer directeuren en intern begeleiders gemiddeld 7 jaar aan een school verbonden blijven. Wanneer het werk en leerplezier is gestegen (tevredenheidsonderzoek, nulmeting 2017, meting 2019 +0,2).
Stappen om doel te bereiken
In welk jaar
Door wie
Invoeren van het opgestelde mobiliteitsbeleid. Jaarlijks evalueren en zo nodig aanpassen van het mobiliteitsbeleid.
2016 2017‐2020
Beleidsmedewerkers P&O, directeuren, CvB Werkgroep mobiliteit
Mobiliteit jaarlijks aan bod laten komen in de gesprekkencyclus met iedere medewerker en regelmatig in teamvergaderingen.
2016‐2017
Directeuren en medewerkers
Instrument opzetten om de competenties van medewerkers in kaart te brengen en te delen.
2018
Werkgroep mobiliteit ICT
Nieuwe medewerkers in indienstbrief en bij startersbijeenkomst bewust maken van bestuursaanstelling.
2016
Beleidsmedewerkers P&O
20
Pijler Personeel Opdracht: Jong Leren heeft vitale, professionele medewerkers die eigenaar zijn van hun eigen functioneren en ontwikkeling en daarmee een optimale bijdrage leveren aan de organisatie en de leerresultaten van kinderen. Onderwerp: Vitaliteit: Duurzame inzetbaarheid in alle levensfases. Waarom? Jong Leren wil een goede werkgever zijn voor haar personeel, zij zijn tenslotte ons kapitaal. Medewerkers hebben in elke levensfase verschillende behoeften. Hierop willen wij inspelen en hierbij willen we hen ondersteunen door hen over de mogelijkheden te informeren. We verwachten van medewerkers dat zij hun eigen verantwoordelijkheid nemen voor het inzetten van de beschikbare regelingen. Hoe ziet de organisatie er op het gebied van duurzame inzetbaarheid uit over vier jaar? Onze vitale medewerkers in verschillende levensfases zijn zich bewust van de eigen invloed en keuzes op hun vitaliteit. Zichtbaar door: een actief en zichtbaar gebruik van de duurzame inzetbaarheidsuren; bovenschoolse activiteiten, gericht op bepaalde levensfases. Tevreden: Wanneer het ziekteverzuimpercentage met 0,5% per schooljaar is gedaald naar 4,5% in 2020. Wanneer de personeelstevredenheid stijgt (nulmeting in 2017 en een +0,2 verbetering in 2019). Stappen om doel te bereiken
In welk jaar
Door wie
De verschillende levensfases beschrijven en de behoeften inventariseren.
2016
Beleidsmedewerkers P&O, directeur
Het begrip duurzame inzetbaarheid uit de CAO beschrijven en voorbeelden verzamelen.
2016
Beleidsmedewerkers P&O, directeur
Bovenschoolse bijeenkomsten organiseren voor de doelgroepen, voortkomend uit de levensfases.
2016‐2020
Beleidsmedewerkers P&O, externe
Good practice voorbeelden van duurzame inzetbaarheid in personeelsblad opnemen.
2017
Beleidsmedewerkers P&O, medewerkers, directeuren, redactie
Op intranet regelmogelijkheden zichtbaar maken en FAQ maken.
