D R I E M A A N D E L I J K S
I N F O R M AT I E B L A D
V O O R
W E L Z I J N
E N
M I L I E U
I N
D E
B O U W S E C T O R
Erkenningnummer: P 404006 - Afgiftekantoor: Namen - Waarde: € 2,80
Nr 49 - 4e trimester 2008 23 - 25 NOVEMBER 2009
XXIXe Internationaal Symposium van ISSA-C in Brussel
Het woord van de voorzitter
Neem deel aan een internationaal symposium van wereldniveau over welzijn in de bouw, gekoppeld aan een uitgekiend bezoek aan het hart van Europa. Kom samen met uw medewerkers of uw klanten naar het XXIXe Internationaal Symposium van ISSA-C in Brussel, van 23 tot 25 november 2009! De thema’s van het XXIXe Internationaal Symposium van de Sectie Bouw van de Internationale Vereniging voor Sociale Zekerheid (ISSA-C) zijn de belangrijkste hedendaagse sociaaleconomische tendensen, die een grote weerslag hebben op het welzijn: vergrijzing en globalisering. Het NAVB, het Belgische preventie-instituut van de bouw, organiseert dit symposium in het nieuwe congrescentrum Square, in hartje Brussel.
Een internationaal symposium van wereldniveau over welzijn op het werk, gekoppeld aan een uitgekiend bezoek aan het hart van Europa ©M.Vanhulst
Verwen uw contacten met een arrangement in Brussel! Deze combinatie van een internationaal symposium van wereldniveau met een tot in de puntjes verzorgd bezoek aan het hart van Europa, zal zeker de interesse opwekken van uw medewerkers, beheerders en klanten.
Inschrijven kan individueel of in groep via onze website: www.safety2009brussels.com. Schrijf u in als groep en geniet het voordeeltarief van 450 euro per persoon (vanaf 19 personen). All-inpakketten kunnen voor u worden uitgewerkt op maat, inclusief hotelovernachtingen, transfers, restaurant, nevenactiviteiten en eventuele andere noden. Aarzel niet om hiervoor contact op te nemen met: Jan Samyn - SEAUTON Int. Congresses and Incentives - Naamsestraat 151, 3000 LEUVEN – BELGIUM - E-mail:
[email protected] Meer informatie vindt u op de officiële symposiumwebsite: www.safety2009brussels.com. Wij hopen u en uw gasten te mogen verwelkomen in Brussel!
Joos Louage Voorzitter NAVB
© BITC - JL Vandewiele
© NAVB-CNAC 2008. Overneming met bronvermelding toegestaan.
Het symposium is ook een uitstekende gelegenheid om aan networking te doen: we verwachten de internationale top van de patroonsorganisaties en vakbonden, toonaangevende aannemers en ondernemingen uit de farma-industrie, de petrochemie…, fabrikanten en leveranciers van bouwmaterialen en van beschermingsmiddelen, opdrachtgevers, studiebureau’s, ingenieurs, architecten, opleidingsverstrekkers, academici, studenten, arbeidsongevallenverzekeraars, preventie-organisaties, arbeidsgeneesheren, ergonomen, arbeidsinspecteurs, de Federale Overheidsdiensten (FOD’s) die bevoegd zijn voor Werkgelegenheid, Sociale Zekerheid, Economie, Middenstand, Onderwijs…
Gérard Ropert Voorzitter ISSA-C
Met dank aan www.brusselsinternational.be
De Europese Campagne “Een gezonde werkplek. Goed voor jou en goed voor de zaak.” Jaarlijks sterven duizenden mensen in de Europese Unie aan de gevolgen van een arbeidsongeval of een beroepsziekte. Dat is menselijk gezien onaanvaardbaar en brengt hoge kosten mee voor de bedrijven en voor de samenleving in het algemeen. Nochtans kunnen de meeste van deze ongevallen en ziekten worden vermeden. De eerste stap van de preventieprocedure is de risicobeoordeling. Via BeSWIC (Belgian Safe Work Information Center), het Belgische steunpunt van het Europees Agentschap voor Veiligheid en Gezondheid op het Werk, is de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg de Belgische draaischijf voor de Europese campagne. U vindt daarover meer info op de site http://www.beswic. be/campaigns/hw2008-2009 Het NAVB neemt actief deel aan de Europese campagne. Het organiseert momenteel een veiligheidscampagne over afwerking (zie de rubriek “Campagne” op onze website www.navb.be). Aangezien de bevordering van de risicobeoordeling perfect ingepast kan worden in de doelstellingen van onze campagne, zal het NAVB dit thema op verschillende manieren integreren. Daarover verneemt u binnenkort meer.
Opleidingsagenda pagina 4
2 2 3 4
Externe preventiediensten: onbekend en onbemind? Veilig monteren van steigers VCA 2008/05: de nieuwe versie van de VCAchecklist Verplichte periodieke keuring voor oude elektrische installaties
Wanneer dit nummer van NAVB info verschijnt, is mijn voorzitterschap van het NAVB bijna verleden tijd. Na twee goed gevulde mandaten, van 2000 tot 2002 en opnieuw van 2006 tot 2008, past het om even terug te blikken. Begin 2001 werd het “welzijnslandschap” in de bouw grondig hertekend: de intrede van de veiligheids- en gezondheidscoördinatoren, waarvan het NAVB er bijna 1200 heeft opgeleid, heeft de aanpak van veiligheid en gezondheid op onze bouwplaatsen fundamenteel veranderd. Een jaar later ging ook de succesvolle campagne “De bouw: ons werk, ons leven” van start. Na twee algemene campagnes voor de hele bouwsector werden vanaf 2006 opeenvolgende campagnes voor de doelgroepen dakwerken, wegenwerken en afwerking op touw gezet. Als ik vandaag terugkijk, valt ook de daling van het aantal arbeidsongevallen op: in 2001 was een bouwvakker gemiddeld om de 10 jaar het slachtoffer van een ongeval, vandaag is dat om de 14 jaar. Toch sluit het NAVB zich aan bij de Europese doelstelling om het ongevallencijfer tegen 2012 met nog eens 25% te doen dalen. Daarmee zijn we bij de toekomst aanbeland. Een toekomst waarin het NAVB nog meer zal samenwerken met zijn zusterorganisaties FVB, FBZ, Pensio B en FBZ P. Dankzij deze synergie zullen we de bouwsector nog beter van dienst kunnen zijn. Een toekomst ook die de nieuwe voorzitter samen met het bestuur en het personeel van het NAVB in goede banen zal leiden. Ik wens hem daarbij heel veel succes. Tot slot wil ik de medewerkers van het NAVB danken voor hun inzet om de veiligheid in onze sector te verbeteren. Dank ook aan de collega-bestuurders en aan alle aannemers en bouwvakkers voor hun bereidheid om de veiligheid een plaats te geven in hun dagelijkse beroepsbezigheden. Hun inzet zal ervoor zorgen dat België inderdaad het meest veilige bouwland ter wereld zal zijn wanneer in november 2009 het 29e Wereldcongres over veiligheid in de bouw in Brussel zal doorgaan. Graag sluit ik mijn mandaat af met een boodschap die hopelijk haar weg zal vinden tussen de oren van elke bouwbetrokkene. Om nooit te vergeten: bouwvakkers zijn bijna altijd het enige slachtoffer van een arbeidsongeval, maar bijna nooit de enige oorzaak. Prettige eindejaarsfeesten en een gezond en veilig 2009! Joos LOUAGE Voorzitter
navbinfo
Externe preventiediensten: onbekend en onbemind? De koninklijke besluiten met betrekking tot de interne en de externe preventiediensten zijn nu precies tien jaar van kracht. Tijdens een symposium dat georganiseerd werd op 21 oktober jongstleden door Co-Prev werd enerzijds een evaluatie gemaakt van de werking van de Externe Diensten voor Preventie en Bescherming op het Werk (EDPB’s) en werd anderzijds gepeild naar de rol en de werking van de EDPB’s in de toekomst. Co-Prev overkoepelt alle EDPB’s in België. Momenteel zijn er 15 dergelijke diensten actief.
