UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT POLITIEKE EN SOCIALE WETENSCHAPPEN
STUDIE VAN DE MIGRATIEPROBLEMATIEK IN ITALIË
Wetenschappelijke verhandeling aantal woorden: 17.732
MICHIEL DE BAERE
MASTERPROEF MANAMA CONFLICT AND DEVELOPMENT
PROMOTOR: PROF. DR. Sami Zemni COMMISSARIS: DR. Marlies Casier COMMISSARIS: DR. Salvatore Di Rosa
ACADEMIEJAAR 2010 - 2011
Abstract De regering Berlusconi installeerde in 2009 het pacchetto sicurezza dat een antwoord moet bieden op de problemen die gepaard gaan met (illegale) migratie. Het belangrijkste speerpunt uit dit veiligheidspakket is de gelijkstelling van illegale inwoners aan misdadigers, enkel en alleen omwille van hun illegale status. Deze opmerkelijke maatregel zorgde voor heel wat ongeloof en verbazing bij verschillende instanties, niet in het minst bij NGO’s. Deze masterproef wil nagaan hoe deze wetgeving in Italië tot stand is gekomen en welke onderliggende rationaliteit hieraan ten grondslag ligt. Belangrijk is hier het proces van securitisation: problemen in de maatschappij worden voorgesteld als problemen van veiligheid; daardoor werd deze wet, het pacchetto sicurezza, in Italië mogelijk gemaakt. De masterproef bekijkt tevens hoe ditzelfde proces ook in de Europese besluitvorming is doorgedrongen waar een veiligheidsdiscours bij het ontwerpen van een migratiebeleid wordt aangenomen. Frontex, als Europees orgaan ter bescherming van de buitengrenzen, valt tevens onder te brengen in dit veiligheidsdiscours. Landen fungeren niet onafhankelijk van Europa. De vraag kan dus gesteld worden in welke mate ontwikkelingen in Europa een invloed hebben op de Italiaanse context. Lucca Miggiano geeft aan welke invloed securitisation heeft op concrete levensomstandigheden van illegale migranten. Hieruit blijkt vooral de hypocrisie die de Italiaanse overheid hanteert in haar migratiebeleid. De problematiek van migratie is een erg belangrijk thema geworden op de politieke agenda’s van verschillende landen. Door de bestudering van Italië als case wil deze masterproef vooral aantonen hoe het veiligheidsdiscours het migratiedebat in Italië domineert.
Waiting for the Barbarians What are we waiting for, assembled in the forum? The barbarians are due here today… Why are the streets and the squares emptying so rapidly, everyone going home so lost in thought? Because night has fallen and the barbarians have not come. And some who have just returned from the border say there are no barbarians any longer. And now, what’s going to happen to us without barbarians? They were, those people, a kind of solution. (Costantino Kavafis, 1904 in Miggiano, 2009)
Woord Vooraf
Aan het begin van deze masterproef en aan het eind van mijn opleiding ‘Conflict and Development’ richt ik graag nog kort, maar oprecht een woord van dank tot zij die mij tijdens de loop van deze studie en bij
de
totstandkoming
van
deze
masterproef tot steun waren: op de eerste plaats Prof. Dr. Timothy Raeymaekers voor het advies en het verlenen van heel wat informatie en vervolgens mijn ouders voor de steun en de mogelijkheden die ik tijdens deze Manama heb gekregen en bij het maken van dit werk.
I
Inhoud Woord Vooraf ............................................................................................................................. I Inleiding ................................................................................................................................... IV Hoofdstuk 1: Migratie richting Italië.......................................................................................... 1 1.1 Algemeen ......................................................................................................................... 1 1.2 Illegale immigratie in Italië .............................................................................................. 2 1.2.1 Overzicht ................................................................................................................... 2 1.2.2 De belangrijkste oorzaken van illegale migratie ....................................................... 4 1.2.3 Immigranten op zee ................................................................................................... 6 1.3 Vier belangrijke migratiewetten ....................................................................................... 8 1.4 Het huidige Italiaanse migratiebeleid: ............................................................................ 10 1.4.1 Il pacchetto sicurezza .............................................................................................. 10 1.4.2 Kritiek...................................................................................................................... 12 1.5 Rosarno: schrijnend voorbeeld van racisme ten aanzien van immigranten ................... 13 1.6 Besluit............................................................................................................................. 15 Hoofdstuk 2: Reactie van Niet-gouvernementele Organisaties ............................................... 17 2.1 Caritas............................................................................................................................. 17 2.2 CIR – Consiglio Italiano per i Rifugiati ......................................................................... 19 2.3 Amnesty International .................................................................................................... 20 2.4 UNHCR .......................................................................................................................... 22 Hoofdstuk 3: Op zoek naar een ideologische achtergrond: Securitisation .............................. 23 3.1 Algemeen: Securitisation volgens de Copenhagen School ............................................ 23 II
3.2 Oorzaken van Securitisation .......................................................................................... 24 3.3 Securitisering in Europa ................................................................................................. 25 3.3.1 Het veiligheidsdiscours rond migratieproblematiek in Europa ............................... 25 3.3.2 Autonomie voor de lidstaten inzake nationale veiligheid ....................................... 29 3.3.3 De bescherming van de buitengrenzen: FRONTEX ............................................... 30 Hoofdstuk 4: Securitisation in Italië ........................................................................................ 34 4.1 Migratie versus criminaliteit .......................................................................................... 34 4.2 Staat van uitzondering: ingesloten als uitgeslotene........................................................ 36 4.3 Veralgemening leidt tot verenging ................................................................................. 40 4.4 Uitholling van het recht vanuit een state of emergency en een myth of invasion........... 42 Besluit....................................................................................................................................... 45 Bibliografie............................................................................................................................... 47
III
Inleiding De migratieproblematiek staat in Europa hoog op de politieke agenda. Dagelijks berichten de media over het fenomeen van migratie en wordt duidelijk hoe moeilijk Europese landen het hebben met de grote uitdagingen waarvoor men vandaag staat. De recente aankomst van duizenden illegale immigranten op het eiland Lampedusa naar aanleiding van de onrust in Noord-Afrika toont pijnlijk aan hoe slecht Europa is voorbereid op deze plotse toevloed. Dat Italië en Frankrijk de Schengenakkoorden naar aanleiding van de toevloed willen hervormen en ervoor pleiten om in bepaalde situaties de grenzen te sluiten, is veelbetekenend.
Italië is sinds de komst van de regering Berlusconi in 2008 herhaaldelijk in het nieuws gekomen wegens zijn harde aanpak van illegale immigranten. Vooral sinds de invoering van het pacchetto sicurezza werd de strenge en restrictieve politiek van zijn regering duidelijk. Omwille van deze opmerkelijke wet wilde ik graag onderzoeken wat aan de grondslag ligt van het feit dat Italië zo inzet op migratie en waarom de debatten omtrent migratieproblemen de Italiaanse media zo vaak begeesteren.
In augustus 2010 verbleef ik een korte periode in Rome en had er gesprekken met verantwoordelijken van verschillende (humanitaire) organisaties die begaan zijn met het lot van (illegale) immigranten. Ze willen door middel van onderzoek en campagnevoering wanpraktijken aankaarten en druk uitoefenen op het beleid om veranderingen teweeg te brengen. Om een bepaald probleem aan te pakken of om te bepalen welke strategie moet gevoerd worden, zitten de organisaties soms informeel samen aan het zogenaamde tavolo asilo.
Eén organisatie sprong nog meer dan de andere in het oog, nl. het ExSNIA, een centro sociale. Achter een met graffiti bespoten en vervallen ommuring ligt dit sociaal centrum, gelegen in de volkswijk Pigneto. Op een braakliggend terrein staat een oude loods, een verlaten fabriek waarin verschillende leefruimtes zijn opgetrokken. Deze organisatie bekommert zich (onder andere) om illegale immigranten en huisvest hen. Op het moment dat ik er was, vonden gevluchte migranten uit Rosarno (zie infra) er onderdak.
Het was
fascinerend om zien hoe deze organisatie de mensen zo goed mogelijk probeert te helpen en hen ondanks hun illegale status alle mogelijke middelen aanreikt om zich zelfstandig te IV
behelpen. Men moet hier voortdurend proberen rekening te houden met de wat, wat het er niet gemakkelijker op maakt. Men spreekt hier trouwens niet over clandestini, want dit zou impliceren dat zij voortdurend in de verborgenheid leven en aldus niet aanwezig zijn in de maatschappij. Deze term vindt men te gecontesteerd. Men noemt hen hoogstens “sans papiers”.
Deze en andere organisaties delen één en dezelfde kritiek op het beleid: de Italiaanse overheid verengt maatschappelijke problemen te veel tot een probleem van veiligheid en gaat hierdoor voorbij aan andere oorzaken van deze problemen.
Deze masterproef wil nagaan hoe de Italiaanse regering problemen met migratie aanpakt of juist niet aanpakt.
In het eerste hoofdstuk wordt een algemeen overzicht gegeven van het fenomeen migratie in Italië. De illegale migratie naar Italië wordt nader bekeken. De huidige migratiewet, met het pacchetto sicurezza, en vroegere migratiewetten worden tevens onder de loep genomen. In een tweede hoofdstuk geef ik de reacties van enkele Niet-gouvernementele Organisaties op de migratieproblematiek in Italië. Zij vormen een aanleiding om de onderliggende rationale van de migratieproblematiek grondig te onderzoeken. Het derde hoofdstuk wil een antwoord bieden op de vraag waarom problemen in Italië vaak ‘gesecuritiseerd’ worden, i.e. in een discours over veiligheid worden ondergebracht. De lens wordt hier opengetrokken naar het Europese niveau waar dit proces van ‘securitisering’ ook gangbaar is. Het vierde en laatste hoofdstuk zoemt opnieuw in op Italië. Vanuit een meer filosofische benadering wil ik achterhalen welke de consequenties zijn voor illegale immigranten, die met deze status in Italië wonen. Ik wil hier ook kijken wat dit concreet zegt over het Italiaanse beleid. Enkele voorbeelden uit de Italiaanse context tonen hier nog aan hoe het recht verder wordt uitgehold. Tot slot maak ik in het besluit enkele bedenkingen over het Italiaanse en Europese migratiebeleid.
V
Hoofdstuk 1: Migratie richting Italië
Italië kent een lange geschiedenis van migratiestromen naar en van het land weg. Deze masterproef wil de migratieproblematiek in Italië onder de loep nemen, meerbepaald de migratiestromen richting Italië, immigratie dus. Om het Italiaanse migratiebeleid van vandaag te begrijpen is het noodzakelijk even in het verleden te duiken en na te gaan sinds wanneer en waarom sedert zoveel jaren mensen naar Italië trekken. Verschillende motieven en omstandigheden liggen aan de basis bij mensen om deze beslissing te nemen en hun thuisland te verlaten. Het Italiaanse migratiebeleid is sinds een tiental jaren ook aan serieuze veranderingen onderhevig geweest. Het eerste hoofdstuk wil dit onder de loep nemen om van hieruit een verdere studie van de problematiek mogelijk te maken.
1.1 Algemeen Italië is een land met een heel lange geschiedenis van emigratie, maar sinds kort vooral van immigratie. Vanaf de jaren 70 werd Italië een gastland voor mensen die voornamelijk van ontwikkelingslanden en Oost-Europa kwamen (Boca & Venturini, 2003). De periode 19731989, tot aan de val van de Berlijnse muur waardoor nieuwe processen in gang werden gezet, wordt beschouwd als het moment waarop Italië van een land van emigratie overging naar een land van immigratie. De belangrijkste factoren die dit immigratieproces in gang zetten en mensen overtuigden om naar Italië te gaan waren: de toename van push-factoren in derdewereldlanden (en in mindere mate Centraal- en Oost-Europa), het sluiten van de grenzen van andere Europese landen, een slecht wetgevend kader, een grote informele economie en de positieve houding ten aanzien van immigratie van overheidswege en vanuit de bevolking (IDEA, 2009). Vanaf de jaren 80 en zeker tijdens de jaren 90 kwamen steeds meer buitenlanders naar Italië en maakten 80% uit van het totaal. Sinds begin jaren 90 zijn immigranten in Italië steeds meer deel gaan uitmaken van de economie en hebben ze meer en meer legaal werk. Pugliese noemt dit een process of stabilization (Pugliese, 2000 in: Gibney & Hansen 2005). Er waren dus interne en externe factoren die bijdroegen tot de start en de groei van migratie richting Italië. 1
In twintig jaar tijd is het aantal immigranten in Italië ongeveer 10 maal gestegen wat het totaal vandaag de dag bijna op 5 miljoen mensen brengt (Caritas, 2010). Istat, het Italiaans nationaal instituut voor de statistiek, berekende dat op 1 januari 2010 4.235.059 immigranten in Italië aanwezig waren, dat is 7,0% van de totale bevolking. Op 1 januari 2009 was dit nog 6,5%. Meer dan de helft van de immigranten in Italië komen uit Europa (53,6%), meer dan een vijfde uit Afrika (22%), een zesde uit Azië (16,2%), slechts 8,1% uit Amerika; de rest is afkomstig uit Oceanië (0,1%).
1.2 Illegale immigratie in Italië 1.2.1 Overzicht Het fenomeen van illegale immigratie in Italië staat vandaag hoog op de politieke agenda. Inwoners van Italië worden om de oren geslagen met artikels, berichtgevingen en nieuwsuitzendingen over immigrati clandestini en sinds 2000 bereiken de beelden van Afrikanen die de oversteek wagen in opblaasbare rubberbootjes miljoenen Italianen. Berlusconi maakte bij zijn aanstelling in 2008 een speerpunt van zijn strijd tegen de illegale migratie om zo ook het onveiligheidsgevoel bij de Italianen weg te nemen. Volgens het rapport Transatlantic Trends: immigration (GMF, 2009) blijkt dat 8 op de 10 Italianen bezorgd zijn over illegale immigranten. Slechts 43% vindt dat de regering een goed beleid heeft ten aanzien van deze. In 2007 waren er “slechts” 350.000 illegale immigranten in Italië aanwezig, maar dit aantal is sinds dan gevoelig gestegen. Nu zouden er rond de 700.000 mensen illegaal leven in Italië (Cesareo, 2009). Ter vergelijking: In 2008 verbleven naar schatting1 132.000 mensen illegaal in België, in Frankrijk 400.000, in Spanje 354.000 en in Duitsland 457.000 (Vogel, 2009).
1
Dit is steeds de maximale schatting .
2
Volgende figuur geeft weer hoeveel illegale migranten de afgelopen decennia in Italië woonden (Cesareo, 2009).
Het aantal illegale migranten in Italië kan stijgen of dalen gaan door onder andere de regularisaties die zijn ingevoerd. Na de wet Bossi-Fini in 2002 (zie verder) werden 647.000 mensen geregulariseerd, wat dan ook die plotse daling veroorzaakt. In 2006 was er ook een grote regularisatiegolf waardoor er, zoals reeds gezegd, in 2007 ‘slechts’ 350.000 illegalen in Italië verbleven (Cesareo, 2009). Dit aantal is sindsdien opnieuw gevoelig gestegen. Er zijn twee belangrijke effecten na een regularisatie (Bartolo, 2007). Er is het amnestie-effect die een onmiddellijke daling veroorzaakt van illegale buitenlanders en het call-effect die een vermeerdering van illegaliteit met zich meebrengt in afwachting van een nieuwe maatregel. Cesareo (2009) onderscheidt vier verschillende vormen van illegaliteit in Italië:
-
De ‘clandestiene’ die niet alleen via de zee, maar ook via land de grenzen oversteekt naar Italië.
-
Buitenlanders die in Italië verblijven zonder erkend te zijn (verstrijken van het toeristenvisum, verblijfsvergunning die niet erkend wordt, het niet nakomen van een uitzettingsbevel omwille van veiligheidsredenen).
