Werkplan PRB-project
Werkplan PRB-project
maart 2004 2/1307/103 PSW arbeidsmarktadvies Lombardje 7-11 Postbus 1228 5200 BG ‘s-Hertogenbosch telefoon : (073) 612 43 25 telefax : (073) 612 85 75 e-mail :
[email protected]
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1: Inleiding...................................................................................................5 Hoofdstuk 2: Definities.................................................................................................5 Hoofdstuk 3: Uitgangspunten PRB.............................................................................6 Hoofdstuk 4: Selectie- en instroomcriteria ................................................................7 Hoofdstuk 5: Het budget...............................................................................................8 Hoofdstuk 6: Doorlooptijden........................................................................................9 6.1 Duur voorlichting, intake/diagnose, advies, besluit ........................9 6.2 Duur opstellen reïntegratieplan-PRB, incl. orientatieperiode..........9 6.3 Duur uitvoering PRB-traject.............................................................9 Hoofdstuk 7: Werkproces.............................................................................................9 7.1 Selectie van potentiele PRB-deelnemers door de casemanagers.9 7.3 Aanmelding cliënt ..........................................................................10 7.4 Intake/diagnose/advies PRB-bureau/besluit casemanager..........10 7.5 Beslismoment geschiktheid client voor PRB-project ....................11 7.6 Oriëntatiebudget ............................................................................11 7.7 Opstellen reïntegratieplan-PRB.....................................................11 7.8 Gesprek client toelichting reïntegratieplan-PRB ...........................11 7.9 Accordering reïntegratieplan-PRB.................................................12 7.10 Procedure tussentijdse wijzigingen reïntegratieplan-PRB............12 7.11 Voortgang PRB-traject...................................................................13 7.12 Plaatsing ........................................................................................14 7.13 Afronding ........................................................................................14 Hoofdstuk 8: Communicatie ......................................................................................14 8.1 Uitgangspunten..............................................................................14 8.2 Doelgroepen ..................................................................................14 8.3 Doelstellingen ................................................................................14 8.4 Instrumenten ..................................................................................15 Hoofdstuk 9: Rapportages .........................................................................................16 9.1 Managementrapportages ..............................................................16 9.2 Rapportages uitvoering PRB-trajecten..........................................16 9.3 Incidentele tussentijdse rapportage door werkadviseur ...............17 9.4 Inhoud verantwoordingsrapportages.............................................18
Hoofdstuk 10: Rollen en taken...................................................................................19 Hoofdstuk 11: Toetsing van het project ...................................................................20 11.1 Inleiding..........................................................................................20 11.2 Onderzoeksvorm ...........................................................................21 11.3 Werkwijze.......................................................................................21
PRB-Werkplan, PSW, maart 2004
5
1. Inleiding De afgelopen drie jaar is in drie proefregio’s ervaring opgedaan met de inzet van het zogenoemde Persoonsgebonden Reïntegratiebudget voor WAO’ers (als onderdeel van de wet REA). Met dit persoonsgebonden reïntegratiebudget (PRB) kan een arbeidsgehandicapte zelf een reïntegratieplan maken om zijn of haar positie op de arbeidsmarkt te versterken. Het PRB kan aangevraagd worden voor de kosten van begeleiding, advisering, opleiding en arbeidsbemiddeling. De cliënt stelt het reïntegratieplan op, al dan niet door externen ondersteund, en de uitkerende instantie beoordeelt of het reïntegratieplan een redelijke kans van slagen heeft. Het PRB is als instrument tot op heden voornamelijk uitgetest voor mensen met een WAOuitkering. De vraag is echter of het ook voor (specifieke groepen) bijstandsgerechtigden een bijdrage kan leveren. De gemeente Eindhoven heeft een experiment gestart gericht op het ontwikkelen en uittesten van het instrument PRB voor bijstandsgerechtigden. Voor de start van dit gemeentelijk PRB -experiment is een projectorganisatie nodig. In dit werkplan wordt de projectorganisatie en de daarbij behorende activiteiten in beeld gebracht. De centrale doelstellingen van dit experiment zijn: § Het opdoen van kennis en ervaring met de inzet van het instrument ‘Persoonsgebonden Reïntegratiebudget (PRB)’ ten behoeve van bijstandsgerechtigden. § De verdere ontwikkeling van een methodiek van reïntegratie waarin de eigen rol van de cliënt een centrale plaats inneemt. § Het behalen van een uitstroomresultaat dat zoveel mogelijk aansluit bij de afspraken zoals die in Eindhoven zijn gemaakt in het kader van de Agenda voor de toekomst, namelijk 40% uitstroom naar betaald werk. Op het moment van verschijnen van dit werkplan verkeerd het project in de voorbereidingsfase waarin vorm gegeven wordt aan het instrument PRB voor bijstandsgerechtigden en aan de bijbehorende methodiek en werkvormen. Omdat het PRB-project een experiment is, zal dit door nieuwe inzichten in de loop van het project steeds verbeterd worden. De wijze waarop de PRB-werkadviseur hierin de centrale rol invult en in afstemming en samenwerking met zowel de cliënt, gemeentelijk casemanagers als uitvoerders tot uitvoering van het PRB project komt, neemt hierbij een centrale plaats in. Daarnaast zal de omslag van aanbodgestuurd naar vraaggestuurd werken ook voor cliënten een omslag betekenen. Het PRB-project dient daarom gezien te worden als een experiment waarin werkenderwijs ervaring wordt opgedaan, knelpunten worden geïdentificeerd en aan oplossingen wordt gewerkt. Hiertoe zullen 60 PRB-trajecten worden opgestart en uitgevoerd in de periode t/m uiterlijk december 2005.
2. Definities Betaalde arbeid: iedere vorm van betaalde arbeid als gevolg waarvan de cliënt inkomsten verwerft conform het wettelijk minimumloon danwel de geldende CAO. Cliënten: uitkeringsgerechtigden (WWB, Ioaw, Ioaz). Voor fase-1 cliënten is een maximum aantal gesteld op 10 cliënten binnen dit project.
