Whitepaper
Duurzame veiligheid
Inleiding Wat is duurzame veiligheid? Wellicht is van alle duurzame bedrijfsvoeringsprocessen juist veiligheid het meest moeilijk te definiëren. Heeft dit iets te maken met groen, zoals groene stroom voor de meldkamersystemen, of gaat het juist over andere afwegingen? Afwegingen zoals ‘Hoe veilig voel ik me’ (People) of ‘Welk effect heeft de klimaatverandering op onze veiligheid’ (Planet)? Kortom: wat is duurzame veiligheid en welke doelstelling(en) zijn eraan verbonden?
Duurzame veiligheid In de wereld van duurzaamheid kennen we al een ordening die uitgaat van People, Planet en Profit. Als we nu eens de drie P’s loslaten op het onderwerp veiligheid. De P van Planet lijkt eenvoudig. Zorg dat je met het invoeren van veiligheidsmaatregelen en het borgen van veiligheid niet onze planeet onnodig belast (denk aan het gebruik van schaarse grondstoffen en de uitstoot van kwalijke stoffen). We laten de veiligheidssystemen draaien op wind- of zonne-energie, waar mogelijk gebruiken we natuurlijke barrières in plaats van hekken en de uniformen zijn van natuurlijk katoen of brandnetelvezels. De P van Profit is ook nog wel te doen. Zorg dat met de juiste veiligheidsmaatregelen en het borgen van veiligheid het resultaat van de organisatie zeker wordt gesteld en waar mogelijk het rendement wordt verhoogd. Denk aan het garanderen van de continuïteit van processen en het voorkomen van schade door dreigingen die zich voordoen. Maar hoe zit dit met het verhogen van het resultaat van de medewerkers? Het is lastig inzichtelijk te maken in welke mate veiligheid een bijdrage levert aan het welbevinden en daarmee het rendement van medewerkers. Voor de uitval van medewerkers door incidenten als arbeidsongevallen of escalaties tussen mensen zijn wettelijke kaders, dit is via risico- en dreigingsanalyses uit te werken. Maar in welke mate leveren een veilig gevoel, vertrouwen en geborgenheid een bijdrage aan het resultaat van iemands functioneren? Dit brengt me meteen bij de derde P, die van People. Wat iemand wel of niet overkomt (of kan overkomen) is inzichtelijk te maken, maar de mate waarin iemand tot zijn recht komt vanwege een meer of mindere ervaren veiligheid is zeer individueel bepaald en subjectief. Bij sommige mensen neemt het gevoel van veiligheid toe indien ze maatregelen waarnemen. Bij een ander zorgt het hek om de
www.FACTO.nl
Whitepaper
parkeerplaats juist voor een gevoel van onbehagen, omdat diegene denkt dat hier waarschijnlijk veel auto’s worden opengebroken. Kortom: juist de P van People is lastig te vatten bij het thema duurzame veiligheid. In dit artikel sta ik bij alle drie de P’s stil, om met name een antwoord te geven op de factor People. De definitie Uit de opsomming vanuit de drie P’s blijkt dat duurzaamheid moeilijk te vatten is, maar ook complex en divers. Toch ga ik proberen het een en ander uit te rafelen om daarmee inzichten te verschaffen. Allereerst: de basisdefinitie. Iets is duurzaam als het zowel op de korte als lange termijn goed is voor de mens. Alle bekende duurzaamheidvraagstukken zijn naar deze definitie te herleiden. Als de balans in de natuur wordt verstoord, is dit slecht voor de mens. Als we de zeeën overbevissen, is dit slecht voor de mens. Als het klimaat verandert door het broeikaseffect, is dit slecht voor de mens. Als we kinderen uitbuiten en de zwakkeren in de maatschappij verwaarlozen, is dit slecht voor in ieder geval die betreffende persoon(en) en het geweten van de andere mensen. En als het rendement van organisaties achterblijft, is het slecht voor de mens die daarvan direct of indirect afhankelijk is. Ieder duurzaamheidvraagstuk is op deze manier te plaatsen. Kunnen we deze eenvoudige definitie vertalen naar een definitie voor duurzame veiligheid? Duurzame veiligheid borgt de veiligheid op zo’n wijze dat het op de korte en lange termijn goed is voor de