2016‐2017
Beleidsmedewerkers P&O en ICT
21
Pijler Personeel Opdracht: Jong Leren heeft vitale, professionele medewerkers die eigenaar zijn van hun eigen functioneren en ontwikkeling en daarmee een optimale bijdrage leveren aan de organisatie en de leerresultaten van kinderen. Onderwerp: Vitaliteit: Verzuimbeleid gericht op vitale medewerkers. Waarom? Een gezonde organisatie vraagt om gezonde medewerkers. Stichting Jong Leren creëert een gezonde werkomgeving (fysiek en mentaal) en heeft een verzuimbeleid gericht op het vitaal houden van personeel. Het ziekteverzuimbeleid van onze stichting draagt bij aan het scheppen van een optimaal werkklimaat. Hoe ziet de organisatie er op het gebied van verzuimbeleid uit over vier jaar? Preventief bezoek aan een verzuimconsulent bij dreigende uitval is een natuurlijke actie van de medewerkers. Medewerkers voelen zich verantwoordelijk voor hun eigen welzijn. Medewerkers zijn zich bovendien bewust dat verzuim een keuze is en weten welke andere verlofregelingen of interventies inzetbaar zijn. Afhankelijk van de reden van verzuim geven medewerkers zelf aan, welke passende werkzaamheden op school aanwezig zijn. Leidinggevenden maken verzuim bespreekbaar in hun team en met individuele medewerkers. Leidinggevenden weten welke interventies zij gericht kunnen inzetten. Tevreden: Wanneer het ziekteverzuimpercentage is gedaald met 0,5% per schooljaar en is 4,5% in 2020. Stappen om doel te bereiken
In welk jaar
Door wie
Invoeren van het opgestelde verzuimbeleid. Jaarlijks evalueren en zo nodig aanpassen van het verzuimbeleid.
2016 2017‐2020
Beleidsmedewerkers P&O, directeuren Beleidsmedewerkers P&O
Inzetten preventief verzuimspreekuur.
2016
Medewerkers en directeuren
Verzuimbeleid, verlofregelingen en interventies op intranet inzichtelijk maken voor medewerkers.
2016
Beleidsmedewerkers P&O en ICT
Directeuren trainen in de uitvoer van het verzuimbeleid en het voeren van verzuimgesprekken.
2017
Beleidsmedewerkers P&O en externe partij
22
Pijler Profilering en partnerschap Opdracht: Jong Leren heeft scholen die zich profileren op basis van onderwijsconcept, identiteit en onderwijsprofiel. Scholen van Jong Leren werken samen met ouders en externe partners. Onderwerp: De scholen hebben een sterk en daarmee onderscheidend schoolprofiel. Waarom? Interne overwegingen: Onze scholen hebben op dit moment in het algemeen onvoldoende onderscheidend vermogen. Beter aansluiten bij de doelgroep, het kennen van de populatie en welke behoeften deze kinderen en hun ouders hebben. Het versterken van de relatie met ouders door te benadrukken dat het onze (gezamenlijke) school is. Bewustzijn versterken dat alles wat je doet als school of personeelslid invloed heeft op het imago van de school. Klantgerichter en eenduidig communiceren (heldere taal, via welke media wel/niet, wie over welk onderwerp, keuzes maken). Externe overwegingen: Onze scholen onderscheiden zich onvoldoende ten opzichte van andere scholen. We vinden het belangrijk dat ouders iets te kiezen hebben. Door krimp en doordat enkele scholen van Jong Leren naast elkaar staan in een wijk, is een duidelijk onderscheidend schoolprofiel essentieel voor het voortbestaan van de school of de scholen. Hoe ziet de organisatie er op het gebied van profilering uit over vier jaar? Alle scholen van Jong Leren hebben een sterk en daarmee onderscheidend schoolprofiel. In alle keuzes, acties en contacten van de school (alle ‘communicatie‐uitingen’) is dit profiel duidelijk herkenbaar (zichtbaar en voelbaar). Het profiel kan ook gezien worden als de merkbelofte van de school. Ouders herkennen dit schoolprofiel, en herkennen zich erin. Profilering vindt niet plaats op basis van goed en passend onderwijs, dat wordt door iedereen als vanzelfsprekend beschouwd. Een sterk profiel biedt onderscheidend vermogen ten opzichte van andere scholen. Ouders hebben iets te kiezen. Sterke profielen stimuleren ouders bovendien om bewuster een schoolkeuze te maken en zich te committeren aan de keuzes van de school bBijvoorbeeld: ’gezonde school’, ouders geven geen snoep mee als traktatie). Tevreden: Wanneer alle scholen van Jong Leren een helder, sterk en daarmee onderscheidend schoolprofiel hebben. Wanneer schooldirecties voor augustus 2018 met hun team en ouders een helder profiel hebben vastgesteld en dit gezamenlijk uitdragen. Dit betekent dat zij leiding hebben gegeven aan een missie/visietraject en de implementatie hiervan. In een profileringsplan is uitgewerkt hoe de merkbelofte wordt uitgedragen en bewaakt. Stappen om doel te bereiken
In welk jaar
Door wie
23
Voortrekkersbijeenkomst.
