Prinsjesdag 2011
whitepaper www.fiscaaltotaal.nl
Prinsjesdag 2011
Op Prinsjesdag 2011 presenteerde het kabinet-Rutte zijn plannen voor 2012. Wat zijn de fiscale consequenties van de plannen van het kabinet? FiscaalTotaal zet de belangrijkste voorstellen uit het Belastingplan 2012 op een rij.
Inhoud 1. Inkomstenbelasting 2. Loonheffing 3. Vennootschapsbelasting 4. BTW 5. R&D-aftrek en WBSO 6. Vitaliteitspakket 7. Geefwet, ANBI's en vrijwilligers 8. Formeel belastingrecht 9. Heffings- en invorderingsrente 10. Autobelastingen en bijtelling privégebruik
whitepaper www.fiscaaltotaal.nl
.
Prinsjesdag 2011
*
Inkomstenbelasting
Ondernemersfaciliteiten De ondernemersfaciliteiten gaan op in een winstbox die als vierde box wordt ingevoegd. Hierover wordt in de eerste helft van 2012 een verkennende nota uitgebracht, waarbij moet worden bekeken hoe voor de winstbox rekening kan worden gehouden met hypotheekrenteaftrek, lijfrentepremies, premies volksverzekeringen en verliesverrekening binnen box 1. Ook is de vraag of bijvoorbeeld medegerechtigden in de winstbox moeten vallen en welk tarief tot een evenwichtige heffing leidt in vergelijking met andere inkomsten. Er blijft waarschijnlijk ook binnen de winstbox nog een beperkte basisaftrek bestaan voor starters dan wel een beperkte basisaftrek voor alle ondernemers met een verhoging voor starters. Als eerste stap voor de overgang naar een winstbox wordt de zelfstandigenaftrek omgezet in een vaste basisaftrek van 7.280 euro met instandhouding van de MKB-winstvrijstelling. Een volgende stap is het laten opgaan van faciliteiten zoals de fiscale oudedagsreserve, de meewerkaftrek en de stakingsaftrek in de MKB-winstvrijstelling. Ook wordt eraan gedacht om de huidige doorwerking van de zelfstandigenaftrek en de MKB-winstvrijstelling naar de inkomensafhankelijke regelingen alvast ongedaan te maken. Ter financiering van de verlenging van de maximumtermijn van de fiscale faciliteit voor vrijwillige voortzetting van een pensioenregeling van 3 naar 10 jaar, wordt de maximale jaarlijkse dotatie aan de FOR verlaagd van 11.882 euro (2011) naar 9.382 euro in 2012.
Doorschuiving bij scheiding Er wordt voor de situatie waarin een vermogensbestanddeel tot de huwelijksgemeenschap behoort expliciet vastgelegd dat doorschuiving bij scheiding mogelijk is. De terbeschikkingstelling kan zonder tussentijdse afrekening worden voortgezet indien het vermogensbestanddeel wordt toegerekend aan een echtgenoot die een aanmerkelijk belang behoudt in de BV. Belastingplichtigen kunnen er echter voor kiezen om bij de verdeling van de huwelijksgemeenschap toch af te rekenen. De aanpassing geldt ook voor de omzetting van afgewaardeerde schuldvorderingen.
whitepaper www.fiscaaltotaal.nl
.
Prinsjesdag 2011
Partnerbegrip samengestelde gezinnen Er wordt in het Belastingplan 2012 een nieuw objectief criterium aan het partnerbegrip toegevoegd waardoor ook samengestelde gezinnen onder het partnerbegrip worden gebracht. Er is dan ook bij ongehuwden sprake van partnerschap bij een gezamenlijke GBA-inschrijving met een eigen kind van één van beiden. Er komt een tegenbewijsregeling voor de situatie waarin sprake is van (onder)huur.
Defiscalisering van vorderingen en schulden door erfrecht In het Belastingplan 2012 wordt de defiscalisering van vorderingen en schulden door erfrecht uitgebreid tot gevallen waarbij op grond van een testament een situatie ontstaat die materieel voldoende vergelijkbaar is met het wettelijk erfrecht. Daaronder vallen onder meer: partiële verdelingen van een nalatenschap, (keuze)legaten tegen inbreng van de waarde, vruchtgebruiktestamenten en legitieme-vorderingen van een onterfd kind. De defiscalisering blijft wel beperkt tot vorderingen/schulden of genotsrechten in gevallen waarin de erflater, zoals dat maatschappelijk gebruikelijk is, goederen nalaat aan zijn langstlevende partner en zijn kind enkel een niet opeisbare vordering op die partner krijgt of een bloot eigendom. Een bloot eigendomvordering (bij het kind) dan wel -schuld (bij de ouder) hoeft niet meer te worden aangegeven in box 3. Daarmee vervalt ook de noodzaak voor de belastingplichtige om de contante waarde van de schuld/vordering of de waarde van de blote eigendom te berekenen. De langstlevende partner die een vruchtgebruik heeft geërfd moet voortaan de volle waarde aangeven van de bezittingen waar het vruchtgebruik op rust en hoeft niet langer de waarde van het vruchtgebruik te berekenen.
Specifieke zorgkosten Kosten die niet alleen door chronisch zieken en gehandicapten worden gemaakt, gaan buiten de aftrek voor specifieke zorgkosten vallen. Staatssecretaris Weekers noemt onder andere tandartskosten, vruchtbaarheidsbehandelingen, reis- en verblijfkosten en sommige medisch erkende behandelingen.
whitepaper www.fiscaaltotaal.nl
.
Prinsjesdag 2011
.. . . . ..