PRB-Werkplan, PSW, maart 2004
6
Deelnemer: een cliënt die na de intake door de werkadviseur van het PRB -bureau is toegelaten tot het PRB-project. Duurzame plaatsing: de cliënt behoudt zijn plaatsing op betaalde arbeid voor de duur van tenminste 6 maanden. Gemeentelijk casemanager: de medewerker die namens de gemeente Eindhoven verantwoordelijk is voor de regie op cliëntniveau: het aanmelding bij het PRB-project, het accorderen van het door de cliënt zelf geformuleerde reïntegratieplan-PRB, de bewaking (op afstand) van de uitvoering. Inkoopmacht cliënt: centraal staat dat de cliënt het initiatief en de vrijheid heeft om zijn traject naar eigen inzicht in te richten. De cliënt bepaalt zelf hoe zijn/haar terugkeer naar het arbeidsproces verloopt, het stelt de cliënt in staat om zelf meer invloed uit te oefenen op inhoud en vorm van het reïntegratietraject en op de keuze van het reïntegratiebedrijf. Plaatsing: de cliënt start met/hervat betaalde arbeid. PRB: Persoonsgebonden Reïntegratie Budget PRB-bureau: het bureau dat namens de gemeente Eindhoven het PRB -experiment uitvoert. Reïntegratieplan-PRB: een schriftelijk voorstel van de cliënt waarin de mogelijkheden en belemmeringen van de individuele cliënt door hem/haar zelf vertaald worden in een specifi eke samenstelling van activiteiten/diensten/producten gericht op de realisering van een duurzame plaatsing op de arbeidsmarkt. Dit alles binnen de gestelde randvoorwaarden (maximale doorlooptijd, beschikbaar budget). Als bijlage dient een activiteitenoverzicht en offerte(s) van door de cliënt geselecteerde reïntegratiediensten. PRB-traject: de door de cliënt geïnitieerde en georganiseerde toeleiding naar de arbeidsmarkt op basis van een geaccordeerd PRB, inclusief de uitvoering van het reïntegratieplanPRB vanaf het moment waarop de gemeentelijk casemanager toestemming hiertoe geeft tot en met het moment waarop een plaatsing is gerealiseerd. Het PRB -project bestaat t/m 31-122005. Voor trajecten die daarna nog dienen afgerond te worden, wordt in samenspraak met de gemeente, een oplossing gezocht. (Re)integratie: het in de arbeidsmarkt opnemen of opnieuw opnemen van uitkeringsgerechtigden met als doel daar duurzaam werkzaam te blijven. Werkadviseur: de medewerker (vaste contactpersoon!) die namens het PRB-bureau verantwoordelijk is voor de begeleiding van de deelnemer in het PRB -project.
3. Uitgangspunten PRB Het Persoonsgebonden Reïntegratie Budget is een geldbedrag waarmee mensen zelf hun terugkeer naar de arbeidsmarkt kunnen organiseren en financieren. Het is een nieuwe benadering waarbij de gebruiker centraal staat, beter bekend als ‘vraagsturing’. De achterliggende visie is dat er op het vlak van reïntegratie veel meer mogelijk is dan gedacht wordt en dat de
PRB-Werkplan, PSW, maart 2004
7
basis voor succesvolle arbeidsintegratie gelegen is in een individuele, vraaggerichte benadering, waarin het perspectief van de werkzoekende voorop staat. Vraagsturing kan in het algemeen opgevat worden als het verschuiven van verantwoordelijkheden en bevoegdheden voor het reïntegratietraject van de uitvoerende instellingen naar de cliënt. Dit is de kern van elk vraagsturingsinitiatief. De verschuiving manifesteert zich bij reïntegratie op twee aspecten van de dienstverlening: a. de regie over een reïntegratietraject; b. de inkoop van reïntegratiediensten en producten. Bij het gemeentelijk experiment PRB wordt de regie voor de ontwikkeling en inkoop en uitvoering van reïntegratietrajecten zoveel mogelijk neergelegd bij de cliënt zelf. Het PRB biedt de mogelijkheid aan cliënten om hun leven weer in eigen hand te nemen, na een veelal traumatische periode van werkloosheid. Een periode die veelal wordt gekenmerkt door afhankelijkheid en passiviteit. Zelf werken aan reïntegratie maakt deel uit van het proces van maatschappelijk herstel. Verder toename van het zelfvertrouwen en van het geloof in eigen kunnen: het zelf opstellen van een plan vraagt verkenning van de markt: op aanbieders afstappen, prijzen vergelijken, onderhandelen, etc. Centraal staat dat de cliënt het initiatief, de vrijheid en de verantwoordelijkheid heeft om zijn traject naar eigen inzicht in te richten. De cliënt bepaalt zelf hoe zijn/haar terugkeer naar het arbeidsproces verloopt, het stelt de cliënt in staat om zelf meer invloed uit te oefenen op inhoud en vorm van het reïntegratietraject en op de keuze van het reïntegratiebedrijf. Hiermee wordt optimaal aangesloten bij het perspectief op kansen en mogelijkheden op de arbeidsmarkt van de werkzoekende zelf. Een omslag van aanbodsturing naar vraagsturing gaat niet zonder slag of stoot. Veel cliënten zijn niet (meer) gewend dat hun eigen verantwoordelijkheid en wensen het uitgangspunt van een traject kunnen zijn. Veel cliënten zijn in het verleden op diverse fronten de regie over hun leven kwijtgeraakt. Erkenning van het primaat van de eigen wensen is derhalve voor cliënten de eerste en misschien wel de belangrijkste verandering die PRB met zich meebrengt.
4. Selectie- en instroomcriteria Een formele afbakening van de doelgroep op basis van objectieve kenmerken is niet te maken. Dit blijkt uit eerdere experimenten. Daarom dient zoveel mogelijk iedere uitkeringsgerechtigde in de gelegenheid gesteld te worden een PRB aan te vragen. De aanvraagprocedure dient te zorgen voor een selectie van cliënten die geschikt en gemotiveerd zijn voor het PRB-project. De uiteindelijke beslissing ligt bij de gemeente die het door de cliënt opgesteld reïntegratieplan-PRB beoordeelt op de reële bijdrage aan het vergroten van de kansen op de arbeidsmarkt. Zodra het reïntegratieplan-PRB geaccordeerd is door de gemeentelijk casemanager, is de cliënt formeel PRB-deelnemer. Concreet ziet dit er als volgt uit: Selectiecriteria voor gemeentelijk casemanagers: § cliënt is woonachtig in de gemeente Eindhoven; § cliënt ontvangt uitkering in het kader van WWB, Ioaz, Ioaw. § cliënt verricht bij aanvraag geen betaalde arbeid; § cliënt is beschikbaar zijn voor reïntegratie-activiteiten;
PRB-Werkplan, PSW, maart 2004
8
§ cliënt verricht op het moment van aanmelding geen andere reïntegratie-activiteiten; § cliënt is geïnteresseerd in het PRB-project. Let op: aanvaarding is op vrijwillige basis. Het ingezette PRB-traject is vervolgens niet vrijblijvend! Instroomcriteria gehanteerd door medewerkers PRB-bureau (PSW) In potentie dient aanwezig te zijn: § cliënt voelt noodzaak tot verandering (motivatie); § cliënt streeft naar betaald werk; § cliënt heeft een redelijk realistisch zelfbeeld hebben, of een zelfbeeld dat binnen niet te lange termijn realistischer kan worden; § cliënt toont initiatief; § cliënt geeft er blijk van over enig doorzettingsvermogen te beschikken, ‘er iets voor over hebben’; § cliënt heeft redelijke sociale vaardigheden. Nadrukkelijk wordt gekeken naar minimaal potentieel aanwezige eigenschappen / vaardigheden omdat uit de praktijk van PRB blijkt dat cliënten door het zelf voeren van regie en het zelf inkopen van diensten, het zelfvertrouwen en de zelfredzaamheid van de cliënt toeneemt. Daarnaast worden de cliënten bij het uitstippelen en uitvoeren van hun traject ondersteund.