-
Asielzoekers wiens aanvraag niet is aanvaard.
3
-
Inwoners van een EU-lidstaat die meer dan drie maanden in Italië verblijven zonder zich te registreren bij de bevoegde dienst, of wiens aanvraag afgewezen is of nog steeds wordt onderzocht.
Er zijn drie belangrijke routes waarlangs illegale immigranten Italië bereiken (Fasani, 2008). Ten eerste is er de Italiaans-Sloveense grens die voornamelijk wordt overgestoken door OostEuropese burgers, maar ook door migranten uit Centraal-Azië, het Midden-Oosten, het Indiase subcontinent en Oost-Azië. Ten tweede is er de Italiaans-Franse grens, waar migranten toekomen uit Afrika die gereisd hebben via de Straat van Gibraltar naar Spanje en Frankrijk. Ten derde is er de Zuid-Italiaanse kuststrook waar migranten na een relatief korte boottocht toekomen. Deze immigranten komen uit het Balkangebied en vooral uit Afrika. Velen onder hen ‘landen’ op Lampedusa, een klein Italiaans eiland in de Middellandse zee dat geografisch bij Afrika hoort, maar politiek gezien bij Italië. Heel wat immigranten gebruiken bootjes om dit eiland te bereiken en er asiel aan te vragen (zie 1.2.2). De Minister van Binnenlandse Zaken, Roberto Maroni, verkondigde in juli 2010 echter dat Malpensa, de internationale luchthaven in Milaan, de nieuwe grens is voor illegale immigratie in Italië. Het aantal illegale migranten dat langs daar binnenkomt, zou zelfs meer zijn dan in Lampedusa.2 Maroni wil om die reden onder andere ‘body scanners’ installeren in de luchthavens als maatregel tegen eventuele terroristische dreigingen.
1.2.2 De belangrijkste oorzaken van illegale migratie Er zijn heel wat redenen waarom migranten illegaal Italië proberen binnen komen. Fasani geeft enkele belangrijke oorzaken (Fasani in: Triandafyllidou, 2010, p. 169). Geografie speelt ten eerste een zeer belangrijke rol. De nabijheid van Italië met onstabiele en minder ontwikkelde landen (het vroegere Joegoslavië, Albanië en de Maghreb) en zijn grenzen met de Middellandse zee maken van Italië een toegangspoort naar andere Europese landen. Economische factoren spelen hebben ook een zeer grote invloed. De grote ‘ondergrondse’ economie en de structurele vraag naar buitenlandse arbeiders om het kwalitatieve en kwantitatieve gebrek aan arbeiders op de arbeidsmarkt te compenseren zijn een grote aantrekkingskracht voor mensen om te migreren. Hier legt Fasani het verband tussen 2
Corriere Della Sera (2010, 5 juli). L'allarme di Maroni: “E' Malpensa la nuova frontiera dell'immigrazione”.
4
economische factoren en het migratiebeleid. Aangezien het zo moeilijk is om legaal de Italiaanse arbeidsmarkt te betreden, zoeken heel wat mensen noodgedwongen hun vlucht in de illegaliteit. Deze situatie wordt door Zincone (1998, in: Triandafyllidou, 2010) treffend verwoord: “the policy of closing the front door of legal entry, while keeping the back door for illegal entry half open”. Dat er een slechte afstemming is tussen economie en migratie in Italië (en in Zuid-Europa in het algemeen) blijkt uit het feit dat rond de 80% à 90% van de legaal aanwezige migranten in Zuid-Europa uit Derde Wereldlanden pas hun legale status verkregen na een regularisatieprogramma (Baldwin-Edwards, 2004).
Een studie uit 2004 (Concetta Chiuri, De Arcangelis, Maria D’Uggento, & Ferri, 2004) trachtte door middel van een bevraging van een steekproef het profiel van de ‘illegale immigrant’ te achterhalen. In totaal werden 920 interviews afgenomen in tien centra (Centres of Temporary Permanence, Reception Centres en Helping Centres) in vier Italiaanse regio’s. De helft van de ondervraagden verlieten hun land van oorsprong “om geld te verdienen”, gevolgd door zij die politiek vrij wilden zijn (20,3%). 14,2% verklaarden dat ze op zoek waren naar meer “veiligheid” (niet alleen economisch). Men vroeg de mensen ook of er in de laatste vijf jaar rampen, epidemieën, hongersnoden, sociale conflicten of economische en financiële crisissen waren voorgevallen in het dorp of de stad van oorsprong. Uit de resultaten bleek dat natuurlijke rampen, epidemieën of hongersnoden geen oorzaak konden zijn om weg te trekken: bijna 2/3 vertelde dat dit de laatste vijf jaar niet het geval was (met uitzondering van migranten uit Soedan en Somalië). Dit kan echter niet gezegd worden van sociale conflicten: 66,9% van de ondervraagden gaven aan dat deze de laatste vijf jaar waren voorgevallen. Het percentage is nog hoger wat betreft het voorvallen van een economische of financiële crisis: 85% van de geïnterviewden gaf aan dat ze dit de laatste vijf jaar hadden meegemaakt. Economische factoren blijken de grootste motivatie voor mensen om weg te trekken uit hun land van herkomst, op zoek naar een beter bestaan. Toch mag men de impact van sociale conflicten op mensen niet onderschatten. Ook dit kunnen redenen zijn om hun land te verlaten. Ongeveer de helft van alle mensen die asiel aanvragen in Italië worden herkend als vluchteling en krijgen dus een ‘beschermde status’.3 Een vluchteling wordt in Artikel 1A (2)
3
UNHCR. Zie website: http://www.unhcr.org/4a1e48f66.html
5
in de Geneva Refugee Convention4 (1951) omschreven als “any person who … owing to wellfounded fear of being persecuted for reasons of race, religion, nationality, membership of a particular social group or political opinion, is outside the country of its nationality and is unable, or owing to such fear, is unwilling to avail himself of the protection of that country.”
1.2.3 Immigranten op zee Heel wat vluchtelingen bereiken Italië via de kust, in het zuiden. Begin de jaren 90 kwamen slechts enkelingen via de zee illegaal toe. Dit waren voornamelijk Tunesiërs en Marokkanen op zoek naar betere economische omstandigheden. Het is pas sinds 2000 dat dit een structureel karakter kreeg en dat steeds meer mensen, van verschillende nationaliteiten in rubberen boten toekwamen op Lampedusa. Vaak betaalden ze hiervoor een grote som geld (UNHCR, 2009). Begin 2000 is er sprake van zo’n 20.000 mensen die de kust bereiken. Na 2004 begon dit aantal op te lopen met 22.000 per jaar van 2005 tot 2007, en tot 35.655 in 2008. (UNHCR, 2009). In 2009 is het aantal aankomsten gevoelig gedaald: ‘slechts’ 7.300 mensen kwamen toe in 2009 (Phillips, 2010). Dit was ook te merken aan de gedaalde capaciteit van mensen die werden opgevangen in de detentiecentra van Lampedusa: In Januari 2009 overnachtten zo’n 2.000 mensen in de centra, en sliepen er nog velen op de grond; begin juni 2009 waren de centra zo goed als leeg.
Deze sterke daling was te wijten aan het zogenaamde push-back pact dat Italië met Libië op 30 augustus 2008 had gesloten. Het betreft The Treaty of Friendship, Partnership and Cooperation between the Italian Republic and Great Socialist People’s Libyan Arab Jamahiriya. Het Friendship Pact voorzag dat Italië 25 jaar lang jaarlijks 200 miljoen dollar zal investeren voor infrastructuurprojecten in Libië, wat in totaal neerkomt op 5 miljard dollar. Het gold als compensatie voor de misbruiken die door Italië gepleegd zijn toen ze de macht hadden in Libië tijdens de periode 1911-1943 (Human Rights Watch, 2009). Op 6 mei 2009 werden de eerste mensen die overstaken door de Italiaanse autoriteiten onderschept en teruggestuurd, zonder na te gaan of deze mensen recht hadden op bescherming wegens vervolging of misbruik. Vanuit verschillende hoeken kwam hierop scherpe kritiek aangezien Italië hiermee het non-refoulement principe zou overtreden. Dit principe – uitgewerkt in de
4
UNHCR. Zie website: http://www.unhcr.org/3b66c2aa10.html
6
Conventie van Genève in 1951- bepaalt dat “No Contracting State shall expel or return (‘refouler’) a refugee in any manner whatsoever to the frontiers of territories where his life or freedom would be threatened on account of his race, religion, nationality, membership of a particular social group or political opinion” (UNHCR, 2003). De Italiaanse premier Silvio Berlusconi stelt echter dat het non-refoulement principe niet van toepassing is in internationale wateren, maar dit wordt tegengesproken door UNHCR zelf (Human Rights Watch, 2009). UNHCR heeft zijn ernstige bezorgdheid geuit “about the impact of this new policy which, in the absence of adequate safeguards, can prevent access to asylum and undermines the international principle of non-refoulement.”5 Recent verscheen ook nog een rapport dat stelt dat Italië hiermee in overtreding was aangezien mensen, na onderschepping, enkel van boord mogen gaan in een safe third country. Men concludeerde: “since Libya cannot be considered a ‘safe third country’ in this sense, the interception of migrants on the high seas and their forced return to Tripoli may entail violations of maritime, human rights, migration and refugee law at both an international, European and domestic level.”(Tondini, 2010). Er bestond ook ongerustheid over het feit dat mensen die teruggestuurd werden naar Libië geen bescherming werd geboden, aangezien Libië geen asielwet heeft, of andere procedures die mensen bescherming kunnen bieden. Libië maakt geen onderscheid tussen vluchtelingen, asielzoekers of andere migranten. In 2009 en 2010 werden ook gevallen vastgesteld van foltering en het niet nakomen van de internationale regelgeving. (Human Rights Watch, 2009 & Amnesty International, 2010). Zo was er de zaak van 245 Eritrese vluchtelingen die niet alleen gemarteld werden door Libische bewakers, maar ook nog zouden worden teruggestuurd naar Eritrea waar ze meer dan waarschijnlijk zouden worden gefolterd en opgesloten (HRW, 2010).
Van dit verdrag tussen de twee landen is momenteel echter geen sprake meer. De overeenkomst tussen Libië en Italië werd op 26 februari 2011 stopgezet ten gevolge van het buitensporig geweld tegen de demonstranten die sinds 16 februari tegen Khadafi protesteerden. Deze protesten waren geïnspireerd door andere voorafgaande protesten in Tunesië en Egypte. Hoewel deze protesten min of meer vreedzaam verliepen, begon Khadafi met zwaar militair geweld op te treden. De rebellen namen het op tegen het regeringsleger en 5
UNHCR interviews asylum seekers pushed back to Libya. Zie website: http://www.unhcr.org/4a5c638b6.html (2009, 14 juli).
7
tijdens de gevechten vielen al heel wat gewonden en doden. Eind februari veroordeelde de Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties het geweld in Libië en werd een onderzoek ingesteld naar mogelijke mensenrechtenschendingen door leider Moammar Khadafi. Libië werd vervolgens geschorst als lid van de VN-mensenrechtenraad6. De NAVO begon eind maart met het installeren van een NO-FLY zone boven Libië die nu nog steeds wordt gehandhaafd. Het duurde even voor Italië met een officiële verklaring kwam en zich uitsprak tegen de wandaden van Khadafi in Libië7. Logisch, want voor Italië stond er veel op het spel. Echter, door het geweld dat plaatsvond in Libië kon Berlusconi niet anders dan het verdrag met Libië op te geven8.
Door de stopzetting van dit verdrag en door de betrokkenheid van Italië bij de luchtbombardementen van de NAVO in Libië weigerde Khadafi –uiteraard- zich nog in te zetten tegen de illegale migratie vanuit Libië naar Europa in het algemeen en naar Italië in het bijzonder. Hierdoor zijn sinds het begin van de protesten en demonstraties in Noord-Afrika 34.460 vluchtelingen aangekomen in Italië9 - een echte humanitaire catastrofe. Italië kan de toestroom amper nog aan. Het lijkt er voorlopig echter niet op dat de massale toevloed van vluchtelingen in de nabije toekomst zal ophouden.
1.3 Vier belangrijke migratiewetten In 1986 verscheen in Italië een eerste immigratiewet. Die kwam er na druk vanuit de vakbonden en linkse hoek en was een antwoord op wat zij het toenemende geweld noemden op een snel groeiend aantal illegale immigranten. Ook vanuit Europa kwam een vraag tot strengere controle van de grenzen aangezien van binnenlandse grenzen sinds de Schengenakkoorden, die het vrij verkeer van personen mogelijk maakten, geen sprake meer was. De rechten van buitenlandse arbeiders werden ermee gevrijwaard en de wet bevatte tevens een legalisatieprogramma. 6
De Standaard (2011, 2 maart). Libië geschorst als lid VN-Mensenrechtenraad . La Repubblica (2011, 19 februari). Libia, la repressione fa più di 100 morti. Berlusconi: "Non disturbo Gheddafi" 8 Corriere Della Sera (2011, 26 februari). “Sospeso il trattato Italia-Libia”. 9 UNHCR. Zie website: http://www.unhcr.org/cgibin/texis/vtx/home/opendocPDFViewer.html?docid=4dca43ff9&query=refugees lampedusa 7
8
De zogenaamde Martelli Law van 1990 –genoemd naar de toenmalige vice-premier Claudio Martelli- was een eerste echte stap in de richting van een migratiewetgeving. De wet hield een blauwdruk in van een quota voor arbeiders, en ook een vrij omvangrijk legalisatieprogramma. In tegenstelling tot vroeger kwam het dit keer op vraag van de immigranten zelf in plaats van hun werkgevers. Ongeveer 234.000 immigranten vroegen onder deze wet een legaal statuut aan, maar velen onder hen zijn daarna weer illegaal geworden, wegens het verstrijken van hun verblijfsvergunning. Het is ook in die periode dat immigratie meer en meer wordt gecontesteerd. Het besef groeit bij de Italiaanse publieke opinie en politici dat er een probleem is van immigratie. Dit probleem werd meer en meer het centrum van de aandacht, zeker na de toevloed in 1991 van Albanese vluchtelingen op de Italiaanse kusten (IDEA, 2009). Over migranten werd gesproken in termen van “een bedreiging”, “illegaal”, “clandestien”, of “geen papieren”. Toch kon de economische rol van migranten niet meer onderschat worden.
Een nieuwe wet, de “Turco-Napolitano”- wet van 1998 was de eerste Italiaanse wet die het belang benadrukte van arbeiders uit de Derde Wereld voor de Italiaanse economie. Voor de eerste keer werd de verblijfsvergunning van arbeiders niet afgenomen als ze hun werk verloren, maar kregen ze een jaar tijd om nieuw werk te vinden. De wet voorzag ook familiehereniging en breidde de rechten van buitenlanders in Italië uit. Het betrof dan het recht op een gelijke behandeling op de werkplaats, toegang tot de gezondheidszorg. Voor zij die geen papieren hebben is er het recht op dringende medische zorg en om naar publieke scholen te gaan. De wet maakte ook dat er in heel Italië reception centres kwamen waar legale en illegale immigranten voedsel en onderdak kregen, alsook taalonderwijs en andere sociale en culturele diensten. Hij voorzag ook een verblijfskaart die een permanente status had: als mensen vijf jaar legaal in het land verbleven en als ze legaal werk hadden en voldoende inkomen om zichzelf en hun families te onderhouden kwamen zij en hun echtgenoten en kinderen in aanmerking voor deze carta di soggiorno.
