UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT POLITIEKE EN SOCIALE WETENSCHAPPEN
DE IMPACT VAN HET ORGANISEREN VAN MEGA-EVENEMENTEN: EEN FOCUS OP RIO DE JANEIRO
Wetenschappelijke verhandeling aantal woorden: 22347
MARLIES SAS
MASTERPROEF MANAMA CONFLICT AND DEVELOPMENT
PROMOTOR: PROF. DR. KOEN BOGAERT COMMISSARIS: DORIEN VANDEN BOER
ACADEMIEJAAR 2014 – 2015
Inzagerecht in de masterproef (*)
Ondergetekende, ……………………………………………………. geeft hierbij toelating / geen toelating (**) aan derden, nietbehorend tot de examencommissie, om zijn/haar (**) proefschrift in te zien.
Datum en handtekening …………………………..
…………………………. Deze toelating geeft aan derden tevens het recht om delen uit de scriptie/ masterproef te reproduceren of te citeren, uiteraard mits correcte bronvermelding. ----------------------------------------------------------------------------------(*) Deze ondertekende toelating wordt in zoveel exemplaren opgemaakt als het aantal exemplaren van de scriptie/masterproef die moet worden ingediend. Het blad moet ingebonden worden samen met de scriptie onmiddellijk na de kaft. (**) schrappen wat niet past
________________________________________________________________________________________
2
Inhoud
Dankwoord ................................................................................................................... 4 Abstract ........................................................................................................................ 5 1. Inleiding ................................................................................................................. 6 2. Impact van mega-‐evenementen ........................................................................... 9 2.1. Mega-‐evenementen als neoliberale projecten? ........................................................ 9 2.1.1. Het neoliberalisme .............................................................................................. 9 2.1.2. De rol van mega-‐(sport)evenementen .............................................................. 10 2.2. Mega-‐evenementen in ontwikkelingslanden ........................................................... 12 2.3. De verschillende impacts ......................................................................................... 15 2.3.1. Economische impact .......................................................................................... 15 2.3.2. Toerisme ............................................................................................................ 18 2.3.3. Fysieke impact ................................................................................................... 20 2.3.4. Politieke impact ................................................................................................. 23 2.3.5. Socio-‐culturele impact ....................................................................................... 25 2.3.6. Beveiligingsimpact ............................................................................................. 29
3. De impact van mega-‐evenementen op Rio de Janeiro ........................................ 32 3.1. Rio de Janeiro ............................................................................................................ 32 3.2. De verschillende impacts ........................................................................................... 35 3.2.1. Economische impact ........................................................................................... 35 3.2.2. Toerisme ............................................................................................................. 39 3.3.3. Fysieke impact .................................................................................................... 41 3.3.4. Politieke impact .................................................................................................. 45 3.3.5. Socio-‐culturele impact ........................................................................................ 46 3.3.6. Beveiligingsimpact .............................................................................................. 52
4. Conclusie ............................................................................................................. 57 5. Bibliografie .......................................................................................................... 63
3
Dankwoord Deze masterproef werd ingediend op het einde van een boeiende ManaMa Conflict & Development. Een dankwoordje aan de mensen die deze thesis mee mogelijk maakten, is hier zeker op zijn plaats. Vooreerst wil ik mijn promotor Prof. Dr. Koen Bogaert bedanken voor het begeleiden van mijn schrijfproces. De handige tips en interessante bronnen zorgden voor een vlotter schrijfproces. Ik wil daarnaast mijn ouders bedanken om me toch nog een extra jaar te laten studeren. Ik apprecieer hun financiële steun en jarenlange motivatie enorm. Ten slotte bedank ik hen voor het nalezen van mijn thesis.
4
Abstract Deze masterproef onderzoekt de impact van mega-evenementen op het gastland of – stad. Er wordt gefocust op de Wereldbeker van 2014 en de Olympische Spelen van 2016 in Rio de Janeiro. Nadat het organiseren van mega-evenementen binnen een neoliberale omkadering wordt geplaats, wordt er dieper ingegaan op zes belangrijke impacts die mega-evenementen in de geschiedenis met zich meebrachten. Daarna worden dezelfde impacts voor de evenementen in Rio de Janeiro onderzocht. De gevolgen van de Wereldbeker en de analyses van de voorbereidingen van de Olympische Spelen worden geschetst aan de hand van blogs en nieuwsberichten. Het zal meteen duidelijk worden dat Rio de Janeiro met heel wat uitdagingen te kampen krijgt in de voorbereiding van en tijdens de evenementen. Hoewel het evenement talrijke jobs en inkomsten van toeristen oplevert, zorgt de grote infrastructurele achterstand voor heel wat moeilijkheden. De grote hap uit het overheidsbudget, de talrijke corruptieschandalen, de ecologische gevolgen en displacementprocedures, leiden tot verschillende protesten in de straten van Rio. Voor een land in ontwikkeling -zoals Braziliëbieden mega-evenementen heel wat voordelen. Toch kunnen deze op een aantal vlakken niet opwegen tegen de talrijke en ernstige nadelen.
5
1. Inleiding ‘No Rio, esporte quer dizer futuro!’ (‘In Rio is sport de toekomst!’) luidde de slogan bij de voorbereidingen van de Pan-Amerikaanse Spelen in Rio de Janeiro in 2007. Door te investeren in sportinfrastructuur en sociale programma’s zou Rio verlost geraken van de socio-economische polarisatie en het maar niet afnemende druggerelateerd geweld. De slogan kon opnieuw gebruikt worden toen Brazilië in 2007 werd verkozen als gastland voor de Wereldbeker van 2014 en twee jaar later Rio de Janeiro de Olympische Spelen van 2016 binnenhaalde, twee van de grootste internationale mega-evenementen. Terwijl de Wereldbeker plaatsvond in 12 verschillende steden in Brazilië, zullen de Olympische Spelen enkel georganiseerd worden in Rio de Janeiro (Gaffney, 2010).
Deze mega-evenementen, die ook wel ‘hallmark-’ of ‘landmark events’ worden genoemd, worden
in
de
literatuur
omschreven
als
korte
termijngebeurtenissen
met
lange
termijngevolgen voor de landen of steden die ze organiseren. De grootschalige festiviteiten trekken enorme investeringen in het gastland aan met als belangrijkste doel een positief beeld aan de buitenwereld te kunnen weergeven om via deze manier vooruitgang teweeg te brengen op het vlak van toerisme, economie en ontwikkeling. Mega-evenementen worden voorgesteld als gesubsidieerde initiatieven en publieke goederen die voordelen moeten opleveren voor het volledige land (Roche, 1994). Bij de voorbereiding van dergelijke evenementen wordt de grens tussen korte termijnfestiviteiten en een voortdurende stedelijke ontwikkeling vaak fluïde. Hotels, stadions, parken en monumenten worden geïnstalleerd met als doel tijdens het evenement gebruikt te worden, maar ook daarna maken ze vaak deel uit van bredere stedelijke heroplevingsplannen (Greene, 2003).
Het nieuws dat Brazilië deze twee grote sportevenementen mocht organiseren werd dan ook met veel enthousiasme onthaald door de overheden, de grootste mediakanalen en grote delen van de bevolking. Er werden hoge verwachtingen op het vlak van economische groei, sociale ontwikkeling en een verbetering van het beeld van het land en de stad gecreëerd. De toenmalige Braziliaanse minister van sport, Orlando Silva, beloofde dat de Wereldbeker veel meer zou opbrengen dan betere stadions. De president van Brazilië, Luiz ‘Lula’ da Silva, deelde deze mening en gaf aan dat het organiseren van de Wereldbeker een manier was om aan te tonen dat Brazilië een groeiend land is met een stabiele economie. Bij zowel de Wereldbeker als de Olympische Spelen zou de modernisering van het land voorop staan. De evenementen zouden dienen als katalysatoren voor sociale ontwikkeling (Gaffney, 2010).
6
De internationale sportorganisaties FIFA en IOC kunnen zich ondertussen al een hele tijd als één van de machtigste globale spelers noemen. Als de eigenaars van de grootste megaevenementen zijn hun beslissingen omtrent de gastlanden voornamelijk gebaseerd op economische cijfers. Het recht om één van deze evenementen te mogen organiseren, wordt geveild. De kandidaatstellingen worden dan ook niet zonder reden ‘bid books’ genoemd. In deze documenten staat gedetailleerd beschreven aan welke voorwaarden het gastland of de gaststad moet voldoen. In het geval van kandidaatstellingen door opkomende of ‘treshold’ landen bestaat er de hoop dat het mega-evenement het stigma van onderontwikkeling zal weghalen en het land nadien bij de groep van geïndustrialiseerde staten kan horen (Greene, 2003).
Dit fenomeen waarbij evenementen worden aangetrokken om strategieën van stedelijke ontwikkeling te versnellen en de bekendheid van het land of stad op korte termijn te vergroten wordt door Häußermann en Siebel (1993) ‘festivalization of politics’ of door Steinbrink (2012) ‘globalisation of festivalization’ genoemd. Hiermee wijzen ze erop dat het organiseren van mega-evenementen moet gezien worden als een mechanisme voor het aantrekken van kapitaal in een periode van een intense globale competitie waar vooral stedelijk ondernemerschap centraal staat. Het neoliberalisme geldt hierbij als een van de grootste omkaderingen waarbinnen stedelijke ontwikkeling wordt begrepen (Hall, 2006). Sinds het moment dat Brazilië werd verkozen als gastland van de Wereldbeker en de Olympische Spelen, keken de internationale wereld, Braziliaanse politici en verschillende economische analisten dan ook uit naar de nieuwe mogelijkheden die deze evenementen zouden bieden. Bij de start van de voorbereidingen ontstonden echter de eerste vragen naar de impact van deze stedelijke interventies (Alves & Rogo, 2013).
De internationale literatuur onthult een groeiend scepticisme over de verbinding tussen megaevenementen en economische groei of ontwikkeling. Er wordt geconcludeerd dat er zeker enkele positieve economische impacts zijn, maar dat de stedelijke gevolgen vaak variabel, ambigu of zelfs onmerkbaar zijn. Het verschil tussen de echte en de voorspelde impact van mega-evenementen vormt de bron van heel wat literatuur. Hierbij worden de intenties van de overheid en de ultieme gevolgen voor de gewone Braziliaan onderzocht (Pillay & Bass, 2008).
Ook in dit onderzoek wordt hierop gefocust. In wat volgt wordt in het eerste deel weergegeven hoe mega-evenementen in de neoliberale omkadering passen. Nadien wordt de focus gelegd op het organiseren van mega-evenementen in ontwikkelingslanden. Na een
7
vergelijking tussen de organisatie in geïndustrialiseerde staten en de ontwikkelingswereld worden de algemene impacts van mega-evenementen op het gastland of de gaststad besproken. Er wordt hierbij een onderscheid gemaakt tussen de economische, fysieke, toeristische, politieke, socio-culturele en beveiligingsimpact. Bij elk van deze impacts wordt gefocust op de specifieke gevolgen op in het verleden georganiseerde mega-evenementen in zowel minder als meer ontwikkelde landen. Om deze impact weer te geven werd er uitsluitend gebruik gemaakt van wetenschappelijke literatuur. In het tweede deel wordt de kern van dit onderzoek besproken, namelijk de impact van mega-evenementen op Rio de Janeiro. Hierbij wordt er eerst een korte inleiding weergegeven over de geschiedenis van de stad, waarna de wereldbekende favelas beknopt worden besproken. Vervolgens worden de verschillende soorten impacts die in het eerste deel aan bod kwamen, getoetst aan de situatie in Brazilië en specifiek Rio de Janeiro. Nu we een jaar na de organisatie van de Wereldbeker zijn en een jaar voor de Olympische Spelen, zijn er heel wat gevolgen zichtbaar geworden. Om deze informatie te verkrijgen, werd er voornamelijk gebruik gemaakt internationale nieuwssites die de situatie ter plekke schetsten. Daarnaast zorgden blogs, geschreven door lokale inwoners, voor heel wat persoonlijke ervaringen die werden verwerkt in de besprekingen. Er moet hierbij opgemerkt worden dat het hier niet om wetenschappelijke literatuur gaat. Doordat de Wereldbeker slechts een jaar geleden plaatsvond en de Olympische Spelen nog moeten georganiseerd worden, is hier nog zeer weinig over geschreven. Het aanwenden van academische bronnen was in dit geval onmogelijk. De nieuwssites en blogs beschrijven voornamelijk de ervaringen van de lokale bevolking. Na de bespreking van deze impacts volgt er een kritische conclusie waarin de wetenschappelijke literatuur omtrent voorgaande mega-evenementen wordt vergeleken met de situatie in Rio.
8
2. Impact van mega-‐evenementen 2.1.
Mega-‐evenementen als neoliberale projecten?
Voor we een beschrijving kunnen geven van mega-evenementen als neoliberale projecten is het van belang het neoliberalisme zowel conceptueel als geschiedkundig te kunnen plaatsen. Hieronder wordt eerst een bondige bespreking gegeven van het neoliberalisme als ideologie, waarna het organiseren van mega-evenementen binnen deze omkadering verder wordt uitgediept. 2.1.1. Het neoliberalisme Harvey (2005) omschrijft het neoliberalisme als ‘a theory of political economic practices that proposes that human well-being can best be advanced by liberating individual entrepreneurial freedoms and skills within an institutional framework characterized by strong private property rights, free markets, and free trade’. De kern van deze interpretatie is voornamelijk toe te schrijven aan de Oostenrijkse economist Friedrick Hayak en de Amerikaanse econoom Milton Friedman, beide verbonden aan de universiteit van Chicago. Thatcher en Reagan voerden in Groot-Brittannië en de Verenigde Staten vrij agressieve programma’s van deze neoliberale herstructurering door in de jaren ’80. Meer matige vormen van het neoliberale beleid werden uitgevoerd in traditioneel sociaaldemocratische of christendemocratische landen. Door de schuldencrisis in de jaren ‘80 werden neoliberale programma’s globaal verspreid door invloed van de Verenigde Staten en andere G-7 staten om perifere en semi-perifere staten te onderwerpen aan de discipline van kapitaalmarkten. Organisaties zoals de General Agreement on Tariffs and Trade (GATT), de World Trade Organization (WTO), de Wereldbank en het Internationaal Monetair Muntfonds (IMF) werden getransformeerd in voortrekkers van een transnationaal neoliberalisme. Midden jaren ‘80 groeide het neoliberalisme uit tot de dominante politieke en ideologische vorm van kapitalistische globalisering. Bijna alle staten hebben, soms vrijwillig en anders als antwoord op drukkingsmechanismen, een versie van de neoliberale theorie omarmd en minstens enkele gerelateerde beleidsvormen en praktijken geïmplementeerd. De globale verspreiding van het neoliberalisme is echter zeer ongelijk verlopen: zowel op sociaal als op geografisch vlak zijn er qua institutionele vormen en socio-politieke gevolgen significante verschillen tussen de grote supraregionale zones in de wereldeconomie (Brenner & Theodore, 2002).
Brenner en Theodore (2002) duiden op het verschil tussen de neoliberale ideologie en het ‘actually existing neoliberalism’. De neoliberale ideologie verwijst naar markkrachten die werken volgens vaststaande wetten waar ze ook worden ‘losgelaten’. Om het ‘actually 9
existing neoliberalism’ te begrijpen, moet men ‘the path-dependent contextually specific interactions between inherited regulatory landscapes and emergent neoliberal, marketoriented restructuring projects at a broad range of geographical scales’ (Brenner & Theodore, 2002:351) analyseren. Door de afhankelijkheid van de context varieert de uitvoering van het neoliberalisme op verschillende plaatsen.
Verder voegen de auteurs hier aan toe dat enerzijds het neoliberalisme tracht een ‘utopia’ te creëren van vrije markten die bevrijd zijn van alle vormen van staatsinterventie, maar het in de praktijk toch een intensifiëring van drukkende en disciplinaire vormen van staatsinterventie met zich meebrengt om de marktregels te kunnen laten gelden in alle aspecten van het sociale leven. Anderzijds impliceert de neoliberale ideologie dat zelfregulerende markten zullen leiden tot een optimale toewijzing van investeringen en middelen, terwijl het neoliberale beleid in de praktijk toch voor een intens falen van de markt, nieuwe vormen van sociale polarisering en een intensifiëring van een ongelijke ontwikkeling in alle ruimtes heeft gezorgd. Gill (1995:407) geeft hierbij aan dat de neoliberale shift in de overheidsplannen tot doel heeft om de meerderheid van de populatie te onderwerpen aan de macht van de markt, terwijl men een sociale bescherming voorziet voor de sterksten. Het onderscheid tussen de ideologie van zelfregulerende markten en de alledaagse realiteit en voortdurende economische stagnatie is zeer duidelijk in net die politiek-economische contexten waarin neoliberale doctrines het meest uitgebreid werden ingevoerd. De grote verschillen die gepaard gingen met de wereldwijde invoer van het neoliberalisme – tussen ideologie en praktijk, doctrine en realiteit, visie en gevolg – zijn niet voornamelijk toevallige zijeffecten van het project waarbij men aan marktcivilisatie doet (Gill, 1995). Ze worden gezien als de meest essentiële kenmerken van de ideologie. Peck en Tickell (1994) besluiten hierbij dat het neoliberale project eerder kan gezien worden als een proces van neoliberalisering in plaats van een eindstadium of ‘ism’.
2.1.2. De rol van mega-‐(sport)evenementen In
de
late
20ste
eeuw
integreerde
de
sport-media-business
zich
met
het
ontwikkelingsperspectief in termen van een uitbreiding van het private kapitaal en persoonlijke consumptie, wat leidde tot een verduidelijking van de relatie tussen het neoliberale model en mega-evenementen. Cookley en Souza (2013) geven aan dat, onder een neoliberale definitie van ontwikkeling, overheden, bedrijven en sportentiteiten samenwerken om het gebruik van publieke fondsen voor mega-evenementen te legitimeren. Dit vindt plaats door het gebruik van een duidelijk sport-voor-ontwikkeling-narratief waarin de voordelen voor het publieke goed gecombineerd worden met een marktgeoriënteerde strategie voor
10
nationale en stedelijke ontwikkeling. Mega-evenementen maken dus deel uit van een bepaalde context waar nieuwe voorwaarden worden gecreëerd voor kapitaalsreproductie en – accumulatie, waar financiële stromen worden toegewezen en waar consumptie centraal staat. Dit wordt gemarkeerd door een relatie tussen publieke en private sectoren aangezien overheden interveniëren volgens de logica van private en bedrijfsbelangen. Flyvbjerg (2005) suggereert dat de machtige actoren diegene zijn die verschillende aspecten van ontwikkelingsprojecten delegeren en hen gebruiken voor hun eigen belangen.
Mega-evenementen worden binnen de neoliberale omkadering aangetrokken om een sleutelrol te spelen in de stedelijke en regionale marketing, te zorgen voor een promotie van het toerisme en te fungeren in de bredere stedelijke en regionale ontwikkelingsstrategieën (Hall, 2006). Terwijl het vaststaat dat grootschalige evenementen één van de meest zichtbare en meest aanwezige heroplevingsstrategieën zijn van stedelijke elites in hun zoektocht naar economische groei en competitiviteit, valt het eveneens op dat deze alternatieve vorm van stedelijk beleid nieuwe politieke en economische elites produceert op lokaal, regionaal, nationaal en globaal niveau. Mega-evenementen worden gezien als katalysatoren van politieke verandering op lokaal, regionaal en internationaal niveau (Swyngedouw, Moulaert & Rodriguez, 2002).
Harvey (2005) beschrijft verder vier kenmerken van de neoliberale staat in de praktijk. Ten eerste bezit de staat een activistische rol waarbij het creëren van een goed ondernemersklimaat en het zich gedragen als een sterke competitieve entiteit in de globale politiek centraal staat. Het organiseren van een mega-evenement wordt hierbij als de uitgelezen kans beschouwd. Ten tweede speelt het ‘authoritarianism’ een belangrijke rol door het gebruik van dwingende wetgeving en beleid. Om ontwikkeling door het evenement te waarborgen, wordt er voorzien in specifieke wetgeving en regulatie. Verschillende vooraf opgestelde beleidsplannen en – praktijken worden verlaten. Ten derde vindt er een regulering van het financiële aspect plaats zodat de chronische economische instabiliteit van voor het evenement afneemt. Ten slotte streeft men binnen de neoliberale staat naar een reconstructie van de sociale solidariteit met het oog op de verlichting van de sociale anomie die werd veroorzaakt door de neoliberale hervormingen.
Flyvbjerg (2005) onderzocht ten slotte meer dan 100 projecten in 20 landen waarbij hij zich afvroeg welke criteria bepalen dat het project wordt uitgevoerd. Hij stelt vast dat niet noodzakelijk de beste plannen worden gefinancierd, maar eerder de projecten waarbij de voorstanders er het best in slaagden een fantasiewereld te creëren. Projectontwikkelaars
11
maken gebruik van de Machiavelliaanse formule waarbij de onderschatte kosten, overschatte inkomsten,
ondergewaardeerde
omgevingsimpacts
en
overgewaardeerde
regionale
ontwikkelingsgevolgen worden opgeteld en leiden tot de goedkeuring ervan. De uitkomst bekijkt hij als een ‘survival of the unfittest’. Wanneer tijdens de uitvoering van het project de realiteit de fictie verslaat, leidt dit vaak tot hoge kosten, veel vertragingen, hoge schulden en negatieve gevolgen voor de omgeving en sociale relaties. Terwijl vele projectontwikkelaars geloven dat hun plan de samenleving bevoordeelt, volgt het project niet altijd het patroon van de vooropgestelde kosten en voordelen. Vaak beginnen de kosten op te lopen nadat projecten goedgekeurd werden waardoor belastingbetalers of investeerders overblijven met hoge rekeningen. Elk project kost vaak miljoenen of biljoenen waardoor bij uitvoering heel wat mensen, ingenieurs, bankiers, landeigenaars, arbeiders, enzovoort, kunnen profiteren. Daarnaast
trekken
steden
die
een
megaproject
uitvoeren
investeringen
en
infrastructuurwerken aan die anders elders zouden plaatsvinden. Daardoor ontstaat volgens Flyvbjerg ‘een cultuur van verdoken leugens’. Eens politici, stakeholders en de media de vooropgestelde kosten en voordelen bekijken als harde feiten, volgen de projecten elkaar op. Uiteindelijk beginnen de hoofdpersonen in hun eigen misleidingen te geloven. Sommige auteurs argumenteren ten slotte dat geen enkel project zou uitgevoerd worden zonder enige vorm van desillusie omtrent de kosten en voordelen die ermee gepaard gaan.
2.2.
Mega-‐evenementen in ontwikkelingslanden
Er was een tijd dat internationale sportautoriteiten, zoals FIFA en IOC, staten moesten overtuigen om hun grote sportevenementen, de Wereldbeker en de Olympische en Paralympische Spelen, te organiseren. In de laatste drie decennia zien we echter een toegenomen politieke focus op sport. Dit heeft geleid tot een situatie waarbij vandaag bijvoorbeeld Groot-Brittannië meer dan 17 miljoen pond (26,5 dollar) wil spenderen aan een poging om de sportevenementen naar zich toe te halen. Tot vrij recent werden deze evenementen vooral georganiseerd door rijke Westerse staten, maar vandaag vervoegen grote ontwikkelingslanden hen (Grix & Lee, 2013). Het organiseren van mega-evenementen in geïndustrialiseerde landen verschilt echter enorm van de organisatie in ontwikkelingslanden. Ten eerste liggen de investeringen voor infrastructuurwerken veel hoger in ontwikkelingslanden. Doordat er strikte voorwaarden worden opgesteld door FIFA en IOC, en deze landen met een veel grotere achterstand vertrekken dan geïndustrialiseerde landen, zal er meer geïnvesteerd moeten worden om te kunnen voldoen aan de eisen. Zo moest Frankrijk in 1998 slechts enkele stadions opknappen
12
en één nieuw bouwen om te voldoen aan de eisen van de sportautoriteiten, terwijl Zuid-Korea in 2002 vanaf nul moest starten en tien nieuwe voetbalstadions opzette. Daarnaast zorgen deze investeringen in stadions, beveiliging en andere infrastructuur voor minder budget op andere vlakken. Zo spendeerde de Nigeriaanse overheid 330 miljoen dollar aan een nieuw stadion, terwijl dit bedrag veel hoger lag dan de jaarlijkse uitgaven voor welzijn en onderwijs (Baumann & Matheson, 2013).
Ten tweede kunnen ontwikkelde landen meestal meer fans naar mega-evenementen halen aangezien de lokale bevolking in ontwikkelingslanden de hoge ticketprijzen vaak niet kan betalen.
Daarnaast
staan
buitenlandse
toeristen
vaak
afkerig
ten
opzichte
van
ontwikkelingslanden door de angst voor criminaliteit, een gebrekkige infrastructuur of een lagere kwaliteit van accommodatie. Tijdens de Wereldbeker in Zuid-Korea bleven er twee keer meer stoelen ongevuld dan deze in Japan (Grix & Lee, 2013).
