WERKPLAN 2009 Focuspunten van de Stadsregio Amsterdam
Vastgesteld door de Regioraad, 16 december 2008
16 december 2008
2
Inhoudsopgave 1
Metropoolvorming staat centraal............................................................................................. 4
2
De Stadsregio bouwt aan de Metropool.................................................................................. 5
3 3.1 3.2 3.3 3.4
Uitdagingen 2009 vergen een nieuwe aanpak........................................................................ 6 Rol van de Stadsregio Amsterdam............................................................................................ 6 Nieuwe aanpak.......................................................................................................................... 7 Troeven van de Stadsregio Amsterdam.................................................................................... 8 Soorten taken ............................................................................................................................ 8
4 4.1 4.2
De focus voor 2009.................................................................................................................... 9 Focuspunten.............................................................................................................................. 9 Organisatiebrede thema’s ....................................................................................................... 11
5 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6
Inhoudelijke programma’s...................................................................................................... 14 Openbaar Vervoer ................................................................................................................... 14 Infrastructuur ........................................................................................................................... 20 Verkeer en Vervoer ................................................................................................................. 27 Werken en Economie .............................................................................................................. 31 Ruimtelijke Ordening ............................................................................................................... 35 Wonen ..................................................................................................................................... 39
6
Jeugdzorg ................................................................................................................................. 45
7 7.1 7.2
Organisatie ............................................................................................................................... 50 Bestuur en communicatie ........................................................................................................ 50 Bedrijfsvoering......................................................................................................................... 51
8 8.1 8.2
Financiën .................................................................................................................................. 54 Plaats Actieprogramma in de begrotingscyclus ...................................................................... 54 e 1 Begrotingswijziging 2009 .................................................................................................... 54
Bijlage Activiteitenraming 2009..................................................................................................... 56 Programma 1 Ruimtelijke ordening............................................................................................... 57 Programma 2 Wonen .................................................................................................................... 59 Programma 3 Werken en economie ............................................................................................. 62 Programma 4 Verkeer en vervoerbeleid ....................................................................................... 64 Programma 5 Infrastructuur .......................................................................................................... 68 Programma 7 Openbaar Vervoer.................................................................................................. 70
16 december 2008
3
1
Metropoolvorming staat centraal
De Stadsregio functioneert binnen het grotere geheel van de Metropoolregio Amsterdam. Die metropool is een feit. Met 2,5 miljoen inwoners, meer dan een miljoen banen, met Schiphol, de haven, Greenport, Amsterdam als unieke merknaam, de financiële en zakelijke dienstverlening, een breed scala aan woonmilieus, miljoenen toeristen, inspirerende landschappen en architectuur en een grote diversiteit aan voorzieningen telt de Amsterdamse metropool internationaal zeker mee. De Metropoolregio Amsterdam onderscheidt zich door een aansprekende vermenging van verstedelijking en landschap, waardoor iedereen hier aangenaam kan wonen, werken en leven. De regio biedt een breed scala aan woonmilieus, van hoogstedelijk tot landelijk. Deze aantrekkelijke leefomgeving maakt de regio ook tot een aantrekkelijke vestigingsplaats voor bedrijven, naast de goede (internationale) bereikbaarheid, het brede aanbod aan voorzieningen (kunst, cultuur, scholing, winkels) en de grote diversiteit aan economische activiteiten, waaronder sterke specilisaties en een grote innovatieve kracht. Dit zorgt er ook voor dat de metropool een sterke aantrekkingskracht op jongeren en hoger opgeleiden heeft. Samen met de relatief jonge bevolking betekent dit dat de metropool de komende jaren flink zal blijven groeien, wat het dynamische karakter van de Metropoolregio Amsterdam nog eens versterkt. Om deze sterke punten verder uit te buiten en de concurrentiekracht op Europees topniveau te houden is het van het grootste belang om gelijktijdig aan het uitvoeren van alle afspraken uit de diverse Noordvleugelconferenties over woningbouw, economische ontwikkeling en bereikbaarheid, in te blijven zetten op bundeling en concentratie van de verdere verstedelijking in de metropool. Dat draagt bij aan het vergroten van het draagvlak voor stedelijke voorzieningen, het draagvlak voor openbaar vervoer en een efficiënt ruimtegebruik en het behoud van het karakteristieke landschap. e
Zo ontstaat een duurzame ruimtelijke structuur als basis voor verdere metropoolvorming. Tijdens de 7 Noordvleugelconferentie van december 2007 is vastgesteld dat deze metropoolvorming bevorderd wordt door extra in te zetten op vier "impulsen": 1) Metropolitane bereikbaarheid Verbeteren van de interne en externe bereikbaarheid van de metropool, met daarbij nadruk op de intensivering van het openbaar vervoer 2) Stedelijke transformatie Verdere verstedelijking vooral via het intensiveren en transformeren van bestaand verstedelijkt gebied 3) Metropolitane landschap De bijzondere waarde van het landschap in de metropoolregio behouden en verder versterken 4) Duurzaamheid Inzetten op een duurzame en klimaatbestendige ontwikkeling
De Stadsregio maakt onderdeel uit van de Metropoolregio en speelt een rol bij het versterken van de ruimtelijke structuur. Gezien haar taken en bevoegdheden zal de Stadsregio daarbij vooral inzetten op de eerste twee impulsen en met name op de samenhang daartussen. Alle projecten die in dit actieprogramma staan vallen dan ook vooral onder die twee koppen: bereikbaarheid en verstedelijking.
16 december 2008
4
De verstedelijking en verdere ruimtelijk-economische ontwikkeling zal zo veel mogelijk binnen bestaand stedelijk gebied moeten plaatsvinden om het bijzondere landschap te sparen en omdat er gewoonweg weinig ruimte is. Maar ondertussen moeten er wel 150.000 woningen gebouwd worden, moet er 500 ha. bedrijfsterrein gerealiseerd worden, moet er ruimte zijn voor Schiphol, de haven, de Zuidas en de Greenport. En dat alles op zo'n manier dat het aantrekkelijke woon-, werk- en leefmilieu dat kenmerkend is voor de metropoolregio Amsterdam ook echt aantrekkelijk blijft. Verdichten en concentreren mag niet leiden tot verslechtering van de leefbaarheid. Deze verstedelijkingsopgave kan niet los gezien worden van de bereikbaarheid van de metropool. Intern, maar ook nationaal en internationaal. Zonder goede bereikbaarheid geen metropool. En zonder goed, betrouwbaar en frequent openbaar vervoer, geen goede bereikbaarheid. Het is niet voor niets dat de Stadsregio in juni 2008 een OV-visie 2010-2030 heeft vastgesteld. Die 150.000 woningen zullen gebouwd worden. Daar werkt de Stadsregio samen met andere partners in de metropoolregio al aan en we zorgen ook voor een internationaal aansprekend openbaar vervoer: een dicht netwerk, stipt en betrouwbaar. In de nabije toekomst nog makkelijker te gebruiken door de chipkaart en een perfect informatiesysteem voor de reiziger. Dat zijn in hoofdlijnen de ambities die de samenwerkende gemeenten van de Stadsregio, binnen het grotere geheel van de metropoolregio, voor de komende jaren heeft. In dit actieprogramma staat, uitgesplitst naar projecten, welke doelen wij ons daarbij stellen voor 2009. Met die projecten bouwen wij daadwerkelijk mee aan de metropool!
2
De Stadsregio bouwt aan de Metropool
De Stadsregio draagt al jaren heel direct bij aan de metropoolvorming door - om een paar voorbeelden te noemen - de regionale bereikbaarheid te verbeteren door een goed OV-aanbod en de aanleg van infrastructuur, door van begin af aan nadrukkelijk partner te zijn in het Noordvleugeloverleg, door deelname aan Greenport Aalsmeer en ACT in Haarlemmermeer en recent door één van de trekkers te zijn van de studie naar de metropolitane bereikbaarheid 2040. De Stadsregio kán dat doen, doordat zij wettelijke bevoegdheden combineert met ruime budgetten en doordat samenwerken op de regionale schaal onze specialiteit is. Wíj weten hoe je partijen bij elkaar brengt, hoe je gezamenlijk opgaven benoemt en tot oplossingen komt. De Stadsregio bouwt volop mee aan de metropool. Dat doen we vanuit een speciale positie en met specifieke bouwstenen. Onze positie is sterk omdat we op basis van de WGR+ een constructief samenwerkingsverband vormen van 16 gemeenten binnen de metropool, en omdat we veel geld kunnen besteden in de regio. De 16 gemeenten vormen samen de Stadsregio, en daarmee het hart van de metropoolregio. Diezelfde WGR+ geeft de Stadsregio een aantal specifieke bevoegdheden waarmee we structureel aan de regionale ontwikkeling kunnen bijdragen. Hoe beter we daarbij onze kwaliteiten inzetten, hoe groter onze meerwaarde voor de metropool. Die kwaliteiten zijn onze wettelijke taken en bevoegdheden, de aanwezigheid van financiële middelen, het kunnen schaken op meerdere (bestuurlijke) borden, een grote inhoudelijke expertise, een groot organiserend vermogen gekoppeld aan een integrale werkwijze.
16 december 2008
5
De belangrijkste knoppen waar wij als Stadsregio aan kunnen draaien als het gaat om de metropoolvorming (de belangrijkste "impulsen" waar we aan kunnen werken) liggen op het terrein van de bereikbaarheid en de woningbouw (kwantitatief en kwalitatief). Daarbovenop gebruiken wij ons organiserende en initiërende vermogen ook om mee te bouwen aan de economische en ruimtelijke ontwikkeling van de metropool, zowel met concrete projecten als bij de regionale afstemming en het creëren van meerwaarde door bovenlokale samenwerking. Dat alles wordt vertaald in dit actieprogramma door projecten en doelen te benomen voor 2009. Nu gebeurt dat nog op een manier die enigszins vergelijkbaar is met de werkplannen van de afgelopen jaren, dus per “begrotingsprogramma”. Maar dat gaat veranderen. Nu al door veel duidelijker aan te geven waar wij op gaan focussen in het grotere verband van de ontwikkeling van de metropoolregio Amsterdam en duidelijker onze te behalen resultaten te omschrijven. In die zin is dit actieprogramma voor 2009 een overgang naar een nieuwe opzet van de Regionale Agenda voor 2010-2014. Daarin - zo is de bedoeling - zal de indeling van de acties van de Stadsregio (wat de 16 gemeenten dus allemaal in regionaal verband gaan doen!) gericht zijn op de grote thema's van bereikbaarheid en verstedelijking, de meerwaarde van de Stadsregio daarin en de samenhang van ons werk met dat van andere partijen in de Metropoolregio. Dan zal ook duidelijker dan tot nu toe tot uiting komen hoe precies de samenhang tussen ruimtelijke ontwikkeling en bereikbaarheid onze leidraad is voor ons werk en hoe onze integrale werkwijze daartoe bijdraagt. Maar nu eerst aan de slag voor 2009!
3
Uitdagingen 2009 vergen een nieuwe aanpak
3.1
Rol van de Stadsregio Amsterdam
De Stadsregio Amsterdam is primair een vervoersautoriteit: opdrachtgever van het regionale openbaar vervoer met daarnaast een stevig budget voor infrastructuurprojecten ter verbetering van dat openbaar vervoer en van de bereikbaarheid in het algemeen. Maar wie ons uitsluitend ziet als vervoersorganisatie doet de Stadsregio, en de WGR-plus tekort: de Stadsregio is veel meer dan dat. Bij het bouwen aan de metropool - en het opstellen van dit actieprogramma - is het zaak goed de rol en positie van de Stadsregio te benoemen. Wat is onze rol ten aanzien van de 16 gemeenten die samen de Stadsregio vormen en wat is onze rol namens die 16 gemeenten in de metropool? Wat zijn onze troeven en hoe maken we daar optimaal gebruik van? In ieder geval is het verstandig in te zetten op die taken die het beste passen bij onze natuurlijke vermogens (troeven) en die daarnaast recht doen aan wat er van ons verwacht wordt (door de 16 gemeenten en door de wetgever). De complexiteit van de onderwerpen die de Stadsregio Amsterdam ‘onder haar hoede heeft’ is groot door de betrokkenheid van veel partijen op verschillende schaalniveaus, door uiteenlopende belangen, de hoge mate van bestuurlijke aandacht en door de dynamische ontwikkelingen op economische en maatschappelijk terrein. De combinatie van onze bevoegdheden, beschikbare financiële middelen en een sterke cultuur van samenwerken maakt dat de Stadsregio deze complexiteit goed kan hanteren en daarmee meerwaarde kan creëren binnen en tussen de beleidsvelden. Gaat het over woonmilieus, dan gaat het ook over OV-
16 december 2008
6
ontsluiting. Gaat het over goederenvervoer, dan gaat het ook over leefbaarheid. In die zin zal bij alles wat we doen steeds terugkomen dat wij de samenhang tussen ruimtelijke ontwikkeling en bereikbaarheid voorop zetten. Dat valt te vangen in de term 'integraliteit', maar dat wil niet zeggen dat alles wat we doen een compleet integraal projectteam vergt. Slim en efficiënt omgaan met capaciteit en kennis past bij onze werkwijze. Een belangrijke troef die de Stadsregio ook al jaren inzet is het organiseren van afstemming, kennisuitwisseling en het initiëren van nieuwe manieren van samenwerken. Dat kan tussen de 16 gemeenten onderling, maar ook namens de 16 gemeenten in de Metropoolregio of samen met andere partijen. Het betekent dat de Stadsregio aan veel overleggen en debatten meedoet en daar een constructieve en op resultaat gerichte inbreng heeft en tevens borg staat voor de integrale benadering van de regionale onderwerpen. Voorbeelden in 2009 zijn het leveren van inbreng in de ambtelijke en bestuurlijke Kerngroep Metropoolregio, bijdragen aan het organiseren, het bepalen van de doelstellingen en afspraken en het e uitwerken van de 1 Metropoolregio Amsterdam Conferentie in april 2009, deelname aan regionaal overleg op gebied van ruimtelijke en strategie ontwikkeling zoals Samenwerkende Kaderwetgebieden Ruimtelijke Ordening (SKRO), Forum Stedelijke Regio’s en Synerginproject Universiteit Amsterdam en belangenbehartiging van de metropolitane ontwikkeling in het kader van projecten als Randstad2040 en Urgentieprogramma Randstad (UpR).
3.2
Nieuwe aanpak
Werkwijze gericht op uitvoering Het bouwen aan de metropool vergt een nieuwe aanpak. De afgelopen jaren is er veel beleid vastgesteld en zijn er veel visies ontwikkeld. De samenwerkende gemeenten van de Stadsregio weten wat ze willen in de regio. Nu komt het aan op de uitvoering en op het boeken van resultaten. We zullen ons als Stadsregio (en dat geldt óók voor alle 16 gemeenten) nu richten op het waarmaken van onze ambities. Bij de uitvoering van het vastgestelde beleid speelt de Stadsregio allerlei rollen, die per project kunnen verschillen. Soms zijn we financier, soms trekker, soms bepalen wij wat er moet gebeuren, soms zitten we ‘slechts’ aan tafel en soms doen we helemaal niets, omdat er een andere partij is die het sneller of beter kan. En in alle gevallen zal de Stadsregio niet schromen initiatieven te nemen en waar nodig andere partijen aanjagen. Dat is een rol die past bij de partij die de metropool wakker houdt. Stevigere externe communicatie De Metropool Amsterdam op de kaart zetten is ook de Stadsregio Amsterdam op de kaart zetten. De Stadsregio functioneert binnen het grotere geheel van de metropoolregio. We spelen een cruciale rol bij het versterken van de metropoolregio, vooral op het gebied van bereikbaarheid en verstedelijking. Mede door de Stadsregio Amsterdam bereikt de metropoolregio haar ambities en doelen op die gebieden. Wij staan voor de metropoolambitie, voor onze wettelijke taken en bevoegdheden, voor regionale samenwerking, coördinatie en belangenbehartiging. De Stadsregio boekt resultaten die zichtbaar mogen zijn voor onze gemeenten, de regionale partners en het rijk. Doelstelling voor 2009 is om onze taken en projecten, doelen en resultaten zichtbaarder te maken voor de buitenwereld. Externe profilering als middel ten behoeve van die ambities, doelen en resultaten. De communicatie van de Stadsregio loopt met name via de projecten, waar externe communicatie dan ook van meet af aan een plek krijgt.
16 december 2008
7
3.3
Troeven van de Stadsregio Amsterdam
Om haar werk te kunnen doen heeft de Stadsregio een aantal troeven, die in combinatie met elkaar worden ingezet bij de aanpak van alle projecten in dit actieprogramma. 1)
De Stadsregio schaakt op alle borden van bestuurlijk Nederland (en zelfs een beetje Europa). Doordat wij goed bekend zijn met het gemeentelijke niveau, maar ook veel samenwerken met andere partners, zoals Rijk, provincie en andere Metropoolpartners, kunnen wij schaken op diverse borden én schakelen tussen stad en land. De Stadsregio biedt een platform voor samenwerking, afstemming, debat en kennisuitwisseling. Wíj weten hoe je partijen bij elkaar brengt, hoe je gezamenlijk opgaven benoemt en tot oplossingen komt.
2)
De Stadsregio heeft geld om in de regio te besteden Er zijn diverse rijksbudgetten op diverse taakvelden (bijvoorbeeld BDU voor Verkeer en Vervoer en verstedelijkingsgelden voor Wonen) voor de realisatie van beleid. Veel van de regionale opgaven worden door de gemeenten uitgevoerd. Behalve dat er bestaande budgetten zijn, bleken wij de afgelopen jaren ook in staat extra budgetten aan te boren voor de regio en haar inliggende gemeenten.
3)
De Stadsregio heeft grote inhoudelijke expertise op specifieke terreinen.
4)
De Stadsregio heeft een groot organiserend vermogen. Haar werkwijze is niet hiërarchisch of machtsgebaseerd, maar netwerkend op basis van gelijkwaardigheid, passend bij de kenniseconomie en de eisen van deze tijd.
5)
De Stadsregio is gewend integraal te werken. Bereikbaarheid en ruimtelijke ordening zijn verweven, maar ook de diverse poten van verkeer en vervoer onderling en de samenhang met economische zaken komen bij ons samen.
3.4
Soorten taken
Wettelijke taken Het is bij wat de Stadsregio doet goed om onderscheid te maken tussen wat we moeten doen op basis van wettelijke verplichtingen - al dan niet voortkomend uit de WGR+ - zoals het opdrachtgeverschap van het openbaar vervoer, het subsidiëren van infrastructuur, het verdelen van geld voor nieuwbouw van woningen of het opstellen van een woonruimteverordening of Regionaal Verkeer en Vervoersplan. Aparte vermelding verdient in dit verband de wettelijke taak die de Stadsregio heeft om zorg te dragen voor de regionale jeugdzorg. Een belangrijk onderdeel van het maatschappelijk welbevinden in de regio. Jaarlijks wordt daar door de Stadsregio meer dan 150 miljoen euro aan besteed. Ook uit de Nota Ruimte komen taken voort, zoals het realiseren van voldoende ruimte voor bedrijfsterreinen. Metropoolregio De besluiten die tijdens alle Noordvleugelconferenties zijn genomen en het Ontwikkelingsbeeld 2040 zijn door de Stadsregio allemaal onderschreven. Sterker nog, we hebben er zelf stevig aan meegewerkt. Samen met de andere regiopartners worden acties en projecten uitgevoerd om de ambities waar te maken. Er zijn afspraken gemaakt over wie wanneer de voortrekkersrol heeft. De
16 december 2008
8
Stadsregio is een centrale spil bij de metropooluitdagingen op het gebied van bereikbaarheid, economie en wonen. Verzoek van gemeenten De Stadsregio werkt aan taken die voortkomen uit of voortborduren op gemeentelijke taken. Er wordt meerwaarde behaald door samenwerking, coördinatie en afstemming op bovenlokale schaal of de bundeling van belangen richting andere partijen. Voorbeelden zijn het aanjagen van de woningbouw, de afstemming op de kantorenmarkt, het stimuleren van het regionale toerisme en de afspraken op het gebied van de detailhandel.
