D R I E M A A N D E L I J K S
I N F O R M AT I E B L A D
V O O R
W E L Z I J N
E N
M I L I E U
I N
D E
B O U W S E C T O R
Numéro Erkenningnummer: d’agréation: PP404005 404006--Bureau Afgiftekantoor: de dépôt:Namen Namur- -Waarde: Valeur: € 2,80 2,50
Nr 43 - 2e trimester 2007
Werken in de zon Op dagen dat het buiten erg warm is, kan ons lichaam het zwaar te verduren krijgen. Als je werkt bij warm weer, loop je immers het risico van verhitting en uitdroging van het lichaam. Blootstelling aan de zon kan verbranding van de huid veroorzaken, die op haar beurt het risico van huidkanker kan verhogen. Personen die beroepshalve buiten werken, komen als eerste met dit risico in aanraking. Buiten werken zonder bescherming is erg gevaarlijk Met een goede bescherming tegen de zon kan je huidkanker voorkomen. Vooral bouwvakkers lopen gevaar, aangezien hun werk zich grotendeels buiten afspeelt. Door je gedrag aan te passen en bepaalde reflexen aan te leren, kan je met enkele eenvoudige maatregelen dit gevaar grotendeels uitschakelen. Zo kan je je insmeren tegen de zon en beschermende kleding dragen. Je insmeren tegen zonnebrand betekent niet dat je onbeperkt mag werken in de zon. Het is een aanvullende maatregel, naast geschikte kledij en een helm of een petje dragen dat de nek beschermt en de schaduw opzoeken in plaats van de volle zon.
Raadgevingen i.v.m. blootstelling aan de zon tijdens het werk • Probeer de zon te vermijden tussen 12u en 15u. Pas de planning aan in die zin. • Zorg voor bescherming tegen de zon. • Draag beschermende kleding. • Draag een helm of een petje dat de nek beschermt. • Smeer je om de twee uur in met zonnebrand, of nog vaker als je veel zweet.
• Raadpleeg een dokter als een moedervlek verandert van uitzicht of als je een zweertje hebt dat niet weggaat. • Drink voldoende water. Neem de volgende maatregelen als de maximumtemperaturen worden overschreden: • Werknemers die rechtstreeks blootgesteld zijn aan zonnestralen, moeten beschikken over persoonlijke of collectieve beschermingsmiddelen. • De werkgever neemt de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat er geschikte niet-alcoholische koele dranken worden verstrekt; hij volgt daarbij het advies van de preventieadviseurarbeidsgeneesheer; • Binnen de 48 uur, te rekenen vanaf het moment dat de hinder wordt vastgesteld, zorgt de werkgever voor kunstmatige verluchting in (gesloten) lokalen waar wordt gewerkt. Als de hinder na die 48 uur niet verdwenen is, voert de werkgever een regeling in met beperkte aanwezigheidstijd op de werkpost en met rusttijden. Rekening houdend met wat hierboven staat en om te vermijden dat bouwvakkers die moeten werken in de warmte en/of in de zomerzon, hinder ondervinden of ziek worden, valt het aan te raden om een aantal preventiemaatregelen te nemen in overleg met de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer en met de preventieadviseur. Meer info op www.navb.be, in de rubriek ‘Regelgeving in de praktijk’, onderrubriek ‘Algemene toelichtingen’.
© NAVB-CNAC 2007. Overneming met bronvermelding toegestaan.
Arbeidsongevallen en beroepsziekten: de statistieken Op 16 april wijdde de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg een studiedag aan de recentste statistieken over arbeidsongevallen en beroepsziekten in de bouw. Het Fonds voor Arbeidsongevallen (FAO) en het Fonds voor Beroepsziekten (FBZ) stelden er hun vaststellingen voor. De grote lijnen daarvan leest u hieronder. Arbeidsongevallen Tijdens deze studiedag stelde het FAO zijn analyse voor van de arbeidsongevallen die in 2005 hebben plaatsgevonden in de bouwsector. De gegevens die voor deze studie werden gebruikt, zijn gebaseerd op de aangiftes van arbeidsongevallen afkomstig van de verzekeringsmaatschappijen bij wie de werkgevers zich moeten verzekeren.
Deze analyse bevat enkele nieuwigheden, zoals: • Nieuwe variabelen inzake ongevallen in het kader van de Europese harmonisatie van de arbeidsongevallengegevens (soort werk, afwijkende gebeurtenis, bij de afwijkende gebeurtenis betrokken voorwerp en het contact – de manier van verwonding)
Het woord van de voorzitter
• Precisering van de activiteit van de ondernemingen: overgang van 4 naar 5 NACE-codeposities. Voorbeeld: 4521 is de NACE-code voor ‘Algemene bouwkundige en civieltechnische werken’; deze activiteit werd onderverdeeld in subactiviteiten, zoals 45211 ‘Bouwen van individuele huizen’; 45214 ‘Bouw van tunnels, bruggen, viaducten en dergelijke’. Dankzij deze precisering kan de aandacht worden gevestigd op de situatie van de subsectoren, zoals het slopen van gebouwen, de bouw van individuele huizen en glaszetten.
Vorige maand hebben de sociale partners van de bouwnijverheid na intens overleg een nieuw protocol van akkoord ondertekend voor de periode 2007– 2008. Daarbij werd opvallend weinig gediscussieerd over de veiligheid en het welzijn van de arbeiders op de werven: alle partijen zijn immers doordrongen van de noodzaak om daar samen aan te werken. In het kader van dit akkoord werden aan het NAVB een aantal bijkomende opdrachten gegeven, onder meer deze: • De veiligheids- en gezondheidsproblemen in kaart brengen die voortspruiten uit de blootstelling van minerale vezels en kwartsstof. • De welzijnsproblematiek verbonden aan de instroom van buitenlandse arbeiders analyseren en oplossingen naar voren schuiven. De resultaten worden meegenomen in de voorbereiding van het Internationaal Symposium voor Veiligheid en Gezondheid in de Bouw, dat het NAVB en ISSA (International Social Security Association) in 2009 organiseren in Brussel. • Een checklist opstellen die de bouwbedrijven moet toelaten om op een adequate wijze een risicoanalyse van de werkkledij in hun bedrijf op te stellen. Verder hebben de sociale partners zeer sterk aangedrongen op een nog meer doorgedreven samenwerking tussen het NAVB en het FVB, elk met behoud van zijn eigenheid, en dit om de bouwbedrijven nog beter van dienst te kunnen zijn. Om deze extra opdrachten te kunnen realiseren en omdat de middelen van het NAVB al vier jaar gelijk zijn gebleven, hebben de sociale partners de dotatie verhoogd met bijna 7 %. Namens alle medewerkers van het NAVB dank ik de sociale partners daarvoor; wij zullen er zorg voor dragen dat deze extra euro’s goed besteed worden. Tot slot nog dit: laten we niet vergeten dat de arbeider bijna steeds het enige slachtoffer is van een ongeval, maar bijna nooit de enige oorzaak.