5. Het budget Het budget bedraagt vo or cliënten fase 2, 3, 4 maximaal € 5000,-. Voor cliënten fase 1 bedraagt het standaardbudget maximaal € 2.500,-. In individuele gevallen kunnen meerkosten zich voordoen. Hiervoor dient een aanvraag ingediend te worden bij de gemeentelijk casemanager. De gemeentelijk casemanager legt deze intern ter accordering voor aan de gemeentelijk unitleider. Het budget wordt wel toegekend aan de individuele cliënt, maar wordt beheerd door de gemeente. Dat wil zeggen dat de administratieve uitvoering grotendeels bij het PRB-bureau plaatsvindt. Facturen worden verstuurd naar het PRB-project. Het PRB -project controleert de juistheid van de facturen, en stuurt deze vervolgens door naar de gemeentelijk casemanager. De gemeente betaalt de factuur. Omdat uit eerdere experimenten blijkt dat confrontatie met rekeningen leidt tot het voelen van meer verantwoordelijkheid m.b.t. het succesvol afronden van het traject wordt het volgende gehanteerd: om het ‘financieel bewustzijn’ van de cliënt nog meer te versterken en hen bewust te laten zijn van de hoeveelheid geld die er in hen wordt geïnvesteerd, wordt gewerkt met een virtuele ‘PRB –rekening’, waarbij de cliënt ‘afschrijvingen’ krijgt na betaling van facturen uit het PRB-budget. Activiteiten dienen gericht te zijn op het bevorderen van de arbeidsgeschiktheid van de aanvrager en een reële bijdrage dienen te leveren aan zijn/haar reïntegratiekansen. De activiteiten dienen bekostigd te kunnen worden uit het werkdeel. Voorbeelden van mogelijke activiteiten zijn: § oriëntatie/assessment; § begeleiding/aanbodversterking; § bemiddeling; § scholing en opleiding; § kosten (studie)materiaal als onderdeel van het traject.
PRB-Werkplan, PSW, maart 2004
9
Activiteiten die niet bekostigd kunnen worden uit het PRB -budget (en dus ook niet uit het werkdeel) zijn: § middelen/voorzieningen; § opstarten eigen bedrijf; § kinderopvang; § reiskosten.
6. Doorlooptijden 6.1 Duur voorlichting, intake/diagnose, advies, besluit Maximaal 6 weken vanaf de datum waarop de gemeentelijk casemanager de cliënt middels het aanmeldingsformulier heeft aangemeld. 6.2 Duur opstellen reïntegratieplan-PRB, inclusief oriëntatieperiode Maximaal 3 maanden vanaf de datum waarop de gemeentelijk casemanager beslist of de cliënt wordt toegelaten tot het PRB-project. 6.3 Duur uitvoering PRB-traject PRB-traject fase 1, 2, 3 : duur maximaal 12 maanden, exclusief evt. door de cliënt ingekochte nazorg van maximaal 6 maanden. PRB-traject fase 4 : duur maximaal 18 maanden, exclusief evt. door de cliënt ingekochte nazorg van maximaal 6 maanden. Startdatum traject : de datum van de daadwerkelijke start van de eerste activiteit uit het reïntegratieplan-PRB
7. Werkproces 7.1 Selectie van potentiële PRB-deelnemers door de casemanagers Een formele afbakening van de doelgroep op basis van objectieve kenmerken is niet te maken. Dit blijkt uit eerdere experimenten. Daarom dient zoveel mogelijk iedere uitkeringsgerechtigde in de gelegenheid gesteld te worden zich aan te melden voor het PRB-project. Wel dienen enkele selectiecriteria door de gemeentelijk casemanagers gehanteerd te worden zoals omschreven in hoofdstuk 4. Let op: aanvaarding is op vrijwillige basis. Het ingezette PRB-traject is vervolgens niet vrijblijvend! 7.2 Voorinformatie aan cliënt § De gemeentelijk casemanager informeert de geselecteerde cliënten over het PRB, de reïntegratiedoelstelling, de samenwerking met het PRB-bureau en over de wijze van overdracht en werkwijze/trajectverloop. § De gemeentelijk casemanager verstrekt een informatiefolder. § Indien de cliënt aangemeld wil worden voor het PRB -traject wordt deze beslissing vastgelegd in de beschikking. § Tevens wordt de cliënt geïnformeerd over het feit dat informatie wordt overgedragen aan het PRB-bureau ten behoeve van de uitvo ering van het PRB-traject.
PRB-Werkplan, PSW, maart 2004
10
7.3 Aanmelding cliënt § De benodigde gegevens van de cliënt worden digitaal vooralsnog via het e-mailadres
[email protected] overgedragen aan het PRB-bureau. De aanmelding voor het PRB gebeurt middels een hiertoe ontwikkeld aanmeldingsformulier. § Cliënten kunnen ook zichzelf aanmelden. De aanmelding dient voorgelegd te worden aan de gemeentelijk casemanager die een besluit neemt over wel/niet honoreren van deze aanmelding. § Indien er sprake is van schuldsanering bij de cliënt dient dit in het aanmeldingsformulier aangegeven te worden, gezien het feit dat hierdoor vertraging in post naar de cliënt wordt opgelopen (vanwege tussenschakel in het ontvangen van post van de cliënt door schuldsanering). § Bij behoefte aan aanvullende informatie neemt de betreffende werkadviseur contact op met de betreffende gemeentelijk casemanager. § Indien bij de aanmelding essentiële gegevens ontbreken, dient het PRB-bureau binnen 7 kalenderdagen na datum versturing contact hierover op te nemen met de betreffende gemeentelijk casemanager. Vervolgens dient binnen 7 kalenderdagen na het contact hierover de gemeentelijk casemanager de werkadviseur te voorzien in de ontbrekende stukken. 7.4 Intake/diagnose/advies PRB-bureau/besluit casemanager § Het PRB-bureau zorgt ervoor dat de toegeleide cliënt binnen maximaal 14 kalenderdagen na ontvangst van het aanmeldingsformulier uitgenodigd wordt voor een voorlichtingsbijeenkomst. Bij No Show (= zonder bericht van afmelding niet op de afspraak ve rschijnen) zal het PRB-bureau direct, doch binnen uiterlijk 2 kalenderdagen contact opnemen met de betreffende gemeentelijk casemanager. Daarnaast wordt uiterlijk bij de tweede no-show dit schriftelijk bevestigd aan de opdrachtgever inclusief een toelichting op de no-show. § De betrokken gemeentelijk casemanagers kunnen altijd aanwezig zijn bij de voorlichtingsbijeenkomsten. Data worden z.s.m. door het PRB -bureau doorgegeven aan de betrokken gemeentelijk casemanagers. § In geval van no-show vindt overleg plaats tussen de werkadviseur en de gemeentelijk casemanager betreffende de ve rvolgaanpak. § Na de voorlichtingsbijeenkomst wordt afhankelijk van de keuze van de cliënt over voortzetting van de aanmelding (= vrijwillig) een intakegesprek gepland binnen maximaal 14 kalenderdagen. In geval van no-show wordt dezelfde procedure gehandhaafd zoals hierboven beschreven. § Tijdens de intake (maximaal 2 gesprekken) toetst de werkadviseur a.d.h.v. de gestelde instroomcriteria of de aangemelde cliënt geschikt is voor een PRB. Deze instroomcriteria zijn beschreven in hoofdstuk 4. Nadrukkelijk wordt gekeken naar minimaal potentieel aanwezige eigenschappen / vaardigheden omdat uit de praktijk van PRB blijkt dat cliënten door het zelf voeren van regie en het zelf inkopen van diensten, het zelfvertrouwen en de zelfredzaamheid van de cliënt toeneemt. Daarnaast worden de cliënten bij het uitstippelen en uitvoeren van hun traject ondersteund. § De betrokken gemeentelijk casemanager kan altijd op verzoek aanwezig zijn bij de intakegesprekken. § De werkadviseur sluit de intake/diagnose af met een advies voor de gemeentelijk casemanager betreffende de geschiktheid van de cliënt voor het PRB-project. De gemeentelijk casemanager beslist of de cliënt wordt toegelaten tot het PRB -project en hiermee kan starten met (activiteiten in het kader van) het opstellen van het reïntegratieplan PRB.