mens! Deze definitie is wellicht wat simpel en komt deze erg afgebakend over. In de volgende paragraaf volgt een toelichting. Dit artikel begon met de stelling dat van alle bedrijfsvoeringsprocessen veiligheid wellicht het moeilijkst te vatten is als het om duurzaamheid gaat. Is duurzaam en veilig niet gewoon dubbel? Volgens bovenstaande definitie is iets duurzaam als het op de korte en lange termijn goed is voor de mens. Is dat bij veiligheid ook zo? Je kunt nooit spreken van een goede veiligheid als het op de korte of lange termijn niet goed is voor de mens. Veiligheid, duurzaamheid en de mens lijken onlosmakelijk met elkaar verbonden, als een drie-eenheid. Enkele invalshoeken: 1. De drang naar veiligheid zit in ons. Vanuit de psychologie zijn er theorieën, zoals die van Maslov, die aantonen dat indien ons veiligheidsgevoel niet op orde is, we niet kunnen komen tot ontwikkeling en zelfontplooiing. En dat is noodzakelijk op
www.FACTO.nl
Whitepaper
de weg naar rendement. Veiligheid en de drang naar veiligheid zitten daarmee verweven in onze primaire drang naar ontwikkeling en voortbestaan. 1. Als we het thema veiligheid duurzaam willen benaderen, dan kan dat vanuit de invalshoek van de psychologie alleen door het in het perspectief van de mens te plaatsen. Zetten we het erbuiten, dan zal het vanuit ons bewuste en onderbewuste een blokkade opwerpen. Bijvoorbeeld: het milieueffect van een straaljager of tank in een oorlogssituatie weegt niet op tegen de effectiviteit van deze apparaten. Het wel of niet hebben van deze tanks en straaljager in een oorlogssituatie (de discussie van passivisme kan natuurlijk ook, maar voegt niets toe aan dit voorbeeld) is daarmee geen keus. Je kunt hooguit nadenken over een minder verbruikend apparaat. Dit voorbeeld maakt duidelijk dat het milieueffect als onderdeel van duurzaamheid van ondergeschikt belang is ten opzichte van de veiligheid. Simpel gezegd: bij brand kan het je niet schelen of de brandblusser duurzaam is, als je maar kunt blussen op een effectieve wijze. Je wilt jezelf, anderen en de bezittingen in veiligheid stellen. Dit is gekoppeld aan ons oerinstinct van overleven. 2. In het verlengde daarvan: Alle maatregelen die worden getroffen voor onze veiligheid, vloeien voort uit het feit dat we het niet alleen veilig willen hebben, maar ons ook veilig willen voelen. Als veiligheidsmaatregelen ter discussie worden gesteld vanuit milieuoverwegingen, maar het ontbreken van die maatregelen op gespannen voet staat met ons veiligheidsgevoel, zullen we niet openstaan voor die afweging. Je beveiligt niet om het milieu te ontlasten, maar omdat dit vanuit de drang naar veiligheid nodig voelt. Dit terwijl een veiligheidsgevoel subjectief is en individueel bepaald. Het brengt met zich mee dat mensen niet open kunnen staan voor duurzame veiligheid indien dit geen invulling geeft aan het goede voor de mens. Het goede voor de mens is veilig hebben en veilig voelen. Zo zie je in een woonwijk dat de ene persoon kiest voor een alarminstallatie om een veiliger gevoel te creëren, terwijl de ander alleen de deur op slot doet. De duurzaamheid van de alarminstallatie speelt bij deze keuze geen rol, de drang naar veiligheid wel. Veiligheidsgevoel is daarbij afhankelijk van de dreiging die men ervaart. Zo kan het dat iemand in een grote stad (waar hij veel dreiging ervaart) extra alert is om zijn geparkeerde auto goed af te sluiten, terwijl hij thuis (waar hij zich veilig voelt) regelmatig zijn auto vergeet af te sluiten. 3. De grondslag onder alle veiligheidsmaatregelen ligt in het feit dat de mens een drang heeft naar het gevoel van veiligheid. Hier ligt een kans. Indien je ‘duurzaam’ benadert naast ‘goed voor de mens’, dan kunnen beide standpunten elkaar makkelijk vinden en samen optrekken. Goed voor de mens voelt goed en daarvan is het veiligheidsgevoel een cruciaal onderdeel. De belangen zijn gelijk.