Joos LOUAGE Voorzitter
Opleidingsagenda pagina 4
2 3 3 4
vervolg pagina 2
Jobstudenten aan het stuur van gemotoriseerde transportwerktuigen Wat met steigers op ladderklampen? Posttraumatische begeleiding in de bouw Een palletkooi tegen vallende stenen
navbinfo
Arbeidsongevallen en beroepsziekten: de statistieken In deze analyse worden onder andere de frequentiegraden (aantal ongevallen vermenigvuldigd met 1.000.000 en gedeeld door het aantal uren blootstelling aan de risico’s), de werkelijke ernstgraden (aantal werkelijk verloren kalenderdagen, vermenigvuldigd met 1.000 en gedeeld door het aantal uren blootstelling aan de risico’s) en de globale ernstgraden (som van het aantal werkelijk verloren kalenderdagen en het aantal forfaitaire dagen ongeschiktheid, vermenigvuldigd met 1.000 en gedeeld door het aantal uren blootstelling aan de risico’s) voor de verschillende sectoren behandeld. De drie hoogste frequentiegraden vinden we terug bij het glaszetten (78,47), het slopen van gebouwen (74,16) en overige waterbouw (andere dan baggerwerken) (72,24). De frequentiegraad van de volledige sector bedraagt 51,07. De drie hoogste werkelijke ernstgraden doen zich voor bij het slopen van gebouwen (2,49), de bouw van tunnels, bruggen, viaducten en dergelijke (2,49) en de dakbedekking en bouw van dakconstructies (2,11). De werkelijke ernstgraad van de volledige bouwsector bedraagt 1,45.
De drie hoogste globale ernstgraden vinden we terug bij het slopen van gebouwen (16,86), de bouw van dakconstructies (10,21) en de bouw van tunnels, bruggen, viaducten en dergelijke (8,30). Voor de volledige sector is de globale ernstgraad 6,29.
Beroepsziekten Ook het FBZ heeft een analyse uitgevoerd, over de beroepsziekten in de bouwsector. Het is de eerste maal dat een dergelijke analyse wordt uitgevoerd. Ze bestrijkt de periode 2000-2006. In die periode werden 2.514 gevallen van beroepsziekten geteld. 1.736 van deze ziekten (69%) houden verband met mechanische trillingen: artrose van de lage rug, radiculair syndroom, artrose van de bovenste ledematen, angioneurotisch syndroom, combinatie van ziekten aan de rug en de bovenste ledematen. 276 of 11% van deze ziekten houden verband met asbest en 256 of 10% worden veroorzaakt door lawaai.
U vindt deze analyse in zijn geheel op onze website www.navb.be, rubriek ‘Advies’, onderrubriek ‘Statistieken’.
Het FBZ heeft deze 2.514 gevallen van beroepsziekten ook geordend per activiteitssector in de bouw op basis van de NACE-codes (4 posities). 1.116 gevallen of 44,4% deden zich voor in de sector ‘Algemene bouwkundige en civieltechnische werken’ (4521), 439 gevallen of 17,5% in de sector ‘Bouw van autowegen en andere wegen, vliegvelden en sportfaciliteiten’
(4523) en 313 gevallen of 12,5% in de sector ‘Afwerking van gebouwen’ (4540). De statistieken van de beroepsziekten in onze sector staan op onze website www.navb.be, in de rubriek ‘Advies’, onderrubriek ‘Statistieken’. Er werd ook een indeling voorgesteld op basis van de leeftijd van de slachtoffers van beroepsziekten: 1.008 gevallen of 40,1% deden zich voor in de leeftijdsklasse tussen 45 en 55 jaar, 718 gevallen of 28,6% bij 55- tot 65-jarigen en 375 gevallen of 14,9% tussen 35 en 45 jaar. Er is ook de vaststelling dat 310 gevallen of 12,3% betrekking hebben op personen ouder dan 65, doordat een beroepsziekte kan opduiken jaren na de beroepsmatige blootstelling die aan de bron van de ziekte ligt. Het FBZ heeft overigens aangestipt dat er een revalidatieprogramma voor slachtoffers van een beroepsmatige rugaandoening werd opgestart. Een groot deel van dit programma zal worden gewijd aan de bouwsector. Dit programma gaat van start van zodra een specifiek koninklijk besluit verschijnt.
Jobstudenten aan het stuur van gemotoriseerde transportwerktuigen De wijzigingen betreffen artikel 11§2; ze staan hieronder cursief gedrukt. De afwijking betreft het besturen van nietstapelende gemotoriseerde transportwerktuigen met geringe hefhoogte, die met andere woorden toelaten om de last te heffen op een hoogte die juist voldoende is om deze last vrij te kunnen vervoeren. De afwijking is van toepassing op studenten-werknemers die ouder zijn dan 18 jaar, onder de volgende voorwaarden: 1. Het betreft een platformtruck, een palettruck of een platformheftruck. 2. De werkgever neemt de nodige maatregelen om zich ervan te verzekeren dat de studenten-werknemers die belast worden met de bediening van deze toestellen, voldoende zin voor verantwoordelijkheid hebben en zij een adequate opleiding hebben gekregen voor het veilig besturen van deze arbeidsmiddelen. 3. De bedieningsorganen van de toestellen moeten van een type zijn dat een per-
manente actie van de bestuurder vereist en moeten wanneer ze aan zichzelf overgelaten worden, automatisch in de neutrale stand terugkeren en de rem in werking stellen. 4. De snelheid van het rijden in onbelaste toestand en op vlak terrein is beperkt tot 6 km/uur voor de toestellen met meelopende bestuurder en tot 16 km/ uur voor de toestellen met meerijdende bestuurder. Nieuwe afwijking: studenten-werknemers van 16 tot 18 jaar mogen gemotoriseerde transportwerktuigen met geringe hefhoogte met meelopende bestuurder bedienen waarvan de snelheid beperkt is tot 6 km/uur, rekening houdend met de hierboven opgesomde voorwaarden. U vindt de volledige tekst van het gewijzigde KB van 3 mei 1999 op onze website www.navb.be → Advies → Regelgeving → Koninklijke besluiten → KB ‘Jongeren op het Werk’.
