Vijfjaren-actieprogramma Veilig
Werken aan een veiliger Rotterdam, de aanpak
15
De methodiek van het Oleanderplein
Inhoud 1 Inleiding
1
2 Het incident
3
3 De aanpak - Portret van Bloemhof
5 12
- HM op bezoek
13
- Steekwoorden
14
- Checklist Oleanderaanpak
15
4 Betrokkenen over de aanpak
16
• Jur Verbeek, stadsmarinier
16
• Seyit Yeyden, deelgemeentevoorzitter
19
• Xenia Heemskerk, gebiedsregisseur
22
• Priscilla Beikes, bewoonster
24
• Mohammed el Koubai, buurtvader
26
1. Inleiding Het verbeteren van de veiligheid is en blijft een van de hoogste prioriteiten van de gemeente Rotterdam. Op veiligheidsgebied is veel bereikt. Overlast en criminaliteit in Rotterdam zijn teruggedrongen en steeds minder mensen voelen zich onveilig. Dat blijkt uit de cijfers van de Veiligheidsindex, de thermometer van de veiligheid. Op een schaal van 1 tot 10 zit Rotterdam nu gemiddeld op een 7. Tien jaar geleden was dat nog een 5.6. Goed nieuws dus. Maar voor het gemeentebestuur geen reden om tevreden achterover te leunen. Het werken aan een veiliger Rotterdam gaat gewoon door. Combinatie De Rotterdamse veiligheidsaanpak bestaat uit een combinatie van een gebiedsgerichte en een persoonsgerichte aanpak. De gebiedsgerichte aanpak richt zich op het verbeteren van de veiligheid in vooral de onveilige wijken. Dat gebeurt door toezicht, optreden (interventie) en handhaving, beheer en onderhoud en investeren in mensen en huizen. De persoonsgerichte aanpak is gericht op de belangrijkste dadergroepen: overlastgevende verslaafden, criminele en overlastgevende jongeren, geweldplegers en criminele illegalen. Alle deelgemeenten werken - op basis van afspraken uit zogeheten integrale wijkactieprogramma’s (iwap’s) - aan verbetering van de veiligheid in de wijken. Dat gebeurt in intensieve samenwerking tussen gemeentelijke diensten, de politie, het Openbaar Ministerie, woning- corporaties, welzijnsorganisaties, hulpverleningsinstellingen, ondernemers en bewoners. In de veiligheidsactieprogramma’s staat concreet hoe de onveiligheid wordt aangepakt. Met strikte handhaving en toezicht, consequent onderhoud en beheer en uitdagende fysieke en sociale investeringen. Verbetering van leefbaarheid en veiligheid gaan daarmee hand in hand. Bijzondere aanpak Het verbeteren van de wijkveiligheid gebeurt vaak op bijzondere wijze. Een goed voorbeeld daarvan is de manier waarop de deelgemeente Feijenoord - in nauwe samenwerking met de stadsmarinier, de politie en tal van andere instanties - de problemen op het Oleanderplein in de wijk Bloemhof heeft aangepakt. Hier sloeg, na een bijna dodelijke schietpartij, de vlam in de pan. Bewoners eisten massaal actie om een eind te maken aan de overlast. Dat was voor de deelgemeente het sein voor een nieuwe aanpak, die gaandeweg werd verbreed naar de hele wijk Bloemhof met als hoofdaccenten: een door alle partners gedeeld gevoel van urgentie, ogenblikkelijke maatregelen, een één-op-één communicatie en het direct betrekken van de bewoners bij de aanpak. Onder het Rotterdamse motto: Geen woorden maar daden. 1
2. Het incident Met deze aanpak zet de deelgemeente Feijenoord een model neer voor de veiligheidsaanpak na geruchtmakende incidenten. Een model waar anderen hun voordeel mee kunnen doen. In de woorden van stadsmarinier Jur Verbeek: “We hebben een methodiek bedacht waarvan je hoopt en verwacht dat die resultaat oplevert, mocht zich in Rotterdam of ergens anders nog eens een keer zo’n situatie voordoen.” Dat de aanpak succesvol was, bleek uit de resultaten. Binnen enkele maanden keerde de rust op het Oleanderplein terug. De overlast verdween. Bewoners zijn tevreden over de aanpak en laten dat ook weten. Men beseft dat er geen garantie is dat zoiets nooit meer kan gebeuren. Maar er is weer vertrouwen. De Oleanderbuurt is op de goede weg. Dat zo houden is de opgave voor iedereen, overheid en burger.