PRB-Werkplan, PSW, maart 2004
§
11
Er kan uitsluitend een negatief advies worden uitgebracht op basis van een schriftelijk gemotiveerde melding aan de gemeentelijk casemanager en na overleg met de gemeentelijk casemanager. Met het uitbrengen van een negatief advies wordt voorzichtig omgegaan, gezien het feit dat cliënten de kans moeten hebben te groeien in het PRB-project.
7.5 Beslismoment geschiktheid cliënt voor PRB-project § De gemeentelijk casemanager beoordeelt de geschiktheid van de cliënt voor het PRBproject voornamelijk op basis van het intakeverslag en advies van het PRB -bureau. Hij kan hierbij teruggrijpen op interne en/of externe ondersteuning. Ook kan hij telefonisch contact opnemen met de cliënt zelf voor nader uitleg of motivatie. De beoordeling van de geschiktheid van de cliënt voor het PRB-project wordt binnen uiterlijk 14 kalenderdagen na ontvangst van het intakeverslag incl. advies teruggestuurd. Het besluit op de geschiktheid voor deelname aan het PRB-project ontvangt de cliënt via de werkadviseur van de gemeentelijk casemanager. De werkadviseur ont vangt een kopie hiervan. § Bij ‘niet-akkoord’ wordt gemotiveerd waarom de cliënt als ‘niet geschikt voor het PRBproject ‘ wordt ervaren. Hiertegen staan voor de cliënt bezwaar en beroep open. § Bij ‘akkoord’ betekent dit het begin van de volgende fase. Vanaf dat moment stelt de alles in het werk om een kwalitatief goed reïntegratieplan-PRB te maken. § Vanaf het moment van toelating van de cliënt door de gemeentelijk casemanager, heeft de cliënt drie maanden (hierin inbegrepen de duur van de eventuele oriëntatiefase) om een reïntegratieplan-PRB in te dienen bij de gemeentelijk casemanager. 7.6 Oriëntatiebudget § Na toelating van de cliënt door de gemeentelijk casemanager kan de cliënt indien hij zich - voorafgaand aan het indienen van een reïntegratieplan-PRB - onder professionele begeleiding dient te oriënteren om een reïntegratieplan-PRB te kunnen maken met de juiste keuzes van interventies, kan de cliënt aanspraak maken op een oriëntatiebudget zonder voorafgaande goedkeuring van de gemeentelijk casemanager. § Het oriëntatiebudget bedraagt voor cliënten fase 1 maximaal € 500,-. Voor fase 2, 3, 4 cliënten bedraagt het oriëntatiebudget maximaal € 1000,-. Het oriëntatiebudget is onderdeel van het PRB-budget. De cliënt hoeft hiervoor geen plan in te dienen. § De looptijd van deze ‘oriëntatiefase’ is maximaal 3 maanden. § De in te zetten begeleiding dient plaats te vinden door een deskundige op het gebied van loopbaanbegeleiding. Oriëntatie is gericht op het verkrijgen van een nader en realistisch inzicht in de eigen mogelijkheden in relatie tot werk in het algemeen, of in de haalbaarheid van bepaalde ideeën omtrent werk om op basis hiervan de juiste keuzen te maken ten aanzien van de inhoud van het reïntegratieplan PRB. 7.7 Opstellen reïntegratieplan-PRB § Bij toelating van de cliënt door de gemeentelijk casemanager, stelt de cliënt zelf – met of zonder (naar behoefte) ondersteuning van de werkadviseur van het PRB-bureau – een reïntegratieplan-PRB op. § Vanaf het moment van toelating van de cliënt door de gemeentelijk casemanager, heeft de cliënt drie maanden (hierin inbegrepen de duur van de eventuele oriëntatiefase) om een reïntegratieplan-PRB in te dienen bij de gemeentelijk casemanager. § Onderdeel van het reïntegratieplan PRB is de activiteitenbijlage en de offerte(s) van door de cliënt geselecteerde aanbieders van reïntegratiediensten. § Uit de praktijk blijkt dat de meeste cliënten behoefte hebben aan advies bij het opstellen van het reïntegratieplan-PRB. Van belang is dat de cliënt goed duidelijk is gemaakt aan
PRB-Werkplan, PSW, maart 2004
§ §
§
12
welke eisen een reïntegratieplan-PRB dient te voldoen. Dit is een taak voor het PRBbureau. Er wordt een format reïntegratieplan-PRB en een toelichting hierop gehanteerd. De cliënt kan behoefte hebben aan: o Informatie: schriftelijke en mondelinge voorlichting over de regeling, de vereiste elementen van het plan en evt. andere regelingen. o Steun bij vraagformulering: klankbord voor de eigen wensen t.a.v. het toeleidingstraject en het uiteindelijke perspectief. o Bevorderen van zelfvertrouwen: bevestiging van wens tot reïntegratie en van de gemaakte keuzes t.a.v. het traject en het uiteindelijke (beroeps)perspectief. o Inzicht in beschikbare diensten en aanbieders. o Reactie op het opgestelde plan incl. advies over de op te nemen onderdelen en begroting. De werkadviseur voegt als bijlage bij het reïntegratieplan-PRB een advies bij betreffende de haalbaarheid van het reïntegratieplan-PRB. Er kan uitsluitend een negatief advies worden uitgebracht op basis van een schriftelijk gemotiveerde melding aan de gemeentelijk casemanager en na overleg met de gemeentelijk casemanager. Met het uitbrengen van een negatief advies wordt voorzichtig omgegaan, gezien het feit dat cliënten de kans moeten hebben te groeien in het PRB-project. Het reïntegratieplan-PRB wordt door de cliënt in tweevoud ondertekend en vervolgens ter accordering via de werkadviseur naar de gemeentelijk casemanager toegestuurd.