Tevreden over het werk van de EDPB’s?
Wat brengt de toekomst? De toekomst van het welzijn op het werk moet volgens Co-Prev begrepen worden volgens tien krachtlijnen: • De instrumenten die de Welzijnswet aanreikt (risicoanalyse, globaal preventieplan, jaarlijks actieplan) blijven ook voor de toekomst een goede werkbasis. • De wet en de bijbehorende uitvoeringsbesluiten moeten beter gestroomlijnd worden. Om te garanderen dat ook in kleine en middelgrote bedrijven voldoende aandacht voor preventie wordt opgebracht, mag deze stroomlijning niet gepaard gaan met
een aantasting van de minimale verantwoordelijkheden van de werkgever. • De EDPB’s moeten hun aanbod duidelijker afstemmen op de noden en behoeften van hun cliënteel. Zo zouden ze bijvoorbeeld mogelijkheden kunnen ontwikkelen om codes van goede praktijk te promoten of totaalpakketten aan te bieden. • De beoordeling van de EDPB’s mag meer dan nu rekening houden met het bereikte resultaat. Momenteel gebeurt de beoordeling te eenzijdig op basis van de input (personeelsbezetting, diploma’s,…). • De gegevens die bekomen worden in het kader van het gezondheidstoezicht, moeten beter
Het is ‘bon ton’ om te stellen dat de meeste ondernemingen niet weten wat ze kunnen verwachten van de externe preventiedienst waarbij ze aangesloten zijn. Uit een tevredenheidsenquête die in opdracht van CoPrev werd uitgevoerd, blijkt echter dat zowel werkgevers als werknemers vrij tevreden zijn over het werk van hun externe preventiedienst. De tevredenheidsscore bedraagt 7,5 op 10 bij de werkgevers en 7 bij de werknemers.
•
•
•
•
•
Carl Heyrman, directeur-generaal van het NAVB, stelt hierbij de vraag of de ingezette middelen niet efficiënter gebruikt zouden worden indien de organisatie van EDPB’s sectoraal zou gebeuren. Dit zou eveneens een meer doorgedreven specialisatie bij de EDPB’s mogelijk maken.
geëxploiteerd worden. In dit verband dient het wetenschappelijk onderzoek zich ook meer op de praktijk te richten. De financiering van de EDPB’s moet op een andere basis ontwikkeld worden, met dien verstande dat het globaal budget en basisbudget voor de ondernemingen behouden moet blijven, maar de beschikbare middelen dienen beter te worden ingezet, rekening houdend met de behoeften van de laatsten. De organisatie van het geneeskundig toezicht moet worden herdacht, in de zin dat het geneeskundig toezicht meer afgestemd moet worden op de concrete risico’s in de onderneming. De frequentie van de onderzoeken moet zodanig worden georganiseerd dat voor iedere werknemer een medisch contactmoment mogelijk is. De externe diensten moeten een soepeler personeelsbeleid kunnen voeren. Bepaalde taken die momenteel worden uitgevoerd door bv. arbeidsgeneesheren, moeten ook uitgevoerd mogen worden door bv. verpleegkundigen op basis van hun ervaring De vormingsvereisten moeten beter afgestemd worden op de behoeften van de aangesloten onderneming. Een permanent overleg met de overheid en de sociale partners blijft aangewezen. Ook het overleg met diverse sectoren en met andere actoren die betrokken zijn bij het welzijn op het werk mag niet uit het oog worden verloren.
Besluit Als algemene conclusie van dit symposium geldt dat de externe preventiediensten zeker al nuttig werk hebben geleverd, maar hun werking kan op een aantal vlakken toch verbeterd worden.
Veilig monteren van steigers Collectieve valbeveiliging De regelgeving geeft duidelijk de voorkeur aan collectieve beschermingsmaatregelen boven het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen. Sommige constructeurs spelen hierop in en voorzien montageleuningen die geplaatst worden vooraleer een hogergelegen werkvloer geïnstalleerd wordt. Dit zijn echter vrij recente ontwikkelingen en heel wat aannemers en steigerbouwers beschikken over steigermaterieel dat niet toelaat om montageleuningen te plaatsen. Het bovenvermelde KB eist ook niet dat er steigers worden gebruikt die uitgerust zijn met montageleuningen. Voor de meeste steigermonteurs is het aanwenden van persoonlijke valbeveiliging dan ook de enige oplossing. Het gebruik van persoonlijke valbeschermingsmiddelen is echter gebonden aan strikte voorwaarden met betrekking tot de stevigheid van het verankeringspunt (bijna altijd de steiger zelf) waaraan je de vanglijn vastmaakt, de beschikbare vrije ruimte bij een eventuele val, de bewegingsruimte tijdens het uitvoeren van de werkzaamheden en de beveiliging tijdens het veranderen van verankeringspunt.
2
De stevigheid van het verankeringspunt Een persoon met een gewicht van 80 kg (80 kgf om precies te zijn) die een vrije val maakt van 1,5 meter (meestal de lengte van de vanglijn), oefent een kracht van 120 kgf uit op het verankeringspunt. Bij de opbouw van de steiger moet hiermee rekening worden gehouden door de steiger op een oordeelkundige manier te verankeren of door een voldoende brede basis te voorzien.