Kindregelingen Binnen de kindregelingen worden in 2012 de volgende maatregelen genomen: De kindertoeslag in box 3 wordt geschrapt; De aftrek van de kosten voor levensonderhoud van kinderen wordt beperkt. Op dit moment zijn kosten voor kinderen tot 30 jaar aftrekbaar, vanaf 2012 moeten kinderen jonger dan 21 jaar zijn; De aftrek weekenduitgaven voor gehandicapte kinderen wordt verruimd door aftrek toe te staan vanaf 21 jaar (nu nog vanaf 27 jaar); De leeftijdsgrens voor het niet-inkomensafhankelijke deel van de alleenstaandeouderkorting wordt verlaagd van 27 naar 18 jaar én de leeftijd van het jongste kind wordt beslissend. De leeftijdsgrens voor het inkomensafhankelijke deel blijft 16 jaar; De inkomensafhankelijke combinatiekorting wordt verhoogd met 230 euro. De uitzondering op de afbouw van de overdraagbaarheid van de algemene heffingskorting (100% overdraagbaarheid voor gezinnen met kinderen tot 6 jaar en voor belastingplichtigen geboren vóór 1 januari 1972) wordt in drie stappen stapsgewijs afgebouwd in de kalenderjaren 2012 tot en met 2014. Vanaf 2014 geldt alleen voor de minstverdienende partner geboren vóór 1 januari 1963 een uitzondering.
Loonheffing De belangrijkste wijzigingen voor de loonbelasting betreffen de aangescherpte 30%-regeling, de nieuwe bijtelling privégebruik voor personen- en bestelauto's en verlenging van de maximumtermijn van de fiscale faciliteit voor vrijwillige voortzetting van een pensioenregeling. Een overzicht van de voorstellen.
Vrijwillige voortzetting pensioenregeling De maximumtermijn van de fiscale faciliteit voor vrijwillige voortzetting van een pensioenregeling wordt verlengd van 3 jaar naar 10 jaar na ontslag. Het pensioengevend loon wordt na het derde jaar gemaximeerd op een actueel inkomensgegeven, met als bovengrens het laatstverdiende pensioengevend loon in de periode tot het ontslag. Voor het inkomen wordt aangesloten bij het gezamenlijke bedrag van de winst uit onderneming vóór toevoeging aan en afneming van de oudedagsreserve en vóór de ondernemingsaftrek, het belastbare loon, het belastbare resultaat uit overige werkzaamheden en de belastbare periodieke uitkeringen en verstrekkingen van de belastingplichtige.
whitepaper www.fiscaaltotaal.nl
.
Prinsjesdag 2011
Afdrachtvermindering onderwijs De afdrachtvermindering onderwijs voor de beroepsbegeleidende leerweg (bbl) wordt verduidelijkt. Wanneer de inhoudingsplichtige en het erkende leerbedrijf niet dezelfde entiteit zijn, moet er een overeenkomst van opdracht bestaan tussen de inhoudingsplichtige en het erkende leerbedrijf. In de overeenkomst moet onder meer zijn vastgelegd dat het voordeel van de afdrachtvermindering toekomt aan het leerbedrijf. De afdrachtvermindering onderwijs gaat ook gelden als sprake is van een vergelijkbare EU of EER-opleiding.
30%-regeling Staatssecretaris Weekers wil de 30%-regeling in het najaar van 2011 aanpassen. De volgende wijzigingen zijn niet in belastingpakket opgenomen maar worden hierin wel toegelicht: De aanwezigheid van een 'specifieke deskundigheid' zal worden vastgesteld door een salarisnorm van 50.619 (2011), dit betreft het loon exclusief gericht vrijgestelde vergoedingen. Voor werknemers die op grond van de salarisnorm geacht worden een specifieke deskundigheid te bezitten, moet daarna worden getoetst of die deskundigheid in Nederland niet of schaars aanwezig is; De toetsperiode voor de kortingsregeling wordt verlengd tot een toetsperiode van 25 jaar (nu nog 10 jaar), waardoor elke eerdere periode van verblijf of tewerkstelling in Nederland in die 25 jaar in mindering komt op de looptijd van 10 jaar; Werknemers uit het buitenlandse grensgebied (150 km van de Nederlandse grenzen) komen niet langer in aanmerking voor de 30%-regeling; De regeling komt per 2012 ook beschikbaar voor jonge buitenlandse promovendi (tot 30 jaar) die na hun promotie in Nederland hier blijven werken. Voor deze promovendi en in het buitenland gepromoveerde werknemers wordt de salarisnorm verlaagd naar 26.605 euro (2011). Voor in het buitenland gepromoveerde werknemers is wel vereist dat zij binnen een jaar na promoveren in Nederland zijn gaan werken; Reeds afgegeven beschikkingen blijven in principe in stand en vallen buiten de nieuwe kortingsregeling. Als de 30%-regeling op 1 januari 2012 nog geen vijf jaar wordt toegepast, kan de inspecteur met ingang van het zesde jaar gebruikmaken van de (al bestaande) mogelijkheid van een vernieuwde toetsing en kan de 30%-regeling alsnog vervallen onder de nieuwe regels. Werknemers die niet meer onder de 30%-regeling vallen zullen gebruik moeten maken van de gericht vrijgestelde vergoeding van de werkelijke extraterritoriale kosten.
whitepaper www.fiscaaltotaal.nl
.
Prinsjesdag 2011
*
Vennootschapsbelasting
De belangrijkste wijzigingen in de vennootschapsbelasting zijn gericht op het bestrijden van misbruik en het EU-conform maken van de regelgeving. Versoepelingen hebben betrekking op de giftenaftrek, cultureel ondernemerschap en verruimde aftrekmogelijkheid voor innovatie. Een overzicht van de voorstellen.