7.8 Gesprek cliënt toelichting reïntegratieplan-PRB § Nadat de gemeentelijk casemanager het reïntegratieplan-PRB heeft ontvangen van het PRB-bureau wordt de betrokken cliënt en werkadviseur door de betreffende gemeentelijk casemanager uitgenodigd voor een gesprek waarin de cliënt zijn reïntegratieplan-PRB inhoudelijk kan toelichten. 7.9 Accordering reïntegratieplan-PRB § De gemeentelijk casemanager beoordeelt het reïntegratieplan-PRB, mede op basis van het advies van het PRB-bureau. Hij kan hierbij teruggrijpen op interne en/of externe ondersteuning. Ook kan hij telefonisch contact opnemen met de cliënt zelf voor nader uitleg of motivatie van gegevens. Het besluit op het reïntegratieplan-PRB ontvangt de cliënt via de werkadviseur van de gemeentelijk casemanager. De werkadviseur ontvangt een kopie hiervan. § Beoordeling van het reïntegratieplan-PRB door de gemeentelijk casemanagers geschiedt met name op basis van de volgende criteria: o Uitgangspunt: de kortste weg naar duurzaam betaald werk dient betracht te worden. o Concreet reïntegratieperspectief: de voorgenomen activiteiten dienen reëel bij te dragen aan het vergroten van de kansen op de arbeidsmarkt, en aan een inschakeling in het arbeidsproces. o De kosten van de middelen dienen evenredig te zijn aan de mate waarin deze bijdragen aan de bevordering van de reïntegratie. o De reïntegratietermijn dient redelijk te zijn: maximaal 12 maanden voor fase 1/2/3, maximaal 18 maanden voor fase 4, exclusief eventueel door de cliënt ingekochte nazorg van maximaal 6 maanden. Het PRB-traject start op de datum van de daadwerkelijke start van de eerste activiteit uit het reïntegratieplan-PRB. § Bij ‘niet-akkoord’ wordt gemotiveerd waarom het reïntegratieplan-PRB niet wordt gefiatteerd en welke volgende stappen aan de orde zijn. Hiertegen staan voor de cliënt bezwaar en beroep open.
PRB-Werkplan, PSW, maart 2004
§
§
§
13
Bij ‘akkoord’ betekent dit het begin van de volgende fase. Vanaf dat moment is de cliënt zelf trajectverantwoordelijk geworden en stelt alles in het werk om de benoemde doelen te realiseren. Zodra de gemeentelijk casemanager akkoord gaat met het reïntegratieplan-PRB, wordt het reïntegratieplan-PRB ondertekend door de gemeentelijk casemanager en binnen uiterlijk 14 kalenderdagen na ontvangst van het reïntegratieplan-PRB teruggestuurd naar de cliënt via het PRB-bureau. Het geaccordeerde reïntegratieplan-PRB dient binnen 21 kalenderdagen van start te gaan. De daadwerkelijke start van de eerste activiteit uit het geaccordeerde reïntegratieplan PRB is de startdatum van het PRB-traject.
7.10 Procedure tussentijdse wijzigingen reïntegratieplan-PRB Naast de vaste rapportagemomenten kunnen de cliënt, de werkadviseur en de gemeentelijk casemanager elkaar in principe zo vaak als nodig raadplegen en/of informeren over de stand van zaken van het PRB-verloop. Met betrekking tot tussentijdse wijzigingen in het reïntegratieplan-PRB geldt een aparte procedure: a. De cliënt informeert de gemeentelijk casemanager via de werkadviseur vroegtijdig over tussentijdse wijzigingen in het reïntegratieplan-PRB. Hierbij dient hij via de werkadviseur een schriftelijke motivatie in, gepaard gaande met de volgende gegevens: o beargumenteerde motivatie omtrent de noodzaak van de tussentijdse wijziging gekoppeld aan het reïntegratieplan-PRB; o beschrijving van de tussentijdse wijziging; o naam van evt. betrokken uitvoerende organisatie; o kosten van de tussentijdse wijziging; o start- en einddatum van de tussentijdse wijziging; o duur en opbouw van de tussentijdse wijziging; o evt. aanvullende kosten zoals reiskosten, etc. b. De gemeentelijk casemanager neemt, ten behoeve van de voortgang, op zo kort mogelijke termijn, maar uiterlijk binnen 14 kalenderdagen na het uitbrengen van het voorstel, een beslissing. c. Een al dan niet akkoord wordt door de gemeentelijk casemanager via de werkadviseur schriftelijk aan de cliënt medegedeeld. d. Bij ‘niet-akkoord’ wordt gemotiveerd waarom de tussentijdse wijziging van het reïntegratieplan-PRB niet wordt gefiatteerd en welke volgende stappen aan de orde zijn. Hiertegen staan voor de cliënt bezwaar en beroep open. 7.11 Voortgang PRB-traject Gedurende de voortgang van het PRB-traject doet de werkadviseur de monitoring van de voortgang met het oog op signalering van eventuele aanvullende begeleiding van de cliënt. De werkadviseur verstrekt informatie en advies, is het aanspreekpunt en volgt de cliënt in zijn traject. De gemeentelijk casemanager wordt middels een ‘voortgangsrapportage’ die elke 3 maanden wordt gemaakt door het PRB -bureau op de hoogte gehouden van de voortgang van het traject. Bij bijzonderheden die zich tijdens het traject voordoen wordt tussentijds contact opgenomen met de gemeentelijk casemanager, en wordt overlegd over de gewenste aanpak. Indien noodzakelijk/wenselijk vindt een driegesprek plaats tussen cliënt, werkadviseur en gemeentelijk casemanager. Ook kan de gemeentelijk casemanager de cliënt uitnodigen om persoonlijk verslag te doen van de voortgang van zijn PRB-traject.
PRB-Werkplan, PSW, maart 2004
14
7.12 Plaatsing De cliënt dient in geval van aanvaarding van betaalde arbeid onmiddellijk de werkadviseur hiervan telefonisch op de hoogte te stellen. De werkadviseur verstuurt vervolgens een schriftelijke bevestiging aan de gemeentelijk casemanager waarin onderstaande informatie opgenomen is, inclusief een afschrift van het arbeidscontract van de betreffende cliënt. Bij daadwerkelijke plaatsing wordt dit middels een ‘plaatsingsrapport’ gemeld aan de gemeentelijk casemanager. De vermelde plaatsingsgegevens kunnen door de gemeentelijk casemanager geverifieerd worden. 7.13 Afronding Toetsen van uitgaven van cliënt, eindrapportage, financiële afwikkeling. Uitgevoerd door de werkadviseur. Bij beëindiging van het PRB-traject wordt dit middels een ‘eindrapportage’ gemeld aan de gemeentelijk casemanager. Na beëindiging van het traject vindt een eindgesprek plaats waarbij de betrokken gemeentelijk casemanager, cliënt en werkadviseur aanwezig zijn.
