Werken aan een veiliger Rotterdam, de aanpak De methodiek van de Heindijk
14
1 Inleiding Het verbeteren van de veiligheid is en blijft een van de hoogste prioriteiten van de gemeente Rotterdam. Voor het gemeentebestuur staat voortzetting van de succesvolle veiligheidsaanpak centraal. Op veiligheidsgebied is veel bereikt. Overlast en criminaliteit in Rotterdam zijn teruggedrongen en steeds minder mensen voelen zich onveilig. Dat blijkt uit de cijfers van de Veiligheidsindex, de thermometer van de veiligheid. Op een schaal van 1 tot 10 is Rotterdam gestegen van een 5,6 in 2001 naar een 7,3 in 2009. Geen enkele wijk is meer onveilig. Goed nieuws dus. Maar voor het gemeentebestuur geen reden om tevreden achterover te leunen. Het werken aan een veiliger Rotterdam gaat gewoon door.
Combinatie De Rotterdamse veiligheidsaanpak bestaat uit een combinatie van een gebiedsgerichte en een persoonsgerichte aanpak. De gebiedsgerichte aanpak richt zich op het verbeteren van de veiligheid in vooral de onveilige wijken. Dat gebeurt door toezicht, optreden (interventie) en handhaving, beheer en onderhoud en investeren in mensen en huizen. De persoonsgerichte aanpak is gericht op de belangrijkste dadergroepen: overlastgevende verslaafden, criminele en overlastgevende jongeren, geweldplegers en criminele illegalen. Alle deelgemeenten werken - op basis van afspraken uit zogeheten integrale wijkactieprogramma’s (iwap’s) - aan verbetering van de veiligheid in de wijken. Dat gebeurt in intensieve samenwerking tussen gemeentelijke diensten, de politie, het Openbaar Ministerie, woningcorporaties, welzijnsorganisaties, hulpverleningsinstellingen, bewoners en ondernemers. In de wijkactieprogramma’s staat concreet hoe de onveiligheid wordt aangepakt. Met strikte handhaving en toezicht, consequent onderhoud en beheer en uitdagende fysieke en sociale investeringen. Verbetering van leefbaarheid en veiligheid gaan daarmee hand in hand.
Onorthodoxe aanpak Het verbeteren van de wijkveiligheid gebeurt vaak op onorthodoxe wijze. Een goed voorbeeld daarvan is de manier waarop de deelgemeente IJsselmonde - in nauwe samenwerking met de stadsmarinier en de woningcorporatie Woonbron - de regie heeft genomen bij de aanpak van de problemen op de Heindijk.
2
De Heindijk is een complex van 260 galerijwoningen in IJsselmonde Zuid, verdeeld over vier flatgebouwen. Jarenlang werd dit gebied geteisterd door overlast en verloedering. Met als dieptepunt de arrestatie in 2006 van een groep gewelddadige, criminele en overlastgevende jongeren. Dat was het sein voor een totaal andere aanpak. Met als hoofdaccenten: de bewoners centraal en een integrale aanpak. Geen woorden maar daden. Die aanpak bleek een succes. De wijk is merkbaar veiliger, schoner en leefbaarder geworden. En de criminaliteit is drastische teruggedrongen. Daardoor kwam, in de woorden van de buurtagent, ‘een buurt die het geloof in zichzelf helemaal kwijt was geraakt, er weer bovenop doordat iedereen de juiste dingen deed’. Door deze aanpak is de Heindijk een voorbeeld geworden voor de aanpak van andere achterstandsgebieden in IJsselmonde en in de rest van Rotterdam. Alleen heeft het beestje nu een andere naam gekregen: ‘Brede Aanpak Gebieden’. Maar de aanpak is dezelfde en borduurt voort op de eerder opgedane ervaringen in de Heindijk. Daar is het nu, vergeleken met een paar jaar terug, een stuk rustiger en aangenamer geworden. Hoe het precies gegaan is in IJsselmonde, daarover gaat dit cahier.
Leeswijzer Hoofdstuk 2 schetst hoe de Heindijk van probleemwijk tot actiegebied is geworden. Wat was er aan de hand en wat heeft de deelgemeente, samen met de stadsmarinier en de woningcorporatie Woonbron, gedaan om de jarenlange problemen definitief aan te pakken. Hoofdstuk 3 beschrijft de maatregelen die zijn genomen. Een actieprogramma is gemaakt met een scala aan samenhangende maatregelen. Een integrale aanpak dus. Die alleen maar kon slagen als hij samen met de bewoners en instanties werd uitgevoerd. Aan het slot van dit cahier komen de belangrijkste betrokkenen zelf aan het woord. Wat vinden bewoners, deelgemeente, stadsmarinier, woningcorporatie, buurtagent en anderen van de aanpak? Is het een succes geworden? En wat zijn de leer- of verbeterpunten?
3
Het werken aan verbetering van de Heindijk is nog niet afgelopen. In 2012 is naar verwachting de renovatie gereed. 4
2 De Heindijk: van probleemwijk tot actiegebied In het zuiden van de deelgemeente IJsselmonde ligt de wijk Hordijkerveld. Een deel daarvan wordt gevormd door een grote ruitvormige wijk met straten die bijna allemaal dijknamen hebben. Daarom heet dit stuk ook de Dijkenbuurt. Een van de straten in de Dijkenbuurt is de Heindijk. De Heindijk bestaat uit een complex van 260 galerijwoningen van woningcorporatie Woonbron, verdeeld over vier flatgebouwen, die gescheiden worden door tussentuinen. Twee van die flats heten de Valk en de Snip. Ze bestaan uit 88 vijfkamerwoningen. Rond het jaar 2000 wonen hier vooral eenoudergezinnen met veel kinderen, veelal kansarm en voor het grootste deel afhankelijk van een uitkering. De twee andere flatgebouwen zijn De Klapwaak en de Mullerstee. In de 172 woningen van deze flats wonen anno 2000 voornamelijk alleenstaande vrouwen en ouderen. Daarnaast ook jonge mensen met een laag inkomen en mensen met een psychiatrische achtergrond. Ze wonen ‘beschermd’ in 26 woningen in de flats, onder begeleiding van de Pameijer Stichting.
Ernstige problemen Al een aantal jaren zijn er ernstige problemen op de Heindijk en omgeving. Vooral in en om de flats de Valk en de Snip is sprake van (jongeren)overlast en criminaliteit. De woningen, portieken en de openbare ruimte zien er smerig en verloederd uit. Er is weinig contact tussen de bewoners. In veel gezinnen spelen opvoedingsproblemen. Een aantal gezinnen kampt met meer problemen tegelijk. In 2006 escaleert de situatie. De politie arresteert een groep van 35 jongeren die zich schuldig hebben gemaakt aan openlijke geweldpleging, straatroven, inbraken, aanranding en afpersing. De arrestaties veroorzaken een schok in de deelgemeente, de feiten zijn er dan ook naar.
Andere aanpak nodig Zo kan het niet langer, vinden deelgemeente, woningcorporatie en de stadsmarinier voor IJsselmonde eensgezind. De gebruikelijke aanpak is kennelijk niet voldoende om de leefbaarheid op de Heindijk te vergroten. Een andere
5
aanpak is nodig. Een aanpak die zich niet alleen richt op repressie en handhaving, maar ook iets doet aan het verbeteren van het sociaal klimaat. Een aanpak die ook is gericht op de situatie áchter de voordeur. Daar ontstaan immers de meeste problemen. Samen met de stadsmarinier maakt de deelgemeente in 2007 een plattegrond van het gebied. In die situatieschets wordt opgenomen wat er nodig is om de Heindijk weer tot een leefbaar gebied te maken. Belangrijkste conclusie: er moet een integrale, samenhangende aanpak komen. Initiatieven op het gebied van veiligheid, toezicht en sociale samenhang moeten samen gaan met verbetering van de woon- en leefomgeving en verbetering van de persoonlijke situatie van de betrokken bewoners en gezinnen. Met als centrale insteek: begin aan de basis, praat met de bewoners en investeer in de woningen.