In 2001 kwam Silvio Berlusconi op het toneel en verving hij samen met zijn rechtse coalitie de centrum-linkse regering die de wet Turco-Napolitano had ingevoerd. Berlusconi en de zijnen plaatste immigratie als thema bovenaan op de politieke agenda. Men mag echter niet de invloed veronachtzamen die Europa op deze ontwikkelingen had, met de steeds grotere nadruk op veiligheid en migratie (Zie hoofstuk 3.3). Dit resulteerde in 2002 in de aanname 9
van de wet Bossi-Fini, genoemd naar Umberto Bossi (van de Lega Nord Partij), de toenmalige minister van Hervorming en Vice-eerste minister Gianfranco Fini (Alleanza nazionale). De strijd tegen illegale immigranten was de gemeenschappelijke basis waarop de Alleanza Nazionale en de Lega Nord hun beleid wilden enten. Een belangrijk punt van de wet Bossi-Fini is het feit dat een verblijfsvergunning pas verkregen kan worden als een werkcontract kan voorgelegd worden. Enkel zij die een arbeidscontract hebben, kunnen legaal het land binnenkomen. Daar zit de moeilijkheid, want het is uiteraard heel moeilijk om vanuit het buitenland een contract te verkrijgen. Wie zijn werk verliest, verliest ook zijn verblijfsvergunning en komt in de illegaliteit terecht als hij binnen de zes maanden geen nieuw contract heeft. Onder deze wet kwamen ook beperkingen op familiehereniging. Eén van de meest controversiële maatregelen was dat van alle niet EUimmigranten vingerafdrukken werden genomen als ze een verblijfsvergunning aanvroegen. Een andere maatregel was dat de wet het aantal dagen dat mensen vastgehouden konden worden in ‘detentiecentra’ of Centri di Permanenza Temporanea e Assistenza verlengde tot 60 dagen. Als mensen binnen die 60 dagen niet konden geïdentificeerd worden of als ze niet in het centrum konden blijven, moest die persoon het land binnen de 5 dagen verlaten. Wie dit niet deed kon een gevangenisstraf krijgen van 1 tot 4 jaar.
De wet Bossi-Fini maakte de weg vrij voor een nieuwe wet die Italië in 2009 zou doorvoeren. Het werd een wet die vanuit heel wat verschillende hoeken onder vuur zou komen te liggen.
1.4 Het huidige Italiaanse migratiebeleid: 1.4.1 Il pacchetto sicurezza Silvio Berlusconi werd in 2008, na de val van de regering Prodi, opnieuw premier van Italië met zijn partij Il popolo della libertà. Prodi had met een wet de meest controversiële kantjes van de wet Bossi-Fini er willen afvijlen, maar is daar door de plotselinge val van zijn regering niet in geslaagd. Berlusconi had in zijn campagne, die aan de verkiezingen vooraf ging, het Italiaanse volk er op gewezen dat het land een nationale veiligheidscrisis doormaakte die voor een groot deel uitging van illegale immigranten. Na zijn overwinning installeerde Berlusconi zijn pacchetto sicurezza, een veiligheidspakket dat nieuwe en strengere maatregelen met betrekking tot 10
immigranten doorvoerde. De wet zorgde voor heel wat consternatie in binnen- en buitenland. Berlusconi noemde de wet “una legge fatta per la serenità dei cittadini, da me fortemente voluta” (een wet voor de rust van de bevolking, en door mij erg gewild) maar door de oppositie werd de wet onthaald als “un danno per il paese” (een schande voor het land)10. De minister van Binnenlandse Zaken, Roberto Maroni, verkondigde dat de maatregelen gebaseerd zijn “op de volledige en totale naleving van de Europese richtlijnen”11. Wat houdt het veiligheidpakket precies in12? Het pakket bestaat uit een wettelijk decreet (decreto legge), een ontwerpwet (disegno di legge) en drie legislatieve decreten (decreti legislativi)13.
Het wettelijk decreet houdt dringende maatregelen in wat betreft de openbare veiligheid en de bestrijding van de clandestiene immigratie. De status van ‘illegale immigrant’ wordt gezien als een ‘verzwarende omstandigheid’. Dit betekent dat wie illegaal is en een misdaad begaat, een gevangenisstraf kan krijgen die tot een derde langer is dan voor wie legaal is. Er worden tevens straffen uitgevaardigd aan hen die eigendom hebben verhuurd aan illegalen uit het buitenland. De wet voorziet ook een verbeterde samenwerking tussen de nationale en de gemeentelijke politie- eenheden. De ontwerpwet14, die ondertussen ook al is aangenomen, zegt onder andere het volgende: -
Wie de Italiaanse nationaliteit wil verkrijgen, moeten na een huwelijk minstens twee jaar in Italië gewoond hebben.
-
Wie zijn kinderen laat bedelen kan een gevangenisstraf krijgen tot drie jaar.
-
Illegaal in het land verblijven is een misdaad en kan bestraft worden met 6 maanden tot 4 jaar cel en kan tevens beboet worden met 5000 tot 10 000 euro.
-
Het aanvragen of verlengen van een verblijfsvergunning kost tussen de 80 en de 200 euro.
10
La Repubblica (2009, 2 juli). Il pacchetto sicurezza diventa legge. Sì alle ronde, la clandestinità è reato. nel pieno e totale rispetto delle direttive comunitarie: zie website: http://www.interno.it/mininterno/export/sites/default/it/sezioni/sala_stampa/notizie/sicurezza/0801_2008_05_21 _consiglio_ministri_napoli.html 12 Zie website: http://www.governo.it/GovernoInforma/Dossier/pacchetto_sicurezza/index210508.html 13 Dit is een wet aangenomen door de regering op vraag van het parlement en die de krachtlijnen en beperkingen weergeven die gevolgd moeten worden. (Merlino, 2009) 14 Zie document: http://www.senato.it/service/PDF/PDFServer/BGT/00426852.pdf en http://www.senato.it/service/PDF/PDFServer/BGT/00393348.pdf 11
11
-
De aanhouding van mensen in Centri di identificazione e di espulsione (identificatieen uitwijzingscentra) kan gaan van 60 dagen tot 18 maanden.
De drie legislatieve decreten zijn gewijd aan de gezinshereniging, de toekenning en intrekking van de vluchtelingenstatus en het vrij verkeer van EU-burgers.15 Men kan enkel gebruik maken van het recht op gezinshereniging
16
voor de echtgeno(o)t(e)s
die niet wettelijk gescheiden zijn en niet jonger zijn dan 18 jaar, voor minderjarige kinderen, voor volwassenen die hulpbehoevend zijn en voor ouders boven de 65 jaar. Wanneer er twijfel bestaat over de identiteit van mensen kan ook een DNA-test worden gedaan. Het tweede decreet legt beperkingen op aan asielzoekers17. Zo moeten asielzoekers die een uitwijzingsbevel hebben gekregen in de verblijfscentra blijven. EU-burgers die langer dan drie maand in Italië willen verblijven moeten kunnen aantonen over voldoende economische middelen te beschikken voortkomend uit legale activiteiten. Na drie maand moet men zich binnen de tien dagen bij de plaatselijke autoriteiten registreren.
1.4.2 Kritiek Het pacchetto sicurezza werd vanuit heel wat hoeken fel bekritiseerd. Het meest onder vuur lag de wet dat wie illegaal in het land verblijft, een misdaad pleegt en een geldboete moet betalen. Dit bracht ook met zich mee dat dokters, leerkrachten en al wie een openbaar ambt bekleedt - in theorie althans- verplicht waren migranten zonder papieren aan te geven, aangezien de strafwet bepaalt dat public officials misdaden moeten rapporteren.18 Hierover is lange tijd debat gevoerd in Italië. Medische zorg aan illegalen werd geproblematiseerd aangezien illegaliteit op zich een misdaad werd. Dokters werden medici spia genoemd, medische spionnen. Maar daar is omwille van gerechtelijke ongehoorzaamheid van justitie en medici een eind aan gekomen19.
15
Zie website: http://www.governo.it/GovernoInforma/Dossier/pacchetto_sicurezza/index210508.html Zie document: http://www.governo.it/GovernoInforma/Dossier/pacchetto_sicurezza/7_Decreto_Legislativo_ricongiungimenti_f amiliari_20Maggio.pdf 17 http://www.governo.it/GovernoInforma/Dossier/pacchetto_sicurezza/9_Decreto_legislativo_riconoscimento_e _revoca_status_rifug.pdf 18 Human Rights Watch: Italy: Reject Anti-Migrant Bill. Zie website: http://www.hrw.org/en/news/2009/06/21/italy-reject-anti-migrant-bill 19 l’ Unita (2009, 4 december): Immigrazione: I medici non devono segnalare clandestine. 16
12
Vanuit het Vaticaan kwam ook kritiek op de nieuwe wet. In een communiqué liet men het volgende weten: “I migranti hanno il diritto di bussare alle nostre porte. Basta demonizzare e criminalizzare il forestiero.”20 De Raad van Europa zegt bij monde van commissaris Hammarberg dat “Concern about security cannot be the only basis for immigration policy. Measures now being taken in Italy lack human rights and humanitarian principles and may spur further xenopohobia.”21
1.5 Rosarno: schrijnend voorbeeld van racisme ten aanzien van immigranten
Op 8 januari 2010 vond er in het kleine stadje Rosarno, in het Zuiden van Italië, ’s nachts een betoging plaats van zwarte immigranten. Dit mondde uiteindelijk uit in zware rellen, die de volgende dag beantwoord werden met een tegenbetoging van de Italiaanse bewoners van Rosarno. De aanleiding voor dit alles was de aanval van Italianen op twee zwarte immigranten toen die terugkeerden van het veld. De twee werden beschoten met een luchtdrukgeweer. Twee anderen werden met ijzeren staven geslagen. Bij de rellen vielen 34 gewonden en werd een helse ravage aangericht: auto’s werden in brand gestoken en winkels werden vernield.22 De migranten riepen dat ze geen beesten waren en dat de Italianen racisten zijn. De minister van Binnenlandse zaken, Roberto Maroni gooide daags nadien olie op het vuur door te stellen dat al die jaren de clandestiene immigratie is getolereerd en daardoor de misdaad is gevoed.23
Elke winter komen duizenden seizoensarbeiders naar het Zuiden van Italië voor de fruitpluk. De overheid stelt elk jaar quota in voor de seizoensarbeid, maar in Calabrië zijn er veel meer clandestiene arbeiders dan reguliere. In 2007 mochten 6.400 mensen er aan de slag, maar uiteindelijk waren dat er 20.000. Voor een hongerloon worden ze tewerk gesteld en proberen ze te overleven. De meesten doen dit in armzalige omstandigheden: ze slapen in verlaten 20
“Migranten hebben het recht op onze deuren te kloppen. Het moet gedaan zijn met vreemdelingen te demoniseren en criminaliseren.” La Repubblica (2009, 2 juli). Il pacchetto sicurezza diventa legge. Sì alle ronde, la clandestinità è reato. 21 Council of Europe (2008, 29 juli). Zie website: https://wcd.coe.int/wcd/ViewDoc.jsp?id=1328445&Site=DC 22 Roox, I. (2010, 9 januari). Zware rassenrellen in Calabrië. De Standaard. 23 Hooper, J. (2010, 9 januari). Racial violence continues in Italy as four migrant workers wounded in shootings. The Guardian.
13
gebouwen, oude loodsen, zonder elektriciteit of stromend water. In Rosarno is de situatie des te complex aangezien de maffia, i.e. de Ndrangheta, er de macht heeft. De Ndrangheta is de machtigste van de georganiseerde misdaadgroepen in Italië met vertakkingen over de hele wereld. Zij controleren de hele mensenhandel en laten Afrikanen overkomen om het vuile werk op te knappen. “Twaalf tot veertien uur arbeid per dag levert hooguit twintig euro op, waarvan
vijf euro naar de maffia gaat.”, aldus Don Pino De Masi, de vicaris in Rosarno.24 De hypothese bestaat dat de Ndrangheta deze betoging heeft uitgelokt door middel van een directe agressie.25 Naar de precieze motieven hierachter is het raden. Misschien om te vermijden dat arbeiders, vreedzaam, om betere werkomstandigheden zouden vragen en de spotlichten dus op de Ndrangheta zouden terechtkomen als hoofdschuldige van deze wantoestand. Uiteindelijk zijn de meeste migranten na de rellen op bussen gezet en uit de omgeving weggebracht om zo de rust te doen weerkeren. Ze worden opgevangen in nabije opvangcentra, of proberen elders onderdak te vinden.
De schrijnende situatie in Rosarno en de uitbarsting van geweld mag geen verwondering opwekken. De overheid is er al die tijd afwezig geweest en heeft nauwelijks moeite gedaan om de levensomstandigheden van de mensen te verbeteren. Het is ook duidelijk dat een instrumentalisatie van het geweld ook de regerende coalitie dient. Door de opstanden vindt de regering nieuwe gronden om hun migratiebeleid te verdedigen. Eerder had Berlusconi een multi-etnisch Italië al afgewezen.26 Human Rights Watch (2010) stelt dat racisme en xenofobie is aangewakkerd door de migratiepolitiek van de regering Berlusconi. De laatst doorgevoerde wetten hebben een sfeer van onverdraagzaamheid gecreëerd: Political discourse, policies, and legislation over the past two years have reinforced a perception of a link between migrants and crime, feeding a climate of intolerance.27
24
De Standaard. (2010, 9 januari). Zware rassenrellen in Calabrië. La Repubblica (2010, 9 januari). Spunta l'ipotesi 'ndrangheta dietro le violenze di Rosarno. 26 La Repubblica (2009, 9 mei). Berlusconi: “Sì ai rimpatri, non apriremo le porte a tutti”. 27 Italy: Speed Investigations of Rosarno Attacks. Zie website: http://www.hrw.org/en/news/2010/02/04/italyspeed-investigations-rosarno-attacks (2010, 4 februari). 25
14
1.6 Besluit Sinds twee jaar wordt de migratiepolitiek in Italië vanuit het buitenland met argusogen bekeken. Italië geldt in Europa als een land met een strenge, rechtse aanpak van immigranten. Dat illegaal zijn nu ook als misdaad wordt beschouwd is voor velen een stap te ver en maakt het pacchetto sicurezza ook zo omstreden. De wet zelf is vrij recent en het is daarom moeilijk na te gaan welke concrete gevolgen de maatregelen zullen hebben voor de ‘clandestiene’, illegale immigranten.
De maatregelen die in het pacchetto sicurezza genomen worden, hebben de bedoeling een afschrikmiddel te zijn voor zij die van buiten Europa Italië willen binnengaan, en aldus het niveau van illegaliteit naar beneden te halen. Gustavo Zagrebelsky, de vroegere voorzitter van het Grondwettelijk Hof, constateert echter het omgekeerde resultaat (D’Orsi, 2010). Wie illegaal is, wordt door de wet bepaald aan de hand van bepaalde criteria. Deze wetten kunnen er voor zorgen dat mensen uit hun staat van illegaliteit geraken, waardoor de illegaliteit en criminaliteit dalen in een land. De wetten in het pacchetto sicurezza maken echter dat het moeilijker wordt om een verblijfsvergunning te verkrijgen en door het feit dat illegalen als een bedreiging voor de publieke veiligheid worden beschouwd, wordt de overgang naar een legale status net tegengewerkt. D’Orsi (2010) geeft enkele voorbeelden om dit duidelijk te maken:
-
Een dokter die een illegale immigrant onderzoekt is/was –in theorie- verplicht hem bij de politie aan te geven. Het risico bestaat dat immigranten hierdoor geen beroep zullen durven doen op de gezondheidszorg en zo hun eigen gezondheid in gevaar brengen.
-
Een prostituee, die vaak illegaal in het land verblijft, kan niet aangeven dat ze wordt uitgebuit aangezien ze dan het land wordt uitgezet.
-
Wie als illegaal getuige is van een misdaad , zal nooit geneigd zijn om te getuigen.