De vrije ruimte bij een eventuele val Elke vanglijn die gebruikt wordt door steigermonteurs is uitgerust met een valdemper; die heeft als bedoeling om de krachten te beperken die na de vrije val op het lichaam worden uitgeoefend: de valdemper gaat uitscheuren en zo de schok verminderen. Een en ander heeft tot gevolg dat de valafstand toeneemt. Indien een vanglijn met een lengte van 1,5m wordt gebruikt, kan de valafstand door het uitscheuren van de valdemper makkelijk oplopen tot 2m. Rekening houdend met de lichaamslengte van de vallende persoon en de benodigde
vrije ruimte onder de voeten, is een totale vrije ruimte van ongeveer 5m nodig. Om die reden gebruiken sommige steigerbouwfirma’s vanglijnen met een valdemper die maximaal 40 cm kan uitscheuren.
Voldoende bewegingsruimte Tijdens het opbouwen van een steiger moet de steigermonteur zich veelvuldig kunnen verplaatsen. De (korte) vanglijn kan in bepaalde omstandigheden het uitvoeren van het werk bemoeilijken. Daarom zijn er firma’s die gebruik maken van een vanglijn die in beperkte mate kan uitrekken. Dat laat de steigermonteur toe om op een comfortabelere manier te werken.
Het gebruik van twee vanglijnen
Uitrekbare vanglijn voor meer werkcomfort
Een belangrijk nadeel van persoonlijke valbeveiliging is het feit dat er geen bescherming is op het ogenblik dat de vanglijn wordt vastgemaakt aan een ander verankeringspunt. De steigerbouwer BIS heeft op dit vlak resoluut het voortouw genomen en voorziet voor elke steigermonteur een harnas met twee vanglijnen. De bedoeling is uiteraard dat de steigermonteur eerst de tweede vanglijn vasthecht aan een verankeringspunt en dan pas de eerste vanglijn losmaakt.
te gebruiken. Andere belangrijke steigerbouwers zoals Hertel en Altrad-Balliauw ondersteunen deze werkwijze en zijn inmiddels ook begonnen met de opleiding van hun steigermonteurs met het oog op het gebruik van twee vanglijnen.
Het idee is bijzonder eenvoudig. Niettemin organiseert BIS al sinds begin 2008 specifieke opleidingen voor alle steigermonteurs om hen te leren twee vanglijnen
Besluit Hoewel de regelgeving de voorkeur geeft aan het gebruik van collectieve beveiliging, is persoonlijke valbeveiliging dikwijls de enige mogelijkheid voor steigerbouwers. Het gebruik van twee vanglijnen, zodat de veiligheid steeds gewaarborgd is, is een beveiligingsmethode die door steeds meer steigerbouwers wordt toegepast.
4e trimester 2008 - Nr 49
© NAVB-CNAC 2008. Overneming met bronvermelding toegestaan.
Over het koninklijk besluit (KB) met betrekking tot het gebruik van arbeidsmiddelen voor tijdelijke werkzaamheden op hoogte is al heel wat inkt gevloeid. Niettemin blijven een aantal punten nog altijd geanimeerde discussies uitlokken. Eén van deze punten is de beveiliging van steigermonteurs tijdens de opbouw en de demontage van een steiger.
navbinfo
VCA 2008/05: de nieuwe versie van de VCA-checklist Het zat er al enige tijd aan te komen: de nieuwe VCA (Veiligheid, gezondheid en milieu Checklist Aannemers), de vijfde versie inmiddels al, is nu een feit. Bij de VCA 2008/05 gaat het, in tegenstelling tot vorige updates, niet enkel om inhoudelijke aanpassingen. Ook op het procedurele vlak wijzigt er heel wat. Naast de bestaande VCA* en VCA** geeft het nieuw ingevoerde certificatieniveau VCA Petrochemie een extra mogelijkheid om de juiste eisen te stellen aan de juiste situatie. Voor alle certificatieniveaus is de frequentiegraad (Fg) niet langer een uitsluitingscriterium, maar wordt die vanaf nu gebruikt als indicator voor verbetering. De rapportageverplichting blijft wel bestaan. Daarnaast worden ook andere indicatoren ingevoerd (inspecties, observaties, onveilige handelingen en situaties). Voor zelfstandigen die als onderaannemer werken, is een aangepaste procedure voorzien. Er is natuurlijk ook inhoudelijk flink geschaafd aan de vragen en minimumeisen. Meest in het oog springend is de invoering van een verplichte “last minute risk ana-
lysis” (LMRA) voor alle VCA-bedrijven. De LMRA (of stopmoment of start werk analyse) is een praktisch beheersinstrument om ervoor te zorgen dat werknemers inzicht hebben in de risico’s en preventiemaatregelen op hun eigen werkplek. De VCA Petrochemie is dus een nieuwe variant. Deze versie wordt gekenmerkt door de volgende punten: • ketenaanpak, d.w.z. dezelfde VCA-eisen gelden voor aannemers en onderaannemers (ook zelfstandigen) en specifiek het borgen van de VCA-eisen op de werkvloer bij onderaanneming • gestructureerde beoordeling en selectie van onderaanneming • uitsluitend gebruik maken van een VCUgecertificeerde uitzendorganisatie • een VGM-gedragsprogramma
Opbouw van de VCA-checklist Zie schema 1.
Toepassingsgebied voor VCA*, VCA** en VCA Petrochemie VCA was en is bedoeld voor bedrijven die werkzaamheden uitvoeren met verhoogd risico in een risicovolle omgeving (werkzaamheden in fabrieken, installaties, werkplaatsen en projectlocaties), zoals: • werktuigbouwkundige activiteiten • elektrotechniek en procesbesturing
• bouwkundige werkzaamheden • civiele techniek • overige technische diensten, zoals isolatie, steigerbouw, industrieel reinigen, stralen, conserveren, schilderen, verticaal transport enz. Waar VCA* primair bedoeld is voor onderaannemers en VCA** voor hoofdaannemers, heeft ook VCA Petrochemie een specifieke doelgroep. VCA Petrochemie is bedoeld voor bedrijven of organisatorische onderdelen daarvan die werkzaamheden verrichten aan (petro-)chemische installaties. Het is dus absoluut niet zo dat elke hoofdaannemer werkzaam in de (petro-)chemie het VCAPetrochemiecertificaat moet hebben. Het gaat vooral om die bedrijven die én met onderaanneming werken én grotere complexe projecten onder handen nemen aan de (petro-)chemische installaties. Voor opdrachtgevers die aan hun aannemers het VCA-Petrochemie-certificaat willen gaan vragen, zal een specifieke richtlijn opgesteld worden met randvoorwaarden voor het opleggen van het certificaat en voldoende tijd voor de aannemers om een aantal nieuwe elementen van de VCA Petrochemie te ontwikkelen en te introduceren (vermoedelijk tot 1 januari 2010). Wanneer welk VCA-certificaat van toepassing is in de petrochemie en overige sectoren, wordt duidelijk gemaakt in schema 2. Opmerking: zowel voor VCA** als voor VCA Petrochemie moet de aannemer “projecten” omschreven hebben en ook projecten verwezenlijken.