Actieprogramma Deze gedachte wordt uitgewerkt in een actieprogramma waaraan alle betrokken partijen hun medewerking verlenen: deelgemeente, woningcorporatie, stedelijke diensten, stadsmarinier IJsselmonde, lokale partners en uitvoerende partijen. In januari 2008 wordt het actieprogramma gepresenteerd. Het bevat een uitgebreide inventarisatie van de (sociale) achtergronden van de bewoners van de Heindijk, resultaat van veel gesprekken en onderzoek. En een pakket aan samenhangende maatregelen die voor het merendeel afgeleid zijn van de al bestaande stedelijke en deelgemeentelijke beleidsprogramma’s op de betrokken terreinen. Het actieprogramma sluit ook aan bij de investeringsvoornemens voor de Heindijk van woningcorporatie Woonbron.
Versterking sociale samenhang Uitgangspunt van het actieprogramma is dus een gebiedsgerichte en integrale aanpak van de Heindijk. Met versterking van de sociale samenhang als belangrijkste prioriteit. En met als eindresultaat: veiliger wonen, prettiger wonen en meer mogelijkheden voor de bewoners. Dat betekent intensieve actie om problemen op te lossen in de persoonlijke woon- en leefsituatie van individuele bewoners. Om daarmee hun zelfredzaamheid te bevorderen. En veel aandacht voor de opgroeiende en schoolgaande jeugd. De aanpak bestaat voor een deel uit de inzet van al bestaande maatregelen. Maar er komen ook nieuwe en extra acties. Voorwaarde om te slagen is een strikte regie, het formuleren van heldere doelstellingen en
6
resultaten, een integrale aanpak en zonodig extra inzet. Van wezenlijk belang is de samenwerking met de bewoners en met bewonersgroepen. In het actieprogramma krijgt de participatie van bewoners bij de uitvoering van het plan en de communicatie naar bewoners, partners en omgeving dan ook bijzondere aandacht.
Essentieel voor slagen aanpak Maar ook andere punten worden voor het slagen van de aanpak essentieel gevonden en door alle partijen onderschreven. Dat zijn: prioriteit voor de aanpak van de Heindijk, een gemeenschappelijke visie op de aanpak, slagvaardig en resultaatgericht handelen, een adequate informatie-uitwisseling en een sterke en duidelijke regie op de uitvoering. De regie komt te liggen bij de deelgemeente, die een centrale rol krijgt bij het opstellen en uitvoeren van het actieprogramma en die samen optrekt met Woonbron, de betrokken diensten en de stadsmarinier.
Projectleider Besloten wordt de voortgang van de aanpak periodiek te bespreken in de deelgemeentelijke Stuurgroep Veilig. Deze stuurgroep fungeert ook als klankbord voor de portefeuillehouder Jeugd, Volksgezondheid en Welzijn, die bestuurlijk verantwoordelijk is voor het actieprogramma. Voorts stelt de deelgemeente een projectleider aan met een duidelijk mandaat om de regie te voeren. Hij is degene die opdrachten verstrekt, de voortgang bewaakt en rapporteert aan de stuurgroep. De projectleider krijgt ook doorzettingsmacht om afspraken te maken. Verder werkt hij direct samen met de regisseur beheer van Woonbron, die door de woningcorporatie ook als intern projectleider is aangewezen.
Vliegwielfunctie Het actieprogramma telt een dertigtal actiepunten. Vijf daarvan hebben een vliegwielfunctie. Die 5 belangrijkste actiepunten of deelprogramma’s zijn: • individueel benaderen van de bewoners via huisbezoeken; • ontwikkelen van de openbare basisschool de Kubus tot een brede school; • inrichten van een Praktijkleercentrum in de voormalige muziekschool; • aanstellen van een buurtagent als gezicht en aanspreekpunt van de politie voor de buurt; • inzetten van renovatie en een speciaal programma van Woonbron om de directe omgeving van de woningen schoon en aantrekkelijk te maken zodat bewoners weer trots kunnen zijn op hun woonomgeving (‘Voordeurtrots’).
Resultaat In het volgende hoofdstuk gaan we concreet in op de maatregelen waarmee de problemen op de Heindijk zijn aangepakt. De aanpak heeft intussen al aantoonbaar resultaat opgeleverd. Medio 2010 - ruim tweeënhalf jaar na het begin van de aanpak - is er merkbaar minder criminaliteit en overlast, zeggen de partijen die samenwerken en investeren in de Heindijk. De communicatie met de bewoners is sterk verbeterd, hun betrokkenheid bij de aanpak is groot. Er zijn volop activiteiten voor de jeugd en jongeren, getracht wordt zoveel mogelijk jongeren hun opleiding te laten afmaken en werk te vinden. Verder is, na een helaas lange aanlooptijd, de hoognodige renovatie van de wooncomplexen gestart, een belangrijke pijler in de aanpak. Het werken aan verbetering van de Heindijk is dus nog niet afgelopen. Pas in 2012 is naar verwachting de renovatie gereed. Daar zien de bewoners nu al reikhalzend naar uit. 7
Burgemeester lovend over Praktijkleercentrum “ Fantastisch, hoe jongeren hier de kans krijgen om wat van hun leven te maken” . Die woorden kwamen uit de mond van burgemeester Ahmed Aboutaleb, toen hij in februari 2009 het Praktijkleercentrum aan de Heindijk officieel opende. In het centrum kunnen jongeren, die het ontbreekt aan een geschikte star tkwalificatie voor de arbeidsmarkt, overdag een opleiding op MBO niveau volgen. ’s Avonds staat het Praktijkleercentrum ten dienste van de jongeren. De burgemeester, die erg onder de indruk was van het centrum, zei tegen de aanwezige jongeren dat hij naast hen staat en hen wil steunen waar dat maar kan. “ Jongeren die er wat van willen maken, verdienen een tweede kans. En ook een derde. Maar wie de rechtsstaat niet serieus neemt, vindt mij niet naast maar tegenover zich. Laat dat duidelijk zijn” . Het Praktijkleercentrum heeft intussen zijn bestaansrecht dubbel en dwars bewezen. De leerlingen zijn er erg positief over. Omdat het klein is, kent iedereen elkaar. En hebben de leraren ook voor iedereen aandacht. ’s Avonds verander t het gebouw in een jongerencentrum, waar je kunt rappen, kickboxen of streetdancen. Of welke andere leuke dingen je maar wilt doen in je vrije tijd. Kor tom, het Praktijkleercentrum is niet meer weg te denken uit de Heindijk en lever t een grote bijdrage aan de nieuwe uitstraling van de buur t.
“ Jongeren die er wat van willen maken verdienen een tweede en derde kans”
8
9
In het wijksteunpunt kunnen bewoners dagelijks terecht met vragen en opmerkingen.
10
3 Een scala aan samenhangende maatregelen De maatregelen in het actieprogramma vallen uiteen in twee categorieën: algemeen en specifiek. Hieronder gaan we daar nader op in.
Algemeen Informatie en communicatie Zoals in het vorige hoofdstuk al gesteld, is de samenwerking met bewoners bij de aanpak van de problemen op de Heindijk van essentieel belang. Dat betekent goede informatie en communicatie. Daarvoor wordt een communicatieplan opgesteld door de afdelingen communicatie van de deelgemeente en Woonbron. In de communicatiestrategie wordt gekozen voor een uitnodigende en positieve toon. Woonbron en de deelgemeente IJsselmonde willen aan de bewoners laten zien dat zij investeren in de Heindijk en de problemen van het gebied serieus nemen. Om de aanpak tot een succes te maken is de inbreng en betrokkenheid van bewoners daarbij van essentieel belang. Daarom staan de bewoners centraal in de communicatie. Dat betekent veel aandacht voor de initiatieven die zij zelf ondernemen, bijvoorbeeld om de buurt weer gezellig te maken. Ook richt de communicatie zich op het terugwinnen van het vertrouwen van de bewoners voor hun buurt. Dat komt tot uitdrukking in de slogan die wordt gekozen: “Heindijk: hart voor je wijk” en “Heindijk veelzijdig en kansrijk!” Ook het beeldmerk voor het verbeterplan sluit daarop aan: een hart met twee mensfiguren. Een van de belangrijkste voorstellen in het communicatieplan is het inrichten van een wijksteunpunt. Dat hoeft niet gebouwd te worden, het is er al. Woningcorporatie Woonbron beschikt namelijk over een steunpunt in de wijk voor beheer en onderhoud. Dat steunpunt krijgt nu een uitgebreidere functie. Bewoners kunnen er voortaan dagelijks terecht met vragen en opmerkingen. En met voorstellen.