Het gebeurde zomaar, op een gewone woensdagavond in augustus 2010, op het Oleanderplein in de wijk Bloemhof in Rotterdam- Zuid, rond een uur of acht. Een groepje voornamelijk Antilliaanse jongeren staat zoals gewoonlijk weer wat rond te hangen, te drinken en te blowen op het Oleanderplein, als een van hen zijn volle blaas ledigt tegen een voordeur. Vanuit zijn bovenwoning ziet dat Ese Onur, een 45-jarige man van Turkse afkomst, die al meer dan twintig jaar in Rotterdam woont. Meteen gaat hij naar beneden en doet de deur open: “Hé, vind je dat normaal? Zoiets doe je toch niet? Doe je dat thuis ook?,” roept hij boos tegen de wildplasser. Dat had hij beter niet kunnen doen. Dreigend komt het groepje jongeren op hem af en er ontstaat een handgemeen. Ese’s 19-jarige zoon Oguzhan, die in de gaten krijgt dat er iets niet goed gaat, snelt naar beneden om zijn vader te ontzetten. Dan gebeurt het. Een van de jongeren loopt naar zijn auto, doet de deur open en pakt een pistool. Zonder iets te zeggen schiet hij eerst de zoon en dan de vader neer. Als in een film, alleen is het nu echt. Kogels Twee kogels raken de zoon, eentje de vader. Bloedend weten ze nog net hun huis te bereiken. Vader zakt bij de deur ineen, de zoon weet nog naar boven te strompelen en de bank te halen. Terwijl echtgenote Zübeyde Ene, die het vanachter haar bovenraam allemaal ziet gebeuren, in luid gehuil uitbarst, heeft haar zoon nog de tegenwoordigheid van geest om 1 1 2 te bellen. Even later scheuren ambulances en politie het Oleanderplein op. De ambulancebroeders halen eerst de vader weg, de zoon wordt met een ladderwagen van de brandweer uit een raam gehesen. In het ziekenhuis constateren de artsen dat de kogel bij de zoon in zijn buik en bij de vader in z’n borst is terechtgekomen. Vooral de jongen is er slecht aan toe. Beiden worden meteen geopereerd. De dader heeft de aankomst van de hulpverleners en de politie uiteraard niet afgewacht. Ogenblikkelijk is hij in zijn auto gestapt en weggescheurd, de inmiddels toegestroomde buurtbewoners – het zijn er vele honderden - totaal verbijsterd achterlatend. Ze zien de politie arriveren en het Oleanderplein met rode linten afzetten voor sporenonderzoek. De gesprekken gaan maar over één ding: Hoe is dit in godsnaam mogelijk, hoe kan zoiets gebeuren? Twee weken later slaagt de politie erin de vermoedelijke schutter te arresteren. Het blijkt een 28-jarige, Antilliaanse Rotterdammer te zijn, zonder vaste woon- of verblijfplaats. Hij heeft zich in het huis van zijn vader in Vlissingen verborgen. De verdachte wordt ingesloten. Met de
2
3
3. De aanpak slachtoffers gaat het gelukkig beter. Na enkele dagen worden zij uit het ziekenhuis ontslagen. Ze gaan terug naar huis, maar niet voor lang. De schietpartij met bijna dodelijke afloop heeft hen zo geraakt, dat ze niet meer op het Oleanderplein willen wonen. Ze verhuizen naar Hoogvliet. ‘Case closed’, zou je zeggen, zaak opgelost. Maar zo is het niet.
Het begin van de aanpak om de onrust in Bloemhof weg te nemen lijkt niet spectaculair maar blijkt achteraf van het grootste belang. Nog geen 24 uur na het schietincident roept de deelgemeente, in samenspraak met de stadsmarinier*) en de politie, de bewoners bijeen. Dat gebeurt op onorthodoxe wijze.
Druppel Het schietincident op het Oleanderplein is de druppel die de emmer doet overlopen. Al langere tijd wordt deze oude volksbuurt geplaagd door overlast en criminaliteit. Bij de politie komen bijna dagelijks klachten binnen. Vooral over hangjongeren die de buurt terroriseren door er bijna dag en nacht te blowen, te drinken, te dealen en kabaal te maken. Buurtbewoners zien de vreemdste dingen: “Ze delen pistolen uit alsof het snoep is,” zegt een bewoonster tegen een landelijke krant.