Teruggaafregeling dividendbelasting De teruggaafregeling dividendbelasting wordt verruimd tot bij ministeriële regeling aan te wijzen derdelanden waarmee afdoende informatie-uitwisseling bestaat op grond van een bilaterale of multilaterale overeenkomst. Het moet gaan om investeringen waarbij geen (potentiële) zeggenschap bestaat over het management van de inhoudingsplichtige waardoor de verruiming in de praktijk zal gelden voor vrijgestelde professionele pensioenfondsen in kwalificerende derdelanden.
Aanpak excessieve renteaftrek De grondslag in de vennootschapsbelasting wordt per 1 januari 2012 verbreed door de aanpak van excessieve renteaftrek door overnameholdings (overnames op of na 1 januari 2012) en de introductie van een objectvrijstelling voor vaste inrichtingsresultaten. Verder vindt er in verband met het Europese recht een aanpassing plaats van de buitenlandse belastingplicht van stichtingen en verenigingen en de buitenlandse aanmerkelijkbelangregeling. Een renteaftrekbeperking voor overnameholdings zorgt ervoor dat de rentelasten van de overnameholding die samenhangen met de overname binnen de fiscale eenheid niet langer verrekend kunnen worden met de winsten van de overgenomen vennootschap, maar alleen met 'eigen' winsten. Hierdoor komen de rentelasten van de overname niet meer ten laste van het resultaat van de overgenomen vennootschap. De renteaftrekbeperking geldt zowel voor groepsrente als derderente en krijgt een drempel van 1.000.000 euro. Er wordt gekeken naar de verhouding eigen vermogen/vreemd vermogen en er komt (anders dan op dit moment bij de thincapregeling) een regeling voor het zogenoemde goodwillgat.
whitepaper www.fiscaaltotaal.nl
.
Prinsjesdag 2011
Ab-regeling in het buitenland gevestigde lichamen In het buitenland gevestigde lichamen die naar buitenlands recht zijn opgericht en vergelijkbaar zijn met naar Nederlands recht opgerichte verenigingen of stichtingen of die een kerkgenootschap zijn, worden voortaan slechts in de vennootschapsbelasting betrokken voor zover zij een onderneming drijven. Een in het buitenland gevestigd lichaam dat een aanmerkelijk belang heeft in een Nederlandse vennootschap wordt in bepaalde gevallen voor de dividenden uit, en de vervreemdingsvoordelen op, die aandelen in de vennootschapsbelastingheffing betrokken (buitenlandse ab-regeling). Om de regeling EU-conform te maken wordt voorgesteld om het anti-ontgaanskarakter meer expliciet in de tekst van de regeling tot uitdrukking te brengen. Het treffen van gerichte anti-misbruikbepalingen is EU-rechtelijk toegestaan. Daartoe wordt aan de buitenlandse ab-regeling als additionele voorwaarde toegevoegd dat het aanmerkelijk belang door het buitenlandse lichaam moet worden gehouden met als voornaamste doel, of een van de voornaamste doelen, het ontgaan van Nederlandse inkomsten- of dividendbelasting. Verder wordt een coöperatie die direct of indirect aandelen houdt met als doel de heffing van Nederlandse dividendbelasting of buitenlandse belasting bij een ander te ontgaan, inhoudingsplichtige voor de dividendbelasting. De inhoudingsplicht is in beginsel beperkt tot uitdelingen aan leden waarbij het lidmaatschapsrecht niet tot een ondernemingsvermogen behoort.
*
BTW
In het Belastingpakket 2012 zijn slechts een beperkt aantal wijzigingen voor de BTW opgenomen. In de Wet uitwerking autobrief wordt met terugwerkende kracht tot en met 1 juli 2011 geregeld dat de terbeschikkingstelling van een auto tegen een lagere vergoeding tot een BTW-bijtelling naar de zogenoemde 'normale waarde' leidt. In een nog te nemen beleidsbesluit zal worden goedgekeurd dat ook in die gevallen het forfait van 2,7% van de catalogusprijs (inclusief btw en BPM), zoals vastgesteld in het besluit nr. BLKB2011/1233M, mag worden toegepast. Het forfait wordt nog niet in de Wet OB opgenomen omdat de mogelijkheid om de BTW-heffing forfaitair te berekenen nog formeel moet worden goedgekeurd door de Europese Commissie. Zodra Nederland toestemming heeft voor invoering van een forfaitaire regeling, zal dit forfait in de Wet op de omzetbelasting 1968 worden opgenomen.
whitepaper www.fiscaaltotaal.nl
.
Prinsjesdag 2011
Er ligt een plan om de kleineondernemersregeling (KOR) van artikel 25 Wet OB te vereenvoudigen door als criterium een omzetgrens te gebruiken in plaats van de verschuldigde BTW. De wijziging is nog niet opgenomen in het belastingpakket omdat nader onderzoek nodig is naar bijvoorbeeld de hoogte van die omzetgrens en het toepassingsgebied van de regeling. Ook vereist een nieuwe kleineondernemersregeling Europese goedkeuring.