www.FACTO.nl
Whitepaper
Het enige dat wordt toegevoegd is de invalshoek van duurzaamheid. In deze benadering levert duurzame veiligheid een bijdrage aan een verhoogde veiligheid. Er zijn geen incidenten nodig om veiligheidsmaatregelen te mogen bespreken, we gaan nu vanuit oogpunt van duurzaamheid de dialoog aan om de veiligheid, daar waar relevant, te verhogen. Tijdens een congres sprak ik een security manager van een internationaal concern die de veiligheid van zijn fabrieken in ontwikkelingslanden heeft opgelost met inbreng van de lokale bevolking. De gedachte hierachter is dat de bevolking direct ervaart dat hun baan en inkomen afhankelijk is van de continuïteit van het bedrijf. De sociale drang om de continuïteit van hun werkgever veilig te stellen is zeer effectief gebleken bij de onrusten begin 2011. Een hek met camera’s was gewoon platgewalst, maar de lokale bevolking wals je niet zomaar plat! 4. Veiligheid heeft in zich dat je het wilt zekerstellen. Zoals eerder gesteld, is veiligheidsgevoel individueel bepaald, subjectief en afhankelijk van de ervaren dreiging. Indien je verantwoordelijk wordt gesteld voor het leveren van veiligheid aan derden, dan ontstaat daarmee de neiging om door te slaan in maatregelen. Want je bent niet in staat om per individu te bepalen aan hoeveel en welke maatregelen hij of zij een toereikend veiligheidsgevoel kan ontlenen. Vindt er een incident plaats, dan neemt de druk om meer maatregelen te treffen nog meer toe. Zodra een maatregel eenmaal is getroffen, is het stopzetten ervan zeer moeilijk, zo niet onmogelijk. Een gedegen beleid gericht op adequaat ingrijpen en het voorkomen van incidenten wordt daarmee nog crucialer. Start dus met het bepalen wat je minimaal nodig hebt om veiligheid en een veiligheidsgevoel te kunnen bieden en borgen. De maatregelen die vervolgens getroffen moeten worden voer je daarna op een zo duurzaam mogelijke wijze uit. Een overkill aan maatregelen leidt uiteindelijk tot een afname van het veiligheidsgevoel waar het nu juist om te doen is. Te weinig maatregelen kunnen leiden tot een te hoog risico op een incident, te veel maatregelen tot een gevoel van onveiligheid. Deze spanning, tussen veilig en onveilig gevoel, vraagt om een balans. 5. Tot slot: 100% veiligheid is een utopie, die je niet moet willen nastreven. Veiligheid en onveiligheid zijn factoren die horen bij het leven. Doorslaan in het willen controleren en beheersen van veiligheid zorgt ervoor dat het gevoel van onveiligheid naar boven komt. Geluk en zelfontplooiing worden daardoor negatief beïnvloed. Je kunt dus stellen dat indien je teveel maatregelen treft, omdat je streeft naar 100% veiligheid, je kunt doorslaan naar het creëren van ongeluk en de beperking van ontplooiing. Van duurzaamheid is dan geen sprake meer. De kunst is een balans te vinden tussen veiligheid en onveiligheid, waarbij het gevoel zegt dat je goed zit. Dit gevoel is geen toeval dat je ontdekt, maar iets dat
www.FACTO.nl
Whitepaper
je vanuit een gedegen beleid bepaalt. Het uitvoeren van een dreiging en risicoanalyse is het fundament van een gedegen beleid. Uit deze opsomming wordt duidelijk dat veiligheid, duurzaamheid en de mens met elkaar verweven zijn. Je kunt de eigen veiligheid niet aan de kant zetten voor een meer duurzame afweging. Duurzaamheid boven je eigen veiligheid plaatsen is iets tegennatuurlijks, slecht voor de mens en daarmee weer niet duurzaam. Een overkill aan maatregelen is niet alleen niet duurzaam, maar leidt ook tot een gevoel van onveiligheid. Vanuit deze onderbouwing kunnen we de eerder gemaakte definitie iets meer verfijnen: Duurzame veiligheid borgt de veiligheid en het veiligheidsgevoel op zo’n wijze dat het op de korte en lange termijn goed is voor de mens.