8. Communicatie In samenwerking met de unit communicatie van de gemeente Eindhoven zal het onderstaande worden uitgevoerd. 8.1 Uitgangspunten: § De communicatie over PRB zal plaats vinden binnen de kaders van de gemeente Eindhoven. § Communicatie zal zoveel mogelijk gedaan worden met behulp van de reeds bestaande communicatiekanalen en –instrumenten van de gemeente Eindhoven; § Waar nodig zullen aanvullende instrumenten ontwikkeld worden, door PSW in samenspraak met de contactpersoon van de gemeente Eindhoven; § De communicatie heeft zeker in aanvang als doel bij te dragen aan de positieve beeldvorming rond PRB; § In de communicatie rond PRB zullen naast de gemeente tevens PSW als uitvoerder en SZW als medefinancier genoemd worden. 8.2 Doelgroepen 1. (Potentiële) cliënten voor PRB. 2. Casemanagers en leidinggevenden Dienst WZI. 3. Direct betrokkenen bij uitvoering (PSW en gemeente, zoals unitleiders, beleidsmakers, wethouder). 4. Relevante locale derden (uitvoeringsinstellingen, Rib’s, etc). 5. Relevante nationale derden (ministerie, provincie, andere gemeenten, etc). 8.3 Doelstellingen Ad 1. (Potentiële) cliënten voor PRB § Enthousiasmeren voor deelname aan PRB door te informeren over globale inhoud, werkwijze, selectiecriteria van PRB. § Voorbereiden van deelnemers op uitvoering PRB door specifieke informatie over PRB, procedures, formulieren, terminologie, werkwijze, taakverdeling, reïntegratieplan-PRB, inkopen, communicatie, etc.
PRB-Werkplan, PSW, maart 2004
§
15
Verhogen van kennis, vaardigheden en motivatie van deelnemers door te informeren over voortgang PRB en ervaringen van andere lotgenoten.
Ad 2. Casemanagers en leidinggevenden/unitleiders sociale dienst § Enthousiasmeren voor aanmelden deelnemers en draagvlak voor PRB door te informeren over globale inhoud, werkwijze, selectiecriteria van PRB. § Voorbereiden op uitvoering van PRB door specifieke informatie over PRB procedures, etc. § Versterken van samenwerking m.b.t. PRB door te informeren over voortgang PRB, zowel algemeen als over specifieke deelnemers PRB. Ad 3. Direct betrokkenen bij uitvoering (van PSW en gemeente) § Versterken van kwaliteit van PRB door overleg en communicatie over opzet, voortgang en knelpunten uitvoering PRB. Ad 4. Relevante locale derden (uitvoeringsinstellingen, Rib’s, etc) § Uitnodigen om informatie over reïntegratiediensten aan te bieden t.b.v. PRB door te informeren over globale opzet en werkwijze PRB. § Verhogen kennis en draagvlak voor PRB door te informeren over PRB en voortgang. Ad 5. Relevante nationale derden (ministerie, provincie, andere gemeenten, etc) § Informeren over bestaan, voortgang en resultaten van PRB -project. 8.4 Instrumenten algemeen § Naam PRB(-project) § Logo: Nader te bepalen. Tevens logo van gemeente Eindhoven, PSW en SZW vermelden. § Referenties: PRB-bureau, verwijzen naar adres en algemeen nummer van PSW (receptie verwijst door naar aanwezige PRB-ers). In individueel contact geven PSW-ers eigen 06nummers aan cliënten. Gemeentelijke contactpersoon en adres voor algemeen: Joris Vogel. Verder individueel contact met casemanagers. Voor externe contacten is Paul van Hattem vanuit PSW aanspreekpersoon. Info voor casemanagers § Voorlichting voor 6 casemanagers. Deze casemanagers zullen hun andere collega’s informeren; § Intranet van gemeente (WZI-web en nieuwsbrief); § Werkprotocol PRB voor casemanagers; PR bij start: primair richten op casemanagers en cliënten van gemeente, nog niet extern § Persberichten op site en kanalen van gemeente. Eindhoven Dichterbij (maandelijks blad van de gemeente voor externen); § Persberichten over PRB in locale perskanalen: Groot Eindhoven (huis aan huisblad, 2 wekelijks met stuk van de gemeente); § Algemene informatie over PRB -project (½ A4) voor derden. Niet actief verspreiden, maar op verzoek en bij vragen over PRB. Info voor cliënten § Algemene wervingsbrochure voor potentiële cliënten.
PRB-Werkplan, PSW, maart 2004
§ § § §
§
16
Cliëntenkrant (eens per 6/8 weken). Voorlichtingsbijeenkomsten voor potentiële cliënten PRB. Mailing sturen naar cliënten. Nader te onderzoeken. Instructiemap met tips en formats voor cliënten voor uitvoering (reïntegratieplan-PRB, terminologie, info over rib’s, standaardovereenkomst voor contracten met uitvoerende organisaties, oriëntatie, afspraken met PRB-bureau en gemeente, etc). Groepsbijeenkomsten cliënten PRB voor intervisie, PC-gebruik en voorlichting en voortgang.
PR over voortgang en eindresultaten: Wanneer er wat meer te melden valt over de voortgang van het project zal er meer naar buiten getreden worden. § Persberichten over PRB in locale perskanalen. Wellicht ook interview met wethouder over PRB. Nader te bepalen. § Persberichten op site en kanalen van gemeente. § In cliëntenkrant nieuws over PRB (6-maandelijks), doelgroep: cliënten, casemanagers en eventueel derden: 2 A4 max. Ook op arbeidsmarktsite Brabant. § Twee artikelen over (voortgang en) resultaten PRB (sociaal bestek, reïntegratie). § Methodiekbeschrijving PRB publiceren. § Conferentie. § Persberichten of interviews over resultaten.
9. Rapportages 9.1 Managementrapportages § De werkadviseur rapporteert over de voortgang van het PRB -project en de trajecten met behulp van managementrapportages. De managementrapportages worden door het PRB-bureau binnen maximaal 21 kalenderdagen na afloop van elk kwartaal aan de gemeente Eindhoven aangereikt. § Het cliëntenoverzicht-PRB wordt maandelijks verstrekt aan de gemeente. Het cliëntenoverzicht wordt door het PRB-bureau binnen maximaal 7 kalenderdagen na afloop van elke maand aan de gemeente Eindhoven aangereikt. § 1x per kwartaal vindt overleg plaats op hoofd/managementniveau (stuurgroep PRB) omtrent (financiële) cijfers, procedures, eventuele knelpunten/belemmeringen en algemene zaken. 9.2 Rapportages uitvoering PRB-trajecten De werkadviseur rapporteert conform de opdrachtverstrekking aan de gemeentelijk casemanager op de volgende momenten: a. Bij aanmelding: § na intakefase: advies rondom acceptatie cliënt in PRB-project. b. Bij aanbieding van het reïntegratieplan-PRB door de cliënt: § advies rondom acceptatie reïntegratieplan-PRB. c. Tijdens PRB -traject: § per 3 maanden een voortgangsrapportage; § na verstrijken van de maximale doorlooptermijn van het PRB -traject; § bij bijzonderheden die zich tijdens het traject voordoen (zie 6.3). d. Bij plaatsing in arbeid: § melding van daadwerkelijke uitstroom: plaatsingsrapport. e. Na afsluiting van het traject:
PRB-Werkplan, PSW, maart 2004
§
17
na afronding van het traject (binnen maximaal 14 kalenderdagen na afronding): eindrapportage waarin in ieder geval vermeld wordt wat de gestelde doelen waren en wat de resultaten zijn.