In plaats van een postbedrijf de uitnodigingen te laten bezorgen, gaan medewerkers van de afdeling Communicatie met een rugzak vol folders de wijk in. Ze bellen huis-aan-huis aan en nodigen de bewoners uit voor een bewonersavond op donderdag, de volgende dag dus. Degenen die niet thuis zijn vinden een flyer in de bus. Het zelf rondbrengen van de uitnodigingen en zo nodig aanbellen brengt de communicatiemedewerkers in direct contact met de buurtbewoners. “Het is heel intensief maar het werkt fantastisch. Het is immers de meest directe vorm van communicatie,” zegt Edwin Cornelisse, bestuursvoorlichter en coördinator communicatie van de deelgemeente. Bij de mensen die slecht Nederlands spreken laten ze de korte, in eenvoudige woorden gestelde uitnodiging achter. Doel van de bewonersavond is tweeledig: • feitelijke informatie geven, om indianenverhalen de kop in te drukken • luisteren naar wat de bewoners te zeggen hebben.
Dat iemand wordt neergeschoten omdat hij een ander aanspreekt op zijn gedrag, doet bij de geëmotioneerde buurtbewoners de stoppen doorslaan. De verontwaardiging is enorm, ze eisen dat direct een einde er aan de overlast moet komen. Het incident wordt als het ware een vehikel voor allerlei andere kritiek die al langer bestaat: te hard rijden, te veel lawaai, te veel viezigheid. Alles komt in één klap naar boven, voor de bewoners is de maat vol. Voor de deelgemeente is de boodschap niet mis te verstaan: er iets moet gebeuren, en wel nu! Even is er nog de vrees dat twee bevolkingsgroepen met elkaar in de clinch gaan. Een Antilliaan heeft immers twee Turken neergeschoten. Maar die vrees blijkt onterecht. Modelaanpak Dit cahier beschrijft - in chronologische volgorde en aan hand van getuigenissen van betrokkenen - hoe de deelgemeente Feijenoord (waarin de wijk Bloemhof ligt), samen met een groot aantal partners, de zaak heeft aangepakt. Deze gezamenlijke aanpak staat model voor de wijze waarop de lokale overheid - gemeente of deelgemeente-, geconfronteerd met grote problemen als gevolg van incidenten, dient te handelen en waar zij vooral op moet letten. Daarbij gaat het niet zozeer om bijzondere maatregelen. De sleutel is de combinatie ervan. In de woorden van een van de betrokkenen: “Er is nooit één oplossing. Maar het nemen van harde en zachte maatregelen tegelijk zorgt ervoor dat de omgeving weer beheersbaar wordt.” Rotterdam zet hiermee een nieuwe trend in de veiligheidsaanpak.
De feiten De bijeenkomst wordt gehouden op een steenworp afstand van de plaats delict, het buurthuis op het Oleanderplein. De voorzitter van de deelgemeente, Seyit Yeyden, is degene die het spits afbijt. Hij vertelt de ruim 80 aanwezigen wat er volgens getuigenverklaringen aan de politie precies is gebeurd. Hij geeft de feiten, zoals die tot op dat moment bekend zijn. Tegelijk laat hij er geen enkele onduidelijkheid over bestaan dat wat de deelgemeente betreft de maat vol is. “Het is afgelopen,” zegt hij, “we zetten alle wettelijke middelen in om hier een eind aan te maken.” Luisteren Dan geeft hij de bewoners gelegenheid om hun hart te luchten. Die krijgen - en nemen - daarvoor alle ruimte. Zonder tussenbeide te komen, laat de voorzitter de bewoners aan het woord. Hij luistert alleen maar, zoals zijn communicatieadviseurs hem hebben geadviseerd en laat alles over zich heen komen. Iedereen krijgt de kans te zeggen wat hij op zijn hart heeft, ook al is dat misschien niet allemaal even relevant. Wat de bestuurder in elk geval niet doet, is sprekers afkappen of interrumperen. Of zeggen dat het allemaal toch niet zo zwart is, dat er ook
*) Een stadsmarinier is een ‘superambtenaar’, speciaal door het College aangesteld om de hardnekkige veiligheidsproblemen in bepaalde gebieden op te lossen, als het moet op onorthodoxe wijze. Met maar één doel: resultaat halen.