Febr. Maart 2016
Directeur/CvB
Nulmeting scholen, vorm nader te bepalen in de voortrekkersbijeenkomst.
April/mei 2016
Met alle schooldirecties
Plan van aanpak vaststellen: o Opbrengst nulmeting o Opties p.v.a. per school beschrijven o Voorbeelden aangeven o Tijdpad o Scholingsactiviteiten e.d.
Juni 2016
Werkgroep ‘voortrekkers’
Aantrekken medewerker communicatie die zowel op niveau van de stichting als op schoolniveau kan ondersteunen bij de (externe) communicatie.
Voorjaar 2016
CvB
Tijdpad vaststellen welke school wanneer een profileringsplan maakt en uitvoert (opnemen in schoolplan van de school). o 20% voortrekkers n.v.t. o 40% in 2016/2017 o 40% in 2017/2018
Juni 2016
CvB met individuele schooldirecteuren.
Scholingsmoment(en) voor schooldirecties.
Najaar 2016
Externe inhuur
Medewerkers uit voortrekkersscholen delen hun kennis met de organisatie (bovenschools of op schoolniveau).
2016‐2018
Allen. Bijvoorbeeld ICT‐coordinator in ICT‐netwerk etc.
24
Pijler Profilering en partnerschap Opdracht: Jong Leren heeft scholen die zich profileren op basis van onderwijsconcept, identiteit en onderwijsprofiel. Scholen van Jong Leren werken samen met ouders en externe partners. Onderwerp: De scholen hebben een identiteitsbeleid voor hun school, binnen de kaders van het identiteitsbeleid van de stichting Jong Leren. Waarom? In de fusiedeelrapportage identiteit is ingegaan op de visie binnen De la Salle en De Basis op identiteit. Die visie stemt in belangrijke mate overeen. Jong Leren heeft als doel, met de Bijbel als bron, christelijk geïnspireerd onderwijs te verzorgen, met hart voor het kind en zorg voor elkaar. Onze confessionele scholen geven de waarden en normen uit de christelijke traditie aan de leerlingen door. Jong Leren hecht waarde aan de brede diversiteit van de christelijke traditie en vindt het belangrijk dat de scholen hun eigen confessionele identiteit behouden en blijven ontwikkelen. Identiteit is geen statisch gegeven, maar ontwikkelt zich binnen de context van de hedendaagse samenleving en de eigen omgeving van de school. Jong Leren stelt kaders waarbinnen de identiteit van iedere school vorm dient te krijgen. We evalueren dit kader elke vier jaar en stellen waar nodig bij. De visie op identiteit en identiteitsbeleid zoals vastgelegd in de fusie eindrapportage, gebruiken we als startdocument. Hoe ziet de organisatie er op het gebied van identiteitsbeleid uit over vier jaar? Alle scholen van Jong Leren hebben een heldere en gedragen identiteit. In de keuzes, acties en contacten van de school (de ‘communicatie‐uitingen’) is deze identiteit herkenbaar (zichtbaar en voelbaar). Tevreden: Wanneer het identiteitsbeleid wordt gedragen door het team, zichtbaar is in alle communicatie‐uitingen en ook wordt beleefd als realiteit door team, kinderen en ouders. We meten dit via een aantal vragen in het tevredenheidsonderzoek (ouders, leerlingen en personeel) van 2017 en 2019. Stappen om doel te bereiken
In welk jaar
Door wie
Stichtingsniveau
Organiseren studiedag of tweedaagse met directies over identiteit.
Najaar 2016
Voorbereiding door CvB en nog te vormen werkgroep identiteit, ondersteund door Arkade.
Concept kaders voor identiteitsbeleid uitwerken.
Najaar 2016
CvB bespreekt met directieberaad
Vaststellen kaders voor identiteitsbeleid.
Voorjaar 2017
CvB na instemming GMR en goedkeuring RvT
Schoolniveau
25
Analyseren identiteitsbeleid school en kaders vanuit Jong Leren.