Inwerkingtreding en overgangsmaatregelen De VCA 2008/05 is in Nederland begin oktober 2008 verschenen. In België – onder Belac-accreditatie – zal de VCA 2008/05 pas verschijnen en voor certificatie kunnen gebruikt worden na goedkeuring in het
Uitvoerend Comité van Deskundigen VCA en na vertaling in het Frans. Dit is de verwachte timing: • Publicatie: december 2008 • Certificatie volgens 2008/05 mogelijk vanaf publicatie • Contracten afgesloten met certificatieinstellingen (onder Belac) voor 1 februari 2009 mogen nog gebaseerd worden op de VCA 2004/04 (met dien verstande dat na 1 augustus 2008 geen VCA-certificaten meer mogen worden verstrekt op basis van de VCA-versie 2004/04) • Vanaf 1 februari 2009: alle contracten met certificatie-instellingen (onder Belac) worden afgesloten op basis van de VCA 2008/05 • Vanaf 1 augustus 2009: alle initiële en herhalingsaudits gebeuren op basis van de VCA 2008/05 • De tussentijdse audits gebeuren op basis van de VCA-versie waaronder de initiële of herhalingsaudit uitgevoerd werd • Uiterlijk vanaf 1 augustus 2012: alle VCA-bedrijven moeten geauditeerd zijn op basis van de VCA 2008/05. De bedrijven die beschikken over een VCA*- of VCA**-certificaat, behouden een geldig certificaat tot het einde van de geldigheidsdatum (3 jaar na uitreiking).
Schema 1: Opbouw van de VCA-checklist Niveau VCA* VCA**
VCA Petrochemie
Vragen
Inhoud
Certificatienorm
24 VCA*-mustvragen
Eisen op de werkvloer Alle VCA*-mustvragen
24 VCA*-mustvragen 9 VCA**-mustvragen 14 aanvullende vragen Totaal: 47 vragen 24 VCA*-mustvragen 9 VCA**-mustvragen 10 VCA-Petrochemiemustvragen (1) 4 aanvullende vragen Totaal: 47 vragen
Eisen op de werkvloer Alle VCA**-mustvragen + organisatie-eisen Min. 7 aanvullende vragen Totaal: 40 vragen Eisen op de werkvloer + organisatie-eisen + specifieke eisen petrochemie
Alle VCA-Petrochemiemustvragen Min. 2 aanvullende vragen Totaal: 45 vragen
(1) 10 aanvullende vragen van de VCA** worden mustvragen voor de VCA Petrochemie
Schema 2: Toepasselijkheid van de VCA-certificaten
© NAVB-CNAC 2008. Overneming met bronvermelding toegestaan.
Werkzaamheden in de sectoren Petroleum en Chemie (Petrochemie)
Geen inschakeling onderaannemers Met inschakeling onderaannemers Huiscontractor Huisaannemer
Monodisciplinair Routinematig Weinig complex Beperkt van omvang VCA*
Multidisciplinair Niet enkel routinematig Redelijk complex Redelijke omvang VCA**
Multidisciplinair Niet routinematig Complex Grote omvang
VCA**
VCA**
VCA Petrochemie
VCA* / VCA**
VCA Petrochemie
VCA Petrochemie
Werkzaamheden in de overige sectoren
4e trimester 2008 - Nr 49
Monodisciplinair Weinig tot redelijk complex Beperkt tot redelijk van omvang Geen inschakeling onderaannemers
Multidisciplinair Redelijk complex tot complex Omvang redelijk tot groot Met inschakeling onderaannemers
VCA*
VCA**
3
navbinfo municatie-installaties of de signalisatieinstallaties van de NMBS.
Verplichte periodieke keuring voor oude elektrische installaties
Preventiemaatregelen De werkgever moet voortaan kunnen aantonen dat de oude elektrische installatie zodanig is uitgevoerd en wordt uitgebaat dat de werknemers beschermd zijn tegen de risico’s voor rechtstreekse of onrechtstreekse aanraking (wat in het ARAB niet werd geëist).
Nieuwe elektrische installaties in bedrijven vallen onder het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties (AREI), maar de oude elektrische installaties waren tot voor kort nog onderworpen aan de veel minder strenge eisen van het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming (ARAB). Het koninklijk besluit van 2 juni 2008 brengt de oude elektrische installaties die zich in bedrijven bevinden onder in de Codex over het Welzijn op het Werk. Eén en ander heeft zeer verstrekkende gevolgen.
Als de elektrische installatie onderdelen bevat die niet voldoen aan het AREI, dan moet de werkgever alle externe personen die aan de elektrische installatie komen werken hiervan op de hoogte brengen. Hij moet hen ook kunnen zeggen waar deze onderdelen zich bevinden en welke bijzondere voorzorgsmaatregelen deze externe
De delen van een elektrische installatie die intussen belangrijke wijzigingen hebben
Periodieke keuring Elke oude elektrische installatie moet vanaf nu regelmatig worden gekeurd door een Externe Dienst voor Technische Controle. De eerste keuring moet plaatsvinden tussen 29 juni 2008 en 29 juni 2013. Daarna is een periodieke keuring verplicht. De keuringsfrequentie wordt gelijkgesteld met deze van installaties die onderworpen zijn aan het AREI: • laagspanningsinstallaties: vijfjaarlijks • hoogspanningsinstallaties: jaarlijks • installaties in ruimten waar een explosieve atmosfeer heerst: jaarlijks
Opleidingsagenda
Wat is een oude elektrische installatie? Een elektrische installatie die in dienst was op 1 oktober 1981 of 1 januari 1983 en die gelegen was in het gebouw of op de terreinen van een werkgever, wordt beschouwd als een oude elektrische installatie. De datum van 1 oktober 1981 geldt voor een werkgever die geen bevoegde of gewaarschuwde personen (BA4 of BA5) in dienst heeft en 1 januari 1983 geldt voor een werkgever die wél dergelijk personeel in dienst heeft.
medewerkers moeten nemen. Eén en ander betekent bijgevolg dat van de oude elektrische installatie een gedetailleerde inventaris moet worden gemaakt.