4
De focus voor 2009
4.1
Focuspunten
Het ligt voor de hand dat de Stadsregio in zijn bijdrage aan de ontwikkeling van de metropool zijn sterkste troeven inzet en zich richt op die projecten en onderwerpen waar de meerwaarde van de Stadsregio het grootst is. Vanuit die troeven laten de inspanningen voor 2009 zich focussen op: -
Metropolitane bereikbaarheid, zowel OV, fiets, auto en goederenvervoer Verstedelijking, waaronder stedelijke transformatie, woningbouw en ruimte voor economische ontwikkeling De basis voor de hoofdthema’s liggen in het Regionaal Verkeer- en Vervoerprogramma, de nadere uitwerking daarvan in de OV-visie en de Woonvisie en haar agenda. Feitelijk moeten alle activiteiten die de Stadsregio uitvoert resulteren in een verbetering van de metropolitane bereikbaarheid en/of een optimale stedelijke transformatie. In onderstaand schema zijn deze hoofdthema’s vertaald naar 5 focuspunten waaronder de projecten zijn gegroepeerd die in 2009 tot een concreet product moeten leiden. Hiermee wordt de bijdrage van de Stadsregio aan de Metropool in 2009 zichtbaar gemaakt. Niet al het werk van de Stadsregio in 2009 is daarmee benoemd. In de verschillende inhoudelijke programma’s (hoofdstuk 5) wordt per afdeling aangegeven welke bijdrage wordt geleverd aan de belangrijkste projecten, en welke werkzaamheden daarnaast nog worden uitgevoerd. Het is, zoals eerder gezegd, de bedoeling om bij het opstellen van de Regionale Agenda 2010-1014 hiervan een integraal programma te maken. In onderstaand schema van hoofdthema’s, focuspunten en projecten wordt duidelijk dat (horizontaal en verticaal) sprake is van een behoorlijk aantal dwarsverbanden. Producten vallen onder meerdere focuspunten en per focuspunt zijn meerdere producten volgend jaar van belang. Een integrale aanpak voor met name deze projecten is cruciaal voor het slagen van het project ofwel het behalen van een goed resultaat. Inspanningen die niet rechtstreeks te relateren zijn aan de geformuleerde hoofdthema’s vragen in de loop van 2009 óf om een heroverweging óf het zijn wettelijke taken die niet één twee drie direct te relateren zijn aan de metropoolvorming. In het eerste geval is de vraag legitiem: waarom doen we ze/ waarom zouden we ze continueren? In het overzicht zijn alleen producten opgenomen die de Stadsregio in eigen hand heeft. Uiteraard zijn er andere acties en projecten waar het trekkerschap bij een samenwerkende regionale partner of het
16 december 2008
9
rijk ligt. Projecten met resultaten die wel van groot belang zijn voor de bereikbaarheid, economische dynamiek of woningbouw, en waar de Stadsregio soms actief in participeert. Voorbeelden zijn bijvoorbeeld het Programma Hoogfrequent Spoor en de regionale aansturing van het BOR RegioNet pakket. Een ander goed voorbeeld waar ook sprake is van een integratie van de beleidsvelden bereikbaarheid en ruimtelijke ordening is het rijksproject OV-SAAL (OV-corridor Schiphol Amsterdam Almere Lelystad). Bereikbaarheid
hoofdthema’s
Verstedelijking
Openbaar
Netwerken
Knooppunt
Economische
Vervoer
Infrastructuur
ontwikkeling
dynamiek
Woningbouw
focuspunten
producten & resultaten
Projecten 2009
FOCUS
Openbaar
Netwerken
Knooppunt
Economische
Vervoer
Infrastructuur
ontwikkeling
dynamiek
Woningbouw
PRODUCTEN 2009 Verstedelijkingsafspraken Wegvisie Concessieverlening Marketing en promotiestrategie Toerisme Goederenvervoer Invoering chipkaart Woningbouwproductie (kwal. en kwan.) Projectennota 2 Gebiedspakketten Zaancorridor Financieel meerjarenplan OV (Amsys) DRIS Knooppuntenbeleid Huisvestingsverordening Beleidskader Beheer & Onderhoud Toeristische strategie OV VENOM Marketingbureau OV Amstelveenlijn Locatiebeleid Tram plus Tariefverordening OV
In het volgende hoofdstuk worden per programma de producten en resultaten omschreven (bij de afdeling waar het trekkerschap ligt). Niet alleen de bovengenoemde producten die voor een belangrijk deel 2009 zullen kenmerken, maar ook de overige werkzaamheden van de afdelingen. Zoals gezegd gaat het om reguliere werkzaamheden evenals acties en projecten waarvan het trekkerschap bij andere partijen ligt.
16 december 2008
10
4.2
Organisatiebrede thema’s
In het overzicht van de focuspunten zijn veel dwarsverbanden te zien. Een integrale aanpak van de focuspunten en producten is cruciaal voor het genereren van een optimale bijdrage aan de metropoolvorming. Daarnaast is er een aantal organisatiebrede thema’s en activiteiten die ten goede komen aan alle focuspunten. Bijvoorbeeld voorwaardenscheppende activiteiten zoals het uitbreiden van de financieringsmogelijkheden, organisatorische activiteiten zoals de aanpak in gebiedspakketten, of inhoudelijke activiteiten die consequenties hebben voor vrijwel alle beleidsvelden. Bij de beschrijving van de aparte programma’s in hoofdstuk 5 komen deze organisatiebrede thema’s niet goed uit de verf. Daarom geven we hieronder een overzicht van de organisatiebrede thema’s. Niet voor al deze projecten is een integrale aanpak nodig, maar er vindt minimaal op reguliere basis of ad hoc afstemming en/of coördinatie per thema plaats. Gemeentelijke planvorming Op gemeentelijk schaalniveau vindt een doorvertaling plaats van het regionale beleid en de regionale projecten. Ervaringen uit het verleden wijzen erop dat een continue begeleiding en stimulering van de gemeenten uitermate belangrijk is. Juist de Stadsregio kan dossiers en beleidsthema’s aan elkaar knopen en deze synergie gebruiken bij een optimalisatie en verbetering van de gemeentelijke planvorming. De Stadsregio werkt hier in 2009 op verschillende manieren aan: • Monitoring en begeleiding van gemeentelijk plannen. Dit kunnen structuurvisies zijn, maar ook bestemmingsplannen of gemeentelijke verkeer- en vervoersplannen. Het is van belang dat het (regionale) verkeer- en vervoerbeleid goed wordt verankerd in de bestemmingsplannen zodat de bereikbaarheid vergroot wordt (programma Verkeer en Vervoer). • Ruimtelijke reserveringen: in het uitvoeringsprogramma van het RVVP (incl. de OV-visie) is een aantal grote projecten benoemd, zoals de Zaanlijn of de Amstelveenlijn die ook ruimtelijke implicaties hebben. Er moeten tijdig ruimtelijke reserveringen gemaakt worden om de realisatie in de toekomst mogelijk te maken (programma Verkeer en Vervoer). • Spelregelkader inpassing regionale infrastructuur. Uitwerking van een spelregelkader om een bijdrage te leveren aan (gemeentelijke) stedenbouwkundige initiatieven en plannen waar het gaat om de inpassing en aantakking op de regionale netwerken fiets, OV en weg (programma Infrastructuur). • Convenanten RVVP: uitvoeringsafspraken met de wegbeheerders over de concrete realisatie van regionale verkeer- en vervoerprojecten (programma Verkeer en Vervoer). Knooppunten en ketenmobiliteit Zowel in de OV-visie als in het RVVP is extra aandacht voor knooppunten en ketenmobiliteit. Hierin zitten verschillende aspecten, die ook weer een nauwe samenhang met elkaar hebben. • Knooppuntontwikkeling. Gezien de verkeer- en vervoersproblematiek in deze regio zijn knooppunten een grote kans voor de bereikbaarheid. Echter, niet alle vervoersknooppunten hebben momenteel een hoge dichtheid. Het is natuurlijk jammer deze potentie niet te benutten en daarom wordt nagestreefd om op en rondom vervoersknooppunten een hoge dichtheid te creëren. Dit schept bovendien extra kansen voor hoogwaardig OV (programma Ruimtelijke Ordening) • Knooppuntmanagement: op basis van de resultaten van de proef op Station Duivendrecht voortzetten en uitbouwen van integraal management en beheer op regionale knooppunten (programma Verkeer en Vervoer/Infrastructuur). • Coördinatie uitvoering Actieplan Ketenintegratie: P+R, overstap fiets-OV, reisinformatie, etc. (programma Verkeer en Vervoer)
16 december 2008
11
Uitbreiden financieringsmogelijkheden • Onderzoek naar de concrete mogelijkheden van PPS, gericht op meer geld en betrokkenheid van marktpartijen (programma Infrastructuur). • Organiseren bestuurlijke regionale conferentie financieringsopgave: zoeken naar overeenstemming over de financieringsstrategie voor verkeer- en vervoersprojecten (programma Verkeer en Vervoer). • Financieel meerjarenplan OV: de ambities voor het OV voor de periode tot 2020 / 2030 en de voorziene kosten lijken de (onzekere) budgetten ver te overschrijden. De Stadsregio wil zich inspannen om de bestuurlijke besluitvorming zo goed mogelijk te bedienen van goede informatie. In 2009 is er een financieel meerjarenplan beschikbaar tot 2020 - 2030 waarin zijn opgenomen: Investeringen in het kader van Amsys en Activa BV, extra exploitatie lasten als gevolg van de NZlijn, de OV-visie en de prognoses op het gebeid van beheer en onderhoud (programma Openbaar Vervoer). • Inzet t.b.v. een hogere BDU-bijdrage van het Rijk in de komende jaren (programma Infrastructuur). Woningbouwproductie (kwantitatief en kwalitatief) De activiteiten van de programma Ruimtelijke Ordening en Wonen vullen elkaar hier aan. Hoeveel woningen hebben we nodig, in wat voor soorten woonmilieus (stedelijke verdichting en suburbane uitleg of dorps/landelijke milieus). Moeten we de 150.000 woningen plancapaciteit herijken, met nieuwe locaties afgestemd op mogelijkheden voor openbaar vervoer en welke verstedelijkingsafspraken met het Rijk maken we. Een scala aan vraagstukken. In 2009 inzet op de volgende projecten: • Verstedelijkingsafspraken voor de periode tot 2010 en daarna (2010-2020) (programma Ruimtelijke Ordening). • Monitoring en stimulering woningbouwproductie (programma Wonen) • Stimuleren van kwaliteit: inzet op diversiteit en toekomstbestendigheid van het (nieuwe) woningaanbod (programma Wonen) Gebiedspakketten • Taskforce Mobiliteitsmanagement: gebiedspakket aanpak OV-bereikbaarheid bedrijfsterreinen. In 2009 een start met de aanpak OV-optimalisatie op 4 bedrijfsterreinen (programma Verkeer en Vervoer). • Gebiedsgerichte aanpak RVVP: de Stadsregio wil voor gebieden met ruimtelijk-economische ambities gebiedspakketten samenstellen met een effectieve mix van maatregelen om de groeiende mobiliteit te kunnen faciliteren. De Stadsregio zet met name in op stedelijke bestemmingsgebieden aan congestiegevoelige corridors. In 2009 wordt samen met 2 gemeenten gestart op locaties waar ontwikkelingen gaande zijn (programma Verkeer en Vervoer). • Gebiedsaanpak Ombouw Amstelveenlijn. Door middel van een gebiedsaanpak wordt de relatie gelegd met diverse samenhangende projecten, en tevens gezocht naar financieringsmogelijkheden voor de realisatie (programma Infrastructuur). Spoor Een zeer groot deel van de OV-reizigers in de regio begint of eindigt zijn/haar reis met de trein. Het spoor is daarom een essentieel onderdeel van de bereikbaarheid van de regio. In 2009 spelen de volgende zaken op dit terrein: • Opdrachtgeverschap regionaal spoorvervoer, gezamenlijk met de andere OV-opdrachtgevers in de Randstad (programma Openbaar Vervoer) • LMCA Spoor: deelname aan rijksstudie naar optimale benutting van het spoor voor zowel het personen- als het goederenvervoer (programma Verkeer en Vervoer). • Deelname aan de rijksstudie OV-SAAL (Openbaar Vervoer Schiphol – Amsterdam – Almere – Lelystad (programma Infrastructuur/Openbaar Vervoer).
16 december 2008
12
• •
Programma BOR-RegioNet 2009: zorgdragen voor aansturing en realisatie nieuwe stations en capaciteitsinvesteringen in de Noordvleugel (programma Infrastructuur). Programma Hoogfrequent Spoor (PHS): actieve betrokkenheidbij de uitwerking van de planstudies door Prorail op de corridors waarop het Kabinet voor de periode tussen 2012 en 2020 een kwaliteitssprong op het spoor voorziet (financiële inzet 4,5 miljard) (programma Infrastructuur).
16 december 2008
13
5
Inhoudelijke programma’s
5.1
Openbaar Vervoer
Het stimuleren van een uitstekende bereikbaarheid met het openbaar vervoer waarbij ook randvoorwaarden op het gebied van minimum voorzieningenniveau, veiligheid en toegankelijkheid in acht worden genomen staat centraal. Het verbeteren van de bereikbaarheid is van cruciaal belang in de concurrentieslag van de Metropoolregio Amsterdam met andere Europese metropolen. Met de vaststelling van de Regionale OV-visie (2008) is gekozen voor investeren in een verdere kwaliteitsimpuls: kwalitatief openbaar vervoer is betrouwbaar, comfortabel en snel. Het gemak voor de gebruiker wordt vergroot door zaken als actuele reisinformatie, de chipkaart en uniforme marketing. De Stadsregio ontvangt jaarlijks een rijksbijdrage van ruim € 300 miljoen voor specifiek de uitvoering van openbaar vervoer in het stadsregiogebied. Bereikbaarheid
Verstedelijking
Openbaar
Netwerken
Knooppunt
Economische
Vervoer
Infrastructuur
ontwikkeling
dynamiek
Woningbouw
Projecten 2009
FOCUS
Openbaar
Netwerken
Knooppunt
Economische
Vervoer
Infrastructuur
ontwikkeling
dynamiek
Woningbouw
PRODUCTEN 2009 Concessieverlening Invoering chipkaart Woningbouwproductie (kwal. en kwan.) Zaancorridor Financieel meerjarenplan OV (Amsys) DRIS Knooppuntenbeleid Beleidskader Beheer & Onderhoud Toeristische strategie OV VENOM Marketingbureau OV Amstelveenlijn Tram plus Tariefverordening OV
A) Concessieverlening 1. Concessieverlening Amsterdam Huidige concessie loopt af in december 2011. Met de nieuwe concessie wordt een nieuwe stap gezet naar kwantitatief en kwalitatief marktconform openbaar vervoer voor concessie Amsterdam.
16 december 2008
14
Resultaat 2009: 1. In 2009 is een Programma van Eisen (PvE) vastgesteld met extra aandacht voor de bereikbaarheidslijnen en met daarin verwerkt de resultaten van Operationeel Concept Metro en (wellicht) de studie EENZ. 2. Verder zijn de randvoorwaarden die gelden voor een onderhandse gunning (zoals bijvoorbeeld voor “in house operator”) dan wel een openbare aanbesteding uitgewerkt. 2. Concessieverlening Zaanstreek Huidige concessie loopt af in december 2010. Dit zal de eerste concessie binnen de Stadsregio zijn die wordt her-aanbesteed. De inzet bij deze tweede aanbesteding is het zoveel mogelijk handhaven van het huidige voorzieningenniveau, en daarbij steviger in te zetten op de doorstroming en kwaliteitsniveau van de bereikbaarheidslijnen. Resultaat 2009: - Vaststelling Programma van Eisen (PvE) door het Dagelijks Bestuur van de Stadsregio met extra aandacht voor de bereikbaarheidslijnen en het draagvlak bij betrokken partijen (gemeente, RAR). - Vertaling naar en vaststelling van een gedetailleerd bestek dat gepubliceerd wordt ‘in Luxemburg’. - Opstellen concept concessiebesluit, uitvoeringsovereenkomst en subsidiebeschikking. Potentiële inschrijvers worden in de gelegenheid gesteld vragen te stellen over het bestek en bijbehorende documenten. De inschrijvingstermijn voor vervoerders sluit eind 2009. In 2010 worden de offerte beoordeeld en wordt een gunningsbesluit voorgelegd aan het Dagelijks Bestuur. In december 2010 gaat de nieuwe concessie in. B) Concessiebeheer 3. Concessiebeheer Behaalde resultaten in aanbestedingen en onderhandse gunningen kunnen alleen met adequaat beheer van de vervoercontracten en in overleg met reizigers en wegbeheerders tot volle wasdom blijven / komen. Onderstaand de belangrijkste aandachtspunten; - Verbeteren van het netwerk o.a. met aangrenzende OV autoriteiten en NS - Realiseren van een gemeenschappelijke HOV definitie op Noordelijke Randstad niveau - Vervoerder moet gestimuleerd worden om te investeren in verbindende (Regionet) lijnen. In overleg met gemeenten en RAR zal de interpretatie van het Programma van Eisen hierop afgestemd moeten worden - Zorg dragen voor continuïteit in de lijnvoering, vermijden van jaarlijks forse wijzigingen - Verbeteren ketenmobiliteit (zie 2a, 4, 6, 7, 12) - Aandacht voor infrastructuur moet hoogste prioriteit krijgen (samenwerking in- en extern) om beschikbaarheid en doorstroming te verbeteren. - Meer aandacht voor grootgebruikcontracten (zie ook 8b), initiatief hiervoor moet vanuit de vervoerder komen. Stadsregio stelt kaders. - Gewenst is een andere manier van communiceren met gemeenten. Meer pro-actief, bijvoorbeeld half jaarlijks OV visie overleg als onderdeel van de werkgroep V&V - Verbetering van nachtvervoer o.a. rondom Schiphol - Capaciteit in de spits moet op orde zijn/blijven - Op korte termijn verbeteren van OV knooppunten - Metrovoertuigen moeten meetbaar schoner worden. Overleg met vervoerder wordt gestart en moet leiden tot normstelling en bonus / malus systeem. C) Kwaliteitsverbetering Openbaar Vervoer 4. Verbeteren dynamische Reisinformatie De Stadsregio heeft de ambitie dat 95% van de reizigers in 2012 dynamische reisinformatie ontvangt. Door een open systeem te eisen kunnen verschillende vervoerders op één paneel hun informatie
16 december 2008
15
plaatsen. Dit bevordert de ketenmobiliteit en vermindert de overgangsproblematiek bij een nieuwe vervoerder. Resultaat 2009: - Voor 2009 hebben we de ambitie dat de aanbesteding van de panelen die op straat gezet moeten worden is begonnen - Met alle vervoerders wil de Stadsregio onomkeerbare afspraken hebben gemaakt over de aanlevering van data conform de open standaard 5. Tramplus plan Het Amsterdamse tramnet is relatief traag. Door een aantal trajecten op te waarderen tot een hoogwaardig niveau, nemen zowel de gemiddelde snelheid als de capaciteit toe. Hierdoor wordt de concurrentiekracht van de tram groter, waardoor de tram een bijdrage kan leveren aan het realiseren van de ambitie uit de OV-visie. Verder zal – bijvoorbeeld door de ontwikkeling van de Zuidas – onderzocht moeten worden op welke wijze het tramnet kan worden aangepast aan relevante ontwikkelingen in de regio. Resultaat 2009: Voor eind 2009 realiseren we samen met de gemeente Amsterdam een studie naar “tramplus” en beogen we het hiervoor benodigde draagvlak te ontwikkelen. 6. Chipkaart Met de chipkaart moet de reiziger door middel van één kaart door de hele OV-keten kunnen reizen. De chipkaart wordt door de vervoerders geïmplementeerd, de overheid subsidieert en stelt de kaders. Resultaat 2009: In 2009 heeft de Stadsregio al de kaders gerealiseerd die nodig zijn om de chipkaart als enig betaalmiddel mogelijk te maken en het systeem van de strippenkaart “uit te kunnen schakelen”. D) Beleid en onderzoek 7. Tarievenbeleid Met de komst van de chipkaart zullen de decentrale overheden de bevoegdheid krijgen voor het vaststellen van de tarieven. In 2008 is met de Tariefverordening belangrijke regelgeving vastgelegd om deze taak in te vullen Resultaat 2009: - In 2009 implementeert de Stadsregio deze verordening en realiseert zij de laatste “stukjes” regelgeving die hiervoor nodig zijn - Een verkennende studie naar nieuwe tariefproposities/abonnementsvormen: het plan van aanpak om het aantal abonnementhouders op termijn naar 40% te laten groeien (onderdeel OV-visie) is in 2009 vastgesteld. 8. Tunnelveiligheid Verkeer en Waterstaat is voornemens de wet- en regelgeving aan op het gebied van tunnelveiligheid aan te scherpen. Dit is een inhoudelijk complex onderwerp, waarbij de belangen van veiligheid afgewogen moeten worden tegen het belang van een vlotte en intensieve exploitatie. Ter illustratie: de meest veilige oplossing, namelijk geen metro’s in geen enkele tunnel, is de meest slechte oplossing in termen van exploitatie en bereikbaarheid. Verder moet duidelijk worden welke partijen, bepaalde verantwoordelijkheden en bevoegdheden dragen. Resultaat 2009: - In 2009 is de analyse naar rollen, verantwoordelijkheden en bevoegdheden afgerond. - Verder is er een onderzoek afgerond naar de regelmaatbeheersing van de metro in de Oostbuis (CS- Amstel)
16 december 2008
16
9. Verbeteren modal Split Voor het duurzaam bereikbaar zijn van de metropool is de doelstelling geformuleerd dat het marktaandeel voor het OV en de fiets in 2030 tezamen 70% is. De monitoring van deze doelstelling moet consistent en meerjarig plaatsvinden. Veder zou deze algemene doelstelling kunnen leiden tot doelstelling op bijvoorbeeld corridor niveau. Resultaat 2009: - In 2009 hebben we binnen de Stadsregio deze monitoring beschreven en vastgesteld. - Voor 1 juli 2009 wordt vastgesteld of, en zo ja welke, indicatoren daarvoor in de nieuwe programma’s van eisen moeten worden opgenomen. 10. Duurzaamheid Is kwalitatief goed OV een voldoende bijdrage voor een duurzame metropool of is er meer inzet nodig voor het terugdringen van CO2-emissies en fijnstof. En hoe willen we omgaan met de afweging van bijvoorbeeld schonere bussen, als de extra investeringen tot een verschraling van het aanbod leiden. Omdat in 2009 twee programma’s van eisen moeten worden vastgesteld is er vóór 1 juli 2009 bestuurlijke besluitvorming nodig. Resultaat 2009: Voor 1-7-2009 is er op basis van een inhoudelijk document bestuurlijke besluitvorming mogelijk over de inzet van de Stadsregio op het gebied van duurzaamheid. E) Organisatie 11. Oprichting Marketingbureau Op de schaal van de Noordvleugel, en in ieder geval die van de Stadsregio, leeft de wens om het openbaar vervoer structureel positiever en overzichtelijker in de markt te zetten. Omdat voor de reiziger concessiegrenzen, de naam van de vervoerder of de modaliteit van ondergeschikt belang is, streven we naar marketing uitingen die deze grenzen overschrijdt. In 2008 is besloten om gedurende een jaar uitvoering te geven aan een gezamenlijk marketingbureau, waarbij aan het eind van het jaar wordt besloten tot het wel of niet voortzetten van dit initiatief. Resultaat 2009: In 2009 is een marketingbureau opgericht, met als minimale inzet de deelname van de vervoerders in de Stadsregio. Uitbouw naar de schaal van de Noordvleugel is onderdeel van de ambitie. 12. Spoordossier Een zeer groot deel van de OV-reizigers in de regio begint of eindigt zijn/haar reis met de trein. Het spoor is daarom een essentieel onderdeel van de bereikbaarheid van de regio. De Stadsregio is echter geen opdrachtgever van de NS, wel is er overleg om te zoeken naar oplossingen. In 2009 wil de Stadsregio twee zaken realiseren. Resultaat 2009: - De Stadsregio wil net als de andere OV-opdrachtgevers in de Randstad meer invloed krijgen op het beheer van de concessie van het regionale spoorvervoer. Dit is het spoorvervoer dat van groot belang is voor het terugdringen van de congestie. Dit wordt gerealiseerd in het project “OV autoriteit” dan wel via overleg met de koepels en de minister (NMB). - Het herstellen van de doorgaande Sprinterverbinding vanuit de Zaanstreek naar Amsterdam Zuidoos in de dienstregeling 2010t. Deze verbinding wordt in de NS-dienstregeling 2009 geknipt waardoor een grote groep reizigers moet overstappen dan wel geconfronteerd worden met extra lange reistijden
16 december 2008
17
13. Financieel meerjarenplan De ambities voor het OV voor de periode tot 2020 / 2030 en de voorziene kosten lijken de (onzekere) budgetten ver te overschrijden. De Stadsregio wil zich inspannen om de bestuurlijke besluitvorming zo goed mogelijk te bedienen van goede informatie. Resultaat 2009: In 2009 is er een financieel meerjarenplan beschikbaar tot 2020 – 2030 waarin zijn opgenomen: Investeringen in het kader van Amsys en Activa BV, extra exploitatie lasten als gevolg van de NZ-lijn, de OV-visie en de prognoses op het gebeid van beheer en onderhoud. 14. OV Bureau Randstad Het resultaat van het onderzoek naar één OV-autoriteit in de Randstad (in het kader van het Urgentie Programma Randstad, UPR) is de oprichting van het OV Bureau Randstad in 2009 (gedurende 3 jaar). Vanuit de Stadsregio Amsterdam wordt positief en actief deelgenomen aan de activiteiten van het OV Bureau Randstad. Bijdrage Openbaar Vervoer aan andere beleidsterreinen Openbaar Vervoer heeft directe relaties met zowel Infrastructuur (verbetering van het OV-netwerk t.a.v. doorstroming en capaciteit), Verkeer en Vervoer (ketenmobiliteit wo. P+R, Anders Betalen voor Mobiliteit en OV-bereikbaarheid bedrijfsterreinen) en Economische Zaken (toeristisch bereikbaarheidsplan OV). Programmakosten 07 Openbaar Vervoer
Begroting 2008
Oude raming 2009
Wijziging raming 2009
Nieuwe raming 2009
BDU Verkeer en Vervoer BDU voorgaande jaren Rente Overige baten Totaal baten
321.384.800 36.284.400 2.825.100 11.452.600 371.946.800
319.787.800 1.178.100 2.341.500 6.865.200 330.172.700
3.673.600 1.575.700 0 0 5.249.300
323.461.400 2.753.800 2.341.500 6.865.200 335.422.000
Uitvoering ten laste van Voorzieningen Toevoegingen voorzieningen Overige lasten Projecten onderzoek en studie Personeel Doorbelaste overhead Totaal Lasten
361.391.900 0 3.376.500 8.700 6.031.500 1.049.800 639.900 372.498.300
324.513.100 0 2.031.700 0 1.566.500 1.116.800 634.700 329.862.900
4.020.800 0 0 0 1.228.500 0 0 5.249.300
328.533.900 0 2.031.700 0 2.795.000 1.116.800 634.700 335.112.200
- 551.400
309.700
0
309.700
551.400 0 551.400
0 309.700 - 309.700
0 0 0
0 309.700 - 309.700
0
0
0
0
Baten
Lasten
Saldo voor resultaatbestemming Vrijval Reserves Toevoegingen reserves Resultaatbestemming Saldo 07 na resultaatbestemming e
Toelichting 1 wijziging begroting 2009 In de begrotingspost Uitvoering is een budget van € 4.000.000 opgenomen voor Amsys ten behoeve van de vorobereidingskosten van nieuw metromaterieel en beveiliging. De resterende verhoging van 20.800 betreft de vrijwilligersbijdrage voor de vrijwilligers op de buurtbussen in Zwaanse Hoek in de
16 december 2008
18
concessie Amstelland/Meerlanden, Krommenie in de concessie Zaanstreek en in de concessie Waterland de buurtbus Beemster en Zeevang. De verhoging van de uitgaven van de begrotingspost projecten onderzoek en studie hangt samen met het opnemen van een budget voor het OV marketing bureau en de voorbereiding van de consessies Amsterdam, Zaanstreek en Waterland. Het totaal van deze verhoging komt uit op € 5.249.300 en wordt gedekt door de inzet van in vorige jaren niet bestede BDU middelen en een verhoging van de BDU uitkering 2009 met € 3.673.600. De verhoging van de BDU uitkering is bedoeld voor de ‘verbetering van het klimaat rond het streekvervoer’. Het ministerie van Verkeer en Waterstaat heeft deze bijdrage in een brief van 20 oktober 2008 toegezegd en in 2008 als voorschot op de BDU uitkering 2009 uitbetaald. De opmerkelijke wijze van uitkeren door het ministerie, heeft te maken met de systematiek van het ministerie van Verkeer en Waterstaat: er wordt slechts één keer een BDU beschikking voor een verslagjaar gegeven. Dus moest de verhoging in 2008 als voorschot betaald worden, zodat de BDU ontvangers deze bijdrage in 2008 aan de vervoerders kunnen uitkeren, en vervolgens in de komende BDU beschikking voor 2009 worden opgenomen. Deze bijdrage van het ministerie is in 2008 al door de Stadsregio aan de vervoerders uitgekeerd in verband met de verkeersknelpunten rond Amsterdam.