2016/2017 of 2017/2018
Schoolleiding met team en MR
Plan van aanpak vaststellen om te komen tot een school specifiek identiteitsbeleid.
2016/2017 of 2017/2018
Schoolleiding met team en MR
Plan van aanpak uitvoeren.
2016/2017 of 2017/2018
Schoolniveau
Identiteitsbeleid school vaststellen.
2016/2017 of 2017/2018
Schooldirectie na goedkeuring CvB
26
Pijler Profilering en partnerschap Opdracht: Jong Leren heeft scholen die zich profileren op basis van onderwijsconcept, identiteit en onderwijsprofiel. Scholen van Jong Leren werken samen met ouders en externe partners. Onderwerp: Ouderbetrokkenheid 3.0: School en ouders zijn gelijkwaardige partners en zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de schoolontwikkeling van het kind Waarom? Stichting Jong Leren erkent dat ouderbetrokkenheid van cruciaal belang is voor de onderwijsprestaties van leerlingen. We willen dat Jong Leren als organisatie in 2020 uitdraagt dat leerkrachten en ouders gelijkwaardige partners zijn en gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor de schoolontwikkeling van het kind. De Stichting stimuleert constructieve samenwerking tussen scholen/leerkrachten en ouders en erkent daarbij de professionele deskundigheid van de school en de emotionele deskundigheid van de ouders. Hoe ziet de organisatie er op het gebied van ouderbetrokkenheid uit over vier jaar? Elke school heeft uiterlijk in 2020 de mate van ouderbetrokkenheid gerealiseerd, zoals in het schoolspecifieke beleid geambieerd. Tevreden:
Wanneer alle scholen in 2018 in relevante beleidsdocumenten (schoolgids) hun ambities rond ouderbetrokkenheid hebben beschreven. Wanneer in de oudertevredenheidspeiling van 2017 een 0‐meting op (o.a.) dit onderwerp wordt georganiseerd, waarna we de ontwikkeling in 2019 en 2021 kunnen volgen. In 2021 willen wij op een vijfpuntsschaal minimaal op stichtingsniveau gemiddeld een +0,2 van ouders zien. Wanneer het onderwerp ouderbetrokkenheid vanaf 2018 deel uitmaakt van audits en zelfevaluaties. Wanneer in 2020 uit gesprekken van de MR met het CvB blijkt dat de MR elementen van ouderbetrokkenheid op de school kan benoemen en waarderen.
Stappen om doel te bereiken
In welk jaar
Door wie
Stichtingsbreed beleidskader opstellen waarin staat waarom ouderbetrokkenheid van belang is, welke visie we hanteren en welke mate van ouderbetrokkenheid minimaal op elke school zichtbaar moet zijn.
2016‐2017
Beleidsmedewerker onderwijs samen met werkgroep
Scholen beschrijven vanuit hun visie hoe zij de richtlijnen van Jong Leren implementeren in hun schoolbeleid. Zij nemen hun werkwijze op in hun schoolgids.
2017‐2018
Directies, in samenspraak met het team en (een vertegenwoordiging van) ouders
27
Scholen faciliteren hun personeelsleden op schoolniveau in het omgaan met ouderbetrokkenheid (denk aan voeren van oudergesprekken)
2016‐2020
Directies en Hoofdpoortacademie/scholingsplein
Ouderbetrokkenheid op schoolniveau implementeren
2017‐2018
Directie en team
Zicht houden op mate van ouderbetrokkenheid op de scholen door bevragen tijdens audits, zelfevaluaties, inspectiebezoeken, tevredenheidspeilingen, etc.