11
Bewonersplatform en nieuwsbrief Ook wordt, ter versterking van de participatie, een bewonersplatform ingesteld. Het platform is het klankbord voor de wijk. Het komt met suggesties en ideeën voor activiteiten en belegt ook informatiemarkten over onderwerpen die de bewoners belangrijk vinden. En om bewoners en partners regelmatig te informeren over alle ontwikkelingen en activiteiten komt er een tweemaandelijkse nieuwsbrief (Heindijk, Hart voor je wijk). Een kleine projectgroep, bestaande uit de projectleider van de deelgemeente, een vertegenwoordiger van Woonbron en communicatiemedewerkers van beide organisaties, gaat ervoor zorgen dat de communicatie goed verloopt.
Specifiek De specifieke maatregelen worden ondergebracht in vier programmaonderdelen: • Sociaal • Fysiek • Persoonsgebonden aanpak • Veiligheid en toezicht
Programma sociaal Versterking leefklimaat en sociale samenhang Het programma Sociaal is erop gericht een positieve bijdrage te leveren aan de ontwikkeling, ontplooiing en participatie van alle kinderen, jongeren en bewoners van de wijk. Wat het programma vooral nastreeft, is versterking van de sfeer waarin de mensen leven op de Heindijk en de sociale samenhang. Daarvoor grijpt het terug op maatregelen die hun effectiviteit bewezen hebben en die deel uitmaken van het stedelijk en deelgemeentelijk beleid op het terrein van jeugd en jongeren.
12
Brede School De belangrijkste maatregel, direct gericht op kinderen, is het ombouwen van de openbare basisschool de Kubus tot een Brede School. Met inburgeringscursussen, voor- en naschoolse opvang, een ouderraad en een schoolmate, die de contacten tussen school en buurt gaat onderhouden. Sporten en gezond eten krijgen nadrukkelijk de aandacht van de school. De school gaat zich ook op de wijk richten. Eén ochtend in de week kunnen ouders er ontbijten. Ook komt er een Zoneparc. Daarin kunnen kinderen op allerlei manieren samen spelen en sporten.
Jongerencentrum Behalve de kinderen krijgen ook de jongeren veel aandacht, mede om de overlast te bestrijden. Er komt een jongerenwerker. En in de voormalige muziekschool van de Stichting Kunstzinnige Vorming Rotterdam wordt een Praktijkleercentrum ingericht. Overdag wordt dat door het Albeda gebruikt voor praktische opleidingen, ‘s avonds en in de weekeinden gaat het dienst doen als jongerencentrum voor alle jongeren uit de buurt. Daarom krijgt het een huiskamerachtige uitstraling. De aanpak van het jongerenwerk is gebaseerd op de principes van het Talenthouse. Dat daagt jongeren uit om in plaats van doelloos rond te hangen zelf activiteiten te organiseren en zo hun talenten te gebruiken. Maar tussendoor gewoon lekker chillen kan ook, in dit bijzondere jongerencentrum. Verder wordt er een kunstgrasveld aangelegd waar jongeren kunnen voetballen in plaats van de bal tegen muren of deuren te schoppen. Met de scholen voor voortgezet onderwijs in de buurt worden afspraken gemaakt voor stageplekken en huiswerkbegeleiding. En opvoedingsondersteuning krijgt de nodige aandacht, om ouders te helpen bij de opvoeding van hun opgroeiende kinderen.
Mensen Maken de Stad Naast de maatregelen voor kinderen en jongeren komen er maatregelen die direct op de bewoners zijn gericht. Zoals activiteiten om het onderlinge contact in een straat te vergroten. In dezelfde sfeer liggen initiatieven in het kader van het programma Mensen Maken de Stad. Hierbij wordt een portret van een straat gemaakt en een straatagenda opgesteld. De straatagenda bevat afspraken over activiteiten in de straat en over omgangsvormen en aanspreekregels (‘Zo doen we dat hier’). Bij de straatagenda kunnen ook diensten en instellingen worden betrokken. Alle betrokkenen ondertekenen de straatagenda en verbinden zich daarmee aan de gemaakte afspraken.
Ombouwen van basisschool de Kubus tot Brede School wordt een van de belangrijkste maatregelen.
13
Een ander initiatief om de leefbaarheid en de sociale samenhang te verbeteren is een programma dat bewoners helpt om goede ideeën te verwezenlijken. Thuis op Straat is er ook zo een. Dat organiseert voor jong en oud activiteiten waardoor mensen zich meer thuis voelen in hun wijk.
LETS-ruilwinkel Om schulden te voorkomen en verantwoord met geld om te gaan krijgen de bewoners budgetvoorlichting. En er komt een winkel waar mensen allerlei spullen kunnen ruilen en diensten aanbieden zonder dat het hun geld kost de uit Canada overgewaaide LETS-ruilwinkel. Die gaat overigens dienst doen voor heel Groot IJsselmonde.
Tienermoeders Speciale aandacht is er voor de tienermoeders. Verder wordt er een wijkbrede Vrouwenstudio ingericht, een ontmoetingsplek waar vrouwen van verschillende nationaliteiten gezelligheid, veiligheid en vertrouwen vinden.
Programma fysiek Verbetering kwaliteit woonomgeving Het tweede programmaonderdeel in het kader van de specifieke maatregelen gaat over de fysieke omgeving. Het omvat maatregelen op het gebied van onderhoud en beheer om de leefbaarheid, de uitstraling en kwaliteit van de woonomgeving te verbeteren. De hoofdrol in dit programmaonderdeel is weggelegd voor de woningcorporatie Woonbron. Deze gaat groot onderhoud aan de woningen plegen. Daaronder valt de complete dak- en gevelrenovatie van de flats, buitenschilderwerk en isolatie. Daarnaast stelt de deelgemeente een bedrag beschikbaar voor extra voorzieningen in de buitenruimte. Verder komt er een complexbeheerder, die de schoonmaak, het onderhoud en de klachten in de vier flats in de gaten gaat houden. De flats krijgen een extra schoonmaakbeurt om de uitstraling te verbeteren. En de verlichting wordt aangepast. Verder wordt er geschouwd. Dat wil zeggen dat er een rondje gemaakt wordt in en rond de flats van de Dijkenbuurt. Als er iets kapot is of als iets tegen gemaakte afspraken ingaat, wordt daar meteen werk van gemaakt. Ook wordt vaart gezet achter het ontwikkelen van een integraal beheers- en onderhoudsplan en een herinrichtingsplan voor het hele gebied
Ander toewijzingsbeleid Belangrijk voor verbetering van de sociale samenhang is dat Woonbron een ander woningtoewijzingsbeleid gaat voeren. Zo worden leegkomende vijfkamerflats niet meer voor grote gezinnen bestemd maar ook voor huishoudens van twee personen met een minimum jaarinkomen van € 28.000. Mensen bijvoorbeeld die thuis werken en wat meer ruimte nodig hebben. Door deze selectie komt er meer variatie in het huurdersbestand.
14
Persoonsgebonden aanpak Huis-aan-huis bezoek De persoonsgebonden aanpak geldt als een van de belangrijkste specifieke maatregelen. De aanpak houdt in dat, onder regie van de deelgemeente en de woningcorporatie, medewerkers van Ideeplein huis-aan-huis bezoeken afleggen om na te gaan welke vragen, problemen en wensen er zijn. En wat daar aan gedaan kan worden. Ook wordt gevraagd of bewoners zelf in actie willen komen. De aanpak is dus gericht op individuele personen, met als doel het terugdringen van sociaal-maatschappelijke achterstand en vermindering van overlastgevend en crimineel gedrag. Zo wordt de persoonlijke en sociale situatie van alle bewoners van de Heindijk in kaart gebracht. En krijgt iedere bewoner, zonodig, een op hem of haar toegesneden aanbod van hulp op het gebied van wonen, hulpverlening, zorg, reïntegratie en welzijn. De aanpak werkt met een volgsysteem waarin betrokken partijen bijhouden welke acties ze hebben ondernomen en met welk resultaat. Om de voortgang van het geheel te bewaken komt er een projectteam. Daarin zitten alle instanties die zich met jeugd, overlast, hulpverlening en zorg bezighouden.