Moet veiligheid altijd duurzaam zijn? Wat doen we als een maatregel wel effectief is en daarmee voor een deel duurzaam, maar niet leidt tot een veiligheidsgevoel? Aan de ene kant kan een effectieve maatregel een incident voorkomen en aan de andere kant doet dit wat met je veiligheidsgevoel. Het blijft lastig. Veiligheidsgevoel is dermate subjectief en per individu bepaald dat het niet te standaardiseren en te uniformeren is. Wat voor de één goed voelt, voelt voor de ander slecht. Een voorbeeld om dit te onderbouwen. Als we in Nederland een woning voorzien van tralies tegen indringers dan zal het merendeel van de Nederlanders denken dat de woning in een hoog risicogebied staat en daarmee onveiligheid ervaren. In sommige andere landen en culturen, zoals in Costa Rica, zijn alle huizen voorzien van tralies, omdat men zich anders niet veilig voelt. Feitelijk is het tegenovergestelde waar, aangezien Costa Rica een veel lager criminaliteitscijfer heeft op alle vlakken dan Nederland. Factoren die de verschillen in beleving van het veiligheidsgevoel bepalen zijn onder meer cultuur, omgevingsinvloeden, denkbeelden, opvoeding en achtergrond, emoties en stemmingen en invloeden vanuit de zintuigen. Ik ga later uitgebreider in op deze factoren. Kortom: beoordelen of maatregelen leiden tot een veiligheidsgevoel is een goed uitgangspunt, maar niet zomaar toe te passen. Wat zouden we dan kunnen doen? Enkele belangrijke uitgangspunten om veiligheid duurzaam te laten zijn: 1. Neem niet meer maatregelen dan noodzakelijk. 2. Neem de minst belastende, maar wel effectieve maatregelen. Ga met het vertalen van de maatregelen ‘out of the box’ en neem de maatregelen vroegtijdig mee in
www.FACTO.nl
Whitepaper
het ontwerp. 3. Zorg dat de veiligheidsmaatregelen zijn gericht op het voorkomen van incidenten, omdat daarmee het hoogste effect wordt gehaald op het veiligheidsgevoel. Heb je één keer iets meegemaakt, dan draag je dat zeer lang met je mee. Een negatieve ervaring wordt daarnaast ook breed uitgedragen en beïnvloedt daarmee de omgeving, die het niet feitelijk hoeft te hebben meegemaakt. 4. Neem daar waar mogelijk maatregelen die niet of nauwelijks zichtbaar zijn, behalve als de doelgroep juist behoefte heeft om de maatregelen te zien. Zoals blauw op straat indien daar aanleiding voor is. Echter realiseer je dat hekwerken, camera’s, detectiepoortjes en X-ray-apparatuur ook een negatief effect hebben op de veiligheidsbeleving. Je bereikt snel een beleefde overkill, wat leidt tot irritatie. 5. Communiceer wat en waarom je iets doet aan de doelgroep, die het veiligheidsgevoel ontleent aan bekendheid van maatregelen. (En natuurlijk niet op een wijze die criminelen helpt in de voorbereiding.) 6. Benader het opstellen van beleid en het vertalen naar maatregelen vanuit de drie P’s: People, Planet en Profit. Start vanuit People en laat vervolgens Planet en Profit los op de voorgenomen maatregelen. Door deze volgorde krijg je meer duurzame maatregelen, die ook altijd een bijdrage leveren aan het veiligheidsgevoel.
Hoe kom je tot een veilig gevoel? Nu helder is geworden wat duurzame veiligheid is, wat het zo complex maakt, wat de verschillende invalshoeken zijn en dat het bereiken van een veilig gevoel centraal staat in duurzame veiligheid, kunnen we nadenken over hoe een veilig gevoel is opgebouwd. Om veiligheidsgevoel beter te kunnen begrijpen, is het goed te weten dat wij in Nederland werken en denken vanuit het Rijnlandse model (zie bijvoorbeeld www.rijnlandmodel.nl). Dit model brengt met zich mee dat wij vanuit de grondhouding van vertrouwen kijken naar de wereld. Wij denken en werken vanuit vertrouwen, totdat dit vertrouwen te erg is beschaamd. Elke nieuwe relatie starten we echter weer vanuit het vertrouwen. Naast het denken en werken vanuit vertrouwen is het van belang ons te realiseren dat we vanuit onze achtergrond altijd op zoek zijn naar de intentie achter een actie en niet alleen de actie beoordelen. Dit beide in tegenstelling tot het Angelsaksische model, van waaruit onder andere de Amerikaanse maatschappij werkt. Dit komt bijvoorbeeld terug in het volstrekt anders werken van de rechtssystemen.