Ten derde is het van belang om de economische impact van het evenement op lange termijn in de twee contexten te meten. Aangezien sport en entertainment luxegoederen zijn, zal het gebruik van de nieuwe sportinfrastructuur lager liggen in ontwikkelingslanden. In ZuidAfrika worden maar enkele stadions geregeld verhuurd, waarbij de spelende teams zelden een groot aantal toeschouwers aantrekken. In meer geïndustrialiseerde landen vinden achteraf vaak veel meer sportevenementen plaats waardoor de infrastructuur regelmatiger gebruikt wordt (Baumann & Matheson, 2013).
Ten slotte worden mega-evenementen vaak gelinkt aan en gezien als een bewijs voor een ontwikkelingsstrategie voor de landen in het Zuiden. De organisatie maakt op deze manier deel uit van nationale en internationale ontwikkelingsplannen. In de internationale literatuur groeit echter het scepticisme over het feit dat het organiseren van mega-evenementen zou kunnen zorgen voor positieve resultaten op economisch vlak of een duidelijke ontwikkeling. Er zijn drie categorieën critici terug te vinden binnen de wetenschappelijke literatuur: de eerste groep auteurs suggereert dat de toename in uitgaven die direct verbonden is aan het evenement eerder een bruto-berekening in plaats van een nettoresultaat zou zijn. Zo zou de enorme toename in uitgaven tijdens het evenement automatisch zorgen voor een vermeerdering in uitgaven na het evenement, wat voor problemen kan zorgen. Ten tweede wordt geponeerd dat mega-evenementen de reguliere zakelijke toeristen in een bepaalde regio weghoudt. In dit geval zouden zakenmensen de regio’s waarin het evenement plaatsvindt vermijden. Ten derde argumenteren onderzoekers en critici dat deze mega-evenementen voor een neoliberale omwenteling zorgen waarbij de kapitaalsaccumulatie wordt bevoordeeld ten
13
koste van de sociale zekerheid. Dit heeft de grootste gevolgen in ontwikkelingslanden (Baumann & Matheson, 2013). Toch zijn er ook heel wat voordelen verbonden aan het organiseren van mega-evenementen in ontwikkelingslanden. Ten eerste zorgen de lage lonen ervoor dat er veel goedkoper aan infrastructuurwerken kan worden gedaan en veiligheidsagenten kunnen worden ingezet. Lage lonen kunnen ervoor zorgen dat men lagere prijzen kan vragen aan lokale inwoners, maar verhinderen niet dat men rijke buitenlandse bezoekers hoge prijzen voor verblijf, maaltijden en tickets kan aanrekenen (Greene, 2003). Ten tweede zorgt de grote aanwezigheid van werkloze of onderbetaalde werkkrachten voor een belangrijk voordeel. Een hoge werkloosheid in het gastland vermindert de arbeidsmigratie waardoor de kans groter wordt dat de inkomsten die voortvloeien uit het evenement rechtstreeks terecht komen in de lokale gemeenschap. Tijdens de Spelen van 1996 in Atlanta was er een volledige tewerkstelling waar te nemen binnen de stad. De tijdelijke vraag naar arbeidskrachten tijdens deze periode zorgde voor de migratie van arbeiders vanuit andere regio’s. Nadat de Spelen waren afgelopen keerden deze tijdelijke werknemers terug naar huis en namen ze hun verdiensten mee (Baade & Matheson, 2014). Ten derde zorgt de organisatie van mega-evenementen niet enkel voor sportinfrastructuur maar ook andere accommodaties die eventueel ook na het evenement gebruikt kunnen worden. De organisatie van mega-evenementen zorgt ervoor dat terughoudende politici worden gestimuleerd om investeringen te laten plaatsvinden in algemene infrastructuur die later voor economische groei kan zorgen. Aan deze vernieuwde gebouwen, transport en wegen is vaak meer nood in ontwikkelingslanden dan in geïndustrialiseerde landen (Baade & Matheson, 2014). Ten slotte toont de literatuur aan dat wanneer de evenementen plaatsvinden in ontwikkelingslanden het gastland kan aantonen dat het de internationale rechtsnormen respecteert. Naast een verbetering van het imago van de organiserende stad of regio waar het door fysieke verbeteringen wordt voorgesteld als een gastvrije locatie voor toerisme en vrijetijdsbesteding, kunnen mega-evenementen in ontwikkelingslanden helpen toeristen en potentiële investeerders te verzekeren dat men de mensenrechten en de rechtsstaat respecteert (Greene, 2003).
14
2.3.
De verschillende impacts
Wanneer in de literatuur de impact van mega-evenementen wordt gemeten, wordt er vaak op dezelfde impacts gefocust (Duminy & Luckett, 2012; The Higher Education Academy, 2007; Preuss & Solberg, 2007). In deze paper wordt er, net zoals in de internationale literatuur, de focus gelegd op de economische, de fysieke, de toeristische, de politieke en socio-culturele impact. Daarnaast wordt er dieper ingegaan op de gevolgen voor de beveiliging van de stad. Bij de eerste kennismaking met de mega-evenementen in Rio de Janeiro viel het meteen op dat de beveiligingsimpact niet over het hoofd mocht gezien worden. Deze wordt dan ook als laatste uitgebreid besproken.
2.3.1. Economische impact Als belangrijkste motivatie voor het organiseren van mega-evenementen wordt vaak de positieve impact op de lokale economie en het daaruit volgende verbeterde profiel van het gastland weergegeven. Volgens Cromton (1994) wordt de economische impact omschreven als ‘the net economic change in the host community that results from spending attributed to the event’ (Cromton, 1994:33). Hiermee bedoelt hij dat de directe verdiensten van het evenement, zoals ticketverkoop, televisierechten en sponsorcontracten, niet altijd zullen bijdragen
tot
economische
ontwikkeling
aangezien
deze
geldstromen
vooral
de
organisatorische kosten van het evenement dekken. De werkelijke economische bijdragen van mega-evenementen zijn eerder de mogelijkheden die het evenement de stad of regio biedt waardoor men investeringen en commerciële activiteiten aantrekt zodat er nieuwe jobs worden gecreëerd. Om het evenement te laten plaatsvinden worden er zowel publieke fondsen ingeschakeld als private bedrijven betrokken. De verwachte jobcreatie en de publieke en private investeringen worden hieronder verder uitgediept. Jobcreatie Door zowel overheden als sportautoriteiten wordt het uitgeroepen: het organiseren van megaevenementen staat gelijk aan de creatie van talrijke jobs. Vooral voor ontwikkelingslanden vormt de economische ontwikkeling met de creatie van jobs één van de belangrijkste motivaties om mega-evenementen te organiseren (Riegel, 2010). Zo zullen er voornamelijk mensen tewerkgesteld worden die op een directe manier meehelpen met de organisatie van het evenement. In de voorbereiding worden talrijke arbeiders ingeschakeld aangezien er enorm veel infrastructuurwerken moeten worden uitgevoerd. Maar ook de indirecte sectoren zoals toerisme en kleinhandel hebben tijdens het evenement nood aan heel wat extra werkkrachten. Hoewel het zeker is dat er jobs worden gecreëerd, kunnen er zich vragen
15
gesteld worden bij de kwaliteit en de duur ervan (Malfas, Theodoraki & Houlihan, 2004). Er moet worden nagegaan of de lokale bewoners kunnen profiteren van het evenement en of dit ook zo blijft nadat de festiviteiten zijn afgelopen (Horne, 2007). Schimmel (1995) concludeert in zijn onderzoek dat mega-evenementen voor jobs zorgen die vaak deeltijds of zeer laag betaald zijn. Terwijl er vooral jobopportuniteiten zijn voor laaggeschoolde arbeidskrachten tijdens de opbouw van het evenement zijn deze vooral van korte termijn waardoor ze zeer weinig bijdragen aan de werkloosheidscijfers van het gastland en slechts een beperkte impact hebben op de gemeenschappen die in armoede en ellende leven (Pillay & Bass, 2008). Ook Miguelez en Carrasquer (1995) besloten na een onderzoek omtrent de Olympische Spelen in Barcelona dat er maar een beperkt aantal permanente jobs werd voorzien naast een heleboel tijdelijke functies. In een studie over de Spelen in Atlanta in 1996 concludeerden Baade en Matheson (2011) dat er tussen 3.500 en 42.000 jobs werden gecreëerd, terwijl de organiserende comités een toename van 77.000 jobs hadden voorspeld. De creatie van jobs tijdens
de
Wereldbeker
in
Zuid-Afrika
had
geen
significante
impact
op
de
werkloosheidscijfers. Vele van deze nieuwe functies waren tijdelijk en gericht op laaggeschoolde
arbeiders.
Zo
zorgde
de
infrastructuurwerken
voor
een
hoge
snelheidsrailproject voor 90.000 jobs tijdens de constructie, maar slechts 3.000 permanente jobs nadat het project klaar was. Er werd berekend dat vier op vijf evenementgerelateerde arbeiders terug op straat stond na de Wereldbeker (Riegel, 2010). Publieke en private investeringen De enorme input van publieke fondsen in het evenement is een zegen voor ontwikkelaars die onder normale omstandigheden zeer moeilijk het volledige project zouden kunnen volbrengen door de onbetaalbaarheid ervan of bureaucratische vertragingen. De drijvende kracht achter deze mega-evenementen wordt
door Gaffney (2010) ‘versnelde ontwikkeling’ genoemd
waarbij kritiekloos publiek geld in private winstgevende neoliberale droomwerelden wordt gepompt. Democratische processen komen op de achtergrond te staan, de publieke ruimte wordt gemilitariseerd en stedelijke plaatsen worden geherstructureerd volgens de regels van het globale kapitaal.
Hoewel de argumentatie bestaat dat publiek geld mag gebruikt worden voor wat de door de bevolking verkozen overheid beslist, rijst de vraag of burgers volgens deze logica bij een mislukt evenement nadien ook meer belastingen moeten betalen om de veroorzaakte schulden af te lossen (Malfas, Theodoraki & Houlihan, 2004). Het spenderen van publieke fondsen aan evenementen is vaak het belangrijkste onderwerp van klagen. Publieke investeringen in projecten betekent dat een deel van het budget niet wordt gespendeerd aan andere publieke voorzieningen en niet in regio’s waar het evenement niet plaatsvindt, een probleem dat zeer
16
ernstig wordt wanneer de kosten escaleren (Baade & Matheson, 2004). Een beperking van het budget raakt vooral diegenen die het minst kunnen genieten van de voordelen van de megaevenementen: de stedelijke armen en de inwoners van districten die ver weg liggen van de stad (Whitson, 2004). De sociale gevolgen verbonden aan mega-evenementen zijn zeer belangrijk en de internationale literatuur maakt duidelijk dat negatieve sociale impacts niet beperkt zijn tot de ontwikkelingslanden (Pillay & Bass, 2008). Critici herhalen dat het financieren van mega-evenementen terwijl mensen voedsel te kort hebben een dubieuze keuze van het gebruik van publieke bronnen is (Duminy & Luckett, 2012).
Toch kan men niet zonder de steun van publieke fondsen. Het plaatsen van een succesvol bod op de organisatie van het mega-evenement zonder de steun van de overheid is niet mogelijk aangezien de organisatie steeds afhankelijk blijft van publieke sponsoring. Ondanks het feit dat evenementen tegenwoordig volledig kunnen gefinancierd worden door de private sector, blijven ze afhankelijk van de geldstromen van de lokale en nationale overheden, aangezien private financiële steun gelimiteerd en onstabiel is. Dit houdt in dat de lokale overheid, als de machtigste stakeholder, kan beslissen of een stad zal bieden op een mega-evenement. De interacties tussen lobbygroepen en de overheid spelen hierbij een grote rol (Pomfret, Wilson & Lobmayr, 2009). In het algemeen worden mega-evenementen gefinancierd door zowel publieke als private investeringen zodat er financiële duurzaamheid wordt gewaarborgd (Varrel & Kennedy, 2011). Naast de investeringen van lokale bedrijven wordt de mogelijkheid voor externe firma’s om hun producten te verkopen vergroot tijdens de organisatie van het evenement. Dit kan ervoor zorgen dat lokale bewoners niet echt kunnen profiteren van de toegenomen financiële voordelen. Verschillende grote internationale bedrijven krijgen toegang tot belangrijke locaties binnen de stad, waar lokale bedrijven veel minder grip op hebben (Owen, 2005). Dit houdt in dat veel verdiensten vloeien naar bedrijven die niet permanent deel uit maken van de lokale economie. Een voorbeeld hiervan is dat wanneer de lokale economie bijna alle beschikbare werkkrachten opneemt, hotels en restaurants die extra personeel nodig hebben om met het toegenomen aantal toeristen om te gaan, gebruik zullen maken van buitenlandse werkkrachten. Hierdoor zal een lagere proportie van de lonen die worden uitbetaald terecht komen in de lokale economie (Barclay, 2009). Daarnaast bezit FIFA een firma die exclusief voor de accommodatie zorgt en geregistreerd is in Groot-Brittannië waardoor een groot deel van de inkomsten uit de verhuur van accommodatie niet in het gastland zal blijven (Riegel, 2010).
17
De voordelen van het bouwen van stadions en andere bredere activiteiten komt vaak slechts een kleine groep van private ondernemers te goede, zoals bouwbedrijven, leveranciers en media- en reclamebedrijven. Diegene die niet kunnen profiteren zijn populaties die werden getroffen door de stijgende vastgoedprijzen en diegene wiens levenskwaliteit afhangt van goed functionerende diensten, voornamelijk stedelijke en rurale armen (Riegel, 2010).
Recente ervaringen tonen ten slotte aan dat private zakelijke belangen zich vooral focussen op het management van het evenement, waardoor dit de overheden voor grote uitdagingen plaatst. De delegatie van autoriteit en beslissingsmacht van publieke instituties (nationaal, regionaal en lokaal) naar private actoren kan zowel de transparantie als accountability aantasten. Daarnaast moet er door het plannen van grote projecten met een strikte deadline zeer snel beslissingen worden genomen. Hierdoor kunnen er inbreuken op de mensenrechten (uithuiszettingen met een gebrek aan rechtsmiddelen), de bestaande wetgeving (schenden van financiële eigendomsrechten), de ecologische duurzaamheid (uitvoeren van ecologisch fragiele projecten) en de democratie (een gebrek aan publieke consultatie) plaatsvinden (Varrel & Kennedy, 2011). 2.3.2. Toerisme Naast de creatie van talrijke jobs zouden mega-evenementen zorgen voor een boost in de toerisme-industrie. Zo toont de studie van Fourie en Santana-Gallego (2010) aan dat het toerisme logischerwijze toeneemt in het jaar waarin het evenement plaatsvindt. Ze concluderen na een evaluatie van zes mega-evenementen dat het toerisme in het volledige jaar van de festiviteiten steeg met gemiddeld 8 %. Vanuit toeristisch perspectief bekeken zijn ze ervan overtuigd dat het organiseren van mega-evenementen zeer voordelig is. De impact op lange termijn wordt omschreven door Baumann en Matheson (2008) die aangeven dat megaevenementen zorgen voor een verbeterde nationale en internationale uitstraling. Hierdoor zullen sportfans die genoten hebben van hun bezoek aan de stad eventueel later terugkomen naar de regio. Zuid-Afrika kon in 2010 rekenen op meer dan 300.000 toeristen. FIFA publiceerde een studie waarin de meerderheid van de toeristen aangaf de regio later nog meer te
willen
verkennen.
Verder
zouden
de
respondenten
allemaal
het
land
als
vakantiebestemming aanprijzen bij vrienden en kennissen (FIFA, 2010). Twintig jaar na de Spelen in Barcelona is de stad uitgegroeid tot de vierde meest bezochte stad in Europa (Matheson, 2012). Daarnaast kunnen zakelijke bezoekers beslissen hoofdzetels van bedrijven of andere investeringen te focussen in de stad. Televisiekijkers kunnen worden overtuigd een vakantie te plannen naar de stad door wat ze gezien hebben van de regio op tv. Tenslotte
18
wordt er een algemeen internationaal beeld van de stad weergegeven als wereldstad en aantrekkelijke vakantiebestemming (Baumann & Matheson, 2008). De media kan tijdens het evenement enorm bijdragen aan de erkenning van het gastland als toeristische bestemming op lange termijn. Om de economische voordelen na het evenement te verzekeren is er nood aan een strategische planning die de aantrekkingskracht van de stad of regio vergroot (Hall, 2006). Hiervoor is het van belang dat het beeld of het merk van de regio wordt verbeterd en internationaal wordt verspreid. In toeristische folders en reclame worden kenmerken van het evenement geaccentueerd. Er vindt een ‘branding’-procedure plaats waarbij het merk van het evenement wordt geïntegreerd met dit van het gastland of -stad, de organiserende comités (zoals FIFA of IOC) en de grootste sponsors (Xing & Chalip, 2006). De Wereldbeker in Zuid-Afrika zou ervoor gezorgd hebben dat het bewustzijn omtrent het land als vakantiebestemming met 9% vergroot werd. Hierdoor zouden er 35% meer mensen het land in de nabije toekomst willen bezoeken (South African Tourism, 2010). Toch wordt de organiserende stad niet altijd in een goed daglicht geplaatst. Het corruptieschandaal tijdens de Winterspelen in 2002 in Salt Lake City zorgde ervoor dat de reputatie van de stad niet verbeterde. Ook de beeldvorming omtrent de gaststeden München en Atlanta werd aangetast door de terroristische gebeurtenissen tijdens de Spelen (Matheson, 2012). De toestroom van toeristen zorgt verder voor opportuniteiten voor private bedrijven. Om de bezoekers op een veilige manier naar het evenement te krijgen, moeten er vaak verbeteringen van het publieke transport, wegen, luchthavens en beveiliging plaatsvinden. Er worden private ondernemers ingehuurd die gecombineerd met extra subsidies van de overheid ervoor zorgen dat de stad aantrekkelijker gemaakt wordt. De verbeterde infrastructuur kan naast toeristen ook andere ondernemers aantrekken en nieuwe jobs creëren (Preuss & Solberg, 2007). Andere auteurs zien naast de positieve effecten van het evenement op het gastland echter ook beperkingen. Aangezien de meerderheid van de evenementen wordt georganiseerd in grote steden die vaak al heel wat toeristen over de vloer krijgen, kan er congestie optreden. Hierbij beslissen de niet in sport geïnteresseerde toeristen de stad op het moment van het evenement niet te bezoeken. De sporttoeristen verdringen de reguliere bezoekers waardoor men in totaal evenveel of zelfs minder toeristen telt dan voor het evenement. De gestegen prijzen, beperkingen in accommodatie en transport, veiligheidsrisico’s of andere persoonlijke voorkeuren spelen hierbij een rol (Fourie & Santana-Gallego, 2010). Een voorbeeld hiervan is de impact van de Wereldbeker op Zuid-Korea waarbij het totale aantal buitenlandse bezoekers tijdens het evenement identiek was aan dezelfde periode in het jaar voordien.
19
Tijdens de Spelen in Beijing kreeg men te maken met hetzelfde fenomeen (Matheson, 2012). Men spreekt hier over ‘crowding out effects’ (Barclay, 2009).
2.3.3. Fysieke impact Met de impact op de fysieke kenmerken van het gastland of –stad verwijzen we logischerwijze naar de gevolgen voor de bestaande en nieuw gebouwde infrastructuur. Daarnaast speelt de impact op het milieu steeds meer een belangrijke rol. Beide domeinen worden hieronder besproken. Infrastructuur Naast de impact op economisch vlak, creëren mega-evenementen ook opportuniteiten voor het verbeteren van de fysieke omgeving van de gaststad. De sportevenementen vereisen vaak nieuwe gebouwen of de restauratie van reeds bestaande faciliteiten, zoals stadions. Maar ook infrastructurele verbetering die niet op een directe manier verbonden is aan het evenement is vaak noodzakelijk. Het grote aantal deelnemers, officials en toeristen vragen de constructie van nieuwe wegen en een verbetering van het publieke transportnetwerk. Daarnaast ontstaan er nieuwe faciliteiten voor vrijetijdsbesteding, commerciële centra en nieuwe aantrekkelijke open plaatsen in de stad. Op deze manier moet de fysieke aantrekkingskracht van de stad of regio worden verbeterd. Net zoals hierboven aangegeven is er een duidelijk verschil waar te nemen tussen de hoeveelheid infrastructuur die moet gebouwd worden in ontwikkelde en ontwikkelingslanden. Voor de Wereldbeker in Zuid-Afrika werd er volgens de regering 1,1 biljoen dollar gespendeerd aan voetbalstadions. In de Verenigde Staten moest er maar 30 miljoen dollar geïnvesteerd worden omdat de bestaande stadions meer dan voldeden aan de kwaliteitseisen van FIFA. De Spelen in Los Angeles zorgden voor grote winsten voor de organisatoren doordat de bestaande faciliteiten gebruikt konden worden (Matheson, 2012). Hoewel infrastructurele verbeteringen zeer positief kunnen zijn voor de economische ontwikkeling van het gastland, moet er aandacht besteed worden aan de processen die met deze infrastructuurwerken gepaard gaan. Het spenderen van miljoenen of biljoenen dollars in sportinfrastructuur enkel en alleen om het excuus of de politieke wil te hebben om ook nonsportinfrastructuur te kunnen bouwen wordt door Baumann en Matheson (2013) omschreven als een second-best economische strategie. Publiek kapitaal zou veel beter besteed kunnen worden als overheden redelijke keuzes maken zonder dat er een mega-evenement zit aan te komen. Lenskyj (2002) concludeert daarnaast dat de strikte deadlines voor de werken er vaak voor zorgen dat lokale politici afwijken van het normale bouwproces door sociale of milieuwetgevingen te overtreden en de uitkomsten van publieke hoorzittingen naast zich neer te leggen. Verder kunnen door de grote aandacht voor de infrastructuurwerken die verband
20
houden met het evenement andere openbare werken worden afgelast of vertraagd. Het is daarnaast ook mogelijk dat wanneer het evenement dichterbij komt, het gastland zich voornamelijk zal richten op de sportinfrastructuur die zeker moet klaar zijn tegen het evenement waardoor men de niet-sportinfrastructuur - die na het evenement net voor economische groei kan zorgen - eerder wordt verwaarloosd (Baumann & Matheson, 2013). Verder zullen kleine regio’s vaak minder publiek geld voor nieuwe infrastructuur ontvangen in de voorbereiding van het evenement omdat een groot deel van de fondsen wordt geïnvesteerd in de grote steden (Malfas, Theodoraki & Houlihan, 2004).
Vooral voor ontwikkelingslanden is het risico groot dat nieuwe infrastructuur na het evenement niet meer wordt gebruikt. Deze overgebleven stadions en andere gebouwen worden ook wel ‘white elephants’ genoemd, verwijzend naar de enorme kosten en beperkte voordelen die gepaard gaan met het behoud ervan. Dit kan uiteindelijk leiden tot grote financiële problemen. Hoewel deze nieuwe infrastructuur zou kunnen zorgen voor een verbetering van de levenskwaliteit van lokale inwoners of een aantrekkingskracht voor toeristen, zien we dat nieuwe luchthavens, transportnetwerken of hotelkamers vaak ongebruikt blijven in de periode na het evenement (Solberg, 2014). In Noorwegen werden bijvoorbeeld twee grote luxehotels - die werden gebouwd voor de Winterspelen - meteen na het evenement failliet verklaard (Baumann & Matheson, 2013). In Japan werd voor de Spelen wijdverspreid duidelijk gemaakt dat de nieuwe moderne sportinfrastructuur zowel een positieve impact zou hebben op het leven van de lokale populatie als dat ze een verbetering van het beeld van de provincies zou teweegbrengen. De nieuwe stadions zouden gebruikt kunnen worden door jongerenteams wat de integratie van Japanners uit lageinkomstenbuurten zou vergroten. Na het evenement kwam echter weinig van deze voorspellingen uit. Voetbalstadions werden vooral gebruikt door professionele teams en concerten in plaats van jongeren en de rest van de bevolking. De vooraf opgestelde sociale doelstellingen, zoals de migratie van achtergestelde wijken naar de grote steden of eenvoudigweg de verbetering van de leefsituatie van de Japanse bevolking, werden tot nu toe nog lang niet bereikt (Manzenreiter & Horne, 2005). Ook in Zuid-Korea moesten enkele van de tien nieuwe stadions na de Wereldbeker in 2002 weer worden afgebroken omdat ze niet gebruikt werden (Riegel, 2010). In vele gevallen bestaat de nieuwe sportinfrastructuur uit zeer specifieke faciliteiten die maar beperkt kunnen ingenomen worden na het evenement (Matheson, 2006). Ruim een decennium na de Zomerspelen in Athene wordt de nieuw gebouwde infrastructuur amper gebruikt. Hoewel de voormalige Minister van Financiën blijft volhouden dat het evenement voor een economische groei zorgde, worden de Spelen beschouwd als één van de oorzaken van de financiële crisis van het land. Anno 2015 is
21
Athene volgebouwd met sportinfrastructuur die geen enkel rendement opbracht en niet onderhouden werd (De Vleeschauwer, 2015). In Duitsland worden de twaalf stadions die dienden voor de Wereldbeker wel nog regelmatig gebruikt. Doordat de Bundesliga hier kan plaatsvinden, zorgen ze voor voldoende rendement (Matheson, 2012). Baade en Matheson (2004) concluderen dat een evenement enkel een positief blijvend effect heeft wanneer de nieuwe infrastructuur symbiotisch kan bestaan binnen de reeds bestaande lokale economie. Het is vaak moeilijk om specifieke sportinfrastructuur na het evenement te gebruiken voor andere doeleinden. Toch transformeerde men tijdens de Spelen in Los Angeles en later in Atlanta de huisvesting voor atleten in studentenkoten en andere verblijfsplaatsen (Matheson, 2012). Milieu-‐impact Beleidsmakers zijn steeds meer begaan met de milieu-impact van mega-evenementen in hun land. Er zijn grotere regionale noden ontstaan voor ecologisch bewuste projecten naar aanleiding van de lokaal en nationaal opgestelde duurzame ontwikkelingsdoelen (Collins et al., 2007). Zo ontwikkelden de organisatoren van de Olympische Winterspelen in 1994 in Lillehammer een milieuactieplan en ook tijdens de Olympische Spelen in Sydney in 2000 werden belangrijke stappen genomen in het organiseren van de eerste ‘Green Games’ (Collins & Flynn, 2008).