Veiligheid en toezicht Buurtagent Een belangrijke maatregel om de veiligheid en het toezicht op de Heindijk te verbeteren is de aanstelling van een buurtagent. Daarnaast zet de politie tijdelijk extra capaciteit in voor bijzondere gevallen. Ook gaat de politie dagelijks surveilleren en komt er extra toezicht op de openbare weg, de binnentuinen en de flats. In de portieken komen camera’s. Verder wordt er samen met de bewoners een buurtpreventieproject opgezet. Tij keren Met dit scala aan maatregelen, vervat in het actieprogramma, gaan deelgemeente, stadsmarinier en woningcorporatie in een gezamenlijke inspanning het tij op de Heindijk keren. Alle maatregelen zijn op 1 januari 2008 van kracht geworden en voor een latere termijn vastgelegd. In de jaren 2008, 2009 en 2010 vindt de daadwerkelijke uitvoering plaats. Maar omdat een belangrijk deel van de acties een structureel karakter heeft, loopt een groot aantal maatregelen in de jaren daarna door. Getuigenissen In het volgende hoofdstuk schetsen we hoe de aanpak van de Heindijk in de praktijk is verlopen. Dat doen we aan de hand van getuigenissen van een aantal direct betrokkenen. Dat zijn: • Harry Kraaijeveld, projectleider • Hans Lesterhuis, directeur Brede School • Ellen van Oorschot, regisseur beheer woningcorporatie Woonbron • Fred Vellekoop, bewoner • Bart Hertog, teamleider Praktijkleercentrum
• Astrid Bos, buurtagent • Abderrahim Toukoki, jongerenwerker • Nurten Karisli, voormalig deelgemeentebestuurder en thans PvdA-raadslid • Ans Theissen, directeur Woonbron Zij vertellen over de ups en downs van dit grote project. 15
Harry Kraaijeveld, projectleider:
“Het cement is weer terug in de buurt” “De afgelopen jaren hebben we veel gerealiseerd op de Heindijk. De score op de Veiligheidsindex is aanzienlijk verbeterd. Maar nog belangrijker is dat we op het gebied van leefbaarheid en sociale infrastructuur veel hebben bereikt. Daardoor is het cement van de samenleving op de Heindijk weer een beetje terug”. Aan het woord is Harry Kraaijeveld, projectleider van het Actieprogramma Heindijk. Harry legt uit wat de verbetering van de sociale infrastructuur inhoudt: “Er is jeugd -en jongerenwerk, er zijn buurtactiviteiten en – heel belangrijk – er is een structureel contact met de bewoners. De sleutel van het succes is het overleg en het netwerk in de buurt. Dat is een voorwaarde om de leefbaarheid en de samenhang terug te brengen”.
Twee sporen De aanpak op de Heindijk verliep langs twee sporen. Aan de ene kant strikte veiligheidsmaatregelen om de buurt weer veiliger te maken, aan de andere kant consequent werken aan verbetering van de sociale en fysieke infrastructuur. Vooral de persoonlijke aanpak achter de voordeur heeft naar de mening van de projectleider vruchten afgeworpen. Die aanpak was er op gericht in contact te komen met de bewoners en hen zonodig ondersteuning te 16
bieden bij het oplossen van problemen. Maar door de persoonlijke bezoeken werd ook duidelijk hoe het gesteld was met de veiligheid. Daarnaast vormde de fysieke aanpak, het verbeteren van de woon - en leefomgeving, een belangrijk onderdeel van de totaalaanpak. Net als het woningtoewijzingsbeleid. Ruime 5 kamerwoningen die vrijkwamen werden niet zomaar meteen aan nieuwe bewoners gegeven. Eerst werd nagegaan of de kandidaten pasten in het bewonersprofiel van de Heindijk. Dat betekende geen grote gezinnen meer en alleen bewoners met een bepaald inkomen. “Daarmee heb je aan de voorkant een belangrijk sturingsinstrument om draagvlak te krijgen en de buurt te behoeden voor afglijden”, zegt Harry.
Regie Harry is de projectleider van de Heindijk namens de deelgemeente. Die heeft de regie in de aanpak. Heeft ze die rol kunnen waarmaken? “Absoluut”, zegt Harry, “als deelgemeente hebben we laten zien dat we het kunnen”. Voorwaarde om te slagen vindt hij wel het verkrijgen van commitment, medewerking bij alle partijen: stad, diensten en organisaties. Zowel op uitvoerend als managementniveau. “Als dat lukt, kan het. In het begin is het enthousiasme groot, de kunst is om dat zo te houden. Daarnaast moet je veel ruimte laten voor het eigen initiatief van mensen. Je hebt mensen nodig die meegaan in het proces, die het beeld delen van wat er moet gebeuren. En mensen die de kar gaan trekken. Die mensen hadden wij gelukkig”.
Veiligheidsaanpak bovenaan Een andere voorwaarde om te slagen is volgens de projectleider dat de deelgemeente bij de brede aanpak van gebieden, waar men nu mee bezig is, blijft hameren op het belang van het veiligheidsbeleid. “Ik geloof heel erg in de sociale component en in het overleg met bewoners. Maar de veiligheidsaanpak moet bovenaan blijven staan. Dus de politie-inzet is en blijft heel belangrijk. Als dat wat wegzakt, merk je het meteen in de veiligheid’’.
Renovatie Hoe ziet de projectleider de toekomst voor de Heindijk? “Ik kijk erg uit naar het einde van de renovatie”, zegt Harry, “het is jammer dat het allemaal zo lang duurt. Want een huis dat er goed uitziet is natuurlijk heel belangrijk voor de bewoners”. Opgeknapte binnentuinen moeten de renovatie afronden. Kinderen hebben al tekeningen gemaakt van hoe het er uit moet komen te zien. Die worden verwerkt in het plan.
Hoe gaat het nu verder? “Ik denk dat we nog niet klaar zijn op de Heindijk”, zegt Harry. ”We kunnen in elk geval niet stoppen voordat de renovatie gereed is. Dat is in 2012. En stoppen betekent dat de verbeteringen moeten worden geborgd in bestaande structuren. Daar gaan we ons sterk voor maken. Het werk is nog niet af”.
17
Hans Lesterhuis, schooldirecteur:
“Aanpak voorbeeld van hoe het moet” Hans Lesterhuis is gepokt en gemazeld in het onderwijs. Een geboren onderwijzer zou je kunnen zeggen. En al bijna 20 jaar directeur. Dat straalt hij ook uit: een open persoon, maar wel iemand met natuurlijk gezag, iemand die dingen voor elkaar krijgt. Dat was wel nodig ook, toen Lesterhuis in april 2006 directeur werd van basisschool de Kubus op de Heindijk. Op deze school was sprake van een lage sociaal-emotionele ontwikkeling van de kinderen. Buiten de school ontwikkelden zich criminele groepen. Samen met de deelgemeente, de stadsmarinier en de woningcorporatie werd een plan van aanpak opgesteld om de verkeerde ontwikkelingen zo snel mogelijk om te buigen. Veiligheid en aandacht voor de gezinsproblemen stonden hierin centraal. Dat leidde ertoe dat op drie terreinen zaken werden opgepakt: binnen het gezin, op school en in de wijk. Van alle gezinnen werd, in het kader van het huisbezoekproject, een scan gemaakt om te weten wat er speelde. Daarbij kwamen vanzelf de problemen met de kinderen naar boven. Zij zaten thuis vaak in erbarmelijke sociale omstandigheden. 18
Dat moest veranderen. Op schoolniveau leidde dat tot een verdubbelde inzet van het schoolmaatschappelijk werk. Daardoor werd de school als het ware vanzelf betrokken bij het oplossen van de problemen thuis.
Onlosmakelijk Is de school daar eigenlijk voor, vragen we? Ja, zegt Hans Lesterhuis, want voor het kind zijn gezinsleven, buurt en school onlosmakelijk met elkaar verbonden. Als een kind problemen heeft gehad na schooltijd, komt het de volgende dag met dat probleem naar school. En daarmee is het probleem dus ook een probleem van de school. Leren kun je pas als aan een aantal basale voorwaarden is voldaan. Structuur, regelmaat is er daar een van, maar ook genegenheid, aandacht en liefde. Daar ontbrak het aan op de Heindijk. En daarom lag voor de aanpak daarin ook de prioriteit.