2017‐2020
CvB
28
Pijler Profilering en partnerschap Opdracht: Jong Leren heeft scholen die zich profileren op basis van onderwijsconcept, identiteit en onderwijsprofiel. Scholen van Jong Leren werken samen met ouders en externe partners. Onderwerp: Onze scholen zijn naar buiten toe gericht op samenwerking met partners, zoals kinderopvang, peuterspeelzalen, maatschappelijke‐ en zorginstanties, bijvoorbeeld door het ontwikkelen van een IKC, brede school of creatief ondernemerschap. Waarom? Maatschappelijke ontwikkelingen doen, nog sterker dan nu al het geval is, een beroep op onderwijsorganisaties om invulling te geven aan dagarrangementen. Afstemming en samenwerking met kinderopvang en peuterspeelzalen is daarbij essentieel. Ook de wet op Passend Onderwijs vraagt een nauwe samenwerking tussen onze scholen en maatschappelijke‐ en zorginstanties. Brede Scholen, in alle variaties die we daarvan zien, vormen netwerken waarin scholen met genoemde partners samenwerken. Daarnaast is een ontwikkeling gaande om Brede Scholen verder uit te bouwen tot Integrale Kind Centra (IKC) waarbij onderwijs en opvang functioneren als één organisatie. Hoe ziet de organisatie er op het gebied van samenwerking met partners uit over vier jaar? Jong Leren werkt vanuit een stichtingsbrede visie op samenwerking met partners. Binnen Jong Leren zijn er instellingen waarin onderwijs en opvang intensief samenwerken. Tevreden: Wanneer een stichtingbrede visie op Integrale Kind Centra kan rekenen op breed draagvlak binnen de organisatie. Wanneer alle scholen sinds 2016 vanuit de stichtingsbrede visie hebben beschreven wie hun partners zijn en hoe zij invulling geven aan de samenwerking. Wanneer in 2017 is bepaald of er scholen zijn die zich ontwikkelen tot IKC. Wanneer in Lisserbroek en Aalsmeer een intensieve samenwerking met kinderopvang is gerealiseerd. Stappen om doel te bereiken
In welk jaar
Door wie
Stichtingsbrede visie op IKC ontwikkelen en vaststellen met externe ondersteuning.
2016
CvB, directies en GMR
Scholen beschrijven wie hun partners zijn voor kinderopvang en met welke maatschappelijke en zorginstanties samenwerking geboden is.
2016
Directies
De scholen van Jong Leren die nog niet actief participeren in netwerken met kinderopvang en maatschappelijke‐ en zorginstanties maar die zich dat wel tot
2016‐2017
29
doel hebben gesteld, beschrijven in 2016 op welke wijze zij invulling gaan geven aan samenwerking met deze partners en realiseren deze samenwerking in 2017.
De scholen van Jong Leren die al participeren in Brede School‐netwerken beschrijven in 2016 of en op welke wijze verdere uitbouw van de samenwerking gewenst en/of noodzakelijk is en realiseren deze verdere uitbouw uiterlijk in 2018.
2016‐2018
Directies
Realiseren samenwerking maatschappelijke partners en kinderopvangorganisaties.
2017/2018
Directies
Opstellen Plan van Aanpak m.b.t. intensieve samenwerking met kinderopvang in 2016/2017 Lisserbroek.
De Reiger en Borus
Opstellen Plan van Aanpak m.b.t. intensieve samenwerking met kinderopvang in 2016/2017 Aalsmeer.
Hoeksteen/Wegwijzer en Solidoe
Intensieve samenwerking met kinderopvang in Lisserbroek realiseren.
2017/2018
De Reiger en Borus
Intensieve samenwerking met kinderopvang in Aalsmeer realiseren bij ingebruikname nieuwbouw.