Ondanks deze inspanningen blijkt dat mega-evenementen een groot potentieel hebben om voor een negatieve impact te zorgen op het ecosysteem. Zo heeft vooral het toerisme dat gepaard gaat met de mega-evenementen slechte gevolgen op het vlak van duurzaamheid. Er worden meer emissies, een intensiever gebruikt van bronnen (land en energie) en een grotere bijdrage tot het verlies van biodiversiteit waargenomen (Hall, 2012).
Daarnaast zorgt de hoge consumptie van water en energie tijdens het evenement en het transport, vooral vliegverkeer door buitenlandse toeristen, voor een grote negatieve ecologische impact. Schmied et al. (2007) geven aan dat tijdens alle grote sportevenementen in Duitsland in 2005 transport verantwoordelijk was voor 90 % van de ontstane broeikasgassen. De impact op milieuvlak kan verder verschillen tussen meer en minder ontwikkelde landen. Volgens Pellegrino et al. (2010) was de ecologische voetafdruk van de Wereldbeker in Zuid-Afrika negen keer groter dan tijdens de Wereldbeker in Duitsland en dubbel zo groot dan tijdens de Olympische Spelen in Beijing. Deze enorme hoeveelheid broeikasgassen werden toegeschreven aan de grote hoeveelheid verkeer tijdens het evenement van zowel deelnemers als fans en de grote afstand tussen de organiserende steden. Een andere factor die bijdroeg was de fysieke structuur van de steden. Elektriciteitsvoorziening in Zuid-
22
Afrika is geen eenvoudig gegeven door de regelmatig voorkomende stroomonderbrekingen. Ook water speelt een grote rol aangezien er in vele ontwikkelingslanden een gebrek aan is. De link tussen watervoorziening, waterkwaliteit en toerisme is zeker aanwezig aangezien buitenlandse bezoekers vaak hun gewoontes inzake waterverbruik van het thuisland overnemen op hun vakantiebestemming waardoor er soms waterschaarste kan ontstaan. Daarnaast zouden ze zelfs meer water verbruiken dan thuis, wat de vraag naar water nog vergroot (Gossling, 2002).
Toch is het van groot belang rekening te houden met de ecologische gevolgen van megaevenementen. McKinsey geeft aan dat er in 2030 een tekort van 40% aan watervoorziening in ontwikkelingslanden zal zijn. Eén derde van de bevolking uit deze landen zal leven in een regio waarin het tekort meer dan 50% bedraagt. Vooral problemen op het vlak van kwaliteit zorgen voor uitdagingen. Maar ook andere bezorgdheden, zoals luchtvervuiling en een gebrekkige afvalverwerking, treden steeds meer op de voorgrond. Luchtvervuiling heeft reeds gezorgd voor talrijke problemen in steden in ontwikkelingslanden. Vooral landen die bezig zijn met industrialisering scoren slecht op dit vlak. Daarnaast maakt recycleren en het hergebruik van afval vaak geen deel uit van het nationale beleid. Ten slotte speelt de klimaatsverandering
een
zeer
belangrijke
rol.
De
huidige
transportsystemen
in
ontwikkelingslanden zijn voornamelijk gebaseerd op private voertuigen waardoor ze de grootste bijdrage leveren aan de klimaatsverandering en de bijhorende gezondheidsrisico’s (Konrad Adenauer Stiftung, 2011).
2.3.4. Politieke impact Naast de vorige impacts mogen de politieke gevolgen zeker niet over het hoofd worden gezien. Overheden over de hele wereld hebben van het organiseren van mega-evenementen een belangrijk aandachtspunt in het beleid gemaakt. De evenementen worden beschouwd als eenmalige politieke opportuniteiten voor steden om ontwikkeling te creëren en een wereldwijde erkenning van de regio te krijgen. Hiller (2000) geeft aan dat er een groeiend aantal politici zijn die mega-evenementen binnen de stedelijke en nationale politieke strategieën plaatsen.
De beslissing om een mega-evenement te organiseren is het resultaat van een politiek proces waarin zowel regionale, lokale en nationale politici, als nationale en internationale sportorganisaties in betrokken zijn (Preuss & Solberg, 2007). De betrokkenheid van de verschillende overheden is van cruciaal belang door de talrijke financiële en administratieve
23
moeilijkheden die gepaard gaan met de organisatie. Naast de publieke sector wordt vaak beroep gedaan op private bedrijven. Belangrijke personen uit de bedrijfswereld sluiten allianties met politici met het oog op lokale verbeteringen in infrastructuur en een economische groei. Daarnaast moeten er subsidies gevonden worden bij hogere overheden om de grotere infrastructuurwerken uit te voeren. Aangezien politici in democratieën nood hebben aan de steun van de bevolking worden er campagnes opgesteld om hen te overtuigen (Preuss & Solberg, 2007). Er wordt hierbij vooral gefocust op de belofte aan de burger dat hun thuishaven zal getransformeerd worden naar een wereldstad waardoor er meer belastingen kunnen worden gevraagd (Lenskyj, 2002). Dit kan leiden tot een negatieve impact van mega-evenementen op het politieke niveau waarbij er een economische exploitatie van de lokale populatie plaatsvindt zodat de ambities van de politieke elite kunnen worden vervuld. Toch is dit niet altijd het geval. Zweden trok zich bijvoorbeeld terug in het biedingsproces voor de Olympische Winterspelen van 2022 omdat het zich eerder wou focussen op andere prioriteiten zoals huisvestingsprojecten en het sociale welzijn (Paraná, 2014). Daarnaast kunnen evenementen gebruikt worden om onpopulaire beslissingen of een bepaalde ideologie te legitimeren. Ten slotte worden er tijdens de voorbereidingen en tijdens het evenement vaak heel wat corrupte handelingen uitgevoerd door de bevoegde politici (Preus & Solberg, 2007).
Lokale en nationale overheden worden vaak door internationale politieke druk verplicht om een aantal politieke stappen te nemen om hun sterktes te tonen. Zo zorgden de Olympische voorbereidingen in Athene bijvoorbeeld voor extra mankrachten om terroristische groeperingen te arresteren. In het internationale klimaat van angst en terroristische bedreigingen werden er nieuwe politieke maatregelen genomen (Malfas, Theodoraki & Houlihan, 2004).
In
de
organiserende
comités
van
mega-evenementen
zetelen
vaak
verkozen
vertegenwoordigers of zelfs presidenten. Zulke politici ervaren de conflicterende druk van enerzijds de belastingbetalende burgers en anderzijds de op winst gerichte belangen van betrokken ondernemers. Het kan hierbij mogelijk zijn dat individuen hun zichtbare betrokkenheid bij het evenement aanwenden om hun (niet)-politieke carrières een duwtje in de rug te geven. Politici die betrokken worden in de organisatie van prestigieuze evenementen hebben de mogelijkheid om hun politieke status te verbeteren en hun professionele relaties te verscherpen door contacten met sportautoriteiten en commerciële organisaties die betrokken worden bij het evenement. Zo kon de president van het Organiserende Comité in Sydney na zijn politieke carrière rekenen op een job bij het IOC (Malfas, Theodoraki & Houlihan, 2004).
24
2.3.5. Socio-‐culturele impact Mega-evenementen kunnen belangrijke gevolgen hebben op sociale en culturele aspecten binnen het gastland. De socio-culturele impact kan gedefinieerd worden als elk aspect dat een potentieel effect kan hebben op de kwaliteit van het leven van de lokale bewoners (Jago & Deery, 2015). Mega-evenementen brengen op dit vlak zowel positieve als negatieve gevolgen met zich mee. Zo versterken ze enerzijds de gemeenschap, vergroten ze de erkenning van de bestaande waarden en tradities en zorgen specifiek sportevenementen voor een verhoogde deelname aan sport onder de bevolking. Anderzijds zorgen mega-evenementen vaak voor ‘displacement’ van talrijke huishoudens wat heel wat negatieve gevolgen met zich mee kan brengen. Ten slotte wordt nagegaan in welke mate de lokale bewoners het evenement steunen. Versterken van de gemeenschap Hoewel vele steden ‘motoren van ontwikkeling’ worden genoemd, merken analisten er een steeds groeiende ongelijkheid op waardoor deze eerder als de belangrijkste locaties voor armoede worden geklasseerd. Werkloosheidscijfers pieken vaak in de steden van ontwikkelingslanden en de bevolking overleeft voornamelijk door de informele economie. Vooral Latijns-Amerika en Afrika kampen met een grote ongelijkheid. In vele van deze verarmde regio’s hadden de verwachte voordelen van economische groei geen enkel positief effect op de bevolking in armoede. Ongelijkheid creëert sociale en politieke breuklijnen binnen de samenleving waardoor dit kan leiden tot sociale onrust (Konrad Adenauer Stiftung, 2011). Mega-evenementen zouden net de gemeenschap kunnen versterken en de sociale onrust verkleinen. Ze kunnen regionale tradities en waarden extra in de verf zetten of de verbondenheid binnen de gemeenschap vergroten. Er kan een toename van de lokale trots plaatsvinden en een versterking van het gemeenschapsgevoel. Inwoners zullen zich beter voelen over hun stad wanneer er grote evenementen met internationale aandacht worden georganiseerd. Vooral bij jongeren en etnische minderheden verhoogt hierdoor het gevoel van bij de gemeenschap te horen (Waitt, 2003). Mega-evenementen geven de opportuniteit aan de overheid en de stadautoriteiten om de verbondenheid en identificatie van mensen met de regio te vergroten. Deze voordelen kunnen echter zeer snel na afloop van het evenement weer verloren gaan. De Olympische Spelen in Sidney hebben bijvoorbeeld eerder gezorgd voor een golf van nationalisme dan een blijvende antiracistische Australische identiteit (Misener & Mason, 2006).
Misener en Mason (2006) geven verder aan dat grote sportevenementen ervoor zorgen dat mensen samenkomen en dat de lokale gemeenschap wordt betrokken. Op deze manier worden
25
er nieuwe sociale netwerken gecreëerd doordat inwoners participeren, vrijwilligerswerk doen of samen consumeren. De auteurs verwijzen hier naar de grootschalige ‘Not in my backyard’ (NIMBY) – groepen, zoals de ‘Bread Not Circuses’ – actiegroep in Toronto ten tijde van het voorbereidingsproces van de Olympische Spelen in 2008. Hiermee tonen ze aan dat het ontstaan van dit soort bewegingen duidelijk aangeeft dat mega-evenementen de ontwikkeling van hechte groeperingen stimuleren.
Toch zorgen mega-evenementen niet enkel voor een positieve impact op het socio-culturele vlak. Activiteiten die eerst in private sfeer werden uitgeoefend kunnen gecommercialiseerd worden tijdens en na het evenement. Traditionele praktijken worden vaak binnen de marktmechanismen gebracht waardoor er tegenstand van de lokale gemeenschap kan ontstaan. Daarnaast kunnen er, eventueel door de grote toestroom van toeristen, algemene sociale problemen opduiken zoals een toename in criminaliteit wat de gemeenschap weer zwakker maakt. Ten slotte kunnen de snelle veranderingen die gepaard gaan met het evenement ervoor zorgen dat lokale bewoners de voeling met hun gemeenschap verliezen en zich buitengesloten voelen waardoor regionale tradities en waarden net verloren gaan (Preuss & Solberg, 2007). Sportparticipatie Door de organiserende overheden wordt steeds aangehaald dat grote sportevenementen zullen zorgen voor meer participatie in sport onder de bevolking. De overheid gebruikt deze belofte als een promotietechniek voor de gemeenschap: ‘Sporting events are seen to have a number of public benefits which legitimise government expenditure; among these is inspiring people to themselves participate in sport ‘(Frawley et al, 2009:3). De verbinding tussen het megaevenement en een verhoogde sportparticipatie is gebaseerd op het wijdverspreide geloof dat geboekte successen in elitesporten mensen op grassroots-niveau kunnen inspireren om aan sport te doen. Er zou met andere woorden een trickle-down effect plaatsvinden. De link tussen het organiseren van mega-evenementen en sportparticipatie kan op twee manieren worden verklaard. Ten eerste wordt geponeerd dat succesvolle topatleten media-aandacht en publiciteit krijgen en rolmodellen worden. Als rolmodellen zullen zij nieuwe mensen aantrekken in bepaalde sporten en sportclubs. Ten tweede wordt het tegenovergestelde beweerd en zouden de prestaties van topatleten ervoor zorgen dat toeschouwers worden afgeschrikt. Hoe groter de kloof tussen het niveau van de sportsporters en de sporters op amateurniveau, hoe groter de kans dat men het sporten opgeeft (Hindson, Gidlow & Peebles, 1994).
26
In de praktijk zien we dat Barcelona een duidelijke toename ervoer in sportparticipatie van nieuwe sociale lagen van de bevolking in de jaren die volgden op de Olympische Spelen. Statistieken toonden aan dat er meer vrouwen deelnamen aan sportevenementen en er over het algemeen meer deelnemers waren aan kleinere sportactiviteiten die georganiseerd werden in de straten van Barcelona. Onderzoek dat focuste op de sportparticipatie van Australiërs voor, tijdens en na de Olympische Spelen in 2000 gaf echter aan dat de fysieke activiteit en sportparticipatie eerder verminderde aangezien de Australiërs meer tijd spendeerden aan het bekijken van de sportwedstrijden op tv. Na de Spelen in Londen in 2012 werd geconcludeerd dat mensen van alle leeftijden geïnspireerd waren door de Spelen, maar dat slechts weinig mensen meer actief waren geworden in de vijf jaren voor de Spelen, ondanks de grote nationale inspanningen hiervoor (Coakley & Souza, 2013). Hughes (2013) geeft aan dat het vooropgestelde doel waarbij de massa zou participeren aan sport eerder een droom was in plaats van een belofte. Ook in Canada werd er twee jaar na de succesvolle resultaten van de Canadese atleten tijdens de Olympische Spelen in Vancouver geen enkele toename in sportparticipatie onder de bevolking waargenomen (Donnelly, 2008). Displacement Naast de effecten op de gemeenschap en de sportparticipatie wordt displacement als een zeer belangrijk gevolg van mega-evenementen beschouwd. Het proces wordt door beleidsmakers gezien als een onbelangrijk, maar onvermijdelijk bijproduct van de stedelijke herontwikkeling die nodig is om een evenement te doen slagen. Het is hierdoor een belangrijk thema geworden in
de
kritische
besprekingen
van
het
effect
van
mega-evenementen
op
lage
inkomenshuishoudens (COHRE, 2007). Displacement vindt plaats wanneer een huishouden gedwongen wordt te verhuizen door omstandigheden die te maken hebben met de eigen huisvesting of de onmiddellijke omgeving. Het fenomeen treedt vaak op buiten de controle van het huishouden, komt voor ondanks dat men aan alle vooropgestelde voorwaarden heeft voldaan en zorgt ervoor dat het huishouden in de onmogelijkheid verkeert te blijven wonen op dezelfde plaats door de loutere onmogelijkheid, de onbetaalbare huur of de onveiligheid (Marcuse, 1985). Aangezien mega-evenementen een verhoogde aandacht voor de gaststeden met zich meebrengen, inspireren ze vaak overheden om het beeld van de stad te verbeteren en dit meestal binnen een zeer beperkte tijdspanne. Doordat de voorbereidingen op korte termijn gebeuren, vindt er een zeer intense interventie plaats binnen de organiserende steden en regio’s. Onder de logica van evenement-georiënteerde ontwikkeling, wordt de zichtbaarheid van armoede van het grootste belang in de hervormingsplannen (Shin, 2015). Terwijl de regio
27
kan profiteren van de investeringen in de vastgoedmarkt en de verbeterde infrastructuur, worden bewoners verdreven naar andere plaatsen. Vooral de armere inwoners dragen de kosten van de ‘beautification’- strategieën aangezien hun verloederde woningen en buurten als een doorn in het oog van de organisatoren van mega-evenementen worden gezien (Greene, 2003). Naast de arme inwoners worden ook huurders met beperkte rechten op huisvesting het meest getroffen. Na een onderzoek omtrent de relatie tussen mega-evenementen en huurders in Canada concludeert Olds dat verschillende hotels, armere buurten, studentenhuizen en zelfs enkele luxueuze appartementen geëvacueerd werden zodat er meer lucratieve toeristen en Olympisch personeel kon verblijven. Hij concludeert dat een gemeenschap enkel het recht op huisvesting kan verdedigen wanneer men zich goed organiseert en al strategieën voorbereidt wanneer het biedingsproces begint. (Olds, 1998). Hall (1998:13) observeerde dat ‘the people who are often most impacted by hallmark events are those who are the least able to form community groups and protect their interests’. Het Centre on Housing Rights and Evictions geeft aan dat in de voorbije 20 jaar er meer dan 2 miljoen mensen werden verplaatst in het kader van de Olympische Spelen (Barclay, 2009). Deze gedwongen verhuizingen zorgen vaak voor langdurige gevolgen voor de organiserende stad doordat de sociale en economische geografie drastisch wordt gewijzigd. De steden waarin deze processen plaatsvinden worden door ook wel ‘staged cities’ genoemd (Greene, 2003; Gaffney, 2010).
Steun van lokale bewoners De steun en betrokkenheid van lokale inwoners bij mega-evenementen is noodzakelijk om drie belangrijke redenen. Ten eerste worden zij vaak gevraagd om te stemmen voor het invoeren van meer belastingen om infrastructuurwerken en nieuwe faciliteiten te bekostigen. Ten tweede is een vrijgevige lokale populatie van cruciaal belang in het transformeren van een mega-evenement in een stedelijk festival waarbij er een intense ervaring voor de gasten kan gecreëerd worden. Ten derde zullen lokale steun en betrokkenheid de positieve lange termijnimpacts op de lokale gemeenschap vergroten (Gursoy & Kendall, 2006).
Lokale bewoners zullen de organisatie van mega-evenementen steunen zolang ze geloven dat de voorspelde voordelen van ontwikkeling die met het evenement gepaard gaan, de voorspelde kosten zullen overschrijden. Door de enorme competitie tussen verschillende landen om de evenementen te organiseren, zullen politieke leiders en organisatoren de
28
negatieve impact echter vaak achterwege laten en vooral de verwachte voordelen ten toon spreiden. Een studie omtrent de percepties van lokale inwoners voor en na de Wereldbeker in 2002 toonde aan dat de verwachtingen met betrekking tot de impact drastisch wijzigden na het evenement. Enkele maanden ervoor was men ervan overtuigd dat het evenement vele economische en culturele voordelen teweeg zou brengen voor de gemeenschap, hoewel men wist dat dit niet kon zonder het in rekening brengen van talrijke kosten. Na het evenement realiseerde men zich dat vooral de economische voordelen veel lager waren dan verwacht (Gursoy & Kendall, 2006).
Eén van de grootst ingeschatte voordelen zijn vaak de nieuwe faciliteiten die worden gecreëerd voor het evenement. Lokale inwoners reageren zeer positief op de belofte dat het mega-evenement zal zorgen voor meer recreatiefaciliteiten. Deze nieuwe infrastructuur zou volgens de inwoners op zijn buurt een positief effect hebben op culturele en commerciële activiteiten waarbij regionale waarden en tradities worden versterkt. Naast voordelen brengt de organisatie van een mega-evenement echter ook heel wat nadelen met zich mee. De lokale inwoners verzetten zich meestal tegen de negatieve socio-culturele en economische gevolgen. Er vindt vaak een prijsinflatie of verhoging van lokale belastingen plaats omdat er nieuwe infrastructuurwerken moeten worden gefinancierd, wat meestal niet naar de zin is van de lokale inwoners. Daarnaast kan het slecht beheer van publieke fondsen door organisatoren voor enorme negatieve economische impacts zorgen. Naast de economische impact geven bewoners ook negatieve ervaringen weer door een overlast aan verkeer, moeilijkheden in rechtshandhaving en toegenomen criminaliteit. Onderzoek toont aan dat ecologische schade vaak als het minst belangrijk aandachtspunt wordt beschouwd door de inwoners. Politici en organisatoren houden steeds meer rekening met de stem van de lokale inwoners door ze meer te betrekken bij de besluitvorming omtrent het evenement (Gursoy & Kendall, 2006).
2.3.6. Beveiligingsimpact Sinds de jaren ’80 is de context van de organisatie van sportevenementen enorm veranderd. Ze zijn uitgegroeid tot globale mega-evenementen met een belangrijke commerciële en culturele waarde. Sinds 9/11 bezitten deze evenementen daarnaast veel grotere budgets voor beveiliging die deze groei reflecteren. Tijdens het evenement moet er rekening gehouden worden met vier soorten risico’s: terroristische bedreigingen, conflicten tussen toeschouwers, politiek geweld en stedelijke criminaliteit gekoppeld aan armoede en sociale breuklijnen.
29
De verwachte terroristische risico’s die verbonden zijn aan de regionale en globale politiek zijn enorme aandachtspunten geworden tijdens mega-evenementen. Hierdoor werden er bijvoorbeeld tijdens de Wereldbeker in Zuid-Afrika beveiligingsmaatregelen getroffen waarbij legervliegtuigen en bommenexperts betrokken werden. Aan het geweld tussen bezoekers wordt vooral aandacht besteed tijdens voetbalevenementen waarbij er door politiediensten en andere beveiligingsagenten zeer strikt toegekeken wordt op de vermenging van rivaliserende fans. In Duitsland werden bijvoorbeeld in 2006 3.000 Engelse fans verboden om naar de finale van de Wereldbeker de reizen. Daarnaast wordt de aandacht gevestigd op stedelijke criminaliteit die volgt uit armoede en sociale verschillen. Tijdens de Wereldbeker
in
Zuid-Afrika
werden
uit
vrees
voor
criminaliteit
strenge
beveiligingsmaatregelen getroffen die focusten op de relaties tussen de rijke internationale toeristen en de armere lokale populatie (Giulianotti & Klauser, 2010).
Tijdens de evenementen worden er voor bovenstaande risico’s vaak specifieke beveiligingsmechanismen ingevoerd. Ook erna kunnen deze nieuwe technieken nog een belangrijke waarde hebben. Zo kunnen nieuwe beveiligingspraktijken, bijvoorbeeld nieuwe samenwerkingsverbanden tussen politiediensten en beveiligingsfirma’s, na het evenement worden uitgebreid naar andere contexten. Daarnaast kan er nieuwe regelgeving worden opgesteld die ook erna nog van kracht blijft. Een voorbeeld hiervan zijn nieuwe wetten die het verbod op publieke vereniging inroepen. Verder kunnen er extern opgelegde sociale transformaties plaatsvinden, zoals het vrijmaken van onaantrekkelijke bevolkte gebieden dicht bij de festiviteiten, die ook na het evenement blijven gelden. Ten slotte kunnen er veranderingen plaatsvinden in sociale relaties tussen individuen of gemeenschappen door extra beveiliging tijdens het evenement. De relatie tussen de lokale gemeenschappen en politiediensten kan bijvoorbeeld drastisch wijzigen door het voorvallen van specifieke incidenten. Beveiligingsmechanismen bestaan na 9/11 op lange termijn niet meer ongepland of accidenteel, maar werden expliciete vooraf opgestelde objectieven. Zo zag Griekenland de Olympische Spelen als een ideale opportuniteit om het land te transformeren naar een counter-terrorismemacht wiens kennis en technologieën internationaal gecommercialiseerd konden worden. Een hooggeplaatste veiligheidsofficial die in twee organiserende Olympische comités zetelde, gaf aan dat alle edities van de Olympische Spelen opportuniteiten geven aan overheden, steden en rechthandhavingsinstellingen om nieuwe structuren te implementeren en praktijken te moderniseren (Boyle & Haggerty, 2009).