www.FACTO.nl
Whitepaper
In Amerika beoordeelt een jury of de daad voldoende bewezen is, in Nederland zijn de mate van toerekeningsvatbaarheid en of er sprake is van kwade opzet bepalend voor de strafmaat en -vorm. In de praktijk betekent dit op het veiligheidsvlak bijvoorbeeld dat op het moment dat je er netjes gekleed uitziet en al telefonerend met mensen meeloopt, veel mensen geneigd zullen zijn om je niet alleen mee te laten lopen, maar ook nog de deur voor je open te houden. In Angelsaksische landen zal men de hoffelijkheid van het openhouden van een deur pas ten uitvoer brengen als is vastgesteld dat de ander er ook daadwerkelijk mag komen. Of je wel of niet een ogenschijnlijk integer persoon bent, speelt niet of in mindere mate mee. Als je dit verschil vertaalt naar beleving van veiligheidsgevoel, dan ontstaat het volgende. Mensen vanuit het Rijnlandse model kijken met vertrouwen naar de wereld en zijn op zoek naar de intentie. Dit Rijnlandse model brengt met zich mee dat indien wij zware beveiligingsmaatregelen waarnemen, we in belangrijke mate het tegenovergestelde gevoel krijgen dan waarvoor de maatregelen bedoeld zijn. Met een hoog hek om een parkeerterrein krijgen wij, naast een betere beveiliging, ook het gevoel dat er een hoge kans op auto-inbraken is. Bij veel camera’s in het centrum van een stad denken we dat het onveilig is, en ga zo maar door. Kortom: een goed bedoelde maatregel kan qua gevoel het tegenovergestelde teweeg brengen. Daarbij werkt natuurlijk ook het universele mechanisme dat indien ons iets overkomt we daar heel lang een onveilig gevoel aan over kunnen houden. Denk aan de situatie waarin er is ingebroken in je huis. Je gevoel van veiligheid in je veilige thuishaven is voor een lange periode verstoord. Zo is na 9/11 wereldwijd het gevoel van veiligheid sterk onder druk komen te staan, ondanks alle maatregelen die zijn getroffen. Vanuit de Rijnlandse benadering zullen wij na het incident toch weer snel op zoek gaan naar de intentie en het vertrouwen. De Angelsaksen gaan echter verder tegen de as van het kwaad. Duidelijk is dat ons veiligheidsgevoel wordt ontleend aan vertrouwen en dat een incident leidt tot een lange verstoring van dat gevoel. Naast deze Rijnlandse kijk is het veiligheidsgevoel erg individueel bepaald, subjectief en opgebouwd vanuit ervaringen en verbeeldingen. Waar het voor de één veilig is, is het voor de ander juist reden om extra alert te zijn. Zo voelt een inwoner van een grote stad zich daar vaak meer op zijn gemak dan een bezoeker, die bijvoorbeeld met zijn rugtas op zijn buik loopt. Om dit meer te begrijpen is het van belang om te weten welke factoren het gevoel van veiligheid beïnvloeden. De volgende factoren hebben per individu invloed op het gevoel van veiligheid in een specifieke situatie:
www.FACTO.nl
Whitepaper •
Invloed vanuit de omgeving. Zoals in het voorbeeld van de bezoeker aan de grote stad blijkt bepalen zaken uit de omgeving het gevoel van veiligheid. Per individu wijkt dit sterk af. Denk hierbij aan de reputatie van het land, de stad, de omgeving. Wat vindt er allemaal plaats, hoe is het weer, is het er schoon, is het er lawaaierig, et cetera?
•
Denkbeelden. Indien je via de media en je sociale omgeving bepaalde denkbeelden krijgt ingeprent, gaan deze een eigen leven leiden. Zo zijn er veel mensen die bij het zien van een man in traditionele kleding uit het Midden-Oosten een onveilig gevoel krijgen. Een periode na 9/11 heeft dat zelfs tot ontruimingen en aanhoudingen geleid in bijvoorbeeld de trein. Dit zonder dat er op basis van andere invloeden een reden aanwijsbaar was, anders dan denkbeelden. Denkbeelden zakken in de loop der tijd wel wat weg naar de achtergrond, maar blijven dan nog een lange tijd in het onderbewuste meespelen.
•
Eerdere ervaringen en overgedragen ervaringen. Als je een slechte ervaring hebt opgedaan, ben je in een vergelijkbare volgende situatie meer op je hoede. Als je ooit door een hond bent gebeten, dan blijf je bij elke volgende hond alert. Ervaringen worden ook overgedragen op anderen. Zo kun je zonder dat je zelf een negatieve ervaring met een hond hebt gehad angst hebben meegekregen vanuit bijvoorbeeld je opvoeding. Hoeveel mensen vinden een bamboe en plantetende berggorilla niet eng. Zouden films als King Kong daar in negatieve zin aan hebben bijgedragen?
