Werkwijze gemeente bij opname in Gesloten accommodatie (Dit is een tussentijdse versie, deze wordt mogelijk nog op details gewijzigd en aangevuld met een model werkproces) Algemene opmerkingen Routes zijn hier door werkgroep (beleid, uitvoering, jurist) op hoofdlijnen vastgelegd. Verdere uitwerking in een werkproces volgt: wie doet wat – bijv. “B&W” is meestal basisteam. Jeugdwet (JW) verdeelt “oude” taken (ex Wjz)van BJZ over meer actoren, oa. gemeente. Dit maakt procedures ingewikkeld. Rol vd gemeente beschrijven we hierbij. Gesloten plaatsing in kader hfdst 6 JW is altijd jeugdhulp. Het valt onder de definitie van jeugdhulp art. 1.1 JW. Toestemming van de minderjarige is geen voorwaarde voor een gesloten plaatsing, behalve bij de voorwaardelijke gesloten plaatsing (dan is het een noodzakelijke voorwaarde), en op zich zelf nooit een voldoende voorwaarde. Niemand mag een minderjarige opsluiten zonder toestemming van een rechter. Doet iemand dat wel, dan is dat strafbaar. De instemming van een gedragswetenschapper is altijd een noodzakelijke voorwaarde voor een gesloten plaatsing. Regelgeving: JW, BW boek 1 en Procesregl. Civiel Jeugdrecht (januari 2015 – 14e druk) –zie bijlage 1. Begrippen Basisteam: Wij-teams, sociale teams, basisondersteuning, etc., waarin de casemanager/regisseur werkt. GI: gecertificeerde instelling heeft wettelijk zowel taak jeugdbescherming (JB) als taak jeugdreclassering (JR); in JW en BW worden deze taken onderscheiden, in die zin dat bepaalde bevoegdheden gekoppeld worden aan elk van deze taken en niet gelijkelijk aan beide taken. Hulpverleningsplan: algemene term cf. art. 1.1 Jeugdwet (in Groningen wordt term ondersteuningsplan gebruikt), valt ook familiegroepsplan onder. Plan van Aanpak: wordt conform art. 1.1 JW alleen bij JB en JR gebruikt. Overigens zijn hulpverleningsplan en plan van aanpak inhoudelijk hetzelfde. Verleningsbeschikking B&W: in het Procesreglement is sprake van verleningsbeslissing; in Awbtermen heet dat een beschikking –en de JW spreekt van ‘bepaling dat een voorziening nodig is’. We gebruiken hier de term verleningsbeschikking. In het kader van gesloten plaatsing bevat een verleningsbeschikking het besluit dat een voorziening nodig is ex art. 6.1.2 lid 5 JW. Verzoek tot gesloten jeugdzorg: verzoekschrift aan de kinderrechter met de vraag en onderbouwing een jeugdige op te nemen in een gesloten accommodatie. Afkortingen * GI – gecertificeerde instelling * JB – jeugdbescherming * JR – jeugdreclassering * MUHP – machtiging uithuisplaatsing * OTS – ondertoezichtstelling * OvJ – Officier van Justitie * RvdK – Raad voor de Kinderbescherming
Versie april 2015
1
* VOTS – voorlopige ondertoezichtstelling * VTO – verzoek tot onderzoek
De twee hoofdroutes Route 1 betreft vrijwillig kader, route 2 betreft gedwongen kader Route 1– in vrijwillig kader (ouders geven toestemming ; jeugdige geeft toestemming bij voorwaardelijke plaatsing) – via B&W, verleningsbeschikking ex. art. 6.1.2 lid 5 JW en verzoek tot machtiging ex art. art. 6.1.2 (regulier), 6.1.3 (spoed) of 6.1.4 (voorwaardelijk) JW; De professional (in of buiten basisteam) die een gesloten plaatsing wenst bekijkt eerst of dit in vrijwillig kader kan (toestemming ouders en bij voorwaardelijke plaatsing toestemming jeugdige). Als er ook instemming is van een gedragswetenschapper, dan kan route 1 gevolgd worden. De professional, afhankelijk van hoe de gemeenten dit regelen, kan daarvoor terecht bij B&W/basisteam of is door B&W gemandateerd om zelf de route te volgen. Route 2– in gedwongen kader (geen toestemming ouders) – via B&W indienen verzoek tot raadsonderzoek, en verleningsbeschikking ex. art. 6.1.2 lid 5 JW afgeven. Als er geen toestemming is van de ouders, dan maakt de professional de afweging of een gedwongen kader overwogen moet worden en binnen dat kader de gesloten plaatsing. In dat geval moet via route 2 de RvdK om een onderzoek worden gevraagd om te onderzoeken of een gedwongen kader nodig is (getoetst aan de wettelijke gronden); het direct meeleveren aan de RvdK van een verleningsbeslissing ex art. 6.1.2 lid 5 JW + de instemming van de gedragswetenschapper, helpt in de snelheid van het proces, wanneer de RvdK inderdaad een kinderbeschermingsmaatregel en een gesloten plaatsing aan de kinderrechter verzoekt. Indien er bij een verzoek tot raadsonderzoek geen verleningsbeslissing gesloten plaatsing is meegeleverd, en de RvdK komt tijdens zijn onderzoek toch op een gesloten plaatsing uit, dan verzoekt de RvdK aan de gemeente alsnog om een verleningsbeschikking ex art. 6.1.2 lid 5 JW. Dit proces is inmiddels (min of meer) ingeregeld. Ad Route 1– vrijwillig – met toestemming ouders (en bij voorwaardelijk toestemming jeugdige) Vrijwillige opname op basis van verzoek bijv. vanuit basisteam of huisarts Route/proces 1. Basisteam (bijv. op verzoek van huisarts, jeugdhulpaanbieder, GGZ, ouders, GI (JR), GI (preventietaak), enz.) – casemanager toewijzen, die hulpverleningsplan maakt (of gebruik maakt van door derden gemaakt hulpverleningsplan). 2. Verzoek van B&W tot machtiging gesloten jeugdzorg aan kinderrechter ex art. art. 6.1.2 (regulier), 6.1.3 (spoed) of 6.1.4 (voorwaardelijk) JW. 3. Verleningsbeschikking B&W opstellen ex. art. 6.1.2 lid 5 JW. 4. Bijwonen zitting Kinderrechter door B&W/basisteam ex art. 6.1.10, lid 1 sub b JW (rechter hoort verzoeker en B&W/basisteam is in dit geval verzoeker). 5. Uitspraak kinderrechter (onderdeel van rechtbank) Stukken bij verzoek aan rechter: art. 2.4.6 Procesregl. B&W zijn verantwoordelijk voor aanlevering van stukken in werkproces verder uitwerken, wie wat aanlevert. Mandaat Indien mandaat gewenst is, is mandaat van B&W nodig voor de volgende beslissingen: 1. B&W-besluit om verzoek tot machtiging in te dienen (6.1.8 lid 1 JW); let op: dit mag niet een GI zijn (uitspraak Rb: wegens strijd met 2.11 lid 1 JW) en moet binnen gemeentelijke hiërarchie (schakelVersie april 2015
2
unit) 2. B&W bepaalt, dat voorziening nodig is (6.1.2 lid 5 JW) 3. mandaatbesluit van B&W (ex Awb): wie B&W ter zitting vertegenwoordigt in werkproces voorbeelden uitwerken Route 2 – gedwongen – geen toestemming ouders en/of jeugdige - via RvdK Route/proces 1. B&W oordelen, dat maatregel mbt gezag over jeugdige overwogen moet worden (2.4 JW) 2. B&W doen verzoek tot onderzoek (VTO) aan RvdK, met als bijlagen verleningsbeschikking + instemming GWS 3. Onderzoek RvdK. 4. Conclusie RvdK met advies aan rechter over inzet welke GI (taak JB). RvdK neemt conform samenwerkingsprotocol gemeenten – RvdK op grond van de inhoud van de zaak één van de ingekochte GI’s op in het rekest. 