Rechtzetting: het VCA-examen afleggen via het internet In het artikel over het elektronisch VCA-examen dat wij publiceerden in NAVB info nr. 42 heeft de zetduivel toegeslagen. Begin dit jaar werden de toetstermen voor zowel het examen VCA-Basisveiligheid als het examen VOL op een ingrijpende manier aangepast. De nieuwe toetstermen houden rekening met de verplichte opleiding voor arbeiders die op steigers werken, zoals voorzien in het KB van 31.08.2005. Dat betekent dat personen die het attest VCA-Basisveiligheid of VOL behalen na 1 januari 2007 wel vrijgesteld zijn voor module 1 van de opleiding montage, demontage en gebruik van steigers, maar niet voor module 2, zoals ten onrechte werd gesteld in het vorig nummer van NAVB info. Gemotoriseerde transportwerktuigen zoals dit, met een méér dan geringe hefhoogte, mogen niet worden bestuurd door studenten-werknemers
2
2e trimester 2007 - Nr 43
© NAVB-CNAC 2007. Overneming met bronvermelding toegestaan.
In het KB van 3 mei 1999 staat dat studenten-werknemers geen gemotoriseerde transportwerktuigen mogen besturen. Op dit verbod zijn een aantal afwijkingen van toepassing, die gewijzigd werden door het KB van 23 oktober 2006 (BS van 13 november 2006).
navbinfo
Wat met steigers op ladderklampen? Het is in deze kolommen reeds herhaalde keren aan bod gekomen: sedert 31 augustus 2005 is er een nieuw koninklijk besluit (KB) in verband met arbeidsmiddelen voor het uitvoeren van tijdelijke werkzaamheden op hoogte.
nen (vaak een gebrekkige toegang en opstelling; geen algemeen geldende berekeningsnota) wordt het gebruik van dit soort steigers sterk afgeraden. De vraag die steeds opduikt is of een steiger op ladderklampen beschouwd moet worden als een steiger zoals bedoeld in het KB van 31 augustus 2005. Deze reglementering spreekt niet over gevelsteigers, steigers op schragen, rolsteigers of steigers op ladderklampen. We moeten er bijgevolg van uitgaan dat dit KB ook van toepassing is op steigers op ladderklampen.
We hebben er ook al de nadruk op gelegd dat sinds 20 juli 2006 alle gebruikte arbeidsmiddelen aangepast moeten zijn aan de voorschriften van dit KB. Zo wordt er een steigerdocument geëist voor elke steiger die op de werf gebruikt wordt. Dit steigerdocument moet worden beschouwd als een keuringsattest voor een hefwerktuig. Het steigerdocument moet te allen tijde bij de steiger aanwezig zijn en bestaat enerzijds uit een berekeningsnota waaruit de stabiliteit van de steiger moet blijken en anderzijds uit een handleiding met betrekking tot de montage van de steiger. Ook moet een bevoegde persoon voor de montage en het gebruik van de steiger worden aangesteld en deze persoon moet hiervoor een opleiding gevolgd hebben. Een steiger op ladderklampen wordt veel gebruikt bij dakwerken. Om evidente rede-
Uiteraard dienen op het werkplatform van een steiger op ladderklampen alle collectieve valbeveiligingen te worden aangebracht die op elk ander werkplatform worden geplaatst, maar bovendien moeten de ladders worden vastgemaakt, zodat ze niet kunnen verschuiven ten opzichte van elkaar. De werkvloer moet ook volledig dicht liggen en de vloerplanken mogen niet over elkaar worden gelegd. Rekening houdend met de toelaatbare belasting van een dergelijke steiger - aangegeven in de berekeningsnota - moet het aantal personen dat zich op het werkplatform bevindt worden beperkt tot één of twee.
Belangrijk: een steiger op ladderklampen kan gebruikt worden als werkplatform op voorwaarde dat er voldaan is aan de bepalingen van het KB van 31 augustus 2005, maar uiteraard niet als opvangplatform, aangezien de constructie niet toelaat om de dynamische krachten op te vangen die door een val worden veroorzaakt.
(advertentie)
Posttraumatische begeleiding in de bouw Ondanks de vele inspanningen moeten we elk jaar een aantal dodelijke arbeidsongevallen betreuren. Dit veroorzaakt heel wat sociaal en psychisch leed bij familie en werkmakkers van het slachtoffer. Behalve een financiële tegemoetkoming voor de nabestaanden door het Fonds voor Bestaanszekerheid, bestond er tot op heden geen hulpprogramma om dit leed te verlichten. Dus heeft de bouwsector beslist om een overeenkomst af te sluiten met het adviesbureau IVP/POBOS, dat gespecialiseerd is in traumazorg en welzijnszorg. De bedoeling van deze overeenkomst is de aandacht te vestigen op de mogelijke psychologische gevolgen van een dodelijk arbeidsongeval voor de rechtstreekse betrokkenen.
© NAVB-CNAC 2007. Overneming met bronvermelding toegestaan.
Wanneer zich een dodelijk arbeidsongeval voordoet, kan de werkgever, zijn aangestelde of elke belanghebbende partij dat voortaan melden aan IVP/POBOS, zodat de begeleiding zo vlug mogelijk kan starten. Deze begeleiding wordt verzorgd door een ploeg van sociaal assistenten en psychologen die zorgen voor een crisisinterventie, eventueel gevolgd door een verdere begeleiding. De collega’s op de bouwplaats en de familieleden van het slachtoffer, maar ook de bedrijfsleiding, indien zij het overlijden persoonlijk wil melden aan de familie van het slachtoffer, kunnen aanspraak maken op deze begeleiding, die in eerste instantie op de bouwplaats zal gebeuren, maar ook telefonisch, na ontvangst van de aanmelding.