4
5
goeie dingen gebeuren en dat de politie toch ook vaak haar gezicht laat zien. Dus gaan de kranen open en komt er een grote partij ‘bagger’ naar buiten. “Het was één grote ontlading, de bewoners moesten het allemaal kwijt,” zegt een van de aanwezige adviseurs van de deelgemeente. Onmiddellijk maatregelen Alle klachten en opmerkingen worden genoteerd. “We gaan ermee aan de slag, op korte termijn hoort u de resultaten,” aldus deelgemeentevoorzitter Yeyden. De ook aanwezige politiechef kondigt aan welke maatregelen de politie onmiddellijk neemt: • 24 uurs surveillance • preventief fouilleren • plaatsen van mobiele camera’s. Stadsmarinier opent kantoor Ook aanwezig is stadsmarinier Jur Verbeek. Hij kondigt aan een kantoor vlakbij het Oleanderplein te openen, in de Sint Andriesstraat. Daar kunnen bewoners de hele dag met hun klachten en opmerkingen terecht. Dat doen ze dan ook, blijkt later. De toeloop is groot en de stadsmarinier maakt voor iedere bewoner tijd. Alle klachten en opmerkingen worden serieus genomen en waar mogelijk op korte termijn opgelost. Aan het einde van de avond kondigt de deelgemeentevoorzitter aan over drie weken een nieuwe bijeenkomst te houden. Daarop zal de deelgemeente een plan van aanpak voor het Oleanderplein presenteren. Volgende dag al verslag in de bus De belangrijkste maatregelen die op de bewonersavond bekend zijn gemaakt, worden samengevat in een brief. Die brief wordt de volgende (!) dag al huis-aan-huis onder alle bewoners van het plein en de aanpalende zijstraten verspreid, enkele honderden adressen. Weer door de communicatiemedewerkers van de deelgemeente met een rugzakje om. “We zijn getrainde postbodes geworden,” zegt gebiedsvoorlichter Bas Ockeloen lachend, “in anderhalf uur doe ik nu de hele Oleanderbuurt. Het is zeer arbeidsintensief maar wel dé manier om iedereen snel te informeren. Sneller dan een bezorgbedrijf. En niemand van ons voelde zich daar te min voor.” Gemeente krijgt gezicht Tal van keren leidt het bezorgen ook tot gesprekken met bewoners en ondernemers. Voordeel hiervan: mensen kunnen hun hart luchten tegen iemand van de deelgemeente. Die krijgt daarmee letterlijk een gezicht. Bewoners zien dit ook. Ze zeggen: We zien jullie, en we zien dat jullie ook nakomen wat je beloofd hebt. Zo creëer je betrokkenheid, zeggen de communicatieadviseurs. 6
Burgemeester Alle maatregelen die op de bewonersavond bekend worden gemaakt, worden genomen in direct overleg met de burgemeester. Als hoogst verantwoordelijke voor openbare orde en veiligheid wordt hij vanaf het eerste moment op de hoogte gesteld door de deelraadsvoorzitter. Twee dagen na het incident gaat Aboutaleb zelf op bezoek in Bloemhof. Tegen de camera’s van RTV Rijnmond zegt hij met de familie van de slachtoffers te willen praten over het ‘walgelijke incident’ en hen duidelijk te maken dat hiermee de grens is overschreden. Deelraadsvoorzitter Yeyden heeft, net als andere functionarissen van de deelgemeente, de zwaar getraumatiseerde familie Onur dan al thuis en in het ziekenhuis bezocht. Regierol De burgemeester zegt helemaal achter de aanpak van Feijenoord te staan en steunt de regierol die de deelgemeente op zich neemt. De deelgemeente beseft dat er nu snel en goed gehandeld moet worden en geeft alle betrokkenen daarvoor ook de ruimte. Bij de overlast in de Oleanderbuurt zijn vaak Antillianen betrokken. Geen wijkbewoners, voor het merendeel komen ze uit andere wijken. Daarom stelt de deelgemeente een speciale regisseur aan die de overlast van deze groep in kaart moet brengen. In bijna de helft van de gevallen blijkt het om dezelfde mensen te gaan. Op meer plaatsen zorgen zij voor overlast. Zij worden één voor één uit de groep gehaald en komen in de persoonsgerichte aanpak (PGA) terecht. Korte lijnen Een geluk bij de aanpak blijken de korte lijnen binnen de deelgemeente. Feijenoord is van alle 14 Rotterdamse deelgemeenten het verst met gebiedsgericht werken. Bedoeling daarvan is het bestuur dichter bij de burger te brengen, en andersom. Het