16 december 2008
19
5.2
Infrastructuur
Ter verbetering van de bereikbaarheid in de metropool helpt de Stadsregio om de drie regionale netwerken auto, fiets en OV naar een hoger niveau te tillen. Toonaangevende infrastructuurprojecten op deze drie netwerken worden mede door de Stadsregio voorbereid en uit de BDU-middelen gesubsidieerd. Het gaat met name om infrastructuurprojecten die verder reiken dan de horizon en de mogelijkheden van de individuele wegbeheerders. Bereikbaarheid
Verstedelijking
Openbaar
Netwerken
Knooppunt
Economische
Vervoer
Infrastructuur
ontwikkeling
dynamiek
Woningbouw
Projecten 2009
FOCUS
Openbaar
Netwerken
Knooppunt
Economische
Vervoer
Infrastructuur
ontwikkeling
dynamiek
Woningbouw
PRODUCTEN 2009 Wegvisie Goederenvervoer Woningbouwproductie (kwal. en kwan.) Projectennota 2 Gebiedspakketten Zaancorridor Financieel meerjarenplan OV (Amsys) Knooppuntenbeleid Beleidskader Beheer & Onderhoud VENOM Amstelveenlijn Locatiebeleid Tram plus
A) Ontwikkeling van infrastructuurbeleid Het waarborgen van een goede toekomstige bereikbaarheid van de Metropoolregio Amsterdam begint met beleid. Voor het fietsbeleid wordt al geruime tijd gewerkt met vastgesteld beleid en een regionaal fietsroutenet. In 2008 is de OV-visie 2010-2030 vastgesteld, met daarin een uitvoerings- en investeringsprogramma voor verbetering van het openbaar vervoer, waaronder ook het infrastructuurnetwerk ten behoeve van het openbaar vervoer. In 2009 start de Stadsregio met het voorbereiden van nieuwe projecten ter verbetering van het OV-netwerk. 1. Opstellen Wegvisie 2010-2030 Als derde beleidsonderdeel wordt in 2009 de Wegvisie 2010/2030 ontwikkeld. Hierin wordt aangegeven welk beleid de Stadsregio Amsterdam en de gemeenten inzake het wegverkeer op de middellange en lange termijn willen voeren. Ook hierbij wordt een Uitvoerings- en Investeringsprogramma voor de termijn 2010-2030 samengesteld, als basis voor wegprojecten en acties voor de jaren vanaf 2009.
16 december 2008
20
Resultaat 2009: Ontwikkelen van de Wegvisie 2010-2030 (vaststelling door Regioraad in 2010). 2. Beleidskader Beheer & Onderhoud Overkoepelend aan de drie netwerken is het thema “Beheer en onderhoud”. De stadsregio is geen wegbeheerder, maar heeft wel belang bij goed beheer en onderhoud van de netwerken. Onder andere via de BDU-subsidies kan de Stadsregio hierop ook invloed op uitoefenen. In het in 2009 op te stellen beleidskader Beheer en Onderhoud zal de rol van de Stadsregio worden verduidelijkt. Resultaat 2009: Ontwikkelen Beleidskader Beheer en onderhoud (vaststelling door de Regioraad in 2010) 3. Regionale inbreng bij beleidsontwikkeling op andere schaalniveaus De Stadsregio Amsterdam levert haar inbreng bij beleidsontwikkeling op andere schaalniveaus, zoals verdere landelijke uitwerkingen van de Nota Ruimte en de Nota Mobiliteit, mede in relatie tot Urgentieprogramma Randstad. Ook levert de Stadsregio Amsterdam jaarlijks input (in de vorm van een pleitnotitie) voor en reactie op het Meerjarenprogramma Infrastructuur Ruimte en Transport (MIRT) van Verkeer en Waterstaat en VROM. 4. Financieel beleid Een speciaal aandachtspunt voor 2009 is beleidsontwikkeling op het gebied van financiële zaken. In de afgelopen jaren is gebleken dat er een grote tijdspanne kan zitten tussen het opnemen van een project in het infrastructuurprogramma, het afgeven van een subsidiebeschikking door de Stadsregio en de daadwerkelijke eindverantwoording en afrekening van een project. De BDU-middelen blijven daardoor te lang op de plank liggen, terwijl van onderuitputting geen sprake is. Om te zorgen voor een effectievere en vlottere besteding van de beschikbare middelen worden de bestaande subsidieregelingen verbeterd en wordt beleid ontwikkeld op o.a. bijdragepercentages, kengetallen en normbedragen, fondsvorming en PPS-constructies. In het kader van het Uitvoeringsprogramma van het RVVP wordt intensiever overleg gepleegd met de wegbeheerders voor een doelmatige en vlotte besteding en verantwoording van de BDU-subsidies. Doel is om de doorlooptijd van projecten tot en met de eindafrekening al in 2009 aanmerkelijk re reduceren. Resultaat 2009: - Vaststelling nieuwe subsidieregeling door de Regioraad. - Onderzoek naar de concrete mogelijkheden van PPS, gericht op meer geld en betrokkenheid van marktpartijen. 5. Oprichten Subsidieloket Naast de infrastructuursubsidies verleent de Stadsregio ook op andere werkterreinen subsidie (bijv. verkeersveiligheid en wonen). In 2008 is een verkenning gestart naar de mogelijkheden om alle subsidies van de Stadsregio onder te brengen onder één “subsidieloket”. De infrastructuursubsidies vormen hiervan een substantieel onderdeel. Medio 2009 moet het subsidieloket operationeel zijn. Resultaat 2009: Oprichting Subsidieloket. 6. Spelregelkader regionale infrastructuur Uitwerking van een spelregelkader om een bijdrage te leveren aan (gemeentelijke) stedenbouwkundige initiatieven en plannen waar het gaat om de inpassing en aantakking op de regionale netwerken fiets, OV en weg. Resultaat 2009: Vaststelling Spelregelkader Regionale Infrastructuur door de Regioraad.
16 december 2008
21
B) Programmamanagement infrastructuurprogramma’s 7. Programmamanagement Op basis van de Wet Brede Doeluitkering en de daarmee samenhangende BDU-regeling is de Stadsregio Amsterdam verantwoordelijk voor het BDU-infrastructuursubsidiebudget voor het gebied van de Stadsregio Amsterdam. De Stadsregio Amsterdam krijgt jaarlijks budget van het rijk, waarmee lokale en regionale infrastructuurprojecten gesubsidieerd worden. Hiervoor voert de Stadsregio Amsterdam het programmamanagement uit. Resultaat 2009: - Uitvoering projecten en besteding BDU-subsidies. - Prioritering infrastructuur: uitwerking prioriteringsmethodiek. - Ingebruikname Databank. - Leveren van deskundigheid en kennis t.b.v. de uitvoering van het Halteplan Toegankelijke Bushaltes. 8. Regionaal Infrastructuur Programma 2010 Jaarlijks wordt het Regionaal Infrastructuur Programma (RIP) opgesteld, waarin alle infrastructuurprojecten zijn opgenomen die de verschillende wegbeheerders binnen de Stadsregio met behulp van BDU-infrastructuursubsidie willen uitvoeren. Onderdeel van het RIP is het studieprogramma waarin de infrastructuurstudies zijn opgenomen van ofwel wegbeheerders ofwel de Stadsregio zelf, waaraan de Stadsregio een financiële bijdrage levert. Ten behoeve van de samenstelling van het RIP worden uitvragen voor projecten gedaan, worden aangedragen projecten beleidsmatig, inhoudelijk en financieel getoetst aan het RVVP en de BDUverordening, en worden projecten geprioriteerd. De projecten worden beschikt en op basis van ontvangen declaraties worden de financiële bijdragen aan de projecten betaalbaar gesteld. De Stadsregio Amsterdam beheert het programma en voert de programma-administratie uit. Van de lopende programma´s wordt de voortgang van de projecten bijgehouden. Zo nodig worden projecten (qua voortgang) bijgestuurd. Vanuit de beleidsinhoudelijke verantwoordelijkheid van de Stadsregio Amsterdam worden de gemeenten ook proactief benaderd om tot de uitvoering van de gewenste projecten te komen. Hiertoe vindt regelmatig overleg met de betreffende gemeenten en andere wegbeheerders plaats. Het onder 1 genoemde beleid wordt direct doorvertaald in het programmamanagement. Resultaat 2009: Vaststelling RIP 2010 door de Regioraad. 9. Ophoging BDU-budget De Stadsregio voert, namens alle Stadsregio’s, actief overleg met het Rijk over de ontwikkeling van de BDU-budgetten op de langere termijn. Inzet is een hogere BDU-bijdrage van het Rijk in de komende jaren. Resultaat 2009: Zorgdragen voor een hogere BDU-bijdrage van het Rijk in de komende jaren 10. Beheer Fonds BonRoute-programma Het fonds BonRoute heeft een looptijd tot 2010. Doel voor 2009 is om als fondsbeheerder te komen tot een goede afronding van het werkprogramma BonRoute. Dit in het licht van de uiterlijke bestedingstermijn van 31-12-2010 gesteld door het Rijk. De Fondsbeheerder stuurt, om de risico’s te verkleinen, aan op het vaststellen van deadlines voor het indienen van beschikkingsaanvragen voor projecten die nog niet in uitvoering zijn en deadlines voor oplevering en eindverantwoording voor projecten die reeds in uitvoering zijn. Resultaat 2009: Afronding werkprogramma BonRoute.
16 december 2008
22
C) Voorbereiden van Infrastructuurprojecten De Stadsregio Amsterdam doet zelf onderzoek naar de haalbaarheid van infrastructuurprojecten. Dit zijn veelal corridorstudies, die uiteindelijk (moeten) leiden tot realisatie door de wegbeheerders. Daarnaast participeert de Stadsregio Amsterdam in infrastructuurprojecten die door derden worden uitgevoerd. De nadruk in 2009 ligt op projecten die een belangrijke impuls kunnen geven aan de metropoolontwikkeling, door het samengaan van opwaardering van het openbaar vervoer en stedelijke intensivering in de corridor. De belangrijkste projecten voor 2009 zijn: 11. Gebiedsaanpak Amstelveenlijn Door de bouw van de Noord/Zuidlijn ontstaat de unieke kans om de Amstelveenlijn op te waarderen tot metrokwaliteit en op dit systeem aan te sluiten. In de afgelopen jaren is hiervoor al voorbereidend onderzoek gedaan. Resultaat 2009: Een go-besluit voor de ombouw op basis van een financieel dekkingsvoorstel uit de Gebiedsaanpak. 12. Zaancorridor De openbaar vervoerverbinding tussen Amsterdam via de noordelijke IJ-oevers naar Zaandam moet in de toekomst aanmerkelijk meer reizigers kunnen vervoeren. De wens wordt veelvuldig geuit om hier een railverbinding re realiseren. Deze is wellicht mogelijk als er een grotere stedelijke intensiteit in het gebied kan worden gerealiseerd. Stedelijke ontwikkeling hand in hand met verbeterd openbaar vervoer kan in dit gebied een sterke impuls aan de metropool geven. In 2009 wordt gewerkt aan de opwaardering van de buscorridor op de korte termijn, en wordt erkend wat de condities zijn waaronder deze kan worden opgewaardeerd tot railverbinding. Resultaat 2009: Promotie van buscorridor naar planstudiefase en het opleveren van een goed inhoudelijk en gedragen verhaal over de opwaarderingsmogelijkheden naar railverbinding. 13. Openbaar Vervoer Schiphol – Amsterdam – Almere – Lelystad (OV-SAAL) In 2009 werken Rijk en Regio gezamenlijk verder aan de 2e fase van OV-SAAL. OV SAAL is onderdeel van het Programma Hoogfrequent Spoor (PHS, zie punt 16). Voor OV SAAL is binnen PHS in totaal 1,35 mld gereserveerd. De OV SAAL studie biedt nieuwe kansen voor de metropolitane ontwikkeling door een betere bereikbaarheid, scheppen van randvoorwaarden en mogelijkheden voor RO-ontwikkelingen als de Schaalsprong Almere, Zuidas en Schiphol en de totstandkoming van een hoogfrequent, hoogwaardig railvervoer dat past in de visie van de Metropoolregio. Binnen het project wordt onderscheid gemaakt in 3 fasen: 1. Korte termijn: Toewerken naar realisatie van de no-regret maatregelen uit de in 2008 toegezegde € 531 mln. (+€ 75 mln voor instandhouding) die in 2013 gereed moeten zijn. Trekker van deze planstudie is Prorail. 2. Middellange termijn: Studie naar maatregelen op de corridor voor de periode 2013 – 2020 met als basis de in 2008 gereserveerde € 744 mln. Daaraan gekoppeld wordt een besluit genomen over de inpassing van viersporigheid binnen Diemen, zowel op de verbinding naar Centraal als via Diemen Zuid naar Schiphol. Stadsregio en Diemen hebben in 2008 gezamenlijk een inpassingsstudie gedaan die Diemen moet helpen te komen tot een goede inpassing en gewenste stedenbouwkundige ontwikkelingen kan versterken. 3. Lange termijn: Verkenning naar kansrijke varianten voor het OV op de SAAL corridor in relatie tot de (ruimtelijke en economische) ontwikkelingen in de corridor. De Stadsregio participeert binnen OV SAAL in de regionale begeleidingsgroep, klankbordgroep en werkgroep vervoeranalyse.