2e trimester 2007 - Nr 43
Dankzij deze overeenkomst, en meer bepaald dankzij gestructureerde en professionele hulpverlening, hoopt de sector de impact van dodelijke arbeidsongevallen voor de families en de rechtstreeks betrokken medewerkers, van wie het normale werkritme bruusk werd verstoord, te verkleinen.
3
navbinfo
Een palletkooi tegen vallende stenen Wanneer een pallet geladen is met een pak stenen of betonblokken en getransporteerd wordt met een kraan, bestaat het risico dat er stenen afvallen, zeker als het pak al geopend is. Wanneer de pallet een beetje schuin hangt, kunnen de hijsbanden of de hefvork immers niet verhinderen dat er stenen vallen en ook de krimpfolie of
de spanbanden rond de last bieden onvoldoende bescherming. Om dat risico uit te schakelen, heeft de firma Van Roey uit Rijkevorsel een palletkooi ontwikkeld, die rond de pallet met stenen wordt geplaatst. Vervolgens worden er twee stangen onder de pallet geschoven en geborgd met behulp van een eenvou-
dige grendel. Op elke hoek bovenaan de kooi zit een hijsoog om de last aan te slaan. Door het traliewerk aan de zijkanten en doordat de kooi precies rond een pallet past, kunnen eventuele losse stenen tijdens het transport met de kraan niet naar beneden vallen. De kooi is ontworpen voor palletten van 1,2m x 1,2m, een afmeting die wordt gebruikt door sommige leveranciers van betonblokken. De kooi past precies rond de pallet, zodat losse stenen niet kunnen vallen
Borging (grendel) Traliewerk
Stang
Opleidingsagenda VCA Open opleidingssessies VCA (Basisveiligheid en Operationeel Leidinggevenden): VCA ‘Basisveiligheid’ Nederlandstalige sessie: 21-22 juni 2007 25-26 oktober 2007 Franstalige sessie: 25-26 juni 2007 18-19 oktober 2007 VCA ‘Operationeel Leidinggevenden’ Nederlandstalige sessie: 5-12-19 juni 2007 - examen 28 juni 2007 – 10u 9-16-23 oktober 2007 - examen 5 november 2007 – 10u Franstalige sessie: 4-11-18 juni 2007 - examen 28 juni 2007 – 10u 10-17-24 oktober 2007 - examen 5 november 2007 – 10u Maandelijkse examensessies voor VCA ‘Basisveiligheid’ en VCA ‘Operationeel leidinggevenden’: 25/06/2007 om 10u00 27/08/2007 om 10u00 24/09/2007 om 10u00 22/10/2007 om 10u00 19/11/2007 om 10u00 10/12/2007 om 10u00 Al deze VCA-sessies (opleidingen en examens) vinden plaats in Brussel, op het NAVB
Aanvullende vorming voor preventieadviseurs – Niveau II Sessie voor Nederlandstaligen: gaat van start op dinsdag 23 oktober 2007 Sessie voor Franstaligen: gaat van start op woensdag 24 oktober 2007
Publicaties NAVB – Nieuwe verdelingsmodaliteiten
Coördinator - Niveau B
Publicaties
Gratis in pdf op www.navb.be
NAVB dossiers
✓
€ 5*
€ 7,50*
NAVB info (per nummer)
✓
€ 2,80*
€ 3,50*
Abonnement op NAVB info 2007 NAVB experts (Beroepsmonografieën)
Nu gratis op onze website: het nieuwe NAVB dossier
Wegenwerken Psychosociale belasting en gezondheidsklachten
www.navb.be
Prijs op papier Andere persoBouw of onder(PC 124) nen nemingen
€ 15
€ 20
€ 7,50*
€ 11,20*
NAVB vademecum
€ 30*
€ 40*
De signalisatie van de bouwplaatsen
€ 10*
€ 12,50*
Dvd’s en cd-roms
€ 100*
€ 130*
* Administratiekosten niet inbegrepen
Nederlandstalige sessie: Van 9 november 2007 tot 29 februari 2008 Deze sessie vindt plaats in Brussel, op het NAVB Franstalige sessie: Binnenkort vindt een nieuwe sessie plaats
Module Planning Coördinatie Nederlandstalige sessie: 18 en 25 januari 2008 Deze sessie vindt plaats in Brussel, op het NAVB. Franstalige sessies: Binnenkort vindt een nieuwe sessie plaats
Coördinator - niveau D Franstalige sessie: Van 8 november tot 29 november 2007 Deze sessie vindt plaats bij de Confederatie Bouw - Faubourg de Binche 33 - Le Roeulx
NAVB dossiers
Beroepsmonografieën
Niveau III
Laatste nummers: • dl. 109: Onthaal van nieuwkomers in de bouw • dl. 110: Dakwerken • dl. 111: Onthaalwijzer - Preventiefiches • dl. 112: Lawaai en trillingen • dl. 113: Wegenwerken van korte duur
Enkele voorbeelden: • De schilder • De dakdekker • De polyvalente bouwvakker
Nederlandstalige sessie: Van 5 november tot 10 december 2007 Deze sessie vindt plaats in Brussel, op het NAVB
NAVB vademecums • Gids voor de preventieadviseur van een KMO in de bouwsector
Franstalige sessie: Van 7 november tot 11 december 2007 Deze sessie vindt plaats in Brussel, op het NAVB
Gebruik deze bestelbon of bezoek onze website: www.navb.be
NAVB
In te vullen en terug te zenden naar het NAVB - Sint-Jansstraat 4 - 1000 BRUSSEL - Fax 02/552.05.05
Colofon
Leveringsadres:
Facturering: Bouw - P.C. 124/Andere sectoren (*)
Naam:..................................................................................................................................................................................
Naam onderneming: ...........................................................................................................................................
✂
Tel.: ................................................................................ Handtekening: ...............................................................
Raymond Brems, Christian Depue, Carl Heyrman, Véronique le Paige, Arlette Moonens, Christelle Schmitz, Emmy Streuve, Isabelle Urbain, Nicolaas Van Leeuwen
Postnummer: ................................ Gemeente: ..............................................................................................