Men kan nog tal van voorbeelden bedenken die kwalijke gevolgen met zich meebrengen. Bijvoorbeeld het gebrek aan incentieven voor mensen om misdaad en uitbuiting aan te klagen op de werkvloer.
15
Het nieuwe migratiebeleid voorziet allerminst een menswaardige oplossing voor de duizenden illegale migranten die in Italië verblijven. Het valt af te wachten wat de toekomst brengt en welk antwoord men zal formuleren op de zonet aangehaalde situaties die de wet met zich meebrengen.
16
Hoofdstuk 2: Reactie van Niet-gouvernementele Organisaties
In Rome zijn heel wat NGO’s actief die zich inzetten voor de rechten van vluchtelingen en illegale migranten in Italië. In wat volgt wil ik hun positie ten aanzien van de migratieproblematiek weergeven. Hiervoor had ik een gesprek met de verantwoordelijken van verschillende organisaties in Rome.
2.1 Caritas
Caritas is als liefdadigheidsorganisatie opgericht in 1971. Caritas wil in Italië vanuit een Christelijk gedachtegoed concrete (nood)interventies en initiatieven opzetten en coördineren voor hulpbehoevenden. Met andere christelijk geïnspireerde organisaties tracht men onderzoek te verrichten naar de noden van mensen, en de oorzaken van die noden te achterhalen. Men tracht de publieke opinie te mobiliseren tot mentaliteitsverandering om van daaruit veranderingen in de maatschappij te bewerkstelligen.28 Enkele diensten die ze aanbieden zijn adviescentra, centra voor armoede en ontvangstcentra voor hulpbehoeftigen.
Vittorio Nozza, de nationaal directeur van Caritas is vrij duidelijk wat betreft het migratiebeleid. Over het push-back pact met Libië zei hij het volgende.: “Het is al te gemakkelijk en egoïstisch om boten met wanhopige vluchtelingen tegen te houden en hen terug naar Libië te sturen. Het is de praktijk van alles wat voor ons niet nuttig is en vervelend gewoon onder de mat te vegen” (Nozza, 2009). Nozza stelt nog dat de aanwezigheid van immigranten door de publieke opinie vaak gelijkgesteld wordt aan de groei van de criminaliteit.
Uit
een
onderzoek
van
Demos
(2011),
een
politiek
en
sociaal
onderzoeksinstituut, blijkt dat 31% van de Italianen immigranten percipieert als een gevaar voor de openbare orde en de veiligheid van de mensen; 30% beschouwt hen als een bedreiging voor de werkgelegenheid. De media in Italië spelen hier zeker een grote rol in. Een grootschalig onderzoek (Morcellini, 2009) dat op zoek ging naar de weergave van het fenomeen van immigratie en asielzoekers in 28
Caritas. Zie website: http://s2ew.caritasitaliana.it/pls/caritasitaliana/V3_S2EW_CONSULTAZIONE.mostra_pagina?id_pagina=38
17
de media bevestigt dit. Het thema van immigratie en veiligheid zijn in de media vaak met elkaar verweven. Van de 5684 nieuwsberichten op televisie tijdens de eerste zes maanden van 2008 - waarvan er 276 over migratie handelden - waren er slechts 26 die het thema van immigratie niet in verband brachten met ‘veiligheid’. Bij deze nieuwsfeiten werd ook bericht over bijvoorbeeld economische en culturele factoren, integratie en solidariteit. Van de 330 krantenberichten over immigratie en 389 berichten over veiligheid zijn er 177 artikels in de krant waarbij deze twee thema’s elkaar overlappen. Van de 104 nieuwsberichten over immigratie en de 137 berichten over veiligheid op televisie zijn er 57 waarbij de twee thema’s elkaar overlappen. Het onderzoek stelt dat “La congiunzione e sovrapposizione delle due dimensioni (fenomeno migratorio + sicurezza) è il paradigma interpretative privilegiato dai media nei racconti delle dinamiche in atto nel contesto italiano.”29 De media maken ook voortdurend gebruik van stereotypen in hun berichtgeving. Illegalen worden voortdurend clandestini genoemd. De term wordt steeds meer gebruikt als equivalent van een crimineel, zeker nu illegaliteit als een misdrijf wordt gezien. (Morcellini, 2009).
De link tussen veiligheid en immigratie wordt dus veel te snel gemaakt, hoewel dit twee afzonderlijke realiteiten zijn en aldus moeten benaderd worden. Deze kritiek wordt gedeeld door Manuela De Marco en Susanna Garavini, twee immigratiemedewerkers van Caritas Italiana. Zij vinden dat het beleid er enkel op gericht is de grenzen te beschermen, maar tegelijkertijd heeft het ook een negatieve invloed op zij die legaal in Italië verblijven. Door de te grote focus op immigratie in het beleid, wordt er een sfeer van argwaan gecreëerd bij de bevolking. Er ligt te veel nadruk op security, maar ook andere zaken moeten er bij betrokken worden, zoals de economische toestand, de zwarte markt die veel migranten blijft aantrekken waardoor ze in het illegale circuit terechtkomen, de gebrekkige integratie van mensen. Er bestaat in Italië geen maatschappelijke cohesie en “integration is not possible in a non cohesion country”. Italië is zo verdeeld en zaken worden zo erg gepolariseerd dat het omwille van de gevoeligheid van bepaalde onderwerpen heel erg moeilijk is voor migranten om te integreren, net omdat ze zo vaak moeten opboksen tegen stereotypen.
29
“De samenhang en overlapping van de twee dimensies (het fenomeen migratie en veiligheid) is het bevoorrechte interpretatieparadigma van de media in de verhalen omtrent de huidige dynamiek in de Italiaane context.”
18
2.2 CIR – Consiglio Italiano per i Rifugiati
De Italiaanse Raad voor de vluchtelingen ontstond in 1990 en zet zich in voor de rechten van vluchtelingen en zij die asiel willen aanvragen. De organisatie is lid van ECRE, de European Counsil on Refugees and Exiles. De voornaamste activiteiten zijn hulp verlenen aan de grens om vluchtelingen en asielzoekers de nodige bescherming te kunnen bieden, opvang en zorg verlenen aan slachtoffers van foltering, hulp aan vrouwelijke vluchtelingen, juridische bijstand en sociale begeleiding van niet-begeleide minderjarigen.30 Christopher Hein, de directeur van CIR, verklaarde nog voor de eigenlijke inwerkingtreding van het pacchetto sicurezza dat de nieuwe wetgeving ervoor zou zorgen dat de illegaliteit zou toenemen, dat immigranten sociaal nog meer zouden worden uitgesloten, het integratieproces bemoeilijkt worden, dat de criminalisering van immigranten in hoofde van mensen zou toenemen en dat veel immigranten zouden aangespoord worden om van Italië naar andere Europese landen te gaan waar ze beter zouden ontvangen worden.
Fiorella Rathaus, verantwoordelijke van de sociale dienst van CIR, uitte haar bezorgdheid over de opvang van teruggestuurde vluchtelingen in Libië. Haar vrees was dat men daar niet goed zou behandeld worden. Naar aanleiding van dit terugstuurbeleid gaf ze ook nog een pervers effect weer op migranten in Italië. In Italië zijn er de zogenaamde CARA, ontvangstcentra voor zij die asiel willen aanvragen (Centri Accoglienza Richiedenti Asilo). Wie aankomt in Italië wordt naar één van die centra gebracht. Deze centra worden door het ministerie van Binnenlandse Zaken gesubsidieerd, naar gelang het aantal mensen die er verblijven. Aangezien er ten tijde van het push-back pact de laatste tijd steeds minder mensen Italië bereikten, raakten de centra leeg en dreigden sommige centra hun subsidies kwijt te geraken, wat als gevolg had dat mensen in Rome naar elders werden gestuurd om ginds dan vollere centra te bekomen. Een competitie onder de centra dus, om toch maar geld binnen te krijgen. Mensen als merchandising, waarbij geen rekening wordt gehouden met het individu dat recht heeft op een menswaardige behandeling.
Rathaus geeft ook nog mee dat veel Italiaanse politieke partijen te veel inzetten op veiligheidsissues, en hierbij de migratieproblemen betrekken. Ze stelt dat er veel meer aan de 30
CIR. Zie website: http://www.cir-onlus.org/chisiamo2.htm
19
basis moet worden gewerkt, door onder andere de social welfare op punt te zetten. Tevens kaart ze aan dat het feit dat alles op veiligheid wordt betrokken ook als gevolg heeft dat alle beslissingen worden genomen door de minister van Binnenlandse Zaken, in plaats dat bepaalde problemen aangekaart en opgelost worden door het ministerie van Sociale Zaken.
2.3 Amnesty International
Amnesty International is een organisatie die zich inzet voor de verdediging van de rechten van de mens en door middel van onderzoek wantoestanden aan de kaak wil stellen. Men organiseert campagnes en evenementen om mensen bewust te maken omtrent bepaalde thema’s. De installatie van het pacchetto sicurezza heeft volgens Amnesty een grote invloed op de mensenrechten van illegale immigranten in het land. Het zal voor hen heel moeilijk zijn om in aanraking te komen met welke publieke dienst dan ook. Mensen zullen niet meer naar het ziekenhuis durven gaan, of naar school, wat gevolgen heeft voor de gezondheid en onderwijs voor kinderen (Amnesty International, 2009). Amnesty International had ook scherpe kritiek op het friendship-akkoord tussen Italië en Libië. Men uitte kritiek tegen het feit dat het akkoord geen rekening hield met de mensenrechten in Libië en dat er niet voldoende maatregelen werden genomen die de bescherming van de mensenrechten van vluchtelingen, migranten en asielzoekers verzekerden. Zij leefden in Libië met een constante schrik: de schrik om mishandeld te worden, de schrik om gerepatrieerd te worden, waarbij men geen rekening zou houden met de gevaren voor de mensen in hun thuisland. Men riep hiertoe de Europese Unie in het algemeen en Italië in het bijzonder op in hun relatie met Libië rekening te houden met deze mensenrechtenschendingen.31
Giusy D'Alconzo, onderzoekscoördinator van Amnesty International in Italië, merkt op dat het klimaat waarin bepaalde beslissingen genomen worden de laatste jaren meer en meer is 31
Amnesty International (2010). Mettere i diritti umani al centro della cooperazione con la Libia!.Zie website: http://www.amnesty.it/mettere-diritti-umani-al-centro-cooperazione-con-la-Libia
20
gepolariseerd en dat de beide kanten van het politieke spectrum vaak aan hetzelfde zeel trekken. Als voorbeeld haalt ze de overeenkomst tussen Italië en Libië aan die met een unanimiteit in het parlement is goedgekeurd en geratificeerd. D’ Alconzo bekritiseert ook nog de criminalisering van mensen in het pacchetto sicurezza. Vroeger konden kinderen, zelfs als ze illegaal in het land verbleven, nog gewoon naar school gaan. Nu echter is het steeds moeilijker van deze publieke diensten gebruik te maken, aangezien illegaal zijn op zichzelf al een misdaad is. Dit brengt met zich mee dat mensen meer en meer verborgen gaan leven en zich quasi volledig uit het publieke leven onttrekken, uit schrik om in de openbaarheid te komen.
21
2.4 UNHCR
UNHCR (United Nations High Commissioner for Refugees) in Italië houdt zich voornamelijk bezig met de bepaling van de status van vluchtelingen, verricht activiteiten met betrekking tot internationale bescherming. Men zorgt voor awareness bij de bevolking door informatie omtrent vluchtelingen en asielzoekers te verspreiden, In maart 2006 werd onder leiding van UNHCR een project opgericht in het zuiden van Italië in samenwerking met de International Organisation for Migration (IOM) en het Italiaanse Rode Kruis. Het project kreeg de naam praesidium. Praesidium werd ontwikkeld op het eiland Lampedusa, wat al sinds jaren een belangrijke aankomstplaats was voor illegale immigranten en asielzoekers vanuit Afrika. Het opzet was Strengthening reception capacity in respect of migration flows reaching the island of Lampedusa. (UNHCR, 2009). De bedoeling was de mensen op een zo goed mogelijke manier op te vangen en hen te helpen met informatieverwerving bij de asielprocedures. Het project is later uitgebreid naar Sicilië, Puglia, Calabrië en Sardinië. In mei 2009 echter onderhandelde Italië het pushback-pact met Libië waardoor de aankomst van migranten op Lampedusa vrijwel tot nul werd gereduceerd. Om die reden heeft men zich dan ook teruggetrokken uit Lampedusa. Riccardo Clerici, een medewerker van UNHCR Italia, had ernstige redenen om zich zorgen te maken omwille van het pushback-pact. In Juni 2010 werd UNHCR door de Libische autoriteiten namelijk verplicht om het land te verlaten. Er werden geen redenen gegeven voor dit gedwongen vertrek. Aangezien UNHCR het asielbeleid in Libië zowat in handen had, betekende dit vertrek dus dat voor zovele vluchtelingen en asielzoekers geen bescherming kon worden geboden.
Clerici gaf aan – in aansluiting op wat andere organisaties ook al vertelden - dat de overheid in Italië problemen van veiligheid en integratie op één hoop gooit. Al te vaak wordt de populistische kaart getrokken en betekenen sommige beslissingen echte drama’s voor mensen. Het is tevens heel moeilijk om het publiek, dat gedomineerd wordt door politieke discussies, te overtuigen om de andere kant op te kijken.
22
Hoofdstuk 3: Op zoek naar een ideologische achtergrond: Securitisation
Het pacchetto sicurezza verraadt al de manier waarop naar migratie wordt gekeken. Het gaat er om burgers het gevoel te geven dat de overheid met de veiligheid van zijn bevolking is begaan. Hiervoor kunnen maatregelen aangewend worden die heel controversieel zijn, maar alleszins de indruk wekken dat er aan oplossingen voor mensen wordt gewerkt. Op het pacchetto sicurezza kwam heel wat kritiek, niet in het minst van NGO’s. Hun kritiek is dat de overheid al te vaak maatschappelijke problemen verengt tot een probleem van veiligheid, en daarmee slechts een beperkt deel van een probleem aanpakt. Het is interessant na te gaan waarom het zo vaak over veiligheid - security - gaat en of deze visie recht doet aan de complexiteit van een maatschappelijk probleem. Hiervoor zal ik onder andere nagaan hoe in Europa dit laatste decennium het discours richting securitisation is verschoven.
3.1 Algemeen: Securitisation volgens de Copenhagen School
Het begrip securitisation is ontwikkeld door de Copenhagen School. Deze Europese denkschool, waarvan Barry Buzan, Ole Waever en Jaap de Wilde de voornaamste theoretici zijn, beschouwt securitisation als het proces waarbij van bepaalde problemen een probleem van veiligheid wordt gemaakt: In a process of securitization, any element considered threatening to the state and/or societal security is approached as a question of national security. (Angelescu, 2008). Eén van de belangrijkste argumenten van de securitization theory is dat het proces van het veiligheidsdiscours vervat zit in een speech act: It is by labelling something a security issue that it becomes one. it is the utterance itself that is the act. By saying the words, something is done (Wæver, 2004). Door het feit dat overheden erin slagen van bepaalde problemen echte bedreigingen te maken, kunnen ze in naam van de nationale veiligheid ook maatregelen nemen die balanceren op de grens van het wettelijk aanvaardbare en mogelijke:
“A government presents an issue as an existential threat, requiring emergency measures and justifying actions outside the normal bounds of political procedure in the name of national 23
security” (Buzan, Waever & de Wilde, 1998 in: Angelescu, 2008).
In hun in 1998 uitgebracht boek Security: A New Framework for Analysis (Buzan, Waever & de Wilde, 1998) leggen ze het concept securitisation heel secuur uit. Securitisation studies focussen steeds op volgende elementen die grondig onderzocht moeten worden: “who securitizes, on what issues (threats), for whom (referent objects), why, with what results, and not least, under what conditions.” (Buzan, Waever & de Wilde, 1998, p. 32).