Het verlangen naar het bieden van een volledige veiligheid heeft ervoor gezorgd dat de beveiligingsmechanismen zelf een onderdeel zijn geworden van het spektakel van mega-
30
evenementen.
Beveiligingspraktijken
worden
aantrekkelijk
gemaakt
voor
publieke
consumptie door de massamedia. Er wordt specifiek personeel opgeleid om de verbinding te vormen tussen de media en de veiligheid. Tijdens de voorbereidingen van de Olympische Spelen of de Wereldbeker wordt er gedetailleerd weergegeven hoeveel budget er wordt voorzien voor veiligheid, hoeveel politiediensten er worden betrokken en wat de afgebakende zone is rond het evenement. Daarnaast worden de bekende beelden van sluipschutters en beveiligingscamera’s op strategische plaatsen ten toon gespreid. Er werden minstens drie documentaires getoond voordat de Olympische Spelen in Vancouver van start gingen over de beveiligingsmechanismen die zouden gebruikt worden. Al deze voorstellingen maken deel uit van
een
project
dat
een
veilig
beeld
van
het
evenement
wil
verspreiden.
Veiligheidsmechanismen moeten net als justitiële systemen niet alleen bestaan, maar vooral gezien worden. Het maakt dan niet veel meer uit of de apparatuur werkt volgens de opgestelde standaarden, maar eerder of de zichtbare veiligheidsmechanismen het vertrouwen van de bevolking winnen. Wanneer we de uitgaven aan veiligheidsmechanismen tijdens de Olympische Spelen bekijken, zien we een stijging van 79, 4 miljoen dollar in Los Angeles in 1984 naar 1,5 biljoen dollar in Athene in 2004 (de Lint, Virta & Deukmedjian, 2007). De fondsen die besteed worden aan de veiligheid van mega-evenementen hebben ervoor gezorgd dat de particuliere sector steeds meer werd betrokken met nieuwe vormen van kennis en technologie (Boyle & Haggerty, 2009).
31
3. De impact van mega-‐evenementen op Rio de Janeiro 3.1. Rio de Janeiro
De recente groei van Rio de Janeiro tot een internationaal gekende stad heeft veel te maken met de geografische ligging ervan. Gesitueerd aan de top van de Guanabara Bay vlakbij de Atlantische Oceaan, bezit de stad uitstekende havenfaciliteiten en is het de belangrijkste toegangsweg tot het Zuiden van Brazilië, het meest ontwikkelde gebied van het land. Deze voordelen waren echter niet altijd zichtbaar. Ondanks dat het vroeger de belangrijkste stad voor de suikerindustrie en goud was, is het tot de 18e eeuw een kleine en weinig georganiseerde stad geweest met een slechte reputatie voor ziektes. In 1763 werd de toenmalige hoofdstad van Brazilië, Salvador, ingeruild voor Rio de Janeiro. In 1808 kreeg de stad een extra boost wanneer de koning van Portugal zich daar vestigde en Rio benoemde als de hoofdstad van de Portugese wereld. Buitenlandse handelslui installeerden zichzelf in de stad en het werd het belangrijkste toegangspunt voor geïmporteerde Europese goederen en de centrale plaats waar ruwe materialen, vooral koffie, vanuit het binnenland werden verscheept naar andere landen. Ook na de daling in koffie-export in 1870 kon het zijn commerciële status behouden door de aanwezige textielindustrie, dranken en meubels. In 1960 werd de nieuwe hoofdstad van Brazilië gewijzigd naar Brasilia en moest Rio het opnemen tegen veel sneller groeiende Braziliaanse steden. Vandaag ontwikkelen er zich nieuwe opportuniteiten voor investeringen door de fysieke, infrastructurele en menselijke bronnen binnen de stad, maar doen er zich enorme uitdagingen voor door de snel stijgende populatie en de vraag naar jobs (O’Hare & Barke, 2002). Momenteel bedraagt de populatie van Rio de Janeiro 6,35 miljoen inwoners, waardoor het de tweede grootste stad van Brazilië is, na São Paulo (World Population Review, 2015). De armoede steeg van 9,61% in 1991 naar 10,18 % in 2008 in Rio de Janeiro. De gini-coëfficiënt bleef echter constant tijdens deze periode (Konrad Adenauer Stiftung, 2011).
Rio is vandaag ten slotte een van de grote economische, culturele en financiële centra in Brazilië, met een BBP van meer dan 60 miljoen dollar waardoor het op de 30ste plaats in de wereldranking staat. De stad staat internationaal bekend als een belangrijke toeristische bestemming, maar ook de aanwezigheid van heel wat geweld sinds de jaren ’80, de stijgende cocaïneconsumptie en – handel en de bijhorende War on Drugs is internationaal gekend (UN Habitat, 2011).
32
Favelas Wanneer we een korte beschrijving willen weergeven van Rio de Janeiro kunnen we er niet onderuit de massaal aanwezige favelas in de stad toe te lichten. Favela is de naam die werd gegeven aan de groepering van ondermaatse huizen die gebouwd zijn in Rio de Janeiro in de vroege 20ste eeuw. De term, met grote bekendheid en enkele regionale variaties, werd gebruikt om de sterk bevolkte illegale kraakpanden zonder essentiële publieke voorzieningen te benoemen. Doorheen de geschiedenis werd de favela beschouwd als een symbool van sociale en economische segregatie met als centraal element armoede. Het werd beschreven als een plaats waar morele degradatie wordt gemixt met slechte sanitaire condities. Na het einde van het eerste decennium van de 20ste eeuw, ontstonden er economische en sociale verschillen te in de meeste favelas doordat sommigen hun eigen middenklasse van ondernemers en liberale professionelen met diploma’s ontwikkelden. Na lange jaren van mobilisering en strijd werden krotten getransformeerd in bakstenen huizen, werden de modderige paden vervangen door asfalt en werden elektriciteit en water overal aanwezige basisvoorzieningen. Toch missen vandaag nog steeds favelas basisvoorzieningen en worden de inwoners geconfronteerd met heel wat discriminatie (Freire-Medeiros, 2008). De definitie van favela is gewijzigd doorheen de tijd, maar werd altijd geïnterpreteerd met een negatieve connotatie. Het Braziliaans instituut voor Geografie en Statistiek (IBGE) definieert de favela als een ‘subnormal agglomerate’ met minstens 51 huishoudens. Het IBGE constateerde dat Brazilië 6329 van deze agglomeraten bezit, waarin ongeveer 11 miljoen Brazilianen wonen. De meerderheid van deze favelas bevinden zich in de periferieën van grote steden, zoals São Paolo en Rio de Janeiro. In Rio geeft de laatst beschikbare data aan dat er meer dan 1000 favelas zijn (Martin, 2012; UN Habitat, 2011). De favelas nemen slechts 3,5 % van de stad in maar huisvesten ongeveer 1,4 miljoen mensen, 22 % van de stedelijke populatie. Van 2004 tot 2010 ontstonden er 218 nieuwe favelas in Rio. Het ontstaan wordt gerelateerd aan de ongelijkheid in inkomens en het gebrek aan huisvestingsmogelijkheden binnen het land. Toch geeft onderzoek aan dat maar 15% van de favela-inwoners bereid zou zijn hun woonplaats te verlaten. Men verwacht dat in 2020 één vierde van de bevolking in Rio in de favelas zal wonen (Miyonga, 2014).
De hoeveelheid criminaliteit in de favelas verschilt van het formele stadscentrum. Binnen de favelas is de criminaliteit tegen personen, waaronder moorden, huiselijk geweld en slagen en verwondingen, het allergrootste probleem. Tussen 2007 en 2013 werden over heel de stad 330.000 mensen vermoord. Hiervan werden 5.412 mensen gedood in interactie met de politie.
33
Eigendomscriminaliteit komt zeer zelden voor in de favelas, terwijl dit wel een groot aandachtspunt vormt in de formele delen van de stad (UN habitat, 2011; Miyonga, 2014)
Rio de Janeiro: altijd al een sportstad geweest? Na 1808, wanneer Rio de bestuurshoofdstad werd van het Portugese koloniale imperium groeide de stad enorm snel en verbeterde hierdoor het sociale leven. In deze context diversifieerden de vrijetijdsbesteding en sportactiviteiten zich. In de tweede helft van de 19e eeuw was Rio een zeer invloedrijke en geürbaniseerde stad waar roeien de belangrijkste sport was. Tegen het einde van de 19e eeuw kwamen outdoor sporten voor mannen steeds meer op de voorgrond. In het begin van de 20ste eeuw was Rio niet enkel de Braziliaanse politieke en administratieve hoofdstad, maar ook het sportieve centrum van het land. In 1919 organiseerde Brazilië voor het eerst een internationaal sportevenement, het Zuid-Amerikaanse kampioenschap voor nationale voetbalteams, wat achteraf ‘Copa America’ werd genoemd. Het wordt gezien als het langst lopende internationale voetbalkampioenschap in de wereld. In 1922 organiseerde Rio de ‘Latin American Games’, wat een soort van continentale Olympische Spelen was en gezien wordt als de voorloper van de Pan-Amerikaanse Spelen. In 1950 organiseerde Brazilië voor het eerst de Wereldbeker voetbal. Rio is verder nog steeds de gaststad van de belangrijkste Braziliaanse sportorganisaties, zoals het Braziliaans Olympisch Comité (COB) en de Braziliaanse voetbalconfederatie (CBF). Dit bleef ook zo nadat Rio zijn federale hoofdstadstatus verloor in 1964 toen de hoofdstad getransformeerd werd en alle administratieve en politieke activiteiten verplaatst werden naar Brasilia. Ondanks de groeiende sociale en criminele problemen in Rio, blijft de stad de grootste toeristische aantrekking hebben. Voor vele mensen, vooral voor politici en sportmanagers, is een megaevenement in Rio de ideale opportuniteit om het geglobaliseerde beeld van de stad te laten zien aan de wereld en zich te kunnen voorstellen als een aantrekkelijke toeristische bestemming (Curi, Knijnik & Mascarenhas, 2011).
34
3.2. De verschillende impacts In wat volgt worden de eerder besproken impacts van mega-evenementen getoetst aan de hedendaagse situatie in Brazilië en meer specifiek Rio de Janeiro. Er wordt nagegaan wat de gevolgen van de Wereldbeker in 2014 waren en wat de voorbereidingen van de Olympische Spelen van 2016 ons al kunnen vertellen over de mogelijke effecten van het evenement.
3.2.1. Economische impact In het inspectierapport van FIFA en in het evaluatierapport van het IOC staat te lezen dat de toen recente Braziliaanse economische ontwikkeling nog zal versterkt worden door het organiseren van de Wereldbeker en de Olympische Spelen. De financiële investeringen in de infrastructuur zullen niet enkel de populatie in zijn geheel ten goede komen, maar ook voor de Braziliaanse sporters en sportfans voor een onuitwisbaar monument zorgen (Hugo Salcedo in FIFA, 2007). Volgens de Braziliaanse Minister van Sport zouden de evenementen voor een enorme instroom van geld zorgen in het land. De impact op het economische vlak werd dan ook gezien als één van de belangrijkste doelstellingen van de Wereldbeker en de Olympische Spelen (Morpugo, 2015). Jobcreatie Een studie van Ernst & Young (2011) voorspelde voor de Wereldbeker een jobcreatie van 3,63 miljoen tijdelijke jobs per jaar. De Braziliaanse minister van Sport gaf aan dat er in de jaren voorafgaand aan de Wereldbeker elk jaar 120.000 vaste jobs zouden gecreëerd worden (Sverrisson, 2012). De Braziliaanse overheid gaf nadien cijfers weer waarin de Wereldbeker voor ongeveer 1 miljoen jobs in Brazilië zou hebben gezorgd. Deze werkgelegenheid werd gecreëerd tussen januari 2011 en maart 2014 en cijfers werden gebaseerd op studies uitgevoerd door de Economic Research Institute Foundation (FIPE). Van de nieuw gecreëerde jobs zijn er 710.000 permanent en 200.000 tijdelijk, volgens de Braziliaanse overheid. Er zouden verder 50.000 jobs in de toerismesector bijgekomen zijn (Embassy of Brasil in London, 2014).
Voor Rio de Janeiro geven de cijfers echter een andere dynamiek aan. In de eerste vijf maanden van 2014 werden 4.828 netto jobs gecreëerd, wat veel lager is dan de 17.490 jobs die in dezelfde periode van het vorige jaar werden gecreëerd. In 2010 bedroeg de toename van jobs zelfs 40.325, een cijfer waar men nu ver onder blijft. Gebaseerd op de data die werd vrijgegeven door het Braziliaanse Ministerie van Werk kwamen er in mei 2014 nog nooit zo weinig jobs bij sinds mei 1992. Maar ook in andere Braziliaanse steden steeg de
35
werkgelegenheid niet. In Salvador werd er een afname van 400 jobs in vergelijking met 5.300 extra jobs in dezelfde periode het jaar voordien vastgesteld. De jobs die werden gecreëerd waren voornamelijk tijdelijke functies waarvan de meeste niet bestonden uit nieuwe aanwervingen (Fick, 2014).
Data die vrijgegeven werd door het Ministerie van Werk toont aan dat de jobcreatie in Rio de Janeiro tijdens juni 71,5% daalde in vergelijking met de nieuwe werkgelegenheid in juli 2013. Om deze statistische informatie te verzamelen werd er beroep gedaan op economische studies in acht grote Braziliaanse steden, waaronder Rio de Janeiro. Rio had te maken met de grootste daling, waarbij er 150.944 vacatures werden opgemaakt, maar later 157.993 werkkrachten werden ontslagen. De enorme daling is voornamelijk terug te vinden binnen de industriële sector. De Minister van Werk, Manoel Dias, stelde vast dat een grote hoeveelheid arbeiders werd aangetrokken in Rio, maar na het aflopen van de Wereldbeker weer werden ontslagen. Daarnaast zakte de industriële sector in elkaar doordat de Brazilianen tijdens de Wereldbeker beslisten voetbalmatchen te kijken op tv in plaats van te werken (Santos, 2014). Dit had een enorme impact op de productiviteit van het hele land (Morpurgo, 2015). Andere sectoren, zoals de diensten- , landbouw – en bouwsector en publieke administratie konden rekenen op een stijging in jobs in de maand juli. De transport- en communicatiesector, rubberindustrie en metallurgische sector kregen eveneens te maken met een daling (Hearst, 2014). Niet alleen werden de voorspellingen niet gehaald, de Braziliaanse consumenten moesten daarnaast leven met een algemene stijging in prijzen door de Wereldbeker. De jaarlijkse inflatiegraad, die al heel hoog stond in de maanden voor het evenement, kwam dicht bij 6,5 % in juni (Biller, 2014). Na afloop van de Wereldbeker nam de overheid maatregelen waardoor de inflatie langzaam weer verminderde (Hearst, 2014). Wanneer we deze cijfers bekijken, valt het op dat de Wereldbeker de Braziliaanse economie niet meteen een duw in de rug heeft gegeven. Er zullen enkele jaren moeten overgaan om een finale conclusie te kunnen trekken omtrent de economische gevolgen (Pandey, 2014).
Naast de teleurstellende cijfers over de jobcreatie doken er verschillende klachten op omtrent de behandeling van arbeiders in de voorbereiding van de competitie. Door het grote aantal stakingen moesten vele infrastructuurwerken worden uitgesteld. Het in Groot-Brittannië gevestigde Latijns-Amerikaans Bureau rapporteerde dat de door FIFA opgestelde strike deadlines werden gebruikt als excuses om de rechten van de arbeiders over het hoofd te zien. De stakingen focusten zich voornamelijk op loonsverhogingen en andere voordelen zoals ziekteverzekering, voedselbijstand en transport, maar ook verbeterde werkcondities (veiligheid, sanitair en voedsel), uitbetaling van overuren en een eind aan de onmenselijk
36
lange werkuren kwamen vaak in de eisen van de arbeiders terug (Atkins, 2013). Tijdens de constructiewerken in de voorbereidende maanden vielen 10 doden onder de arbeiders. De strikte deadlines die voor een onmenselijk hoge werkdruk zorgden, kregen hiervan de schuld (Watts, 2014c).
De slechte werkcondities hebben geleid tot verschillende stakingen en onderbrekingen van het werk. Tegen 2014 telde men een aantal van 103 stakingsdagen. Op vier werven leidden deze stakingsdagen tot een criminalisering van de acties van de vakbonden. Daarnaast maakten FIFA en zijn sponsors gebruik van wetten waarbij kinderen boven 12 jaar te werk konden gesteld worden in promotieactiviteiten en beroep gedaan kon worden op 14.000 vrijwilligers. De Braziliaanse wetgeving verbiedt nochtans het te werk stellen van kinderen onder 14 jaar en laat enkel vrijwilligerswerk toe in functie van de overheid of nonprofitorganisaties. Daarnaast verbood de wetgeving van de Wereldbeker informele jobs in zones dichtbij het evenement zodat deze regio’s onder het monopolie van de sponsors stonden. Verschillende Brazilianen verloren hierdoor hun inkomen (Waldron I., 2014).
In aanloop van de Olympische Spelen in Rio geeft het IOC aan dat er tegen 2016 ongeveer 120.000 jobs per jaar zullen bijkomen. Deze cijfers kunnen stijgen tot 130.000 jobs per jaar voor de volgende tien jaren. 55 sectoren zullen verder kunnen profiteren van de organisatie van het evenement. Naast de meest winstgevende sector, de bouwsector, zullen voornamelijk de vastgoedsector en de olie- en gassector enorm kunnen profiteren (Rio 2016 Committee, 2009). Ook tijdens deze voorbereidingen vinden er reeds tal van stakingen plaats. Op de bouwwerf van het Olympische Park in Rio vonden vorig jaar april nog stakingen plaats door 2.500 arbeiders die betere werkcondities en een compensatie van hun werkuren eisten. Ook hier zorgt de strijd tegen de deadline voor een enorme druk op de arbeiders waardoor rechten over het hoofd worden gezien (Waldron T. , 2014a). Publieke en private investeringen Toen Brazilië in 2007 werd geselecteerd als gastland voor de Wereldbeker verkondigde toenmalig president Lula dat het om een privaat evenement ging waarbij er enkel private investeringen zouden gedaan worden. Publieke fondsen zouden enkel gebruikt worden voor noodzakelijke infrastructuurprojecten die de bevolking, ook na het evenement, ten goede zou komen. Volgens het officiële budget werd echter 85,5% van alle investeringen gedragen door de overheid. De overige 14,5 % werd geïnvesteerd door de private sector, voornamelijk in het bouwen en renoveren van luchthavens. Later werd een lening aangegaan bij de Braziliaanse Ontwikkelingsbank om naast de private fondsen nog 15 biljoen dollar publiek geld in de luchthavens te pompen. Hoewel vooraf was aangegeven dat private investeringen zouden
37
dienen voor het opzetten van stadions, werden voornamelijk publieke fondsen hiervoor aangewend. Slechts 1,6 % van de investeringen in stadions werd gedragen door de private sector (PACS, 2014).
Het totale budget van de private sector voor de Wereldbeker in 2014 komt neer op iets meer dan 1,7 biljoen dollar (McDuling, 2014). De Braziliaanse overheid gaf meer dan 3 biljoen dollar uit aan belastingvoordelen voor FIFA en zijn sponsors waardoor het overheidsbudget op 29 biljoen dollar uitkomt wanneer deze belastingvoordelen worden meegerekend. Dit betekent een stijging van 380% en komt overeen met 61% van het jaarlijkse bedrag voor de onderwijssector in Brazilië (Nationalia, 2014). 72,7% van het publieke budget werd geïnvesteerd door de federale overheid, terwijl 27,3% door de lokale overheden werd gespendeerd (Atkins, 2013). De twee grootste financiële instituties in Brazilië, de Nationale Economische en Sociale Ontwikkelingsbank (Portugese acroniem BNDES) en de Federale Spaarbank (Portugese acroniem CEF) bezorgden de federale overheid 5 biljoen dollar. Daarnaast werd de trend waargenomen dat er naargelang het tornooi naderde steeds minder geïnvesteerd werd in algemene infrastructuur, maar meer in stadions. Terwijl de budgetten voor stadions stegen, werden 21 van de 57 infrastructuurplannen geannuleerd. 4 steden eindigden daarnaast zonder stedelijk mobiliteitsproject (Waldorn I., 2014)
Naast enkele lokale bedrijven droegen vooral de vaste sponsors van FIFA en de Wereldbeker bij aan de private investeringen in het evenement. De algemene sponsors Adidas, Coca-Cola, Emirates, Hyundai Motor Group, Sony en Visa investeren elk jaar 25 tot 50 miljoen dollar in FIFA. Budweiser, Castrol, Continental, Johnson & Johnson, McDonalds, Moy Park, het Braziliaanse telecombedrijf Oi en werelds grootste zonnepanelenfirma Yingli Solar waren de specifieke sponsors van de Wereldbeker en gaven 10 tot 25 miljoen dollar per jaar. In 2013 kon FIFA rekenen op 404 miljoen dollar aan marketingrechten die rechtstreeks voortkwamen uit de organisatie van de Wereldbeker in 2014, wat bijdroeg aan 29% van hun jaarlijkse inkomen (Smith, 2014).
Om een bod te kunnen doen op de Olympische Spelen in 2016 moest Brazilië een plan voorleggen hoe men het evenement zou financieren. In het financiële luik van het rapport van kandidaatstelling staat dat het Organiserende Comité van de Olympische Spelen (OCOG) 2,82 biljoen dollar zal bijdragen (IOC, 2009). Ongeveer 40 % van dit budget is afkomstig van de vaste sponsors, The Olympic Partners (TOP) genoemd. Deze sponsors zijn onder andere Coca-Cola, Visa, McDonalds, enzovoort. De rest van de investering is afkomstig van lokale sponsors, ticketverkoop, licenties en een eigen bijdrage. Buiten het comité wordt er nog 11,1
38
biljoen dollar geïnvesteerd waarvan de meerderheid terecht komt in transportinfrastructuur (Sheridan, n.d.). Hieraan dragen voornamelijk de federale en lokale overheid en de private sector aan bij. Deze investeringen steunen het Plan for Growth Acceleration (PAC) dat voor het eerst in 2007 werd opgesteld door de overheid en 240 biljoen dollar zou bedragen. Door investeringen van overheden, private sectoren en staatsbedrijven in infrastructuur, sociale thema’s en energie moet er een versnelde groei op gang gebracht worden (Skalmusky, 2011).
Op economisch vlak zullen de Olympische Spelen de traditie van publieke subsidies voor private winst voorzetten. Het beste voorbeeld hiervan is het Olympische Dorp. Twee van de grootste Braziliaanse bouwbedrijven, Andrade Gutierrez en OAS hebben een consortium gevormd om accommodatie te bouwen voor de 15.000 atleten die in 2016 zullen deelnemen. Om dit op poten te zetten, namen ze een lening van 7,2 biljoen dollar van de Braziliaanse staatsbank Caixa Economica. Na de Spelen zal het consortium de gebouwde appartementen kunnen verkopen en de winsten gebruiken om de lening terug te betalen. Hiermee hebben ze geen enkele cent van zichzelf geïnvesteerd en zullen ze toch enorm kunnen profiteren van hun project. Dit scenario herhaalt zichzelf eindeloos tijdens de voorbereiding van de Olympische Spelen in Rio (Gaffney, 2014).
3.2.2. Toerisme Het Ministerie van Toerisme gaf vooraf aan dat het toerisme tijdens het evenement en de bijhorende investeringen in 2014 voor 13,5 biljoen dollar in de portefeuille van de bewoners zou zorgen (Bevan, 2014). Uit analyses na de Wereldbeker bleek dat de toerismesector het meest kon profiteren van het evenement. 1 miljoen buitenlandse voetbalfans reisden naar Brazilië en 3 miljoen Brazilianen verplaatsten zich in eigen land, waardoor het totale aantal toeristen in het jaar 2014 op ongeveer 7 miljoen uitkomt. Dit is 1 miljoen meer dan het aantal gemeten in 2013 (Marcopoto, 2014). Volgens Neto lag de bezettingsgraad van de hotels in de organiserende steden 45 % boven het voorspelde gemiddelde. Tot en met 11 juni werden er dagelijks 340.000 klanten geteld, waardoor dit het vooropgestelde aantal met 100.000 klanten overschrijdt. Rio de Janeiro was één van de meest bezochte steden tijdens de Wereldbeker. 886.000 toeristen spendeerden 1,6 biljoen dollar in de Braziliaanse stad (Embassy of Brasil in London, 2014). Toch geven andere cijfers een verschillend beeld weer. De Braziliaanse Airline Association vergeleek de statistieken van juni 2014 met deze van juni 2013 en stelde vast dat er een daling in het luchtverkeer van 11 – 15% plaatsvond (Alves, 2014).