De uitvoerder van de door de cliënt ingekochte reïntegratiediensten rapporteert de werkadviseur van het PRB-project en de betreffende cliënt (afschrift rapportage) op de volgende momenten: § per 3 maanden een voortgangsrapportage; § bij een eventuele plaatsing op betaald werk; § bij beëindiging van de dienstverlening een eindrapportage; § bij bijzonderheden die zich tijdens het traject voordoen; § Indien noodzakelijk neemt de werkadviseur contact op met de uitvoerder. De cliënt rapporteert de gemeentelijk casemanager met name via de werkadviseur op de volgende momenten: a. Bij aanmelding: § reïntegratieplan-PRB inclusief mondelinge toelichting hierop in driegesprek. b. Gedurende het PRB-traject: § Waar wenselijk kan de gemeentelijk casemanager de cliënt uitnodigen om persoonlijk verslag te doen van de voortgang van zijn PRB -traject, en/of aanwezig zijn bij een gesprek met de werkadviseur. c. Bij bijzonderheden die zich tijdens de looptijd van het traject voordoen en die aanpassing van het reïntegratieplan-PRB vergen, zoals bijvoorbeeld: § bij aanvraag tussentijdse wijziging reïntegratieplan-PRB; § bij (dreiging van) voortijdige beëindiging van het traject of activiteiten die onderdeel uitmaken van het traject. d. Bij beëindiging van het PRB-traject: een eindgesprek waarbij aanwezig de cliënt, de werkadviseur en de gemeentelijk casemanager. 9.3 Incidentele tussentijdse rapportages door werkadviseur Bij bijzonderheden die zich tijdens het traject voordoen wordt tussentijds contact opgenomen met de gemeentelijk casemanager, en wordt overlegd over de gewenste aanpak. Indien noodzakelijk/wenselijk vindt een driegesprek plaats tussen cliënt, werkadviseur en gemeentelijk casemanager. Voorbeelden van bijzonderheden zijn: a. Wanneer cliënt niet komt opdagen op een afspraak of blijk geeft van onvoldoende motivatie voor en/ of medewerking aan het PRB-traject of verwijtbaar gedrag ve rtoont. b. Bij dreiging van voortijdige beëindiging van het PRB -traject. c. Bij voortijdige beëindiging van het traject dient een eindrapportage teruggekoppeld te worden naar de gemeentelijk casemanager waarin in ieder geval vermeld wordt wat de gestelde doelen waren, de reeds verrichte activiteiten, wat de resultaten zijn, het tijdstip van voortijdige beëindiging, wat de reden van uitval is, en een advies voor een alternatief traject voor de betreffende cliënt. Gestreefd wordt – in dien nodig – bij problemen in de voortgang een gesprek te voeren met de cliënt, de gemeentelijk casemanager en de werkadviseur, teneinde tot afstemming te komen.
PRB-Werkplan, PSW, maart 2004
18
9.4 Inhoud verantwoordingsrapportages De projectadministratie omvat de volgende gegevens: • • • •
deelnemersgegevens (naam, sofinummer) instroom- en uitstroomdata, duur van traject. aanwezigheid en deelname aan het programma naar uren begeleidingsuren (van de ingekochte begeleiding)
• • •
mutaties in de voortgang en beëindiging van deelname door uitval individuele eindrapportage bij beëindiging van het programma individuele eindrapportage bij voortijdige beëindiging van het programma door uitstroom naar gesubsidieerde of reguliere arbeid
De financiële administratie omvat de volgende gegevens: • • •
een overzicht van de geleverde programma’s op cliëntniveau een overzicht van de resultaten van deze programma’s een declaratie op cliëntniveau op basis van tarieven
De kwartaalrapportages (management) omvat de volgende gegevens: • deelnemersgegevens (naam, sofinummer) • • •
instroom- en uitstroomdata aanwezigheid en deelname aan het programma naar uren begeleidingsuren
•
Status (fase) van het traject, te weten: Fase 1: intake, diagnose, advies PRB -bureau Fase 2: opstellen reïntegratieplan PRB door cliënt en toetsing door gemeentelijk casemanager Fase 3: uitvoering reïntegratieplan PRB (door de cliënt ingekochte aanbodversterking) Fase 4: bemiddeling/plaatsing/eventuele nazorg
Specificatie Monitor Scholing en Activering: - Cliëntnaam - Sofinummer - Activiteitnaam - Mosacode van de activiteit, zie onder - Begindatum activiteit - Einddatum activiteit De mosa-codes zijn de volgende: 00. Niet van toepassing: geen trajectinstrument ingezet 01. Beroepskeuzeadvies, assessment, verdere diagnose + 02. Educatie LO -niveau 03. Educatie hoger 04. Oriëntatie- en motivatiegerichte scholing en training 05. Beroepsgerichte scholing en training 06. Arbeidsbemiddeling 10. Premies 11. Kinderopvang (alleen ingezet in het kader van reïntegratie) 12. Onkostenvergoeding, w.o. reis- en verwervingskosten 13. Werkplekaanpassing (extra voorzieningen in het kader van een handicap)
PRB-Werkplan, PSW, maart 2004
19
20. Zorg- of hulpverlening 21. Sociale activering: persoonsgerichte activiteiten Sociale activering: maatschappelijk nuttige activiteiten (w.o. vrijwilligerswerk)
10. Rollen en taken Effectieve invloed van cliënten kan alleen ontstaan als de cliënt, werkzoekende, zijn wensen kan formuleren en kenbaar maken. Niet iedereen is daar even goed toe in staat. Dit kan ondervangen worden door het bieden van ondersteuning door een werkadviseur. Er is bewust gekozen voor de benaming ‘adviseur’ omdat dit aangeeft dat de cliënt om advies vraagt en zelf kan bepalen waarbij en waarvoor hij advies nodig heeft. De cliënt bepaalt zelf of, en waarbij hij hulp nodig heeft en vraagt van de adviseur. Immers, de cliënt heeft de regie over zijn reïntegratie en hij moet dan ook zelf kunnen kiezen of hij hulp nodig heeft of niet bij het voeren van zijn regie. De cliënt bepaalt dan ook zelf wanneer en waarbij hij hulp nodig heeft. De adviseur neemt geen besluiten, hij ondersteunt de cliënt. Hij moet niet voor de cliënt denken, maar met de cliënt meedenken. Hij moet niet de regie van de cliënt overnemen, maar hem in staat stellen zelf zijn regie te voeren. Een goede werkadviseur ondersteunt zijn cliënten zodanig dat de cliënt in de loop van het traject steeds meer zelfstandig zijn regie kan voeren. De toegang tot de werkadviseur moet laagdrempelig zijn en eenvoudig bereikbaar. De taken van de werkadviseur bestaan uit: Naar behoefte van de cliënt: § De cliënt ondersteunen bij het opstellen van zijn reïntegratieplan-PRB. § De cliënt inzicht geven in de reïntegratiemarkt, welke bedrijven er zijn, welke producten zij leveren, voor welke doelgroepen zij werken, wat is de kwaliteit, etc. § De cliënten informeren over opleidingsmogelijkheden, welke opleidingen zijn er, welke opleidingsinstituten, enz. § De cliënt adviseren bij de keuze van een reïntegratiedienstverlener. § Ondersteuning bieden bij de totstandkoming en uitvoering van onderdelen van het PRBtraject. Hiertoe wordt een standaard contract incl. bekostigingssystematiek gemaakt dat wordt gehanteerd bij de contractbemiddeling. De werkadviseur van het PRB stelt het contract op en licht het contract toe aan de deelnemer. De deelnemer ontvangt een kopie van het contract. Het contract wordt ondert ekend door de betrokken casemanager van de gemeente Eindhoven. § De cliënt ondersteunen tijdens de procesgang. Als er stagnatie optreedt in de procesgang, moet de cliënt een beroep op de werkadviseur kunnen doen om deze stagnatie op te heffen. § De cliënt adviseren en ondersteunen tijdens zijn reïntegratietraject (op de achtergrond aanwezig zijn bij het doorlopen van het reïntegratietraject). § De cliënt adviseren op het terrein van wetgeving rondom sociale zekerheid en arbeidsrecht. De taken van de gemeentelijk casemanager bestaan uit: § Potentieel geïnteresseerde cliënten informeren over het PRB en waar mogelijk aanmelden bij het PRB-project.