•
Emotie. Een gelukkig persoon dat blaakt van zelfvertrouwen, heeft minder snel het gevoel dat hem of haar iets overkomt. Uit onderzoek blijkt dat een persoon met veel zelfvertrouwen dit uitstraalt, en dat hem in de praktijk minder overkomt. Net als in het dierenrijk zal een crimineel eerder een zwak ogend persoon als slachtoffer kiezen.
•
Invloed vanuit de zintuigen. In een smerig ogend en slecht verlichte tunnel bekruipt bij de meeste mensen een gevoel van onbehagen. Dit betekent niet dat een goed verlichte en schone tunnel veiliger is, echter qua beleving wel. Waarom liggen sportvelden vaak op slecht verlichte en/of bosrijke gebieden? Wel eens ’s avonds in Hoog Catharijne geweest? Waarschijnlijk voel je daar meer onveiligheid dan een kilometer verderop in het oude centrum van Utrecht. Toch vreemd wat geluid, geur, verlichting en het gevoel van opgesloten zijn met je doen.
Al deze factoren bepalen samen de mate waarin iemand in een bepaalde situatie een veilig gevoel heeft. Iedere factor heeft per situatie en per persoon een verschillende impact op de beleving van veiligheid en is voor een buitenstaander niet kwantificeerbaar of tastbaar. Het gevoel van veiligheid is daarmee individueel bepaald en subjectief. Daarom moet duurzame veiligheid altijd gepaard gaan met
www.FACTO.nl
Whitepaper
oog voor de mens en interactie tussen mensen. Alleen via interactie is vast te stellen of iemand veiligheid ervaart.
Hoe kom je tot duurzame veiligheid? Kort samengevat ontstaat duurzame veiligheid uit: a. weloverwogen veiligheidsmaatregelen die niet alleen een effectieve veiligheid borgen, maar ook een veilig gevoel van waaruit mensen tot hun recht kunnen komen; b. weloverwogen veiligheidsmaatregelen ontstaan vanuit de drie P’s: People, Planet en Profit. Dit leidt tot een set van maatregelen die met name: • waar nodig en gewenst zichtbaar aanwezig zijn; • daar waar mogelijk niet zichtbaar aanwezig zijn; • zo minimaal mogelijk en daarmee dus optimaal zijn; • proactief zijn, zodat incidenten zoveel mogelijk worden voorkomen. Het begint dan ook met weloverwogen activiteiten. Weloverwogen betekent in ieder geval een helder beleidskader, van waaruit de maatregelen worden opgesteld en ingevoerd. Duurzame veiligheid vraagt daarom om de volgende stappen. Stap 1: Beleid a. Veiligheidsbeleid kent zijn grondslag in de risico’s die mens en organisatie lopen. b. Veiligheidsbeleid kent zijn grondslag in de dreigingen die mens en organisatie hebben. c. Risico’s en dreigingen komen voort uit bewust (crimineel) handelen, onbewust handelen en ‘acts of god’ (zoals natuurrampen). d. Met een dader-daad-matrix ontstaat er zicht op de dreiging die voortkomt uit het bewust (crimineel) handelen. Deze tegenstander bereidt zich voor op zijn handelen en wordt daarmee voorspelbaar. Iedereen begrijpt dat goede veiligheid start met een risico-analyse. Het lijkt alsof de meeste veiligheidsoplossingen ontstaan vanuit maatregelen die we ‘maatschappelijk vanzelfsprekend’ vinden. Zo gaf een ervaren manager laatst aan dat je met blusmiddelen proactieve maatregelen hebt getroffen. Een denkbeeld dat velen hebben, totdat ze erover gaan nadenken. Een blusmiddel voorkomt geen brand, maar is wel noodzakelijk om te hebben na het ontstaan van een brand. Zelfs de bekende rookmelder gaat af als er al sprake is van minimaal een beginnende brand (smeulen of meer).