Een trend die opviel tijdens de Wereldbeker is dat heel wat toeristen kozen om in de favelas te logeren. Omdat de Braziliaanse hotels tijdens het evenement hun prijzen enorm opsloegen,
39
kozen heel wat toeristen ervoor om in de favelas te overnachten. De prijzen zijn veel lager en de drukke straten geven de gasten een meer realistische ervaring dan de luxehotels (Barnes, 2014). Toch bestaat dit fenomeen van slum toerisme al langer en is het niet enkel te linken aan de Wereldbeker. Elk jaar ontvangen de Braziliaanse favelas duizenden toeristen. Deze vorm van toerisme ontwikkelde zich een aantal jaren geleden. Toeristen kunnen op deze manier in contact komen met lokale inwoners en hun levensstijl ervaren. Deze alternatieve vorm van toerisme zorgt voor heel wat controversie. Velen verdedigen het als een manier om de levensstandaard van de lokale bewoners te verbeteren, terwijl de tegenstanders wijzen op het feit dat dit soort toerisme zorgt voor verlies aan eigenwaarde en privacy voor de favelabewoners terwijl enkel de reisbureaus hiervan profiteren. De advocaten van toerismebureaus argumenteren dat deze vorm van toerisme kan bijdragen aan een wijziging van de representatie van de favelas en hun inwoners. Tegenstanders zien de toerismevorm eerder als een exploitatie van de armen (Terrero, 2014).
Daarnaast viel het op dat een heleboel Brazilianen besloten het land te verlaten tijdens de Wereldbeker. 20 % meer Brazilianen boekten een overzeese reis in vergelijking met juni en juli het jaar voordien. Aangezien de dagen waarop het Braziliaanse voetbalteam moest spelen werden ingevoerd als verlofdagen kon men makkelijk het land verlaten. Vele inwoners maakten gebruik van de Wereldbeker door hun woonst te verhuren terwijl ze in het buitenland vertoefden. Deze trend had een belangrijke invloed op de binnenlandse toeristische markt. De Brazilianen reisden tijdens het tornooi veel minder in eigen land (Caulyt, 2014).
Om een economische groei te waarborgen, is het van belang dat er ook na het evenement een boost in de toerismesector plaatsvindt en investeringen worden gedaan. Data van de Centrale Bank tonen aan dat de uitgaven van buitenlandse toeristen tussen augustus en november daalden met 7,4 %, vergeleken met het jaar voordien. Daarnaast bleef de toeristenstroom sinds de laatste match van 13 juni gelijk aan dezelfde periode in het vorige jaar. De Wereldbeker zorgde duidelijk voor een enorme interesse, maar geen blijvende inkomsten, zegt Saladino, het hoofd van de Brazilian Incoming Travel Organization. De reservaties voor 2015 toonden geen duidelijke toename aan ten opzichte van de vorige jaren. Het aantal consumenten dat naar vakanties in Brazilië zocht via zoekmachines steeg wel in de maanden voor de Wereldbeker, maar daalde terug naar een normaal niveau in de maanden erna (Colitt, 2015).
In aanloop naar de Olympische Spelen in 2016 staat het vast dat Rio momenteel ongeveer 52.000 toeristen kan herbergen terwijl het verwachte aantal 1 miljoen bedraagt. Het
40
Braziliaanse Toerisme Instituut verwacht 380.000 buitenlandse bezoekers. Er is een grote nood aan meer accommodatie en transportmogelijkheden. Zo zullen er zes cruiseschepen worden ingericht waardoor de haven zal vergroot worden. Hotelkamers zullen verbeterd worden en de luchthavens vernieuwd. De vraag stelt zich opnieuw of deze infrastructuur ook na het evenement zal kunnen blijven gebruikt worden en de toerismesector ook nadien nog kan profiteren (Sheridan, n.d.). 3.3.3. Fysieke impact Infrastructuur In het inspectierapport van 2007 concludeerde de inspectiecommissie dat geen enkel stadion in Brazilië op dat moment geschikt was om de Wereldbeker te kunnen organiseren. Er zouden dus heel wat nieuwe stadions moeten worden gebouwd of reeds bestaande worden vernieuwd. Deze belangrijke investeringen zouden, volgens de inspectiecommissie, ook volgende generaties ten goede komen en helpen bij de ontwikkeling van het voetbal in het land. Verder was er nood aan minstens 55.000 degelijke hotelkamers. Om dit aantal te halen, zouden er heel wat extra kamers moeten worden vrijgemaakt of bijgebouwd. Vooral in São Paulo en Rio de Janeiro moesten er nog heel wat inspanningen worden geleverd om aan dit vereiste aantal te geraken (FIFA, 2007). Uiteindelijk werd er door de Braziliaanse overheid 11,3 biljoen dollar in stadions, luchthavens, transport en accommodatie geïnvesteerd. Hiervan werd een derde geïnvesteerd in het bouwen of restaureren van stadions. Uiteindelijk werd er meer dan 1 biljoen dollar boven het vooropgestelde bedrag uitgegeven en dit verliep niet zonder moeilijkheden (Waldron, T., 2014b). De grote vertragingen en de constant toenemende kostprijs door bureaucratische en operationele problemen zorgden voor een verhindering van het behalen van de geplande infrastructurele doeleinden. Er werden 35 transportprojecten opgesteld waarvan er slechts 5 werden afgemaakt voor de start van het tornooi. Geen enkele van de onafgewerkte projecten werd in de eerste zes maanden na het tornooi afgemaakt. Van de 25 geplande vernieuwde luchthavens werden er slechts 14 gerestaureerd. Dit zorgde voor een verlies aan kwaliteit en verschillende projecten werden uitgesteld of helemaal niet uitgevoerd. Vaak geraakte de meest noodzakelijke infrastructuur, zoals stadions, wel af, maar bleven lange termijninvesteringen in transportsystemen vaak uit (Boadle, 2014).
Terwijl de
Wereldbeker werd voorgesteld als een ontwikkelingsproject in plaats van een sportevenement werd in de maanden vooraf enkel gefocust op de sportinfrastructuur. Lange termijnprojecten die zouden kunnen zorgen voor ontwikkeling na het evenement werden vaak aan de kant geschoven. Inwoners gaven aan dat ze geen ziekenhuizen of scholen hadden, maar wel een heleboel stadions. Noodzakelijke investeringen in publieke infrastructuur bleven achterwege. 41
De idee dat Brazilië te veel spendeerde aan sportinfrastructuur terwijl andere noodzakelijke publieke projecten werden opzij geschoven, zorgde voor heel wat protesten in de voorbereiding, maar ook tijdens de Wereldbeker (Mitra, 2014). De Braziliaanse overheid werd niet alleen bekritiseerd door het doel van de investeringen. Zoals
eerder
vermeld
werd
ze
enorm
aangepakt
voor
de
manier
waarop
de
voorbereidingswerken plaatsvonden. Terwijl ze haar best deed om het bouwen van onnodige infrastructuur in de favelas te vermijden, werd de overheid wel bekritiseerd voor de verschillende doden die vielen bij de voorbereidingswerken (Watts, 2014a; Willis, 2014).
Na het evenement gaf de burgemeester van Rio, Paes, toe dat het geen goed idee was de Wereldbeker te organiseren in twaalf verschillende steden. Een kleiner aantal steden zou gezorgd hebben voor een kleiner aantal stadions en meer afgewerkte infrastructuur. FIFA eiste slechts acht steden, maar de Braziliaanse politici beslisten dat de Wereldbeker moest plaatsvinden over het hele land waardoor er minstens vier nieuwe stadions werden gebouwd die nu als white elephants overblijven. Paes geeft aan dat de onafgewerkte infrastructuur heeft gezorgd voor een beschadiging van de Braziliaanse reputatie (Wade, 2014).
Verder wordt de vraag gesteld of de nieuwe infrastructuur ook na het evenement zou bijdragen aan ontwikkeling. In Rio de Janeiro wordt vastgesteld dat het wereldbekende stadion Maracana momenteel op verlies draait. Er is nood aan minstens 30.000 betalende fans per match om break-even te draaien. Tot maart 2015 betaalden er slechts 3.600 toeschouwers. In Brasilia, de hoofdstad van Brazilië, dient het meest dure stadion van de Wereldbeker momenteel als parkeerterrein voor het openbaar vervoer (Waldron, T., 2015). Tijdens de Olympische Spelen zullen sommige stadions opnieuw verhuurd kunnen worden voor voetbalmatchen. Het zal echter nog een hele tijd duren voor de stadions zelf-financierend kunnen worden (Douglas, 2015).
Tot slot plant de Braziliaanse overheid 10,6 biljoen dollar te investeren in de Olympische Spelen. De verdere restauratie van transportsystemen en sportinfrastructuur wordt als prioriteit beschouwd. Er zou meer dan 2 biljoen dollar aan stadions en andere sportinfrastructuur worden gespendeerd (Waldron, T., 2014b). De verbeteringen in transport moeten ervoor zorgen dat de benadeelde regio’s van Rio de Janeiro in verbinding komen te staan met buurten die werkgelegenheid, recreatie en vrije tijdsactiviteiten aanbieden (IOC, 2009). De Braziliaanse overheid probeert tragedies tijdens de voorbereidingswerken te vermijden, maar de druk van het organiseren van een multi-sportcompetitie zit al aan zijn limiet. 3.000 arbeiders werken 22 uren aan een stuk om de projecten op tijd klaar te krijgen
42
(Willis, 2014). Het IOC wil dat ook na de Spelen de nieuwe infrastructuur wordt gebruikt. Het Olympisch Dorp zou geconverteerd worden naar een residentiële gemeenschap waarbij er accommodatie aangeboden kan worden aan hoge kwaliteit in een snel groeiende regio van de stad (IOC, 2009). Eind juli kon men meedelen dat 60% van de infrastructuurwerken afgerond was. In dezelfde periode voor de Olympische Spelen in Londen was dit al 80%. Toch geeft de organisatie aan dat ze tevreden zijn met de realisaties en dat men de grote druk tijdens de laatste weken in de voorbereidingen naar de Wereldbeker nu wil vermijden (Watts, 2015a). Milieu De Wereldbeker van 2014 moest een ‘Copa Verde’ worden, een van de meest groene tornooien ooit. Het doel was een evenement te organiseren waarbij grondstoffen op een wijze manier worden gebruikt. Er moest een balans tussen economische en sociale ontwikkeling en milieubescherming worden gevonden. FIFA kondigde zijn groene strategie twee jaar voor de Wereldbeker aan tijdens de VN-conferentie omtrent duurzame ontwikkeling in Rio. Er zouden groene certificaten voor stadions worden ingevoerd, een reductie in emissies worden toegepast en een recyclagesysteem voor water worden ontwikkeld. Verder werden er zonnepanelen geïnstalleerd en duurzame lichtapparatuur gecreëerd. Om deze nieuwe infrastructuur goed te laten werken, werden er door FIFA opleidingen georganiseerd zodat de stadions op een duurzame manier konden worden beheerd (FIFA, 2014).
Hoewel bij de bevolking de milieu-impact het minste van hun zorgen is, kan de Wereldbeker niet als duurzaam worden beschouwd. De groene strategieën focusten vooral op de 12 stadions waarin de teams zouden spelen, terwijl andere domeinen buiten beschouwing werden gelaten. Aan de mobiliteit, van luchtverkeer tot taxi’s, werd weinig aandacht geschonken waardoor het slechts aan de meest traditionele criteria voor duurzaamheid voldeed. Het slecht functionerende openbaar vervoer speelde hierbij een belangrijke rol (The Daily Climate, 2014). Verder was de afstand die de voetbalteams, hun delegaties en supporters moesten afleggen enorm groot. Er wordt geschat dat de gehele organisatie van de Wereldbeker leidde tot een productie van een kleine 3 miljoen ton aan CO2, wat 97% van de ecologische voetafdruk van de Wereldbeker in Zuid-Afrika inhoudt (Avison, 2015).
De federale overheid maakte verder 1 miljoen dollar vrij voor de gaststeden om te investeren in afvalophaling in de fan-zones, stadions en omliggende gebieden. Sommige steden kregen hun duurzaamheidsplan echter niet op tijd af waardoor ze financiering misliepen. Volgens de US
Green
Building
Council
werd
in
sommige
stadions
20
procent
van
het
constructiemateriaal gerecycleerd, werd de waterconsumptie gereduceerd tot 67 procent en werd het jaarlijks elektriciteitsverbruik verminderd met 13 procent. De stadions in Belo
43
Horizonte, Rio de Janeiro, Recife en Brasilia installeerden zonnepanelen, die eveneens gebruikt kunnen worden na de Wereldbeker. Andere stadions konden dit door tijdsgebrek niet meer installeren (Spatuzza, 2014). In Rio de Janeiro werden natuurzones ingericht zonder technische experts te consulteren, waardoor tal van ecologische kenmerken verloren gingen. Hoewel er tal van mogelijkheden aanwezig waren om de Wereldbeker op een duurzame manier te organiseren, wordt het evenement als een verloren opportuniteit gezien (Waldorn, I., 2014).
Net als voor de Wereldbeker werd er voor de Olympische Spelen door het IOC een duurzaamheidsplan voorgesteld waarbij de Spelen zullen plaatsvinden op een sociaal en economisch verantwoordelijke manier. Het Sustainability Management Plan (SMP) bezit een ‘Green Games for a Blue Planet’-visie die gesteund wordt door het stadsbestuur en de lokale en federale overheden (IOC, 2009). De ecologische voetafdruk van transport, logistiek en constructie wordt zo laag mogelijk gehouden. Verder zal er een opkuisplan worden opgesteld en vervuiling worden beheerd. Er moet een herbebossing komen van bepaalde regio’s en de luchtkwaliteit moet stijgen. Ten slotte wordt er gefocust op hernieuwbare energie (Bertini, 2013).
Toch duikt er een jaar voor de Olympische Spelen al een belangrijk ecologisch probleem op. Tijdens de voorbereidingen werden er talrijke berichten gepubliceerd omtrent vervuiling in de Guanabara Bay. De resultaten van de watercontroles worden door internationale experts alarmerend genoemd. Tijdens de trainingen zijn verschillende atleten ziek geworden. Bioloog Griffith geeft aan dat het water afkomstig is van toiletten, douches en gootstenen. Als het water niet opgekuist kan worden, moeten de zeilcompetities tijdens de Spelen elders plaatsvinden in minder vervuild water (Belga, 2015).
Daarnaast wordt na een afwezigheid van 112 jaar opnieuw de golfdiscipline ingevoerd tijdens de Olympische Spelen. Terwijl er twee bestaande golfterreinen voorhanden zijn in Rio de Janeiro, wordt er toch werk gemaakt van een nieuw terrein. De nieuwe site wordt deels gebouwd in het Marapendi reservaat waardoor het grote protesten uitlokt van milieuactivisten. Ze beschuldigen de overheid van het gebruik van natuurgebied ten voordele van ontwikkelaars die de partijcampagne van Paes financieel ondersteunen. Paes ontkent de beschuldigingen en geeft aan dat het IOC erop stond dat er een nieuw terrein werd gebouwd. Het betreffende stuk land was volgens hem al gedegradeerd door illegale zandmijnen (Watts, 2015a).
44
3.3.4. Politieke impact Op politiek vlak wou de Braziliaanse overheid met de organisatie van de Wereldbeker vooral de moderniteit en transparantie van het land ten toon stellen en een belangrijke regionale en internationale rol verwerven (Boettcher & Hobkinson, 2014). Volgens Jim White, een columnist van de Daily Telegraph, had Rouseff voor de start van de Wereldbeker verder twee doelstellingen: Brazilië representeren als een modern, economisch aantrekkelijk en betrouwbaar land en het winnen van de competitie (Evaristo, 2014).
Een meerderheid van 67 % van de Brazilianen keurde het beleid van president Rousseff in de voorbereiding van de Wereldbeker echter niet goed (Petronzio, 2014). De grootste reden van klagen was, zoals eerder vermeld, het gebruik van publiek geld voor stadions en andere sportinfrastructuur in plaats van scholen, ziekenhuizen en andere publieke goederen. Er werd heel wat geschreven rond de corruptieschandalen die aan de organisatie van de Wereldbeker werden gekoppeld. Zo worden de oplopende kosten voor het bouwen en restaureren van stadions toegeschreven aan frauduleuze praktijken. Bijna elk stadion is veel duurder dat wat er eerst werd gepland. Seabra, de Secretaris voor Transparantie en Corruptiepreventie in Brazilië geeft aan dat een te hoge kostprijs vaak het gevolg is van corruptie. Er vonden sinds de start van de Wereldbeker al minstens 12 federale onderzoeken plaats naar de financiering van de Wereldbeker. 40% van de Braziliaanse congresleden werden verdacht in criminele strafzaken. Tijdens verschillende onderzoeken werd er meer dan 200 miljoen dollar gespaard door het terugvinden van te dure rekeningen en frauduleuze contracten (Payne, 2014).
Daarnaast verwachtten de media vooral dat het grote verlies van het Braziliaanse voetbalteam tegen Duitsland in de halve finale Rousseff de das zou omdoen tijdens de verkiezingen die volgden in oktober 2014. Vroegere frustraties kwamen opnieuw naar boven waarbij Rouseff’s economische en sociale beleid bekritiseerd werd (Watts, 2014d; Panja, 2014). Toch won Dilma Rousseff opnieuw de verkiezingen in oktober. Met 51,59% kreeg ze net voor haar tegenstander Aécio Neves het grootste vertrouwen van de Braziliaanse bevolking. De verkiezing zorgde voor één van de meest nipte uitslagen in de geschiedenis (Darlington, 2014). Na haar overwinning beloofde Rousseff dat ze een gewijzigd economisch beleid zal voeren. In haar campagne gaf ze aan de sociale voordelen voor de armen te vergroten (Haynes & Prada, 2014).
In aanloop naar de Olympische Spelen wil de burgemeester van Rio de Janeiro, Eduardo Paes, het evenement aanwenden om ontwikkeling te bekomen. Critici beschuldigen hem van het geven van prioriteit voor bouwbedrijven en immobiliënkantoren die hem geholpen hebben
45
met zijn partijfinanciering. Paes heeft namelijk vastgoedkantoren en constructiebedrijven als zijn grootste campagnesponsors. De dichte en niet - transparante relaties tussen de bedrijfswereld en de overheid zorgen ervoor dat de Olympische Spelen een ideale opportuniteit worden om geld te verdienen en politieke allianties te sluiten of te behouden. Het gebrek aan transparantie in het plannen, het bieden en het financieren van de projecten maakt het moeilijk om geldstromen te volgen. De algemene trend in het organiseren van mega-evenementen is het behoud van macht en welzijn aan de top van de samenleving. In een stad waar zoveel ongelijkheid heerst als Rio is dit zeker het geval. Tegelijkertijd geeft Paes aan dat de stad over te weinig geld beschikt om de Guanabara Bay op tijd op te kuisen voor de Spelen. Ten slotte wordt gefluisterd dat hij met de organisatie van de Spelen vooral aast op een presidentieel mandaat bij de verkiezingen van 2018 (Watts, 2015b; Gaffney, 2014).
Ook Dilma Rousseff moet in de aanloop naar de Olympische Spelen blijven afrekenen met protesten. In maart 2015 vonden er grootschalige opstanden plaats waarbij de menigte Rousseff beschuldigde van het voorstellen van Brazilië als ‘older, whiter and richer’. Terwijl Rio ongeduldig uitkijkt naar de start van de Olympische Spelen, zal een oplossing voor de vele structurele problemen waarschijnlijk iets langer op zich laten wachten (Watts, 2015b).
3.3.5. Socio-‐culturele impact Versterken gemeenschap Eén van de vooraf aangekondigde prioriteiten voor de Wereldbeker van de Braziliaanse overheid was sociale inclusie. Om dit te bekomen zou de overheid ervoor zorgen dat accommodatie die bestemd was voor de Wereldbeker toegankelijk gemaakt werd voor sociale huisvesting. Daarnaast zouden jongeren professionele sporttrainingen krijgen en zouden er ontwikkelingsprojecten opgericht worden voor minder ontwikkelde buurten. Op deze manier zou de gemeenschap versterkt worden (Rossi, 2013).
Toch deden er zich heel wat moeilijkheden voor. Ten eerste was en is het toenemende geweld een groot probleem. In de aanloop van de Wereldbeker, maar ook tijdens en na het evenement, kwamen er duizenden mensen op straat om te protesteren. Terwijl de demonstraties steeds kleiner worden, worden ze wel bloederiger. Daarnaast zorgt het toenemende geweld van de politie voor een extra aandachtspunt (Watts, 2014c).
Ten tweede zorgden de ticketprijzen voor een culturele verdeeldheid onder de Braziliaanse voetbalsupporters. De gemiddelde prijs voor een kaartje bedroeg 4.400 dollar, terwijl het
46
minimumloon op 240 dollar ligt (De Walsche, 2014). De hoge prijzen en de vereisten van het in bezit zijn van een creditkaart en internetverbinding om tickets aan te kopen, zorgden ervoor dat 90% van de Braziliaanse fans van de A- en B-klassen waren (huishoudens die tussen 1.500 dollar en 3.000 dollar per maand verdienen). Slechts 6% van hen waren zwarten. Dit representeert een duidelijk onderscheid in de manier waarop Braziliaanse voetbalsupporters deelnemen aan het evenement. Deze trend stopte echter niet na de Wereldbeker en leidde tot een
elitization
van
het
voetbal.
De
prijs
van
de
Braziliaanse
binnenlandse
competitiewedstrijden steeg met 300% tussen 2003 en 2013. Dit had een enorme invloed op de aanwezigheid van supporters tijdens de wedstrijden. Daarnaast werden vele stadions geprivatiseerd en werd deze capaciteit gebruikt om luxe-suites te installeren waardoor de traditionele ‘fans’ vervangen werden door de ‘consumenten’. Het stadion Maracana in Rio is hiervan het beste voorbeeld, maar ook andere steden krijgen steeds vaker met dit fenomeen te maken. Stadions lijken steeds meer op winkelcentra en de ticketprijs maakt een selectie van de aanwezigen (Waldron, I. , 2014). In de voorbereidingen van de Olympische Spelen zocht burgemeester Paes naar oplossingen voor dit probleem. Nadat het duidelijk werd dat de armen werden uitgesloten van de Wereldbeker, besliste Paes om overheidsgeld aan te wenden om tickets voor de Spelen te kopen. Deze kaartjes zouden gereserveerd worden voor de armste bewoners van Rio die zelf over onvoldoende geld beschikken. Daarnaast kunnen inwoners tickets kopen met betalingen die gespreid worden over drie maanden (Panja, 2015).
Ten derde focusten heel wat ngo’s zich op de specifieke impact van de Wereldbeker op Braziliaanse vrouwen. Voor enkele van deze vrouwen had het evenement negatieve gevolgen: prostituees en straatverkoopsters verdienden minder tijdens deze periode. Voor vele anderen bleef de stad hetzelfde, ondanks de beloftes van de overheid dat iedereen zou kunnen profiteren van de Wereldbeker. Verder klaagden de vrouwen over het gebruik van het vrouwenlichaam als een manier om toeristen naar Brazilië te halen. Ze gaven aan dat ze te vaak in de media gebruikt werden op een seksuele manier om mensen aan te trekken. Tegelijkertijd ontvangen deze vrouwen niets van de voordelen die Brazilië hieruit haalt Daarnaast speelde ‘the whitening of the city’ een belangrijke rol. Van de reclamespots voor de Wereldbeker tot de televisiebeelden met de supporters in het stadion, er waren amper zwarten te bekennen. De wereld leerde Brazilië kennen door circulerende foto’s waar enkel blanken op stonden. In de straten van Brazilië is de overgrote meerderheid van de populatie echter zwart (Froio, 2015).
Ten slotte beslisten de Brazilianen die te maken kregen met het schenden van hun rechten om een eigen voetbaltornooi te organiseren tijdens de Wereldbeker, de People’s Cup genoemd.
47
De organisatoren van het tornooi zijn het Popular Committee on the World Cup and Olympics samen met de National Association of Women’s Football. Hun doel is om gemeenschappen en groepen te vervoegen die ijveren voor het respect voor hun rechten. Daarnaast willen ze de rechtenschendingen tijdens de Wereldbeker duidelijker zichtbaar te maken. Alle deelnemers dragen T-shirts met slogans op zoals ‘Out with the FIFA mafia’, ‘Rights for street vendors’ en ‘Cup in the street for rights’. Het evenement brengt op deze manier ontevreden burgers bij elkaar en mobiliseert mensen voor sociale doeleinden (Goodenough, 2014). Sportparticipatie Boettcher en Hobkinson (2014) geven aan dat één van de doelen van het organiseren van een Wereldbeker altijd een toenemende participatie aan sport en de bijhorende voordelen voor de gezondheid is. Ook de Braziliaanse overheid gaf op voorhand aan dat een verhoogde sportparticipatie één van hun doelstellingen was. Zowel de nieuw ontwikkelde sportterreinen als de publiciteit rond de wedstrijden zouden een positieve impact hebben op de algemene gezondheid en opleidingskansen. Mensen worden aangemoedigd om meer aan sport te doen en worden naar betere sportinfrastructuur geleid (Reis, de Sousa-Mast & Gurgel, 2014).