VCA-sessies Open opleidingssessies VCA (Basisveiligheid en Operationeel Leidinggevenden): VCA Basisveiligheid Nederlands: 29-30/01/2009, 9-10/02/2009 Frans: 26-27/01/2009, 12-13/02/2009
ondergaan of uitgebreid werden, worden beschouwd als nieuwe installaties en zijn bijgevolg onderworpen aan het AREI. Het KB is niet van toepassing op installaties waarvan de nominale frequentie van de stroom meer dan 10.000 Hz bedraagt en ook niet op sommige zeer specifieke elektrische installaties, zoals telecom-
19/01/2009 om 10.00 u 16/02/2009 om 10.00 u 23/03/2009 om 10.00 u Al deze VCA-sessies (opleidingen en examens) vinden plaats in Brussel, op het NAVB
Sessies voor coördinator - Niveau B
VCA Operationeel Leidinggevenden Nederlands: 5, 12 en 19 februari 2009 – examen 19/02/2009 om 15u Frans: 6, 13 en 20 februari 2009 – examen 20/02/2009 om 15u
Nederlands: van 3 februari 2009 tot 28 april 2009 Deze sessie vindt plaats in Leuven bij Vekmo: Diestsevest 82, 3000 Leuven
Maandelijkse examensessies voor VCA Basisveiligheid en VCA Operationeel leidinggevenden 15/12/2008 om 10.00 u
Frans: van 18 februari 2009 tot 13 mei 2009 Deze sessies vinden plaats in het Centre Créalys in Gembloux (les Isnes)
Publicaties NAVB – Verdelingsmodaliteiten De verdelingsmodaliteiten en de volledige lijst met onze publicaties staan op www.navb.be
NAVB dossiers
ja
€ 5*
€ 7,50*
Laatste nummers: • dl. 116: De kleedkamers, refters, wasplaatsen, toiletten… op de bouwplaatsen • dl. 117: Reiniging en onderhoud van werkkledij. Checklisten • dl. 118: Welzijn van oudere werknemers • dl. 119: Het gebruik van ladders en steigers tijdens de afwerkingsfase
NAVB info (per nummer)
ja
€ 2,80*
€ 3,50*
Beroepsmonografieën
Abonnement op NAVB info 2008
nee
€ 15
€ 20
NAVB experts (Beroepsmonografieën)
nee
€ 7,50*
€ 11,20*
NAVB vademecums
nee
€ 30*
€ 40*
De signalisatie van de bouwplaatsen
nee
€ 10*
€ 12,50*
Dvd’s en cd-roms
nee
€ 100*
€ 130*
Publicaties
De gevaren van kwartsstof
www.navb.be
Gratis in pdf op www.navb.be ?
Prijs op papier Andere persoBouw of onder(PC 124) nen nemingen
* Administratiekosten niet inbegrepen
Enkele voorbeelden: • De schilder • De dakdekker • De polyvalente bouwvakker
NAVB vademecums • Gids voor de preventieadviseur van een KMO in de bouwsector • De veiligheids- en gezondheidscoördinatie van tijdelijke of mobiele bouwplaatsen – Toelichting bij de regelgeving
Gebruik deze bestelbon of bestel via onze website: www.navb.be
NAVB
In te vullen en terug te zenden naar het NAVB - Sint-Jansstraat 4 - 1000 BRUSSEL - Fax 02/552.05.05
Colofon
Leveringsadres:
Facturering: Bouw (PC 124)/Andere sectoren (*)
Naam:..................................................................................................................................................................................
Naam onderneming: ...........................................................................................................................................
Redactie: Adres: ........................................................................................................................................ Nr:................................
Adres: ........................................................................................................................................ Nr:................................
✂
Postnummer: ................................ Gemeente: .............................................................................................. Postnummer: ................................. Gemeente: ................................................................................................ Tel.: ................................................................................ Handtekening: ...............................................................
RSZ-nr: ....................................................................................... BTW-nr: ................................................................ Tel.: ...................................................................................... Fax:
.................................................................................
(*) Schrappen wat niet past
Aantal Gewenste publicatie(s) :
................................................................................................................................................................................................................................................................................................
(tegen betaling)
................................................................................................................................................................................................................................................................................................
................................................................................................................................................................................................................................................................................................
................................................................................................................................................................................................................................................................................................
................................................................................................................................................................................................................................................................................................
4
NAVB info is een driemaandelijks informatieblad van het Nationaal Actiecomité voor Veiligheid en hygiëne in het Bouwbedrijf (ook beschikbaar in het Frans onder de titel “CNAC info”). Raymond Brems, Rudy De Buyser, Christian Depue, Carl Heyrman, Nancy Lambrecht, Véronique le Paige, Arlette Moonens, Emmy Streuve, Isabelle Urbain, Nicolaas Van Leeuwen
Verantwoordelijke uitgever: Carl Heyrman - Sint-Jansstraat 4 – 1000 Brussel De uitgever is niet verantwoordelijk voor de inhoud van advertenties. Het redactiecomité van NAVB info streeft steeds naar betrouwbaarheid van de gepubliceerde informatie. Zij kan er echter niet aansprakelijk voor worden gesteld. De reproductie van teksten en illustraties is toegestaan mits de uitdrukkelijke toestemming van de uitgever en duidelijke bronvermelding.
Informatie en abonnement: NAVB – Sint-Jansstraat 4 – 1000 Brussel Tel.: 02/552.05.00 – fax: 02/552.05.05 E-mail :
[email protected] Website: www.navb.be
Opmaak en drukwerk:
4e trimester 2008 - Nr 49
© NAVB-CNAC 2008. Overneming met bronvermelding toegestaan.
Binnenkort gratis op onze website: Nr. 120 het nieuwe NAVB dossier
NAVB dossiers
De bouw,
bij Bijlage info NAVB 49 nr.
ons werk, ons leven
DRIEMAANDELIJKS INFORMATIEBLAD OVER VEILIGHEID, GEZONDHEID, WELZIJN EN MILIEU VOOR WERKGEVERS EN WERKNEMERS UIT DE BOUWSECTOR • Nr25
Nieuwe veiligheidscampagne op de sporen Lancering van de campagne Afwerking Op 16 september septem heeft het NAVB op de werf Square, in hartje Brussel,, zijn derde doelgroepgerichte veiligheidscampagne gelanceerd voor de afwerkingsberoepen, groepgeri roepen, onder het motto mo “Wie zijn stiel kent, gebruikt goed gerief”, in aanwezigheid gheid van heel wat w bouwprofessionals en persmensen. Miss België 2008, Alizée zée Poulicek en Bekende Vlaamse Joyce de Troch waren ook bij het evenement B ent aanwezig om de eerste apart verpakte oordopjes te overhandigen aan n de bouwvakkers op de bouwplaats.
© NAVB-CNAC 2008. Overneming met bronvermelding toegestaan.