Verwachtingen Hans Lesterhuis noemt nog een ander punt van belang: hoge verwachtingen. Belangrijk is de nadruk te leggen op wat kinderen kunnen en hen het vertrouwen geven dat ze dat kunnen. In plaats van hen mee te geven, zoals thuis vaak gebeurde: je kunt het niet en je zal het ook nooit kunnen. Die ombuiging en het feit dat de school ook buiten het schoolgebouw aanspreekbaar was voor ouders, heeft naast het laten zien van gewenst gedrag (‘goeie morgen, leuk dat je er weer bent’) op de Heindijk grote positieve gevolgen gehad.
Kentering In twee jaar tijd is er een enorme kentering gekomen in het veiligheidsgevoel, zegt de schooldirecteur. “Dat horen wij ook terug van ouders. Het leeft, het bruist, de kinderen spelen weer gewoon buiten. Ouders voelen hun verantwoordelijkheid en nemen die ook. Er is welzijnswerk voor de wat oudere jeugd, er zijn naschoolse activiteiten en er wordt veel meer aandacht gegeven aan sport, kortom er is weer een gezonde leefomgeving ontstaan. Daardoor is het weer prettig wonen in de buurt. En dat was in 2006 heel anders. Ik denk dat het een voorbeeld is van hoe het moet, in een wijk die onder druk staat.”
“Structuur, regelmaat, genegenheid, aandacht en liefde zijn belangrijk”.
19
Ellen van Oorschot, regisseur beheer Woonbron:
“Op alle fronten gaat het vooruit”
Ellen van Oorschot is regisseur beheer van woningcorporatie Woonbron. Als zodanig is zij samen met de deelgemeente verantwoordelijk voor het actieplan Heindijk. Hoe bijzonder was het project Heindijk eigenlijk voor Woonbron? Het project is een uitdaging, zegt Ellen. Ze heeft in IJsselmonde drie wijken in portefeuille: Heindijk, Kreekhuizen en de Oorden. En in al die wijken is er wel iets aan de hand. Maar op de Heindijk was er wel meer aan de hand waardoor er een actieplan noodzakelijk was. De problemen zijn ontstaan toen er leegstand kwam. De ruime 5 kamerwoningen werden vooral verhuurd aan grote gezinnen, vaak alleenstaande ouders met veel kinderen. Een aantal van deze gezinnen had meervoudige problemen. Daarnaast werden er ook woningen aan ‘speciale’ doelgroepen verhuurd: mensen met een psychiatrische achtergrond, mensen die een woning kregen van Sociale Zaken en mensen die door het Centrum voor Dienstverlening geplaatst werden. “Er kwamen teveel probleemgevallen bij elkaar wonen en dan krijg je een proces van afglijden”, aldus Ellen. Dat proces is nu gestopt. 20
Achter de voordeur Een onderdeel van het actieplan was de persoonsgebonden aanpak ‘achter de voordeur’ . Deze aanpak is volgens de regisseur van Woonbron een goede methode geweest. De meeste bewoners zijn thuis bezocht, een aantal kreeg hulp. Toch heeft niet iedereen de voordeur open gedaan. “Voor een deel waren dat mensen die werken en die niet voor problemen zorgen. Maar spijtig genoeg waren er ook bewoners bij waar we ons zorgen over maken”, aldus Ellen. Voor Woonbron kwam daar nog een extra complicatie bij. De corporatie had graag van te voren willen weten waar problemen te verwachten waren tijdens de renovatie. Dan had zij extra begeleiding in kunnen zetten om deze bewoners bij te staan tijdens deze grote ingreep.
Extra inzet Samenwerking en de extra inzet van alle partijen hebben volgens Ellen het succes van de aanpak bepaald. Daardoor is de overlast drastisch verminderd. Daarnaast is de fysieke aanpak, in de vorm van de renovatie, van grote betekenis. “Mensen zien dat er eindelijk iets verandert, en dat helpt”, aldus Ellen. De regisseur van Woonbron is zeer te spreken over de medewerking van de andere partners bij de aanpak. “Neem het jongerenwerk, dat in het Praktijkleercentrum zit. Die kennen ook de jongeren die bij ons overlast veroorzaken. En TOS (Thuis op Straat), dat allerlei activiteiten op straat organiseert voor jongeren uit de buurt, speelt ook een heel belangrijke rol in de wijk. Dankzij hun medewerking merk je dat het op alle fronten vooruit gaat”.
Renovatie De renovatie draagt daar ook veel aan bij. “Het gaat heel mooi worden. De entrees worden aangepakt, er wordt geschilderd en er komt dubbel glas”, zegt Ellen. Ze vertelt dat, bij het begin van de aanpak op de Heindijk, toen Petra Flach nog de regisseur beheer was, Petra en een aantal collega’s van Woonbron op een gegeven moment zelf de verfkwast hebben gepakt om de portieken van de flats een nieuw kleurtje te geven. Een spontane actie, vooruitlopend op het groot onderhoud dat er toen nog aan zat te komen. Een bijzondere actie, niet alleen bedoeld om de zaak op te knappen maar ook om in contact te komen met de bewoners. Dat is goed gelukt. Een van de sleutels van het succes van de aanpak is het woningtoewijzingsbeleid. Daardoor kan Woonbron een nieuwe doelgroep aantrekken. Momenteel worden de woningen vooral gegeven aan mensen zonder kinderen en met een bepaald inkomen. Daar zit ook een nadeel aan: leegstand. Dat komt mede door de – nog steeds – slechte naam van de Heindijk. “Maar de mensen die nu interesse hebben kun je wel laten zien wat we ervan gaan maken. En dat scheelt”, zegt Ellen. Bovendien komen er na de renovatie ook woningen in de verkoop. Dan komt er een mix van huurders en eigenaren, en dat zal de buurt zeker veranderen.
Zelfredzaam Al is de overlast een heel stuk minder op de Heindijk, opgelost is hij nog niet. "Daarom moeten we aandacht blijven geven aan het gebied, anders ben ik bang dat we in een neerwaartse spiraal terecht komen. En dat zou jammer zijn”, zegt Ellen. Belangrijk om de problemen definitief op te lossen is volgens haar de mensen meer zelfredzaam te maken en hen daarbij te ondersteunen. Ze is er trots op dat twee nieuwe bewoners hebben aangegeven andere bewoners te gaan benaderen om samen de leefbaarheid te vergroten. “Als die twee daar mee beginnen, hopen we dat het een sneeuwbaleffect heeft. Mensen moeten weer trots worden op hun woonomgeving”.
21
Fred Vellekoop, vice-voorzitter bewonerscommissie:
“Niet alleen optreden, ook kansen bieden” Een bewoner van het eerste uur, zo mag je Fred Vellekoop wel noemen. In 2001 kwam hij op de Heindijk, na daarvoor jaren in het Oude Westen gewoond te hebben, een van de oudste probleemwijken in Rotterdam. Fred kan dus meepraten als het over overlast gaat. En niet alleen meepráten. In het Oude Westen was hij jarenlang actief in de Actiegroep Oude Westen, een van de meest vitale en dynamische bewoners-organisaties in Rotterdam. Kortom, Fred is iemand die van wanten weet. Geen wonder dan ook dat hij op de Heindijk al snel in de bewonerscommissie terecht kwam en daar een vooraanstaande rol in ging spelen. Toen Fred zo’n negen jaar geleden op de Heindijk kwam wonen - gevolg van een ongeluk dat leidde tot een versleten knie, waardoor hij geen trappen meer kon lopen - zag het er allemaal niet best uit. Fred: “De staat van de vier flats was erbarmelijk en het onderhoud was gestopt. Dat maakte geen positieve indruk. Tot midden in de nacht was er herrie, er werd van alles gesloopt. Het ging van kwaad tot erger. Er was duidelijk sprake van grote overlast.” De bewoners, voor een groot deel oudere mensen, kregen te maken met nieuwkomers, vaak Antillianen, en jongeren. Dat was wel even wennen. Ondersteuning van opbouwwerk, zoals hij dat gewend was in het Oude Westen, ontbrak op de Heindijk. 22
Inhaalslag De bewonerscommissie, waarvan Fred intussen lid was geworden, stroopte de mouwen op. Samen met de deelgemeente maakte ze de woningcorporatie Woonbron duidelijk dat er nu echt iets moest gebeuren om de situatie niet erger te maken. Dat resulteerde in het aantrekken van een huismeester, een eerste begin. En in plannen voor een hoogstnoodzakelijke – renovatie. Voor de jongeren, die vaak doelloos over straat zwierven, kwam er een Praktijkleercentrum waarin ook het jongerenwerk een plek kreeg. De Stichting Welzijn Feijenoord, die ook in IJsselmonde actief is, breidde het aantal jongerenwerkers daarvoor uit. En er kwam TOS, Thuis op Straat, met allerlei activiteiten voor kinderen en jongeren. “Dat was een inhaalslag”, zegt Fred, “en dat was hartstikke nodig. Niet alleen repressief optreden maar ook kansen bieden. Dat werkt”.