16 december 2008
23
Resultaat 2009: - Keuze van effectieve maatregelen op het spoor op de OV SAAL corridor voor de periode tot 2020 die bijdragen aan het noodzakelijke kwaliteits- en capaciteitsniveau kunnen worden uitgevoerd voor het beschikbare budget van € 744 mln. Daarbij ook duidelijkheid over een optimale inpassing binnen de gemeente Diemen van deze maatregelen. - Uitwerking van vervoerkundig interessante netwerkvarianten voor de periode na 2020 waarmee aansluiting kan worden gevonden bij de ruimtelijke ontwikkelingen in de corridor. Voor de Stadsregio is daarbij de Regionale OV visie 2010-2030 leidend. - Vaststellen op basis van de in 2009 op te leveren beslisinformatie van een door Stadsregio, gemeenten en Verkeer en Waterstaat gedragen voorkeursvariant voor het OV na 2020 op de corridor: o Beslissing wel of geen IJmeerverbinding o Beslissing railverbinding CASH-corridor o Vaststellen netwerkopbouw te ontwikkelen hoofdverbindingen in de corridor 14. Gebiedsgericht benutten (GGB) Verkennende studie en uitwerking naar mogelijke oplossingsrichtingen voor het beter benutten van de aanwezige wegcapaciteit in een afgebakend studiegebied. 15. Programma BOR-RegioNet In het kader van dit programma worden 14 railinfrastructuurprojecten in de Metropoolregio gerealiseerd. De aansturing van dit programma gebeurt namens de regionale partijen door de Stadsregio Amsterdam. De uitvoering vindt plaats door Prorail. De regio heef prioriteringsrecht op de besteding van de rijksmiddelen die hiervoor worden ingezet en stuurt daarmee de programmering. Doel van de Stadsregio is om de uitvoering van het Regionet investeringsplan op het afgesproken tijdpad te laten blijven. Daarmee worden nieuwe stations en capaciteitsinvesteringen in de Noordvleugel gerealiseerd. Resultaat 2009: - Oplevering overkapping halte Hemboog Sloterdijk. - Opening NS-station Watergraafsmeer (Amsterdam Science Park). 16. Programma Hoogfrequent Spoor (PHS). De Stadsregio wordt op landsdelig niveau (Metropoolregio) actief betrokken bij de uitwerking van de planstudies door Prorail op de corridors waarop het Kabinet voor de periode tussen 2012 en 2020 een kwaliteitssprong op het spoor voorziet (financiële inzet 4,5 miljard). De Stadsregio wordt in 2009, ingeschakeld bij de vervoeranalyse en capaciteitsanalyse van Prorail in het kader van de planstudie voor de corridor Utrecht-’s Hertogenbosch. Resultaat 2009: - Harde afspraken met NS en Prorail maken over infrastructuuraanpassingen en bedieningsgaranties voor nieuwe stations. Een (hernieuwd) contract sluiten met de spoorsector over de spooruitbreidingen in de SAAL-corridor na 2013. 17. Uitvoering projecten Regionale OV-visie 2010-2030 In 2009 start de Stadsregio met het voorbereiden van nieuwe projecten ter verbetering van het OVnetwerk. De Stadsregio is voor veel van deze acties de trekkende organisatie. Het programmamanagemt van het actieprogramma uit de OV-visie is ondergebracht bij het Uitvoeringsprogramma van het RVVP (Verkeer en Vervoer). Resultaat: 5 nieuwe projecten in gang gezet: - HOV-bus tracé A9 – Schiphol/Amsterdam Zuid
16 december 2008
24
-
HOV Amstelveen – Amsterdam Opwaarderen Waterlandlijnen kerntracé HOV Edam/Volendam – Purmerend Quickscan Treinstation/P&R/Keervoorziening, zoeklocatie Kwadijk-Oosthuizen
18. OV Terminal Zuidas Voortdurende onzekerheid over de bouw van het Zuidas-dok maakt het noodzakelijk de korte termijn ontwikkelingen op station Zuid goed in beeld te brengen. Toenemende reizigersaantallen nopen tot maatregelen in en rond het huidige station op de dijk, al dan niet als interim-periode tot het Dok gereed is. Op dit moment is nog niet duidelijk welke partij dit project op zich zal nemen. Resultaat 2009: Vaststelling faseringsplan Station Amsterdam Zuid, duidelijkheid over trekkerschap voor dit project. 19. Actieprogramma Regionaal OV De Stadsregio Amsterdam heeft gezamenlijk met de Provincie Noord Holland en Flevoland en het Ministerie van V&W onder de noemer van een Actieprogramma Regionaal OV in het voorjaar en de zomer van 2008 een inventarisatie gemaakt van projecten die voor een zgn. versnelling in aanmerking zouden komen. De projecten zijn bedoeld om een extra impuls te geven aan het regionaal OV, teneinde de groeiambitie zoals vastgesteld in de Nota Mobiliteit, versneld mogelijk te maken en tevens een verdere groei door middel van verbetering van kwaliteit en netwerkstructuur voor te bereiden. Vanuit de Stadsregio zijn projecten uit de OV visie ingebracht die passen binnen het afwegingskader van de LMCA (Landelijke Markt- en Capaciteits Analyse) uit 2007. In totaal krijgt de Metropoolregio in de periode 2009 – 2020 € 138 mln. aan bijdragen voor deze projecten (Stadsregio € 105,1 mln). De regionale partijen moeten zelf € 158 mln. betalen (Stadsregio € 120,5 mln.). De afspraken over realisatie van de projecten zijn vastgelegd in een convenant met Verkeer en Waterstaat. De projecten waar het om gaat zijn: - Busbaan A1 / A6 (trekker: Provincie Noord Holland) - Busbaan Huizen – Blaricum (trekker: Provincie Flevoland) - HOV bus tracé A9 (zie Uitvoering OV-visie, nr. 17) - Zaantangent (HOV Zaancorridor) (nr. 12) - Westtangent (trekker: gemeente Amsterdam) - Doorstroming Westelijke tramlijnen (zie Tramplus, nr. 5 bij Programma Openbaar Vervoer) - HOV Schiphol Oost Het project HOV Schiphol Oost is het realiseren van een HOV-Bus verbinding langs de Fokkerweg tussen de A9 en de bestaande N201. Hiermee worden de gebieden Schiphol Oost en Schiphol Rijk ontsloten. Een belangrijke voorwaarde voor de projecten is dat er voor 2013 mee gestart wordt. Omdat het deels om projecten gaat die nog in een studiefase zitten moet hier extra inzet worden gepleegd. Resultaat 2009: - In juni 2009 een besluit over de aanleg en verdeling kosten van busbaan A1/A6. - Vaststellen van een maatregelenpakket voor versnelling westelijke tramlijnen (max. € 60 mln). - Verkenning naar maatregelen die op de A9 corridor kunnen worden uitgevoerd. - Subsidiebeschikking voor realisatie van HOV Schiphol Oost (na vaststelling van een gedragen voorkeursvariant begin 2009).
16 december 2008
25
-
-
Afspraken maken met provincie, gemeenten, Schiphol en aanliggende bedrijventerreinen over de uitvoering en (resterende) financiering van de HOV Schiphol Oost Deelname aan verkenning naar realisatie Westtangent (nadere bepaling route(s), vervoerwaarde, fasering en kosten)
Bijdrage Infrastructuur aan andere beleidsterreinen Het op een hoger niveau brengen van de infrastructuurnetwerken auto, openbaar vervoer en fiets levert een directe bijdrage aan de stedelijke intensivering en de economische ontwikkeling van de metropoolregio. Specifiek bij het ontsluiten van bedrijventerreinen, de ontwikkeling van nieuwe woonwijken en de ontwikkeling van knooppunten vormt de infrastructuur een belangrijke drager. De infra-aspecten en de aansluiting op de netwerken worden dan ook steeds ingebracht bij de relevante projecten. Programmakosten 05 Infrastructuur
Begroting 2008
Oude raming 2009
Wijziging raming 2009
Nieuwe raming 2009
BDU Verkeer en Vervoer BDU voorgaande jaren Rente Werk voor derden uitgevoerd Totaal baten
79.360.900 15.271.700 5.380.300 175.000 100.187.800
79.360.900 29.797.000 5.044.400 175.000 114.377.300
0 0 0 0 0
79.360.900 29.797.000 5.044.400 175.000 114.377.300
Uitvoering ten laste van Voorzieningen Toevoegingen voorzieningen Projecten onderzoek en studie Personeel Doorbelaste overhead Totaal lasten
90.759.000 0 5.412.100 2.500.000 908.100 640.500 100.219.700
105.215.200 0 5.058.900 2.500.000 982.100 635.600 114.391.900
0 0 0 0 0 0 0
105.215.200 0 5.058.900 2.500.000 982.100 635.600 114.391.900
- 31.900
- 14.600
0
- 14.600
31.900 0 31.900
14.600 0 14.600
0 0 0
14.600 0 14.600
0
0
0
0
Baten
Lasten
Saldo voor resultaatbestemming Vrijval Reserves Toevoegingen reserves Resultaatbestemming Saldo 05 na resultaatbestemming
16 december 2008
26
5.3
Verkeer en Vervoer
De Regioraad heeft in december 2004 een Regionaal Verkeer- en Vervoerplan vastgesteld. Dit document geldt nog steeds als kader voor de activiteiten van de Stadsregio. Op deelonderwerpen zijn inmiddels uitwerkingen gemaakt, zoals de OV-visie 2010-2030 (vastgesteld 2008). Ook in de komende jaren zal nog beleidsontwikkeling op deelonderwerpen plaatsvinden. Bereikbaarheid
Verstedelijking
Openbaar
Netwerken
Knooppunt
Economische
Vervoer
Infrastructuur
ontwikkeling
dynamiek
Woningbouw
Projecten 2009
FOCUS
Openbaar
Netwerken
Knooppunt
Economische
Vervoer
Infrastructuur
ontwikkeling
dynamiek
Woningbouw
PRODUCTEN 2009 Verstedelijkingsafspraken Wegvisie Goederenvervoer Woningbouwproductie (kwal. en kwan.) Projectennota 2 Gebiedspakketten Zaancorridor Financieel meerjarenplan OV (Amsys) Knooppuntenbeleid Beleidskader Beheer & Onderhoud VENOM Amstelveenlijn Locatiebeleid Tram plus
A) Ketenmobiliteit Een sterke samenhang tussen gebruik van openbaar vervoer, fiets en auto is van groot belang. De Stadsregio zet in op het verder verbeteren van de ketens auto-OV en fiets-OV en op een soepele overstap op OV-knooppunten. 1. Coördinatie uitvoering Actieplan Ketenintegratie Resultaat 2009: Extra impuls aan een goedlopend programma 2. Fietsenstallingen bij OV knooppunten Resultaat 2009: - 10 nieuwe projecten in gang. - Promotie richting gebruikers over routes en gebruik van stallingen en combinatie gebruik fiets en OV.
16 december 2008
27
3. P+R Resultaat 2009: 4 nieuwe projecten in gang (Schaalniveau Metropoolregio) 4. Knooppuntmanagement Resultaat 2009: Na resultaten Proef Duivendrecht besluit over aanpak nieuwe locaties B) Mobiliteitsmanagement 5. Begeleiden uitvoerende werkzaamheden door Verkeer.Advies Resultaat 2009: Locatiegerichte bereikbaarheidsaanpak bij 4 economische kerngebieden 6. Anders betalen voor mobiliteit (ABvM) Capaciteitsuitbreidingen alleen zijn niet voldoende om de groei van vooral de spitsmobiliteit op te vangen. Naar plaats en tijd gedifferentieerde tarieven vormen prikkels om de mobiliteit effectief te spreiden. Resultaat 2009: Start met proef ABvM met 1.000 deelnemers 7. Taskforce Mobiliteitsmanagement: aanpak OV-bereikbaarheid bedrijfsterreinen Resultaat 2009: Start met aanpak OV-optimalisatie op 4 bedrijfsterreinen 8. Vanpool Doel: uitbouwen naar 150 Vans op de weg. Resultaat 2009: Opstellen beleidskader Vanpool met overheden, vervoerders en Verkeer.Advies. C) RVVP 9. Programmamanagement Programmamanagement van het vastgestelde RVVP houdt een divers aantal acties in: ronde langs gemeenten, evaluatie, regionale inbreng leveren bij beleidsontwikkeling op verschillende schaalniveaus en het jaarlijks opstellen van het uitvoeringsprogramma (UVP) Resultaat 2009: - Twee maal een ronde langs gemeenten. - Tweejaarlijkse evaluatie. - Opstellen UVP 2010. - Convenanten RVVP: vastleggen uitvoeringsafspraken met wegbeheerders. - Afspraken maken met gemeenten over concrete ruimtelijke reserveringen t.b.v. de realisatie van regionale bereikbaarheidsprojecten. - Organiseren bestuurlijke regionale conferentie financieringsopgave: zoeken naar overeenstemming over de financieringsstrategie voor verkeer- en vervoersprojecten. - Monitoring en begeleidings gemeentelijke plannen 10. Gebiedsgerichte aanpak De Stadsregio wil voor gebieden met ruimtelijk-economische ambities gebiedspakketten samenstellen met een effectieve mix van maatregelen om de groeiende mobiliteit te kunnen faciliteren. De Stadsregio zet met name in op stedelijke bestemmingsgebieden aan congestiegevoelige corridors.
16 december 2008
28
Resultaat 2009: Met twee gemeenten starten op locaties waar ontwikkelingen gaande zijn. Bijv. Diemen Bergwijkpark en Purmerend Centrum. D) Fietsbeleid 11. Aanjagen van regionale fietsprojecten t..b.v. het realiseren van het fietsnetwerk In de regio is gebruik van de fiets aantrekkelijk door het grote aantal korte ritten. De Stadsregio zet in op het verder verbeteren en ontwikkelen van het regionale fietsnetwerk en promotie van het gebruik van de fiets. Resultaat 2009: - 20 projecten in gang: 5 ontbrekende schakels en 15 zwakke schakels. - Haalbaarheidsonderzoek van een digitale fietsrouteplanner voor de hele Metropoolregio. E) Verkeersmodel Metropoolregio Amsterdam (VENOM) 12. VENOM In samenwerking met de provincies Noord-Holland en Flevoland, Rijkswaterstaat Noord-Holland en een aantal deelnemende gemeenten wordt een regionaal verkeersmodel voor de Metropoolregio Amsterdam ontwikkeld: het VENOM. Doel is het opzetten van een breed gedragen regionaal model dat verkeersgegevens gaat leveren voor regionale (beleids)effectstudies, subsidiebeoordelingen en voor de formulering, evaluatie en monitoring van beleid. Met het model kunnen de effecten van projecten, maatregelen en beleid op het gebied van ruimte, mobiliteit en infrastructuur in beeld gebracht worden. Uitgangspunt voor het VENOM is het nieuwe NRM Randstad dat momenteel in opdracht van Rijkswaterstaat wordt ontwikkeld en medio 2009 operationeel is. Bij de verfijning van het NRM Randstad naar de schaal van de Metropoolregio Amsterdam wordt gebruik gemaakt van de gegevens, kennis en ervaring van de deelnemende gemeenten. Resultaat 2009: Succesvolle lancering van hét verkeersmodel voor de Metropoolregio Amsterdam, het VENOM. F) Goederenvervoer De Stadsregio streeft naar een vlotte doorstroming en afwikkeling van het goederenvervoer per weg, het stimuleren van het vervoer over water en spoor en het bereikbaar houden van stedelijke centra, binnensteden en bedrijven ten behoeve van bevoorrading. Het Kwaliteitsnet Goederenvervoer Noordvleugel wordt verder uitgebouwd tot het logistieke netwerk voor het goederenvervoer in de Metropoolregio. Resultaat 2009: - Het opstellen van bevoorradingsprofielen, waardoor beter inzicht ontstaat in de bevoorrading van winkelgebieden, de knelpunten die hierbij spelen en mogelijke (regionale en lokale) maatregelen (afronden lopende profielen, 1e tranche, uitvraag/opstart 2e tranche). - Regionale aanpak stedelijke distributie: voorstellen, uitwerken en uitvoeren van kansrijke vervolgmaatregelen en (nieuwe) logistieke concepten. - Opstellen programma met maatregelen om bedrijven en bedrijfsterreinen beter bereikbaar te maken over water (bijdrage aan Pieken in Bereikbaarheid). - Voortgangsrapportage en actualisatie van het Kwaliteitsnet Goederenvervoer Noordvleugel. - Regioroutering vervoer gevaarlijke stoffen: afstemming met het landelijke basisnet. - Analyse verkeersveiligheidsproblemen vrachtverkeer: analyseren van knelpunten ten gevolge van het vrachtverkeer inclusief voorstel vervolgmaatregelen. - Afstemming Goederenvervoer Spoor: deelname aan rijksstudie naar optimale benutting van het spoor voor zowel het personen- als het goederenvervoer.
16 december 2008
29
G) Verkeersveiligheid Afname van de verkeersslachtoffers door uitvoering van integraal verkeersveiligheidsbeleid. In deze integrale aanpak staat het veiliger maken van infrastructuur en de beïnvloeding van gedrag door middel van educatie, voorlichting en handhaving centraal. Bijdrage Verkeer en Vervoer aan andere beleidsterreinen Verkeer- en vervoersbeleid heeft directe relaties met zowel infrastructuur als Openbaar Vervoer. Op de knooppunten is daarnaast de relatie met stedelijke intensivering zeer belangrijk, in 2009 wordt hiervoor een integrale werkwijze ontwikkeld. Programmakosten 04 Verkeer en Vervoerbeleid
Begroting 2008
Oude raming 2009
Wijziging raming 2009
Nieuwe raming 2009
BDU Verkeer en Vervoer BDU voorgaande jaren Rente Overige baten Werk voor derden uitgevoerd Totaal baten
9.254.300 595.200 559.100 0 193.500 10.602.100
9.254.300 595.200 619.300 0 193.000 10.661.800
0 0 0 0 0 0
9.254.300 595.200 619.300 0 193.000 10.661.800
Uitvoering Toevoegingen voorzieningen Projecten onderzoek en studie Personeel Doorbelaste overhead Totaal lasten Saldo voor resultaatbestemming
7.043.600 552.400 2.199.300 478.200 330.500 10.603.900 - 1.800
7.253.400 574.500 1.960.600 509.200 327.800 10.625.500 36.400
0 0 0 0 0 0 0
7.253.400 574.500 1.960.600 509.200 327.800 10.625.500 36.400
1.800 0 1.800
0 36.400 - 36.400
0 0 0
0 36.400 - 36.400
0
0
0
0
Baten
Lasten
Vrijval Reserves Toevoegingen reserves Resultaatbestemming Saldo 04 na resultaatbestemming
16 december 2008
30
5.4
Werken en Economie
Het stimuleren van een gezonde en gedifferentieerde economie met internationale concurrentiekracht staat centraal. De regio Amsterdam is de economische motor van Nederland en behoort tot de krachtigste regionale economieen van Europa. De inzet van de Stadsregio is van belang voor het behouden en versterken van deze positie. Hierbij moet adequaat worden ingespeeld op nieuwe ontwikkelingen en moeten deze ontwikkelingen op een verantwoorde wijze vorm krijgen, waarbij een goede balans met de leef- en omgevingskwaliteit uitgangspunt is. Regiobreed wordt in de Amsterdamse regio is (samen)gewerkt aan de aanleg van bedrijfsterreinen, congrescentra, hotelbedden, toerisme. Internationaal heeft dit zijn positieve uitstraling bij de acquisitie en promotie van de Metropoolregio. De Stadsregio zet haar troeven op economisch gebied optimaal in. Het gaat om inhoudelijke expertise, organiserend en netwerkend vermogen, integrale aanpak en als onvermijdelijke schakel tussen regiopartijen. Bereikbaarheid
Verstedelijking
Openbaar
Netwerken
Knooppunt
Economische
Vervoer
Infrastructuur
ontwikkeling
dynamiek
Woningbouw
Projecten 2009
FOCUS
Openbaar
Netwerken
Knooppunt
Economische
Vervoer
Infrastructuur
ontwikkeling
dynamiek
Woningbouw
PRODUCTEN 2009 Verstedelijkingsafspraken Wegvisie Marketing en promotiestrategie Toeris Goederenvervoer Projectennota 2 Gebiedspakketten Knooppuntenbeleid Toeristische strategie OV VENOM Locatiebeleid
A) Werklocaties 1. Plabeka Regionale afstemming van bedrijfslocaties is een taak van de Stadsregio conform de WGR+. Het ruimtelijk rijksbeleid zet ook steeds nadrukkelijker in op regionale afstemming. Via Plabeka (Platform Bedrijven en kantoren) krijgt deze afstemming voor wat betreft de kantoren en bedrijventerreinen op Metropoolregioschaal nadrukkelijk vorm, waarbij de langere termijn ambitie is om vraag en aanbod van werklocaties op regionale schaal in balans te hebben. Concreet betekent dit een reductie in de beoogde kantoorplannen, het op schema houden van de planvorming voor nieuwe bedrijventerreinen en het substantieel aanpakken van de verouderde bedrijventerreinen. Herstructurering is inmiddels een centraal thema binnen Plabeka. Jaarlijkse monitoring van de feitelijke ontwikkelingen maakt het mogelijk om periodiek in de planvorming bij te sturen.
16 december 2008
31
Resultaat 2009: - Opstart uitvoeringsorganisatie herstructurering, samen met andere metropoolregio-partners, incl. financieringsarrangementen in kader MIRT, Verstedelijkingsafspraken en/of Pieken in de Delta en BDU ondersteuning van minimaal 2 gemeenten bij formuleren PvA’s herstructurering, HIRBsubsidieaanvraag en opstart uitvoering (aanjager herstructurering) - Herijking uitvoeringsafspraken Plabeka - Uitvoering jaarlijkse Plabeka-monitor 2. Detailhandel Bij regionale afstemming van werklocaties hoort ook de afstemming van de grootschalige detailhandel. Al speelt hier naast de economische invalshoek, ook nadrukkelijk de sociale functie van detailhandel in termen van leefbaarheid en aantrekkelijkheid van stedelijke gebieden. De Stadsregio heeft al jaren een regionaal detailhandelsbeleid. Het doel voor 2009 is te komen van reactief naar proactief detailhandelsbeleid. Hiervoor zal als eerste stap een onderzoek in internationaal perspectief plaatsvinden (wat missen we in de Amsterdamse regio). Resultaat 2009: - Onderzoek/Analyse proactief detailhandelsbeleid in internationaal perspectief. - Opstart detailhandelsmonitor. - Regionale Commissie Winkelplanning (RCW), incl. afstemming met provincie 3. Ontwikkeling werklocaties Vanuit de vervoersautoriteit-positie en de positie binnen Plabeka, is de Stadsregio steeds vaker betrokken bij de ontwikkeling van werklocaties, m.n. in relatie tot de bereikbaarheid. Ook bij gebiedsontwikkeling in relatie tot bovenregionale (toeristische) voorzieningen speelt dit. Lopende en nieuwe projecten in 2009 zijn ACT / Werkstad A4 (bijdragen in realisatie Ongestoorde Logistieke Verbinding), Bloom’in Holland, Zaanse Schans, bereikbaarheid Hembrugterrein, Breednet en Pieken in bereikbaarheid. Tevens vindt een onderzoek plaats naar de goederenvervoerontwikkeling Amstelland-Meerlanden t.b.v. het investeringsprogramma infrastructuur. B) Toerisme 4. Toeristisch Actieplan Metropoolregio Amsterdam In het Toeristisch Actieplan Metropoolregio Amsterdam (TAMA), vastgesteld in de Regioraad in 2008, zijn twee doelstellingen van het toeristisch beleid vastgesteld. De doelen voor de lange termijn (2015) zijn: * Meer internationale toeristen in de metropoolregio: Het aantal internationale toeristen in de metropoolregio Amsterdam groeit met meer dan 3,5% per jaar in de periode tot 2015. * Betere spreiding van toeristen over de metropoolregio: Met nieuwe producten en met een marketing en promotie gericht op de metropoolregio zal een groter aandeel van het totale toeristische bezoek buiten de stad Amsterdam plaatsvinden. In 2007 bezocht 14% van de bezoekers in Amsterdam tenminste één activiteit buiten de stad Amsterdam. De ambitie is dat dit in 2015 gegroeid is tot 20%. Om deze doelen te halen, zijn verschillende deelterreinen met concretere resultaten gedefinieerd. Resultaat 2009: - Eén toeristische marketing- en promotiestrategie voor de gehele metropoolregio. - Aanjager gaat aan het werk om kleinschalige toeristische projecten in de regio van de grond te krijgen. - Een regionale evenementenkalender, inclusief regionale afstemming over evenementen. - Plan van aanpak en financiering gerealiseerd voor minimaal 1 regionaal project rond het thema water. - Toeristisch bereikbaarheidsplan OV ontwikkelen. - Minimaal één toeristisch project krijgt Pieken in Delta subsidie.