www.FACTO.nl
Whitepaper
Om een brand te voorkomen moet je denken vanuit dreigingen. Bij onweer na een lange droge periode is er een serieuze dreiging voor bosbrand. Na een periode van regenval niet. Met dit voorbeeld snap je meteen dat dreiging meer toevoegt dan risicodenken. Bij een bos is er namelijk altijd het risico van bosbrand, maar dat zegt nog niets over de maatregelen die je moet treffen. Bij een periode van droogte kan dit wel door bijvoorbeeld roken en vuur te verbieden, toezicht te houden en aanvullende maatregelen te treffen, zoals brandgangen maken, kreupelhout verwijderen, preventief sproeien, et cetera. Stap 2: Het beleid vertalen naar scenario’s en Modus Operandi a. Scenario’s zijn een uitwerking van hoe een risico of dreiging theoretisch kan uitmonden in een incident. b. Een Modus Operandi is de bewezen werkwijze van de tegenstander. Werken vanuit Modus Operandi gaat gepaard met het leren van je tegenstander door je te verplaatsen en te verdiepen in diens werkwijze. Zoals Jan van Twillert in zijn boek Wees voorbereid op het onverwachte beschrijft, werkt de tegenstander vanuit een voorbereidingscyclus/planningscyclus. Deze is opgebouwd uit de volgende fases: Doelselectie, waarmee de tegenstander zijn of haar doel voor een criminele aanval kiest. Verzamelen van informatie over het doel. Surveillance, waarmee het doel nauwkeurig wordt geobserveerd. Planning van de daadwerkelijke aanval door tijdschema’s en tactieken uit te werken en te synchroniseren. Verzamelen van de benodigde uitrusting om de daadwerkelijk actie uit te kunnen voeren. Oefenen om daarmee vast te stellen of alles daadwerkelijk verloopt zoals gepland. Uitvoering en ontsnapping. Door gebruik te maken van deze planningscyclus ontstaat er zicht op voorbereidende activiteiten die herkend en gedetecteerd kunnen worden. Zo wordt het mogelijk om voorafgaand aan de daadwerkelijk daad een einde te maken aan de actie en daarmee iets te voorkomen. Om die reden noem ik het werken vanuit Modus Operandi ook wel proactief beveiligen. Zie hier ook de mogelijkheid om incidenten te voorkomen en daarmee een nieuw gevoel van onveiligheid uit te sluiten.
www.FACTO.nl
Whitepaper Stap 3: De scenario’s en de Modus Operandi vertalen naar maatregelen a. De maatregelen zijn gericht op het voorkomen (preventief) en beperken (reactief) van schade. b. De maatregelen zijn opgebouwd vanuit de OBE-mix. De OBE-mix bestaat uit Organisatorische, Bouwkundige en Elektronische maatregelen. c. De maatregelen zijn naast de effectiviteit ook getoetst op impact op People, Planet en Profit. Daarbij zijn alternatieven overwogen die met een afdoende resultaat eventueel minder belastend zijn. Zodra duidelijk is welke dreigingen er zijn, welke daderprofielen relevant zijn en wat de Modus Operandi zijn, kunnen de maatregelen ter voorkoming, ter beheersing en beperking en ter herstel worden uitgedacht. Neem daarbij in acht wat de onderlinge relaties zijn tussen de maatregelen die de effectiviteit bepalen en stel constant vast wat er met de maatregelen bereikt wordt en of dat het beoogde resultaat is vanuit de dreigingsanalyse. Hierbij zal duidelijk zijn dat deze maatregelen duurzaam zijn indien er vanuit het oogpunt van het veiligheidsgevoel wordt gewerkt. Stap 4: De bedachte maatregelen vragen om een implementatieplan om vervolgens te worden geïmplementeerd Vanzelfsprekend moet de implementatie duurzaam verlopen om te kunnen spreken van duurzame veiligheid. Duurzaam betekent in ieder geval dat medewerkers die de verandering ervaren betrokken zijn bij de verandering, inbreng hebben, goed worden geïnformeerd en dat hun mening serieus wordt overwogen. Stap 5: Nadat de maatregelen zijn geïmplementeerd kan de werkwijze in de praktijk worden geborgd a. Het borgen van de OBE-mix vraagt om een veelheid en diversiteit van acties. De verschillende typen maatregelen vragen om specifieke maatregelen om tot borging te komen. b. De organisatorische maatregelen vragen om een geoefende en getrainde groep van medewerkers die weten waar ze voor staan en die een juiste mate van zelfstandigheid in de praktijk mogen brengen. Gebruikelijk is dat procedures en richtlijnen zijn uitgewerkt en ingevoerd. Om tot een duurzame veiligheid te komen is het van essentieel belang dat deze procedures en richtlijnen het functioneren verduidelijken en niet beperken, om in te kunnen spelen op de situatie die zich voordoet. De meerwaarde van duurzame veiligheid ontstaat juist vanuit het interpreteren van de situatie door medewerkers en het daarop anticiperen. De geoefendheid borgt de kwaliteit van het anticiperen.
