Ruimtelijke kwaliteit kazerneterrein Ede Oost/West
Verslag van de DGR-workshop op 1 juni 2004
Peter Dauvellier (Dauvellier Planadvies)
Deelnemers Mans Jansen Menno Kuiper Pauline vd Broeke Rudi van Etteger Bjorn Hondelink Maarten van Arkel
Augustus 2004
Doel Het doel van de workshop is specifieke eisen voor de ontwikkeling van de ruimtelijke kwaliteit van de betreffende terreinen te formuleren. Deze kwaliteitseisen kunnen een bouwsteen gaan vormen voor het op te stellen rijksstandpunt en voor de doorwerking daarvan in de regionale projectgroepen. Methode van werken Ruimtelijke kwaliteit is het resultaat van een meer of minder gepland proces van ruimtelijke ontwikkeling. In dat proces worden vier fasen onderscheiden. De initiatieffase, de planfase, de uitvoeringsfase en de gebruiks-/beheersfase. Bij het concretiseren van ruimtelijke kwaliteit zouden we idealiter al deze fasen moeten ‘doorlopen’. Nog niet in werkelijkheid, maar in gedachten, in geschriften en in de beeldvorming. We moeten vooruit denken naar wat we willen bereiken. In iedere fase focussen we volledig op de inhoud. We zijn dus zeer selectief. We laten ons niet meeslepen door het proces (procedures), de instrumenten (geld), de besluitvorming (macht), die zo vaak dominant zijn in een planvormingsproces. In ons selectieve denkproces schakelen we die aspecten tijdelijk uit. Daardoor komt kwaliteit, die vaak in de verdrukking zit (want: ‘vaag’, ‘subjectief’, ‘discutabel’, ‘ingewikkeld’) optimaal tot zijn recht. Dit proces leidt ons niet naar een een kant en klaar plan. Wel levert het een toetsingskader voor de kwaliteit van toekomstige plannen. In de workshop wordt de volgende werkwijze gehanteerd: Kwaliteitsprofielen opstellen (Initiatieffase; stappen 1 t/m 3): Met behulp van de ‘Habiforummatrix’ worden inhoudelijke doelstellingen vertaald in na te streven kwaliteiten. De deelnemers noteren deze kwaliteiten op post-it-stickers en plakken die op vier flip-over vellen, respectievelijk getiteld: economisch belang, sociaal belang, ecologisch belang en cultureel belang. Daarna worden de kwaliteiten door de deelnemers geclusterd tot per belang 3 a 4 ‘kwaliteitsthema’s’ ontstaan. De gehele groep bespreekt deze clusters, waarna ieder een drietal voorkeursthema’s aangeeft. Dit 1
zijn de kwaliteitsthema’s die men voor de toekomst van het gebied (ca 2030) het belangrijkste vindt. Ook wordt aangegeven welke drie kwaliteitsthema’s men het meest kwetsbaar acht. Door deze accentuering wordt het kwaliteitsprofiel van het gebied gevormd. Structuurbeelden schetsen (Visiefase; stap 4) In deze stap worden de kwaliteitsprofielen vertaald naar concrete ruimtelijke structuren. Welke ruimtelijke elementen en structuren zijn essentieel voor het behouden of ontwikkelen van een kwaliteitsthema in dit gebied? Je zou het ook ‘potentiekaarten’ voor ruimtelijke kwaliteit kunnen noemen. Of een zelfde manier kunnen ook de kwetsbaarheden op kaart worden aangegeven. Mogelijke interventies aangeven (Uitvoeringsfase; stappen 5 en 6) Op basis van inzicht in lopende ruimtelijke ontwikkelingen en plannen wordt aangegeven hoe ruimtelijke kwaliteit kan worden gestimuleerd. Welke interventies zijn daarbij nodig? Wat kan het Rijk daar zelf aan doen? Hoe kan men kwaliteitseisen ‘hard maken’?