16 december 2008
32
Overige lopende projecten: Doelstelling: 6.000 extra hotelkamers in de metropoolregio Amsterdam (exclusief gemeente Amsterdam) in 2015. Product: De Stadsregio financiert samen met de Gemeente Amsterdam de Hotelmonitor waarin de hotelontwikkeling bijgehouden wordt. Daar komt nog een digitale kaart met alle locaties bij, die op de website beschikbaar zal komen. Doelstelling: In 2015 een structurele stijging van 20% van het aantal congressen en zakelijke bijeenkomsten in de Metropoolregio Amsterdam (t.o.v. 2005). Product: uitvoering van het project MICE Meets Metropolis 2008-2010 Doelstelling: Internationale toeristen. Product: OV-routekaart die te downloaden is van verschillende websites gericht op de (internationale) toerist C) Platform Regionaal Economische Structuur (PRES) 5. PRES De Stadsregio is – samen met de gemeente Amsterdam en de Kamer van Koophandel - de centrale spil in het Platform Regionaal Economische Structuur (PRES), het bestuurlijk EZ-overleg op Metropoolregioschaal. De Stadsregio voert het secretariaat en vertegenwoordigt PRES in andere Metropoolregio-gremia, zoals BKG/AKG. Resultaat 2009: - Opstellen sociaal-economische agenda: metropool-brede strategie/actieplan voor de sociaaleconomische ontwikkeling op korte en middellange termijn. - Organiseren PRES-conferentie in voorjaar 2009. D) Uitvoeren Projecten 6. Subsidieverwerving Voor met name de kleinere gemeenten blijkt het niet altijd makkelijk om adequaat te kunnen inspelen op ontwikkelingen op het economisch beleidsveld. Denk hierbij aan het verwerven van subsidies bij provincie, rijk en/of EU. Hiertoe adviseert/ondersteunt de Stadsregio gemeenten bij het verwerven van subsidies (o.m. via subsidieloket en quick scans). Tegelijkertijd worden door grotere gemeenten niet altijd automatisch de mogelijkheden benut om met het opschalen van lokale initiatieven naar de regioschaal een groter resultaat te bereiken. Via (financiële) deelname in de Amsterdamse Innovatie Motor (AIM) wordt gewerkt aan het opschalen van m.n. Amsterdamse projecten op het gebied van innovatiestimulering en logistieke vernieuwing naar de gehele regio. Hierbij wordt ook gebruik gemaakt van de ‘cofinancieringsmiddelen’ die de Stadsregio voor economische stimuleringsprojecten jaarlijks beschikbaar heeft. Resultaat 2009: - Herijking quick scans. - Subsidiewijzer. - Realisatie van minimaal 1 regionaal innovatieproject (samen met AIM). 7. Dataverzameling en prognoses Van een andere orde zijn de economische dataverzameling en prognoses. Op de schaal van de Stadsregio en Metropoolregio zijn deze inadequaat. Dit moet verbeteren, ook in relatie tot het Rijk en andere beleidsvelden. Resultaat 2009: Opstart regionale databank met economische kerngegevens.
16 december 2008
33
Bijdrage Economische Zaken aan andere beleidsterreinen Economische Zaken kent een nauwe samenwerking met Infrastructuur en Openbaar Vervoer. Waar de EZ-rol meer initiërend en agenderend is, moeten doelen en ambities vertaald worden in infrastructuurprojecten en/of specifieke verbeteringen van het openbaar vervoer. In het kader van de acties t.b.v. werklocaties (Plabeka, detailhandel en ontwikkelingsgebieden) zijn integrale beleidsontwikkelingen t.a.v. MIRT en Verstedelijkingsafspraken relevant, evenals het kwaliteitsnet goederenvervoer (wo. bevoorradingsprofielen) en locatiebeleid. Specifiek in 2009 is een intensieve samenwerking nodig met het beleidsveld openbaar vervoer t.b.v. het toeristisch bereikbaarheidsplan OV en de OV-routekaart voor internationale toeristen. Programmakosten 03 Werken en Economie
Begroting 2008
Oude raming 2009
Wijziging raming 2009
Nieuwe raming 2009
668.900 668.900
0 0
0 0
0 0
Uitvoering Projecten onderzoek en studie Personeel Doorbelaste overhead Totaal lasten Saldo voor resultaatbestemming
967.400 311.500 182.600 122.900 1.584.500 - 915.500
200.000 410.000 248.600 140.400 999.000 - 999.000
155.000 - 155.000 0 0 0 0
355.000 255.000 248.600 140.400 999.000 - 999.000
Saldo 03 na resultaatbestemming
- 915.500
- 999.000
0
- 999.000
Baten Werk voor derden uitgevoerd Totaal baten Lasten
Toelichting 1e begrotingswijziging 2009: De verhoging van het budget voor werken en economie is op 24 juni 2008 in de vastgestelde begroting bij de begrotingspost Projecten onderzoek en studie opgenomen. De verhoging is echter bedoeld voor Pieken in de Delta dat onderdeel is van de post Uitvoering. Met deze 1e wijziging van de begroting 2009 wordt dit nu geregeld voor 2009.
16 december 2008
34
5.5
Ruimtelijke Ordening
Bereikbaarheid
Verstedelijking
Openbaar
Netwerken
Knooppunt
Economische
Vervoer
Infrastructuur
ontwikkeling
dynamiek
Woningbouw
Projecten 2009
FOCUS
Openbaar
Netwerken
Knooppunt
Economische
Vervoer
Infrastructuur
ontwikkeling
dynamiek
Woningbouw
PRODUCTEN 2009 Verstedelijkingsafspraken Wegvisie Concessieverlening Marketing en promotiestrategie Toerisme Goederenvervoer Invoering chipkaart Woningbouwproductie (kwal. en kwan.) Projectennota 2 Gebiedspakketten Zaancorridor Financieel meerjarenplan OV (Amsys) DRIS Knooppuntenbeleid Huisvestingsverordening Beleidskader Beheer & Onderhoud Toeristische strategie OV VENOM Marketingbureau OV Amstelveenlijn Locatiebeleid Tram plus Tariefverordening OV
A) Ruimtelijke projecten: ontwikkeling en afstemming Regionaal ruimtelijk beleid op het gebied van woningbouw, infrastructuur, en economie vraagt om veel afstemming bij de uitvoering. Vooral ook om dat hier continu verschillende schaalniveaus meespelen. Er moet dus op vele borden tegelijk worden geschaakt. De Metropoolambities geven daarbij duidelijk richting aan: bundeling, intensivering, diversiteit en verbinding. De Stadsregio werkt actief samen met gemeenten en provincie Noord-Holland, en draagt zorg voor de regionale inbreng in ruimtelijk beleid op alle schaalniveaus. Daarnaast begeleid de Stadsregio de doorwerking van rijksbeleid naar gemeenten en helpt het de gemeenten om hun eigen ruimtelijk beleid goed in overeenstemming te brengen met het metropolitane beleid.
16 december 2008
35
1. Projectennota Het opstellen en vaststellen van de Projectennota en daarmee het bepalen van de strategische agenda voor de Stadsregio in 2009 en verder. Doel is meer samenhang te verkrijgen tussen de grote regionale (ruimtelijke) projecten het bijstellen van bestaande of bepalen van nieuwe strategische regionale projecten. Resultaat 2009: Vaststelling Projectennota en de daaruit voortkomende strategische agenda door Regioraad in maart 2009. 2. Structuurvisies Provincie Noord-Holland en Amsterdam Het structureel bijdragen (parallel aan de totstandkoming van de Projectennota) aan de Structuurvisies van de provincie Noord-Holland en Amsterdam. Doel: Metropolitane ruimtelijke beleidsvoornemens en belangen op de juiste wijze doorvertalen naar de provincie en gemeenten. Resultaat 2009: Duidelijk zichtbare Metropolitane insteek in beide Structuurvisies. 3. Knooppuntontwikkeling Knooppuntontwikkeling past goed in het beleid van verstedelijking, verdichting en concentratie bij OVknopen. Dit wordt nog eens bevestigd in de studie ‘Metropolitane Bereikbaarheid 2040’. Doel: Studie naar integraal beleid m.b.t. knooppuntontwikkeling in samenwerking met EZ, OV, Verkeer en Vervoer en Wonen. Resultaat 2009: Vaststelling beleid inzake knooppuntontwikkeling door Regioraad. 4. Monitoren en begeleiden gemeentelijke plannen Regionaal monitoren en begeleiden gemeentelijke plannen, in samenwerking met andere sectoren Doel is dat er bestemmingsplannen worden vastgesteld door gemeenten waarin de regionale afspraken op gebied van wonen, EZ, RO en verkeer en vervoer zijn doorvertaald naar het gemeentelijke niveau. Resultaat 2009: Start uitvoering van monitoring en begeleiding van gemeentelijke plannen op basis van door de Regioraad vastgesteld beleid. 5. Regionaal Locatiebeleid Doel: “het juiste bedrijf op juiste plek” Resultaat 2009: Vaststelling Locatiebeleid door Regioraad B) Verstedelijkingsafspraken: uitwerking, stimulering en coördinatie van de uitvoering 6. Verstedelijkingsafspraken tot 2010 Tussen Rijk en regio, en tussen regio en gemeenten, zijn eerder afspraken gemaakt voor de uitvoering van Vinex (de Vierde Nota Ruimtelijke Ordening Extra, voor de periode 1995-2005) en nadien van Vinac (de Actualisatie van de Vierde Nota, voor de periode 2005-2010), de zogenoemde Verstedelijkingsafspraken tot 2010. Hoofdactiviteit zijn de Verstedelijkingsafspraken 2005-2010 die nu tot uitvoering worden gebracht. Hierin ontwikkelt de regio 43.000 woningen in samenhang met groen, verkeer en vervoer en milieurandvoorwaarden. Dit alles vereist: * Afhandeling van de aangepaste VINEX-afspraken met Almere, productie monitoren en verantwoorden, bijdragen verwerven en toedelen, * Verstedelijkingsafspraken 2005-2010: overleg met de regiogemeenten over rapporteren inzake realisatie van de bouwopgave, toedelen bijdragen woningbouw, overleg met het rijk over de voortgang
16 december 2008
36
en condities voor uitbetalen en rapporteren, aanpassen van de afspraken tot 2010 en voorbereiden van nieuwe afspraken voor de periode vanaf 2010. * Coördinatie opgaven aan het rijk ter verantwoording van de voortgang in termen van ontsluiting, tempo oplevering woningbouw en bodemsanering. Resultaat 2009: Gerealiseerde verdeling BLS 2005-2009. 7. Verstedelijkingsafspraken 2010-2020 De Stadsregio bereidt zich intussen ook voor op de wijze waarop de verstedelijkingsafspraken in de periode 2010-2020 worden voortgezet. Het ministerie van VROM is in overleg met de metropoolpartijen begonnen met de voorbereidingen van proces en inhoud. Op verzoek van het Rijk maakt de Metropoolregio (Stadsregio Amsterdam, Provincie Noord-Holland, Amsterdam en Almere) een gebiedsdocument als opmaat voor de verstedelijkingsafspraken die in 2009 gemaakt moeten worden. Hoewel VROM aangeeft dat de Verstedelijkingsafspraken breed worden ingezet, ligt de nadruk op woningbouw. Maar relaties met bereikbaarheid, benodigde ruimte voor bedrijven/kantoren, landschap e.d. worden zeker gelegd. Naar verwachting gaan de verstedelijkingsafspraken onderdeel uitmaken van het MIRT. Mocht de subsidieregeling BLS in een of andere vorm worden verlengd, dan zal opnieuw moeten worden bezien hoe deze, met het oog op kwaliteit van aanbod en omgeving, het beste kan worden ingezet. Resultaat 2009: - Gereedkomen gebiedsdocument Metropoolregio - Harde afspraken tussen Rijk en regiopartijen (waaronder Stadsregio), vaststelling door Regioraad. - Ontwikkelen beleidslijn voor inzet verstedelijkingsbudget na 2010 t.b.v. beleidsdoelen Metropoolregio. C) Leefbaarheid Aan leefbaarheid en duurzaamheid wordt door de Stadsregio aandacht besteed binnen de verschillende projecten, het vormt echter geen op zichzelf staand focuspunt van de Stadsregio. In het verleden zijn er echter wel activiteiten opgestart die ook in 2009 nog doorlopen. In de loop van 2009 zal de Stadsregio zich herbezinnen op de rol die wij op dit gebied in de verdere toekomst willen innemen. 8. Regionale coördinatie van het Actieplan Luchtkwaliteit In juni 2008 heeft de Regioraad het Actieplan Luchtkwaliteit vastgesteld. In 2008/2009 wordt hieraan uitvoering aan gegeven. Resultaat 2009: - Het verlenen van subsidies en het stimuleren en volgen van projecten uit het actieplan. - Het organiseren van 1 à 2 ‘contactbijeenkomsten‘ waarbij de gemeenten de opgedane ervaringen uitwisselen (in het bijzonder van de pilots), de gemeenten geïnformeerd worden over de landelijke ontwikkelingen NSL en het thema luchtkwaliteit. Bijdrage Ruimtelijke Ordening aan andere beleidsterreinen In het kader van het steeds meer verknopen van het beleid op het terrein van de bereikbaarheid en de ruimtelijke ontwikkeling zal juist de sector RO steeds meer bijdragen aan multidisciplinaire projectteams. Doel is zowel direct bijdragen aan de samenhang en afstemming tussen beleidsvelden bínnen projecten als tússen de projecten onderling. Het organiserend vermogen en de inhoudelijke expertise van de Stadsregio worden zo optimaal ingezet. Tevens versterkt dit de integraliteit en de effectiviteit van het besteden van geld en capaciteit. Grote projecten en processen waarbij in 2009 (en daarna) structureel inzet vanuit RO zal plaatsvinden zijn: OV-SAAL studie, Ombouw Amstelveenlijn, HOV-Zaanstad, MIRT en opstellen Wegvisie.
16 december 2008
37
Programmakosten 01 Ruimtelijke Ordening
Begroting 2008
Oude raming 2009
Wijziging raming 2009
Nieuwe raming 2009
Vinac rijksbijdrage Vinac voorgaande jaren Luchtkwaliteit rijksbijdrage Rente Vrijval voorzieningen Overige baten Totaal baten
30.773.700 23.678.300 320.800 1.278.000 2.563.000 5.249.100 63.862.800
21.624.000 0 0 1.056.900 0 0 22.680.900
0 0 0 0 0 0 0
21.624.000 0 0 1.056.900 0 0 22.680.900
Uitvoering ten laste van Voorzieningen Projecten onderzoek en studie Personeel Doorbelaste overhead Totaal lasten
59.941.800 0 273.000 336.200 195.600 60.746.600
21.624.000 0 255.000 360.200 194.000 22.433.200
0 0 - 50.000 0 0 - 50.000
21.624.000 0 205.000 360.200 194.000 22.383.200
3.116.200
247.700
50.000
297.700
- 3.841.000
- 1.056.900
129.000
- 927.900
- 724.800
- 809.200
179.000
- 630.200
Baten
Lasten
Saldo voor resultaatbestemming Resultaatbestemming Saldo 01 na resultaatbestemming
Toelichting op de 1e begrotingswijziging: De verlaging van de lasten en de onttrekking aan de bestemmingsreserve Besluit Locatiegebonden subsidies is bedoeld als dekking voor de incidentele verhoging van de uitgaven bij programma 02 Wonen
16 december 2008
38
5.6
Wonen
De woningmarkt van de regio Amsterdam heeft van oudsher een grote aantrekkingskracht. De mogelijkheden lopen uiteen van grootstedelijk wonen in het centrum van Amsterdam tot landelijk en rustig wonen in een beschermd natuurgebied in Waterland. Tussen deze tegenpolen bevinden zich allerlei woonmilieus in diverse gradaties van “stedelijkheid”, zowel fysiek als sociaal. De grote aantrekkingskracht van de regio heeft als consequentie dat de druk op de woningmarkt er groot is. In de vrije huursector en de koopsector komt dit tot uiting in (zeer) hoge prijzen. In het gereguleerde sociale segment door geringe doorstroming en lange wachttijden. Een middensegment van betekenis ontbreekt. Een belangrijke voorwaarde voor een gezonde metropoolgroei is echter een goed functionerende regionale woningmarkt. Daarvoor is het nodig een voldoende divers aanbod te creëren, zowel kwalitatief als kwantitatief, in alle segmenten en woonmilieus. Dit vergt een grote en gezamenlijke inzet. In het sociale segment van de woningmarkt is er al lange tijd een gezamenlijk regionaal beleid. Dit versterkt de keuzemogelijkheden voor de inwoners en biedt betere kansen voor het beschermen van kwetsbare groepen op de woningmarkt. De spelregels voor toewijzing van woonruimten in dit segment zijn onlangs door de Stadsregio geactualiseerd. In het aanbod aan duurdere segment van de huur- en koopmarkt is iets minder schaarste en gelden de regels van de vrije markt. Ook hier levert de Stadsregio een bijdrage aan het beter functioneren van de markt en het inspelen op ontwikkelingen in de bevolkingsopbouw, zoals vergrijzing en internationalisering. In 2009 staan de volgende projecten op het programma: Bereikbaarheid
Verstedelijking
Openbaar
Netwerken
Knooppunt
Economische
Vervoer
Infrastructuur
ontwikkeling
dynamiek
Woningbouw
Projecten 2009
FOCUS
PRODUCTEN 2009
Openbaar
Netwerken
Knooppunt
Economisch
Woning-
Vervoer
Infrastruc-
ontwikkeling
dynamiek
bouw
tuur
Verstedelijkingsafspraken Woningbouwproductie (kwal. en kwan.) Projectennota 2 Gebiedspakketten Zaancorridor Knooppuntenbeleid Huisvestingsverordening VENOM Amstelveenlijn
16 december 2008
39
A) Regionale Huisvestingsverordening 1. Opstellen regionale huisvestingsverordening De Stadsregio wil het beheer van de goedkope huur en koopwoningen regionaliseren middels een regionale huisvestingsverordening, zodat regiobreed zoveel mogelijk dezelfde rechten en plichten gelden en het regionale karakter van de woningmarkt wordt versterkt. Een huisvestingsverordening is een belangrijk sturingsinstrument voor de woonruimteverdeling en de samenstelling van de voorraad, ter bevordering van een evenwichtige en rechtvaardige verdeling van schaarse (goedkope) woonruimte. De wettelijke plicht tot het opstellen van een regionale huisvestingsverordening verstrekt de Stadsregio hiertoe het instrumentarium. Resultaat 2009: Een vastgestelde eenduidige en transparante regionale huisvestingsverordening. 2. Woonruimteverdeling De nieuwe verordening neemt voor wat betreft de woonruimteverdeling de regelgeving over uit het convenant woonruimteverdeling (vastgesteld juni 2008) over de toewijzingsregels van woningen in de sociale huursector in het bezit van corporaties. Deze worden wel getoetst aan de regels van de nieuwe Huisvestingswet zoals momenteel wordt voorbereid door het Rijk. Hoogstwaarschijnlijk treedt deze in werking op 1 januari 2010. Resultaat 2009: Het monitoren van de effecten van de nieuwe spelregels woonruimteverdeling. Het toetsen van de eenduidige toepassing van de regels door corporaties en regiogemeenten. Rapportage aan de Regioraad. B) Uitvoeringsprogramma Regionale Woonvisie Het uitvoeringsprogramma van de Regionale Woonvisie bestaat voor een deel uit netwerkactiviteiten, zoals het bevorderen van onderlinge samenwerking, lobbying, kennisuitwisseling en -verrijking en het stimuleren van creativiteit en innovaties. Daarnaast gaat het om activiteiten variërend van het ontwerpen van een richtinggevend kader voor de kwalitatieve programmering van de bouwproductie, onderzoek naar regionale woningmarktontwikkelingen en monitoren van de effecten van gevoerd regionaal beleid. Het aanjagen van de woningbouwproductie zoals op dit moment actief gebeurt door de stadsregio samen met provincie Noord-Holland is vaak een combinatie beide soorten activiteiten. Hieronder de belangrijkste activiteiten voor 2009: 3.