*
R&D-aftrek en WBSO
Research & Development-aftrek (RDA) In 2012 wordt een aftrek voor R&D-kosten (de RDA) geïntroduceerd ter aanvulling op de WBSO-regeling voor de loonbelasting en de innovatiebox voor de Vpb. De regeling krijgt een budget oplopend van 250 miljoen euro in 2012 tot 500 miljoen euro in 2015. In 2013 komt 50 miljoen euro beschikbaar voor de RDA+, een fiscale aftrek voor bedrijven die R&D uitbesteden aan universiteiten en kennisinstellingen. Een dergelijke publiek-private samenwerking wordt aangeduid als Topconsortia voor Kennis en Innovatie. De hoogte van de RDA en RDA+ is nog niet bekend maar het voorstel van de zogenoemde Topteams komt op het volgende neer: Onder de RDA komt 25% van de kosten van R&D-investeringen in bedrijfsmiddelen (afschrijvingen) en de R&D-exploitatiekosten extra in mindering op de jaarlijks verschuldigde inkomsten- of vennootschapsbelasting. De belasting wordt niet verder verlaagd dan tot nihil. Eventueel niet verrekende belastingverminderingen kunnen wel worden verrekend met de belasting die is verschuldigd in andere jaren (carry back/forward, afhankelijk van wat voor de onderneming van toepassing is). Onder de RDA+ komen de uitgaven aan R&D-activiteiten in publiek-private samenwerking voor 50% extra in mindering op de jaarlijks verschuldigde inkomstenof vennootschapsbelasting.
WBSO In 2012 blijft het plafond van de WBSO-regeling voor de loonbelasting op het niveau van de crisismaatregelen (14 miljoen euro), maar wordt de loongrens van de eerste schijf verlaagd naar 110.000 euro. De WBSO-regeling (afdrachtvermindering speuren ontwikkelingswerk) is bedoeld om research & development in het bedrijfsleven te bevorderen.
whitepaper www.fiscaaltotaal.nl
Prinsjesdag 2011
Het gaat daarbij om systematisch georganiseerde werkzaamheden, gericht op technisch-wetenschappelijk onderzoek en de ontwikkeling van technisch nieuwe producten, software, productieprocessen of onderdelen daarvan (inclusief haalbaarheidsonderzoeken). De werkzaamheden moeten in de Europese Unie worden verricht. Met een speciale beschikking (de zogenoemde S&O-verklaring afgegeven door Agentschap NL) mag de inhoudingsplichtige bij de Belastingdienst een afdrachtvermindering toepassen op de periodieke aangifte/betaling van loonbelasting. Het budget voor 2012 wordt incidenteel opgehoogd met 149 miljoen euro, enerzijds om een overschrijding van 168 miljoen euro uit 2010 te compenseren en anderzijds om de parameters op niveau 2008 te handhaven. Voor 2012 gelden de volgende bedragen en percentages: het percentage van de eerste schijf wordt verlaagd van 50% naar 42%; het percentage van de eerste schijf voor starters wordt verlaagd van 64% naar 60%; de bovengrens van de eerste schijf wordt verlaagd van 220.000 naar 110.000 euro; het percentage van de tweede schijf wordt verlaagd van 18% naar 14%; het plafond blijft 14 miljoen euro; de bedragen voor de zelfstandigenaftrek inclusief de extra aftrek voor starters zullen worden geïndexeerd. Per 2013 zullen deze wijzingen in beginsel weer worden teruggedraaid waarbij de parameters het niveau bereiken zoals opgenomen in het Belastingplan 2011. Per 2013 gaat het plafond naar 8,5 miljoen euro, de loongrens naar 150.000 euro en gaat de eerste schijf weer naar 45%
*
Vitaliteitspakket
Het Vitaliteitspakket is gericht op stimulering van de arbeidsmarkt en dan met name het langer doorwerken van ouderen en 'aan het werk blijven'. Doordat de levensloopregeling (zoals bij de introductie al werd voorspeld) weinig succesvol is en vooral wordt gebruikt als soort VUT- of prepensioenvervanging, verdwijnt deze regeling per 2013. Er komt een overgangsregeling voor bestaande levenslooptegoeden. Deelnemers die op 31 december 2011 ten minste 3.000 euro op hun levenslooprekening hebben staan, kunnen gebruik blijven maken van de levensloopregeling. Vanaf 2012 wordt geen levensloopverlofkorting meer opgebouwd; tot nu toe opgebouwde rechten kunnen wel verzilverd worden bij opname van het spaartegoed. Deelnemers met minder dan 3.000 euro spaargeld kunnen het tegoed in 2012 opnemen of in 2013 onbelast doorstorten naar vitaliteitssparen; de beperking tot 20.000 euro geldt niet bij doorstorting.
whitepaper www.fiscaaltotaal.nl
Prinsjesdag 2011
De extra arbeidskorting voor ouderen en de doorwerkbonus vervallen per 2012 respectievelijk 2013; de in het regeerakkoord voorgestelde doorschuiving van de werkbonus naar 63-plussers per 2012 gaat niet door. Vanaf 2013 geldt een werkbonus voor werknemers die aan het begin van het kalenderjaar 61 jaar of ouder zijn. De werkbonus bedraagt (een verhoging van de standaard arbeidskorting met) maximaal 2.350 euro per jaar vanaf 107% van het minimumloon. In 2013 wordt het vitaliteitssparen geïntroduceerd voor werknemers, IB-ondernemers (waaronder zzp'ers) en resultaatgenieters. Het tegoed is vrij opneembaar, vrijgesteld in box 3 en kan maximaal 20.000 euro bedragen. Stortingen zijn fiscaal aftrekbaar in box 1 en per jaar gemaximeerd op 5.000 euro. Er wordt pas belasting geheven bij opname van het tegoed. Er kan op elk moment en voor elk doel spaargeld worden opgenomen, maar vanaf het jaar waarin een deelnemer op 1 januari 62 jaar oud is, mag per jaar maximaal 10.000 euro worden opgenomen. Het tegoed moet wel vóór het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd worden opgenomen. Het budget voor de spaarloonregeling in 2012 wordt gebruikt voor de tijdelijke verlaging van de overdrachtsbelasting; 2011 is het laatste jaar waarin nog inleg in de spaarloonregeling mogelijk is. Het opgebouwde vermogen kan in 2012 vrijvallen maar deelnemers kunnen dit ook laten staan waarna het conform de huidige systematiek jaarlijks gedeeltelijk wordt vrijgegeven en de box 3-vrijstelling in stand blijft. Na 4 jaar wordt de spaarloonregeling opgeheven. De drempel voor de fiscale aftrek van scholingsuitgaven (artikel 6.30 Wet IB 2001) wordt verlaagd van 500 euro naar 250 euro.
