2 0 1 5
Prinsjesdag 2015 Zoals elk jaar wordt met Prinsjesdag het belastingplan weer gepubliceerd. Er is door de staatsecretaris Eric Wiebes van Financiën een grote belasting hervorming aangekondigd. In 2016 worden deze grote hervormingen echter nog niet ingevoerd. In deze MKB Actueel een aantal (opvallende) veranderingen die in 2016 worden ingevoerd en enkele belangrijke veranderingen die gelden voor 2017. Namens de directie en medewerkers wensen wij u veel leesplezier bij deze uitgave van de MKB Actueel. Roelof Tolner en Marcel van Alphen
O K T O B E R
MKB actueel
Prinsjesdag 2015 Tarief Inkomstenbelasting De belastingtarieven zullen het komende jaar licht verlaagd worden. Daarnaast zal de (inkomensafhankelijke) algemene heffingskorting sneller afnemen. De snellere afname van de algemene heffingskorting zal alleen het voordeel van de verlaging van de belastingtarieven voor de meeste belastingplichtigen teniet doen. De hoogste belastingschijf die belast wordt met 52% belasting is in 2015 vanaf € 57.585 en in 2016 zal deze belastingschijf beginnen bij € 66.421.
regeling hoeft er geen VAR meer te worden aangevraagd bij de Belastingdienst. In de nieuwe regeling komen er via de Belastingdienst voorbeeldovereenkomsten van opdracht. Hierbij zal er naar alle waarschijnlijkheid per beroepsgroep een standaard voorbeeldovereenkomst komen waarbij de zekerheid wordt gegeven over de arbeidsrelatie. Hoewel de Belastingdienst aangeeft dat de VAR wordt afgeschaft per 1 januari 2016, ligt de nieuwe regeling nog wel ter goedkeuring bij de Eerste Kamer. De voorbeeldovereenkomsten zullen naar alle waarschijnlijkheid binnenkort beschikbaar komen op de site van de Belastingdienst.
Directeur Grootaandeelhouder Fiscaal vriendelijk emigreren Er bestond een mogelijkheid om met fiscale redenen te emigreren en hierdoor de aanmerkelijk belang winst te ontlopen (box 2). Bij een emigratie werd een conserverende aanslag opgelegd waarin de belastingclaim van Nederland werd gewaarborgd. Deze conserverende aanslag verliep na 10 jaar. Door de nieuwe regels kan dit niet meer verjaren en worden de winstuitkeringen die gedaan zijn aan de geëmigreerde directeur grootaandeelhouder belast in Nederland. De mogelijkheid om fiscaal vriendelijk te emigreren kan met de nieuwe regels niet meer. Kinderopvangtoeslag Na de daling van de kinderopvangtoeslag van de afgelopen jaren zal dit het komende jaar veranderen. De kinderopvangtoeslag gaat in 2016 voor iedereen stijgen. De stijging betreft een verhoging van 5,8%. Eigen woning Hypotheekrenteaftrek De maximale hypotheekrenteaftrek daalt jaarlijks met 0,5% voor de hoogste belastingschijf. De maximale aftrek is in 2016 50,5%.
Veranderingen die gelden per 2017 Auto
Informatieplicht Een hypotheek kan worden afgesloten bij een bank maar ook bijvoorbeeld bij een familielid. Indien een hypotheek afgesloten wordt bij een niet-administratieplichtige is er op dit moment een zogenaamde informatieplicht. Een niet administratieplichtige is bijvoorbeeld een familielid of een eigen besloten vennootschap (bv). De informatieplicht betreft het inlichten van de Belastingdienst over de afgesloten hypotheek. Deze informatieplicht gaat volgend jaar veranderen. De informatieplicht komt te vervallen en deze wordt geïntegreerd in het aangifte proces. Er hoeft niet meer apart een melding te worden gedaan van de afgesloten hypotheek. Verklaring Arbeidsrelatie De VAR (Verklaring Arbeidsrelatie) geeft een opdrachtgever de zekerheid over de afdracht van Loonbelasting en premies. De veranderingen rondom de VAR zijn al aangekondigd in het belastingplan van vorig jaar. De veranderingen gaan nu in per 2016. Bij de nieuwe
2
Bijtelling De bijtelling is één van de belangrijkste verandering voor de leaserijder of de ondernemer met een auto van de zaak. Indien er privé wordt gereden, wordt er een bijtelling bij het inkomen opgeteld. Het hoogste percentage van de bijtelling is nu 25% van de cataloguswaarde. Dit hoogste percentage wordt per 2017 verlaagd naar 22%. Daarnaast zal er naar één laag tarief voor de bijtelling worden overgegaan. Uiteindelijk zal er in 2019 alleen nog een laag tarief van 4% bestaan voor auto’s zonder uitstoot. Voor auto’s met een aanschafwaarde van boven de € 50.000 geldt voor het deel boven de € 50.000 altijd het hoogste tarief. De overgang van de bijtelling gaat volgens tabel 1.