De bereikte resultaten in de bouwsector Wanneer we de bouwsector als geheel beschouwen, is het zo dat het aantal arbeidsongevallen, dankzij grote inspanningen op het vlak van preventie in de sector, gedaald is met 28% in vergelijking met 2001. Tijdens de persconferentie heeft de voorzitter benadrukt dat het NAVB de ambitie heeft om het aantal arbeidsongevallen tegen 2012 met nog eens 25% te doen afnemen, in overeenstemming met de Europese doelstelling. Want bouwvakkers zijn bijna altijd het enige slachtoffer van een arbeidsongeval, maar bijna nooit de enige oorzaak.
stelden de adviseurs van het NAVB vast tijdens de bezoeken die ze vóór het begin van de campagne uitvoerden om een zo getrouw mogelijk beeld te krijgen van deze sector.
Voor deze beroepen als geheel geldt dat vallen de belangrijkste oorzaak van ongevallen blijft, maar ook factoren als de fysieke belasting van het spier-skeletstelsel (deze oorzaak maakt bv. 22% uit van de ongevallen bij de stukadoors) of het contact met een snijdend voorwerp (52% van de ongevallen bij glaszetters) springen eruit. Hieronder vindt u, bij wijze van voorbeeld, meer gedetailleerde informatie over de schilders, enerzijds over de meest voorkomende oorzaken van vallen (42% van de ongevallen bij schilders) en anderzijds over ongevallen ten gevolge van fysieke belasting (24% van de ongevallen bij schilders).
51,00
20 10 0
1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007* 2008* 2012* Jaar (* = veronderstelling)
De campagne-aanpak In navolging van de andere campagnes verloopt ook deze nieuwe actie in twee fases. Het NAVB neemt, samen met heel wat partners, de preventieve fase voor zijn rekening. Daartoe werden en worden verschillende ondersteunende middelen ontwikkeld, zoals een checklist die de adviseurs kunnen gebruiken als leidraad tijdens hun bouwplaatsbezoeken. Daarnaast worden er ook NAVB dossiers ontwik-
Soorten valbeweging in de sector "Schilderen" (cijfers 2005-2006, oude NACE-code 45441)
keld. De preventieve campagnegolf zal ten slotte ook gevoerd worden in sommige weekbladen en in de beroepspers van onze partners. De preventieve golf loopt af op 30 juni 2009 en wordt vanaf 1 september gevolgd door een handhavingsgolf door de Algemene Directie Toezicht op het Welzijn op het Werk van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg.
Fysieke belastingen aan de oorsprong van stoornissen van het bewegingsapparaat in de sector "Schilderen" (cijfers 2005-2006, oude NACE-code 45441) Optillen, dragen, opstaan
Uitglijden of struikelen met val, vallen van personen – op ± dezelfde hoogte
-25%
38,25
30
51,00
40
51,26
Fg
52,93
54,15
50
64,06
70,96
66,51
65,70
60
-28% 65,55
70
51,07
Rekening houdend met de omvang van de sector werden een aantal beroepen uitgepikt. De keuze viel op de dekvloerleggers, de tegelzetters, de stukadoors, de schrijnwerkers, de glaszetters, de schilders-decorateurs en ten slotte de interieurbouwers.
80
70,24
In de sector Afwerking gebeuren ook vaak ongevallen. Overeenkomstig de statistieken van het Fonds voor Arbeidsongevallen (FAO), werden voor 2005 en 2006 samen in totaal 7.200 ongevallen opgetekend.
Evolutie van de frequentiegraad met een projectie tot 2012
74,69
Joos Louage, voorzitter van het NAVB (foto links) en directeur-generaal Carl Heyrman (foto rechts) stelden afwisselend een stuk van de nieuwe veiligheidscampagne voor en blikten terug op de voorbije campagnes. Net als bij de twee vorige campagnes bestaan de primaire doelstellingen erin het aantal arbeidsongevallen en de ernst ervan te doen dalen met 15%. Daarnaast werden zeven secundaire doelstellingen bepaald, waarvoor een positieve evolutie met 15% wordt beoogd. Deze doelstellingen werden al aangehaald in het vorige nummer van de Campagnekrant.
18%
22%
22% Ongecoördineerde, onbeheerste of verkeerde bewegingen
De doelgroep De nieuwe doelgroep is een omvangrijke sector, met zo’n 10.000 ondernemingen en maar liefst 45.000 werknemers. De werken in deze sector worden meestal gelijktijdig en/of achtereenvolgens uitgevoerd en in min of meer besloten ruimten. Er is een hoge graad van coactiviteit en er zijn vaak zelfstandigen bij betrokken, zo
www.navb.be > campagne
Uitglijden of struikelen met val, 6% vallen van personen – niet gespecifieerd
15% Overige
Bron: Fonds voor Arbeidsongevallen (FAO)
Vallen van personen 61% – van hoogte
46% Overige
Zwaarbeladen lopen, misstap of uitglijden 10% zonder vallen
Bron: Fonds voor Arbeidsongevallen (FAO)
1
De campagne Wegenwerken: de vaststellingen tijdens de preventieve fase In de rubriek “nabijheid van leidingen” worden vooral vaststellingen gedaan betreffende het niet respecteren van een veilige werkafstand tussen de arbeidsmiddelen en de leidingen onder spanning en het ontbreken van exacte gegevens inzake de juiste ligging van de kabels en de leidingen.
Van april 2007 tot juli 2008 hebben de adviseurs van het NAVB intensief de werven bezocht van bedrijven uit de wegenbouw met NACE-code 4523 en bedrijven die aanverwante werkzaamheden uitvoeren (o.a. riolerings- en kabelwerken). Analoog met de eerste campagne werden in de preventieve fase zoveel mogelijk bouwplaatsen bezocht om de veiligheidsproblematiek bij de wegenbouwondernemingen in kaart te brengen en werden eveneens bureelbezoeken gepland aan ondernemingen met minstens vijf bezoekverslagen met vaststellingen. De adviseurs hebben tijdens de preventieve fase van de campagne 3.578 bouwplaatsbezoeken afgelegd en tijdens deze bezoeken werden 4.659 bezoekverslagen opgemaakt met 37.099 vaststellingen met tekortkomingen op het vlak van welzijn. 4.248 vaststellingen werden onmiddellijk opgelost of waren opgelost bij een herhaald bezoek, 4.155 vaststellingen waren niet meer van toepassing tijdens het herhaald bezoek. De vaststellingen worden als volgt verdeeld over de 4 MUOP-parameters: Mens: 9,5%, Uitrusting: 65,1%, Omgeving: 22,4%, Producten: 2,9%.