PRB-Werkplan, PSW, maart 2004
§ § § § § § § §
20
Beslissing nemen over deelname aan het PRB-project op basis van het intakeverslag- en advies van het PRB -bureau (in de intake worden de instroomcriteria getoetst). Toetsen reïntegratieplan-PRB en beslissing nemen over goedkeuring reïntegratieplanPRB . Financiële afwikkeling facturen. Cliënt informeren over rechten/plichten m.b.t .reïntegratie. Cliënt informeren over inkomensgevolgen als hij weer aan het werk gaat. Cliënt informeren over de procesgang bij reïntegratie. Waar nodig/wenselijk overleg met de cliënt en/of werkadviseur betreffende de voortgang van trajecten. Interesse tonen in de voortgang van de cliënt.
De taken van de PRB -deelnemer bestaan uit: § Vrijwillige keuze voor PRB-project. Let op: zodra het PRB van start is gegaan is het traject niet meer vrijblijvend. § Reïntegratieplan-PRB opstellen. § Zelf de reïntegratiedienstverlener(s) kiezen. § Uitvoeren van het reïntegratieplan-PRB. § De werkadviseur op de hoogte houden van de voortgang van het traject. § Meewerken aan het bereiken van een gunstig resultaat. § Zorgdragen voor aanleveren informatie t.b.v. rapportages/verantwoordingen.
11. Toetsing van het project 11.1 Inleiding Het voornemen was om het project te toetsen op drie onderdelen, te weten: § de inhoud van de ontwikkelde PRB-reïntegratieplannen; § het uitstroomresultaat; § de ontwikkeling van een methodiek van reïntegratie waarin de eigen rol van de cliënt een centrale plaats inneemt. Om vergelijkingsmateriaal voorhanden te hebben werd een controlegroep voorgesteld van gemeentelijk bijstandsgerechtigden die in dezelfde periode starten met hun reguliere reïntegratietrajecten. Na overleg met een onderzoeker bij PSW is het volgende gebleken: § Er is onvoldoende garantie dat de experimentele groep en de controlegroep vergelijkbaar zijn, aangezien alleen een preselectie op de experimentele groep plaatsvindt (op specifieke selectie- en instroomcriteria) en onbekend is in hoeverre de controlegroep ten aanzien van deze criteria op de experimentele groep lijkt. § Vanwege de preselectie op deze specifieke criteria is tevens onvoldoende duidelijk in hoeverre onderzoeksresultaten generaliseerbaar zijn naar de totale groep bijstandsgerechtigden. § Omdat het project zich gedurende het verloop nog ontwikkelt, is onvoldoende aantoonbaar in hoeverre (gebrek aan) resultaten te wijten zijn aan het PRB als instrument of aan ontwikkelingen in het project zelf. § Samengevat, pas als het instrument in deze pilot voldoende is uitontwikkeld en er sprake is van duidelijk vastgelegde werkprocessen, die onder controleerbare condities aan een experimentele groep en een controlegroep worden aangeboden, kan er sprake zijn van een valide onderzoeksopzet om het instrument uit te testen.
PRB-Werkplan, PSW, maart 2004
21
Op basis van het bovenstaande heeft de onderzoeker geadviseerd een onderzoek op te zetten dat identificeert welke leerervaringen en knelpunten zich in het gebruik van het PRBinstrument voordoen en welke aanpassingen nog nodig zijn (wat betreft instroomcriteria, begeleiding en werkprocessen) om het PRB-instrument optimaal toe te passen. Onderstaand wordt een voorstel gedaan betreffende de wijze waarop het onderzoek vorm kan worden gegeven. 11.2 Onderzoeksvorm Zoals eerder is aangegeven, gaat het bij het PRB-project om een project waarin middels leerervaringen een instrument wordt ontwikkeld dat toegesneden is op de doelgroep van bijstandsgerechtigden. Het onderzoek legt deze leerervaringen vast en geeft inzicht welke aanpassingen nog nodig zijn om het instrument te optimaliseren. Naast bovenstaande ontwikkelfunctie heeft het onderzoek ook een belangrijke beschrijvende functie. Voor zowel de overheid, de burgers en cliënten als voor ketenpartners is het van belang om een inzichtelijk beeld te verkrijgen van de wijze waarop het PRB-project in de praktijk gestalte krijgt. De gemeente Eindhoven is met het PRB-project voor bijstandsgerechtigden een voorloper en is vanuit deze positie gebaat bij een duidelijke rapportage over de wijze waarop het PRB-project in de praktijk werkt. In het onderzoek wordt derhalve nadrukkelijk de concrete uitvoeringspraktijk als invalshoek gekozen. De concrete ervaringen van de PRB-werkadviseurs en de cliënttevredenheid over het PRB vormen het uitgangspunt. Binnen deze uitvoeringspraktijk worden thema’s zoals dilemma’s, knelpunten, keuzes, oplossingen en afstemmings- en samenwerkingsvraagstukken beschreven en geëvalueerd. De onderzoeksresultaten kunnen derhalve zowel voor analytische doeleinden (leerervaringen en aanbevelingen) als voor PR-doeleinden worden ingezet. 11.3 Werkwijze Het onderzoeksmateriaal zal worden verzameld middels interviews met de vier PRB werkadviseurs, en de afname van een schriftelijke cliënttevredenheids-vragenlijst aan alle cliënten die deel hebben genomen aan het PRB -project. Er wordt aan het eind van het onderzoek een schriftelijke rapportage opgeleverd. De finale opleverdatum is medio februari 2006. De onderzoeksrapportage zal op basis van de gehouden interviews, en de ingevulde cliënttevredenheids-vragenlijsten, een beeld schetsen van de ervaringen met het PRB -project t/m december 2005. De onderzoeksactiviteiten zullen worden uitgevoerd door een onderzoeker van PSW.