Verantwoordelijke uitgever:
RSZ-nr: ....................................................................................... BTW-nr: ................................................................ Tel.: ...................................................................................... Fax:
.................................................................................
Aantal Gewenste publicatie(s):
................................................................................................................................................................................................................................................................................................
(tegen betaling)
................................................................................................................................................................................................................................................................................................
................................................................................................................................................................................................................................................................................................
4
Carl Heyrman - Sint-Jansstraat 4 – 1000 Brussel De uitgever is niet verantwoordelijk voor de inhoud van de advertenties. Het redactiecomité van NAVB info streeft steeds naar betrouwbaarheid van de gepubliceerde informatie. Zij kan er echter niet aansprakelijk voor worden gesteld. De reproductie van teksten en illustraties is toegestaan mits de uitdrukkelijke toestemming van de uitgever en duidelijke bronvermelding.
Informatie en abonnement: ................................................................................................................................................................................................................................................................................................
(*) Schrappen wat niet past
Redactie:
Adres: ........................................................................................................................................ Nr:................................ Adres: ........................................................................................................................................ Nr:................................ Postnummer: ................................. Gemeente: ................................................................................................
NAVB info is een driemaandelijks informatieblad van het Nationaal Actiecomité voor Veiligheid en hygiëne in het Bouwbedrijf (ook beschikbaar in het Frans onder de titel “CNAC info”).
NAVB – Sint-Jansstraat 4 – 1000 Brussel Tel.: 02/552.05.00 – fax: 02/552.05.05 E-mail:
[email protected] Website: www.navb.be
Opmaak en drukwerk:
................................................................................................................................................................................................................................................................................................
2e trimester 2007 - Nr 43
© NAVB-CNAC 2007. Overneming met bronvermelding toegestaan.
De verdelingsmodaliteiten en de volledige lijst met onze publicaties staan op www.navb.be
De bouw,
ons werk, ons leven
bij Bijlage info NAVB 43 nr.
DRIEMAANDELIJKS INFORMATIEBLAD OVER VEILIGHEID, GEZONDHEID, WELZIJN EN MILIEU VOOR WERKGEVERS EN WERKNEMERS UIT DE BOUWSECTOR • Nr19
Campagne Wegenwerken op gang geschoten keraars, externe diensten voor preventie en bescherming, overheidsdiensten, nutsbedrijven, diverse beroepsfederaties en preventieorganisaties. Van april 2007 tot april 2008 zullen ze samen het welzijn bij wegenwerken bevorderen, onder meer door de wegenbouwers en hun werknemers intensief te helpen bij het preventiebeleid in hun onderneming. Al deze partners, waaronder ook de campagnesponsor Federale Verzekering, hebben tijdens de persconferentie het samenwerkingshandAan alles komt een eind, ook aan de preventieve golf van de campagne Dakwerken. Sinds 1 april 2007 voert de overheid een handhavingsgolf voor de dakwerkers. Dat geeft de bouwsector, en het NAVB in het bijzonder, de ruimte om zich te concentreren op het welzijn bij een andere doelgroep, met name de wegenwerkers. Op 30 maart werd de campagne Wegenwerken op gang geschoten tijdens de veiligheidsbeurs Secura op de Heizel. NAVB-voorzitter Joos Louage en Carl Heyrman, directeur-generaal, stelden de campagne voor tijdens een persconferentie. De krachtlijnen van dit nieuwe initiatief kon u al lezen in het vorige nummer van NAVB info. Als primeur waren de radiospots “voor wegenwerkenliefhebbers” en “de wegenwerkersrally” te horen, die op verschillende zenders te horen waren in de loop van de maand mei. Karel Van Damme, adviseur Welzijn op het Werk van Minister van Werk Peter Vanveltho-
vest ondertekend en zich ertoe geëngageerd om elk vanuit hun invalshoek acties te ondernemen. Een maximale onderlinge afstemming en samenwerking is daarbij absoluut noodzakelijk. Als afsluiter legde voorzitter Joos Louage de link met het Internationaal Symposium over Veiligheid en Gezondheid in de Bouw, dat eind 2009 plaatsvindt in Brussel. De sector heeft de ambitie om tegen dan van België het veiligste bouwland ter wereld te maken.
ven, focuste in zijn toespraak op de visie van de overheid op de vermindering van het aantal arbeidsongevallen. Daarbij kwam onder meer het voorstel ter sprake om het bonus-malussysteem bij arbeidsongevallenverzekeringen te verplichten. Op die manier zou in alle ondernemingen de hoogte van de verzekeringspremie gelinkt worden aan het veiligheidsniveau. De kabinetsadviseur van Minister Vanvelthoven was vol lof over de inspanningen voor meer veiligheid die de bouwsector levert en legde de link met het FARAO-plan voor de vermindering van het aantal arbeidsongevallen, een federaal initiatief waar ook het NAVB zich achter heeft geschaard. Tot slot sprak hij de expliciete steun uit van de minister voor de sectorale campagne ter bevordering van het welzijn bij wegenwerken. Aan de campagne werken een hele reeks partners mee, verenigd in een overlegplatform. Het gaat onder meer om de sociale partners, verze-
Werken in de nabijheid van leidingen © NAVB-CNAC 2007. Overneming met bronvermelding toegestaan.
Een nieuwe wetgeving Na de gasramp in Ghislenghien op 30 juli 2004 werden verschillende maatregelen getroffen, die opgenomen werden in de wetgeving door het KB van 18 januari 2006 (B.S. van 31 januari 2006) tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 september 1988 betreffende de voorschriften en de verplichtingen van raadpleging en informatie bij het uitvoeren van werken in de nabijheid van installaties van vervoer van gasachtige en andere producten door middel van leidingen.