www.FACTO.nl
Whitepaper
c. Indien er sprake is van dreiging vanuit bewust voorbereid handelen, dan is ‘predictive profiling’ de methode om de dreiging vast te stellen, deze weg te nemen om daarmee een incident te voorkomen. Vanuit het waarnemen van verdachte kenmerken gedurende de voorbereidende stappen van de Modus Operandi anticipeert de veiligheidsmedewerker en voorkomt zo het incident. Deze werkwijze gaat natuurlijk gepaard met hetgeen gesteld onder 5b. Een uitgebreid oefenprogramma om de vaardigheid in de praktijk te borgen. d. De organisatorische en elektronische maatregelen vragen om heldere specificaties waaraan moet worden voldaan. Nadat de maatregelen zijn ingevoerd volgens de specificaties moeten ze worden beheerd. Bij externe partijen gaat dit naast operationeel management gepaard met professioneel contractmanagement.
Stap 6: Het leren van fouten en het invoeren van een lerende organisatie die anticipeert op het onverwachte (red teaming, etc.) Met het in de praktijk oefenen van scenario’s gebaseerd op de vastgestelde Modus Operandi krijg je niet alleen een goed geborgde werkwijze van de organisatorische maatregelen, je stelt daarmee ook permanent vast of de genomen maatregelen volstaan. En of de medewerkers voldoende ondersteund worden middels aanvullende maatregelen en middelen. Ook de coördinatie van het incident of de calamiteit wordt getest en geoefend. Van belang is daarbij om altijd te oefenen om te leren van wat er fout gaat of beter kan en niet te oefenen ‘om te bepalen of iets goed of fout is’. Deze mindset creëert bij medewerkers een betrokken en meedenkende houding, waardoor het lerend vermogen tot zijn recht komt. U en uw organisatie worden daar alleen maar beter door. Naast het oefenen kan via een goed voorbereide en in scene gezette aanval van buitenaf (red teaming) de effectiviteit en geoefendheid worden getest. Vanuit het lerend vermogen komt u in de fase van interpreteren wat er gebeurd en daarop anticiperen. U kunt nu oprecht spreken van een duurzame veiligheidssituatie. Stap 7: Certificeren van veerkracht van organisatie Als het in de verantwoordingslijn binnen en buiten de organisatie iets toevoegt, dan kan de totale veiligheidsorganisatie (planvorming, invoering van maatregel en praktische effectiviteit) worden gecertificeerd. Het certificeren moet verdergaan dan het vastleggen dat de bedachte maatregelen volstaan en zijn ingevoerd. Ook moet vastgesteld worden dat deze zijn geborgd op het behalen van de beoogde resultaten en de doorontwikkeling om in de toekomst de beoogde resultaten te blijven behalen.
www.FACTO.nl
Whitepaper De NEN 7131 is de Nederlandse vertaling van de Amerikaanse norm ‘Organizational resilience’ en de meeste recente norm om de veerkracht van de organisatie te certificeren.
Besluit In dit artikel heb ik vrij uitvoerig mijn visie op duurzame veiligheid uitgewerkt. Tijdens een seminar over duurzame veiligheid in oktober 2011 heb ik deze denkbeelden gedeeld met een grote groep security professionals en daar bijval gekregen. Voor mij een reden om deze visie via deze weg met u te delen. Aangezien er nog erg weinig over is gepubliceerd, kan ik deze visie niet toetsen aan bestaande uitgangspunten en referenties. Duurzame veiligheid borgt de veiligheid en het veiligheidsgevoel op zo’n wijze dat het op de korte en lange termijn goed is voor de mens. Dit betekent in de praktijk dat je om tot duurzame veiligheid te komen start met beleid waarin naast risico’s ook dreigingen zijn geanalyseerd. Bij het vertalen naar maatregelen maak je gebruik van de Modus Operandi. De maatregelen zijn gericht op het verkrijgen en behouden van het veiligheidsgevoel. Dit betekent dat maatregelen zo moeten zijn getroffen dat ze geen gevoel van onveiligheid oproepen en dat incidenten worden voorkomen (People). Vervolgens worden de noodzakelijke maatregelen getoetst op het effect op Planet en Profit. Hiermee ontstaat een opbouw van hele duurzame veiligheid, die zowel op de korte als lange termijn goed is voor de mens.
Auteur Rob van Veen is als organisatieadviseur werkzaam bij Promundo. E-mail:
[email protected].
www.FACTO.nl