MENS In de rubriek “Mens” hebben 90,6% van de vaststellingen betrekking op de bouwbetrokkenen tijdens de uitvoeringsfase. Het gaat hier hoofdzakelijk over: • Het aanstellen van een veiligheidscoördinator-verwezenlijking. • Het opstellen van het veiligheids- en gezondheidsplan. • Het opmaken van een specifiek veiligheidsen gezondheidsplan door de aannemers. • Het niet nakomen van administratieve verplichtingen: o.a. de werkmelding, het uithangen van de werkmelding en het ontbreken van een lijst met noodnummers op de werf. • Het ontbreken van een algemeen preventiebeleid binnen de onderneming. 7,4% van de vaststellingen hebben betrekking op menselijke factoren: • Het ontbreken van een gezondheidsbeoordeling voor het uitvoeren van een veiligheidsfunctie. • Bestuurders die niet beschikken over een geldig rijgeschiktheidsattest. • Werknemers die geen instructies i.v.m. preventie en bescherming ontvangen hebben.
Als laatste categorie vermelden we de “individuele uitrusting”, goed voor 18,2% van de vaststellingen: • Het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen (helmen, veiligheidsschoenen en gehoorbescherming). • Het dragen van signalisatiekledij. Als we de categorie “bouwtoebehoren” (zie fig. 2) verder uitdiepen, dan zien we dat 11,2% van de vaststellingen betrekking hebben op de werfsignalisatie. Bij 32,8% van de vaststellingen gaat het over signalisatie die niet conform de wetgeving is, met als koploper de verkeersborden die niet voldoen aan de wettelijke bepalingen. Daarna volgen vaststellingen over signalisatie die niet is aangepast aan de grootte van de werf en over geleidingsborden die verkeerd werden geplaatst. 28,1% van de vaststellingen hebben betrekking op de werfafsluiting die onvoldoende is, waardoor derden en/of onbevoegden niet geweerd worden van de werf. 13,1% van de vaststellingen gaan over signalisatie die niet werd uitgevoerd volgens het goedgekeurd signalisatieplan. In 9,1% is er geen signalisatieverantwoordelijke aangesteld en in 6,2% van de gevallen is de verantwoordelijke signalisatie niet gekend of ontbreekt het bord met de nuttige gegevens.
PRODUCTEN • 92% van de vaststellingen heeft betrekking op de etikettering en opslag van brandstoffen. • Het ontbreken van veiligheidsinstructies betreffende het gebruik van verfproducten en lijmen.
Het actieplan
OMGEVING Bij de factor “Omgeving” heeft 55,2% van de vaststellingen betrekking op werken in de nabijheid van verkeer, meer bepaald het ontbreken van preventiemaatregelen om derden en onbevoegden te weren van de bouwplaats. 25,4% van de vaststellingen vallen onder de geografische bodemgesteldheid. De voornaamste problemen in deze categorie zijn de veiligheidsvoorschriften bij uitgravingen die niet nageleefd worden (foute taludhellingen, geen beschoeiingen, te grote belasting aan de rand van de uitgraving, onvoldoende ladders, onvoldoende afgeschermde putten en uitgravingen en het niet uitvoeren van een grondonderzoek voor de start van de werken). Niet-afgedekte wachtijzers, door- en toegangen die belemmerd zijn door obstakels, materiaal en materieel dat niet ordelijk gestapeld is en gevaarlijke openingen die onvoldoende afgeschermd zijn, staan onder het item “orde en netheid” en vertegenwoordigen 11,5% van de vaststellingen.
Fig. 1: Verhouding van de vaststellingen voor de factor 'Uitrusting' 32,4% 18,2%
Huisvesting Bouwtoebehoren Arbeidsmiddelen Individuele uitrusting
© NAVB-CNAC 2008. Overneming met bronvermelding toegestaan.
UITRUSTING In de rubriek “Uitrusting” (zie fig. 1) worden de vaststellingen ingedeeld in vier categorieën. 32,4% van de vaststellingen hebben betrekking op huisvesting: • Het ontbreken van gezondheidsinrichtingen. • De aanwezige inrichtingen zijn niet conform de CAO van 10.02.2005. • De EHBO-uitrusting is onvolledig. Daarna komt de categorie “bouwtoebehoren”, die 28,6% van de vaststellingen vertegenwoordigt: • Tekortkomingen in verband met werfsignalisatie. • De veiligheidsvoorschriften bij uitgravingen werden niet nageleefd. • Het niet conform zijn van elektratoebehoren. 20,8% van de vaststellingen handelen over arbeidsmiddelen: • Het aarden en periodiek keuren van elektrogeengroepen. • Het periodiek keuren van grondverzetmachines gebruikt als heftoestel.
www.navb.be > campagne
20,8%
28,6%
Fig. 2: Verhouding van de vaststellingen voor de factor 'Bouwtoebehoren' Niet-conform wetgeving - algemeen
1,2%
9,1%
Signalisatie uitgevoerd volgens goedgekeurd signalisatieplan
32,8%
Aangepaste signalisatieverlichting
6,2%
Afsluiting werf Geen signalisatie aanwezig Plaatsing veilig Verantwoordelijke signalisatie gekend/ aanduiding? 0,4%
5,8%
28,1%
3,2%
13,1%
Onderhoud van de signalisatie Aanstelling signalisatieverantwoordelijke
Voor alle wegenbouwondernemingen werd vanaf 5 bezoekverslagen (werfbezoeken) automatisch een individuele analyse opgemaakt. Naargelang de aard van de vaststellingen planden de adviseurs van het NAVB een bureelbezoek om de probleempunten te bespreken met de werkgever of met de preventieadviseur. Sinds het begin van de campagne hebben de adviseurs 660 bureelbezoeken afgelegd. Tijdens deze bezoeken werden 108 actieplannen opgesteld.
De handhavingsgolf Voor het NAVB is de preventieve fase van deze tweede doelgroepgerichte campagne beëindigd. De Algemene Directie Toezicht op het Welzijn op het Werk van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg (FOD WASO – AD TWW) is op 1 september gestart met de handhavingsgolf, waarbij vooral gelet zal worden op de volgende tekortkomingen: • Graafwerken: - Geen of onvoldoende maatregelen om instortingen te voorkomen - Onvoldoende maatregelen om instortingen te voorkomen • Hijstoestellen en arbeidsmiddelen: - Geen keuring van hijstoestellen - Gebruik van hijstoestellen met ernstige gebreken - Gebruik van wegenbouwmachines met ernstige gebreken • Geen maatregelen tegen de blootstelling aan stof dat siliciumdioxide bevat (droog doorzagen of slijpen van betonklinkers) • Ontbreken van de gepaste persoonlijke beschermingsmiddelen (in het bijzonder de signalisatiekledij) • Het ontbreken van sociale voorzieningen • Geen aansluiting bij een Externe Dienst voor Preventie en Bescherming • Coördinatie met betrekking tot het risico van het verkeer: - Ontbreken van alle betrokkenheid van de coördinator-ontwerp bij de uitwerking van het ontwerp van het project - Ontbreken van een omheining rond de werf - Onvoldoende maatregelen om de risico’s veroorzaakt door het wegverkeer te verhelpen - Ontbreken van de coördinator-ontwerp
En verder… Het is de bedoeling om na de handhavingsgolf door de FOD WASO – AD TWW een meting te doen bij de ondernemingen in kwestie om te kijken of de primaire en secundaire doelstellingen van deze campagne werden behaald. De wegenwerkers kunnen nog steeds een beroep doen op de adviseurs van het NAVB indien ze bijgestaan willen worden bij het uitwerken van het preventiebeleid binnen hun onderneming.