Steun van de bewoners De gezamenlijke aanpak om de problemen op de Heindijk op te lossen kon rekenen op de steun van de bewonerscommissie. ”Dat moest ook wel”, zegt Fred, ”want als één partij alleen begin je niks.” De samenwerking heeft hij als prettig ervaren, met één uitzondering. Fred: “Na de dakrenovatie in 2008 zou aansluitend ook de rest van het achterstallig onderhoud aangepakt worden. Maar dat viel tegen. Het werk heeft twee jaar stil gelegen en is nu pas, in 2010, weer hervat.” Volgens Woonbron als gevolg van de kredietcrisis, maar de vice-voorzitter van de bewonerscommissie denkt dat de geruchtmakende affaire rond de ss Rotterdam (die de woningcorporatie veel geld heeft gekost, red.) daarin zeker ook een rol speelt.
Kritiek Ook op een ander punt heeft de vice-voorzitter van de bewonerscommissie kritiek op Woonbron. “Door de slechte isolatie - het tochtte hier als een gek - zijn de bewoners jarenlang dubbel zoveel stookkosten kwijt geweest. En nu we eindelijk dubbel glas krijgen, vinden we het niet reëel dat de zittende bewoners daaraan mee moeten gaan betalen. Indertijd is gezegd dat daar een oplossing voor zou komen, maar dat is niet gebeurd. Dat is ook de reden dat een aantal mensen heeft afgehaakt”.
Hoe kijkt Fred Vellekoop terug op het hele proces? Is hij tevreden? “Jaaa…”, zegt hij ietwat aarzelend, “…over het algemeen wel. Maar als het zo lang duurt voordat gemaakte afspraken in daden worden omgezet, zeg ik: dat moet toch anders.”
23
Bart Hertog, teamleider Praktijkleercentrum
“Ieder succes is er eentje” In de aanpak van de problemen op de Heindijk heeft het Praktijkleercentrum IJsselmonde een grote rol gespeeld. En speelt die nog steeds. Niet zo verwonderlijk, want het praktijk/leercentrum richt zich op jongeren die door pech, verkeerde vrienden, drugs en andere omstandigheden buiten de boot dreigen te vallen. Overdag biedt het praktijk/leercentrum aan jongeren tussen 16 tot en met 26 jaar een gerichte opleiding op MBO-niveau, ’s avonds staat het open voor activiteiten van het jongerenwerk. Bart Hertog is de teamleider van het Praktijkleercentrum Hij weet hoe het indertijd gegaan is. In het kader van het actieprogramma voor de Heindijk verzocht toenmalig portefeuillehouder Nurten Karisli van de deelgemeente IJsselmonde het Albeda College om een MBO-school in de Heindijk te starten. Die moest dwarsverbanden gaan leggen met ‘alles en iedereen’ om de school heen: buurtbewoners, politie, deelgemeente en het bedrijfsleven. Onderwijs moest centraal staan maar tegelijkertijd ook het werken aan gedrag, in school en daarbuiten. Het Albeda had elders in Rotterdam al ervaring opgedaan met deze onderwijsvorm en zei ja. Dat leidde in 2008 tot de oprichting van het Praktijkleercentrum. Het werd ondergebracht in de voormalige muziekschool van de Stichting Kunstzinnige Vorming Rotterdam (SKVR) aan de Reyerdijk. 24
Het Praktijkleercentrum boekt wisselende resultaten maar het heeft ook ‘lastige klanten’
Resultaten Hoe zijn de resultaten na twee jaar? “Om eerlijk te zijn, wisselend”, zegt Bart Hertog, “maar vergeet niet, het gaat om lastige klanten. De meeste jongens zitten hier niet voor niks. Ze zijn afgetrapt van andere opleidingen, hebben soms met criminaliteit te maken gehad en zijn niet vies van een blowtje. Kortom, geen lieverdjes”. Om hen toch in staat te stellen de juiste keuzes te maken voor de toekomst, haalt het Praktijkleercentrum alle hulp in huis die er nodig is: de Kredietbank voor schuldsanering, het schoolmaatschappelijk werk voor maatschappelijke problemen en de Boumanstichting voor verslavingsproblemen in brede zin. Het Praktijkleercentrum richt zich niet in eerste instantie op het behalen van een diploma. Het probeert wel jongeren, die daartoe in staat zijn, zo snel mogelijk op een hogere vervolgopleiding te krijgen.
Relativeren Lastig werken zeker, vragen we de teamleider. “Je moet kunnen relativeren”, zegt hij. “Op sommige momenten denk je dat je een jongere hebt, en een week later ben je hem weer kwijt. Zo grillig is het soms. Je moet wel ambitieus zijn en je doelen hoog stellen, maar je moet er niet van wakker liggen als dat niet lukt. Van de andere kant: ieder succes is er eentje”. Om dat laatste te onderstrepen wijst hij erop dat er in goed één jaar tijd 12 jongens en meiden zijn doorgestroomd naar een hogere vervolgopleiding. Vier jongeren is het centrum echter ‘kwijtgeraakt’, daar is geen contact meer mee. “Dat is ook een eigen keuze”. Denkt Bart Hertog dat het Praktijkleercentrum een grote rol heeft gespeeld bij de aanpak van de problemen op de Heindijk? Als je het in z’n totaliteit bekijkt, wel, zegt hij. Hij weet dat er ’s avonds leerlingen van zijn school op het jongerenwerk komen. “Dan doe je dus aan kruisbestuiving”. Verder volgen enkele hangjongeren, die voorheen doelloos rondzwierven in IJsselmonde, nu een opleiding op MBO-2 of -3 niveau. Dat telt. “Maar ik ben niet snel tevreden”, zegt Hertog erbij.
25
Astrid Bos, buurtagent:
“Ik viel meteen met mijn neus in de boter” Als er iemand is die de Heindijk van binnen en van buiten kent, is het buurtagent Astrid Bos. Astrid - dit jaar 25 jaar in dienst van de Rotterdamse politie – werd in 2003 buurtagent op de Heindijk. Waarom? ‘Er was van alles aan de hand. Ik wilde die wijk wel, had ik in elk geval wat te doen. En ik viel gelijk met mijn neus in de boter.’ Toen Astrid aantrad waren de cijfers van de Veiligheidsindex voor de Heindijk eigenlijk zo slecht nog niet. Maar die cijfers gaven volgens Astrid een vertekend beeld. ‘Ik zag dat het anders was dan de cijfers deden vermoeden. Maar er werd niet echt naar me geluisterd. Ook niet in onze organisatie. Als ik zei: ik heb een probleem op de Heindijk, dan werd er eerst gekeken naar de man van de cijfers. En als die dan zei: nou, dat valt toch wel mee, dan was dat eerder waar dan wat de buurtagent zei’. De doorbraak bij de politie kwam na een bedreiging met een vuurwapen in de toegangshal van een van de flats. Daarvan waren vier mensen getuige en er waren camerabeelden van. Maar de politie had geen melding gekregen. ‘Toen gingen bij ons opeens een heleboel ogen open’, zegt Astrid. Er kwam een onderzoek naar criminaliteit onder jeugdigen, dat tot een groot aantal arrestaties leidde. 26
“De aanpak kan alleen maar slagen wanneer bevlogen mensen uit alle organisaties hun schouders er onder zetten”. Antillianen Astrid had haar ogen natuurlijk niet in de zak. Zij zag hoe het op de Heindijk echt was. De buurt bestond uit veel Antillianen, erg zichtbaar aanwezig omdat ze veel buiten waren. Astrid leerde de groepen goed kennen. ‘Absoluut niet allemaal criminelen, verre van dat, maar wel allemaal mensen met een eigen levenswijze’. Mensen die ervan hielden om elke avond buiten te zijn met elkaar, vaak voor de ingang van de kelderboxen, spelletje domino spelen en een biertje drinken. ‘Maar ze waren soms met z’n tienen, allemaal grote volwassen mannen. Dat vonden veel bewoners angstig. Ze durfden niet meer hun fiets in de kelder te zetten.’ Ook waren er heel veel kinderen die ’s avonds laat nog op de galerijen of in de binnentuinen tussen de flats speelden. Met alle gevolgen van geluidshinder, vervuiling en overlast. ‘Dat was normaal daar‘, zegt Astrid, ‘en dat is nu drastisch veranderd. De Heindijk is weer een normaal buurtje geworden.’ Er wonen nog steeds Antilliaanse mensen, maar niet meer zoveel. En de gezinnen zijn niet meer zo groot. De vijfkamerflats worden nu voor een deel bewoond door tweepersoons huishoudens.