*
Geefwet, ANBI's en vrijwilligers
Het kabinet heeft in het regeer- en gedoogakkoord aangekondigd met maatregelen te komen om geefgedrag nog meer te stimuleren en eventuele onnodige belemmeringen wet te nemen. De fiscale maatregelen zijn opgenomen in een afzonderlijk wetsvoorstel, de Geefwet. Er komt een ruimhartiger beleid met betrekking tot commerciële activiteiten van algemeen nut beogende instellingen (ANBI's). Het uitgangspunt is dat commerciële activiteiten waarvan de opbrengsten ten goede komen aan het algemeen nuttige doel, niet in de weg staan aan de ANBI-status. De ANBI-definitie wordt scherper vastgesteld. Een vennootschap met in aandelen verdeeld kapitaal, een coöperatie, een onderlinge waarborgmaatschappij of een andere instelling waarin bewijzen van deelgerechtigdheid
whitepaper www.fiscaaltotaal.nl
Prinsjesdag 2011
kunnen worden genomen, kan niet als ANBI kwalificeren. Er wordt een negatieve giftenaftrek geïntroduceerd voor schenkingen die later worden herroepen. Giften aan culturele instellingen van maximaal 5.000 euro kunnen tot 2017 voor 1,5 maal het bedrag in aftrek worden gebracht (multiplier). De giftenaftrek in de vennootschapsbelasting wordt verruimd door het vervallen van de drempel van 227 euro en verhoging van de maximale gift naar 50% van de winst (nu nog 10%) met een maximum van 100.000 euro.
Vrijwilligersvergoeding Er is sprake van een aftrekbare vrijwilligersvergoeding als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: de vrijwilliger ziet af van de vrijwilligersvergoeding; de organisatie verklaart dat de vrijwilliger recht heeft op de vergoeding; de organisatie is bereid en in staat om de vergoeding uit te betalen; de vrijwilliger kan aanspraak maken op die vergoeding en heeft de vrijheid daarover te beschikken.
Vrijwilligersregeling loonbelasting De vrijwilligersregeling in de loonbelasting gaat voor een groter aantal instellingen gelden. Op dit moment zijn vrijwilligers die voor hun werkzaamheden bij een privaat- of publiekrechtelijk lichaam dat niet is onderworpen aan de vennootschapsbelasting of bij een sportorganisatie een vergoeding van ten hoogste 150 euro per maand en 1.500 euro per kalenderjaar ontvangen, onder bepaalde voorwaarden niet in dienstbetrekking bij die instelling. Onder de nieuwe regeling geldt dit ook voor werkzaamheden bij ANBI's die wel aan de vennootschapsbelasting zijn onderworpen. ANBI's die niet zijn onderworpen aan de vennootschapsbelasting of daarvan zijn vrijgesteld komen al in aanmerking voor de faciliteit.
Vrijwilligers en fondswerving Bij de fictieve Vpb-aftrek voor kosten van vrijwilligers wordt voortaan aangesloten bij het begrip ANBI. Er wordt geen kwantitatieve eis meer gesteld aan de mate waarin het sociaal belang moet worden behartigd. Naar aanleiding van jurisprudentie wordt voorgesteld om de bewijslast van '(ernstige) concurrentieverstoring' niet meer neer te leggen bij de inspecteur, maar dit zo nodig te regelen bij ministeriële regeling. Ook wordt expliciet opgenomen dat fondswerving voor derden kenbaar moet zijn en dat
whitepaper www.fiscaaltotaal.nl
Prinsjesdag 2011
vrijwilligers moeten worden ingezet. De fondswerversaftrek (had en) heeft voorrang op de aftrek van fictieve vrijwilligerskosten in geval van samenloop van beide faciliteiten. De samenloopregeling leidt ertoe dat nooit meer dan het hoogste bedrag van de twee regelingen van de winst aftrekbaar is en dat de aftrek nooit tot een verlies kan leiden.
Stimulering cultureel ondernemerschap De Vpb-vrijstelling voor stichtingen en verenigingen geldt vanaf 2012 tot een jaarlijkse winst van 15.000 euro (nu nog 7.500 euro) of 75.000 euro (nu nog 37.500 euro) over het jaar zelf en de vier voorafgaande jaren tezamen. Het algemeen maatschappelijk of sociaal belang hoeft niet meer op de voorgrond te staan. Deze laatste eis komt te vervallen zodat de winstvrijstelling toegankelijker wordt. Het wordt voor ANBI's die zijn aangemerkt als culturele instelling mogelijk om te kiezen voor integrale belastingplicht in de vennootschapsbelasting zodat verrekening tussen het niet-ondernemingsgedeelte en het ondernemingsgedeelte mogelijk wordt. De voorwaarden waaronder een herbestedingsreserve kan worden gevormd worden versoepeld voor lichamen die een sociaal belang behartigen en de winst voor 70% behalen met behulp van vrijwilligers, en voor ANBI's die zijn aangemerkt als culturele instelling. Zij mogen hun winst voor belastingheffing reserveren in een bestedingsreserve. Deze gereserveerde winsten moeten dan binnen vijf jaar worden besteed. De herbestedingsreserve wordt voortaan de bestedingsreserve genoemd en er wordt duidelijker omschreven welke instellingen en organisaties hiervan gebruik kunnen maken waardoor bijvoorbeeld kinderopvanginstellingen niet langer de reserve kunnen gebruiken.