Monitoring en stimulering woningbouwproductie (de productie in nieuwbouw en herstructurering op gang krijgen en houden) In de periode 2010-2030 moeten volgens afspraak in de metropoolregio netto 150.000 woningen aan de voorraad worden toegevoegd, waarvan 60.000 binnenstedelijk, ca. 80.000 op uitbreidingslocaties en een beperkte opgave in dorpse landelijke milieus. Dit betekent gemiddeld 7.500 extra woningen per jaar. Bijgehouden wordt hoeveel van de gerealiseerde woningen in de sociale sector vallen, ter toetsing van de afspraak in de Stadsregio om gemiddeld 30% sociaal te bouwen. De Stadsregio bewaakt de voortgang, signaleert knelpunten en belemmeringen, maakt deze bespreekbaar en draagt oplossingen aan. Tevens jaagt de Stadsregio, in samenwerking met de Provincie Noord-Holland, de woningproductie in de regio actief aan. Op basis van de monitor woningbouwcapaciteit 2007 bleek dat er een tekort in de plancapaciteit is te voorzien en dat bovendien een verschuiving plaatsvindt in de afgesproken ontwikkeling van Zuidwest (Haarlemmermeer) naar Almere. In 2008 is in beeld gebracht hoeveel plancapaciteit er is, naar jaar en naar type woonmilieu. Tevens zijn er stimuleringsacties gedefinieerd ter voorkoming en opheffing
16 december 2008
40
van belemmeringen en planuitval en wordt de rol van de Stadsregio ook bepaald bij de uitvoering van deze acties in 2009. Resultaat 2009: - Geactualiseerde Monitor Plancapaciteit Woningbouw, inclusief aandeel Sociale woningbouw De Stadsregio Amsterdam en de Provincie Noord-Holland voeren gezamenlijk een monitor uit naar de beschikbare plancapaciteit, rapportage aan de Regioraad - Een document voor de metropoolregio waarin wordt geschetst hoe het staat met de plancapaciteit, op korte en lange termijn, welke maatregelen ondernomen kunnen worden om te zorgen voor voldoende capaciteit op korte en lange termijn en ligt er een beeld in welke woonmilieus er gebouwd zal worden. Rapportage aan de Regioraad. - Rol Stadsregio Amsterdam t.a.v. aanjagen woningbouw 2010-2014 is bepaald. 4. Stimuleren van kwaliteit: inzetten op diversiteit en toekomstbestendigheid van het (nieuwe) woningaanbod De Metropoolregio Amsterdam is al een aantrekkelijke vestigingsplaats(regio) en de Stadsregio wil bevorderen dat dit in de toekomst ook zo blijft. De afstemming van gemeentelijke bouwprogramma’s op de lokale, regionale en internationale vraag (welke soort woningen voor wie wanneer bouwen?) is hiervoor essentieel, mits binnen de randvoorwaarden die metropoolvorming stelt aan diversiteit, dichtheid en kwaliteit. Dit alles met oog voor de duurzaamheid en leefbaarheid van wijken en de lokale identiteit. De Stadsregio stimuleert hiertoe vernieuwing en creativiteit in het denken over mogelijke kwaliteiten en waar deze onder welke voorwaarden zijn te realiseren, en over mogelijke financieringsvormen. Op basis van de regionale woningmarktrapportage en te organiseren bijeenkomsten over de diverse kwaliteitsaspecten van het woningaanbod wil de Stadsregio hier een inspirerend kader voor ontwikkelen en uiteindelijk deze discussie ook in de Metropoolregio voeren. Resultaat 2009: Stadsregio kader voor de kwalitatieve woningvraag vastgesteld door de Regioraad. 5. De doorstroming op de woningmarkt bevorderen De Stadsregio stimuleert gemeenten hun bouwprogramma ’s beter te richten op doorstroming in de gehele voorraad. Hiervoor moet,(mede op basis van actie 4) inzicht verkregen worden in welke types woningbouw op welke locaties hieraan de beste bijdrage leveren. Hierop kan dan een gezamenlijke koers worden bepaald. De Stadsregio beoogt met de nieuwe afspraken met de corporaties over de woonruimteverdeling een betere doorstroming in de sociale voorraad te bewerkstelligen. Het effect van de nieuwe regels zal hierop worden getoetst. Resultaat 2009: - Stadsregio en Corporaties maken extra factsheet woonruimteverdeling over het effect van de nieuwe spelregels woonruimteverdeling op de doorstroming, rapportage aan de Regioraad. - Regioraad neemt standpunt in over welke kwaliteiten woningaanbod het meest bevorderend zijn voor de doorstroming 6. Actualiseren van het uitvoeringsprogramma Woonvisie: de Regionale Woonagenda Het uitvoeringsprogramma van de Woonvisie is alweer een vijf jaar oud, Aan de hand van de uitkomsten van de regionale woningmarkt rapportage worden acties voorgesteld om de uitvoeringsprojecten meer toe te snijden op de actualiteit. Resultaat 2009: Vaststellen van, en starten met de uitvoering van de geactualiseerde regionale woonagenda.
16 december 2008
41
C) Toezicht huisvesting statushouders 7. Toezichthouder huisvesting verblijfsgerechtigden De Stadsregio heeft een wettelijke taak als toezichthouder op de spoedige en adequate huisvesting van verblijfsgerechtigde asielzoekers door de inliggende gemeenten. Er wordt toezicht gehouden op de gemeenten voor wat betreft het tijdig aanbieden van geschikte woonruimte aan verblijfsgerechtigde asielzoekers, conform de taakstellingen van het Rijk. Dit betreft een halfjaarlijkse taakstelling voor de regulier groep verblijfsgerechtigden en een eenmalige taakstelling tot eind 2009 voor de zogenaamde Pardongroepregeling. Uitgangspunt van de Stadsregio hierbij is om gemeenten allereerst te stimuleren en te ondersteunen bij het oplossen van knelpunten, zowel intern als met de andere partijen in de zogenaamde “plaatsingsketen”. Pas in het uiterste geval grijpt de Stadsregio in conform haar wettelijke verplichtingen daartoe. Twee keer per jaar brengt de Stadsregio verslag uit aan het Ministerie van WWI over de prestaties van de regiogemeenten. Op enkele na hebben alle gemeenten in de regio een achterstand in de realisatie van de taakstellingen. Medio 2008 heeft de Stadsregio een aanjager aangesteld om de inspanningen van deze gemeenten op te voeren en hen daarbij te ondersteunen. Niet alle gemeenten zullen er in slagen om bestaande achterstanden voldoende weg te werken. Tegen deze gemeenten zal de Stadsregio, conform zijn wettelijke verplichting, een formeel in de plaatstredingtraject instellen. Resultaat 2009: Alle regiogemeenten voldoen aan hun verplichtingen tot huisvesting van de Pardongroep en lopen niet meer dan één taakstellingsperiode achter op de reguliere huisvestingstaakstelling. D) Beleidsondersteunend onderzoek Door het (laten) verrichten van onderzoek naar het functioneren van de regionale woningmarkt biedt de Stadsregio inzicht in huidige en toekomstige ontwikkelingen en trends en in de effecten van gevoerd (regionaal) beleid. Onderzocht wordt of regionaal kan worden aangehaakt op het Amsterdamse brede woononderzoek Wonen in Amsterdam. Dit biedt wellicht meer inzicht in het functioneren van de regionale woningmarkt dan het landelijke WoOn, waaraan de Stadsregio en enkele gemeenten nu deelnemen. Gekeken wordt ook of de woondatabase Swing SRA, waarvoor jaarlijks gegevens worden verzameld, kan worden vervangen door aanhaking op databases elders, mits dit praktisch en financieel gezien een betere keuze is. De Stadsregio monitort tevens jaarlijks de voortgang van de nieuwbouwproductie en de resultaten en effecten van de regionale woonruimtebemiddeling. Het beleid kan hierop worden toegesneden. 8. Onderzoek duurdere huursector Het tweejaarlijkse onderzoek naar de duurdere huursector zal dit jaar in het licht komen te staan van de internationale vraag op de woningmarkt. Internationale arbeidskrachten die hier voor kortere of langere tijd komen werken zijn voor huisvesting voor het grootste gedeelte aangewezen op de vrije sector huurmarkt. Het betreft hier woningzoekenden uit zowel hoge als lagere inkomensgroepen (hoog opgeleide expats versus vaklieden uit MOE-landen). Voor de economische groei van de regio is het van belang dat deze groepen hun weg kunnen vinden op de regionale woningmarkt en daar voldoende aan hun trekken komen. Resultaat 2009: Onderzoeksrapport dure Huursector en de internationale Huursector, rapportage aan de Regioraad. 9. Regionale Woningmarktrapportage Van de Regionale Woningmarkt rapportage zullen komend jaar alleen de meest dynamische gegevens worden geactualiseerd. Over twee jaar wordt er weer een Regionale
16 december 2008
42
Woningmarktrapportage opgeleverd. Resultaat 2009: Helderheid over het traject voor de regionale woningmarktrapportage 2010-2011. 10. Gezamenlijk regionaal onderzoek ‘Wonen in de Stadsregio Amsterdam’ (gemeenten en corporaties). De Stadsregio en een aantal inliggende gemeenten participeren momenteel in het landelijke onderzoek naar de woonbehoefte, het zogeheten WoOn van het Ministerie van VROM. Onderzocht wordt of uitbreiding van het Amsterdamse woonbehoefte onderzoek, het WIA (Wonen in Amsterdam, samen met de Amsterdamse corporaties) naar Regionale schaal beter aansluit bij de gegevensbehoefte op dit gebied. Resultaat 2009: Besluit over inrichting woonbehoefteonderzoek: deelname aan WoOn of aan WiSRA 2011. 11. Thematische factsheet over een nader te bepalen actueel onderwerp Bijvoorbeeld over de opgave wonen-welzijn-zorg Resultaat 2009: Eén actueel regionaal thema nader uitgespit. Bijdrage Wonen aan andere beleidsterreinen Een goede balans tussen wonen, werken en recreëren (en de bereikbaarheid hiervan) is een belangrijke pijler voor een gezonde metropoolregio. Daarom wordt vanuit het beleidsveld wonen meegedacht met en input gegeven aan de aanpalende beleidsterreinen. Met name de wisselwerking tussen woningdichtheden en het draagvlak voor openbaar vervoer is een belangrijk aandachtspunt voor 2009, bijvoorbeeld in relatie met de woningproductie en de woonkwaliteit (zie de punten 3 en 4). Programmakosten 02 Wonen
Begroting 2008
Oude raming 2009
Wijziging raming 2009
Nieuwe raming 2009
15.500 15.500
0 0
0 0
0 0
382.500 142.200 92.900 617.600
155.000 160.200 92.100 407.300
179.000 0 0 179.000
334.000 160.200 92.100 586.300
Saldo voor resultaatbestemming
- 602.100
- 407.300
- 179.000
- 586.300
Saldo 02 na resultaatbestemming
- 602.100
- 407.300
- 179.000
- 586.300
Baten Overige baten Totaal Baten Lasten Projecten onderzoek en studie Personeel Doorbelaste overhead Totaal Lasten
Toelichting op de 1e begrotingswijziging 2009: De benodigde middelen voor onderzoek en studie voor het Programma Wonen zijn in 2009 (éénmalig) veel hoger dan in andere jaren. Dit heeft te maken dat in 2009 tbv het opstellen van een Regionale Huisvestingsverordening er een projectleider is ingehuurd. Daarnaast zal ook de aanjager in het kader van de huisvesting van verblijfsgerechtigde asielzoekers de gemeenten ook in 2009 blijven assisteren om hun taakstellingen te realiseren.Voor het programma 02 Wonen is € 155.000 beschikbaar gesteld in de begroting 2009 die de raad in juni 2008 heeft vastgesteld. De resterende € 179.000 wordt gedekt
16 december 2008
43
door wijzigingen bij programma 01 Ruimtelijke Ordening: verlaging van de lasten met € 50.000 en een onttrekking van € 129.000 ten laste van de reserve van de Besluit Locatiegebonden Subsidie gelden.
16 december 2008
44
6
Jeugdzorg
Jeugdzorg is bedoeld voor jongeren tot 18 jaar met ernstige opvoeding- en opgroeiproblemen waarvoor (alleen) ondersteuning van algemene voorzieningen - zoals onderwijs, jeugdgezondheidszorg of het maatschappelijk werk - niet of onvoldoende helpt. De jeugdzorg is ook bedoeld voor hun ouders of opvoeders. Conform de Wet op de Jeugdzorg functioneert er één Stichting Bureau Jeugdzorg in het gebied van de Stadsregio: Bureau Jeugdzorg Agglomeratie Amsterdam. De Stichting telt 8 locaties, waarvan 4 zijn gevestigd in de stad Amsterdam, 2 in Zaanstreek/Waterland en 2 in Amstelland/Meerlanden. Bureau Jeugdzorg stelt zorgvuldig vast of de cliënt of het cliëntsysteem (cliënt incl. ouders en/of opvoeders) in aanmerking komt voor hulp, en zo ja welke. Dit wordt vastgelegd in een indicatiebesluit dat recht geeft op één of meer zorgaanspraken. Het aantal zich aanmeldende cliënten die in aanmerking komen voor vervolghulp van het Bureau zal in het begrotingsjaar uitkomen op ca. 10.000. Het aantal indicatiebesluiten is begroot op ca. 7100. Het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling, een onafhankelijk onderdeel van Bureau Jeugdzorg, zal naar verwachting 2300 eenmalige adviezen en consulten (meervoudige adviezen) verstrekken. Het aantal te verrichten onderzoeken is geraamd op ca. 750 meldingen. Daarnaast gaat Bureau Jeugdzorg in opdracht van de kinderrechter ca. 2600 ondertoezichtstellingen en 470 onder voogdijstellingen uitvoeren. Naar verwachting vinden voor ca. 1340 cliënten jeugdreclasseringactiviteiten plaats. In 2008 is het nieuwe vierjarige Beleidskader Jeugdzorg 2009-2012 vastgesteld door de Regioraad. Het hierbij behorende eerste Uitvoeringsprogramma telt 20 actiepunten. A) Vraagsturing 1. Voor de uitstroom uit jeugdzorg van 18-/18+ cliënten worden afspraken gemaakt met woningbouwcorporaties en gemeenten over voldoende huisvesting. Ook worden afspraken gemaakt met gemeenten over toeleiding naar school en werk, als vervolg op geïndiceerde zorg. Bureau Jeugdzorg ziet erop toe op dat gemeenten voldoende nazorg aan deze doelgroep aanbieden. Resultaat 2009: Beschikbaarheid van adequate huisvesting en nazorg voor uitstromende cliënten van 18-/18+. 2. In 2009 wordt ten behoeve van de ontwikkeling van een regionale verwijsindex besluitvorming in de regiogemeenten voorbereid ten aanzien van participatie in “Matchpoint.” Het Bureau Jeugdzorg maakt waar mogelijk gebruik van digitale gegevensuitwisseling teneinde uiterlijk in 2012 in 80% van de dossiers van Bureau Jeugdzorg aantoonbaar zal zijn dat de cliënt is gevrijwaard van onnodige herhalingen in gegevensverstrekking. Resultaat 2009: Alle regiogemeenten hebben een besluit genomen over aansluiting bij Matchpoint regionale verwijsindex. B) Effectiviteit 3. Belangrijk doel uit het beleidskader 2009-2012 is dat de Stadsregio vanaf 2011 (kwaliteitsgecertificeerde) zorgaanbieders alleen subsidieert voor programma’s die het (derde) niveau van doeltreffendheid hebben behaald in termen van de effectiviteitladder van Veerman. Aan de Werkgroep Onderzoek van het jeugdzorgoverleg wordt gevraagd een gezamenlijk plan te ontwikkelen voor het meten van de effectiviteit van zorg via een vóór- en nameting.
16 december 2008
45
Zorgaanbieders nemen in hun jaarplan 2009 op, op welke wijze men gaat toewerken naar dit subsidievereiste. Minimaal dient bij alle zorgaanbieders in 2009 een effectiviteitsmeting vóór en na de zorgtrajecten te zijn opgestart bij die programma’s die de tweede trede op de effectiviteitsladder hebben bereikt. Programma’s die vanaf 2011 niet op het derde niveau staan worden beëindigd of ingeruild voor programma’s van het derde niveau. Hierbij wordt in goed overleg mede rekening gehouden met het voor handen zijn van alternatieven. Resultaat 2009: Effectiviteitsmeting bij alle zorgaanbieders operationeel bij alle programma’s op tweede trede van de effectiviteitsladder. C) Kwaliteit 4. De Stadsregio verbindt zich aan de door de twee centrumgemeenten opgestelde Uitvoeringsplannen Kindermishandeling. Handelingsprotocollen en plannen van aanpak met betrekking tot deskundigheidsbevordering. De Stadsregio ondersteunt de uitvoering daarvan. Resultaat 2009: Handelingsprotocollen en plannen van aanpak met betrekking tot deskundigheidsbevordering zijn vastgesteld en in uitvoering. 5. Er is een scholingsprogramma voor professionals gestart gericht op bewustwording van de gevolgen van kindermishandeling en hoe daar adequaat op te reageren. Resultaat 2009: Scholingsprogramma operationeel. 6. De Stadsregio heeft het landelijke convenant “Terugdringen bureaucratie en ervaren regeldruk” ondertekend. De Stadsregio inventariseert waar de regeldruk en bureaucratie nijpend is en zal voorstellen doen deze terug te dringen. Er wordt momenteel gewerkt aan een vorm van een landelijke 0 -meting om eventuele afname van regeldruk te kunnen ijken. Wanneer een landelijke standaard voor de nulmeting klaar is, zal de stadsregio aan de hand daarvan de eigen situatie in kaart brengen. De Stadsregio stelt zich ten doeI in 2011 een afname van 25% van de ervaren regeldruk te realiseren. Resultaat 2009: Rapportage aan portefeuillehoudersoverleg Jeugdzorg van nulmeting “bureaucratie en ervaren regeldruk” volgens landelijke standaard. 7. Het Bureau Jeugdzorg helpt 80% van de cliënten - ook binnen de justitiële taken - binnen de doorlooptijden en het geïndiceerde zorgtraject is afgerond op het vereiste prestatieniveau. Deze prestaties zijn medio 2008 op basis van de verantwoording 2007 opnieuw herijkt. Resultaat 2009: Bureau Jeugdzorg voldoet aan de gestelde prestatie-eisen. 8. De stadsregio vraagt zorgaanbieders in 2009 aan te geven welke programma’s vanuit het perspectief van samenhang (1 kind - 1 gezin - 1 plan) uitgevoerd kunnen en moeten worden in een samenhangende aanpak op lokaal niveau en om voorstellen te doen voor een (geïntegreerde) uitvoering op dat niveau in de periode 2010-2012. De betrokken zorginstellingen op lokaal en regionaal niveau maken daarbij de zorginhoudelijke afspraken. Dat houdt in dat zij onder regie van de overheden de vrijheid hebben de afgesproken aansluitingen en samenwerking volgens hun professionele opvattingen zorginhoudelijk te vertalen en in te richten. Die inrichting moet het mogelijk maken de vereiste prestaties te halen. Resultaat 2009: Al in 2009 wordt gestart met de uitvoering van deze geïntegreerde programma’s.
16 december 2008
46
9. De Stadsregio subsidieert vanaf 2011 zorgaanbieders op basis van een vereist prestatieniveau. Voor de bepaling van dat niveau gebruikt de stadsregio de landelijke prestatie-indicatoren en het niveau dat in 2009 en 2010 op deze indicatoren in de stadsregio wordt gehaald. In 2009 zijn alle landelijke prestatie-indicatoren ingevoerd en meetbaar. Resultaat 2009: Alle landelijke prestatie-indicatoren zijn ingevoerd en worden gemeten. D) Vroegtijdig interveniëren 10. De Taskforce WMO in de Stadsregio Amsterdam heeft onder meer tot taak om aanbevelingen te doen voor een goede aansluiting tussen het preventief jeugdbeleid van de regiogemeenten en de geïndiceerde jeugdzorg die via het Bureau Jeugdzorg toegankelijk is. De Taskforce heeft aan een onderzoeksbureau de opdracht verstrekt om in september 2008 te komen met een beschrijving van het gewenste gemeentelijke aanbod, met de daarbij behorende kwaliteitseisen, op het gebied van signalering, licht pedagogische hulp en coördinatie van zorg, dat nodig is om een goede toeleiding naar de geïndiceerde jeugdzorg te realiseren, danwel de hulpvragen op te lossen binnen het lokale domein. Onderdeel hiervan vormt meer duidelijkheid over het overdrachtsmoment tussen jeugdbeleid en jeugdzorg en de positionering van het aanbod licht ambulante zorg, danwel licht pedagogische hulp. Naar aanleiding van deze kwalitatieve beschrijving adviseert de Taskforce WMO de gemeenten vervolgens over kwantificeerbare prestaties met betrekking tot dit lokale domein. Resultaat 2009: Zorgaanbod ten behoeve van de aansluiting tussen preventief jeugdbeleid en geïndiceerde zorg is operationeel, er is in alle gemeenten duidelijkheid oveer overdrachtsmoment tussen jeugdbeleid en jeugdzorg. 11. In de Stadsregio wordt in 2009 een risicoprofiel van ouders samengesteld met betrekking tot het voorkomen van kindermishandeling. Vanuit de kinddossiers van Bureau Jeugdzorg en Jeugdzorginstellingen wordt in 2010 bekeken of de opgenomen informatie ten aanzien van de ouders van het kind van voldoende kwaliteit is om een risicoanalyse op te baseren. De zorg aan ouders en kind is zichtbaar afgesteld te zijn op het doen stoppen van de kindermishandeling dan wel op het afnemen van het risico daartoe. De informatie omtrent de risicoprofielen wordt gedeeld met de Centra voor Jeugd en Gezin. Resultaat 2009: - De zorg aan ouders en kind is zichtbaar afgesteld op het doen stoppen van de kindermishandeling dan wel op het afnemen van het risico daarvan; - De informatie omtrent de risicoprofielen wordt gedeeld met de Centra voor Jeugd en Gezin. 12. Een aantal gemeenten financiert de trajecten Nieuwe Perspectieven vanuit haar verantwoordelijkheid op het voorkómen van ernstige criminaliteit bij jongeren. De trajecten kosten rond de € 4.500. De vraag wordt gesteld waarom dit niet een vorm van geïndiceerde jeugdzorg is die vanuit de stadsregio voor alle jongeren beschikbaar is. De discussie ten aanzien van het programma Nieuwe Perspectieven wordt in 2009 afgerond, mede op grond van de nieuwe financieringssystematiek jeugdzorg. Resultaat 2009: Besluit over programma Nieuwe Perspectieven. 13. De Stadsregio garandeert de inzet van het Bureau Jeugdzorg voor zijn kerntaken in de Centra voor Jeugd en Gezin en het onderwijs mits het werk doelmatig kan worden uitgevoerd.