Mascarenhas (2010) geeft aan dat de originele focus van het Braziliaanse Ministerie voor Sport bij de verkiezing van de Arbeiderspartij in 2010 lag op het democratiseren van sport door het ontwikkelen van sociale programma’s. Toch kwam volgens hem dit agendapunt helemaal achteraan te staan bij het biedingsproces van Brazilië voor de Wereldbeker en de Spelen. Voorbeelden hiervan zijn waar te nemen in de officiële documenten waarin de Braziliaanse overheid zich kandidaat stelt voor de organisatie van de mega-evenementen. Terwijl deze documenten normaal gezien algemene beloftes bevatten om sport voor iedereen te promoten, focusten de planning en budgettering zich voornamelijk op sportinfrastructuur voor elites. Vooral de ontwikkeling van sporten voor topsporters werd gepromoot. Op deze manier zouden het Braziliaanse voetbalteam en andere Braziliaanse topatleten medailles kunnen winnen op de sportevenementen zodat de internationale belangstelling wordt vergroot (Coakley & Souza, 2013). Er werden geen studies teruggevonden die zich focussen op de sportparticipatie na de Wereldbeker van 2014. Onderzoek dat zich focuste op de deelname aan sport in de periode na de Pan-American Games in Rio de Janeiro kon geen toename van sporters waarnemen. De reden hiervoor werd toegeschreven aan een gebrek aan lange termijnprojecten om sportparticipatie te promoten en vergroten (Reis, de Sousa-Mast & Gurgel, 2014).
48
In het officiële document over de Olympische Spelen van 2016 in Rio staat te lezen dat er programma’s
worden
ontwikkeld
voor
de
aangrenzende
gemeenschappen
zodat
sportparticipatie en een gezonde levensstijl worden gestimuleerd. Het IOC beschouwt dit als één van zijn belangrijkste projecten (IOC, 2009). Displacement In de officiële documenten van FIFA is er niets terug te vinden over de strategieën die zouden gebruikt worden om de dicht bij het evenement gelegen favelas te ontruimen. In overheidsdocumenten valt wel te lezen dat de burgemeester van Rio de Janeiro het organiseren van de Wereldbeker als een opportuniteit beschouwd om de stad te moderniseren en aantrekkelijk te maken voor de komende generaties. Hierbij worden de strategieën die gebruikt worden om de favelas te ontruimen als noodzakelijk gezien (Gibson & Watts, 2013). Bij deze ontruimingen zou er gebruik gemaakt worden van het MCMV (Minha Casa, Minha Vida)-systeem om de inwoners van de favelas op te vangen. Er zouden daarvoor nieuwe kwaliteitsvolle en woonklare huizen worden voorzien voor een budget van 79 biljoen dollar. Vooral de families met de laagste inkomens zouden hierin kunnen worden opgevangen (Jones, 2015). 2013 kan beschouwd worden als het jaar waarin de term ‘gentrification’1 zijn intrede nam in het Braziliaanse lexicon. Steeds meer artikels omtrent dit thema verschenen in de media. Het organiseren van mega-evenementen als een manier om de armen te kunnen verplaatsen bestaat reeds sinds 1922 toen Rio de Janeiro internationale hoogwaardigheidsbekleders uitnodigde voor de viering van hun honderdjarige onafhankelijkheid. De stedelijke veranderingen met de noodzakelijke ‘beautification’ van de stad zorgden voor de ontwikkeling van een programma waarbij duizenden Brazilianen uit hun informele huizen werden gezet. Hoewel deze gedwongen verhuizen al lang bestaan, worden deze tijdens de voorbereiding van de Wereldbeker en de Olympische Spelen als de grootste in de geschiedenis omschreven (Cummings, 2015). Meer dan 250 000 Brazilianen werden op een directe of indirecte manier uit hun woning gezet. Vooral in São Paulo, Rio de Janeiro en Porto Alegre vonden de uithuiszettingen plaats (Rosenberg, 2014). FIFA geeft duidelijk aan dat ze zelf nooit gevraagd hebben om de uithuiszettingen. Op hun website staat te lezen dat de federale overheid en de gaststeden FIFA in een brief meedeelden dat er voor de bouw van de twaalf stadions niemand zou moeten verhuizen (FIFA, n.d.).
1
Bourne (1993) geeft aan dat dit begrip omschreven kan worden als een proces van het in gebruik nemen van een verloederd stadsdeel door een meer gegoede klasse die op deze manier zorgt voor een herwaardering van de stad.
49
Een professor ruimtelijke planning aan de universiteit van Rio die onderzoek deed naar de displacement-procedures geeft weer dat zelfs wanneer families instemden met de verhuis naar een andere buurt toch werden geschonden in hun rechten. Terwijl zij hoopten op de beloofde verbetering van hun levenskwaliteit was dit vaak niet het geval. Families werden verplaatst naar verre regio’s waar ze maar een beperkte toegang hadden tot diensten en infrastructuur in vergelijking met hun vorige woonplaats. Het aanbod aan gezondheidszorg, transport en onderwijs werd veel beperkter (Daibert, 2014). Daarnaast worden deze buurten vaak gecontroleerd door drugdealers of milities. Verder verliezen de bewoners vaak hun job na de verhuis doordat hun baas weigert het transport voor de langere afstand naar het werk te betalen of omdat de afstand gewoon te groot is om elke dag te overbruggen om te gaan werken (Porpetta, 2015). Raquel Rolnik, de VN-rapporteur voor degelijke huisvesting, geeft aan dat er volgens de internationale normen de huiselijke staat bij een uithuiszetting moet verbeteren of ten minste hetzelfde blijven. In de Braziliaanse context ging de kwaliteit er enkel op achteruit. Daarnaast kregen ze een veel lagere prijs dan de marktwaarde voor hun woning. Sommige inwoners kregen slechts 20 tot 40 procent van de marktwaarde ter compensatie van hun verhuis. Autoriteiten zijn verder verplicht om de mogelijke alternatieven te bediscussiëren met de betrokken families zodat de verhuis kan gelegitimeerd worden, maar dit gebeurde niet. Een bewoner van een favela in Rio geeft aan dat er één publieke samenkomst werd georganiseerd waarbij de overheid enkel meegaf dat ze binnen de vijf dagen moesten verhuizen (Daibert, 2014). Het Braziliaans Instituut voor Stedelijk Recht kreeg ontelbaar veel rapporten omtrent fysieke agressie, psychologische druk en bedreigingen voor zowel publieke als private agentschappen binnen die te maken hadden met de gedwongen verhuizen. Aangezien de lokale inwoners vaak de legale stappen tegen een uithuiszetting niet begrijpen, kunnen ze niets doen tegen een overheid die gemeenschappen verplaatst (Mitra, 2014).
In Rio de Janeiro werden 67.000 inwoners uit hun huis gezet. In 44,5% van de gevallen werd aangegeven dat deze gezinnen in gevaarzones leefden. Wanneer deze officiële bevelen nauwkeurig werden bekeken, bleken de risico’s niet duidelijk omschreven. Daarnaast blijkt dat deze risicozones vaak in de meest lucratieve buurten van de stad liggen (Porpetta, 2015).
Architect Lucas Faulhaber geeft aan dat de mega-evenementen niet de echte reden zijn voor verhuis. Ze dienen eerder als een legitimering en als drukkingsmechanisme om deadlines te halen. In de realiteit zijn het eerder de private belangen die zorgen voor een gedwongen verhuis. Een voorbeeld hiervan is Indiana, een buurt in Rio waar geen infrastructuur voor mega-evenementen wordt gebouwd, maar die wel vlak naast een middenklassenbuurt ligt. De
50
reden voor de uithuiszettingen is dat er plaats moet gemaakt worden voor het bouwen van een vrijetijdsruimte voor de luxewoningen in de buurt ernaast. Rio de Janeiro wordt niet langer gezien als een plaats voor lokale inwoners, maar eerder als product dat wordt verkocht aan buitenlandse investeerders (Porpetta, 2015). In de officiële documenten van het IOC in aanloop naar de Olympische Spelen werd weergegeven dat ongeveer 300 families die in illegale huizen wonen zullen worden verplaatst omdat het Olympisch Park op deze plaats moet worden gebouwd (IOC, 2009). Vooral in de favela Villa Autodromo in Rio moet er plaats gemaakt worden voor het evenement. Nieuwssites geven aan dat er al 800 families, 90% van de inwoners, de favela verlieten. Een deel van hen werd betaald om hun huis te verlaten. Slechts enkele families zou nog in de favela aanwezig zijn, waarvan er 15 hun strijd tegen de verhuis niet opgeven en de rest aan het onderhandelen is met de overheid om een redelijke vergoeding te verkrijgen (Gonzalez, 2015). Ondertussen werd in favela villa Autodromo de elektriciteit tijdelijk uitgeschakeld en worden er geen publieke diensten meer verleend (Poiskspider, 2015). De stad deelt mee tot nu toe 96 miljoen reais (27 miljoen dollar) uitgegeven te hebben aan families die verhuisden (Watts, 2015a). Het IOC geeft verder aan dat Brazilië over wetgeving beschikt die de Olympische eigendomsrechten beschermt en gebruikt kan worden om beslissingen sneller te laten nemen en weerstand kan omzeilen (IOC, 2009). Eerder dit jaar ondertekende Paes een decreet waarin de gedwongen verhuis wordt toegelaten. Dit zorgde eind juni voor gewelddadige confrontaties in de favelas aangezien de politie traangas, rubberen kogels en wapenstokken moest inzetten. De lokale inwoners konden zich verzetten en geen enkele familie verhuisde. Toch begint men zich af te vragen of men niet beter akkoord gaat met de verhuis voor er een slechtere deal komt (Watts, 2015a). Steun van lokale bewoners Tijdens de voorbereidingen en tijdens de Wereldbeker zelf kreeg Brazilië sinds 2013 af te rekenen met heel wat protesten. Vooral in São Paulo, maar ook in Rio de Janeiro vonden er gewelddadige clashes plaats tussen de politie en de bevolking. Protestanten waren ontevreden over het aandeel dat de overheid had gespendeerd aan de voorbereidingen van de Wereldbeker en de Olympische Spelen. Daarnaast vonden er heel wat stakingen plaats, onder andere in de luchthavens van Rio (BBC, 2014). Net voor de openingsceremonie kwamen honderd protestanten op straat die het vuur openden en stenen naar de politie gooiden. De protesten focusten zich op de slogan ‘Our Cup is on the Street’ waarbij verwezen werd naar de hoge kostprijs voor stadions, corruptieschandalen, politiegeweld en de gedwongen verhuizen (Watts, 2014b).
51
Onderzoek wees uit dat 61% van de Brazilianen vooraf geloofde dat de Wereldbeker een negatief effect zou hebben op het land, doordat er geld voor onderwijs, gezondheidszorg en andere publieke diensten wordt weggenomen. De vrees voor stijgende prijzen, een toename in criminaliteit en een reductie van de gezondheidssector scoort het hoogst in de enquête. Daarnaast spelen corrupte politici, het gebrek aan jobmogelijkheden en de kloof tussen arm en rijk eveneens een belangrijke rol bij de Braziliaanse bevolking (Petronzio, 2014). Dilma Rouseff reageerde dat: ‘it was absurd to claim that money used for stadiums compromises education in Brazil’. Ze duidt daarbij op het feit dat het overheidsbudget voor onderwijs en gezondheidszorg gestegen is onder haar beleid (Waldron, T., 2014c).
Tijdens de openingsceremonie weigerde ze een speech te geven aangezien ze vermoedde uitgejouwd te worden. Dit gebeurde ook wanneer ze even met de camera in beeld gebracht werd. Na een aantal grote protesten tijdens de voorbereidingen van de Wereldbeker vonden er nog slechts enkele kleine opstanden plaats door beperkte georganiseerde radicale groepen. De meerderheid van de bevolking richtte zijn aandacht op de voetbalmatchen (Lewis, 2014).
Professor Argemiro Luis Brum vat de protesten als volgt samen: “it is not a matter of being against sports, but a matter of being against the compromise of resources that were initially destined to basic services such as education, health, safety and housing for all Brazilians, especially those living in the countryside, who will only get to watch the matches on TV and this if they have electricity.” (Novais, 2012).
In aanloop naar de Olympische Spelen staat er in het rapport van kandidaatstelling geschreven dat de eventuele stakingen voor weinig risico’s zullen zorgen tijdens de Spelen aangezien er goede relaties zijn met de vakbonden. Drie grote vakbonden hebben schriftelijk hun steun voor het evenement bevestigd. Verder heeft een poll van het IOC aangegeven dat 85% van de bevolking in Rio en 69% van de Brazilianen de Spelen steunt (IOC, 2009). 3.3.6. Beveiligingsimpact FIFA geeft aan dat er aan veiligheidsrisico’s een enorm groot belang wordt gehecht, vooral in een aantal specifieke regio’s. Het inspectieteam ging er in 2007 echter van uit dat de algemene publieke perceptie omtrent de onveiligheid erger is dan de realiteit. Om de criminaliteit in Brazilië te bestrijden werd er op 20 augustus 2007 een overheidsplan ingeschakeld gebaseerd op twee aspecten: extra politiediensten en preventieve sociale programma’s. De overheid lanceerde daarnaast een nationale campagne met extra investeringen om de criminaliteit te verminderen in specifieke regio’s (FIFA, 2007).
52
Veiligheidsproblemen blijken de grootste rem te zijn op de potentiële Braziliaanse vooruitgang. Sinds de terroristische aanslag van 11 september 2001 werd het budget voor publieke veiligheid enorm vergroot. Voor Brazilië ligt de grootste bedreiging voor de veiligheid in de favelas (Martin, 2012). Na de officiële aanstelling van Brazilië als gastland voor de Wereldbeker besliste Rio de Janeiro dat er een nieuw veiligheidsregime moest geïnstalleerd worden in de favelas, onder de term ‘pacificatiestrategieën’. De UPP (Unidade de Policìa Pacificadora), een speciale politiedienst, werd opgericht en ingezet. De centrale doelstellingen van deze politie-units bestonden uit het veiliger maken van de favelas en hen voorbereiden op komende infrastructuurwerken en sociale projecten. Uit verschillende interviews kon men het pacificatieproces in de realiteit reconstrueren. Ten eerste wordt de favela geselecteerd zonder dat de inwoners dit weten. De BOPE valt de favela binnen, vaak heel vroeg ’s morgens, rond 5 uur. De meest machtige drugdealers leven vaak tegen de top van de berg waarop de favela zich bevindt, waardoor de BOPE daar start met het openen van het vuur. Een selecte groep, van wie ze denken dat zij de machtigste drugdealers zijn, wordt vermoord. De volgende dagen zijn zeer gewelddadig en inwoners blijven vaak binnen. De politie probeert intussen de omliggende regio’s onder controle te houden. De BOPE werkt dag en nacht om de gemeenschap te bevrijden van drugdealers. Vanaf ze denken dat ze de regio bevrijdt hebben, neemt de UPP hun taak over. Deze politieagenten werden opgeleid tot een ‘community police’ met als belangrijkste taak de sloppenwijken vrij te houden van drugsverhandeling en gewapend geweld. Men werkt hierbij op een meer persoonlijke niveau met de lokale inwoners en fungeert als regulator tussen de bevolking en de overheid. Door veel te communiceren trachten ze het vertrouwen te winnen en sociale verandering te creëren. Het doel is dat de lokale inwoners kunnen genieten van hun woonomgeving zonder dat drugdealers de controle bezitten en de veiligheid in gevaar brengen (Sheridan, n.d.).
De nieuwe politie-eenheid werd echter niet ingezet in de favelas met de meeste criminaliteit, maar in deze het dichtst tegen de stad. Een duidelijk gebrek aan aandacht voor stedelijke ontwikkeling, volgens critici. Daarnaast wordt het UPP-programma gesubsidieerd door internationale bedrijven zoals Coca-Cola en de Braziliaanse oliemagnaat Eike Batista wat suggereert dat het niet de inwoners van de respectievelijke favelas zijn die de grootste baat hierbij hebben (Steinbrink, 2013). Het UPP-programma kan op deze manier eenvoudig gelinkt worden aan het neoliberalisme. De gepacificeerde favelas representeren nieuwe markten voor goederen die grote bedrijven, zoals multinationals, zo snel mogelijk trachten te koloniseren. Sinds de start van het UPP-programma werd de economische waarde snel duidelijk. Eén van de direct bevoordeelde bedrijven is Light, een geprivatiseerd 53
elektriciteitsbedrijf uit Rio. Inwoners van de favelas tappen al jarenlang elektriciteit af van het elektriciteitsnet, zoals ze dit ook doen met andere diensten zoals kabeltelevisie en water. In sommige favelas vragen drugsbendes een kleine bijdrage voor deze illegale verbindingen. Light werd geprivatiseerd in 1996 en wordt gecontroleerd door een groep van Braziliaanse, Amerikaanse en Franse elektriciteitsbedrijven. Het bedrijf verliest minstens 200 miljoen dollar per jaar door de illegale elektriciteitsaftapping in de favelas. Hoewel ze al een aantal jaren trachtten deze praktijken stop te zetten, lukte dit pas met de invoering van de pacificatiestrategieën. De meerderheid van de illegale verbindingen werd geformaliseerd in de eerste zeven UPP-favelas. Ook op het vlak van toerisme zorgde de UPP voor een vermarkting van de favelas. Eén van de beloftes van het UPP-programma was dat er jobs en andere opportuniteiten voor de inwoners zouden gecreëerd worden. Het toegenomen toerisme kan gezien worden als het enige concrete gevolg van deze belofte. Nu dat de meest toegankelijke favelas veel veiliger zijn geworden, spreken ze de toeristen nog meer aan. De toeristische tours die meestal in de bekendste favela Rocinha werden georganiseerd, zijn nu uitgebreid naar andere wijken. Het zijn voornamelijk de organisatoren die hier rijker van worden. Ten slotte kan ook de vastgoedsector mee profiteren door een enorme stijging van het aantal nieuwe woningen in UPP-favelas (Freeman, 2012).
De militaire invasie in de favelas werd opgevolgd door maandenlange zware patrouilleringen. Lokale bewoners werden intensief getraind zodat ze de militaire politie konden steunen bij het uitvoeren van lange termijnprojecten. De overheid gaf aan dat dit beveiligingsprogramma ook na de Wereldbeker zal blijven bestaan, ondanks het wegvallen van subsidies (Prouse, 2012; Steinbrink, 2013).
Het UPP-programma zorgde voor verdeelde resultaten. De favelas waarin deze politiedienst aanwezig was zagen een significante daling in gewelddadige moorden, maar de UPP liet daarnaast een vacuüm van macht achter voor drugdealers. In de UPP-zones, waar drugdealers niet meer in staat zijn hun eigen vorm van justitie met vergelding toe te passen, worden er meer meldingen van verkrachting, bedreiging en huiselijk geweld waargenomen. De drugdealers verhuizen daarnaast soms naar favelas zonder UPP waar ze in competitie gaan met de daar heersende gangs (Jones, 2015).
Ondanks de aanwezigheid van de UPP-diensten in de favelas voelen inwoners zich niet veiliger. 80 % van de Brazilianen heeft schrik ooit aangepakt te worden door de politiediensten. Vooral in Rio de Janeiro is deze vrees niet ongegrond. Het aantal doden door
54
contact met de politie steeg met 69 % van 2013 tot 2014. In de voorbereidingen van de Wereldbeker werd het steeds duidelijker dat de UPP eerder ontstaan is als PR-stunt in plaats een dienst die de veiligheid garandeert. Hoewel de UPP er wel voor zorgt dat drugdealers en wapens worden weggehouden uit de favelas, heeft men weinig andere doelstellingen. Zo worden gemarginaliseerde inwoners niet opnieuw betrokken in de gemeenschap en focust men zich niet op lange termijndoelstellingen. In de meeste gevallen fungeert de UPP enkel als een militaire politiedienst die erin faalt de lokale inwoners te beschermen (Froio, 2014).
Naast het UPP-programma werden er in Rio enorme investeringen gedaan in beveiligingstechnologie waaronder gezichtsherkenningssystemen en onbemande robots. Beide technieken werden al gebruikt in andere stadions waarbij er een geïntegreerd veiligheidsplan kon toegepast worden. Via deze nieuwe mechanismen kon men meer informatie te pakken krijgen over hooligans, ruziemakers en potentiële terroristen (Trader, 2014).
Eén van de meest controversiële beveiligingsmechanismen is de eis van FIFA de wetten, op zijn minst tijdelijk, te veranderen. De nieuwe regelgeving hield onder andere in dat FIFA geen belastingen moest betalen op de verdiensten die uit het evenement voortkwamen, dat bedrijven zich konden associëren met de Wereldbeker en dat specifiek in Brazilië de verkoop van alcohol binnen de stadions tijdens het evenement opnieuw toegelaten werd (Atkins, 2013).
Vooral deze laatste wet zorgde voor heel wat commotie. Het verbod op
alcoholconsumptie in stadions werd 11 jaar geleden ingevoerd om agressiviteit tijdens matchen te verminderen. FIFA verbaasde zich na afschaffing van de wet over het aantal dronken supporters tijdens de Wereldbeker (Petchesky, 2014).
Naast de nieuwe wet op de verkoop van alcohol werden er nieuwe wetten opgesteld waarbij de definitie van terrorisme werd uitgebreid om elke provocatie, mogelijke paniek of terrorisme te kunnen vatten. Het overtreden van de wetten kon zorgen voor een gevangenisstraf van 15 tot 20 jaar. Hetzelfde gebeurde met de definitie ‘vandalisme’ waarbij er straffen tot 12 jaar werden uitgesproken. Deze wetten zorgden voor een legale bescherming voor de meer repressieve politie, argumenteert ANCOP. Tijdens de Wereldbeker werden door deze wetten in Rio de Janeiro 21 protestanten door de politie preventief vastgehouden, de dag voor de finale. Deze handelingen werden gelegitimeerd door het mogelijke gevaar van toekomstige criminaliteit zonder te verwijzen naar specifieke acties of plannen. Op de dag van de finale vonden er opstanden plaats in Rio’s Saens Pena Plaza, maar de politiediensten omringden de buurt en protestanten werden geconfronteerd met rubberen kogels,
55
rookbommen en pepperspray. Iets verder weg van de stadions was de militaire macht echter nog duidelijker zichtbaar (Waldron, I., 2014).
De totale kostprijs van de beveiliging tijdens de Wereldbeker lag vier keer hoger dan in ZuidAfrika in 2010 en bedroeg ongeveer 2 biljoen dollar (Morpurgo, 2015). Hiermee werden 150.000
politiemannen
en
militair
personeel
tewerkgesteld
en
20.000
private
veiligheidsagenten. In de voorbereidingen van het evenement werden de verschillende veiligheidsinstituties voor de eerste keer met elkaar vermengd. De federale, civiele en militaire politiediensten werden geïntegreerd met het leger, de marine en de luchtmacht. Een belangrijk aandachtspunt was de bedreiging van terrorisme (Minogue, 2014). Er waren daarnaast meer dan 2.000 private beveiligingsfirma’s aanwezig tijdens de Wereldbeker (Bowater, 2014).
In de voorbereiding naar de Olympische Spelen beslist de Braziliaanse overheid eveneens heel wat aandacht te besteden aan de bestaande veiligheidsproblemen in Rio de Janeiro. Samen met het IOC worden grote zorgen over de criminaliteit, overbevolking en drugshandel in de favelas geuit (IOC, 2009). Er werden al 12 projecten in werking gesteld om de kwaliteit van de politiediensten te verbeteren. Het aantal politiemensen zou nogmaals verhogen en ook hun salaris zou aangepast worden. Daarnaast worden er intensieve trainingen voorzien en verbeteringen van de beveiligingstechnologie. De politieagenten krijgen Spaanse en Engelse taalles om te kunnen omgaan met de buitenlandse toeristen. Tijdens de Spelen zal er personeel van verschillende overheidsinstanties en andere organisaties tegelijk worden ingezet om de veiligheid te garanderen. Hiervoor is heel wat extra budget nodig (Sheridan, n.d.).
56
4. Conclusie De bedoeling van deze masterproef was een overzicht te geven van de gevolgen die gepaard gaan met het organiseren van mega-evenementen. Voor er gefocust werd op Rio de Janeiro werden de verschillende impacts van evenementen in het verleden nagegaan. Hierna werden de gevolgen van de Wereldbeker van 2014 en de voorbereidingen van de Olympische Spelen van 2016 geschetst. Op basis van deze gegevens kan er nagegaan worden wat de belangrijkste gelijkenissen en verschilpunten zijn tussen de situatie in Rio en andere gastlanden en – steden.