*
Formeel belastingrecht
Het formeelrechtelijk deel van het Belastingpakket 2012 bevat niet alleen een aantal maatregelen ter bestrijding van fraude maar ook versoepelingen voor belastinguitstel bij vererving van een eigen woning en nieuw regels voor conserverende aanslagen bij emigratie. Een overzicht van de maatregelen.
AWR De herzieningsprocedure wordt uitgebreid naar voorlopige aanslagen vennootschapsbelasting (nu nog voorlopige IB-aanslagen) en gaat op termijn ook gelden voor definitieve aanslagen.
whitepaper www.fiscaaltotaal.nl
Prinsjesdag 2011
Aan de motivering van een verzoek om herziening worden geen zware eisen gesteld en er geldt geen reactietermijn van zes weken op straffe van niet-ontvankelijkheid. Mocht de inspecteur het verzoek geheel of gedeeltelijk afwijzen, dan ontstaat een geschil en ontvangt de belastingplichtige een voor bezwaar vatbare beschikking. Het wordt mogelijk om na een verzuimboete ook een vergrijpboete op te leggen indien sprake is van nieuwe bezwaren en de verzuimboete achteraf ontoereikend blijkt. De nieuwe mogelijkheid zal met name betrekking hebben op boeten wegens het (gedeeltelijk) niet of niet tijdig betalen van een aangiftebelasting, zoals de omzetbelasting en de loonbelasting. De eerder opgelegde verzuimboete wordt op grond van dit wetsvoorstel namelijk verrekend met de later alsnog opgelegde vergrijpboete. Een belastingplichtige zal de Belastingdienst - op straffe van een vergrijpboete - in de volgende vier gevallen actief moeten informeren zodra hij weet dat eerder door hem verstrekte gegevens en inlichtingen onjuist of onvolledig zijn: de verklaring 'uitsluitend zakelijk gebruik bestelauto'; de verklaring 'geen privégebruik'; Edelweisssituaties (zie onder); de suppleties voor de omzetbelasting. De inspecteur zal uiteraard moeten bewijzen dat de onjuistheid of onvolledigheid de belastingplichtige bekend is (geworden). De vergrijpboete bedraagt maximaal 100% van het bedrag aan belasting dat als gevolg van het niet nakomen van de informatieverplichting niet is of niet zou zijn geheven.
Edelweissroute Er worden maatregelen voorgesteld om belastingfraude door de Edelweissroute te bestrijden. Hierbij houdt de executeur van een nalatenschap het aanwezige zwart vermogen ook voor de erfgenamen verborgen totdat navordering niet meer mogelijk is. Bij de erfgenamen kan dan geen erfbelasting worden nagevorderd en de executeur of de erfgenamen kunnen niet meer worden gestraft voor het onjuist doen van aangifte erfbelasting. Het gaat om de volgende maatregelen: door de voorgestelde informatieverplichting moet een erfgenaam alsnog een juiste en volledige aangifte doen; op het niet nakomen van deze verplichting staat een vergrijpboete van maximaal 100%; de executeur wordt in alle gevallen verplicht aangifte erfbelasting te doen; de Belastingdienst moet de erfgenamen desgevraagd inzage geven in de voor de belastingheffing relevante stukken.
whitepaper www.fiscaaltotaal.nl
Prinsjesdag 2011
Invorderingswet Door een aanpassing van de Invorderingswet wordt het mogelijk om automatische voertuig- of nummerplaatherkenning (ANPR-acties) ook te gebruiken voor invordering van andere belastingen. Het moet dan gaan om onbetaald gebleven belastingaanslagen waarvoor inmiddels een dwangbevel is betekend maar nog geen betaling heeft plaatsgevonden. Om fraude met toeslagen tegen te gaan worden per 2013 de volgende maatregelen getroffen: teruggaven van inkomstenbelasting, omzetbelasting, premie volksverzekeringen, inkomensafhankelijke bijdrage Zvw en toeslagen worden alleen nog uitbetaald op een bankrekening die op naam staat van de belanghebbende. De mogelijkheid om de kinderopvangtoeslag rechtstreeks te laten uitbetalen aan de kinderopvanginstelling, de zorgtoeslag aan de zorgverzekeraar of de huurtoeslag aan de verhuurder vervalt, met uitzondering van incassogevallen en schuldsaneringsgevallen. Voor betalingen aan de Belastingdienst kan elk gewenst rekeningnummer worden gebruikt; alle genoemde teruggaven behalve de teruggaven omzetbelasting worden op hetzelfde bankrekeningnummer uitbetaald.
Belastinguitstel eigen woning De mogelijkheid tot het verkrijgen van belastinguitstel bij verkrijging van een eigen woning wordt uitgebreid én een fout wordt gecorrigeerd. Op dit moment wordt ten onrechte bij de verkrijgers van de blooteigendom (de kinderen) getoetst of zij de belasting kunnen voldoen (middelentoets). De langstlevende ouder is echter wettelijk verplicht namens de kinderen de erfbelasting te betalen. Daarom wordt de uitstelfaciliteit voortaan gericht op de financiële situatie van de langstlevende ouder. Ook blijft voortaan de waarde van het vruchtgebruik dan wel de eigendom van de eigen woning buiten beschouwing voor de middelentoets.