Kwaliteitsprofielen Programma
stap 1t/m 3 Kwaliteitseisen en interventies stap 5 en 6
Structuurbeelden stap 4
9.15 Introductie - Aanleiding / doel - Stand van zaken planvorming - Aangrijpingspunten: Nota Ruimte - Werkwijze stappen 10.00 Stap 1 De kwaliteitsprofielen van de Kazerneterrein Ede-oost en west 11.00 Stap 2 Dwarsverbanden - belangen en schaalniveaus 11.45 Stap 3 Prioriteiten en kwetsbaarheden - kansen en risico’s 12.30 lunch 13.30 Stap 4 Cruciale ruimtelijke elementen - plek , structuur en vorm 14.30 Stap 5 Kwaliteitseisen - maat en getal 15.30 Stap 6 Rijksinterventies - prikkels en labels 16.30 Afsluiting - Terugblik en vooruitblik 2
Kwaliteitsprofielen In bijlage 1 zijn de resultaten van stap 1 integraal weergegeven. In het economisch profiel wordt de locatie hoog gewaardeerd vanwege de goede bereikbaarheid via openbaar vervoer en via de weg (A12). Bovendien heeft de groene omgeving een grote aantrekkingskracht (’magneet’). Het is een toplocatie voor wonen en werken. Voor Ede zou het een nieuwe impuls kunnen geven aan de centrumvoorzieningen. Functiecombinaties van wonen, werken en voorzieningen zijn hier goed mogelijk. Gebruiks- en belevingswaarden dus volop, maar de toekomstwaarden baren zorgen. Een gevaar is dat de vernieuwing op deze plek te snel gaat, met grote contingenten. Een meer organische groei zou de voorkeur verdienen, zodat kwaliteit zich in relatie met de omgeving kan gaan ontwikkelen. In het sociale profiel wordt vooral de toegankelijkheid en ruimtelijke keuzemogelijkheden benadrukt. Van deze mooie plek zouden veel mensen moeten kunnen genieten. Geen goudkust dus en veel openbare ruimte. Met name de toegang vanuit Ede naar het bos- en heidegebied moet verzekerd worden. Verder is er aandacht nodig voor de vormgeving (‘uiterlijkheden’) en voor de sociale veiligheid. Bij dit laatste ontstaan verbeterkansen bij het station-Ede door aansluiting te zoeken bij de kazerneterreinen. In het ecologische profiel worden de kansen voor ontwikkelen van contrasten tussen stad en natuur gewaardeerd. Er zou een geleidelijke overgang van rood naar groen kunnen ontstaan. De bossen aan de oostzijde van Ede zijn aangelegd en hebben momenteel niet de hoge kwaliteit van de aangrenzende heidegebieden. ‘Topnatuur’ wordt hier dan ook als een kwetsbaar, misschien wel onhaalbare ambitie gezien. Toch worden er groeipotenties voor de natuur gezien door bij de nieuwe bestemming en inrichting de ecologische structuur te versterken en meer ecologische diversiteit te ontwikkelen. De ‘restanten’ van de kazernes kunnen daaraan mogelijk bijdragen (ruïnes, puin). Ook in het culturele profiel wordt het versterken van het contrast tussen stad/cultuur en natuur als een belangrijke kwaliteit gezien. Wonen met de voortuin in de stad, met de achtertuin op de Veluwe levert een hoge belevingswaarde op. De herontwikkeling van de terreinen kan een impuls van culturele vernieuwing geven aan toekomst 3
van Ede. Culturele verscheidenheid en cultureel erfgoed zijn kwetsbare kwaliteiten die daarbij aandacht verdienen. Prioriteiten (stap 2 en 3) De aantrekkelijke mogelijkheden voor wonen en werken op de locatie van het kazerneterrein worden verreweg als meest belangrijke kwaliteit aangemerkt. Deze ontwikkeling kan voor Ede en voor de regio belangrijk zijn. Werken nabij het station en voorzieningen in het centrum van Ede krijgen een nieuwe impuls. Daarnaast kan relatie tussen stad en natuur worden verbeterd. Structuurbeelden (stap 4) Op basis van de kwaliteitsprofielen worden twee structuurbeelden geschetst. De economische kwaliteiten voor wonen en werken zijn uitgangspunt voor beide beelden. Het eerste beeld legt een extra accent op de ecologische potenties van het gebied. Het tweede beeld benadrukt de culturele kwaliteiten van de plek. In beide beelden wordt aandacht besteed aan de kwetsbare sociale kwaliteiten.