5. RvdK doet 2 verzoeken aan rechter: rekest kinderbeschermingsmaatregel + machtiging plaatsing in gesloten accommodatie en woont zitting bij. 6. Uitspraak rechter (“beschikking”) over OTS, machtiging plaatsing in gesloten accommodatie + welke GI (JB). 7. GI (taak JB, gezinsvoogd) zet jeugdhulp in cf. uitspraak rechter. Ad 1 – In praktijk voert basisteam dit uit. Ad 4 - De burgemeester kan, op verzoek van het basisteam, de RvdK (dwingend) verzoeken om een oordeel aan de kinderrechter te vragen over een OTS als de RvdK die OTS niet rekestreert (overigens alleen als het originele VtO door B&W is ingediend, niet op verzoeken die door VT of de GI zijn gedaan). Deze bevoegdheid van de burgemeester strekt zich niet uit tot een machtiging uithuisplaatsing. Deze bevoegdheid kan niet gebruikt worden om (enkel) het oordeel van de kinderrechter over een gesloten plaatsing te verkrijgen. Ad 5 – B&W wonen zitting niet bij, zijn geen verzoeker (6.1.10 JW) Ad 8 – GI mag jeugdhulp niet uitvoeren ex art. 3.2, lid 2 JW Stukken, voor zover rol gemeente. RvdK is verantwoordelijk voor aanleveren stukken. B&W levert aan RvdK: * verzoek tot onderzoek (VTO) aan RvdK– op site van RvdK staat format, incl. vereiste bijlagen * verleningsbeschikking – inzet voorziening ex art. 6.1.2 lid 5 JW + instemmingsverklaring GWS. Mandaat Indien mandaat gewenst is, is mandaat van B&W nodig voor de volgende beslissing: 2. B&W doen verzoek tot onderzoek (VTO) aan RvdK – gecertificeerde jeugdprofessionals binnen basisteam (mandaat) of jeugdhulpaanbieders buiten basisteam (extern mandaat) 7. Verleningsbeschikking B&W Extra informatie: Bij een spoedsituatie wordt ditzelfde proces gevolgd, met dien verstande dat dan met een instemmingsverklaring van de GWS kan worden volstaan. Uiteraard wordt het proces met de vereiste snelheid en zorgvuldigheid doorlopen. In voorkomende gevallen kunnen sommige stappen mondeling plaatsvinden, maar er dient altijd een schriftelijke bevestiging te volgen. De voorwaardelijke machtiging is nieuw in de Jeugdwet (6.1.4). Rechter kan een voorwaardelijke machtiging verlenen voor opname in gesloten jeugdzorg – de toestemming van de jeugdige is vereist. Eisen voor toepassing van voorwaardelijke machtiging: 6.1.4 leden 2 + 3 + instemming gedragswetenschapper. Extra voorwaarden:
Versie april 2015
3
1. hulpverleningsplan met voorwaarden en toezicht daarop gemaakt door de hulpverleningsinstelling die de hulp gaat bieden en de instelling voor gesloten jeugdzorg. Het plan vermeldt welke medewerker van de jeugdhulpaanbieder bevoegd is om het besluit te nemen tot opneming (indien de voorwaarden geschonden zijn) – 6.1.4 lid 6 JW; 2. jeugdige de jeugdhulp aanvaardt (jeugdige stemt dus vrijwillig in met het plan) – 6.1.4 lid 7 JW. Rechter kan daarnaast extra voorwaarden stellen aan gedrag van jeugdige ex 6.1.4 lid 8 JW. Indien de jeugdige de voorwaarden schendt, dan kan zonder tussenkomst van de rechter de jeugdige gesloten worden geplaatst. Zodra een maatregel is uitgesproken door de rechter is het