De auteurs stellen verder nog dat ‘securitisering’, net zoals politisering, een heel erg subjectief proces is. Het is niet eenvoudig om een bepaald probleem effectief te beoordelen als een ‘echte’ bedreiging. Hiervoor zou er een objectieve maatstaf van veiligheid/onveiligheid moeten zijn die er vooralsnog niet is. Een land zal dus eigen maatstaven hanteren om een bepaald probleem voor te stellen als een probleem van veiligheid.
3.2 Oorzaken van Securitisation
Men kan zich afvragen waarom landen de migratieproblematiek willen ‘verveiligen’. Huysmans (2000) haalt drie redenen aan waarom dit gebeurt. Ten eerste willen landen proberen hun interne veiligheid te beschermen. Nadat in Europa de interne landsgrenzen werden afgeschaft, werd de markt geopend voor het vrije verkeer van goederen, personen, diensten en kapitaal. Men veronderstelde echter dat deze open toegang het ook gemakkelijker zou maken voor illegale en criminele activiteiten door terroristen, internationale criminele organisaties, asielzoekers en immigranten. Men nam zich voor zich hiertegen te wapenen en maatregelen te nemen. Een tweede oorzaak volgens Huysmans is de link tussen de culturele veiligheid en migratie. Landen die beleid rond migratie moeten voeren, moeten aannemen dat Europese landen immigratielanden zijn geworden. Immigranten, asielzoekers en vluchtelingen zijn aanwezig en dagen de mythe van een nationale culturele homogeniteit uit (Martiniello, Cesari, 1997 in Huysmans, 2000). Concepten als multiculturaliteit, nationalisme, racisme en xenofobie kennen steeds meer invloed en sturen de debatten in een welbepaalde richting.
24
De derde oorzaak kent Huysmans toe aan de crisis van de welvaartsstaat. De vraag hier is wie recht heeft op welvaartsvoorzieningen. Immigranten, asielzoekers en vluchtelingen worden door ‘welvaartchauvinisten’ gezien als personen die geen recht hebben op sociale ondersteuning en andere geneugten van de welvaartsstaat. Ze zijn voor de autochtone bewoners rivalen op de arbeidsmarkt. Meer nog, het aanbieden van sociale voorzieningen maakt dat nog meer mensen worden aangetrokken tot Europa; het werkt als een magneet. Er worden metaforen gebruikt als ‘invasie’, of ‘golf’ van asielzoekers. Een welvaartstaat die zijn sociaal-economische rechten probeert te vrijwaren, gebruikt deze metaforen om immigranten, asielzoekers en vluchtelingen af te schilderen als een serieuze bedreiging voor het overleven van het sociaal-economische systeem. Huysmans verwoordt dit verder als volgt: “In the political spectacle these metaphors help to dramatize the socio-economic problematic of the welfare state by framing it in a security discourse: experiences of economic and social uncertainty are translated into opposition to and fear of immigrants and asylum-seekers.” (Huysmans, 2000, Pg. 769)
De drie redenen zijn duidelijk ingegeven door een bepaalde angst voor wat van buitenaf komt: de angst dat onze nationale veiligheid in het gedrang komt, de angst dat onze cultureel bepaalde waarden verdrukt dreigen te worden, of de angst dat onze welvaart ten onder zal gaan. Men houdt er in Europa een liberale visie op na, maar wat het beleid over asielzoekers en vluchtelingen betreft, is men heel restrictief en vallen we op onszelf terug. Het ‘securitiseren’ van migratie kan daarom notions of collective identity helpen consolideren (Boswell, 2007).
3.3 ‘Securitisering’ in Europa
3.3.1 Het veiligheidsdiscours rond migratieproblematiek in Europa Europa gedraagt zich al heel lang als pleitbezorger van de universele rechten van de mens en probeert in zijn asiel- en migratiebeleid de internationale wetgeving inzake de bescherming van vluchtelingen en asielzoekers te respecteren. In dit mensenrechtendiscours wordt het vluchtelingenbeleid aanschouwd als een matter of low politics en worden asielzoekers of immigranten in geen enkel opzicht beschouwd als een bedreiging voor de samenleving. Van 25
‘illegale immigratie’ is in dit discours geen sprake. Het discours is onder andere geënt op de Conventie van Genève en de Universele verklaring van de Rechten van de Mens (Van Dijck, 2005). Het mensenrechtendiscours geldt niet alleen binnen juridische wetteksten. Wat belangrijker is, is dat het een houding is, een visie die een ideaalbeeld weergeeft van hoe met vluchtelingen moet worden omgegaan. Centraal staat de situatie van de vluchteling die uit vrees voor vervolging zijn land van herkomst heeft ontvlucht en op zoek is naar veiligheid. Vluchtelingen moeten de grootste bescherming krijgen en moet na het verkrijgen van de status toegang krijgen tot de arbeidsmarkt, recht op scholing, onderdak. (Lavanex, 2001 in: Van Dijck, 2005).
Europa kadert zijn migratiebeleid binnen dit discours. Deze houding botst echter met de houding die Europa aanneemt om zijn belangen veilig te stellen. Europa wil de veiligheid waarborgen en zal hiervoor belangrijke principes van het internationaal recht ondergeschikt maken. Het mensenrechtendiscours komt zo tegenover het veiligheidsdiscours te staan (Van Dijck, 2005). Binnen dit veiligheidsdiscours staat de perceptie van een voortdurende ‘wezenlijke’ dreiging van een overrompeling van asielzoekers en illegale immigranten centraal (Van Dijck, 2005).
Midden jaren 80 maakte het Verdrag van Schengen het vrije verkeer van personen in Europa mogelijk. In deze overeenkomst werd illegale immigratie gezien als een grensoverschrijdende bedreiging naar aanleiding van de afschaffing van de interne grenzen. In 1992 ontstond het Verdrag van Maastricht. Dit verdrag bracht migratie onder bij een matter of common interest32 samen met onder andere de strijd tegen drugs en fraude, de strijd tegen terrorisme en andere vormen van internationale misdaad. Door migratie in het rijtje van andere misdaden te plaatsen, werd illegale immigratie ook een vorm van georganiseerde misdaad. Het verdrag van Maastricht versterkte om die reden de securitization of migration (Van Dijck, 2006). Met het verdrag van Amsterdam in 1997 werd expliciet gepoogd om een gemeenschappelijk Europees migratiebeleid op poten te zetten. Een speciale Europese Raad in Tampere in 1999 boog zich over de identificatie van Europa als een area of freedom, security and justice. Hoewel men in Tampere probeerde de kritiek te weerleggen als zou Europa er een te restrictief beleid op nahouden inzake migratie en asiel was er een duidelijk discours van 32
Verdrag van Maastricht: Title VI: Provisions on cooperation in the fields of justice and home affairs.
26
veiligheid aan de orde. Dit werd duidelijk door de oprichting van verschillende autonome agentschappen die de controle voerden over de binnengrenzen van de lidstaten, zoals EUROPOL33 en de Border Management Agency. Verder wordt nog allerhande technologie aangewend als oplossing voor ‘bedreigingen’ (Guild, Carrera & Balzacq, 2008). Het betreft dan onder andere een databank waar vingerafdrukken worden bijgehouden (EURODAC). Ook het SIS, het Schengeninformatiesysteem, wordt in die periode ontwikkeld. Dit systeem is een database waar landen gebruik van kunnen maken om informatie in te winnen over specifieke personen om hen met deze info toe te laten tot het land of hen de toegang te ontzeggen. De gebeurtenissen van 11 september 2001 maakten dat er nog meer een link werd gelegd tussen de strijd tegen illegale immigratie en tegen het internationale terrorisme. Illegale immigratie werden zodus nog meer gezien als een ‘bedreiging’.
In 2005 werd het Tampere Programma opgevolgd door het Haagse Programma. Dit programma werd als volgt ingeleid:
“The security of the European Union and its Member States has acquired a new urgency, especially in the light of the terrorist attacks in the United States on 11 September 2001 and in Madrid on 11 March 2004. The citizens of Europe rightly expect the European Union, while guaranteeing respect for fundamental freedoms and rights, to take a more effective, joint approach to cross-border problems such as illegal migration, trafficking in and smuggling of human beings, terrorism and organised crime, as well as the prevention thereof. […] The European Council considers that the common project of strengthening the area of freedom, security and justice is vital to securing safe communities, mutual trust and the rule of lawthroughout the Union. Freedom, justice, control at the external borders, internal security and the prevention of terrorism should henceforth be considered indivisible within the Union as a whole.”34
33
EUROPOL: Europol is the European Law Enforcement Agency which aims at improving the effectiveness and co–operation of the competent authorities in the Member States in preventing and combating terrorism, unlawful drug trafficking and other serious forms of organised crime (http://www.europol.europa.eu/) 34 The Hague Programme: Strengthening freedom, security and justice in the European Union. Zie website: http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=OJ:C:2005:053:0001:0014:EN:PDF
27
Het verband tussen de aanpak van illegale immigratie en het behoud van onze gemeenschappen wordt hier opnieuw bevestigd. Illegale immigratie wordt opnieuw opgevoerd als een bedreiging voor onze Europese gemeenschap (Van Dijck, 2006). Door de beklemtoning van de interne veiligheid die moet beschermd worden krijgen de concepten ‘freedom’, ‘security’ en ‘justice’ een xenofobisch karakter aangezien het de indruk wekt dat er er een bedreiging voor de deur van Europa staat, die afwacht om binnen te vallen. Het Haagse Programma wil de nadruk leggen op het beschermen van onze buitengrenzen en daarom zal geijverd worden voor een beter management of external borders. Hiervoor wil men onder andere een betere afstemming verkrijgen tussen de verschillende Europese informatiesystemen: SIS II, het Visa Information System35, en EURODAC. Het Stockholm Programma36 volgt in 2010 het Haagse Programma op. De nadruk komt in dit beleidsplan te liggen op de bescherming van de burgerrechten en het vrijwaren van het Europese burgerschap. De toon in het programma is hier veel gematigder. Het verband tussen migratie en een mogelijke bedreiging voor Europa is hier veel minder aanwezig, hoewel in deze tekst ook gepleit wordt terrorisme en georganiseerde misdaad tegen te gaan met een betere uitwisseling van informatie tussen de Europese politiediensten en een versterkte werking van FRONTEX. Met pleit voor een internal security strategy die Europa veiliger moet maken door middel van een betere samenwerking in rechtshandhaving, grensbeheer, civiele bescherming en een betere samenwerking op vlak van rampbeheer en justitie.
35
VIS: Een Europese database met onder andere ‘biometrische’ informatie, zoals foto’s en vingerafdrukken, van iedereen die een visum nodig heeft om in Europa te reizen of te wonen. 36 Zie website: http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=OJ:C:2010:115:0001:0038:EN:PDF
28
3.3.2 Autonomie voor de lidstaten inzake nationale veiligheid Men kan zich afvragen hoe het komt dat Italië, als land binnen de Europese Unie, maatregelen kan nemen die schijnen in te druisen tegen een discours van mensenrechten. Dit is heel eenvoudig te verklaren, aangezien het Verdrag van Lissabon de verantwoordelijkheid van de binnenlandse veiligheid bij de lidstaten zelf legt. Het Stockholm Programma, dat niet bindend is, pleit voor een internal security strategy, maar de interne veiligheid is een nationale verantwoordelijkheid. In sectie V (Area of freedom, security and justice) van The Treaty on the functioning of the European Union37 staan volgende belangrijke artikels:
Artikel 72: This Title shall not affect the exercise of the responsibilities incumbent upon Member States with regard to the maintenance of law and order and the safeguarding of internal security.
Artikel 73: It shall be open to Member States to organise between themselves and under their responsibility such forms of cooperation and coordination as they deem appropriate between the competent departments of their administrations responsible for safeguarding national security. Artikel 79 (over een gemeenschappelijk migratiebeleid): This Article shall not affect the right of Member States to determine volumes of admission of third-country nationals coming from third countries to their territory in order to seek work, whether employed or self-employed. Het is door deze nationale verantwoordelijkheid dat het mogelijk is in Italië om illegale immigranten gelijk te stellen aan misdadigers, of dat Frankrijk in augustus 2010 duizenden Roma konden uitwijzen naar Oost-Europa38. Pas als er een klacht wordt ingediend bij het Hof van de Mensenrechten kan een land hiervoor gestraft worden. Europa loopt bij gebrek aan een bindend Europees migratiebeleid steeds welbepaalde feiten achterna en kan slechts achteraf, als het eventuele kwaad is geschied, ingrijpen. 37 38
Zie website: http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=OJ:C:2008:115:0047:0199:EN:PDF De Standaard. (2010, 25 augustus). Frankrijk gaat door met ontmanteling Romakampen.
29
Boswell stelt dat media, nationale rechtbanken, NGO’s of nationale parlementen vooral gefocust zijn op het nationale beleid en debatten die binnenlandse aangelegenheden aanbelangen. Aangezien er een veel mindere belangstelling is voor het beleid op Europees niveau en hierover aldus veel minder gedegen en kritisch onderzoek gebeurt, is het Europese migratiebeleid een van de domeinen waar overheden in staat zijn voorbij te gaan aan politiek protest of kritiek vanuit humanitaire hoek. Door bepaalde domeinen van het migratiebeleid (bv. grenscontroles en bescherming van vluchtelingen) te outsourcen naar andere landen buiten de EU (cfr. push-back pact met Libië) kunnen landen sneller wegkomen met hun lagere standaarden inzake mensenrechten (Boswell, 2007).
3.3.3 De bescherming van de buitengrenzen: FRONTEX In oktober 2004 werd door de Raad van de Europese Unie Frontex opgericht, het Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen39. Frontex is “tasked to coordinate the operational cooperation between Member States in the field of border security. The activities of Frontex are intelligence driven. Frontex complements and provides particular added value to the national border management systems of the Member States.”40 De verantwoordelijkheid voor de controle van de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie ligt bij de lidstaten zelf, maar Frontex helpt bij de grensbewaking door de verschillende acties en maatregelen die landen nemen te coördineren. Frontex werkt nog samen met andere agentschappen van de EU ter beveiliging van de grenzen. Dit zijn oa. EUROPOL, het European Police Collge (CEPOL) en het European Maritime Safety Agency (EMSA). Frontex voert volgende zes taken uit: de coördinatie van de operationele samenwerking tussen lidstaten bij het beheer van de externe grenzen, het aanbod van training aan border guards, de analyses van risicovolle situaties, het uitvoeren van onderzoeksopdrachten, het organiseren van technische en operationele hulp voor lidstaten indien nodig en de hulp bij het organiseren van de terugkeer van illegale immigranten (House of Commons, 2010, p. 23). Frontex voert heel wat patrouilles uit rond de kusten en probeert op die manier illegale immigranten te onderscheppen.