hele deelgemeentelijke apparaat is gereorganiseerd en alle afdelingen zijn ondergebracht in (drie) teams. Die zijn verantwoordelijk voor alles wat er in hun gebied speelt. De medewerkers van het team lopen bijna dagelijks in de wijk rond. Dat blijkt nu een groot voordeel. “Bij dit incident hebben we pas goed de kracht van gebiedsgericht werken gezien,” zegt bestuursvoorlichter Cornelisse. “We hoefden niet de stap te maken van de deelgemeente naar de wijk, we zaten er al midden in. Zo’n team heeft een enorme kennis van hun wijk. Zelfs op straatniveau. De gebiedsregisseurs weten precies waar de personen wonen die er toe doen.” Bomvol Op 13 september, een paar weken na het schietincident, is de tweede bijeenkomst. Ook voor deze bijeenkomst worden de bewoners persoonlijk uitgenodigd. De zaal in het buurthuis op het Oleanderplein zit bomvol. Maar de sfeer is anders. Het vertrouwen is weer terug, ook in de politie, zo beleeft deelgemeentevoorzitter Yeyden het. Ook van deze bijeenkomst wordt een verslag gemaakt, dat de volgende dag meteen weer wordt verspreid. In het verslag - ondertekend door de deelgemeente, de politie en de gemeente Rotterdam - staat precies wat er de avond tevoren is afgesproken. 7
Behalve de al genoemde maatregelen als 24 uurs surveillance, preventief fouilleren en cameratoezicht, is dat een screening van nieuwe bewoners. Voortaan wordt iedereen, die in de Oleanderbuurt een huis van woningcorporatie Vestia wil betrekken, gescreend door de stadsmarinier. Ook wordt de Voetbalwet, die de burgemeester meer bevoegdheden geeft om in te grijpen bij overlast, toegepast op overlastgevers op het Oleanderplein. De brief kondigt ook enkele fysieke maatregelen aan. Die gaan over een betere inrichting van het plein, met bomen en drempels. In overleg met de bewoners wordt daarvoor een plan gemaakt. Op sociaal vlak wordt de inzet van jongerenwerk, opbouwwerk en buurtmanagement aangescherpt. En op het gebied van schoon en heel gaat de Roteb naast de al bestaande inzet extra veegbeurten verzorgen op en rond het Oleanderplein. De brief eindigt met de aankondiging van een derde bewonersavond, in december. Tussenrapportage Voordat deze bijeenkomst plaatsvindt, stuurt de deelgemeente begin november nog een soort tussenrapportage naar de bewoners, om hen op de hoogte houden van de ontwikkelingen in de buurt. In de brief maken deelgemeente, politie en gemeente melding van de persoonsgerichte aanpak om het Oleanderplein veiliger te maken. Met deze aanpak worden de belangrijkste overlastgevers in kaart gebracht. Deze aanpak is niet vrijblijvend, stelt de brief. “De belangrijkste overlastgevers worden één voor één benaderd en (waar nodig met dwang) naar een opleiding, een baan of stageplek begeleid.” Verder wordt gemeld dat de politie veel bekeuringen voor overlast heeft uitgeschreven en dat ze onderzoek doet naar personen in het bezit van een dure auto of sieraden, de zogeheten patseraanpak. Ook is een aantal personen aangehouden voor het kopen of gebruiken van drugs en alcohol. Bij preventief fouilleeracties zijn verschillende messen, busjes pepperspray en een vuurwapen in beslag genomen. ‘Oleander bloeit’ Ook op sociaal vlak gebeurt er het nodige, staat in de tussenrapportage. Genoemd wordt de inzet van ‘Oleander bloeit’ voor de buurt, met koffieochtenden en lees- en kookclubs en het werk van de buurtvaders. Oleander Bloeit is een samenwerkingsverband van de deelgemeente Feijenoord, de stadsmarinier en Vestia. Alle initiatieven en ideeën in de buurt worden gebundeld tot een gerichte aanpak. Waarbij de focus nadrukkelijk vraaggestuurd is. En de wijk het tempo bepaalt. Verder hebben de gebiedsregisseur en de stadmarinier gepeild hoe bewoners en ondernemers het leefklimaat in Bloemhof willen verbeteren. De uitkomsten van deze gesprekken worden gebruikt bij het opstellen van beleid voor de wijk. Aan het slot van de brief wordt gemeld dat bewoners nog steeds met al hun klachten en opmerkingen terecht kunnen “bij stadsmarinier Jur Verbeek in zijn kantoor aan de Sint Andriesstraat 9. De stadsmarinier is ook per e-mail te bereiken via