Voorzien in 2018
Hoeksteen/Wegwijzer en Solidoe
30
Pijler Profilering en partnerschap Opdracht: Jong Leren heeft scholen, die zich profileren op basis van onderwijsconcept, identiteit en onderwijsprofiel. Scholen van Jong Leren werken samen met ouders en externe partners. Onderwerp: Fuseren of intensiever samenwerken: Binnen onze organisatie hebben we te maken met krimp en/of scholen in hetzelfde voedingsgebied. Onze scholen fuseren of werken intensiever samen om de krachten met elkaar te bundelen . Waarom? Het inwonersaantal in Nederland daalt en daarmee daalt het aantal leerlingen. In 2020 zitten er 140.000 leerlingen minder op de basisschool dan in 2012. Dat betekent voor het primair onderwijs een verlies van 7.000 arbeidsplaatsen en € 500 miljoen aan middelen. Scholen in stand houden, wordt moeilijker en de kwaliteit komt onder druk te staan. Ook Jong Leren heeft met krimp te maken, vooral in de gemeente Zandvoort en Haarlemmermeer. We hebben tevens te maken met krimp van onze eigen scholen in eenzelfde voedingsgebied (Halfweg, Nieuw‐Vennep en Zandvoort). Een integrale aanpak voor de problematiek in de krimpregio's is noodzakelijk. Samenwerking met lokale overheden en andere sectoren om de leefbaarheid op peil te houden, is essentieel. Er zijn grote regionale verschillen als het gaat om onder andere het verloop en de intrede van krimp. Daarom is maatwerk noodzakelijk. Dat betekent dat in de nabije toekomst scholen zullen fuseren of intensiever gaan samenwerken. Hoe ziet de organisatie er op het gebied van fuseren/samenwerken uit over vier jaar? Basisschool Halverwege en St Jozef in Halfweg zijn gefuseerd. Basisschool Hoeksteen en Wegwijzer zijn gefuseerd. In Haarlemmermeer en Zandvoort is in samenwerking met gemeentes en andere externe partners visie en beleid vastgesteld ten behoeve van het integraal scholenplan. Tevreden: Wanneer de gefuseerde school in Halfweg in een nieuw schoolgebouw gerealiseerd is en vanut een gezamenlijke visie op onderwijs en opvoeding samenwerkt met externe partners. Wanneer de gefuseerde school in Aalsmeer gerealiseerd is. Wanneer vanuit de gemeente Haarlemmermeer en Zandvoort visie en beleid in samenwerking met Jong Leren en andere onderwijsbesturen is vastgesteld en tot uitvoering wordt gebracht.
Stappen om doel te bereiken
In welk jaar
Door wie
31
Traject proces van scholenfusie Halverwege en St. Jozef.
2016‐2018
Directies halverwege en St. Jozef, teams, CvB
Traject proces van scholenfusie Hoeksteen en Wegwijzer.
2016‐2018
Directies Hoeksteen en Wegwijzer, team, CvB
Vaststellen van visie en beleid in Haarlemmermeer t.b.v. het integraal scholenplan, in samenwerking met gemeente en andere externe partners.
2016‐2017
CvB, gemeenten, andere besturen Haarlemmermeer
Vaststellen van visie en beleid in Zandvoort t.b.v. het integraal scholenplan, in samenwerking met gemeente en andere externe partners.
2016
CvB, gemeenten, andere besturen Zandvoort
32
Pijler Organisatieprocessen Opdracht: Jong Leren heeft een kwalitatief goed functionerende organisatie, met heldere visie, werkprocessen,, procedures en communicatielijnen. Onderwerp: Google for Education: Vanuit de onderwijsvisie richten we voor de gehele organisatie een ‘Google for Education’‐omgeving in om samen te werken, samen te leren en samen te delen. Waarom? Een van de drie werkprincipes binnen Jong leren is: wij leren samen. Een gedeelde ICT‐werkomgeving is belangrijk voor de Stichting om digitaal samen te werken, te leren van elkaar en kennis te delen. Hoe ziet de organisatie er op het gebied van de inrichting van ICT uit over vier jaar? In 2017 wordt binnen Jong Leren op alle niveaus (leerlingen, leerkrachten, IB, schoolleiding en bestuur) gewerkt vanuit een ICT‐omgeving, die ondersteunend werkt bij (1) het bereiken van onderwijsdoelen en het inzetten van software, (2) het organiseren van school‐ en stichtingsbrede documenten en ondersteunende programma’s en (3) het delen van kennis tussen:
leerlingen binnen hun groep, school en/of de Stichting; leerkrachten met hun groep, binnen hun team en binnen de Stichting; IB’ers, ICT’ers en specialisten binnen hun team, binnen de Stichting en externe partijen; directeuren binnen hun team en binnen de Stichting; beleidsmedewerkers en CvB binnen de Stichting; stakeholders (MR/GMR/RvT) binnen de Stichting; medewerkers van de Stichting en externe partijen.