39 40
Zie website: http://europa.eu/agencies/community_agencies/frontex/index_nl.htm Zie website: http://www.frontex.europa.eu/
30
Frontex wordt elk jaar belangrijker en speelt een steeds grotere rol in het ‘managen’ van de grenzen. Dit is ook te merken aan het budget dat Frontex jaarlijks ter beschikking krijgt. In 2005 was dit nog 6.280.202 euro, in 2010 is dit bedrag exponentieel gestegen en had men 87.917.000 euro ter beschikking.41 In 2008 verscheen vanuit de Europese Commissie een evaluatierapport dat in kaart bracht wat precies de verwezenlijkingen zijn geweest van Frontex (Europese Commissie, 2008). Uit de evaluatie bleek dat in 2006 en 2007 meer dan 53.000 mensen zijn aangehouden of de toegang geweigerd aan de grenzen. Meer dan 2.900 vervalste reisdocumenten zijn ontdekt en 58 mensen die illegale migranten begeleiden zijn gearresteerd. In 2006 begon bijvoorbeeld een joint operation, genaamd HERA, die de illegale migratiestromen van West-Afrikaanse landen naar de Canarische eilanden moest tegengaan. In 2008 werden 5969 migranten teruggestuurd en 360 begeleiders opgepakt. Hera is nu een langetermijn operatie geworden (Baldaccini in: Ryan & Mitsilegas, 2010, p.240)
Ondertussen hebben echter heel wat vluchtelingenorganisaties hun bezorgdheid geuit over de manier waarop Frontex omgaat met het onderscheppen van migranten, waarbij hun rechten niet gevrijwaard worden. Zo liet UNHCR weten ongerust te zijn over mensen die Europa willen binnen komen, maar hierbij geen internationale bescherming kunnen krijgen en vrezen voor hun leven.42 Naar aanleiding van het verdrag tussen Italië en Libië werden heel wat mensen op zee teruggestuurd naar Libië. Frontex werd toen beschuldigd van het niet naleven van het Universeel verdrag van de Rechten van de Mens dat stelt dat iedere persoon het recht heeft zijn land te verlaten alsook het recht heeft asiel aan te vragen wegens vervolging in een ander land.43 Gil Arias-Fernandez, vice-directeur van Frontex, stelde toen dat het verdrag tussen Libië en Italië een positieve impact had aangezien minder levens gevaar liepen op zee omdat ze vroeger onderschept werden. In het rapport dat Human Rights Watch opstelde naar aanleiding van het push-back pact ziet men deze uitspraak van Arias Fernandez als de onjuiste aanname dat “een potentieel humanitair voordeel (het voorkomen van het verlies van mensenlevens op zee) opweegt tegen een humanitair recht (het recht om je land te mogen verlaten en het recht op het aanvragen van asiel).” (Human Rights Watch, 2009). Dit klopt echter niet, aldus Human Rights Watch, aangezien mensen het recht hebben hun leven te 41
FRONTEX. Zie website: http://www.frontex.europa.eu/budget_and_finance/ UNHCR. Zie website: http://www.unhcr.org/4d022a946.html 43 Universal Declaration of Human Rights, Artikel 13.2 en 14.1. 42
31
riskeren ter vrijwaring van hun mensenrechten. Ze doen dit namelijk soms als vlucht van een erger gevaar dan het potentiële risico. In 2010 werd een voorstel gelanceerd door Cecilia Malmström, Europees Commissaris voor Binnenlandse Zaken, om de rol van Frontex te versterken, met nadruk op het scheppen van een beter legaal kader dat volledig rekening houdt met de fundamentele rechten. Het voorstel wil de border guards een betere training geven inzake deze rechten en in het bijzonder met het principe van non-refoulement.44 Dit voorstel resulteerde uiteindelijk in een concrete tekst waarin de rules for sea border operations werden weergegeven en waarbij de fundamentele rechten verzekerd worden.45 De crisis die vandaag heerst op Lampedusa naar aanleiding van de toegestroomde vluchtelingen ten gevolge van de onrust in Noord-Afrika (zie supra), maakt al snel duidelijk dat de opgestelde regels niet voldoende in de praktijk worden toegepast. Eind februari werd namelijk ‘operatie Hermes’ ontplooid om de Italiaanse autoriteiten bij te staan bij de aanpak van de toevloed van migranten uit Noord-Afrika, op Lampedusa, vooral vanuit Tunesië.46 Amnesty International uitte kritiek op de werkwijze van de Italiaanse autoriteiten en roept Frontex op zich te houden aan de opgestelde richtlijnen. Mensen zouden namelijk teruggestuurd worden zonder de mogelijkheid een asielaanvraag in te dienen (MO*, 1 maart 2011).
De rol en invloed van Frontex als ‘bewaker van Europa’ groeit elk jaar opnieuw, getuige daarvan de jaarlijks stijgende budgetten die het agentschap toegewezen krijgt. Het Hongaarse EU-voorzitterschap wil de rol van Frontex nog versterken door deze uit te breiden en te intensifiëren. Op een persconferentie maakte Sándor Pintér, de Hongaarse minister van Binnenlandse Zaken, duidelijk waar zijn prioriteiten met Frontex liggen: “Security comes first, but the basic rights of individuals also matter”.47 Het agentschap zal zich naar de toekomst toe ook voorbereiden op de komst in 2013 van EUROSUR, het European external border surveillance system dat tot doel heeft het aantal illegale immigranten die Europa willen binnen komen te verminderen door middel van 44
Zie website: http://europa.eu/rapid/pressReleasesAction.do?reference=IP/10/184&type=HTML&aged=0&language= 45 Zie website: http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=OJ:L:2010:111:0020:0026:EN:PDF 46 Zie website: http://europa.eu/rapid/pressReleasesAction.do?reference=MEMO/11/98&format=HTML&aged=0&language=E N&guiLanguage=en 47 Zie website: http://www.eu2011.hu/news/presidency-stronger-frontex
32
geavanceerde technologische middelen zoals bijvoorbeeld het gebruik van satellieten (Monar, 2010, p. 232). De recente vluchtelingencrisis legt bloot hoe moeilijk Europa het heeft om met deze situatie om te gaan. Italië had de Europese Raad om meer solidariteit gevraagd bij de opvang van vluchtelingen maar ving bot (Kington, 2011). Het Europees parlement echter steunde Italië in zijn vraag en vroeg in een resolutie om een solidariteitsclausule te ontwikkelen die de lasten verdeelt bij de opvang van vluchtelingen uit Noord-Afrika.48 Men klaagt aan dat Frontex het enige instrument is dat wordt ingezet tegen de massale toestroom van vluchtelingen. Aangezien er geen gemeenschappelijk Europees ‘opvangproject’ is, is het maar normaal dat landen een beroep doen op Frontex bij het managen van de vluchtelingenstroom.
Roberto Maroni beschreef de toevlucht van Tunesiërs als een “Bijbelse Exodus” van vluchtelingen richting Europa.49 Hij probeerde daarmee een maatschappelijke draagvlak te creëren om sterke maatregelen te nemen. Hein De Haas, een onderzoeker van het International Migration Institute in Oxford, noemt deze soort uitspraken het scheppen van een myth of invasion, aangezien de meeste vluchtelingen gewoon terug naar huis willen en anderen gewoon deel uitmaken van de jaarlijkse stroom arbeidersmigranten die rond deze tijd van het jaar op zoek zijn naar werk. De Haas vindt dat “In many ways, a problem of the looming African invasion was "invented" so that we had an excuse to "combat" what was basically an invented problem - and so the "combating" will always be a success.” (De Haas, 30 maart 2011). Frontex doet, aldus De Haas, lustig mee met het creëren van de invasiemythe (Euronews, 2011) en heeft daar ook zijn redenen voor: “It is also in their interest to represent migration as a danger in order to make themselves more relevant. Creating a "state of emergency" is an effective way to divert the attention away from a more rational debate about the efficiency of their actions and the monstrous dimensions of their budget. (De Haas, 2011).
Of hoe Frontex ook deel uitmaakt van het securitiseringsproces.
48 De Morgen. (2011, 5 april). “EU-landen moeten vluchtelingen onder elkaar verdelen”. 49 Der Spiegel. (2011, 14 februari). Thousands of Tunisians Arrive in Italy.
33
Hoofdstuk 4: Securitisation in Italië
In het vorige hoofdstuk heb ik geprobeerd te schetsen waar het proces van ‘securitisering’ vandaan komt en hoe dit in Europa als achtergrond dient waartegen beslissingen inzake migratie worden genomen. In dit hoofdstuk wil ik nagaan hoe de ‘securitiseringsgedachte’ ook bij de aanpak van de migratieproblematiek in Italië doorsijpelt. Het is van belang even na te gaan in welke mate er in Italië een verband zou bestaan tussen de komst van migranten en de groei van de criminaliteit. Deze uitkomst kan aantonen of er een legitimering kan bestaan voor de ‘securitisering’ van de migratieproblematiek in Italië. In een volgend deel zal ik het artikel van Luca Miggiano States of exception: securitisation and irregular migration in the Mediterranean (Miggiano, 2009) als basis gebruiken voor een diepere beschouwing omtrent migratie. Miggiano bekijkt het fenomeen illegale immigratie vanuit een filosofisch en theoretisch kader en geeft hierbij interessante inzichten over hoe de manier waarop wordt omgegaan met illegalen in Italië, helemaal in de lijn ligt van de ‘securitiseringsgedachte’. Onderzoekster Liisa Malkki biedt ook interessante handvaten en inzichten om voorbij te gaan aan de te enge benadering van migratieproblemen. In een volgend deel ga ik op zoek naar verdere en meer concrete voorbeelden van ‘securitisering’ in Italië.
4.1 Migratie versus criminaliteit
Huysmans gaf als één van de oorzaken waarom landen een politiek van securitisation voeren, dat men de interne veiligheid van het land wil verzekeren (zie supra). Daarom neemt men maatregelen die deze veiligheid moet garanderen. Maar is deze veiligheid wel echt in gevaar? Berlusconi stelde met de lancering van het pacchetto sicurezza illegale immigratie gelijk met een misdaad, en stelt dus dat clandestini misdadigers zijn. Voor een juist en eerlijk debat is het nodig te kijken of er een verband bestaat tussen migratie en criminaliteit en wat de invloed is van het één op het ander.
Bianchi, Buonanno en Pinotti (2008) onderzochten de empirische relatie tussen immigratie en misdaad in de Italiaanse provincies gedurende de periode 1990-2003. Ze gingen op zoek naar de causale effecten tussen de twee. Ze baseerden zich hiervoor op documenten van de politie 34
om de criminele misdrijven in kaart te brengen, en combineerden die met cijfers omtrent immigratie, zowel wat betreft legale als illegale immigratie. Illegale immigratie bekeken ze aan de hand van de regularisaties die er zijn geweest en die info geven over het aantal illegale immigranten. De onderzoekers concluderen dat het totaal aantal misdrijven en de meeste types van criminaliteit niet gelinkt zijn aan de grootte van de immigrantenpopulatie. Immigratie heeft enkel een invloed op het aantal diefstallen, maar aangezien zij maar een beperkt deel uitmaken van alle misdrijven, is het effect op de algemene misdaad niet significant te noemen. De humanitaire organisatie Caritas en het Agenzia Redattore Sociale werkten in 2009 samen aan een onderzoek dat ook de criminaliteit bij immigranten onder de loep nam (Caritas & Agenzia Redattore Sociale, 2009). Het onderzoek concludeert heel duidelijk dat ondanks ongunstige sociale en normatieve omstandigheden het aandeel van criminaliteit bij (legale) immigranten slechts in beperkte mate hoger is dan bij autochtone Italianen (tussen 1,23% en 1,40% ten opzichte van 0,75%). Indien men rekening houdt met de verschillen in leeftijd is het aandeel gelijk. Het verschil ligt bij de jongeren; het aandeel echter in criminaliteit bij immigranten boven de 40 jaar is zelfs lager dan bij de autochtone Italianen. In het algemeen stelt men dat er geen enkel verband bestaat tussen de groei van de legale immigranten en de groei van de misdaad. Wat betreft illegale immigranten heeft men geen betrouwbare cijfers gevonden over hun invloed op criminaliteit. Toch zijn er redenen om illegalen niet te vereenzelvigen met misdadigers, aangezien van de 4 miljoen buitenlanders die in Italië verblijven, er op zijn minst 2 miljoen zijn die een korte of lange periode illegaal zijn geweest ten gevolge van de complexiteit van de wetgeving en de aantrekkelijkheid van het zwarte circuit.
Het mag duidelijk zijn dat het verband tussen migranten en criminaliteit zeker niet significant mag genoemd worden. Het onderzoek van Bianchi (et al.) toont enig verschil aan wat betreft diefstallen, en dat van Caritas (et al.) geeft slechts een beperkt verschil aan. De overheid gaat tevens voorbij aan andere omstandigheden dan enkel ‘de status van migrant’ die criminaliteit kunnen verklaren, bijvoorbeeld de welig tierende zwarte markt waar velen in werkzaam zijn. ‘Securitisering’ van het migratiebeleid mag niet gebeuren op basis van holle woorden en onjuistheden.
35
4.2 Staat van uitzondering: ingesloten als uitgeslotene
Miggiano bespreekt in zijn artikel hoe illegale immigranten in Italië voortdurend benaderd worden vanuit een ‘staat van uitzondering’, een state of exception waarmee een noodtoestand wordt bedoeld. Dit slaat op het proces van securitisation. Hij gebruikt hierbij het concept, het ‘naakte leven’, van de Italiaanse filosoof Giorgio Agamben. Dit ‘naakte leven’ wordt door Agamben omschreven als de Homo Sacer. Het gaat over een man uit het Romeinse rijk die een bepaalde misdaad heeft gepleegd en hierom uit de maatschappij werd gebannen. Hij is een figure of the archaic Roman law included in the juridical order “solely in the form of his exclusion” (Agamben, 1998, p. 112). Men mag deze man niet doden, maar wie het toch doet zal hierom niet gestraft worden. Hierdoor maakte hij geen deel uit van de maatschappij als politiek wezen, maar enkel als een biologisch wezen. Hij was aldus geen burger, maar leefde onder de burgers. Agamben legt hierbij het filosofische verband met concentratiekampen waar Joden, voordat ze erheen gingen, eerst werden gedenationaliseerd en gedepriveerd van hun politieke status. Agamben stelt dat deze kampen niet werden gecreëerd door de gewone wet, maar ten gevolge van een permanente en gewilde noodtoestand. Het kamp stond buiten de normale juridische rechtsorde, maar was er toch in ingesloten. Het is daarom dat Agamben, in navolging van Hanna Arendt stelt dat in een kamp “alles mogelijk is” (Agamben, 1998, in Miggiano, 2009). Miggiano distilleert hieruit dat Agamben een genealogy of sovereignty beschrijft door middel van noodtoestanden, uitzonderingen, normaliteit en het naakte leven. De illegale immigrant kan beschouwd worden als een homo sacer en ‘securitisering’ als een proces dat langs deze genealogie bestaat. Dit is, aldus Miggiano, een eerste belangrijk kenmerk van securitisation.
De archetypische vorm van de Nazikampen is op geen enkele manier gelijk te stellen aan de maatregelen die Italië heeft genomen op vlak van illegale immigratie. Toch zijn er analogieën te trekken. Bijvoorbeeld als het gaat om het opsluiten van mensen in Centri di Permanenza Temporanea, die nu Centri di identificazione e di espulsione heten. Illegale immigranten die er worden vastgehouden, zijn verdreven uit de maatschappij, maar zitten er wel nog in. Ze bevinden zich eigenlijk in a space of exception, where the sovereign asserts his power over bare life while neglecting a juridical status.