Tabel 1 2016
2017
2018
Nulemissie
4%
4%
4%
2019 4%
Zéér zuinig
15%
17%
19%
22%
Zuinig
21%
22%
22%
22%
Overig
25%
22%
22%
22%
Het bijtellingspercentage bij aanschaf blijft gedurende 60 maanden van kracht. Motorrijtuigenbelasting en BPM De Motorrijtuigenbelasting gaat met ingang van 2017 dalen met 2% per jaar. Voor vervuilende dieselmotoren zal de Motorrijtuigenbelasting juist per 2019 gaan stijgen. De belasting bij de aanschaf op personenauto’s en motorrijwielen (BPM) zal worden verlaagd. De verlaging van deze tarieven bedraagt jaarlijks gemiddeld 12%. De eerste verlaging begint in 2017 en loopt door tot 2020. Vermogensrendementsheffing De vermogensrendementsheffing (box 3) gaat met ingang van 2017 veranderen. De huidige heffing van 1,2% over het aanwezige vermogen gaat veranderen naar een progressieve heffing. Hoe meer vermogen er is, hoe hoger de belastingheffing. De eerste schijf loopt tot € 100.000, deze wordt effectief belast tegen 0,88% over het vermogen. De tweede schijf loopt tot € 1.000.000 en deze wordt effectief belast tegen 1,4% en vanaf 1 miljoen bedraagt de effectieve heffing 1,65%. De tarieven zullen jaarlijks aangepast worden door de behaalde rendementen van de afgelopen jaren. De vrijstelling is nu € 21.330. Deze vrijstelling wordt verhoogd naar € 25.000. Deze verandering zal vooral nadelig uitpakken voor de grotere vermogens.
Als het onbetaald in dienst houden van een werknemer geen andere reden heeft dan het niet willen betalen van een transitievergoeding, dan getuigt dat niet van fatsoenlijk werkgeverschap. Er kunnen andere redenen zijn om een arbeidsovereenkomst in stand te houden, zoals de verwachting dat de werknemer binnen afzienbare termijn in staat zal zijn om het werk te hervatten of de verwachting dat er passend werk beschikbaar komt. De minister neemt geen aanvullende maatregelen om ontwijking van de transitievergoeding tegen te gaan. In voorkomende gevallen kan een werknemer naar de rechter gaan voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst en hem verzoeken om toekenning van een billijke vergoeding of een transitievergoeding.
Kan mijn BV mijn eigenwoninglening aflossen bij de bank? Er is 100% van de aandelen in een besloten vennootschap (bv). De bv beschikt over een flink bedrag op de bankrekening. Daarnaast is er in 2011 een woning gekocht en voor € 500.000 een aflossingsvrije lening bij de bank afgesloten. De rente op deze lening bedraagt 5% en staat voor 10 jaar vast. Er mag jaarlijks 20% van het oorspronkelijke leningsbedrag boetevrij worden afgelost. Men wil de boete wegens vervroegd aflossen voorkomen en jaarlijks 20% van de lening door de bv laten aflossen. De bv leent dit bedrag dan vervolgens weer aflossingsvrij. Kan dit fiscaal of verliest men het recht op renteaftrek? Ja, dat kan. Men behoudt het recht op renteaftrek.