16 december 2008
47
Resultaat 2009: Er is overeenstemming tussen gemeenten en Stadsregio over de schaal en het niveau van dienstverlening waarop de gemeenten de CJG’s inrichten. 14. De Stadsregio zal in overleg met Bureau Jeugdzorg bezien op welke onderdelen scholing aangeboden zou moeten worden aan de Centra voor Jeugd en Gezin en welke onderdelen daarvan al opgenomen zijn in de deskundigheidsbevorderingsplannen vanuit het aansluitingsbudget van BJAA. Resultaat 2009: Besluit over aanbod scholing aan Centra voor Jeugd en Gezin. Aanbod is operationeel. 15. In 2009 zal de Stadsregio bij nieuwe initiatieven en ontwikkelingen in de aansluiting tussen jeugdzorg en onderwijs de mogelijkheden onderzoeken voor facilitering. Een voorbeeld hiervan is het initiatief rond de oprichting van een 8 tot 8 school “Campus Amsterdam”. Bij nieuwe initiatieven wordt in ieder geval ondersteuning geboden in de vorm van uitwisseling van producten, opgedane ervaringen en expertise, alsook aansluiting van zorg. Resultaat 2009: Rapportage facilitering door Jeugdzorg met betrekking tot nieuwe vormen van aansluiting tussen jeugdzorg en onderwijs aangeboden aan portefeuillehoudersoverleg. E) Overige thema’s 16. Wat betreft de capaciteit van het zorgaanbod liggen de mogelijkheden vervat in de landelijke nieuwe financieringssystematiek en in het inkoopadvies van Bureau Jeugdzorg dat in samenwerking met de lokale overheden tot stand komt. Resultaat 2009: Binnen financiële beperkingen wordt de capaciteit van het aanbod geoptimaliseerd. Rapportage hierover aan de Regioraad. 17. De subsidie komt tot stand op basis van een inkoopadvies van het Bureau Jeugdzorg. Bij het opstellen van dat advies worden lokale overheden en voorzieningen geraadpleegd. Hiertoe dienen de zorgregionale overleggen. Resultaat 2009: Doelmatige toewijzing subsidie. 18. Het rijk en IPO hebben advies gevraagd omtrent een nieuwe financieringssystematiek voor de provinciaal gefinancierde jeugdzorg. Dit advies dat uitgaat van een lump sum financiering ligt er inmiddels. Er komt een onafhankelijk orgaan, het Adviesorgaan Financiering Jeugdzorg (AFJ), dat een zwaarwegend advies uitbrengt over het meerjarig financieel kader op basis van een zo goed mogelijke raming van de vraagontwikkeling en over de verdeling van de middelen over de provincies en grootstedelijke regio’s. Voorziene invoeringsdatum van de nieuwe financieringssystematiek is 1 januari 2010. Deze financieringssystematiek gaat vergezeld van een nieuw rekensysteem waarmee de uitgaven voor zorg worden verantwoord op 21 zorgeenheden. Implementatie van beide trajecten zal de komende jaren de nodige aandacht vergen. Resultaat 2009: Voorsorteren op implementatie nieuwe financieringssystematiek en rekensysteem voor de uitgaven, teneinde deze in 2010 zo snel mogelijk operationeel te hebben. 19. De Stadsregio onderzoekt in 2009 de mogelijkheid een innovatie en ontwikkelingsbudget in te stellen waarmee initiatieven voor zorgvernieuwing tijdelijk ondersteund kunnen worden.
16 december 2008
48
Resultaat 2009: Voorbereiding besluit over instelling innovatie- en ontwikkelingsbudget door de Regioraad. 20. Na afronding van de discussie in de Taskforce WMO en Portefeuillehoudersoverleg Jeugdzorg wordt de gemeenten gevraagd het eerste deel van hoofdstuk drie uit het beleidskader waar het gaat over de doelen ter zake ‘de voorkant’ te herijken tegen het licht van de dan geformuleerde afspraken. Deze herijking wordt voorgelegd aan de portefeuillehouder Jeugdzorg en na overleg in het DB opgenomen in het Uitvoeringsprogramma 2010. Resultaat 2009: Besluit door Dagelijks Bestuur over herijking doelen ten aanzien van “de voorkant”. Opname daarvan in Uitvoeringsprogrramma 2010. Programmakosten 08 Jeugdzorg
Begroting 2008
Oude raming 2009
Wijziging raming 2009
Nieuwe raming 2009
Rijksbijdrage Bureau jeugdzorg Rijksbijdrage Jeugdzorg zorgaanbod Jeugdzorg overige bijdrage Rente Totaal Saldo voor
86.780.800 87.306.700 593.500 50.000 174.731.000
82.156.500 83.977.500 593.500 50.000 166.777.500
0 0 0 0 0
82.156.500 83.977.500 593.500 50.000 166.777.500
Uitvoering Bureau Jeugdzorg Uitvoering jeugdzorg zorgaanbod Uitvoering Jeugdzorg Landelijk werk instellingen Uitvoering overig Overige lasten Projecten onderzoek en studie Totaal Saldo voor Saldo voor resultaatbestemming
41.652.300 71.196.900 57.959.800 2.719.900 1.281.100 30.000 174.840.000 - 109.000
40.574.200 71.196.900 54.413.800 - 609.400 1.280.900 30.000 166.886.500 - 109.000
0 0 0 0 0 0 0 0
40.574.200 71.196.900 54.413.800 - 609.400 1.280.900 30.000 166.886.500 - 109.000
0 50.000 - 50.000
0 50.000 - 50.000
0 0 0
0 50.000 - 50.000
- 159.000
- 159.000
0
- 159.000
Baten
Lasten
Vrijval Reserves Toevoegingen reserves Resultaatbestemming Saldo 08 na resultaatbestemming
16 december 2008
49
7
Organisatie
7.1
Bestuur en communicatie
Voor de Stadsregio als samenwerkingsverband van gemeenten is het van groot belang dat er een goede informatie-uitwisseling plaatsvindt tussen de organisatie van de stadsregio en alle gemeenten. A) Bestuursondersteuning De besluitvorming in de Stadsregio Amsterdam vindt plaats in de regioraad en het dagelijks bestuur, en via de adviezen van de overleggen van de portefeuillehouders, de commissies en de regioraadsessies. Voorbereiding van besluitvorming vindt plaats tijdens periodieke stafoverleggen met de portefeuillehouders. Door middel van organisatorische, facilitaire en personele ondersteuning wordt gezorgd voor goede voorwaarden voor een adequate besluitvorming van de Stadsregio. Dit gebeurt door: - Het verzorgen en voorbereiden van de vergaderingen (regioraad, de raadsessies, het dagelijks bestuur, de commissies en portefeuillehouders) en het in brede zin ondersteunen van raadsleden. - Informeren van raadsleden en bestuurders over de Stadsregio Amsterdam. - Stafoverleggen/bestuurlijke ondersteuning: zorg dragen voor een soepele aanlevering Specifiek voor dit actieprogramma geldt dat de uitvoering wordt gemonitord en de Regioraad kan de voortgang hiervan zelf volgen in de termijnagenda die elke Regioraad wordt geagendeerd. B) Communicatie Doelen zijn: goede beeldvorming over de activiteiten en resultaten van de Stadsregio, het bevorderen van deelname aan de besluitvorming en het bevorderen van acceptatie en uitvoering van het beleid. De algemeen relevante doelgroepen voor de Stadsregio zijn: Raadsleden, Colleges van B&W, ambtenaren van de 16 gemeenten, overheden in de metropoolregio, bewoners, instellingen, bedrijven en organisaties, en de pers. Voor de afzonderlijke projecten in dit actieprogramma kunnen de algemene doelstellingen en doelgroepen een specifiekere invulling krijgen. De communicatiedoelstellingen worden bereikt door: - Het publiceren en toegankelijk maken van openbare stukken van de stadsregio. - Het intern (binnen de gemeenten) en extern bekendmaken van, en uitleg geven over, aangelegenheden van de Stadsregio onder andere door persberichten, nieuwsbrieven en verslagen over activiteiten en besluiten van de stadsregio. - Het ondersteunen van portefeuillehouders en projectleiders door het voorbereiden, plannen en (mede) uitvoeren van de communicatie over beleidsprogramma’s en projecten. - Het organiseren van bijeenkomsten, workshops en dergelijke voor raadsleden en andere belanghebbenden en deskundigen. - Het verzenden van persberichten - 10 Regiojournaals per jaar (1.500 abonnees)
16 december 2008
50
Programmakosten 00 Bestuur en Communicatie
Begroting 2008
Oude raming 2009
Wijziging raming 2009
Nieuwe raming 2009
Uitvoering Bestuur Communicatie Personeel Doorbelaste overhead Totaal Saldo voor Saldo voor resultaatbestemming
0 254.000 205.000 326.100 179.100 964.200 - 964.200
0 254.000 215.000 367.100 199.800 1.035.900 - 1.035.900
0 0 0 0 0 0 0
0 254.000 215.000 367.100 199.800 1.035.900 - 1.035.900
Saldo 00 na resultaatbestemming
- 964.200
- 1.035.900
0
- 1.035.900
Lasten
7.2
Bedrijfsvoering
De afdeling bedrijfsvoering zorgt voor een optimale ondersteuning van de werkprocessen. Dat betekent een goede huisvesting, vergaderfaciliteiten, lunchfaciliteit, ondersteuning door de secretariaatsmedewerkers, transparante inrichting van de financiële systemen en een volledig en goed toegankelijk archief. Binnen de verschillende afdelingen wordt gewerkt aan projecten om efficiëntie van de Stadsregio te optimaliseren en de professionaliteit te verhogen. Zo wordt in 2009 het subsidieloket opgericht (zie onder Infrastructuur), en wordt voor verschillende beleidsonderdelen de monitoring van het beleid verbeterd (zie o.a. onder Wonen). Dergelijke projecten hebben in de eerste plaats effect op de relatie met onze partners, met name de gemeenten. De afdeling bedrijfsvoering richt zich daarnaast nog op en aantal projecten ter verbetering van de interne efficiency en vergroting van de professionaliteit van de organisatie. A) Interne organisatie 1. Digitaal informatiesysteem (DMS) De Stadsregio Amsterdam maakt als spin in het web samenwerking en een integrale benadering op de schaal van de metropool mogelijk. Informatievoorziening en een geheugenfunctie (digitaal archief), kortom het delen van informatie en de toegankelijkheid, onafhankelijk van de locatie, spelen hierbij een cruciale rol. De afdeling (documentaire) Informatievoorziening van de Stadsregio brengt de mogelijkheden in kaart van digitale ondersteuning in het informatiebeheer. Hiermee wordt informatie overal beschikbaar, informatie wordt sneller gevonden, het bevordert hergebruik van informatie i.p.v. kopiëren en geeft minder vertraging en fouten door de mogelijkheid van procesbewaking. Een doordacht functioneel ingericht informatiesysteem Dms/Rma verbetert in eerste instantie de dienstverlening en de beheersbaarheid van de interne bedrijfsvoering en faciliteert efficiëntere bedrijfsprocessen. Resultaat 2009: De aanschaf van een geavanceerd informatiesysteem (dms) inclusief functionele inrichting en de uitvoering van een proeftuin. 2. Verbeteren werkprocessen Het aantal vaste, tijdelijke en ingehuurde medewerkers van de Stadsregio is in de afgelopen jaren sterk toegenomen. Naast een goed personeelsbeleid (zie onder 3) vergt dit ook een permanente aandacht voor een goede huisvesting, automatisering en ondersteuning door receptie en secretariaat.
16 december 2008
51
Resultaat 2009: Het creëren van optimale werkomstandigheden, structureel verhelpen van knelpunten. B) Personeelszaken 3. Kwalificeren en motiveren personeel Personeelszaken stelt zich tot doel het ‘menselijk kapitaal’ van de organisatie tot grootse en gewenste prestaties te verleiden om de algemene en door hen zelf gestelde doelen te bereiken. Onder meer door ervoor te zorgen: dat de juiste mensen op de juiste plek komen te zitten de juiste nieuwe collega’s aan te trekken de mensen te ondersteunen bij / te stimuleren tot het vinden van opleidingen/trainingen die helpen om die prestaties te kunnen leveren de middelen in te zetten die ervoor zorgen dat het menselijk kapitaal zijn werk effectief en met plezier kan uitvoeren. Gekwalificeerd en gemotiveerd personeel is cruciaal voor de realisatie van onze ambities. C) Financiën 4. Heldere financiële informatieverstrekking en verantwoording, verbetering van de input van de beleidsafdelingen voor (half)jaarrapportages. Resultaat: Er wordt periodiek op een inzichtelijke manier verantwoording afgelegd over de financiën. 5. Opstellen beleidskader reserves en risico’s Bij alles wat de organisatie doet zijn er risico's. Risico's probeer je te voorkomen en als een risico toch optreedt wil je de negatieve gevolgen zo beperkt mogelijk houden. Dat kan in financieel opzicht met reserves en voorzieningen. Daarom heeft het rijk bepaald dat decentrale overheden zoals de Stadsregio een beleidskader voor reserves en risico's moeten hebben. De Stadsregio heeft er één maar die dateert deels nog van 2005. Resultaat 2009: Vaststellen geactualiseerd beleidskader voor reserves en risico’s. 6. Treasury project In 2009 zal een centrale liquiditeitenplanning worden opgesteld. Doel: een optimaal rendement uit alle niet-direct benodigde middelen halen. Het uitgevoerde actieve treasurybeleid heeft zich afgelopen 2 jaar voornamelijk gericht op de BDU-infrastructuurmiddelen. Het is nu de bedoeling om nauwkeurig inzicht te krijgen in de overige middelen zodat deze ook actief kunnen worden belegd. Resultaat 2009: Integrale liquiditeitenplanning 2010
16 december 2008
52
Programmakosten 99 Bedrijfsvoering
Begroting 2008
Oude raming 2009
Wijziging raming 2009
Nieuwe raming 2009
Overige baten Werk voor derden uitgevoerd Baten
0 2.201.400 2.201.400
0 2.224.400 2.224.400
0 0 0
0 2.224.400 2.224.400
Overige lasten Personeel Algemene zaken Personeel en Organisatie Financien Lasten
20.000 844.300 1.051.400 296.000 135.800 2.347.400
13.000 884.300 835.400 296.000 135.800 2.164.400
0 0 0 0 0 0
13.000 884.300 835.400 296.000 135.800 2.164.400
Saldo voor resultaatbestemming
- 146.000
60.000
0
60.000
206.000 60.000 146.000
0 60.000 - 60.000
0 0 0
0 60.000 - 60.000
0
0
0
0
Baten
Lasten
Vrijval Reserves Toevoegingen reserves Resultaatbestemming Saldo 99 na resultaatbestemming
Bij bedrijfsvoering wordt gewerkt aan enkele grotere ICT projecten (Citrix-Windows omgeving en Document Management Systeem) waarvan nog niet duidelijk is of in 2009 een aanvullende onttrekking aan de bestemmingsreserve automatisering nodig is. Bij de actualisatie van de begroting 2009, geagendeerd voor de vergadering van juni 2009, wordt de Regioraad hierover verder geïnformeerd.
16 december 2008
53
8
Financiën
8.1
Plaats Actieprogramma 2009 in de begrotingscyclus
Het Actieprogramma 2009 is de uitwerking van de begroting die aan de raad is toegezegd bij de vaststelling van de begroting 2009 op 24 juni 2008. De kaders van de begroting 2009 zijn uitgangspunt voor het opstellen van het Actieprogramma 2009. Actualisatie van de begroting 2009 wordt geagendeerd voor de regioraad van juni 2009. Dan zullen de ramingen voor onder meer de openbaar vervoer concessies, de infrastructuurprojecten en de personeelsbegroting geactualiseerd worden.
8.2
1e Begrotingswijziging 2009
Het Actieprogramma 2009 is opgesteld binnen de kaders van de begroting 2009. Dat houdt in dat bij het Actieprogramma geen wijziging van de begroting wordt voorgesteld die gevolgen heeft voor de gemeentelijke bijdrage of de algemene reserve. Er zijn echter wel wijzigingen op andere onderdelen e van de begroting. De 1 begrotingswijziging ziet er als volgt uit: 1e wijziging begroting 2009
00 Bestuur en Communicatie 01 Ruimtelijke Ordening 02 Wonen 03 Werken en Economie 04 Verkeer en Vervoerbeleid 05 Infrastructuur 07 Openbaar Vervoer 08 Jeugdzorg 92 Algemene baten en lasten Algemene dekkingsmiddelen Totaal 1e begrotingswijziging
Saldo oude
+
-
= Wijziging
+
= Saldo
raming na Resultaat bestemming
Wijziging baten
Wijziging lasten
saldo voor Resultaat bestemming
Wijziging Resultaat bestemming
nieuwe raming na resultaat bestemming
- 1.035.900 - 809.200 - 407.300 - 999.000 0 0 0 - 159.000 0 3.410.400
0 0 0 0 0 0 5.249.300 0 0 0
0 - 50.000 179.000 0 0 0 5.249.300 0 0 0
0 50.000 - 179.000 0 0 0 0 0 0 0
0 129.000 0 0 0 0 0 0 0 0
- 1.035.900 - 630.200 - 586.300 - 999.000 0 0 0 - 159.000 0 3.410.400
0
5.249.300
5.378.300
- 129.000
129.000
0
Vertrekpunt voor een begrotingswijziging is het Saldo oude raming na resultaatbestemming. Dit is het saldo van baten en lasten van de begrotingsprogramma’s dat de regioraad op 24 juni 2008 heeft vastgesteld. De 1e begrotingswijziging is opgenomen in de kolommen ‘Wijziging Inkomsten’ en ‘Wijziging uitgaven’ en de kolom ‘Wijziging resultaatbestemming’ . De lasten voor programma 02 Wonen worden in 2009 incidenteel verhoogd met € 179.000. Deze verhoging wordt gedekt door wijzigingen bij programma 01 Ruimtelijke Ordening. De lasten bij dit programma zijn met € 50.000 verlaagd. Het resterende een tekort van € 129.000 is gedekt door een onttrekking aan de bestemmingsreserve Besluit Locatiegebonden Subsidies. Verrekeningen met reserves zijn volgens het Besluit Begroting en Verantwoording resultaatbestemming. Daarom is de onttrekking aan de bestemmingsreserve BLS opgenomen in de kolom Wijziging resultaatbestemming. De wijziging bij programma 07 Openbaar Vervoer bestaat uit een eenmalige verhoging van de BDU 2009 ,het opnemen van het budget voor Amsys (VATkosten nieuw metromaterieel en beveiliging), en
16 december 2008
54
een verhoging van de begrotingspost voor projecten onderzoek en studie. In het financiële overzicht van paragraaf 5.1 Openbaar Vervoer vindt u een nadere toelichting op deze wijziging. Het saldo van de 1e begrotingswijziging na resultaatbestemming is nul.
16 december 2008
55
Bijlage
16 december 2008
Activiteitenraming 2009
56
Programma 1
Ruimtelijke ordening
Portefeuillehouder:
M. Bezuijen
Budgethouder:
H. de Neef
De activiteitenraming voor 2009
A) Ruimtelijke projecten: ontwikkeling en afstemming
€
110.000
1. Het opstellen en vaststellen van de Projectennota. Er wordt een integraal beeld gegeven van de ontwikkelingen in het stadsregiogebied en bijbehorende acties, waarmee de strategische agenda voor de Stadsregio in 2009 en verder wordt bepaald. Resultaat: vaststelling Projectennota en de daaruit voortkomende strategische agenda door Regioraad in maart 2009 2. Het structureel bijdragen (parallel aan de totstandkoming van de Projectennota) aan de Structuurvisies van de provincie Noord-Holland en Amsterdam. 3. Knooppuntontwikkeling Knooppuntontwikkeling past goed in het beleid van verstedelijking, verdichting en concentratie bij OV-knopen. Dit wordt nog eens bevestigd in de studie ‘Metropolitane Bereikbaarheid 2040’. Resultaat 2009: vaststelling beleid inzake knooppuntontwikkeling door Regioraad Nb: financiering verloopt via programma 4, Verkeer en Vervoer 4. Regionaal monitoren en begeleiden gemeentelijke plannen. De inzet van capaciteit en expertise t.b.v. het vroegtijdig reageren op (bestemmings)plannen van gemeenten in samenwerking met andere sectoren. Resultaat: In 2009 start uitvoering van deze monitoring en begeleiding van gemeentelijke plannen op basis van door de Regioraad vastgesteld beleid 5. Regionaal Locatiebeleid Resultaat 2009: vaststelling Locatiebeleid door Regioraad Nb: financiering verloopt via programma 4, Verkeer en Vervoer B) Verstedelijkingsafspraken: stimulering en coördinatie van de uitvoering
-
6. Verstedelijkingsafspraken tot 2010 Resultaat 2009: gerealiseerde verdeling BLS 2005-2009 Nb: financiering juridische bijstand (€20.000) verloopt via “rente BLS” 7. Verstedelijkingsafspraken 2010-2020 Resultaat 2009: gereedkomen gebiedsdocument Metropoolregio Resultaat 2009: harde afspraken tussen Rijk en regiopartijen (waaronder Stadsregio), vaststelling door Regioraad. Resultaat 2009: ontwikkelen beleidslijn voor inzet verstedelijkingsbudget na 2010
16 december 2008
57
t.b.v. beleidsdoelen Metropoolregio. Nb:eventuele financiering onderzoek en studie verloopt via “rente BLS” C) Leefbaarheid
45.000
8. Regionale coördinatie van het Actieplan Luchtkwaliteit (404561) Resultaat 2009: Het verlenen van subsidies en het stimuleren en volgen van projecten uit het actieplan. Resultaat 2009: Het organiseren van 1 à 2 ‘contactbijeenkomsten‘ waarbij de gemeenten de opgedane ervaringen uitwisselen (in het bijzonder van de pilots), de gemeenten geïnformeerd worden over de landelijke ontwikkelingen NSL en het thema luchtkwaliteit. Debat, onderzoek en advies t.b.v. de metropoolvorming -
-
-
-
50.000
Inbreng leveren in de Ambtelijke en Bestuurlijke Kerngroep Metropoolregio Bijdragen aan organiseren, bepalen doelstellingen en afspraken en uitwerken van de 1e Metropoolregio Amsterdam Conferentie in april 2009. Uitvoeren van lopende afspraken en projecten op gebied van infrastructuur, wonen en economische ontwikkeling uit en belangenbehartiging van de metropolitane ontwikkeling in het kader van projecten als Randstad2040 en UPR. Organiseren van en bijdragen aan collegiale (kennis)uitwisseling tussen de 16 gemeenten via congressen en studiemiddagen. Onder andere bij het opstellen van structuurvisies, implementeren rijks- en provinciaalbeleid, aanjagen woningbouw en luchtkwaliteit. Deelname aan regionaal overleg op gebied van ruimtelijke en strategie ontwikkeling zoals SKRO, Forum Stedelijke Regio’s en Synerginproject Universiteit Amsterdam. Juridisch advies voor regio en/of gemeenten in verband met nieuwe wetgeving op gebied van de ruimtelijke ordening (wro, grondexploitatiewet etc.) Bijdragen vanuit Ruimtelijke Ordening aan andere beleidsterreinen In het kader van het steeds meer verknopen van het beleid op het terrein van de bereikbaarheid en de ruimtelijke ontwikkeling zal juist de sector RO steeds meer bijdragen aan multidisciplinaire projectteams.. Totaal ruimtelijke ordening
16 december 2008
p.m.