[email protected].” Deze directe 8
manier van communiceren blijkt aan te slaan. Veel bewoners melden zich in het kantoor van de stadsmarinier. Nieuwe incidenten Nog voor de derde bewonersavond, op 13 december, vinden kort achter elkaar twee nieuwe incidenten plaats. Het eerste incident gebeurt eind september bij de Maassilo, een drukbezochte en vooral ’s nachts voor overlast zorgende uitgaansgelegenheid. Hier pakt de politie, na een uit de hand gelopen vechtpartij, een 25-jarige man op met een dubbelloops jachtgeweer met afgezaagde loop. Daarmee bedreigt hij omstaanders, om aan een sigaret te komen. Nauwelijks een week later is het weer prijs. Dit keer op de drukke Dordtselaan, een grote winkelstraat aan de overkant van de Maassilo, vlakbij de Oleanderbuurt. In een avondwinkel krijgt een Antilliaanse klant het aan de stok met het personeel. De klant verlaat de winkel, de 49-jarige Turkse eigenaar gaat achter hem aan. Hij rent hem achterna tot op het metrostation Maashaven. In de hal wordt hij neergeschoten, nog voordat hij iets gezegd of gedaan heeft. Met een kogel in zijn nek wordt hij naar het ziekenhuis vervoerd. De politie kan even later een verdachte aanhouden. Geen nieuwe onrust Je zou verwachten dat deze nieuwe incidenten weer tot grote onrust leiden en een gevoel van: ‘Zie je wel, ‘t helpt toch allemaal niks’. Maar dat blijkt mee te vallen. Bewoners van de Dordtselaan hebben gemerkt dat de aanpak van de Oleanderbuurt de rust op het plein heeft teruggebracht. Zij willen een zelfde aanpak, en krijgen die. De deelgemeente Charlois, waaronder de Dordtselaan voor de helft valt, vraagt buurman Feijenoord gezien de ervaringen met het Oleanderplein de regie in de aanpak op zich te nemen. Met hetzelfde doel: de veiligheid weer terugbrengen op straat en in de buurt. ‘Kom praten’ Ook hierbij wordt weer gebruik gemaakt van de één-op-één communicatie, die bij de aanpak van de Oleanderbuurt zo goed heeft gewerkt. Dat leidt al direct na de incidenten tot een uitnodiging - in de vorm van een nieuwsbrief - aan alle bewoners van Bloemhof: “Kom praten over de veiligheid in Bloemhof.” In de uitnodiging stellen stadsmarinier Jur Verbeek en gebiedsregisseur Xenia Heemskerk (beiden met hun foto in de nieuwsbrief) er alles aan te doen om de problemen op te lossen. Samen met de politie, woningcorporaties en in de buurt actieve organisaties. “Ook uw hulp is daarbij hard nodig. Alleen met uw hulp kunnen we echt een verschil maken.” Er vinden een aantal bijeenkomsten plaats, steeds op een andere locatie. Er zijn ook speciale bijeenkomsten, een alleen voor vrouwen uit Bloemhof, een andere voor bewoners uit OostEuropese landen. Voor al deze bijeenkomsten bestaat redelijke belangstelling, zij het niet zoveel als op de bewonersavonden van het Oleanderplein. Maar de mensen komen wel. Kennelijk geeft de Oleanderpleinaanpak het nodige vertrouwen. 9
Beslissers aan tafel Een belangrijk punt is dat in vergaderingen en op bewonersavonden op wens van de deelgemeentevoorzitter alleen mensen aan tafel zitten die kunnen beslissen. Die niet eerst terug moeten naar hun directie of organisatie om te vragen of het goed is. Of het nu gaat om camera’s ophangen, intensief patrouilleren of extra vegen, bewoners horen ter plekke dat er iets aan gedaan wordt. En dat de betrokken partijen op de afspraken afgerekend mogen worden. Zoiets kan alleen maar als de samenwerking goed is. “Die was uitstekend,” zeggen alle betrokkenen, los van elkaar. Vooral ook omdat het ‘klikte’ tussen de partners. De rol van de stadsmarinier wordt door iedereen als zeer belangrijk omschreven. “Hij krijgt dingen voor elkaar die anderen niet kunnen, desnoods door te dreigen met de burgemeester. Meestal is dat niet nodig, maar het is wel een flinke stok achter de deur,” aldus gebiedsvoorlichter Bas Ockeloen. Rust is terug Alle inspanningen leiden ertoe dat op de derde bewonersavond - op 13 december - bewoners en ondernemers aangeven dat de