Digitaal Centraal Meldpunt De belangrijkste wijziging is de oprichting van een digitaal centraal meldpunt op de website http://www.klim-cicc.be. Dit federale initiatief werd KLIM gedoopt (Kabel- en leidinginformatiemeldpunt) en is het resultaat van de samenwerking tussen de federale regering, de Federatie van Transporteurs via Pijpleidingen
www.navbcnac.be
(FETRAPI), de beheerder van het hoogspanningsnet ELIA en de bouwfederaties Confederatie Bouw en Bouwunie. Op de website vind je informatie over de aanwezigheid van hoogspanningslijnen, ondergrondse hoogspanningskabels of installaties voor pijpleidingenvervoer van gasachtige en andere gevaarlijke producten (bv. NAVO-pijpleidingen voor olie). De KLIM-site doet ook dienst als centraal meldpunt voor iedereen die werken wil uitvoeren in de nabijheid van hoogspanningskabels of van installaties die gevaarlijke producten transporteren via leidingen. Wanneer de geografische ligging van geplande werken ingegeven wordt op de website, worden beheerders van installaties op de plaats van de werken (Elia en/of leden van FETRAPI, waaronder Fluxys) verwittigd via e-mail. Binnen de wettelijke termijnen sturen zij de werfaankondiger een antwoord en desgevallend geven ze in bijlage de liggingsplannen mee van hun ondergrondse installaties in de nabijheid. De
werfaankondiger ontvangt ook een e-mail, met de lijst van de betrokken beheerders en als bewijs dat hij voldaan heeft aan zijn meldingsplicht. Momenteel zijn ELIA (elektriciteit onder hoogspanning) en FETRAPI (pijpleidingen) bij het initiatief betrokken, maar er wordt werk gemaakt van de integratie van andere nutsbedrijven op de KLIM-website en de coördinatie met gelijkaardige initiatieven op het niveau van de gewesten. De uiteindelijke bedoeling is om tot één enkele website te komen waarop werken gemeld kunnen worden aan alle nutsbedrijven tegelijk.
KLIP: een uitbreiding op KLIM Eveneens in de nadagen van de gasramp in Ghislenghien werd in Vlaanderen, als uitbreiding op het federale KLIM-initiatief, het Kabel- en leidinginformatieportaal (“KLIP”) ontwikkeld om plannen van nutsleidingen aan te vragen via het internet. De KLIP-module wil
tegemoetkomen aan de vraag naar een tijdige en vlotte beschikbaarheid van actuele en voldoende nauwkeurige informatie over de ligging van kabels en leidingen om graafwerken voor te bereiden of uit te voeren. Deze toepassing is operationeel sinds 1 maart. U vindt ze op www.klip.be. Vervolg pagina 3
1
www.navbcnac.be
2
Niet uitgraven maar opzuigen Eind 2006 nam Alex Delhem, samen met zijn zoon zaakvoerder van de firma TAB, die sinds januari 2003 gevestigd is in Moeskroen, contact op met de NAVB-adviseur van zijn streek voor informatie over de VCA-certificering. Tijdens dat contact legde hij uit wat zijn firma precies doet, en dat verdient zeker een plaats in deze kolommen, ook al omdat de tweede doelgroep van de preventiecampagne van het NAVB zich richt tot de wegenwerkers. Een van de belangrijkste problemen waarmee wegenwerkers worden geconfronteerd, is het lokaliseren en blootleggen van ondergrondse leidingen, buizen, kabels etc. Het risico bestaat namelijk dat ze worden beschadigd of stukgemaakt, wat ontploffingen of elektrocutie kan veroorzaken. Alex Delhem was zich bewust van dit probleem en van de steeds groter wordende moeilijkheden om te graven in straten en wegen vol leidingen en dergelijke. Met zijn ervaring bij openbare werken van meer dan 25 jaar in de achterzak, ging hij op zoek naar een krachtig graafwerktuig dat geen schade veroorzaakt aan ondergrondse installaties en zo milieuvriendelijk is als mogelijk. Hij koos voor de graaf-zuigmachine MTS en in januari 2003 zag de firma TAB (Technique d’Aspiration Belge) het licht, die zo de eerste Belgische onderneming werd met een vrachtwagen met graaf-zuiginstallatie.
Vandaag beschikt de onderneming over vijf voertuigen van verschillende capaciteit: • 1 met een enkele turbine van 25.000 m³ • 3 met dubbele turbine van 35.000 m³ • 1 met vier turbines van 55.000 m³
De graaf-zuigmachine kan gebruikt worden bij de volgende activiteiten: • kabels, leidingen en aansluitingen blootleggen • werken in hachelijke situaties met een wirwar van netwerken • water of grind opzuigen op platte daken • slachtoffers van bedelving bevrijden • ballast opzuigen op spoorwegen • vervuilde grond verwijderen • … De werkwijze is als volgt: de bouwheer en/of de aannemer die belast was met de bouwplaats-
signalisatie, doet een beroep op de firma TAB. Die gaat naar de bouwplaats met de geschikte vrachtwagen met graaf-zuiginstallatie. Bij het blootleggen van kabels en leidingen waar onze belangstelling het meest naar uitgaat, met de huidige preventiecampagne in het achterhoofd - zet de chauffeur-bediener de zuigpomp in werking vanop afstand. Hij wordt bijgestaan door werknemers die uitgerust zijn met de nodige persoonlijke beschermingsmiddelen (gehoorbescherming en beschermbril). Als er kabels en leidingen onder het trottoir blootgelegd moeten worden, worden eerst de tegels gebroken met een breekhamer die rechtstreeks aan de vrachtwagen vasthangt. Vervolgens worden met de pomp de tegelbrokstukken en daarna de aarde opgezogen. De grond wordt regelmatig losgemaakt met een schop en een trilnaald die werken met luchtdruk.
Eens de kabels en de leidingen blootgelegd zijn, wordt er een loopplank gelegd als doorgang en om te vermijden dat iemand valt. Wanneer de laadbak vol is, wordt hij omgekiept en geleegd in een container. Deze techniek biedt veel voordelen: • Snelheid, vergeleken met manueel uitgraven • Betrouwbare en robuuste techniek • Constant hoog zuigrendement • Geen risico op contact met de zuiginstallatie door de geleidelijke bewegingen; netheid • Geen stofontwikkeling in de lucht (alle aarde wordt opgezogen) • Het lawaai blijft onder de 82 dB (gehoorbescherming blijft niettemin aangeraden) • Het werk kan onmiddellijk beginnen, zonder plan van de ondergrondse leidingen • … Hoewel vader en zoon Delhem aanvankelijk veel demonstraties hebben moeten geven voor sceptische aannemers om te bewijzen dat hun ontdekking efficiënt was, kent deze werkwijze, en daardoor ook de firma, vandaag meer en meer succes. Ook bij de aannemers is er een toenemend enthousiasme. Als deze techniek in Ghislenghien was gebruikt, waren een aantal levens wellicht gespaard gebleven… Voor meer info: raadpleeg de website www.tab-aspi.com
Werken in de nabijheid van leidingen
© NAVB-CNAC 2007. Overneming met bronvermelding toegestaan.