Tevreden: Wanneer eind 2016 de inrichting van de ICT‐omgeving is gerealiseerd, het migratietraject succesvol doorlopen is en iedere medewerker binnen de ICT‐omgeving werkt. Wanneer sinds eind 2017 iedere medewerker weet wat waar te vinden is binnen de ICT‐omgeving en men actief bijdraagt aan het actueel houden van deze omgeving. We evalueren via gesprekken, het ICT‐netwerk, klachtenregistratie en Google form.
Stappen om doel te bereiken
In welk jaar
Door wie
33
Inrichten ICT‐omgeving Google for Education o Leerling o Schoolteam o Stichting (RvT, CvB, Directies, IB, ICT, Stafkantoor, Kurzweil, Specialisten, Vervangingspool/RTC, GMR) Bovenstaande onderbrengen in Google sites, Portaal Jong Leren, RvT, CvB, Onderwijs, Personeel, Huisvesting, Financiën, ICT.
Dec 2015 ‐ Augustus 2016
ICT‐coördinatoren Open Space Directeuren Implementatie werkgroep Beleidsmedewerker ICT CvB Externen (beheer)
Migratie regelen naar ICT‐omgeving.
Dec 2015‐ Augustus 2016
ICT‐coördinatoren Beleidsmedewerker ICT Externen (beheer)
De nieuwe ICT‐omgeving implementeren: o Scholing stafkantoor ICT‐omgeving o Scholing directeuren ICT‐omgeving o Scholing ICT‘ers introductie ICT‐omgeving voor leerkrachten o Scholing ICT’ers introductie ICT‐omgeving voor leerlingen
Jan 2016 ‐ jan 2018
ICT‐coördinatoren Implementatie werkgroep Directeuren Beleidsmedewerker ICT Externen (beheer)
34
Pijler Organisatieprocessen Opdracht: Jong Leren heeft een kwalitatief goed functionerende organisatie, met heldere visie, werkprocessen,, procedures en communicatielijnen. Onderwerp: Zelfevaluatie: Binnen de organisatie is een cyclisch systeem van kwaliteitsbeleid door feedback opgesteld. Hieruit komen ontwikkelpunten naar voren. Waarom? Zelfevaluatie is voor een school een krachtig middel om onderwijs te verbeteren en zicht te krijgen op de eigen onderwijskwaliteit. Dit middel moet voldoen aan voorwaarden, zodat de kwaliteit van de zelfevaluatie geborgd is. Onze fusie en maatschappelijke ontwikkelingen (zoals vernieuwde inspectietoezicht) vragen om afstemming binnen onze organisatie. Hoe ziet de organisatie er op het gebied van zelfevaluatie uit over vier jaar? Sinds 2016 is bekend waaraan een kwalitatief goede zelfevaluatie moet voldoen (voorwaarden, instrumenten, input/data en vormen van zelfevaluatie). Zowel de ‘smalle versie’ van een zelfevaluatie (de halfjaarlijkse opbrengsten‐evaluatie) als een ‘bredere versie’ (de kwaliteit van onderwijs in brede zin van het woord) wordt meegenomen in deze beschrijving. Sinds 2017 is de werkwijze voor een zelfevaluatie vastgesteld en beschreven in het handboek Onderwijs en kwaliteitsbeleid van Jong Leren. Sinds 2018 zijn alle scholen van Jong Leren in staat met behulp van ons kwaliteitszorgsysteem Integraal een zelfevaluatie te maken. Voor de zelfevaluatie maken ze gebruik van diverse data, zoals opbrengsten, resultaten uit vragenlijsten en tevredenheidspeilingen, resultaten uit audits en andere gegevens die ze met elkaar in samenhang brengen, analyseren en waarop ze verbeteracties formuleren. De zelfevaluatie vormt de bron voor gesprekken met het team, het MT, het CvB en/of de Onderwijsinspectie en is daarmee de basis voor continue onderwijsontwikkeling. Tevreden: Wanneer IB‘ers en directies aangeven dat de zelfevaluatie heeft bijgedragen aan de verbetering van het onderwijs. Wanneer het CvB aangeeft dat de scholen het onderwijs conform het beleid evalueren en het CvB zicht heeft op de acties die voortkomen uit de zelfevaluatie. Hoe hebben wij zicht op de twee bovenstaande punten? We maken gebruik van: schoolbezoeken en audits waarin we het gesprek voeren over proces en resultaten van de zelfevaluatie (intern toezicht); inspectiebezoeken (extern toezicht), waarbij de Inspectie in haar rapporten en gesprekken met het bestuur aangeeft dat op onze scholen de zelfevaluatie ten minste voldoende is.