Schenkbelasting De eenmalige vrijstelling in de Schenkbelasting voor een schenking ten behoeve van een eigen woning wordt per 2017 structureel verhoogd. Iedereen die een schenking krijgt en tussen de 18 en 40 jaar oud is, kan dan gebruik maken van een eenmalige vrijstelling van € 100.000 (is nu nog € 53.016).
Kamervragen ontwijken transitievergoeding Naar aanleiding van berichten in de media zijn er Kamervragen aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid gesteld over het omzeilen van de transitievergoeding. Dat zou gebeuren door zieke medewerkers onbetaald in dienst te houden. Doordat er geen einde komt aan het dienstverband, hoeft geen transitievergoeding betaald te worden. Uit de aantallen werknemers per week waarvoor bij het UWV toestemming voor ontslag wegens langdurige arbeidsongeschikt wordt gevraagd leidt de minister af dat, als er al sprake is van een constructie om het betalen van een transitievergoeding te ontlopen, daar niet veel gebruik van wordt gemaakt.
3
Voor een eigenwoninglening geldt vanaf 2013 dat de rente in principe alleen aftrekbaar is als de lening in maximaal 30 jaar volledig en ten minste annuïtair wordt afgelost. Naast de aflossingseis geldt de voorwaarde dat de lening is aangegaan ter verwerving, onderhoud of verbetering van de eigen woning. Voor een oude eigenwoninglening hoeft u niet aan de eerste voorwaarde, de aflossingseis, te voldoen. Een oude eigenwoninglening is een lening die u op 31 december 2012 al voor uw eigen woning had.
Tip: In een aantal uitzonderingsgevallen wordt een na 31 december 2012 afgesloten lening ook (gedeeltelijk) aangemerkt als oude eigenwoninglening.
De lening bij de bank bestond al op 31 december 2012 en wordt dus aangemerkt als oude eigenwoninglening. Voor deze lening hoeft men niet te voldoen aan de aflossingseis. Als men de lening bij de bank (gedeeltelijk) oversluit naar de eigen bv, blijft ook dit deel aangemerkt als oude eigenwoninglening. De lening hoeft dus bij de bv dan niet te voldoen aan de aflossingseis.
Let op! Volgens de wettelijke bepalingen heeft u bij aflossing bij de bank in 2015 tot eind 2016 om zonder aflossingseis een nieuwe lening aan te gaan. Deze ruime tijdsbepaling zegt alleen iets over de aflossingseis. Dit betekent dat u voor de nieuwe lening altijd wel moet kunnen laten zien dat deze is aangegaan ter verwerving, onderhoud of verbetering van de eigen woning.
Tip: Als uw bv de lening rechtstreeks aflost bij de bank zal hierover in ieder geval geen discussie kunnen ontstaan met de Belastingdienst.
Terugbetalingsregeling studiekosten Een werkgever kan met een werknemer afspraken maken over terugbetaling van door de werkgever betaalde studiekosten. De werkgever moet wel rekening houden met de eisen van goed werkgeverschap en van de redelijkheid en billijkheid. De eisen van redelijkheid en billijkheid vormen een beperkende factor voor iedere overeenkomst. Een arrest van de Hoge Raad uit 1983 is nog altijd leidend in dergelijke gevallen. In dit arrest heeft de Hoge Raad gezegd dat het systeem van de wet een terugbetalingsregeling van studiekosten niet zonder meer verbiedt. In de regeling moet worden vastgelegd wat de periode is waarin de werkgever geacht wordt baat te hebben van de door de werknemer verworven kennis en vaardigheden. De regeling kan inhouden dat de werknemer bij het einde van de dienstbetrekking de studiekosten moet terugbetalen. De terugbetalingsverplichting moet naar evenredigheid
afnemen met het verstrijken van de hiervoor genoemde periode. De Hoge Raad heeft in dit arrest een aantal aanvullende voorwaarden geformuleerd. Er mag geen strijd ontstaan met de Wet Minimumloon en Minimumvakantiebijslag. De terugbetalingsregeling en de consequenties daarvan moeten duidelijk zijn voor de werknemer. Verder kan de werkgever niet altijd terugbetaling van studiekosten vorderen wanneer hij het initiatief tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst heeft genomen. Een werknemer voerde aan dat hij niet met de studiekostenovereenkomst zou hebben ingestemd als hij had geweten dat verlenging van zijn contract voor bepaalde tijd afhing van het halen van het examen binnen die tijd. Verder had hij bij het aangaan van de studiekostenovereenkomst geen inzicht in de kosten van de opleiding. De kantonrechter oordeelde dat goed werkgeverschap in dit geval de terugvordering van de gemaakte studiekosten verhinderde. De werkgever had de werknemer bij diens indiensttreding verplicht om de opleiding te volgen. In verhouding tot het salaris van de werknemer waren de kosten van de opleiding aanzienlijk (bijna twee netto maandsalarissen). De kantonrechter rekende de werkgever aan dat hij de werknemer niet had verteld dat het slagingspercentage voor deze opleiding ongeveer 50% bedroeg.