rust grotendeels is teruggekeerd in de wijk. In twee maanden tijd is de overlast praktisch verdwenen en de veiligheid aanzienlijk toegenomen. Diverse maatregelen hebben daaraan bijgedragen. Zo is iedere overlastgever nu in kaart gebracht. Een aantal van hen is (en wordt, als het nodig is) thuis bezocht. Willen zij of hun ouders niet meewerken aan het veranderen van de situatie, dan kan in het uiterste geval het huurcontract worden ontbonden en kunnen ze de wijk worden uitgezet. Ook worden de eventuele kosten van schade op hen verhaald. Waar nodig worden jongeren begeleid naar een opleiding of een baan, om te voorkomen dat ze de hele dag maar wat rondhangen. Er boven op Bewoners in Bloemhof lijken zich nu een stuk veiliger te voelen. En dat moet natuurlijk zo blijven. Daarom blijven deelgemeente, stadsmarinier, politie en Stadstoezicht er boven op zitten. Ook al zijn de camera’s weg en is er geen 24 uurs politietoezicht meer, alle overtredingen die politie en Stadstoezicht waarnemen worden direct bekeurd. De politie blijft horecagelegenheden en coffeeshops streng controleren, hennepkwekerijen worden ontmanteld en dealpanden aangepakt. Al deze maatregelen moeten de veiligheid in heel Bloemhof blijvend waarborgen. Dat men daarmee al een eind gevorderd is, blijkt uit de woorden van communicatieadviseur Cornelisse: “Pas geleden kwamen er klachten binnen over parkeren. Nu zijn we op de goede weg, dacht ik. Klachten over parkeren, geweldig! ”
In dit kader voeren deelgemeente en stadsmarinier gesprekken met een groot aantal organisaties in de wijk, om hen te betrekken bij de aanpak. Dat dit succes heeft, blijkt bij de Nieuwjaarsviering. Gingen een paar jaar geleden nog veel ruiten aan diggelen, de jaarwisseling van 2010 verloopt in heel Bloemhof zonder noemenswaardige problemen. Dankzij de vele activiteiten die door een groot aantal organisaties, groepen en vrijwilligers zijn opgezet. In nauwe samenwerking met een aantal moskeeën. En met hulp van veertig jongeren en vijftig buurtvaders. Die worden door de stadsmarinier in gele hesjes gestoken om van ’s avonds zes tot ’s nachts twee uur op het plein en omgeving te surveilleren. Dé manier Terugkijkend komen alle betrokkenen bij de aanpak zonder uitzondering tot de conclusie dat, zoals het in Bloemhof gegaan is, dit dé manier is om grote veiligheidsproblemen aan te pakken. Stadsmarinier Jur Verbeek zegt het zo: “Helaas hebben we de schietpartij niet kunnen voorkomen. En dat het morgen weer gebeurt, sluit ik ook niet uit. Maar er is nu geen enkele aanleiding om te veronderstellen dat er ergens in Bloemhof nog grote problemen spelen waar wij geen weet van hebben.” Dat is te danken aan de verbeterde informatievoorziening vanuit de wijk. Daarin speelt de deelgemeente die echt op straat is en het kantoor van de stadsmarinier een grote rol. Verbeek: “Mensen komen alleen maar als ze gezien hebben dat we iets doen met wat zij binnen brengen. En wanneer we hen ook laten weten wat het resultaat is.” In dit verband wijst de stadsmarinier op een uitspraak van korpschef Frank Paauw van de politie Rotterdam- Rijnmond, die de ‘dienstbaarheid’ aan de burgers wil verbeteren. “Daarmee bedoelt hij dat aan bewoners die een klacht gemeld hebben altijd terug gemeld moet worden wat er met die klacht gedaan is. Of niet gedaan is. Want nee is ook een antwoord. Maar niks horen geeft wantrouwen. Daar is nog een wereld te winnen.” Deelgemeentevoorzitter Seyit Yeyden zegt hetzelfde, met andere woorden: ”Garanties geven kunnen we niet. Maar het is de kunst om vast te houden wat we bereikt hebben. En om mensen het gevoel te geven dat het wel goed komt.” Om dit soort incidenten te voorkomen en de risico’s te verminderen, moeten nog wel een paar belangrijke slagen gemaakt worden, tekent hij daarbij aan. Dat kan alleen met structurele maatregelen. En die hebben meer tijd nodig. Wat hem vertrouwen geeft is dat de bewonersgroepen en zelforganisaties nu eraan mee willen werken om hun buurt en wijk veiliger te maken. “Dat was vroeger niet zo.”