Op economisch vlak zien we dat er altijd jobs worden gecreëerd, maar dat deze vaak tijdelijk zijn. Zowel in Barcelona, Atlanta, Zuid-Afrika en Rio de Janeiro zien we dit zelfde resultaat. De meeste arbeiders worden ontslagen nadat de nodige infrastructuur er staat. Qua financiering staat het vast dat mega-evenementen enkel kunnen georganiseerd worden door een combinatie van private en publieke fondsen. De belofte van de Braziliaanse regering dat de Wereldbeker een volledig privaat evenement zou worden, werd dan ook helemaal niet nagekomen. Uiteindelijk werd 85,5% van het totale budget geïnvesteerd door de overheid. Dit leidde tot ingrijpende gevolgen: wanneer het budget voor de organisatie te sterk stijgt, komen minder ontwikkelde landen die vanuit een achtergestelde positie starten - zoals Brazilië -, in de problemen door te grote overheidsinvesteringen. De Olympische Spelen worden in tegenstelling tot de Wereldbeker aangekondigd als een evenement dat wordt gefinancierd door zowel de overheid als private sponsors, al belooft men ook hier dat de overheidsbijdrage beperkt zal blijven.
Op toeristisch vlak zorgden voorgaande evenementen in Zuid-Korea en Beijing niet voor een stijging in het jaarlijks toeristenaantal. Voor Brazilië was dit wel het geval: het land kon rekenen op 1 miljoen meer toeristen dan het jaar voordien. Op korte termijn scoorde Rio op dit vlak zeer goed, maar de resultaten op langere termijn bleven uit doordat het aantal toeristen in de maanden erna weer daalde. Of Rio net zoals Barcelona op lange termijn uitgroeit tot één van de meest bezochte steden van het werelddeel zullen latere analyses moeten uitmaken. Een opmerkelijk fenomeen bij de wereldbeker was het zogenaamde slum toerisme, waarbij buitenlandse toeristen overnachtten in de favelas. Ook uit die ervaring kan men leren dat voornamelijk de toerismesector hiervan de grootste winsten ontvangt. De lange termijngevolgen voor de favelas zullen verder nog in latere analyses pas duidelijk worden. In de voorbereidingen van de Olympische Spelen wordt de stad alvast klaargemaakt voor een tweede grote toeristenstroom.
57
Wanneer we de infrastructurele impact vergelijken met goed ontwikkelde landen zien we een groot verschil. Deze fysieke impact vertaalt zich in heel wat negatieve kenmerken. Gastland Amerika en gaststad Atlanta moesten veel minder investeren in infrastructuur doordat de stadions en andere accommodatie vooraf al voldeed aan de eisen van de sportorganisaties. In Rio is de achterstand qua infrastructuur voor het tornooi veel groter waardoor er veel grotere financiële,
logistieke
en
humane
inspanningen
moeten
geleverd
worden.
In de aanloop naar de Olympische Spelen werden er opnieuw heel wat nieuwe bouwplannen opgesteld om te kunnen voldoen aan de eisen van het IOC. Daarnaast liepen deze bouwplannen net zoals in de andere gastlanden heel wat vertraging op door stakingen of verkeerde inschattingen. De strikte deadlines zorgden ervoor dat er weinig rekening werd gehouden met de werkomstandigheden. Bovendien leerde de Wereldbeker ook dat heel wat nieuwe gebouwen na de Wereldbeker ongebruikt achter bleven. Hoewel dit fenomeen bij de organisatie in Duitsland onbekend was, vond het ook plaats in Beijing, Athene en ZuidKorea. Op dit vlak is er geen duidelijk onderscheid tussen meer en minder ontwikkelde landen terug te vinden. Het blijft ook in Rio bang afwachten of na de Spelen al deze infrastructuur in gebruik zal genomen worden.
Op ecologisch vlak werd in Rio, net zoals in Duitsland, de transportsector aangeduid als schuldige voor de meeste vervuiling tijdens de Wereldbeker. Toch lag de ecologische voetafdruk in Brazilië veel hoger dan in Duitsland, maar net iets lager dan in Zuid-Afrika. De grote afstand tussen de steden - wat zorgt voor veel verkeer - ligt hier mee aan de oorzaak. In de voorbereidingen van de Olympische Spelen blijft het ecologische aspect niet onbelicht in de internationale pers. De vervuiling in de Guanabara Bay kwam wereldwijd in het nieuws en ook berichten over andere milieuproblemen, zoals het nieuwe golfterrein, worden ruim verspreid. Toch geeft het IOC aan dat er veel aandacht gaat naar de ecologische aspecten. De grote internationale druk zou eventueel kunnen zorgen voor een striktere controle op de milieuplannen.
Op politiek vlak zien we het sport-voor-ontwikkeling narratief vaak terugkeren in beleidsplannen van de Braziliaanse overheid en van het stadsbestuur van Rio. Terwijl Zweden zich terugtrok uit het biedingsproces van de Winterspelen om zich eerder te focussen op sociale projecten, ging Rio toch voluit voor de rol van gaststad. Net zoals in Athene kwamen in Rio door internationale druk de prioriteiten anders te liggen waardoor veiligheid van het allergrootste belang werd. Verder lijken de corruptieschandalen op dit vlak het grootste probleem te zijn. Naar aanleiding van de Wereldbeker werden verschillende onderzoeken uitgevoerd waarbij politici verdacht werden van corrupte handelingen wat zorgde voor heel
58
wat weerstand onder de bevolking. Zowel voor als tijdens de Wereldbeker moest voornamelijk presidente Dilma Rousseff heel wat kritiek slikken. In de voorbereidingen van de Spelen richt het protest zich zowel op Rousseff als op burgemeester Paes. Deze laatste werd vooral verdacht van het vormen van allianties en het gebruik van de Spelen om zijn eigen carrière te bevoordelen. Het niet nakomen van de campagnebeloftes van de regering zorgde eveneens voor heel wat tegenstand.
De socio-culturele impact werd gemeten aan de hand van vier kenmerken. Op het vlak van de versterking van de gemeenschap werd de protestgroep in Toronto aangehaald. Ook in Rio vonden er tal van protesten plaats, maar zorgde dit niet meteen voor het samenbrengen van de gemeenschap. De hoge ticketprijzen zorgden eerder voor een sociaaleconomische segregatie en de toename in geweld leidde tot een negatieve sfeer onder de bevolking. We zagen wel dat inwoners door onvrede met het beleid een eigen Wereldbeker organiseerden waardoor gemeenschappen toch dichter bij elkaar kwamen. De Wereldbeker zorgde in dit geval voor een socio-economische breuklijn tussen de bevolking, maar kon onverwacht en onbewust de gelijkgestemden dichter bij elkaar brengen. Over de toename in sportbeoefenaars kan op basis van dit onderzoek weinig gezegd worden. Enkel in Barcelona ervoer men het trickle down – effect, terwijl de aantallen in Londen en Canada eerder hetzelfde bleven. Het wordt afwachten hoe de Braziliaanse bevolking zal reageren op de vertoning van de verschillende sportdisciplines tijdens de Spelen. De gevolgen op het vlak van displacement werden reeds beschreven in de Canadese context, maar werden in Rio nog veel duidelijker. De cijfers omtrent de gedwongen verhuizen van het Centre on Housing Rights and Evictions voorspelden niet veel goeds. De gevolgen van de displacementprocedures kunnen met zekerheid beschouwd worden als een van de belangrijkste impacts op de bevolking.
Evaluaties omtrent de beveiliging van voorgaande evenementen toonden het al aan: sinds 9/11 werd het budget voor veiligheidsmechanismen tijdens grote festiviteiten enorm opgetrokken. Dit zorgde ervoor dat men in Zuid-Afrika legervliegtuigen en bommenexperts kon inzetten, maar er ook in Rio heel wat extra veiligheidspersoneel werd ingeschakeld. De aanpak van criminaliteit werd als één van de grootste prioriteiten gezien waardoor er specifiek voor de favelas een nieuwe politiedienst werd opgericht. De inzet van de UPP zorgt voor de verwachte daling in criminaliteit, maar komt toch vooral de toerisme – en vastgoedsector ten goede. Hoewel buitenlandse toeristen zich veiliger voelen, is dit niet het geval bij de lokale bewoners. De vermindering van het aantal moorden in de favelas gaat gepaard met meer criminaliteit door de aanwezigheid van drugbendes. Daarnaast zorgt de grote aanwezigheid van de UPP voor een verhoogd aantal doden door confrontatie met de
59
politiediensten.
Net
zoals
aangegeven
in
de
literatuur
werden
er
nieuwe
beveiligingsmechanismen ingevoerd die ook na de evenementen kunnen gebruikt worden. Daarnaast werden er wetten aangepast waardoor de kans op een gevangenisstraf vergroot. Ten slotte wordt de aanpak van criminaliteit in de voorbereiding van de Spelen opnieuw hoog op de agenda geplaatst wat ervoor zorgt dat er nood is aan heel wat extra budget om al deze nieuwe mechanismen te kunnen financieren.
En de bevolking? De literatuur wees aan dat de steun van de lokale bewoners noodzakelijk is bij de organisatie van een mega-evenement. Uit studies blijkt dat we mogen concluderen dat de inwoners het meest tevreden zijn over de nieuwe infrastructuur die gepaard gaat met de festiviteiten, maar dat de vrees voor de socio-culturele en economische gevolgen groot is. Hoewel de bewoners van Rio de Janeiro wel voordelen zagen in de nieuwe infrastructuur, zorgde vooral de hoge kostprijs van dit alles voor een domper op de feestvreugde. De talrijke protesten representeren de vrees voor de socio-culturele en economische gevolgen zoals omschreven in de literatuur. De ecologische impact was ook voor de bevolking van Rio niet het belangrijkste, hoewel er hier en daar ook op dit vlak zich protestbewegingen ontwikkelden. De resultaten uit de literatuur komen op dit vlak overeen met de beschreven situatie in Rio. Het IOC deelde mee dat in aanloop naar de Spelen de steun van de bevolking in grote mate aanwezig is. Toch protesteren er nu al inwoners tegen de gevolgen die de voorbereidingen met zich mee brengen.
Als eindconclusie kunnen we stellen dat de impact van beide mega-evenementen op Rio de Janeiro niet eenzijdig als positief of negatief kan opgevat worden. De Braziliaanse overheid en het stadsbestuur van Rio hadden zeker gegronde redenen om zich kandidaat te stellen als organisator van de festiviteiten, maar hadden zich misschien te weinig voorbereid op de negatieve effecten die ermee gepaard zouden gaan. De voorbeelden in andere landen en de voorbeelden van de Wereldbeker-organisatie in eigen land, hadden een leereffect kunnen hebben op de organisatie van de komende Olympische Spelen voor Rio. We merken in de literatuur dat hierover voldoende informatie beschikbaar is, maar dat dezelfde fenomenen van corruptie,
displacement,
ecologische
gevolgen,
onderschatte
overheidsbegroting
en
infrastructuurwerken zich herhalen. De grote overheidsinvesteringen zijn hierbij één van de belangrijkste aandachtspunten. Doordat de Braziliaanse regering ervoor koos om twaalf, in plaats van de door de FIFA vereiste acht, stadions neer te zetten, zorgde dit voor een overheidsbudget dat bleef oplopen. Het niet nakomen van de belofte dat de nieuwe infrastructuur voor het grootste deel door private sponsors zou worden gefinancierd, zorgde dan ook voor de grootste frustraties onder de bevolking. Moest deze belofte wel zijn
60
nagekomen, had dit een heel ander effect op de inwoners van Rio kunnen hebben. Private sponsors zouden op deze manier kunnen zorgen voor de nodige sportinfrastructuur, terwijl investeringen in scholen, ziekenhuizen en andere sociale projecten konden blijven doorlopen. Nieuwe infrastructuur kan er namelijk voor zorgen dat lang bestaande barrières zoals de slechte kwaliteit van het openbaar vervoersysteem, de luchthavens en wegen worden opgelost. In een land waar corruptie vaak voorkomt is het spenderen van publiek geld echter een bijkomende moeilijkheid.
Daarnaast zorgden de displacementprocedures voor de grootste rechtstreekse impact op de bevolking. FIFA ontkent hiervoor verantwoordelijk te zijn en geeft aan dat het stadsbestuur hierin de grootste rol speelt. Mega-evenementen zorgen ervoor dat dergelijke projecten met negatieve gevolgen toch kunnen gelegitimeerd worden. Meer overleg met de favelabewoners en een striktere erkenning van hun rechten zou tot betere resultaten kunnen geleid hebben. Daarnaast zorgt de staat met deze displacementprocedures voornamelijk voor een opwaardering van de favelas om nieuwe lucratieve markten te creëren. De neoliberale omkadering wordt hierdoor zeer duidelijk. De staat intervenieert om de belangen van de kapitaalkrachtige klasse, voornamelijk de vastgoed – en toerismesector, veilig te stellen.
De relatie tussen het neoliberale model en de mega-evenementen werd ook op andere vlakken zichtbaar. Het in het eerste deel omschreven sport-voor-ontwikkeling narratief werd zowel door de Braziliaanse overheid als de sportfederaties voorop gesteld. Er werd vooraf aangekondigd dat de Wereldbeker en de Olympische Spelen voor economische ontwikkelingen en verbeteringen voor de totale bevolking zouden zorgen. Het staatsgeleide neoliberale beleid zorgde echter eerder voor voordelen voor private bedrijven dan voor een grote nationale ontwikkeling. De relatie tussen de publieke en private sector staat momenteel centraal in Rio. Ook op het vlak van beveiliging werden de theoretische inzichten van Harvey realiteit. Er werden nieuwe wetten ingevoerd, zoals de toelating van alcohol in de stadions, zodat consumptie centraal kwam te staan. Daarnaast werden lokale handelaars dicht bij de stadions verboden hun winkels te openen zodat alle winsten richting FIFA vloeiden. Door een wetswijziging moest FIFA hier geen belasting op betalen. Doordat dit onderzoek plaatsvond tussen de twee mega-evenementen in zorgde dit zowel voor een voordeel als een nadeel. Op deze manier konden zowel het verloop van de Wereldbeker, maar ook de voorbereidingen van de Spelen geanalyseerd worden. Deze twee verschillende periodes in de organisatie van een evenement zorgden voor interessante bevindingen. Daarnaast zal er pas na de Olympische Spelen echter een volledige analyse kunnen gemaakt worden van de impact van mega-evenementen op Rio de Janeiro. De hierboven gestelde
61
conclusies zijn enkel geldig voor de korte termijngevolgen die de evenementen met zich mee brachten. Pas na de Spelen zal het volledig duidelijk worden in hoeverre de stad geëvolueerd is op de verschillende vlakken.
62
5. Bibliografie Alves, L. (2014, 1 juli). World Cup has not been good for Brazil Airlines, The Rio Times, geraadpleegd op 2 juni 2015 via http://riotimesonline.com/brazil-news/rio-business/worldcup-has-not-been-good-for-brazil-airlines/ Alves, J.O. & Rogo, M.D.S. (2013). The right to housing, the World Cup and the Olympics: reflections on the case of Rio de Janeiro. FrancoAngeli, 64, 28-33. Atkins, C. (2013, 6 juni). The social cost of Brazil hosting World Cup 2014, Bleacher Report, geraadpleegd op 2 juni 2015 via http://bleacherreport.com/articles/1663701-the-social-costof-brazil-hosting-world-cup-2014
Avison, B. (2015, 23 januari). Brazil 2014 World Cup hailed as sustainability benchmark, Host City, geraadpleegd op 20 mei 2015 via http://www.hostcity.net/sporting-venuesnews/brazil-2014-world-cup-hailed-sustainability-benchmark
Baade, R. & Matheson, V. (2004). Mega-sporting events in developing nations: playing the way to prosperity? South African Journal of Economics, 72, 5, 1084-1095.
Baade, R. & Matheson, V. (2011). Financing Professional Sports Facilities. Geraadpleegd op 28
juni
2015
via
http://college.holycross.edu/RePEc/hcx/Matheson-
Baade_FinancingSports.pdf
Barclay, J. (2009). Predicting the costs and benefits of mega-sporting events: misjudgement of Olympic proportions? Oxford: Blackwell Publishing.
Baumann, R. & Matheson, V. (2013). Infrastructure investments and mega-sports events: Comparing the experience of developing and industrialized countries, Economics Department Working
Papers,
geraadpleegd
op
21
juni
2015
via
http://crossworks.holycross.edu/cgi/viewcontent.cgi?article=1146&context=econ_working_p apers
Barnes, T. (2014, 28 juni). Many tourist choosing to stay in favelas during World Cup, USA Today, geraadpleegd op 3 juni 2015 via http://sports.usatoday.com/2014/06/28/favelatourism-rio-world-cup/
63
BBC (2014, 13 juni). Brazil World Cup: Clashes at São Paulo and Rio protests, BBC, geraadpleegd op 20 juli 2015 via http://www.bbc.com/news/world-latin-america-27811657# Belga (2015, 30 juli). “Water in Rio is vuil en gevaarlijk”, De Morgen, geraadpleegd op 2 augustus
2015
via
http://www.demorgen.be/sport/-water-in-rio-is-vuil-en-gevaarlijk-
a2408225/
Bertini, I. (2013, 21 augustus). Plan announced to ‘green’ Rio 2016 Olympic Games, Blue and
Green
Tomorrow,
geraadpleegd
op
2
mei
2015
via
http://blueandgreentomorrow.com/2013/08/21/plan-announced-to-green-rio-2016-olympicgames/
Bevan, S. (2014, ). Sporting economic development, [Blog Post], geraadpleegd op 1 juni 2015 via http://thepositive.com/sporting-economic-development/
Biller, D. (2014, 8 augustus). Brazil July inflation slows more than economists forecast, Bloomberg
Business,
geraadpleegd
op
12
juli
2015
via
http://www.bloomberg.com/news/articles/2014-08-08/brazil-july-inflation-slows-more-thaneconomists-forecast
Boadle, A. (2014, 5 juni). World Cup leaves Brazil costly stadiums, poor public transport, Reuters, geraadpleegd op 6 juni 2015 via http://uk.reuters.com/article/2014/06/05/uk-brazilworldcup-infrastructure-idUKKBN0EG24F20140605
Boettcher, W. & Hobkinson, R. (2014). FIFA World Cup 2014: Brazilian Goals. Geraadpleegd
op
20
mei
2015
via
http://www.colliers.com/-
/media/AABE48CE722C462BAC4169AAD920ADA9.ashx Bourne L. S. (1993). The demise of gentrification? A commentary and prospectic view, Urban geography, 14, 95-107 Bowater, D. (2014, 22 mei). World Cup: Brazil’s small security firms get ready, BBC, geraadpleegd op 2 mei 2015 via http://www.bbc.com/news/business-27291188 Boyle, P. & Haggerty, K.D. (2009). Spectacular security: Mega-events and the security complex, International Political Sociology, 3, 257-274.
64
Brenner, N. & Theodore, N. (2002). Cities and the geographies of ‘Actually Existing Neoliberalism’, Oxford: Blackwell Publishers. Caulyt, F. (2014, 18 juni). Locals leave Brazil to escape World Cup crowds [Blog Post]. Geraadpleegd op 3 juni 2015 via http://www.dw.com/en/locals-leave-brazil-to-escape-worldcup-crowds/a-17717764
Coakley, J. & Souza, D.L. (2013). Sport mega-events: Can legacies and development be equitable
and
sustainable?
Geraadpleegd
op
22
juli
2015
via
http://www.pgedf.ufpr.br/downloads/Artigos%20PS%20Mest%202014/Doralice/COAKLEY; %20%20%20%20%20%20SOUZA.%20Sport%20Megaevents.pdf
COHRE (2007). Fair lay for housing rights: Mega-events, Olympic Games and housing Rights Geneva: COHRE. Geraadpleegd op 28 mei 2015 via http://www.cohre.org/megaevents Colitt, R. (2015, 16 januari). Rio Olympics no help to Brazil economy based on World Cup, Bloomberg
Business,
geraadpleegd
op
4
juni
2015
via
http://www.bloomberg.com/news/articles/2015-01-16/rio-olympics-no-help-to-brazileconomy-based-on-world-cup-result
Collinns, A. & Flynn, A. (2008). Measuring the environmental sustainability of a major sporting event: a case study of the FA Cup Final, Tourism Economics, 14, 4, 751-768.
Collins, A., Flynn, A., Munday, M. & Roberts, A. (2007). Assessing the environmental consequences of major sporting events: The 2003/04 FA Cup Final, Urban Studies, 44, 3, 457-476.
Cromton, J.L. & McKay, S.L. (1994). Measuring the economic impact of festivals and events: some myths, misapplications and ethical dilemmas. Fest management & Event Tour, 2, 3343.
Cummings, J. (2015). Confrontin favela chic: the gentricifaction of informal settlements in Rio de Janeiro, Brazil, In: Lees, L., Shin, H.B. & Lopez-Morals, E. (eds.) Global gentrifications. Uneven development and displacement, Bristol: Policy Press. Curi, M., Knijnik, J. & Mascarenhas, G. (2011). The Pan American Games in Rio de Janeiro 2007: Consequences of a sport mega-event on a BRIC country. International Review for the
65
Sociology of Sport, 1-17. Daibert, P. (2014, 26 mei). Brazil’s evicted ‘won’t celebrate World Cup’, Aljazeera, geraadpleegd op 20 april 2015 via http://www.aljazeera.com/indepth/features/2014/05/brazilevicted-won-celebrate-world-cup-201452012437552695.html Darlington, S. (2014, 27 oktober). President Dilma Rousseff wins election in Brazil, CNN, geraadpleegd op 5 mei 2015 via http://edition.cnn.com/2014/10/26/world/americas/brazilpresidential-election/ de Lint, W. Virta, S. & Deukmedjian, J. (2007). The simulation of crime control: A shift in policing? American Behavioral Scientist, 50, 2, 1631-1647. De Vleeschauwer, B. (2015, 13 augustus). Olympisch goud voor mislukte investeringen, MO, geraadpleegd op 13 augustus 2015 via http://www.mo.be/reportage/olympisch-goud-voormislukte-investeringen De Walsche, A. (2014, 12 mei). ‘Voor mij geen Copa, dank u’, MO, geraadpleegd op 2 mei 2015 via http://www.mo.be/nieuws/voor-mij-geen-copa-dank-u
Donnelly, P. (2008). Opportunity knocks!: increasing sport participation in Canada as a result of success at the Vancouver Olympics, CSPS Position Paper No. 2, Geraadpleegd op 3 juni 2015
via
http://www.physical.utoronto.ca/docs/csps-pdfs/CSPS_Position_Paper_2_-
_Increasing_Sport_Participation_in_Canada_as_a_Result_of_Success_at_the_Vancouver_Ol ympics.pdf?sfvrsn=0
Douglas, B. (2015, 29 maart). World Cup leaves Brazil with bus depots and empty stadiums, BBC, geraadpleegd op 2 juni 2015 via http://www.bbc.com/sport/0/football/32073525 Duminy, J. & Luckett, T. (2012). Literature Survey: Mega-events and the working poor: with a special reference to the 2010 FIFA World Cup, African centre for cities. Geraadpleegd op 30
juni
2015
via
http://www.inclusivecities.org/wp-
content/uploads/2012/07/Duminy_Luckett_Mega_events_Working_Poor.pdf
Embassy of Brasil in London (2014). World Cup creates one million jobs in Brazil. Geraadpleegd
op
2
juli
2015
via
http://www.brazil.org.uk/pressreleases/index_files/20140704.html
66
Ernst & Young (2011). Sustainable Brazil. Social and economic impacts of the 2014 World Cup,
geraadpleegd
op
3
juli
2015
via
http://www.ey.com/Publication/vwLUAssets/Brazil_World_Cup_impacts_2014_TZ_priloha/ $FILE/Sustainable_Brazil_2014%20World%20Cup%20impactsTZ%20priloha_.pdf Evaristo, S.A. (2014, 11 juli). Will Brazil humiliation cost Dilma Rousseff the presidency? The Week, geraadpleegd op 2 juni 2015 via http://www.theweek.co.uk/world-news/worldcup/59419/will-brazil-humiliation-cost-dilma-rousseff-the-presidency Fick, J. (2014, 25 juni). Who said FIFA World Cup meant jobs? [Blog post] Geraadpleegd op 2 juli 2015 via http://www.forbes.com/sites/jefffick/2014/06/25/who-said-fifa-world-cupmeant-jobs/
FIFA (2007). Inspection Report for the 2014 FIFA World Cup, geraadpleegd op 5 juni 2015 via http://www.fifa.com/mm/document/affederation/mission/62/24/78/inspectionreport_e_24841. pdf FIFA (2010). Study reveals tourism impact in South Africa, geraadpleegd op 1 augustus 2015 via
http://www.fifa.com/worldcup/news/y=2010/m=12/news=study-reveals-tourism-impact-
south-africa-1347377.html FIFA (2014). Green stadiums for the 2014 FIFA World Cup, geraadpleegd op 2 juni 2015 via http://www.fifa.com/worldcup/videos/y=2014/m=2/video=green-stadiums-for-the-2014-fifaworld-cup-2275956.html
FIFA (n.d.). FAQ: Setting the record straight, geraadpleegd op 13 augustus 2015 via http://www.fifa.com/mm/document/tournament/competition/02/36/32/63/faq_en_neutral.pdf
Flyvbjerg, B. (2005). Machiavellian Megaprojects, Oxford: Blackwell.
Fourie, J. & Santana-Gallego, M. (2010). The impact of mega-events on tourist arrivals. Working
paper.