Conserverende aanslag bij emigratie De regels voor het opleggen van een conserverende aanslag over lijfrente- en pensioenaanspraken bij emigratie worden naar aanleiding van een arrest van de Hoge Raad aangepast.
whitepaper www.fiscaaltotaal.nl
Prinsjesdag 2011
De ontvanger moet voortaan op het moment van afkoop of een soortgelijke onregelmatige afwikkeling, beoordelen of Nederland heffingsbevoegd is. Er wordt berekend hoeveel belasting zou zijn geheven als de belastingplichtige nog in Nederland zou hebben gewoond. Als hieruit een lagere heffing volgt, wordt voor het verschil kwijtschelding verleend. Dit geldt ook voor een conserverende aanslag over aanmerkelijkbelangaandelen of een kapitaalverzekering eigen woning (KEW). De ontvanger kan ook kwijtschelding verlenen als de heffingsbevoegdheid aan het woonland is toegewezen, maar de inspecteur hiermee in de conserverende aanslag nog geen rekening heeft gehouden.
*
Heffings- en invorderingsrente
In de Fiscale Agenda werd een nieuwe berekening van heffings- en invorderingsrente voorgesteld om 'sparen bij de overheid' vanaf 2013 te voorkomen. De in het Belastingplan 2012 opgenomen wijziging wijkt enigszins af van het voorstel in de Fiscale Agenda. De heffingsrente wordt per 2013 ‘belastingrente’ genoemd en de startdatum van de berekening verschuift voor de IB en Vpb van 1 januari naar 1 juli na afloop van het belastingjaar. Er wordt pas rente vergoed bij overschrijding van de driemaandstermijn. De rentevergoeding wordt berekend vanaf het moment dat de belastingaanslag opgelegd had moeten zijn tot zes weken na de dagtekening van de aanslag. Geen rente wordt vergoed als de belastingaanslag na bezwaar of een gerechtelijke procedure wordt verminderd of vernietigd. De rente wordt ook berekend over de betalingstermijn van de belastingaanslag, de renteperiode eindigt op de vervaldag van die betalingstermijn. De invorderingsrente houdt dezelfde naam en heeft betrekking op het feitelijk te laat betalen aan de Belastingdienst van een belastingaanslag en de daadwerkelijke uitbetaling door de Belastingdienst van een belastingteruggaaf. Bij bepaalde aangiftebelastingen (onder andere LB, OB en overdrachtsbelasting) wordt ook rente in rekening gebracht als de verschuldigde belasting te laat is betaald, maar wel vóórdat een naheffingsaanslag wordt opgelegd. Er kan echter geen rente in rekening worden gebracht als de verschuldigde belasting weliswaar te laat, maar binnen de driemaandentermijn (na afloop van het desbetreffende kalender- of boekjaar) voor een vrijwillige verbetering is betaald. Een en ander komt erop neer dat rente voor te laat betaalde aangiftebelastingen alleen dan in rekening wordt gebracht indien de betaling meer dan drie maanden na afloop van het desbetreffende kalenderjaar heeft plaatsgevonden.
whitepaper www.fiscaaltotaal.nl
Prinsjesdag 2011
Voor de hoogte van het rentepercentage wordt de wettelijke rente gehanteerd zoals deze geldt voor niet-handelstransacties. De wettelijke rente bedraagt op dit moment 4% en is dus hoger dan de nu geldende heffings- en invorderingrente (3% voor het vierde kwartaal van 2011). Ook wordt de wettelijke rente, anders dan de heffings- en invorderingrente, niet per kwartaal vastgesteld. In de nieuwe renteregeling zal de ontvanger geen rente meer vergoeden over een terugbetaling bij herziening of vermindering van een reeds betaalde belastingaanslag. Het vragen om uitstel van betaling (hetgeen vrijwel altijd wordt verleend) in afwachting van de uitkomst van een herzieningsverzoek of bezwaarprocedure is dus in de nieuwe situatie aan te bevelen. Vanaf 2013 zal ook de ontvanger rente vergoeden als hij te lang doet over de uitbetaling van een belastingteruggaaf.
*
Autobelastingen en bijtelling privégebruik
Bijtelling privégebruik De huidige CO2-grenzen voor het 14%-bijtellingspercentage en het 20%-bijtellingspercentage blijven tot 1 juli 2012 van toepassing. Deze grenzen worden na 2012 jaarlijks per 1 januari neerwaarts bijgesteld voor het 14%-tarief en het 20%-tarief (in 2012 per 1 juli). De grens voor het 14%-bijtellingspercentage blijft overeenkomen met de vrijstellingsgrens in de BPM (< 83 gr/km in 2015). Het 20%-bijtellingspercentage is uiteindelijk in 2015 van toepassing op alle auto’s met een CO2-uitstoot tussen 83 en 110 gr/km. Auto's houden een verlaagd bijtellingspercentage voor een periode die gelijk is aan de gebruikelijke leaseperiode (vijf jaar), rekenend vanaf het moment dat de auto voor het eerst op kenteken is gesteld. Aan het eind van een periode wordt bekeken of de auto tegen de dan geldende CO2-grenzen opnieuw voor een verlaagd bijtellingspercentage in aanmerking komt. Voor personenauto's met een CO2-uitstoot van niet meer dan 50 gr/km die in de periode 1 januari 2012 tot en met 2015 worden aangeschaft, geldt gedurende de gebruikelijke leaseperiode een bijtellingspercentage van nihil. Voor nulemissieauto’s die al vóór 1 januari 2012 zijn aangeschaft wordt de nihilbijtelling uitgebreid tot en met 2016.