Samen aanpakken Terugkijkend op de aanpak zegt Astrid dat het allerbelangrijkste is geweest het samen en tegelijk aanpakken van de problemen. ‘Het had geen enkele zin om er alleen maar politie in te pompen’. Het was een samenspel van woningrenovatie en van het aanpakken van de problemen achter de voordeur. Kortom, een voorbeeld van een integrale aanpak. Die alleen maar kan slagen, zegt Astrid, wanneer bevlogen mensen uit alle organisaties er samen hun schouders onder zetten. Daarbij speelt de buurtagent een grote rol.
Enig goede manier Astrid heeft zelf nog veel aan de Heindijkaanpak gehad toen ze een opleiding volgde. ‘Elke keer als we een paper moesten maken, had ik wel weer een aansprekende casus uit de Heindijk bij de hand. Het was voor mij een bevestiging dat wat we op de Heindijk gedaan hebben kennelijk de enige goede manier was’.
27
Bewoners tevreden over hun buurt, buurtagent en nieuwsbrief scoren hoog In de Veiligheidsindex, die jaarlijks de veiligheid in wijken, deelgemeenten en in de hele stad Rotterdam meet, wordt bewoners gevraagd naar hun tevredenheid met de buurt. Ook op de Heindijk is die tevredenheid gemeten. Op de vraag hoe tevreden ze zijn over het wonen in hun buurt, zegt bijna driekwart van de Heindijkers (72,5%) tevreden tot zeer tevreden te zijn. Dat cijfer wijkt niet veel af van dat voor heel IJsselmonde (74,4%) en het percentage voor Rotterdam (73,4%).
Beter Bijna over de hele linie scoort Heindijk beter dan het deelgemeentelijk en stedelijk gemiddelde. Of het nu gaat om diefstal, inbraak of drugsoverlast. Alleen de cijfers voor geweldsdelicten zijn voor Heindijk iets hoger dan voor heel IJsselmonde en Rotterdam (6,0 tegen 5,4 en 4,7). Voor vandalisme liggen de cijfers praktisch op hetzelfde niveau als voor heel Rotterdam (17%).
Lager Overlast van groepen jongeren, waar Heindijk jaren geleden erg veel last van had, ligt veel lager dan in Rotterdam (16,4 tegen 20,1) en 0,5 % lager dan in heel IJsselmonde. Ook op het gebied van schoon en heel scoort Heindijk goed: voor rommel op straat (17,9) zelfs twee keer zo goed als voor heel Rotterdam (36,0). Ook voor hondenpoep, vuil naast de container, gaten in de bestrating en vernielde of kapotte banken en vuilnisbakken haalt Heindijk betere cijfers dan de stad Rotterdam en de hele deelgemeente.
Hoge score De buurtagent en de nieuwsbrief die verschijnt over de vorderingen van de aanpak op Heindijk scoren beiden hoog bij de bewoners, zo blijkt uit een ander onderzoek. Meer dan zes van de tien bewoners kennen de buurtagent voor de Heindijk en bijna alle bewoners (negen van de tien) zijn tevreden over de nieuwsbrief. Een opsteker voor de deelgemeente.
28
29
Abderrahim Toukoki, jongerenwerker:
“Grenzen stellen maar wel kansen bieden” Abderrahim (‘zeg maar Abdel’) Toukoki is een jongerenwerker die van begin af aan bij de aanpak van de Heindijk betrokken is geweest. Begonnen als vrijwilliger in Gouda, kwam hij via TOS (Thuis Op Straat, dat activiteiten organiseert voor kinderen en jongeren, red.) in Rotterdam terecht. Daar werd hij in 2009 coördinator van het jongerenwerk voor het middengebied zuid, dat wordt uitgevoerd door de Stichting Welzijn Feijenoord. Abdel: ”Het jongerenwerk op de Heindijk is echt een onderdeel van de wijk, we hebben contact met alle partners. We werken dus samen met alle instanties die hier actief zijn. Onze filosofie is dat je één lijn moet trekken als het erom gaat tieners, meiden en jongeren met gedragsproblemen aan te pakken”. Hij geeft een voorbeeld. Mocht een jongere bij Thuis op Straat of in de buitenruimte voor problemen zorgen, dan heeft dat direct gevolgen voor zijn deelname aan activiteiten, ondersteuning en begeleiding van het jongerenwerk. Omgekeerd is dat ook het geval. “Met z’n allen houden we dus een oogje in het zeil als het gaat om iemands positief en negatief gedrag”, zegt Abdel. 30
Weerstand In het begin hadden de jongeren veel weerstand tegen de aanpak. Er waren ook een paar incidenten waarbij jongeren de grenzen opzochten van jongerenwerkers en de netwerkpartners. Maar doordat jongeren consequent en rechtvaardig werden behandeld - en zonodig terecht gewezen - had dat op de langere termijn resultaat, zegt Abdel. Momenteel staan er 130 jongeren tussen 12 en 23 jaar ingeschreven bij het Jongerenwerk IJsselmonde Middengebied Zuid. Ze komen niet alleen uit de Heindijk maar uit heel IJsselmonde, en zelfs van daarbuiten.
Doel Abdel schetst het doel van het jongerenwerk: “We zijn er niet voor de overlast. Maar wij proberen jongeren te stimuleren en te motiveren om hun talenten te ontdekken of door te ontwikkelen, om zo als volwaardige burgers te kunnen participeren in de samenleving. Onder het motto: Grenzen stellen maar wel kansen bieden”. Belangrijk in dit verband vindt hij de afstemming met en de betrokkenheid van de ouders. Dat gebeurt op informatiebijeenkomsten (tweemaal per jaar), waar ook gelegenheid is om met elkaar te praten over individuele jongeren. Jongeren die als crimineel bekend staan worden geweerd van activiteiten, de groep eromheen, de meelopers juist niet.
Zelfvertrouwen Werkt de aanpak van het jongerenwerk? Abdel: “Gaandeweg zien jongeren zelf in dat ze hiermee verder komen. Voorheen hadden jongeren het idee dat jongerenwerkers alles voor hen deden. Maar nu we het samen met hen doen en hen in een aantal gevallen ook veel verantwoordelijkheid geven, bijvoorbeeld bij vakantieactiviteiten of vrijwilligerswerk, worden ze zelfstandig, groeit hun zelfvertrouwen en krijgen ze het gevoel serieus te worden genomen. Dat is heel belangrijk voor hun ontwikkeling en functioneren”. Als coördinator is Abdel tevreden over de resultaten van de aanpak. Maar hij plaatst wel een kanttekening. “We moeten ervoor zorgen dat het goed blijft op de Heindijk. Als de aandacht verdwijnt, is er risico op terugval”.
“Wij proberen jongeren te stimuleren en te motiveren hun talenten te ontdekken of door te ontwikkelen”.
31
Nurten Karisli, deelgemeentebestuurder:
“De aandacht mag niet verslappen”
Nurten Karisli was als deelgemeentebestuurder - verantwoordelijk voor onder andere Veiligheid en Jeugd pas begonnen in IJsselmonde, toen in 2006 met de arrestatie van een grote groep criminele jongeren het besef doordrong dat het zo niet langer kon op de Heindijk. “Het was duidelijk dat we dit niet konden accepteren. En het was ook duidelijk dat het qua problemen maar het topje van de ijsberg was”, zegt Nurten, terugkijkend op die periode. Van groot belang was in haar ogen het gevoel van urgentie voor een hoognodige aanpak over te brengen op alle partijen die bij de Heindijk betrokken waren: woningcorporatie, politie, school en instellingen. “Want het was ook duidelijk dat wij dit als deelgemeente niet alleen konden oplossen.”