3
De rolsteiger: tien geboden Iedereen weet dat de regelgeving in verband met de montage en het gebruik van steigers een pak strenger is geworden. Dikwijls wordt echter vergeten dat een rolsteiger in de reglementering ook als een steiger wordt beschouwd. Daarom zetten we hieronder de belangrijkste elementen bij het gebruik van rolsteigers nog eens op een rijtje. • Plaats bijkomende stabilisatoren aan de rolsteiger zoals dit door de constructeur is aangegeven • De hoogte van een rolsteiger moet beperkt worden tot 8 m als deze buiten wordt opgesteld en tot 12 m als deze binnen wordt opgesteld • Ook voor een rolsteiger dient een berekeningsnota te worden opgesteld • Een rolsteiger mag alleen gemonteerd en verplaatst worden door een persoon die door de werkgever is aangesteld en die een opleiding gevolgd heeft zoals door de regelgeving bepaald is • Beklim een rolsteiger steeds langs de binnenzijde of via een aangepaste trap • De montage-instructies van de rolsteiger dienen steeds op de werf aanwezig te zijn
• De remmen op de wielen moeten worden vastgezet, vooraleer de steiger beklommen wordt • Een rolsteiger wordt altijd in de lengterichting verplaatst en nooit in de breedterichting • Daal van de rolsteiger af om ze te verplaatsen • Ook een rolsteiger moet voorzien zijn van een bovenleuning, een tussenleuning en een voetplint
Dit is FOUT: • “Beter niet te veel tijd verliezen met bijkomende beveiligingen. Ik sta wel in het midden van de steiger.”
• Een rolsteiger langs de binnen- of langs de buitenzijde beklimmen. “Het maakt niets uit. Ik zal het wel voelen als de wielen van de grond komen.”
• “Fons, duw mijn steiger eens drie meter verder.” • “Waarom al die afschermingen? Ik sta toch maar eventjes op de steiger.”
Stofexplosies in houtateliers De invoering van de nieuwe reglementering met betrekking tot stofexplosies is bijna onopgemerkt voorbijgegaan. Toch heeft deze reglementering verstrekkende gevolgen voor de gebruikte uitrusting (machines en afzuiginstallaties), vooral in houtateliers, maar bijvoorbeeld ook in verfspuitcabines. De ATEX 137-reglementering die van kracht is sinds 1 juli 2003 (koninklijk besluit (KB) van 26 maart 2003) is de omzetting van een Europese
sociale richtlijn. Dit KB legt een aantal verplichtingen op, waarvan dit de belangrijkste zijn:
• Tot 1 juli 2006 gold er een overgangsregeling voor de aanpassing van bestaande installaties aan de eisen van de ATEX 137-reglementering. Dat houdt o.a. in dat de installatie moet worden aangepast voor de opvang van houtstof. Nieuwe installaties moeten voldoen aan de eisen van de ATEX 95-reglementering, die een economische richtlijn is (zoals bv. de machinerichtlijn). • Op 1 juli 2003 moest elke onderneming waar in bepaalde werkplaatsen een explosieve atmosfeer heerst, een veiligheidsdocument opgemaakt hebben. Uit dat document moet blijken: - dat de explosierisico’s werden geïdentificeerd en beoordeeld; - dat er afdoende maatregelen genomen worden om het doel van de ATEX 137-reglementering te bereiken; - welke ruimten ingedeeld werden in explosiegevaarlijke zones; - dat de arbeidsplaatsen, de arbeidsmiddelen en de alarminstallaties veilig ontworpen, bediend en onderhouden worden; - in welke ruimten de minimumvoorschriften met betrekking tot de preventie van stofexplosies van toepassing zijn; - dat er voorzorgsmaatregelen getroffen zijn voor het veilig gebruik van arbeidsmiddelen. Het document kan worden ingedeeld in 3 hoofdstukken: • een beschrijving van de arbeidsplaatsen, procédés, gebruikte stoffen en parameters; • de resultaten van de risico-inschatting en –beoordeling;
• de getroffen maatregelen op het vlak van bescherming tegen explosiegevaar (de verwezenlijking en de coördinatie van deze maatregelen). Zoals reeds eerder vermeld, moest dit explosieveiligheidsdocument al klaar zijn sinds 1 juli 2003. Tegen 1 juli 2006 moesten alle maatregelen uit dat document ook daadwerkelijk uitgevoerd zijn. Dat houdt in dat alle arbeidsmiddelen en installaties vandaag reeds moeten voldoen aan de voorwaarden uit de ATEX 137-reglementering. Zo dient onder andere de stofafzuiginstallatie aangepast te zijn, als dat in het explosieveiligheidsdocument voorzien is. Niet alle maatregelen om het explosiegevaar te vermijden hoeven veel geld te kosten. Meestal kan met zeer eenvoudige middelen al heel wat worden bereikt. Zo weet men reeds tientallen jaren dat de belangrijkste schade bij stofexplosies wordt veroorzaakt door liggend stof. Een degelijk en regelmatig onderhoud van het atelier is daarom al een zeer belangrijke preventiemaatregel. Ook wordt in de ‘nieuwe reglementering’ geëist dat alle zones waar explosiegevaar heerst, aangeduid worden met het pictogram daarbij. Als de verplichting om uw werkplaatsen en installaties aan te passen u is ontgaan, dan is het nu echt hoog tijd om uw explosieveiligheidsdocument nog eens na te lezen.
De Campagnekrant is een initiatief van het NAVB, in samenwerking met ACV Bouw en Industrie, de Algemene Centrale ABVV, de Confederatie Bouw, Bouwunie, ACLVB en FeMa Een initiatief van:
In samenwerking met:
Nationaal Actiecomité voor Veiligheid en hygiëne in het Bouwbedrijf Sint-Jansstraat 4 1000 Brussel
4
Tel.: 02 552 05 00 Fax: 02 552 05 05
E-mail:
[email protected] Website: www.navb.be www.navb.be > campagne
© NAVB-CNAC 2008. Overneming met bronvermelding toegestaan.
U hebt de ATEX-reglementering toch niet uit het oog verloren?