whitepaper www.fiscaaltotaal.nl
Prinsjesdag 2011
Bestelauto's De rittenregistratie voor bestelauto's wordt nog niet afgeschaft maar er wordt op korte termijn wel een 'verklaring uitsluitend zakelijk gebruik bestelauto' geïntroduceerd. Met deze (gezamenlijke) verklaring wordt aangegeven dat met de bestelauto geen enkele kilometer privé wordt gereden. Nadat een dergelijke verklaring is afgegeven hoeft geen rittenadministratie meer te worden bijgehouden. Als wordt vastgesteld dat de auto wordt gebruikt op een wijze die wellicht als privé kan worden aangemerkt, wordt gevraagd het zakelijke karakter van die betreffende rit aan te tonen. Het is nadrukkelijk niet noodzakelijk om daarvoor een rittenadministratie bij te houden. Het aantonen van het zakelijk karakter is mogelijk met iedere vorm van bewijs, bijvoorbeeld een werkbon of de verklaring van een klant. Mogelijk komt er voor werknemers met personenauto's een vergelijkbare regeling.
BPM en MRB In het Wetsvoorstel uitwerking Autobrief en het Wetsvoorstel Overige fiscale maatregelen 2012 wordt een groot aantal wijzigingen voor de BPM en MRB voorgesteld. Een overzicht van de elf belangrijkste maatregelen.
BPM: De CO2-schijfgrenzen worden jaarlijks per 1 januari neerwaarts bijgesteld (in 2012 per 1 juli). Tot 1 juli 2012 is de tariefstructuur zoals beschreven in het Belastingplan 2011 van toepassing. Het wetsvoorstel uitwerking Autobrief legt de CO2-schijfgrenzen voor de jaren tot en met 2015 vast; De CO2-grenzen voor benzine en diesel groeien langzaam naar elkaar toe tot gelijke waarden in 2015. Vanaf 2015 is het onderscheid tussen benzine en diesel verdwenen en geldt de vrijstelling voor beide brandstofsoorten tot 83 gram per kilometer; Er wordt per 1 juli 2012 een vierde schijf ingevoerd die in 2015 voor beide brandstofsoorten begint bij een CO2-uitstoot van 180 gram per kilometer; De vaste dieseltoeslag wordt met ingang van 1 juli 2012 vervangen door een CO2-gerelateerde dieseltoeslag die begint bij 70 gram per kilometer. Het tarief neemt geleidelijk toe van 40 euro per gr/km in 2012 tot 80 euro per gr/km in 2015 (prijzen 2011). Tot 1 juli 2012 geldt voor dieselauto’s met een uitstoot van meer dan 95 gr/km nog de vaste toeslag van 1.900 euro; Om te bewerkstelligen dat het aandeel BPM in een aardgasauto wordt verlaagd worden met ingang van 1 juli 2012 de CO2-grenzen en -tarieven voor benzineauto’s van toepassing op de aardgasauto’s waarvan de aardgasinstallatie al in de fabriek is ingebouwd;
whitepaper www.fiscaaltotaal.nl
Prinsjesdag 2011
Er wordt expliciet opgenomen dat de BPM of een vermindering of teruggaaf van BPM voor binnenlandse gebruikte auto’s wordt vastgesteld aan de hand van de forfaitaire afschrijvingstabel; De BPM-heffing bij ombouw van motorrijtuigen wordt wettelijk geregeld. Het te verrekenen bedrag wordt gemaximaliseerd tot het bedrag van de verschuldigde belasting. Er wordt dus geen teruggaaf verleend als het eerder betaalde BPM-bedrag hoger was dan de na de ombouw verschuldigde BPM. Verder wordt expliciet geregeld dat de belasting ter zake van de ombouw van een al in Nederland geregistreerd gebruikt motorrijtuig wordt berekend met toepassing van de forfaitaire afschrijvingstabel; De goedkeuring waarbij voor buitenlandse leaseauto's per saldo alleen BPM wordt betaald over het Nederlandse gebruik wordt vervangen door een vergelijkbare wettelijke regeling. De maximale overeengekomen huurperiode waarbij de regeling kan worden toegepast, is vier jaar. Wordt een langere huurperiode overeengekomen of geen einddatum genoemd, dan is feitelijk sprake van permanent duurzaam gebruik in Nederland en wordt de teruggaaf verleend volgens de normale teruggaafregeling bij export, als het gebruik in Nederland daadwerkelijk wordt beëindigd en de auto weer buiten Nederland wordt gebracht.
MRB: De vrijstelling van de MRB voor zeer zuinige auto's vervalt per 1 januari 2014 voor zowel nieuwe als bestaande personenauto’s. Hierdoor zal de MRB vanaf 2014 alleen nog op gewicht gebaseerd zijn. De toegezegde forfaitaire gewichtscorrectie voor elektrische en semi-elektrische auto's wordt begin 2014 vastgesteld; Tot 1 januari 2014 gelden de huidige CO2-vrijstellingsgrenzen (benzine 110 gr/km, diesel 95 gr/km); Personenauto's met een CO2-uitstoot van niet meer dan 50 gr/km zullen tot en met 2015 worden vrijgesteld; In de MRB wordt voor aardgasauto’s waarvan de aardgasinstallatie al in de fabriek is ingebouwd de zogenoemde LPG-toeslag van toepassing, meer specifiek de lagere toeslag die van toepassing is op auto’s met een zogenoemde LPG-3-installatie.
whitepaper www.fiscaaltotaal.nl