Integrale aanpak De deelgemeentebestuurder had in een vroeger leven onderzoek gedaan naar integraal gebiedsgericht werken. Mede daardoor was zij ervan overtuigd dat in situaties als op de Heindijk alleen een integrale aanpak resultaat kon opleveren. “Daarom heb ik vooraf veel geïnvesteerd in het alle neuzen dezelfde kant op krijgen”, zegt Nurten, eraan toevoegend dat ook de woningcorporatie Woonbron hierin een grote rol heeft gespeeld. In twee sessies lukte het om een ‘bondgenootschap van partners’ te krijgen die met elkaar aan de slag wilden om de problemen op te lossen. 32
Actieprogramma De eerste stap was het maken van een actieprogramma, gebaseerd op heldere, gezamenlijke vertrekpunten en opgesteld samen met de bewoners. Zij weten immers het beste wat er speelt. De deelgemeente pakte de regierol, waarbij het volgens Nurten enorm scheelde dat er van begin af aan overeenstemming bestond over de integrale aanpak, de inzet en ieders bijdrage daaraan. Dat is een must, onderstreept ze nog eens, en dat geldt voor alle gebieden in Rotterdam en elders in het land die met problemen op meer beleidsterreinen (veilig, sociaal, fysiek, buitenruimte) te maken hebben.
Contact met bewoners Een nauw contact met de bewoners is een andere voorwaarde om dit soort grote problemen aan te pakken, is de mening van Nurten. “Want om hen draait het en daar doe je het voor. Daarom hebben wij ook regelmatig bijeenkomsten gehad om duidelijk te maken wat wij aan het doen waren en dat zij ons daarop konden afrekenen.” Na een jaar kreeg de aanpak van de bewoners al een 7,5. Nurten: “Als ik dat vroeger op mijn rapport had, was ik aardig tevreden!” Er werd een bewonerspanel opgericht dat om de zes weken bijeen kwam om het plan van aanpak te bespreken en te bewaken. Een bewuste actie, bedoeld om de bewoners het gevoel te geven dat het actieprogramma niet iets was voor in een bureaula maar iets waar ze de deelgemeente altijd op konden aanspreken. Zaken die in de uitvoering stagneerden werden op het hoogste niveau - de deelgemeentelijke stuurgroep Veilig waarvan Nurten voorzitter was - besproken. Zo kon als het nodig was snel worden ingegrepen.
Boven op de uitvoering Nurten geeft desgevraagd toe dat ze boven op de uitvoering heeft gezeten. “Dat moet ook wel, want er zijn zoveel hobbels die je tevoren niet kunt voorzien. En het is ook je taak als deelgemeentebestuurder. Zo kun je betrokkenheid tonen en dat werkt stimulerend en motiverend. Daarmee geef je de deelgemeente een gezicht.” Nurten roemt daarnaast de inbreng van met name de projectleider. “Die was zeer betrokken en heeft met hart en ziel gewerkt aan het project.” Toch is niet alles zonder problemen verlopen. Met name het achterstallig onderhoud is niet zo snel aangepakt als in eerste instantie was voorzien, voornamelijk als gevolg van financiële problemen bij Woonbron. Nurten: “Dat is jammer maar je kunt er als deelgemeente niks aan doen, je hebt er namelijk niks over te zeggen.”
Resultaat Als ze de slotbalans opmaakt van drie jaar werken aan de Heindijk, constateert Nurten dat de gezamenlijke inzet absoluut resultaat heeft gehad. “Ik ben trots op wat bereikt is. Voor mij was het een bijzondere en uitdagende klus. Het geeft veel energie om van bewoners en partijen te horen dat het er goed uitziet en dat de situatie sterk is verbeterd. Belangrijk is nu de aandacht niet te laten verslappen. Dat is een opdracht voor het nieuwe bestuur.” En al heeft Nurten dan geen zitting meer in het nieuwe dagelijks bestuur van de deelgemeente, als fractievoorzitter van de PvdA blijft ze zeker de vinger aan de pols houden. “Structurele inzet blijft nodig. Want als je dat niet doet, is de kans groot dat je weer terugvalt”.
33
Ans Theissen, directeur Woonbron IJsselmonde
“Zeg wat je doet en doe wat je zegt”
Interview: Hans Böse
‘Om goed te wonen is meer nodig dan een woning die voldoet aan je woonwensen. Je prettig en veilig voelen in je woonomgeving is minstens zo belangrijk. Vooral aan dat laatste ontbrak het op de Heindijk’. Aan het woord is Ans Theissen, directeur van Woonbron IJsselmonde. Zij is vanaf de start betrokken bij de aanpak van het gebied. Die omvat zowel sociale als fysieke maatregelen. Het accent lag in de afgelopen jaren vooral op de sociale maatregelen, maar intussen zijn ook de fysieke maatregelen – groot onderhoud aan de gebouwen en woningen – op stoom gekomen. Een mooi moment dus voor een terugblik. Wat verklaart nu het succes van de aanpak op de Heindijk? Ans Theissen: ‘Naar mijn idee zijn twee factoren doorslaggevend: de integrale aanpak met alle betrokkenen en het vertrouwen wekken bij bewoners dat de aanpak tot een goed eind wordt gebracht’.
Integrale aanpak De aanpak is integraal omdat die zich richt op alle bewonersgroepen. Een brede school en speelvoorzieningen voor kinderen, een Praktijkleercentrum voor jongeren en een persoongebonden aanpak voor volwassenen zijn 34
voorbeelden van activiteiten voor bewonersgroepen. Daarnaast zijn de communicatielijnen kort en weten alle betrokkenen - bewoners en professionals – elkaar goed te vinden. Dit betekent ook dat er een betere afstemming is van activiteiten, wat de aanpak effectiever maakt. Bij de tweede succesfactor – vertrouwen – gaat het volgens Ans Theissen om ‘zeg wat je doet en doe wat je zegt’. Zeg wat je doet, heeft vooral te maken met transparantie. Onderbouw je beweegredenen en sta open voor signalen van buitenaf, aldus Ans. Doen wat je zegt, gaat vooral over gedrag en de toewijding van de betrokkenen om beloftes daadwerkelijk waar te maken.
Korte en lange termijn In dat kader is gekozen voor een bewuste splitsing in een korte en lange termijnaanpak voor de Heindijk en omgeving. Ans Theissen: ‘Sommige verbeterwensen zijn door bewoners zelf aangedragen en zijn snel in te vullen. Dat moet je dan ook doen. Hiermee schep je vertrouwen in een goede afloop en geef je het signaal af dat het betrokkenen serieus is. Vervolgens krijg je ruimte om de langere termijnactiviteiten goed voor te bereiden met alle betrokken partijen. Dat is een benadering die ook bij andere projecten werkt’. De directeur van Woonbron vindt het verder van belang niet te strak vast te houden aan taakopvattingen, maar medewerkers de ruimte te geven naar eigen inzicht te handelen. En om te komen met vernieuwende oplossingen. Een voorbeeld van dat laatste is de aanstelling van een schoolmate, waarmee Woonbron een bijdrage levert aan het leggen van een verbinding tussen basisschool De Kubus en de wijk. Van deze benadering plukken alle betrokken partijen nu de vruchten. De sfeer op de Heindijk verandert zienderogen en de betrokkenheid onder bewoners groeit. Net als de tevredenheid, die met een score van 7,5 meer dan ruim voldoende is.
“Sommige verbeterwensen worden door de bewoners zelf aangedragen en zijn snel in te vullen”.
35
Renovatie Het verbeteren van de woon- en leefomgeving is een van de centrale punten in de aanpak van de Heindijk. Renovatie van de verouderde galerijwoningen is daarvan een belangrijk onderdeel. Anno 2010 is de renovatie in volle gang. De entrees worden aangepakt, de buitenboel geschilderd en er komt dubbel glas. Op die manier krijgt de Heindijk een heel ander, frisser gezicht.
36