Niet alle kabel- en leidingbeheerders zijn aangesloten bij het KLIP. Onder andere de transporteurs van gas en gasachtige producten die onder de federale gaswet vallen, waaronder bv. Fluxys, zijn NIET toegetreden tot het KLIP. Voor informatie over de leidingen van deze bedrijven, kan u een planaanvraag uitvoeren via de al eerder besproken KLIM-site www.klim-cicc.be. Een aannemer die grondwerken wil uitvoeren in Vlaanderen, krijgt met deze module automatisch een overzicht van alle kabel- en leidingbeheerders (KLB’s) in het gebied dat hij selecteert en de mogelijkheid om bij deze partijen informatie of plannen van ondergrondse leidingen aan te vragen. De KLB’s ontvangen op die manier gestandaardiseerde planaanvragen. De individuele KLB blijft wel verantwoordelijk voor het beschikbaar stellen van de informatie die hij (decentraal) beheert. De KLB’s sturen de plannen dan op naar de planaanvrager, net zoals dat vandaag gebeurt. Daarnaast kunnen de beheerders van het
www.navbcnac.be
Vervolg van pagina 1 openbaar domein (BOD’s) nagaan wie welke plannen aanvraagt en welke KLB’s aanwezig zijn op het domein in hun beheer. Gemeenten zullen bv. kunnen zien welke maatschappijen aanwezig zijn op hun grondgebied. Nauw aansluitend bij deze problematiek startte de Vlaamse overheid al in 1998 een belangrijk initiatief in samenwerking met de nutssector (de kabel- en leidingbeheerders). Tegen 2014 wil de Vlaamse overheid namelijk een gebiedsdekkend grootschalig referentiebestand (GRB) ontwikkelen. Het GRB vormt een zeer gedetailleerd uniform topografisch referentiekader voor tal van toepassingen waarbij digitaal kaartmateriaal vereist is dat tot op de centimeter nauwkeurig is. Het GRB zal ook de basis worden om kabels en leidingen te registreren. Aan de hand van het GRB, dat als digitale topografische referentie fungeert, zullen kabels en leidingen dus uniform ingetekend worden, wat voor een globaal overzicht zorgt. U kunt de vordering van dit initiatief volgen op http://www.agiv.be/gis/projecten/?catid=95.
3
Signalisatiekledij is verplicht, ook bij warm weer
EN 471 wetgeving retroreflectief materiaal (m2)
Drie klassen De Europese norm EN 471 hanteert 3 klassen voor signalisatiekledij. De zichtbaarheid van de signalisatiekledij en ook de klasse stijgt naarmate het gedeelte fluorescerend en retroreflecterend materiaal groter wordt. Combinatiemateriaal is enkel toegelaten voor klasse 1 (bv. schouder- of lendenbanden) en is bijgevolg niet bedoeld voor wegenwerkers.
Materiaal
Klasse 3 Klasse 2 Klasse 1
Fluorescerend 0,80 m²
0,53 m² 0,14 m²
Retroreflecterend
0,20 m²
0,13 m² 0,10 m²
Combinatiemateriaal
-
-
0,20 m²
Klasse 3 zorgt duidelijk voor de hoogste beschermingsgraad, doordat het de grootste
hoeveelheid fluorescerend en retroreflecterend materiaal heeft. In de praktijk betekent deze indeling dat enkel jassen en overalls tot klasse 3 kunnen behoren. Gilets, kazuifels en broeken met borststuk behoren daarom tot klasse 2.
Reflecterend Materiaal (m2)
Aangezien het bij wegwerkzaamheden van levensbelang is goed gezien te worden, dragen wegenwerkers altijd signalisatiekledij. Zeker bij warm weer is het dragen van signalisatiekledij niet altijd een pretje. Gelukkig werden recent enkele producten op de markt gebracht die het draagcomfort sterk verhogen.
Keuze van de klasse bij wegenwerken De Algemene Directie Toezicht op het Welzijn op het Werk heeft een voorstel geformuleerd dat de ondernemingen in staat moet stellen de meest geschikte keuze te maken in verband met de signalisatiekledij die zij ter beschikking moeten stellen van hun werknemers. 1. Signaalkleding van klasse 1 mag niet gebruikt worden tijdens het uitvoeren van werkzaamheden langs of op de openbare weg; dat betekent dat steeds geopteerd moet worden voor een hogere klasse, ongeacht de duur van de werkzaamheden. 2. Signaalkleding van klasse 2 wordt overdag gedragen, bij gunstige atmosferische omstandigheden en een goede zichtbaarheid; signaalkleding is verplicht voor alle types van werkzaamheden, ongeacht hun duur. Daarmee moet een goede bouwplaatsorganisatie gepaard gaan, een duidelijke en oordeelkundig geplaatste bouwplaatssignalisatie, een aan de omstandigheden aangepaste snelheidsbeperking en alle andere, aan
Fluorescerende Achtergrond Materiaal (m2)
Signalisatiekledij klasse III
de omstandigheden aangepaste maatregelen die de aandacht van de weggebruikers vestigen op de uitvoering van werkzaamheden op of langs de openbare weg. 3. Signaalkleding van klasse 3 kan gedragen worden in dezelfde omstandigheden die vermeld staan in punt 2, maar moet alleszins gedragen worden bij valavond, ‘s nachts en bij ongunstige weersomstandigheden (regen, sneeuw, nevel, mist enz.); net als in punt 2 moeten alle aan de omstandigheden aangepaste signalisatiemiddelen en -maatregelen getroffen worden om erop te wijzen dat er wegwerkzaamheden aan de gang zijn.