de gezinsvoogd die de rechter kan verzoeken om een (gesloten) uithuisplaatsing (als de rechter nog geen machtiging daartoe heeft verleend). De RvdK zal doorgaans tijdens een (voorlopige) kinderbeschermingsmaatregel het aan de gezinsvoogd overlaten om een MUHP (al dan niet gesloten) te vragen. Slechts indien de gezinsvoogd geen MUHP wil vragen en de RvdK van oordeel is dat een uithuisplaatsing wel noodzakelijk is, zal de RvdK een MUHP verzoeken (meestal bij het rekest voor een definitieve maatregel). Tijdens de voorlopige maatregel hebben gezinsvoogd en raadsonderzoeker hierover overleg. In beginsel degene die het initiatief neemt tot een gesloten plaatsing. Als B&W zelf al denken aan een gesloten plaatsing, dan kan het ketenproces versneld worden als verleningsbeslissing en instemmingsverklaring meegezonden worden met het VtO. Als een gesloten plaatsing pas in beeld komt tijdens een raadsonderzoek, dan zal de RvdK een verleningsbeslissing aan de gemeente vragen, maar zelf zorgen voor een instemmingsverklaring van een gedragsdeskundige.
Versie april 2015
4
BIJLAGE 1 Regelgeving Jeugdwet Artt. 2.3, 2.4, 2.5, 3.2, 3.5, 6.1.2, 6.1.3, 6.1.4, 6.1.8, 6.1.10, 6.1.13 BW boek 1 1:255 lid 3 BW - “bezwaar” tegen conclusie RvdK 1:257 BW - VOTS 1:265 BW - MUHP 7:453 BW - deskundigheidseisen Procesreglement Civiel Jeugdrecht (januari 2015 – 14e druk) Artikel 2.4.6Regl. - MUHP Bij de indiening van een afzonderlijk verzoek tot machtiging om een jeugdige te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie (artikel 6.1.2 van de Jeugdwet) moeten bij het verzoekschrift de volgende bescheiden worden overgelegd: - een overzicht van de adresgegevens van alle belanghebbenden, zo mogelijk ondersteund met een BRP-uittreksel, gedateerd en niet ouder dan drie maanden; - bij gesloten jeugdhulp met instemming van de met gezag belaste ouders: een afschrift van de geboorteakte van de minderjarige – gedateerd, gewaarmerkt en niet ouder dan drie maanden – en een uittreksel uit het gezagsregister (niet ouder dan drie maanden); - indien een GI de voogdij heeft: de voogdijbeschikking; - de verleningsbeslissing voor jeugdhulp van het college van burgemeester en wethouders of de GI voor zover wettelijk vereist (artikel 6.1.2 lid 5 van de Jeugdwet) of de verklaring van de Raad voor de Kinderbescherming dat zich een geval als bedoeld in artikel 6.1.2 lid 2 van de Jeugdwet voordoet (artikel 6.1.2 lid 7 van de Jeugdwet); - een afschrift van de beschikking tot ondertoezichtstelling voor zover van toepassing; - een plan van aanpak; - een verslag van het verloop van de ondertoezichtstelling; - de instemmingsverklaring van een gekwalificeerde gedragswetenschapper, die de minderjarige met het oog hierop kort tevoren heeft onderzocht. Artikel 2.4.7 Regl.: spoedmachtiging VOTS + UHP Bij de indiening van een verzoek tot spoedmachtiging om een jeugdige in een gesloten accommodatie te doen opnemen en te doen verblijven (artikel 6.1.3 van de Jeugdwet) moet bij het verzoekschrift worden overgelegd: - de instemmingsverklaring van een gekwalificeerde gedragswetenschapper, die de minderjarige met het oog hierop kort tevoren heeft onderzocht, tenzij onderzoek feitelijk onmogelijk is.
Versie april 2015
5