Maak bezwaar tegen uw betaalverzuimboete Heeft u tijdelijke betalingsproblemen en bent u even niet in staat om tijdig uw Omzetbelasting en Loonheffingen te betalen? Dan kan de Belastingdienst u een betaalverzuimboete opleggen. Deze betaalverzuimboete kan komen te vervallen als er kort telefonisch uitstel van betaling wordt verleend. Betaalverzuimboete Als u uw Omzetbelasting of Loonheffingen te laat, niet of maar voor een deel betaalt, kan de Belastingdienst u een betaalverzuimboete opleggen van 3% van het te laat, niet of te weinig betaalde bedrag met een minimum van € 50 en een maximum van € 5.278.
4
Kort telefonisch uitstel en betaalverzuimboete Onder voorwaarden is het mogelijk om voor belastingschulden kort telefonisch uitstel van betaling te vragen voor een periode van maximaal vier maanden. Voldoet u aan de voorwaarden, dan is het altijd raadzaam om dit kort telefonisch uitstel te vragen, omdat in dat geval de betaalverzuimboete kan komen te vervallen.
Let op! De Belastingdienst zal over het algemeen niet op eigen initiatief de betaalverzuimboete laten vervallen. Maak daarom tijdig bezwaar tegen de betaalverzuimboete en verwijs daarbij naar het verleende kort telefonisch uitstel.
Brandstofbonnen Voor brandstofbonnen van € 100 of meer (inclusief BTW) geldt dat de voorbelasting ook aftrekbaar is, ondanks dat de NAW-gegevens van de afnemer ontbreken. Voorwaarde hierbij is dat door de wijze van betalen traceerbaar is wie de afnemer is. Dit kan bijvoorbeeld door met bankpas, creditcard of brandstofpas de brandstof af te rekenen.
Huwelijkse voorwaarden en verrekenen ”Ik ben ondernemer en ben onder huwelijkse voorwaarden getrouwd omdat we het ondernemersrisico zoveel mogelijk willen beperken. We zouden daarom onze inkomsten jaarlijks moeten verrekenen, maar we hebben dat eigenlijk nooit gedaan. Wat is daarvan het risico?”
Is de BTW op een kassabon aftrekbaar? Een ondernemer die BTW-plichtig is, kan de BTW op zijn aankopen als voorbelasting in aftrek brengen. Voorwaarde is dat de BTW is vermeld op een factuur die aan de factuureisen voldoet. Een eis is onder andere dat de NAW-gegevens van de afnemer op de factuur zijn vermeld. Op een kassabon staan over het algemeen niet de NAWgegevens van de afnemer vermeld. Toch kan de BTW op deze kassabon onder voorwaarden als voorbelasting in aftrek worden gebracht. Vereenvoudigde factuur Als het factuurbedrag (inclusief BTW) niet hoger is dan € 100 is het mogelijk om een vereenvoudigde factuur uit te reiken. Een vereenvoudigde factuur moet de volgende gegevens bevatten: 1. Datum van uitreiking; 2. NAW-gegevens van de leverancier of dienstverrichter; 3. Welke goederen of diensten zijn geleverd; 4. Het te betalen BTW-bedrag of de gegevens aan de hand waarvan dit BTW-bedrag kan worden berekend. Een kassabon voldoet over het algemeen wel aan de gegevens die verplicht zijn voor een vereenvoudigde factuur. Als het bedrag op de kassabon niet hoger is dan € 100 (inclusief BTW) kan de BTW op deze kassabon als voorbelasting in aftrek komen. U hoeft dan dus niet te vragen om een factuur die voldoet aan alle overige factuureisen.