Signalisatiekledij voor warme weersomstandigheden Een signalisatiejas is niet erg geschikt om te dragen bij warm weer omdat het materiaal vaak irriterend is voor de huid. Een betere oplossing is het gebruik van een T-shirt met retroreflecterende schouderbanden. Dergelijke T-shirts behoren tot klasse 2 en kunnen bijgevolg perfect overdag gedragen worden door wegenwerkers. Een signalisatie-T-shirt is bovendien zweetabsorberend, waardoor de huid minder snel geïrriteerd raakt.
De aansprakelijkheid van de signalisatieverantwoordelijke bij wegenwerken Bouwwerkzaamheden langs openbare wegen moeten duidelijk worden gesignaleerd. De verantwoordelijke voor die signalisatie heeft voor een groot gedeelte de veiligheid van de weggebruikers en van de arbeiders in handen. Hij is dan ook burgerlijk én strafrechtelijk aansprakelijk voor de goede uitvoering van zijn taak.
Wie is verantwoordelijk voor de signalisatie? Het Algemeen Reglement op de Politie van het Wegverkeer bepaalt dat de uitvoerder van werken op de openbare weg, de aannemer dus, het signaleren van die werken ten laste moet nemen (art. 78.1.1). De signalisatieplicht eindigt zodra de werken voltooid zijn (art. 78.1.2.). De aannemer moet dus niet enkel zijn contractuele verplichtingen nakomen ten aanzien van de opdrachtgever van de werken; hij heeft ook een wettelijke signalisatieplicht ten aanzien van derden. Een aannemer die werken uitvoert aan openbare wegen, kan wel een contract afsluiten met een derde, bijvoorbeeld een onderaannemer, die aanvaardt om die signalisatieplicht in zijn plaats te vervullen.
Burgerlijke aansprakelijkheid en strafrechtelijke verantwoordelijkheid De aannemer moet zorgen voor een correcte signalisatie en is daarbij zowel burgerlijk als strafrechtelijk aansprakelijk. Wat betekent dat?
• Burgerlijke aansprakelijkheid ontstaat wanneer een persoon een fout begaat die schade veroorzaakt en waarvoor een burgerlijke rechter hem veroordeelt tot het betalen van een schadevergoeding. • Strafrechtelijke verantwoordelijkheid ontstaat wanneer een persoon een door de wet gestelde norm of handeling overtreedt en waarvoor hem een straf kan worden opgelegd door een strafrechter.
Casestudy: de aansprakelijkheid bij een ongeval te wijten aan gebrekkige signalisatie We onderzoeken de aansprakelijkheid van de aannemer aan de hand van een concreet voorbeeld. We gaan uit van de volgende situatie: een aannemer voert wegwerkzaamheden uit langs de openbare weg; de signalisatieopdracht heeft hij uitbesteed aan een onderaannemer. Er gebeurt een verkeersongeval dat te wijten is aan de gebrekkige signalisatie en waarbij een derde schade lijdt.
Wie is burgerlijk aansprakelijk? Een overeenkomst tussen de hoofdaannemer en zijn onderaannemer die verantwoordelijk is voor signalisatie, is niet tegenstelbaar aan derden. Dat betekent dat de aannemer en zijn onderaannemer hoofdelijk aansprakelijk kunnen worden gesteld door de derde die schade heeft geleden. Het is m.a.w. niet zo dat een derde zich enkel tegen de onderaannemer kan keren. De aannemer kan zich vervolgens wel tegen zijn onderaannemer keren die con-
tractueel belast was met de signalisatie op de bouwplaats.
Wie is strafrechtelijk verantwoordelijk? In principe is de aannemer die de wegwerkzaamheden uitvoert ook strafrechtelijk verantwoordelijk voor de signalisatie. Het feit dat de aannemer die de werken uitvoert meestal een vennootschap is, dus een rechtspersoon, verandert daar niets aan. De wet van 04.05.99 tot invoering van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van rechtspersonen maakt het perfect mogelijk een strafrechtelijke veroordeling uit te spreken tegen een vennootschap. Indien de signalisatieopdracht echter toevertrouwd werd aan een onderaannemer, wat het geval is in ons voorbeeld, moet de vennootschap en haar aangestelde die belast is met de leiding van de bouwplaats het bewijs leveren dat zij haar normale en gebruikelijke verplichtingen met betrekking tot de signalisatie van de werken heeft overgedragen aan een derde, die zou hebben aanvaard in haar plaats of die van haar aangestelde op te treden. Vervolgens zal de rechter op basis van de feiten bepalen wie werkelijk de inbreuk heeft begaan.
perfect werd aangebracht en vervolgens door derden vernield werd op een tijdstip waarop de aannemer moeilijk kan worden verplicht er toezicht op uit te oefenen, bijvoorbeeld indien de signalisatie ‘s nachts vernield werd door vandalen of door een autobestuurder. In dat geval neemt de overheid die de openbare weg beheert, deze verplichting op zich. De overheid kan de kosten die daaruit voortvloeien vervolgens terugvorderen van de persoon die in gebreke is gebleven (art. 78.2 uit het Politiereglement).
Uitzondering: niet-aansprakelijkheid van de aannemer
Als de aannemer echter kennis heeft van de vernieling van de door hem geplaatste signalisatie, moet hij ze herstellen, zoniet kan hij aansprakelijk gesteld worden wegens foutieve nalatigheid op basis van artikel 1383 van het Burgerlijk Wetboek.
De aannemer is niet aansprakelijk voor een gebrekkige signalisatie wanneer die een vreemde oorzaak heeft (overmacht of door toedoen van derden). De aannemer is m.a.w. niet aansprakelijk wanneer de signalisatie eerst
Niettegenstaande de verplichtingen van de aannemers mag niet uit het oog verloren worden dat ook de autobestuurders aandachtig moeten zijn voor een zichtbare hindernis en hun snelheid moeten aanpassen aan de situatie.
De Campagnekrant is een initiatief van het NAVB, in samenwerking met ACV Bouw en Industrie, de Algemene Centrale ABVV, de Confederatie Bouw en Bouwunie. Een initiatief van:
In samenwerking met:
Nationaal Actiecomité voor Veiligheid en hygiëne in het Bouwbedrijf Sint-Jansstraat 4 1000 Brussel www.navbcnac.be 4
Tel.: 02 552 05 00 Fax: 02 552 05 05
E-mail:
[email protected] Website: www.navb.be www.navb.be 4