Geraadpleegd
op
20
juni
2015
via
http://www.econrsa.org/papers/w_papers/wp171.pdf. Frawley, S. , Veal, A.J., Cashman, R. & Toohey, K. (2009). ‘Sport for all’ and major sporting events: project paper 1: Introduction to the project. School of Leisure, Sport and Tourism on-
67
line
Working
Paper
5.
Geraadpleegd
op
20
juli
2015
via
http://www.business.uts.edu.au/lst/downloads/wp5frawley.pdf Freeman, J. (2012). Neoliberal accumulation strategies and the visible hand of police pacification in Rio de Janeiro, Revista de estudos universitarios, 38, 1, 95-126. Freire-Medeiros, B. (2008). Selling the favela: thoughts and polemics about a tourist destination. Revista Brasileira de Ciências Sociais, 4, 61-72. Froio, N. (2014, 18 mei). Brazil’s favelas are in big trouble, despite the World Cup marketing push,
The
Guardian,
geraadpleegd
op
1
mei
2015
via
http://www.theguardian.com/commentisfree/2014/may/18/brazil-favelas-big-trouble-worldcup-marketing-police-abuse-killings-security
Froio, N. (2015, 31 januari). Documentary reveals the impact of the World Cup on Women in Rio
de
Janeiro
[Blog
Post],
geraadpleegd
op
28
mei
2015
via
http://www.rioonwatch.org/?p=19991
Gaffney, C. (2010). Mega-events and socio-spatial dynamics in Rio de Janeiro, 1919-2016. Journal of Latin American Geography, 9, 1, 7-29.
Gaffney, C. (2014, 25 augustus). The traumas and dramas of post-Cup, pre-Olympic Brazil [Blog Post]. Geraadpleegd op 21 mei 2015 via http://roarmag.org/2014/08/brazil-world-cupolympics/ Gibson, O. & Watts, J. (2013, 5 december). World Cup: Rio favelas being ‘socially cleansed’ in runup to sporting events, The Guardian, geraadpleegd op 5 mei 2015 via http://www.theguardian.com/world/2013/dec/05/world-cup-favelas-socially-cleansedolympics Giulianotti, R. & Klauser, F. (2010). Security Governance and sport mega-events: Toward an interdisciplinary research agenda, Journal of Sport and Social Issues, 34, 1, 49-61. Gonzalez, E. (2015, 8 juni). To make way for 2016 Olympics, Rio de Janeiro removes favelas [Blog Post], geraadpleegd op 20 juli 2015 via http://latincorrespondent.com/brazil/make-way2016-olympics-rio-de-janeiro-removes-favelas/ Gill, S. (1995). Globalisation, market civilization and disciplinary neoliberalism, Millennium,
68
24, 399-423. Goodenough, J. (2014, 17 juni). People’s Cup final match protests mega-event violations [Blog Post], geraadpleegd op 20 juli 2015 via http://www.rioonwatch.org/?p=16005 Gossling, S. (2002). Global environment consequences of tourism. Global environment change, 12, 283-302.
Greene, S.J. (2003). Staged cities: mega-events, slum clearance and global capital. Geraadpleegd
op
3
mei
2015
via
http://heinonline.org/HOL/Page?handle=hein.journals/yhurdvl6&div=8&g_sent=1&collectio n=journals
Grix, J. & Lee, D. (2013). Soft power, sports mega-events and emerging states: the lure of the politics of attraction. Global Society, 27, 4, 521-536. Gursoy, D. & Kendall, K.W. (2006). Hosting mega-events: Modeling local’s support, Annals of tourism research, 33, 3, 603-623. Hall, M. (1998). Imaging, Tourism & Sports event Fever: The Sydney Olympics and the need for a social charter for mega-events, Sport in City Conference. Hall, M. (2006). Urban entrepreneurship, corporate interests and sports mega-events: the thin politics of competitiveness within the hard outcomes of neoliberalism, The sociological Review, 54, 59-70.
Hall, M. (2012). Sustainable mega-events: Beyond the myth of balanced approaches to megaevent sustainability, Event Management, 16, 119-131.
Harvey, D. (2005). A brief history of neoliberalism, Oxford: University Press.
Häußermann, H. & Siebel, W.
(1993). Die Politik der Festivalisierung und die
Festivalisierung der Politik. Große Ereignisse in der Stadtpolitik. In: Häußermann, H. & Siebel, W. (eds.) Festivalisierung der Stadtpolitik. Stadtentwicklung durch groBe Projekte, 731. Haynes, B. & Prada, P. (2014, 27 oktober). Rousseff pledges changes after narrow re-election win,
markets
fall,
Reuters,
geraadpleegd
op
2
juli
2015
via
69
http://www.reuters.com/article/2014/10/28/us-brazil-election-idUSKCN0IE03L20141028 Hearst, C. (2014, 22 augustus). Job creation in Brazil down sharply in july: Daily. The Rio Times. Geraadpleegd op 20 mei 2015 via http://riotimesonline.com/brazil-news/riobusiness/job-creation-in-brazil-down-sharply-in-july/ Hiller, H.H. (2000). Mega-events, urban boosterism and growth strategies: An analysis of the objectives and legitimations of the Cape Town 2004 Olympic bid, International Journal of Urban and Regional Research, 24, 439-458.
Hindson, A., Gidlow, B. & Peebles, C. (1999). The trickle-down effect of top level sport: myth or reality? A case study of the Olympics. Australian Leisure and Recreation, 41, 1, 1624.
Horne, J. (2007). The four ‘knowns’ of sports mega-events, Leisure Studies, 26, 1, 81-96.
Hughes, K.H. (2013). Sport mega-events and a legacy of increased sport participation: An Olympic promise or an Olympic dream?
Geraadpleegd
op
5
juni
2015
via
http://www.kh2.org.uk/wp-content/uploads/2013/11/Thesis-Kate-Hughes.pdf
IOC (2009). Report of the 2016 Evaluation Commission, geraadpleegd op 20 mei 2015 via http://www.olympic.org/Documents/Reports/EN/en_report_1469.pdf Jago, L. & Deery, M. (2015). Assessing the social impacts of events: scale development, Event Management, 8, 23-37.
Jones, P. (2015, 9 juli). Favela pacification and mega-events in Rio: Shifting the nature of naro
politics
[Blog
Post],
geraadpleegd
op
2
mei
2015
via
http://blogs.lse.ac.uk/favelasatlse/2015/07/09/favela-pacification-and-mega-events-in-rioshifting-the-nature-of-narco-politics/
Konrad Adenauer Stiftung (2011). Sustainable mega – events in developing countries. Geraadpleegd
op
1
juli
2015
via
http://www.kas.de/wf/doc/kas_29583-1522-1-
30.pdf?120124104507
Lenskyj, H.J. (2002). The best Olympics ever? Social impacts of Sydney 2000. Albany: State University of New York Press.
70
Lewis, N. (2014, 15 juli). Brazil’s political football, UBC News, geraadpleegd op 1 april 2015 via http://news.ubc.ca/2014/07/15/brazil-politics/ Malfas, M., Theodoraki, E. & Houlihan, B. (2004). Impacts of the Olympic Games as megaevents, Municipal Engineer, 157, ME3, 209-220.
Manzenreiter, W. & Horne, J. (2005). Public policy, sports investments and regional development initiatives in contemporary Japan, In: Nauright, J. & Schimmel, K. (eds.) The political economy of sport. London: Palgrave.
Marcopoto, N. (2014, 16 juli). Brazil claims ‘victory’ in World Cup, CNN News, geraadpleegd op 2 juni 2015 via http://edition.cnn.com/2014/07/16/travel/brazil-world-cuptourism/ Marcuse, P. (1985). Gentrification, abandonment, and displacement: Connections, causes and policy responses in New York City, Journal of Urban and Contemporary Law, 28, 195-240. Martin, M. (2012). Mega-cities & Mega-events. Lessons from favelas for the future. Geraadpleegd
op
2
juli
2015
via
http://fmso.leavenworth.army.mil/Collaboration/universities/Mega-Cities.pdf Mascarenhas, F. (2010). Megaeventos esportivos e Educação Física: alerta de tsunami. Movimento, 18, 1, 39-67. Matheson, V. (2006). Mega-events: the effect of the world’s biggest sporting events on local, regional and national economies. Economics Department Working Papers, geraadpleegd op 12
juni
2015
via
http://crossworks.holycross.edu/cgi/viewcontent.cgi?article=1067&context=econ_working_p apers.
Matheson, V. (2012). Assessing the infrastructure impact f mega-events in emerging eonomies. Economics Department Working Papers, geraadpleegd op 2 augustus 2015 via http://crossworks.holycross.edu/cgi/viewcontent.cgi?article=1007&context=econ_working_p apers
McDuling, J. (2014, 10 juni). The World Cup’s biggest corporate sponsors are already being ambushed [Blog Post], geraadpleegd op 20 mei 2015 via http://qz.com/218583/the-worldscups-biggest-corporate-sponsors-are-already-being-ambushed-by-their-rivals/
71
McKinsey and Company (2009). Charting our water future. 2030 Water resource group.
Miguelez, F. & Carrasquer, P. (1995). The repercussion of the Olympic Games on labour. In: De Moragas, M. & Botela, M. (eds.). The Keys to success, Barcelona: Universitat Autonoma de Barcelona. Minogue, D. (2014). Policing the party: a first hand perspective on security at the Brazil 2014 World Cup, Journal, 2, 3, 24-29. Misener, L. & Mason, D. (2006). Creating community networks: Can sporting events offer meaningful sources of social capital? Managing Leisure, 11, 39-56.
Mitra, A. (2014, 8 september) An athical analysis of the 2014 FIFA World Cup in Brazil [Blog Post], geraadpleegd op 3 juni 2015 via http://sevenpillarsinstitute.org/casestudies/ethical-analysis-of-the-2014-fifa-world-cup-brazil
Miyonga, R. (2014). Brazil: the face of rio’s favelas. Geraadpleegd op 2 juli 2015 via http://www.pulsamerica.co.uk/2014/03/27/brazil-the-face-of-rios-favelas/ Morpurgo, G. (2015, 19 februari). Brazil and the World Cup’s economic impact – A look back [Blog Post] Geraadpleegd op 3 juli 2015 via http://kcleconomics.com/a-look-back-to2014brazil-and-the-world-cups-economic-impact/
Nationalia (2014, 6 juni). Brazil’s indigenous peoples play World Cup by claiming land rights. Geraadpleegd op 2 juli 2015 via http://www.nationalia.info/en/news/1909
Novais, A. (2012, 29 augustus). Brazil 2014: Use after the world Cup [Blog Post], geraadpleegd op 20 mei 2015 via http://thebrazilbusiness.com/article/brazil-2014-use-afterthe-world-cup
Riegel, J. (2010). Keeping score in the 2010 World Cup: How do sports mega-events compete with pro-poor development?, geraadpleegd op 2 juli 2015 via: http://repository.upenn.edu/cgi/viewcontent.cgi?article=1169&context=curej
O’Hare, G. & Barke, M. (2002). The favelas of Rio de Janeiro: A temporal and spatial analysis, GeoJournal, 56, 3, 225-240.
72
Olds, K. (1998). Urban mega-events, evictions and housing rights: The Canadian Case. Current Issues in Tourism, 1, 1, 1-46. Owen, J. (2005). Estimating the cost and benefit of hosting Olympic Games: What can Beijing expect from its 2008 Games?, The Industrial Geographer, 3, 1, 1-18.
PACS (2014, 6 juni). Who is the Cup for? Expense in the World Cup 2014 [Blog Post]. Geraadpleegd op 20 mei 2015 via https://www.boell.de/en/2014/05/26/who-cup-expensesworld-cup-2014
Pandey, A. (2014, 9 juli). Football Politics: Brazil’s humiliation at World Cup vasts doubts on Rouseff’s
political
future
[Blog
Post],
geraadpleegd
op
2
juli
2015
via
http://www.ibtimes.com/football-politics-brazils-humiliation-world-cup-casts-doubtsrousseffs-political-future-1622862
Panja, T. (2014, 23 mei). Corruption to blame fors ome Brazil World Cup cost rises, Bloomberg
Business,
geraadpleegd
op
5
juli
2015
via
http://www.bloomberg.com/news/articles/2014-05-22/corruption-to-blame-for-some-brazilworld-cup-cost-rises
Panja, T. (2015, 13 augustus). Rio Olympics sell 3 million tickets; poor wait on mayor’s pledge,
Bloomberg
Business,
geraadpleegd
op
13
augustus
2015
via
http://www.bloomberg.com/news/articles/2015-08-12/rio-olympics-sell-3-million-ticketspoor-wait-on-mayor-s-pledge
Paraná, E. (2014).Vai ter copa. Só não para você. Brasil e Desenvolvimento. Geraadpleegd op 9 juli 2015 via http://brasiledesenvolvimento.wordpress.com/2014/01/28/vai-ter-copa-so-naopara-voce
Payne, M. (2014, 12 mei). Five sad and shocking facts about World Cup corruption in Brazil, The
Washington
Post,
geraadpleegd
op
15
mei
2015
via
http://www.washingtonpost.com/blogs/early-lead/wp/2014/05/12/five-sad-and-shockingfacts-about-world-cup-corruption-in-brazil/
Peck, J. & Tickell, A. (1994). Searching for a new institutional fix: The after-Fordist crisis and global-local disorder. In: Amin, A. (ed.) Post-Fordism: A reader. Oxford: Blackwell.
73
Pellegrino, G., Bam, L. &Dutiro, I. (2010). 2010 FIFA World Cup: A turning point for South Africa. Deloitte Southern Africa.
Petchesky, B. (2014, 7 februari). FIFA’s No. 2 is ‘amazed’ at how drunk World Cup fans have been [Blog Post], geraadpleegd op 2 mei 2015 via http://deadspin.com/fifas-no-2-isamazed-at-how-drunk-world-cup-fans-hav-1599231226
Petronzio, M. (2014, 14 juni). 61% of Brazilians feel World Cup is bad for the nation, survey finds [Blog Post], geraadpleegd op 2 juli 2015 via http://mashable.com/2014/06/14/worldcup-social-issues/ Pillay, U. & Bass, O. (2008). Mega-events as a response to poverty reduction: The 2010 FIFA World Cup and its urban development implications, Urban Forum, 19, 3, 329-346. (http://link.springer.com/article/10.1007/s12132-008-9034-9#page-1)
Poiskspider (2015, 4 augustus). The Olympic Park for the 2016 Games is going up in one of Rio’s welthiest… [Blog Post], geraadpleegd op 8 augustus 2015 via http://serviceslawyer.cf/ap-sports-writer-rio-de-janeiro-ap-the-olympic-park-for-the-2016-games-is-goingup-in-one-of-rio-s-wealthiest Pomfret, R., Wilson, J. & Lobmayr, B. (2009). Bidding for mega-events, Univeristy of Adelaide School of Economics, Research Paper No. 30. Porpetta, B. (2015, 18 mei). ‘The Olympics serve to legitimize evictions’ [Blog Post], geraadpleegd op 20 mei 2015 via http://www.rioonwatch.org/?p=22033 Preuss, H. & Solberg, H.A. (2007). Attracting major sporting events: the role of local residents, European sport management quarterly, 6, 4, 391-411. Prouse, C. (2012). Framing the World cUPP: Competing discourses of favela pacification as a mega-event legacy in Brazil, RASAALA, 3, 2, 1-17. Reis, A.C., de Sousa-Mast, F.R. & Gurgel, L.A. (2014). Rio 2015 and the sport participation legacies, Leisure Studies, 33, 5, 437-453. Rio 2016 Committee (2009, 27 september). Rio 2016 will generate a positive socio-economic impact
in
Brazil.
Geraadpleegd
op
2
juli
2015
via
74
http://www.rio2016.org.br/en/news/news/rio-2016-will-generate-a-positive-socio-economicimpact-in-brazil
Roche, M. (1994). Mega-events and urban policy, Annals of Tourism, 21, 1, 1-2. Rosenberg, D. (2014, 16 april). The Rio residents displaced by Olympic spirit [Blog Post], geraadpleegd
op
5
mei
2015
via
http://www.slate.com/blogs/behold/2014/04/16/marc_ohrem_leclef_olympic_favela_docume nts_the_brazil_s_slum_residents_being.html Rossi, C. (2013). Apoio e resistência popular à realização de megaeventos: algumas lições para o Brasil. São Paulo: FGV. Santos, F. (2014, 9 juni). Making holidays of Brazil’s World Cup Games, The New York Times,
geraadpleegd
op
20
juni
2015
via
http://www.nytimes.com/2014/06/10/sports/worldcup/making-holidays-of-brazil-world-cupgames.html?_r=0
Sheridan, E.E. (n.d.) Financing, ethics, and the Brazilian Olympics [Blog Post], geraadpleegd op 21 mei 2015 via http://sevenpillarsinstitute.org/case-studies/financing-ethics-and-thebrazilian-olympics
Shin, H.B. (2015). Life in the shadow of mega-events: Beijing Summer Olympics and its impact on housing, Journal of Asian Public Policy, 2, 2, 122-144. Schimmel, K.S. (1995). Growth politics, urban development, and sports stadium construction in the United States: A case study. Keele: Keele University Press. Schmied, M., Hochfeld, C., Stahl, H., Roth, R., Armbruster, F., Türk, S. & Friedl, C. (2007). Green champions in sport and environment: Guide to environmentally-sound large sporting events. Federal Ministry for the Environment, Nature Conservation and Nuclear Safety (BMU), Berlin and German Olympic Sports Confederation (DOSB), Division Development of Sports, Frankfurt.
Skalmusky, A. (2011, 4 januari). Brazil PAC 2 spending plans. The Rio Times. Geraadpleegd op 23 mei 2015 via http://riotimesonline.com/brazil-news/rio-business/brazil-pac-2-spendingplans/#
75
Smith, C. (2014, 6 december). The biggest sponsors of Brazil’s 2014 World Cup spend big to engage
with
fans,
Forbes,
geraadpleegd
op
3
juli
2015
via
http://www.forbes.com/sites/chrissmith/2014/06/12/the-biggest-sponsors-of-brazils-2014world-cup/
Solberg, H. (2014). Hosting major sports events: The challenge of taming white elephants. Leisure Studies, 33, 12, 1-21.
South African Tourism (2010). Impact of 2010 FIFA World Cup, geraadpleegd op 1 augustus 2015
via
https://tkp.tourism.gov.za/documents/impact%20of%202010%20fifa%20world%20cup.pdf
Spatuzza, A. (2014, 9 juli). How green is the 2014 World Cup? Green Biz, geraadpleegd op 25 mei 2015 via http://www.greenbiz.com/blog/2014/07/09/how-green-2014-world-cup
Steinbrink, M. (2012). Festifavelisation: mega-events, slums and strategic city-staging – the example of Rio de Janeiro. Die Erde, 144, 2, 129-145. Sverrisson, S. (2012, 17 augustus). The economic impact of Brazil’s 2014 World Cup and 2016
Olympics
[Blog
Post],
geraadpleegd
op
27
juni
2015
via
https://www.tradingfloor.com/posts/the-economic-impact-of-brazils-2014-world-cup-and2016-olympics-526315521 Swyngedouw, E., Moulaert, F. & Rodriguez, A. (2002). Neoliberal urbanization in Europe: Large-scale urban development projects and the new urban policy, Oxford: Blackwell. Terrero, L.S. (2014). Social impacts of tourism in Brazil. Geraadpleegd op 2 juni 2015 via http://qualitycoast.info/wp-content/uploads/2014/03/Dossier-Brazil-Social-impacts.pdf The Daily Climate (2014, 19 juni). Brazil World Cup fails to score environmental goals, Scientific
American,
geraadpleegd
op
2
mei
2015
via
http://www.scientificamerican.com/article/brazil-world-cup-fails-to-score-environmentalgoals/ The Higher Education Academy (2007). Resource Guide to the impact of events. Geraadpleegd
op
3
juni
via
https://www.heacademy.ac.uk/sites/default/files/the_impact_of_events.pdf
76
Trader, J. (2014, 2 juli). Brazil using facial recognition biometrics at 2014 World Cup [Blog Post], geraadpleegd op 1 mei 2015 via http://blog.m2sys.com/biometric-hardware/brazilusing-facial-recognition-biometrics-2014-world-cup/
UN Habitat (2011). Building urban safety through slum upgrading, Nairobi: United Nations Human Settlements Programme. Varrel, A. & Kennedy, L. (2011). Mega-events and Mega-projects. Policy brief. Geraadpleegd
op
2
mei
2015
via
http://www.chance2sustain.eu/fileadmin/Website/Dokumente/Dokumente/Publications/Chanc e2Sustain_-_Policy_Brief_No3___Mega-Events_and_Megaprojects_-_WP2.pdf
Wade, S. (2014, 6 mei). Rio mayor admits Brazil’s major ‘mistake’ with World Cup, Huffington
Post,
geraadpleegd
op
6
juni
2015
via
http://www.huffingtonpost.com/2014/06/06/brazil-world-cup-mistake-cities_n_5453929.html
Waitt, G. (2003). Social impacts of the Sydney Olympics. Annals of Tourism Research, 30, 1, 194-215.
Waldron, I. (2014, 23 november). Brazil’s Popular Committees publish national dossier on mega-events and human rights violations [Blog Post], geraadpleegd op 2 mei 2015 via http://www.rioonwatch.org/?p=19156
Waldron, T. (2014a, 15 april). 2500 Brazilian workers vote to continue strike at Rio Olympic site
Think
Progress,
geraadpleegd
op
2
juli
2015
via
http://thinkprogress.org/sports/2014/04/15/3426624/2500-brazilian-workers-vote-to-strike-atrio-olympic-site/
Waldron, T. (2014b, 5 december). Brazil spent $1 billion more on World Cup stadiums than originally
planned,
Think
Progress,
geraadpleegd
op
10
juni
2015
via
http://thinkprogress.org/sports/2014/12/05/3600006/brazil-spent-1-billion-more-on-worldcup-stadiums-than-originally-planned/ Waldron, T. (2014c, 13 juni). Why fans booed Brazil’s president during the first game of the world,
Think
Progress,
geraadpleegd
op
2
mei
2015
via
77
http://thinkprogress.org/sports/2014/06/13/3448666/brazilian-president-booed-as-nationalteam-opens-world-cup-with-win/ Waldron, T. (2015, 12 mei). Brazil’s most expensive World Cup stadium is now a parking lot Think
Progress,
geraadpleegd
op
3
juni
2015
via
http://thinkprogress.org/sports/2015/05/12/3657744/brazils-expensive-world-cup-stadiumnow-just-bus-parking-lot/
Watts, J. (2014a, 9 mei). World Cup 2014: eighth construction worker killed in Brazil, The Guardian,
geraadpleegd
op
29
mei
2015
via
http://www.theguardian.com/football/2014/may/09/world-cup-2014-eighth-constructionworker-killed-in-brazil
Watts, J. (2014b, 9 juli). Brazil’s World Cup run is over but political ramifications still unclear,
The
Guardian,
geraadpleegd
op
2
mei
2015
via
http://www.theguardian.com/world/2014/jul/09/brazil-world-cup-postmortem-dilma-rousseff
Watts, J. (2014c, 16 februari). Brazil’s World Cup courts disaster as delays, protests and deaths
mount,
The
Guardian,
geraadpleegd
op
5
april
2015
via
http://www.theguardian.com/world/2014/feb/16/brazil-world-cup-disaster-delays-protestsdeathsdank u’ Watts, J. (2014d, 12 juni). Anti-World Cup protests in Brazilian cities mark countdown to kick-off,
The
Guardian,
geraadpleegd
op
15
juli
2015
via
http://www.theguardian.com/football/2014/jun/12/anti-world-cup-protests-brazilian-citiessao-paulo-rio-de-janeiro Watts, J. (2015a, 19 juli). Rio 2016: ‘The Olympics has destroyed my home’. The Guardian, geraadpleegd op 2 juli 2015 via http://www.theguardian.com/world/2015/jul/19/2016olympics-rio-de-janeiro-brazil-destruction
Watts, J. (2015b, 15 maart). Brazil: hundreds of thousands of protesters call for Rousseff impeachment,
The
Guardian,
geraadpleegd
op
1
juli
2015
via
http://www.theguardian.com/world/2015/mar/15/brazil-protesters-rouseff-impeachmentpetrobas
Willis, E. (2014, 22 juli). Rio de Janeiro: The World Cup aftermath [Blog Post], geraadpleegd
78
op 6 juni 2015 via https://www.linkedin.com/pulse/20140722131417-289546655-one-downand-one-to-go-for-rio-de-janeiro Whitson, D. (2004). Bringing the world to Canada: The periphery of the centre. Third World Quaterly, 25, 7, 1215-1232.
World Population Review (2015). Brazil population 2015, geraadpleegd op 3 augustus 2015 via http://worldpopulationreview.com/countries/brazil-population/
Xing, X. & Chalip, L. (2006). Effects of hosting a sport event on destination brand: A test of co-branding and match-up models, Sport Management Review, 9, 1, 49-78.
79