Structuurbeeld 1
Structuurbeeld 1 Het formaat van de Veluwe is een unieke kwaliteit van nationaal niveau. De bossen grenzend aan de stad zijn op zich niet van hoge kwaliteit, maar de lanen en het landgoed zijn dat wel. Ook de overgang van bos naar heide is een bijzondere kwaliteit. Verder is de infrastructuur en de stationsomgeving een stedelijke kwaliteit. De villabebouwing op de rand van Veluwe en Vallei is een kwaliteit om te koesteren en op voort te bouwen. In economisch opzicht is de identiteit van Ede niet die van een toplocatie door het ontbreken van hoogwaardige bedrijvigheid. Ede heeft zich snel en grootschalig ontwikkeld in westelijke richting, en vertoont daarbij bouwvormen die aan grote steden doen denken. De (psychologische) relatie tussen de stad en de Veluwe is daardoor steeds meer verstoord geraakt. De kazerneterreinen vormen op dit moment in oost-west-richting een barrière voor recreant en natuur. De infrastructuurbundel vormt een barriëre voor (ecologische )verbindingen in noord-zuid-richting en levert geluidsbelasting voor de directe omgeving. Bij de ontwikkeling van het kazerneterrein zou ook het stationsgebied moeten worden betrokken. Zowel in rood als in groen wordt gestreefd naar een grote ruimtelijke verscheidenheid. Rond het 4
Structuurbeeld 2
station worden de hoogste dichtheden aan wonen en werken gerealiseerd (1). Daarop aansluitend ontstaat een gebied met goedkopere woningen (2) in middelhoge dichtheden. Aan de noordzijde wordt ruim groen wonen (3) gerealiseerd, aansluitend op de bestaande villawijkjes. Tussen de bebouwde gebieden door worden brede groene corridors ontworpen als verbinding tussen natuur en stad. De grootschalige natuur van de Veluwe (Edelhert) strekt zich uit tot de spoorlijn. Tussen de stad en de natuur worden overgangsgebieden ontwikkeld met een mix van natuur en cultuur: een parkbosgebied (Damhert) aan de noordkant en zuidelijk daarvan een landgoedachtig gebied (paarden en zwanen). De ontsluiting van de bouwlocatie vindt plaats via een nieuwe verbinding naar de aansluiting van de A-12 en de N781. De N224 wordt in oostelijke richting ‘geknipt’ om ecologische verbindingen te versterken. Structuurbeeld 2 Ede ligt in regionaal verband ingeklemd tussen de Veluwe en de Gelderse Vallei. De oostwest lopende infrastructuur doorkruist deze groengebieden. Langs deze infrastructuur bestaan hoge potenties voor ontwikkeling van bedrijventerreinen. Met name de verbindingszone van de Gelderse Vallei dreigt daardoor verstopt te raken. Van Ede via Bennekom naar Wageningen loopt een ‘culturele as’ met ontwikkelingspotentieel. Met name het gebied rond het station heeft goede mogelijkheden voor wonen en werken. Door deze stationslocatie te ontwikkelen kan een nieuwe impuls worden gegeven aan de regio. Een aantal onderdelen van de Landbouwuniversiteit Wageningen met een hoge bezoekersdichtheid zou zich hier kunnen vestigen. Ook studentenwoningen, kantoren en culturele voorzieningen kunnen zich in de stationsomgeving ontwikkelen. Daartoe zou een deel van het kazerneterrein, maar ook het Akzo-terrein kunnen worden gebruikt. Voor de overige kazerneterreinen wordt in dit structuurbeeld gedacht aan gestapeld bouwen (4-6 hoog), waardoor het maaiveld maximaal groen en 5
openbaar toegankelijk kan zijn. Daardoor ontstaan voor natuur en recreant open verbindingen in oostwest-richting.
Harde kwaliteiten (stap 5 en 6) Welke kwaliteiten kan en wil VROM nu hard maken?
Kwaliteit en beleidstitel
Plek - maat - vorm
Natuurontwikkeling titels: - EHS - Nat. Landschap - eigenaar
- diversiteit ecotopen - contrasten open/besloten - contrasten cultuur/natuur
Toegankelijkheid verbeteren titels: - eigenaar - nat. landschap
- voor Edenaren groene doorgangen maken naar bos/hei - voor Randstedelingen: transferium OV-langzaam ver keer
Benutten stationslocatie titels: - eigenaar - Nota Ruimte ? - Nota Mobiliteit?
Bestaande structuren als aanleiding voor ontwerp gebruiken: parkjes, lanen
- woon/werklocaties - hoge floor/space index bij station - frontoffice Wageningse Universiteit: - kennisinstellingen - algemene functies - vergaderlocatie - Aula
Dubbelgroen wonen: Greenway+Veluwe - eigenaar
Optimaal benutten groene randen: - grote randlengte creëren - hoge dichtheid - groene dooradering - gestapeld bouwen - geen tuinen Tip: gemengde prijsklassen en leeftijdsklassen
Monumentale gebouwen behouden: herbestemmen en/of zelf ontwikkelen. - eigenaar - Nota Belvedere
Interessetoets bij: - RGD - andere overheidsinstellingen Zelf ontwikkelen met het oog op verevening binnen de directe omgeving (groene functies), of tussen diverse te verkopen militaire terreinen onderling.
Overige gebouwen - eigenaar
Check op cultuurhistorische behoudenswaardigheid
Geen nieuwe aantakking op A12 - Nota Mobiliteit: afslagen verminderen
Woon-werkgebied Ede Oost ontsluiten via “Hoekelumse haak”
Knippen N224 - EHS - Nat. Landschap - Ontsnippering NMP4
Bij de schaapskooi weg afsluiten voor gemotoriseerd verkeer.