205.000
58
Programma 2
Wonen
Portefeuillehouder: Budgethouder:
L. Worm H. de Neef
De activiteitenraming voor 2009
€
A) Regionale Huisvestingsverordening 402505 Regionale huisvestingsverordening De Stadsregio stelt een concept op voor een integrale regionale huisvestingsverordening. Reservering bestemd voor inhuur van een projectleider/procesbegeleider en de inhuur van juridische expertise 402503 Woonruimteverdeling: factsheet Woonruimtebemiddeling 2008 Jaarlijks verschijnende factsheet met de resultaten van de woonruimtebemiddeling sociale huur, in samenwerking met het regionale Platform Woningcorporaties (PWNR). Reservering bestemd voor gegevensverzameling, en het lay-outen, drukken en verspreiden van de reguliere factsheets -Stadsregio en Corporaties maken eenmalig extra factsheet woonruimteverdeling over het effect van de nieuwe spelregels woonruimteverdeling op o.a. de doorstroming 402xxx
Woonruimteverdeling: monitoring uitvoering convenant Woonruimteverdeling 2008 Conform art. 16 van het convenant: jaarlijkse rapportage over de wijze waarop uitvoering wordt gegeven aan de overeenkomst. Reservering bestemd voor inhuur onderzoeksbureau
87.000
12.000
5.000 15.000
B) Uitvoeringsprogramma Regionale Woonvisie 402540 Uitvoeringsprogramma Woonvisie: de productie in nieuwbouw en herstructurering op gang krijgen en houden. Actief aanjagen van de woningbouwproductie. Reservering bestemd voor de inhuur van externe expertise
30.000
402xxx
35.000
Uitvoeringsprogramma Woonvisie: stimuleren van de kwaliteit van het wonen: inzetten op diversiteit en toekomstbestendigheid van het (nieuwe) woningaanbod “Op reis” naar een kwalitatief kader voor de regionale nieuwbouwopgave. Doel hierbij is de gezamenlijke gedachtenvorming, (nog) niet het kader zelf. De reis leidt op inspirerende wijze langs alle mogelijke bouwstenen voor een kader. Dit in de vorm van bijeenkomsten, expertmeetings, workshops, excursies, etc. Reservering bestemd voor voorbereiding, organisatie en procesbegeleiding van de reis
16 december 2008
59
402xxx
Uitvoeringsprogramma Woonvisie: kennisuitwisseling Organisatie van Dag van het Wonen over een actueel thema. Voorstel voor 2009: Reservering bestemd voor zaalhuur en overige organisatiekosten
10.000
C) Toezicht huisvesting statushouders 402523 Huisvesting statushouders: aanjager/projectleider Reservering voor het inhuren van een aanjager/projectleider. Deze jaagt de inspanningen aan van gemeenten bij de realisatie van de taakstellingen voor de huisvesting van statushouders, met het doel de in de opgelopen jaren opgelopen achterstanden in te lopen en te zorgen dat de Pardontaakstelling wordt gehaald 402xxx
Huisvesting statushouders: in de plaatstredingstraject Het is mogelijk dat de Stadsregio tegen enkele gemeenten een in de plaatstredingstraject conform de Huisvestingswet instelt. Kosten voor de inhuur van extra personele inzet en (eventueel) benodigde juridische expertise voor (de voorbereiding van) dit traject en de eventuele benodigde extra middelen voor de huur van woningen, worden allen op de betreffende gemeenten verhaald
80.000
pm
D) Beleidsondersteunend onderzoek 402xxx
Onderzoek: Monitor Plancapaciteit 2009 Reservering bestemd voor de actualisering van de gegevens in de monitor en het opstellen van een kort fact sheet met conclusies en resultaten. Tevens ook voor onderhoud en service van de website Plancapaciteit.nl
5.000
402xxx
Onderzoek: Fact sheet Sociaal in de Regio Update, op basis van de gegevens in de Monitor Plancapaciteit, van het in mei 2008 voor het eerst verschenen factsheet Sociaal. Interne Publicatie, PM druk- en verspreidingskosten van het factsheet
-
402xxx
Onderzoek: Inventarisatie mogelijkheden van regionaal woononderzoek Wonen in de Stadsregio Amsterdam (WiSRA) Intern onderzoek naar nut, wenselijkheid, draagvlak en financiële aspecten van uitbreiding van het tweejaarlijks onderzoek van de gemeente Amsterdam en Amsterdamse corporaties: Wonen in Amsterdam naar alle gemeenten en corporaties van de Stadsregio Amsterdam
-
402xxx
Onderzoek: Regionale Woningmarktrapportage: factsheet update 2009 Update van de meest dynamische (snel veranderende) onderdelen van de Regionale Woningmarktrapportage 2008 in een kort factsheet
7.000
402xxx
Onderzoek: praktisch nut data in Swing SRA Onderzoek naar praktisch nut en gebruiksvriendelijkheid van Swing SRA in vergelijking met mogelijke alternatieven; bijvoorbeeld in samenwerking met het bureau Onderzoek + Statistiek van de gemeente Amsterdam Reservering bestemd voor gegevensverzameling
18.000
16 december 2008
60
402xxx
Onderzoek: Themapublicatie 2009: De betekenis van de vrije huursector in de Stadsregio voor internationale werknemers Reservering bestemd voor het inschakelen van een onderzoeksbureau
402531 Onderzoek: Themapublicatie 2009 over een actueel onderwerp
20.000
10.000
Totaal Wonen
334.000
16 december 2008
61
Programma 3
Werken en economie
Portefeuillehouder: Budgethouder:
H. Luiten H. de Neef
De activiteitenraming voor 2009
€
A) Werklocaties 403501 Plabeka/PRES Het Platform bedrijven en kantoren richt zich op het maken van harde afspraken m.b.t. de afstemming en fasering van bedrijventerreinen en kantoren. De Stadsregio is – samen met de gem. Haarlemmermeer – trekker van deze actie. Op bestuurlijk niveau is Plabeka inmiddels uitgegroeid tot het Platform Regionaal-Economische Structuur (PRES). Dit platform zal in 2009 o.m. op een metropool-brede conferentie de SociaalEconomische Agenda presenteren.
25.000
4035521 Detailhandelsbeleid De Regionale Commissie Winkelplanning adviseert het DB – op basis regionaal detailhandelsbeleid – onafhankelijk m.b.t. regionale detailhandelsontwikkelingen. De kosten van deze RCW (m.n. extern secretariaat) zijn 30.000.
30.000
B) Toerisme 403606 Actieprogramma Toerisme Uitvoering Toeristisch ActiePlan Regio Amsterdam (TARA). Dit Actieplan, vastgesteld in de regioraad van december 2007, omvat concrete projecten gericht op de verdere ontwikkeling van het toerisme. De Stadsregio zal samen met de relevante partners deze [projecten opstarten en helpen realiseren. Belangrijke activiteit in 2009 is de verdere vormgeving van de toeristische marketing en promotie op Metropool-regio schaal
70.000
D) Uitvoeren projecten 403551 Projectenaanjagers Deskundigen op het gebied van het concreet maken van projectplannen zullen – samen met de desbetreffende gemeenten/regionale partners – jaarlijks minimaal 2 projecten ontwikkelen die bijdragen aan de economische ontwikkeling van de regio. Deze projecten zullen voor subsidiering ingediend worden bij de diverse subsidie-programma’s (o.m. Pieken in de Delta, EUprogramma’s Amsterdam Topstad) Sinds juli 2007 is de Stadsregio partner van de Amsterdamse Innovatie Motor
16 december 2008
110.000
62
403553 Subsidiepilots/-wijzer Sinds 2005 ondersteunt de Stadsregio de gemeenten bij het inventariseren van subsidiemogelijkheden. Dit blijkt een bruikbaar instrument om bij gemeenten het inzicht in subsidiemogelijkheden bij provincie, Rijk en EU te vergroten Overig, onvoorzien Totaal Werken en Economie
16 december 2008
10.000
15.000 255.000
63
Programma 4
Verkeer en vervoerbeleid
Portefeuillehouder: Budgethouder:
T. Herrema H. de Neef
De activiteitenraming voor 2009
€
A) Ketenmobiliteit 404551 Coördineren uitvoering Actieplan Ketenintegratie Ketenmobiliteit Monitoren van de voortgang en de uitvoering van maatregelen uit het actieplan.
20.000
404611 Programma Fietspromotie Netwerk Fiets Promotie richting gebruikers over routes en gebruik van stallingen en combinatie gebruik fiets en OV.
120.000
B) Mobiliteitsmanagement Nieuw
Taskforce Mobiliteitsmanagement Metropoolregio Gebiedspakket Deelname aan de regionale Taskforce en bijdragen aan het programmamanagement
404541 Anders Betalen voor Mobiliteit Prijsbeleid Participatie vanuit Stadsregio aan uitwerking landelijk systeem ‘Anders Betalen’; uitrol in de Noordvleugel. Tevens ondersteunen van de proef ABvM in de Metropoolregio.
80.000
50.000
C) RVVP Nieuw
Concreterisering en convenanten RVVP Samenwerking, Organisatie en Werkwijze Onderzoek naar de mogelijkheden voor een nadere concretisering en vastleggen uitvoeringsafspraken met de wegbeheerders.
404821 RVVP waaronder monitoring en beleidsevaluatie Samenwerking, Organisatie en Werkwijze Ten behoeve van de evaluatie van het RVVP 2009 dienen voorbereidingen getroffen te worden (o.a. reistijdmetingen). Nieuw
Twee keer per jaar gesprekken met gemeenten. Samenwerking, Organisatie en Werkwijze
16 december 2008
0
150.000
0
64
Tweejaarlijkse gesprekken met gemeenten over voortgang RVVP en UVP en samenhang met Ruimtelijke Ordening. Nieuw
Bestuurlijke regionale conferentie Financieringsopgave Op Metropoolniveau is bestuurlijke overeenstemming nodig over de financieringsstrategie. Er zal een bestuurlijke conferentie worden georganiseerd.
0
Nieuw
Monitoring en begeleiding gemeentelijke plannen Adviseren bij ruimtelijke plannen en verkeer -en vervoerplannen van gemeenten in een vroeg stadium met als doel een optimalere afstemming tussen RO en Verkeer en Vervoer.
0
404631 Gebiedsgerichte afspraken Stadsregio - gemeenten Gebiedspakket Opzetten proces rondom twee nieuwe pilotgebieden, met als doel om te komen tot een compleet en samenhangend pakket aan maatregelen en vastgelegde uitvoeringsafspraken tussen Gemeente en Stadsregio.
75.000
E) Verkeersmodel Metropoolregio Amsterdam (VENOM) 404810 VENOM Samenwerking, Organisatie en Werkwijze Het gezamenlijk met de Metropoolpartners ontwikkelen, beheren van het verkeerskundig Noordvleugel model. (€ 475.000, waarvan Stadsregionale bijdrage: €160.000)
160.000
404901 VENOM personeel Samenwerking, Organisatie en Werkwijze Inzet van personeel voor het beheren van het verkeerskundige Noordvleugel model VENOM (€ 175.000) F) Goederenvervoer Nieuw
Pieken in bereikbaarheid Programma met maatregelen om bedrijven en bedrijfsterreinen beter bereikbaar te maken over water.
-
404531 Kwaliteitsnet goederenvervoer Noordvleugel Activiteiten Kwaliteitsnet goederenvervoer Noordvleugel: o.a. het monitoring en uitvoeren van verkennende studies.
100.000
404532 Bevoorradingsprofielen Voor winkelgebieden in de regio met knelpunten rondom stedelijke distributie worden bevoorradingsprofielen opgesteld. Resultaat voor 2009: afronding lopende bevoorradingsprofielen (1e tranche) en uitvraag / opstart 2e tranche.
150.000
16 december 2008
65
404534
Regionale aanpak stedelijke distributie. Op basis van de uitkomsten van de bevoorradingsprofielen worden kansrijke vervolgmaatregelen en (nieuwe) logistieke concepten verder uitgewerkt.
Nieuw
Analyse Verkeersveiligheidknelpunten vrachtverkeer Een analyse van verkeersveiligheidknelpunten ten gevolge van het vrachtverkeer inclusief voorstel vervolg.
Nieuw
Afstemming Goederenvervoer Spoor Inbreng vanuit de Metropoolregio om te komen tot een optimale benutting van het spoor voor zowel het personenvervoer als het goederenvervoer (onder andere in het kader van het Programma Hoogfrequent Spoor, waar op basis van de Landelijke Capaciteits Analyse Spoor scenario’s zijn uitgevoerd voor een toekomstvaste routering van het goederenvervoer.
404533 Regioroutering vervoer gevaarlijke stoffen Afstemming van het landelijke basisnet t.b.v. de routering vervoer gevaarlijke stoffen.
150.000
20.000
0
50.000
Samenwerking, Organisatie en Werkwijze 404801 Maatregelen Speerpunt Samenwerking, Organisatie en Werkwijze Samenwerking, Organisatie en Werkwijze Kosten t.b.v. bijdrage secretariaat Platform Bereikbaarheid Metropoolregio Amsterdam, secretariaat van SKVV, jaarlijkse bijdrage aan uitvoeringsorganisatie en inwinning Nationaal Datawarehouse. 405555 Ontwikkelingen MIRT Samenwerking, Organisatie en Werkwijze Samen met de partners Metropoolregio zal in overleg met het rijk verder invulling worden gegeven aan de invulling van het MIRT en Samenwerkingsagenda
364.000
0
Overig 404522 Bereikbaarheid Metropoolregio 2040 Ruimtelijke Ordening Een uitwerking van de metropoolregio Amsterdam voor wat betreft de bereikbaarheidsopgave, als actie in het verlengde van de uitkomsten van de 7e Noordvleugelconferentie. Nieuw
Knooppuntontwikkeling: Afstemming OV-knooppunten en ruimtelijk programma (Programma Ruimtelijke Ordening) Het ruimtelijke economische programma optimaal afstemmen op OVknooppunten en verkeer en vervoer.
404521 Uitwerking Regionaal Locatiebeleid (Programma Ruimtelijke Ordening) Vaststellen van het regionale Locatiebeleid met als doel om het juiste bedrijf op de juiste plek te krijgen.
16 december 2008
100.000
50.000
20.000
66
404805 Data en informatie Samenwerking, Organisatie en Werkwijze Het ordenen en toegankelijk maken (intern en extern Stadsregio) van data en informatie en optimalisering proces en inhoud van kaartmateriaal. Totaal Verkeer en Vervoer
16 december 2008
95.000
1.754.000
67
Programma 5
Infrastructuur
Portefeuillehouder: Budgethouder:
T. Herrema A. Colthof
De activiteitenraming voor 2009
€
A) Ontwikkeling infrastructuurbeleid 405534 Weg-visie 2010-2030 Studie vergelijkbaar aan OV infrastructuur 2020-2030, specifiek gericht op het wegennetwerk.
300.000
405514 Beheer en Onderhoud Uitvoering Activiteiten voortvloeiend uit de eerste fase.
50.000
405556 Inpassing regionale infrastructuur Uitwerken Spelregelkader, om een bijdrage te kunnen leveren aan stedenbouwkundige initiatieven en plannen, waar het gaat om e inpassing/aantakking op de regionale netwerken fiets, OV en weg.
40.000
B) Programmamanagement infrastructuurprojecten 405522 Databank jaarlijks Toelichting volgt
45.000
405512 Prioritering Infrastructuur Het verder uitwerken en inzetten van de in eerste fase ontwikkelde prioriteringsmethodiek
20.000
405533 PPS/Betrokkenheid markt Nadere uitwerking, gericht op meer geld/betrokkenheid vanuit marktpartijen
25.000
405537 Halteplan toegankelijke bushaltes Vanuit diverse gemeenten is het verzoek gekomen om een bijdrage te leveren in deskundigheid en kennis om tot uitvoering te komen van het Halteplan
40.000
C) Voorbereiden infrastructuurprojecten 405509 Zaancorridor Verkennende studie naar de problematiek en mogelijke oplossingen voor verbeteringen in de capaciteit en betrouwbaar van het OV
200.000
405510 Ombouw Amstelveenlijn Verkennend onderzoek naar de mogelijkheden voor doortrekking van de Noord-zuidlijn in de richting van Amstelveen
500.000
16 december 2008
68
405538 OV studie SAAL Betrokkenheid Stadsregio bij de uitvoering van de tweede fase van de planstudie OV nieuw
Programma Hoogfrequent Spoor (PHS): corridor Alkmaar-Eindhoven (Zaanlijn)
405532 GGB Stadsregio Amsterdam Gebiedsgericht benutten van projecten Nieuw
OV-knooppunt Zuidas Onderzoek naar gewenste maatregelen
300.000
25.000 180.000
40.000
Overig 405504 VIA Infrastructuur Nadere uitwerking van specifieke onderwerpen zoals opgenomen in de leidraad “VIA” voor de afdeling Infrastructuur
40.000
405531 Tunnelveiligheid
25.000
Nieuw
40.000
Opwaarderen OV-knooppunten Opwaarderen OV-knooppunten conform Toetsingskader busstations
405542 Nulmeting/evaluatie rijtijd Ring Oud Zuid/West De nulmeting en de evaluatie is een voorwaarde voor de beschikking voor het project ‘Ring Oud Zuid/West’
10.000
405548 GGB Amsterdam-Noord Verkennende studie en uitwerking mogelijke oplossingsrichtingen OWNHWN wegennet in Amsterdam Noord
40.000
Nieuw
Koppeling Zuidtangent Amstelveen – Schiphol Oost
30.000
405550 Fietsenstallingen publiekstrekkende bestemmingen
50.000
405523 Personele kosten Kosten personeel, specifiek gericht op projecten en studies waarvoor het trekkerschap ligt bij de Stadsregio Amsterdam Totaal infrastructuur
16 december 2008
500.000
2.500.000
69
Programma 7
Openbaar Vervoer
Portefeuillehouder: Budgethouder:
L. Verbeek N. van Paridon
De activiteitenraming voor 2009
€
A) Concessieverlening 407611 Voorbereiding Concessieverlening In 2009 wordt er gewerkt aan de concessie verlening van de concessies Amsterdam, Zaanstreek en Waterland.
650.000
B) Concessiebeheer 407500 Onderzoeken en Concessie beheer Deze post is bestemd voor allerlei, veelal kleine onderzoek van inhoudelijke diverse aard.
250.000
C) Kwaliteitsverbetering Openbaar Vervoer 407522 Onderzoek DRIS / telematica De Stadsregio werkt aan de implementatie van dynamische reisinformatie. Daarvoor is ook onderzoek en ondersteuning nodig.
100.000
407612 Telematicaproject De Stadsregio werkt aan de implementatie van dynamische reisinformatie.. Dit budget is voor de bijdrage aan GOVI, de projectorganisatie die aan de database en de standaard werkt
200.000
4075xx
Tramplus project Teneinde het tramnet van Amsterdam sneller en meer concurrerend te krijgen, wordt een tramplus plan ontwikkeld.
407506 Studiekosten Invoering chipkaart Naast het migratiebudget van V&W is extra budget voorzien voor studiekosten van de invoering
50.000
25.000
D) Beleid en onderzoek 407503 Tarievenbeleid Ter uitvoering van het tarievenkader zijn nog diverse acties voorzien
16 december 2008
50.000
70
E) Organisatie 407690 Verkenning & uitwerking OV autoriteit Binnen het Urgentie Programma Randstad is besloten tot oprichting van een OV bureau. De Stadsregio draagt daar aan bij. 4075xx
Marketing Bureau Het DB heeft in 2008 besloten tot de oprichting van een marketing bureau. Samen met vervoerders worden projecten bekeken die het imago van het OV verbeteren.
407895 Inhuur financiële capaciteit De Stadsregio huurt financiële expertise in die zij zelf beschikbaar niet heeft.
125.000
1.000.000
50.000
Overig 407502 Sociale Veiligheid en toegankelijkheid Alhoewel op beide beleidsterreinen de laatste jaren flinke stappen gezet zijn, is dut budget gereserveerd om te fine tunen en zaken verder te verbeteren.
25.000
407501 Communicatiekosten Periodiek moet voor het openbaar vervoer extra communicatie gedaan worden die niet in de reguliere budgetten voorzien zijn.
25.000
407505 Reizigersadviesraad De Stadrsegio faciliteert de Reizigersadviesraad bij haar adviserende taak en vergoed de daarbij te maken kosten van vergoedingen en inhuur deskundigheid. .
100.000
407507 Congressen, lidmaatschappen De Stadsregio is o.a. lid van enkele internationale organisaties zoals EMTA en UITP.
20.000
407520 Evaluaties & onderzoek gratis OV Voorzien wordt dat er experimenten met gratis OV zullen zijn die geëvalueerd moeten worden.
25.000
Nieuw
Ontzorgingsbureau Betreft een budget met als doel capaciteitsgebrek bij de wegbeheerders, in hun voorbereidende taak voor realisering (kleine) OV infrastructuurmaatregelen, weg te kunnen nemen.
Totaal openbaar vervoer
16 december 2008
100.000
2.795.000
71