Let op! Bij leveringen en diensten buiten Nederland kunt u over het algemeen geen vereenvoudigde factuur uitreiken.
Aftrek voorbelasting Of u de BTW op de kassabon volledig in aftrek kunt brengen, is afhankelijk van de leveringen of diensten die u verricht. Zijn deze volledig belast met BTW, dan kunt u uw voorbelasting volledig in aftrek brengen. Bij volledig vrijgestelde leveringen of diensten kunt u uw voorbelasting helemaal niet in aftrek brengen. Bij gemengde leveringen of diensten kunt u uw voorbelasting deels in aftrek brengen. Neem voor meer informatie over uw eigen situatie contact met ons op.
5
U loopt het risico dat u bij een echtscheiding het vermogen moet verdelen alsof u in gemeenschap van goederen bent gehuwd. U kunt dat voorkomen door de verrekening alsnog op te (laten) stellen en samen met uw echtgenoot te ondertekenen. Hoe zit het precies? De meeste huwelijkse voorwaarden bevatten de afspraak dat de inkomsten periodiek moeten worden verrekend. Als echtgenoten niet verrekenen, dan wordt het vermogen geacht te zijn gevormd uit inkomen dat verrekend had moeten worden. In feite komt het er dan op neer dat het vermogen moet worden verdeeld alsof er sprake is van een huwelijksgoederengemeenschap.
Tip: Voorkom discussies. Laat geregeld uw adviseur de periodieke verrekening maken en onderteken deze. Daarmee geven u en uw partner uitvoering aan de periodieke verrekening.
Urencriterium voor de ondernemer De Inkomstenbelasting kent een aantal fiscale faciliteiten voor zelfstandige ondernemers. Deze faciliteiten zijn een belangrijke stimulans om als ondernemer te gaan werken. Om de toegang tot deze gunstige regelingen te beperken tot “echte” ondernemers is het urencriterium ingevoerd. Urencriterium Ondernemers moeten minimaal 1.225 uur per jaar in hun eigen onderneming werken om recht te hebben op de belangrijkste onderdelen van de ondernemersaftrek en om bedragen aan de oudedagsreserve toe te voegen. Het begrip “uren die gewerkt worden in de onderneming” kan ruim worden uitgelegd. Reistijd, boekhouding en opleiding in het kader van de onderneming tellen allemaal mee in deze uren.
Let op! Deze eis is niet van toepassing in de eerste vijf jaar van het ondernemerschap. Een startende ondernemer hoeft alleen aan het urencriterium te voldoen.
Ook voor andere werkzaamheden, bijvoorbeeld in loondienst, geldt dat de arbeidstijd ruim moet worden geïnterpreteerd. Het kan voorkomen dat door de reistijd die wordt besteed aan een normale dienstbetrekking het aantal uren dat besteed wordt aan de onderneming daalt onder de 50% en er daardoor geen recht op ondernemersfaciliteiten bestaat.
Tip: Het verdient aanbeveling om een goede urenverantwoording bij te houden om te kunnen bewijzen dat u aan het urencriterium en aan het grotendeelscriterium voldoet.
Grotendeelscriterium Voor ondernemers die naast hun onderneming nog andere werkzaamheden verrichten, geldt voor het urencriterium een beperkende voorwaarde. Zij moeten in een jaar meer dan 50% van hun gewerkte tijd hebben besteed aan de onderneming. De bedoeling van dit grotendeelscriterium is om mensen die een nevenactiviteit tot onderneming hebben verheven uit te sluiten van de faciliteiten.
Alan MKB Actueel is een uitgave van :
Lorentzpark 8 9351 VJ LEEK Postbus 101 9350 AC LEEK t f e i 6
(0594) 55 85 25 (0594) 55 85 20
[email protected] www.alan.nl
Alan Accountants en Adviseurs aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade van welke aard dan ook als gevolg van beslissingen en/of handelingen gebaseerd op de informatie uit MKB Actueel. Vormgeving/dtp: Dox Imagemakers