6
Bijlage 1 Kwaliteitsprofielen We maken gebruik van de ‘Habiforummatrix’ om kwaliteiten van de thet gebied die belangrijk zijn voor het Rijksbeleid in beeld te brengen, en vervolgens te clusteren tot ‘kwaliteitsthema’s’.
Gebruiks waarde
Belevings waarde
Toekomst waarde
Economisch belang
Sociaal belang
Ecologisch belang
Cultureel belang
Allocatie efficiëntie
Toegang
Externe veiligheid
Keuzevrijheid
Bereikbaarheid
Eerlijke verdeling
Schoon milieu
Culturele verscheiden heid
Stimulerende effecten
Inbreng
Water in balans
Gecombineerd gebruik
Keuzemogelijkheden
Ecologische structuur
Imago/uitstraling
Gelijkwaardigheid
Rust en ruimte
Aantrekkelijkheid
Verbondenheid
Schoonheid der natuur Schoonheid der cultuur
Sociale veiligheid
Gezonde leefomgeving Contrastrijke omgeving
Eigenheid
Stabiliteit en flexibiliteit Iedereen aan boord
Ecologische voorraden
Erfgoed
Agglomeratie
Gezonde ecosystemen
Integratie
Sociaal draagvlak
Gebundelde aantrekke lijkheid Vrij naar: Hooimeijer Pieter Henk Kroon en Joke Luttik () Kwaliteit in meervoud; Conceptualisering en opera tionalisering van ruimtelijke kwaliteit voor meervoudig ruimtegebruik Habiforum Gouda
Culturele vernieuwing
De lichte kleuren geven de verschillende waarden aan: gebruikswaarde belevingswaarde toekomstwaarde De beoordeling door de deelnemers wordt als volgt weergegeven: belangrijk kwetsbaar 7
Economisch profiel TOP!
OV en A12 Goede bereikbaarheid
Topwonen bereikbaar HSL op Utrecht/Arnhem Topwerklocatie Meer klanten voor centrumvoorzieningen Agglomeratie wonene/werken
OV-bereikbaarheid Zeer goed OV-ontsloten locatie Bereikbaarheid
Stabiel en flexibel
Magneet
Organische groei ipv explosieve groei (met grote contingenten)
?
Aantrekkelijkheid Aantrekkelijkheid wo/we + groen nabij stden Aantrekkelijk vestigingsklimaat Mooi uitloopgebied Een plek die door militaire historie en ligging aan Veluwe een goed imago
Combineren Gebundelde aantrekkelijkheid Functiecombinaties (2x) Gecombineerd gebruik
Imago/uitstraling Aantrekkelijke omgeving Stimulerende effecten: universiteit, kantoor, woonmilieu 8
Sociaal profiel Toegankelijkheid Toegankelijkheid
Uiterlijkheden Toegang tussen Ede en bos en heide
Inbreng nieuwe functies
Toegankelijk maken verboden gebied
Dorps karakter
Verbondenheid tussen Ede en bos en heide
Oud en nieuw combineren Evenwichtigheid
Veiligheid Sociale veiligheid
Sociale veiligheid station vergroten door aansluiten op dit gebied
Eerlijk delen Toeeigenen verboden terrein Keuzemogelijkhedenterrein
Sociaal eerlijk delen deze mooie plek Iedereen aan boord: wonen divers Geen goudkust
9
Ecologisch profiel Groeipotenties
Schoon Schoon milieu
Voorraad
Schoon
Ecologische structuur
Externe veiligheid
Ecologische structuur stad in ruïnes veel puin als grondstof/substraat
∂∂ ∂∂
Contrast stadnatuur
? ∂∂
Gradiënt stad-natuur
Topnatuur?
Rood/groen patchwork
Bos moet meer natuurkwaliteit krijgen
Bewaar en bewonder de schoonheid van aangrenzend bos
Schoonheid der natuur
Natuur+stad
Rust en groen
10
Cultureel profiel Culturele vernieuwing
Contrast stad en natuur
Culturele vernieuwing 4x)
Contrastrijke omgeving 3x
Culturele vernieuwing Ede in de vaart der volkeren
Contrast stad/recr.natuur/ecol.natuur Verbinding centrum-bos Aantrekkelijke plek: voortuin in de stad, achtertuin op de Veluwe Identiteit: stad/natuur/cultuur
Verschillend maar samen Integratie
Erfenis Culturele verscheidenheid
Erfgoed
Schoonheid van het cultureel erfgoed
11