36
De Italiaanse tegenhanger van Artsen Zonder Grenzen ziet ook een duidelijke verandering in de functie van deze centra. Toen in 1990 dit systeem van ‘administratieve detentie’ werd geïnstalleerd, was dit een manier om migranten die het land moesten verlaten te herbergen, met het oog op het verminderen van illegale immigratie. Er was toen niets bestraffend aan dit systeem, maar sinds de maximale opsluitingperiode met de nieuwe wetgeving verlengd is (zie supra), lijkt de originele functie radicaal veranderd te zijn: van een ‘bijzondere’ en tijdelijke beperking van de vrijheid met het oog op uitwijzing, naar een vorm van bestraffing, hoewel er van een strafrechtelijk systeem geen sprake is. De centra bereiken ook helemaal niet meer het doel om illegale immigratie naar omlaag te krijgen, aangezien slechts een fractie van het totale aantal illegale migranten in de centra terecht komt. Het heeft eerder een symbolische functie van opsluiting gekregen. MSF vreest echter dat deze inconsistentie tussen het expliciete en impliciete doel van de centra de weg vrijmaakt voor misbruiken, inefficiënte wijze van handelen en eventuele schendingen van de mensenrechten (Medici Senza Frontiere, 2010). Een space of exception dus, waarvan de controle helemaal is overgeleverd aan de machtshebber. Het is de rechter die beslist of iemand moet worden opgesloten in een CIE. Men kan hier tegen in beroep gaan, maar de uitwijzing kan niet worden ongedaan gemaakt. Als er binnen de 60 dagen (ten tijde van de wet Bossi-Fini) geen repatriëring heeft plaatsgevonden, wordt de illegale immigrant vrijgelaten. Deze moet het grondgebied dan wel binnen de 5 dagen verlaten, anders wordt hij gearresteerd. In de meeste gevallen zal deze persoon ervoor kiezen om illegaal in het land te blijven. Men kan daarom stellen dat de staat deze persoon aanvaardt als homo sacer. Een voorwaarde is natuurlijk wel dat hij onzichtbaar blijft. Dit brengt Miggiano
ertoe
om
tot
een
tweede
belangrijk
kenmerk
te
komen
van
het
‘securitiseringsproces’: Irregulars are inside a border, but still outside the boundaries of citizenship and visibility. In de genoemde centra wordt er een grens getrokken tussen ‘erbij horen’ en ‘er niet bij horen’, tussen het politieke leven en tussen het naakte leven.
Miggiano graaft dieper en vraagt zich verder af waarom illegale immigranten dan uiteindelijk wel in de maatschappij worden toegelaten als bare life. Hij gaat op zoek naar de functies van ‘securitisering’ binnen de grenzen. Hier stelt Miggiano dat the moment of the sovereign is integrated with the moment of exploitation. Dit is een belangrijk uitgangspunt en kan een verklaring bieden voor heel wat fenomenen. Het verband wordt hier gelegd tussen politiek en economie. In Italië heeft men een arbeidscontract nodig om legaal in het land te mogen 37
blijven. Illegalen echter hebben geen contract. Precies dit houdt de migrant in een staat van het ‘naakte leven’ in functie van eigenaren en anderen in een machtsfunctie. Mensen in deze positie komen terecht in uitbuitingssituaties zoals de textielsector, de fruitpluk of prostitutienetwerken. Het is op de angst van mensen om uitgewezen te worden of om gewroken te worden waar deze gewelddadige lokale economieën zich construeren. Samenvattend zegt Miggiano hierover het volgende: A permanent state of exception, produced by securitisation, is functional for a permanent state of exploitation of the irregular on the territory. De migrant mag binnen de grenzen blijven als hij niet alleen onzichtbaar blijft, maar ook, en misschien vooral, productief is. Miggiano legt met deze conclusie de hypocrisie van het migrantenbeleid deels bloot en geeft weer in welke moeilijke situatie illegale immigranten zich bevinden.
Deze dubbele houding ten aanzien van de migranten heeft ernstige gevolgen voor de migranten zelf. Artsen Zonder Grenzen achterhaalde in 2007 de levensomstandigheden van immigranten die werkzaam zijn in de landbouw in Zuid-Italiaanse regio’s (Medici Senza Frontiere, 2008). In totaal werden 600 mensen geïnterviewd (97% mannen); 72% van hen waren illegaal en de overige 28% hadden een verblijfsvergunning voor werkredenen, of omwille van humanitaire redenen en waren vluchteling of hadden asiel aangevraagd. Van de ondervraagden verklaarde 90% dat ze geen arbeidscontract hadden en niet genoten van (sociale) beschermingsmaatregelen op het werk: een enorme uitbuiting die dus ook mensen treft met een verblijfsvergunning. Per dag werkte men ongeveer 8 à 10 uur. De helft verdiende tussen de 26 en de 40 euro per dag; een derde verdiende 25 euro of minder. Van de ondervraagden zei 37% dat er tussen de 3 en de 5 euro van hun dagelijks loon afgenomen werd door de ‘opzichter’ op het terrein. Het doel van migratie is vaak om mensen in het thuisland financieel te ondersteunen, maar 38% van de werknemers die zijn geïnterviewd slaagden er niet in geld op te sturen, omdat ze zelf nauwelijks konden overleven. De ondervraagde illegale migranten leefden in dramatische omstandigheden: 65% onder hen leefden in verlaten gebouwen; 21% moest zijn matras delen met een of meer mensen; 53% sliep op de grond, op een stuk karton of matras; 62% had geen sanitaire voorzieningen; 64% had geen stromend water; in 92% van de gevallen had het huis geen verwarming; 16% ten slotte, zei slachtoffer te zijn geweest van (verbaal en fysiek) geweld. Ammendola et al. (2005) zeggen in een rapport dat geweldplegingen in de Zuidelijke regio’s een structurele aard hebben, te wijten aan de hoge werkloosheid in die streken. 38
Wat betreft de toegang tot medische gezondheidszorg verklaarde 71% van de migranten in het onderzoek van MSF niet in het bezit te zijn van een ‘gezondheidskaart’50 waarmee men beroep kan doen op de gezondheidszorg.
Deze mensonwaardige omstandigheden waar illegale immigranten dagdagelijks mee geconfronteerd worden blijven een hypocritically hidden exposed nerve (MSF, 2008). Nationale en lokale instituties zijn blind voor deze massale vorm van uitbuiting van buitenlandse arbeiders in de landbouwsector, aangezien ze nodig zijn om de lokale economieën te laten floreren. Miggiano zegt hierover dat deze hypocrisie nodig is om de economische zekerheid in bepaalde sectoren, die onlosmakelijk verbonden is met uitsluiting van illegalen, te garanderen: the sense of economic security is bound into a relation of exception with insecurity, since it must produce images of insecurity in order to retain its meaning.
Niet alleen de overheid gaat op een ambigue manier om met illegale migratie. Ook de publieke opinie neemt deze dubbele houding aan; dit blijkt uit een onderzoek van Bordignon en Ceccarini: securitarian fever coexists with the awareness that migrants are necessary for Italians’ wellbeing. (Bordignon & Ceccarini, 2007 in: Paoletti, 2009).
Miggiano legt in zijn artikel ook enkele belangrijke structuren bloot over hoe illegale immigranten in Italië benaderd en behandeld worden. Hij gebruikt hiervoor de theorie van Agamben, maar wendt die aan om het proces van ‘securitisering’ nog meer uit te diepen en toe te passen op de Italiaanse situatie. Zijn analyse leert ons veel over de situatie waarin migranten zich bevinden en geeft ons inzichten mee die ons in staat stellen de migratieproblematiek in Italië ten gronde te analyseren. Tegelijkertijd kunnen ook andere landen onder deze loep worden gehouden.
50
Een Temporary Present Migrant card of Straniero Temporaneamente Presente kan door illegal immigranten aangevraagd worden. Ze hebben hiermee recht op dringende en noodzakelijke medische verzorging.
39
4.3 Veralgemening leidt tot verenging
Liiss Malkki, professor antropologie aan de universiteit van Stanford, schreef in 1996 een belangrijk artikel over vluchtelingen en de wijze waarop zij, door middel van algemene representaties, gereduceerd worden tot speechless emissaries (Malkki, 1996). Door middel van visuele representaties over vluchtelingen vormen mensen een mening en worden die vluchtelingen als gevolg hiervan monddood gemaakt aangezien ze allemaal binnen dezelfde categorie van ‘vluchteling’ horen. Liisa Malkki bestudeert dit ‘algemeen categoriseren’ uitgebreid in haar artikel. Ze stelt dat een belangrijk effect van gebureaucratiseerde humanitaire interventies bij een grote populatie vluchtelingen is, dat men de historiek rond de specifieke omstandigheden van vluchtelingen niet in beschouwing neemt. Mensen worden gedepolitiseerd en vluchtelingen worden op die manier ontdaan van hun specifieke eigenheid en enkel nog algemeen beschouwd als passieve slachtoffers. Er is sprake van een ‘dehistoricisering’, waarbij een context gecreëerd wordt waarin het moeilijk is voor mensen in de categorie ‘vluchtelingen’ om gezien te worden als actieve actoren in plaats van als monddode slachtoffers: “The visual representation of refugees appears to have become a singularly translatable and mobile mode of knowledge about them”. We hebben allemaal een visuele representatie van vluchtelingen die ons denken over hen stuurt, maar die hen de autoriteit om geloofwaardige getuigenissen te geven over de levensomstandigheden waarin ze vertoeven ontneemt. Malkki wil hieraan tegemoet komen, maar gaat verder dan het romantische argument om de mensen “een stem te geven”. Men moet dieper graven wil men komen tot “historicizing humanism that insists on acknowledging not only human suffering, but also narrative authority, historical agency, and political memory”. (Malkki, 1996). Malkki benadrukt dat vluchtelingen actieve actoren zijn die een eigen stem en verhaal hebben dat moet gehoord worden.
Malkki’s visie baseert zich op representaties die mensen maken over vluchtelingen. Haar theorie en inzichten kunnen echter ook aangewend worden met betrekking tot de illegale immigranten die toekomen in Italië. De beelden van zwarte Afrikanen die met boten toekomen en soms letterlijk aanspoelen op de kust van Lampedusa zijn op het netvlies van vele Italianen (en anderen) gebrand. De media spelen hier op in, of zijn zelf de oorzaak van deze visuele representaties. De recente ‘golf van vluchtelingen’ bevestigt de denkbeelden en 40
vooronderstellingen van mensen over illegale immigranten alleen maar meer. Zeker als dit gepaard gaat met de begeleidende uitspraken van beleidsmakers over ‘de komst van een invasie’ of een ‘bijbelse exodus’ (zie supra). Men gaat hier voorbij aan de specifieke situaties van mensen en ‘dehistoriciseert’ hen.
De kritiek die de Italiaanse overheid over zich heen kreeg naar aanleiding van het push-back pact met Libië kadert helemaal in het speechless maken van mensen. Door geen rekening te houden met het non-refoulement principe en bijgevolg de specifieke reden niet te achterhalen waarom mensen de oversteek wagen, ontneemt men mensen quasi letterlijk hun stem. Ook nu weer wordt Frontex ervan beschuldigd niet na te gaan of mensen recht hebben op een asielaanvraag. Hetzelfde kan gezegd worden van de maatregelen die vervat zitten in het pacchetto sicurezza waarbij illegalen van nu af aan ook misdadigers zijn en aldus, volgens de letter van de wet, kunnen behandeld worden. De mensen worden over één kam geschoren en er wordt geen ruimte meer gelaten om deze mensen een stem te geven.
Er kan ook gezegd worden dat deze manier van monddood maken en het generaliseren uiteindelijk vooral dient om controle te krijgen over een bepaald fenomeen, in dit geval de illegale immigratie, en om het probleem beter beheersbaar te kunnen maken. Op deze manier kan de staat zijn macht bestendigen en zichzelf, door middel van het verspreiden van een angstbeeld, legitimeren. Muller (2004) grijpt het concept biopolitics van Foucault aan om dit te verduidelijken. Dit begrip slaat op het proberen controleren en onderwerpen van een bevolking door middel van diverse technieken. Het bestempelen van een vluchteling als een ziek persoon, of als een bedreiging voor de nationale identiteit toont zich in complexe grenscontroles georganiseerd door de staat. Men kan op basis hiervan legitieme van nietlegitieme individuen onderscheiden (Muller, 2004). De ‘politieke subjectiviteit’ van een individu is van weinig belang voor de staat. De migrant is niets meer dan een biologische wezen dat gemanaged dient te worden.
41
4.4 Uitholling van het recht vanuit een state of emergency en een myth of invasion
Italië ligt met zijn migratiebeleid geregeld onder vuur bij humanitaire organisaties en andere instanties. Het beleid balanceert vaak op de spanning tussen ‘verveiliging’ en een steeds verdere uitholling van het recht. Men tast de grenzen af van wat humanitair gezien mogelijk en haalbaar is, maar men kan deze grens niet kritiekloos overschrijden. Getuige hiervan zijn de reactie die kwamen na de installering van het pacchetto sicurezza en het push-back pact met Libië.
Miggiano toonde reeds aan door middel van de theorie van Agamben dat Italië zijn beleid onder andere voert door middel van het in het leven roepen van noodtoestanden, om op basis hiervan het (humanitair) recht met de voeten te treden. Vanuit het creëren van een state of exception, die kan gezien worden als een state of emergency, weet de overheid zijn acties te legitimeren. Italië heeft al enkele keren de noodtoestand uitgeroepen met betrekking tot de toevloed van illegale immigranten. Dit gebeurde onder andere in 2008 naar aanleiding van the persistent and extraordinary influx of non-EU citizens. De overheid kan de noodtoestand uitroepen op basis van artikel 5 van wet nr. 125/199251 (Merlino, 2009). Het hoeft niet te verbazen dat Italië dit ook deed naar aanleiding van de toestroom van vluchtelingen op Lampedusa. In februari riep minister Maroni de noodtoestand uit, ten gevolge van de aankomst van 5.000 Tunesische immigranten op het eiland52. Deze maatregel werd genomen, aangezien men vreesde dat terroristen of andere criminelen op deze wijze het land zouden binnenkomen. De overheid gaf zichzelf dus een vrijgeleide om kordaat en met de nodige maatregelen op te treden. De minister van Binnenlandse Zaken Maroni, spreekt nu over een ‘invasie’ van vluchtelingen (zie supra), maar dit deed de toenmalige minister, Giuseppe Pisanu, in 2004 ook al eens naar aanleiding van de 1000 migranten die toen ‘landden’ op Lampedusa (Paoletti,
51
Wet 225/1992: Istituzione del Servizio nazionale della protezione civile. Zie website: http://www.protezionecivile.it/cms/attach/editor/225_1992.pdf 52 The Telegraph (2001, 13 februari). Italy declares state of emergency over influx of 5,000 Tunisian immigrants.
42
2009). Het creëren van een myth of invasion bleek ook toen reeds een handig middel te zijn om de media en de publieke opinie te bespelen. Zoals Hein De Haas al aangaf, is er van een invasie helemaal geen sprake. Dit zegt ook Melita Sunjic, woordvoerster van UNHCR. Europa hoeft geen schrik te hebben voor een massale overrompeling. Sinds januari 2011 hebben bijvoorbeeld nog maar 17 Tunesiërs asiel aangevraagd in België (MO*, 3 mei 2011). Het zijn vooral Egypte en Tunesië die te lijden hebben onder vluchtelingenstromen: ongeveer 88% van alle mensen die Libië ontvluchten komen aan hun grenzen toe (Hein De Haas, 13 april 2011). De Haas noemt onze lasten slechts een tiny refugee burden in vergelijking met wat andere landen te verwerken krijgen.
De myth of invasion bracht Italië er uiteindelijk toe om tijdelijke verblijfsvergunningen uit te delen aan vluchtelingen uit Tunesië. Hiermee kunnen vluchtelingen zich drie maanden in de Schengenzone begeven53. Deze crisispolitiek van Italië was erg tegen de zin van andere Europese lidstaten, en dan vooral van Frankrijk. Heel wat Tunesiërs geven namelijk aan naar Frankrijk te willen gaan, aangezien velen onder hen daar familie hebben wonen.
Fabrizio Gatti, een journalist van de Italiaanse krant l’Espresso, sloot zich undercover aan bij enkele van deze vluchtelingen54. Op een gegeven moment werd hij zelfs, wanneer ze in Frankrijk waren aangekomen, aangehouden door de Franse politie. De Italiaanse carabinieri hadden in het station van Ventimiglia helemaal niet proberen voorkomen dat de vluchtelingen op de trein stapten naar Frankrijk. Het was duidelijk te zien hoe aan de Italiaanse kant van de grens niemand stond om hen te verhinderen over te steken, hoewel er aan de Franse kant wel agenten stonden. Tunesiërs vertelden dat Italiaanse functionarissen hen hadden aangeraden asiel aan te vragen (en een tijdelijke verblijfsvergunning te krijgen) in een centrum voor vluchtelingen (CARA). Aangezien dit open centra zijn kunnen de migranten hier gemakkelijk uit ontsnappen.