Stappen om doel te bereiken
In welk jaar
Door wie
35
Beschrijven proces en onderdelen zelfevaluatie.
2016
Beleidsmedewerker onderwijs en CvB, in samenspraak met IB
Vaststellen werkwijze zelfevaluatie.
2017
Directies en CvB
Opnemen werkwijze in handboek Onderwijs en Kwaliteit.
2017
Beleidsmedewerker onderwijs
Scholen maken zelfevaluatie m.b.v. Integraal.
2018
Directie en IB
36
Pijler Organisatieprocessen Opdracht: Jong Leren heeft een kwalitatief goed functionerende organisatie, met heldere visie, werkprocessen, procedures en communicatielijnen. Onderwerp: Inrichting organisatie en werkprocessen: Beleid, gekoppeld aan onze werkprincipes en beschreven in werkprocessen, komt tot uiting in handboek personeel, handboek administratie en interne controle, handboek onderwijs en kwaliteitsmanagement, handboek veiligheid. Plan‐do‐ study/check‐act cyclus is door de hele organisatie leidraad. Waarom? Als gevolg van de fusie herijken, ontwikkelen en stellen we beleid en de daarbij behorende werkprocessen vast. Voor de werkbaarheid, de borging en de uniforme toepassing van het beleid en de werkprocessen is het van belang dat Jong Leren beschikt over een systeem dat voldoet aan deze ijkpunten. Hoe ziet de organisatie er op het gebied van organisatie en werkprocessen uit over vier jaar? Sinds 2016 zijn de werkprocessen en het vastgestelde beleid overzichtelijk en eenvoudig toegankelijk geordend in de diverse handboeken. Tevreden: Wanneer medewerkers eenvoudig toegang hebben tot de diverse handboeken en de beschreven werkprincipes en werkprocessen toepassen. We meten dit met behulp van een tevredenheidspeiling, interviews tussen College van Bestuur, beleidsmedewerkers, directies en overig personeel. Stappen om doel te bereiken
In welk jaar
Door wie
Inventariseren van vastgesteld beleid en werkprocessen.
2016
CvB, staf
Vaststellen van het systeem van opslag en organisatie van het beleid en de daarbij behorende werkprocessen.
2016
CvB, staf en directie
37
Planning Schoo Pijler Onderwijs(innovatie) Pijler Personeel ljaa Media Experi Eigen Passe Profes Eigen r wijs me aar nd sio aar hei nte sch ond nali sch d ren ap erw seri ap en leer ijs ng me inn ling en de ove en sa wer ren me ker nw s erki ng
Pijler Profilering en partnerschap Mobili Duurz teit am e inz etb aar hei d
Verzui mb elei d
Profil eri ng
Ouder bet rok ken hei d 3.0
Same nw erki ng me t par tne rs
Fuser en of int ens iev er sa me nw erk en
Organisatieprocessen Identi teit sbe leid
Zelfev alu atie
Inrich ting org ani sati e en wer kpr oce sse n
Googl e for edu cati on
2016‐ 2017 2017‐ 2018 2018‐ 2019 2019‐ 2020
38
Bronnen 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
John Hattie & Gregory Yates (2015)Leren zichtbaar maken met de kennis over hoe wij leren John Hattie (2014) leren zichtbaar maken R.J. Marzano (2014) Wat werkt op school P de Vries (2014) Ouderbetrokkenheid 3.0 J. Poortvliet (2015) Zelfevaluatie, visitaties en audits R.J. Marzano & T. Heflebower (2013) Klaar voor de 21e eeuw R. Timmermans (2010) Ritsen vanaf hier. Over leren en innoveren.
Bazalt Uitgeverij Bazalt Uitgeverij Bazalt Uitgeverij CPS PO Raad Bazalt Uitgeverij KPC Groep
39