Italië koos voor de gemakkelijkste oplossing door mensen een verblijfsvergunning te geven en hiermee te bewerkstelligen dat de Tunesische vluchtelingen naar Frankrijk gaan. Naast het
53 54
Roox, I. (2011, 18 april). ‘Italië kan dit alleen’. De Standaard. Gatti, F. (2011, 4 april). Dove va chi scappa da Manduria. L’ Espresso.
43
feit dat dit wederom de lacunes blootlegt in het Europese migratiebeleid, toont het ook de onmacht, de debolezza, zoals Gatti het zegt, van premier Berlusconi aan. Hij slaagde er niet in een humanitaire crisis op het eiland te vermijden. Amnesty International spreekt over de gebrekkige steun die gegeven wordt aan zij die vanuit Noord-Afrika toekomen, en over het feit dat vele mensen de nacht op straat moeten doorbrengen of in zelfgemaakte tenten..De overheid zette zelf geen tenten op om de mensen die niet in de centra terecht konden, in onder te brengen. De meerderheid heeft ook geen toegang tot sanitaire voorzieningen en kunnen hiervoor alleen op straat terecht. Indien de Italiaanse autoriteiten de crisis beter hadden aangepakt en mensen sneller hadden doorgestuurd naar het eiland Sicilië en andere regio’s in Italië, dan was deze humanitaire noodtoestand vermeden. De meeste buitenlanders konden ook geen informatie verkrijgen over de asielprocedures. Amnesty International roept daarom op het recht op asielaanvraag te respecteren en ook het non-refoulement principe na te leven (Amnesty International, 2011).
44
Besluit
Het proces van ‘securitisering’ is in Italië, toch wat betreft de migratieproblematiek, enorm doorgedrongen. Dit uit zich in talloze praktijken waar men vooral vanuit humanitaire hoek scherpe kritiek op geeft. Deze masterproef heeft willen aantonen welke de oorzaken zijn waarom Italië zo’n strikt beleid voert dat voornamelijk gebaseerd is op het vrijwaren van de binnenlandse veiligheid en in se gestoeld is op de angst voor de ‘ander’. Dit komt nog het meest naar voren in het pacchetto sicurezza, waar de notie van veiligheid helemaal in vervat zit. De bestempeling van illegale immigranten als misdadigers creëert een sfeer van wantrouwen en het is tevens een uiting van onmacht om met het fenomeen van illegale migratie om te gaan. Securitisering’ als ideologische rationaliteit bij het construeren van het migratiebeleid blijkt trouwens slechts aan symptoombestrijding te doen. Het is een scherm waarachter beleidsmakers zich verschuilen om de echte oorzaken en problemen niet te hoeven of te willen zien. Dit is dan ook de fundamentele kritiek van humanitaire organisaties op de Italiaanse overheid: de kortzichtige verenging van welbepaalde problemen tot een probleem van veiligheid. Tegelijkertijd is het beleid ook heel hypocriet. Het pretendeert een afschrikmiddel te zijn voor illegalen om Italië binnen te komen, maar zet de deuren – figuurlijk - wagenwijd open voor illegale arbeiders om aan de slag te gaan in het zwarte circuit van de landbouwsector. Italië is bij de top vijf van grootste producent van tomaten in de wereld, maar zou deze positie nooit kunnen handhaven zonder de arbeid van vele illegale immigranten die tegen een hongerloon het zware werk komen opknappen. Het is Miggiano die er ons op wijst dat de Italiaanse overheid deze dubbele houding moet aanhouden om de economische stabiliteit van het land in bepaalde sectoren te blijven verzekeren. Het is in feite pervers om te zien hoe Italië deze mensen misdadigers durft te noemen. Net omdat er zo weinig wordt opgetreden tegen dit illegale arbeidscircuit, kan een cynicus vermoeden dat Italië bewust een streng migratiebeleid op poten zet om het migranten moeilijk te maken een legale status te bekomen en hen aldus in de illegaliteit te laten werken. Dit zou op zijn beurt net meer illegale immigranten aantrekken. Een omgekeerd effect dus dan wat officieel wordt beoogd. 45
Europa speelt ook een rol bij de ‘securitisering’ van het Italiaanse migratiebeleid. De overrompeling van vluchtelingen op Lampedusa maakt schrijnend duidelijk dat er van een globaal Europees migratiebeleid niet in het minst sprake is. De tegenstrijdige houding van Italië kan ook aan Europa verweten worden. Een echte oplossing van het probleem kan zich situeren in het toestaan van legale arbeidsmigratie. Tegelijk moet er werk gemaakt worden van een algemeen Europees migratiebeleid dat een humanitair kader schept waarbinnen landen hun beleid kunnen vormgeven, binnen heel scherp omlijnde grenzen die niet overschreden mogen worden. Het ‘verveiligen’ van de migratieproblematiek zoals dit in Italië het geval is, kan nooit een oplossing zijn voor de aanpak van problemen die gepaard gaan met immigratie. Daarvoor vertrekt men te veel vanuit een angstige houding die te veel ruimte laat voor maatregelen die indruisen tegen de rechten van de mens. Het gevaar bestaat dat het debat omtrent migratie gesteund is op onjuiste informatie die polarisering bij de bevolking in de hand werkt. De te grote nadruk op veiligheid in het migratiedebat zou plaats moeten maken voor een eerlijker, maar daarom zeker niet naïever debat, zonder overdrijvingen en veralgemeningen, zodat het migratiebeleid in de toekomst toe meer benaderd wordt vanuit het mensenrechtendiscours. Men mag hopen dat men de huidige vluchtelingencrisis op Lampedusa, in Italië en Europa aangrijpt om dit debat ten gronde te voeren en dat het vrijwaren van de fundamentele rechten van de mens als rode draad in deze discussies mag lopen. Het ziet er echter niet naar uit dat er ingrijpende veranderingen in de nabije toekomst op komst zijn.
46
Bibliografie Boeken, wetenschappelijke artikels en rapporten Agamben, G. (1998). Homo sacer: Sovereign Power and Bare Life. Stanford California 1998: Stanford University Press.
Ammendola, F., C., Forti, O., Garavini, S., Pittau, F., & Ricci, A. (2005). Irregular migration in Italy. Rome: European Migration Network. Amnesty International (2010). Seeking safety, finding fear. Refugees, asylum-seekers and migrants in Libya and Malta. London: Amnesty International. Amnesty
International
(2011).
Italy:
Amnesty
International
findings
and
recommendations to the Italian authorities following the research visit to Lampedusa andMineo. London: Amnesty International. Amnesty International. (2009). La situazione dei diritti umani nel mondo. Torino: EGA Editore. Angelescu, I. (2008). All New Migration Debates Commence in Rome: New Developments in the Securitization of Migration in the EU. New York: EU Monitoring and Advocacy Program. Baldwin-Edwards, M. (2004). Mediterranean migrations: regionalisms versus globalization. Finisterra 39 (77), 9-20.
Bartolo, G. D. (2007). Immigration in Italy: The Great Emergency . Calabria: Department of Economics and Statistics. Bianchi, M., Buonanno, P., & Pinotti, P. (2008). Temi di discussione (nr. 698). Immigration and crime: an empirical analysis. Rome: Banca d' Italia.
Boca, D. D., & Venturini, A. (2003). Italian Migration. Bonn: Institute for the Study of Labor. Bonifazi, C., Heins, F., Strozza, S., & Vitiello, M. (2009). Italy:The Italian transition from an emigration to immigration country. Warszawa: IDEA. 47
Boswell, C. (2007). The Securitisation of Migration: A Risky Strategy for European States. Copenhagen: Danish institute for international studies. Buzan, B., Waever, O., & de Wilde, J. (1998). Security: a new framework for analysis. Colorado: Lynne Rienner Publishers. Caritas & Agenzia Redattore Sociale (2009). La criminalità degli immigrati: dati, interpretazioni e pregiudizi. Rome: Caritas – Agenzia Redattore Sociale.
Caritas. (2010). Dossier Statistico Immigrazione Caritas-Migrantes. Roma: Caritas. Cesareo, V. (2009). The Fourteenth Italian Report on Migrations 2008. Milaan: Polimetrica. Concetta Chiuri, M., De Arcangelis, G., Maria D’Uggento, A., & Ferri, G. (2004). Illegal Immigration into Italy: Evidence from a field survey. Fisciano: Centre for Studies in Economics and Finance.
D’ Orsi, L. (2010). The "Pacchetto Sicurezza" and the process of ethnogenesis. Rome: University of Rome. De Haas, H. (2011, 13 april). Europe’s tiny refugee burden: Putting the Lybian migration crisis into perspective. Gevonden op:http://heindehaas.blogspot.com/2011/04/europestiny-refugee-burden-putting.html De Haas, H. (2011, 30 maart). The 1.5 million migrants lie: How Gaddafi, Europe and Frontex invented the migration invasion. Gevonden op: http://heindehaas.blogspot.com/2011/03/15million-lie-how-europe-gaddafi-and.html
Demos. (2011). La sicurezza in Italia - Significati, immagine e realtà. Bologna: Fondazione Unipolis. Europese Commissie. (2008). The FRONTEX Agency: evaluation and future development. Brussel: Europese Commissie.
Fasani, F. (2008). Undocumented Migration: Counting the Uncountable. Data and Trends across Europe. Hamburg: Hamburg Institute of International Economics. Gibney, M. J., & Hansen, R. (2005). Immigration and Asylum: From 1900 to the present. Santa Barbara: ABC-CLIO. 48
GMF. (2009). Transatlantic Trends: Immigration. Washington: GMF. Guild, E., Carrera , S., & Balzacq, T. (2008). The Changing Dynamics of Security in an Enlarged European Union. Challenge Paper No. 12. House of Commons. (2010). Fifteenth report of session 2009-10. London: The Stationery Office.
Human Rights Watch. (2009). Pushed Back, Pushed Around: Italy’s Forced Return of Boat Migrants and Asylum Seekers, Libya’s Mistreatment of Migrants and Asylum Seekers. NewYork: Human Rights Watch. Human Rights Watch. (2010). Libya: Do Not Deport Eritreans. NewYork: Human Rights Watch. Huysmans, J. (2000). The European Union and the Securitization of Migration. Journal of Common Market Studies, 38 (5), 751-777. Malkki,
L.
(1996).
Speechless
Emissaries:
Refugees,
Humanitarianism,
and
Dehistoricization. Cultural Anthropology. Vol. 11. Nr.3. Pg. 377-404 Medici Senza Frontiere (2008). A season in Hell. MSF Report on the Conditions of Migrants employed in the Agricultural Sector in Southern Italy. Rome: MSF. Medici Senza Frontiere (2010). Over the wall. A tour of Italy’s migrant centres. Rome: MSF.
Merlino, M. (2009). The Italian (In)Security Package. Security vs. Rule of Law and Fundamental Rights in the EU. Brussels: CEPS CHALLENGE. Miggiano, L. (2009). States of exception: securitisation and irregular migration in the Mediterranean. Research Paper No. 177. Genève: UNHCR. Monar, J. (2010). The Institutional Dimension of the European Union's Area of Freedom, Security and Justice. Brussel: Peter Lang.
Morcellini, M. (2009). Ricerca Nazionale su immigrazione e asilo nei media italiani. Roma: Sapienza Università di Roma. Muller, B. (2004). Globalization, Security, Paradox: Towards a Refugee Biopolitics. Refuge: Canada's Periodical on Refugees 22(1), pp. 49-57. 49
Nozza, V. (2009). Conta più l' efficienza che la vita degli immigrati. Famiglia Cristiana , 38. Paoletti, E. (2009). A critical analysis of migration policies in the mediterranean: The case of Italy, Libya and the EU. Oxford: University of Oxford.
Phillips, L. (2010, augustus 3). 50% drop in EU irregular migrant border crossings after ItalyLibya pact. EUobserver . Ryan, B., & Mitsilegas, V. (2010). Extraterritorial immigration control: legal challenges. Leiden: Martinus Nijhoff Publishers.
Tondini, M. (2010). Fishers of Men? The Interception of Migrants in the Mediterranean Sea and Their Forced Return to Libya. Amsterdam: INEX. Triandafyllidou, A. (2010). Irregular migration in Europe: myths and realities . Farnham: Ashgate Publishing Company.
UNHCR. (2003). Refugee protection in international law: the scope and content of the principle of non-refoulement: opinion. Geneva: UNHCR. UNHCR. (2009). Refugee protection and international migration: a review of UNHCR's operational role in southern Italy. Geneva: UNHCR. Van Dijck, D. (2005). Het asielbeleid van de Europese Unie: een veiligheidskwestie? Antwerpen: Universiteit Antwerpen. Van Dijck, D. (2006). Is the EU policy on illegal immigration securitized? Yes Of Course! Antwerpen: Universiteit Antwerpen. Vogel, D. (2009). Size and Development of Irregular Migration to the EU. Hamburg: Comparative Policy brief CLANDESTINO project. Wæver, O. (2004). New 'Schools' in Security Theory and their Origins between Core and Periphery. Copenhagen: University of Copenhagen.
50
Krantenartikels
Corriere Della Sera (2010, 5 juli). L'allarme di Maroni: “E' Malpensa la nuova frontiera dell'immigrazione”. Corriere Della Sera. Corriere della Sera (2011, 26 februari). “Sospeso il trattato Italia-Libia”. Correre Della Sera. De Morgen. (2010, 5 april). “EU-landen moeten vluchtelingen onder elkaar verdelen”. De Morgen. De Standaard (2011, 2 maart). Libië geschorst als lid VN-Mensenrechtenraad. De Standaard. De Standaard. (2010, 25 augustus). Frankrijk gaat door met ontmanteling Romakampen. De Standaard. Der Spiegel. (2011, 14 februari. Thousands of Tunisians Arrive in Italy. Der Spiegel. Euronews. (2011, 23 februari). Italy’s immigration EU rescue call. Euronews. Gatti, F. (2011, 4 april). Dove va chi scappa da Manduria. L’ Espresso. Hooper, J. (2010, 9 januari). Racial violence continues in Italy as four migrant workers wounded in shootings. The Guardian. Kington, T. (2011, 31 maart). Italy hits out at neighbours over north African migrant influx. The Guardian. l ’Unita (2009,4 december). Immigrazione: I medici non devono segnalare clandestine. l’ Unita. La Repubblica (2009, 2 juli). Il pacchetto sicurezza diventa legge. Sì alle ronde, la clandestinità è reato. La Repubblica. La Repubblica (2009, 9 mei). Berlusconi: “Sì ai rimpatri, non apriremo le porte a tutti”. La Repubblica.
51
La Repubblica (2010, 9 januari). Spunta l'ipotesi 'ndrangheta dietro le violenze di Rosarno. La Repubblica. La Repubblica (2011, 19 februari). Libia, la repressione fa più di 100 morti. Berlusconi: "Non disturbo Gheddafi". La Repubblica. MO* (2011, 1 maart). Frontex draait overuren op Lampedusa. MO*. MO* (2011, 3 mei). 'Europa wordt niet overspoeld door migranten'. MO*. Roox, I. (2010, 9 januari). Zware rassenrellen in Calabrië. De Standaard. Roox, I. (2011, 18 april). ‘Italië kan dit alleen’. De Standaard. The Telegraph (2001, 13 februari). Italy declares state of emergency over influx of 5,000 Tunisian immigrants. The Telegraph.
52