Veilig en sociaal gaan samen Tegelijk met de veiligheid krijgt ook de sociale aanpak veel aandacht. Want veilig en sociaal gaan samen. De buurt moet weer van bewoners worden. Als de mensen de straat weer op durven, blijven hangjongeren vanzelf weg.
10
11
Portret van Bloemhof
HM op bezoek
Bloemhof, een vooroorlogse stadswijk op Rotterdam-Zuid met zo’n 13.000 inwoners, is geen stijger maar een daler op de Veiligheidsindex, de thermometer van de veiligheid in Rotterdam. Met 4,5 op de index is de wijk in 2010 een probleemwijk, dat wil zeggen dat de veiligheidsbeleving onvoldoende is. Bloemhof heeft veel sociale woningbouw die lagere inkomens aantrekt. Rond 1 op de 4 bewoners zit onder de armoedegrens. De helft van de woningen is in handen van twee woningcorporaties: Vestia en Woonstad, de andere helft is bezit van particuliere eigenaren. Dat zorgt ervoor dat de wijk veel mensen uit Midden- en Oost-Europa telt. Zij komen niet in aanmerking voor een woning van de corporatie en moeten dus hun toevlucht nemen tot particuliere eigenaren. Die zien wel brood in het huisvesten van veel mensen bij elkaar. Omdat veel Polen, Letten, Esten, Roemenen en Bulgaren over een auto beschikken, neemt het parkeerprobleem gigantisch toe. Dat leidt tot spanningen in de wijk, evenals het alcoholgebruik. Tot voor kort kwam daar een grote jongerenoverlast bij, met drugsgebruik, intimidatie en lawaai. En viezigheid. “Bloemhof was ronduit een smerige wijk,” zegt stadsmarinier Jur Verbeek, “overal lagen vuilniszakken naast de container, veel grof vuil op straat en veel zwerfvuil. De betrokkenheid van de bewoners om hier iets aan te doen was heel erg laag.” Dat beeld is nu totaal veranderd. Wie door de wijk loopt ziet een gewone, goed schoongehouden volkswijk. Op het Oleanderplein ligt geen rommel op straat. Het plein ziet er netjes uit, met plantenbakken en bomen. “We hebben het plein teruggegeven aan de buurt,” zegt Verbeek, “en zo hoort het ook.”
Koningin Beatrix heeft in november 2010, twee maanden na de schietpartij die zo’n beroering wekte, een werkbezoek gebracht aan Bloemhof. In het kantoortje van de stadsmarinier sprak zij 2 ½ uur lang met bewoners en de direct betrokkenen bij de aanpak. “Het was eigenlijk een geheim bezoek,” zegt stadsmarinier Verbeek, “maar geheim tot de auto van Majesteit voor de deur reed. Toen stond het hier zwart van de mensen.” Er is een wedstrijd uitgeschreven wie de mooiste foto van het bezoek gemaakt heeft. Die foto wordt uitvergroot en komt op het Oleanderplein te hangen.
Koningin Beatrix sprak met de bewoners en de direct betrokkenen 12
13
Steekwoorden • • • • • • •
burgemeester Aboutaleb:
“Mensen moeten elkaar blijven kunnen aanspreken op hun gedrag”
snel handelen snel informeren afspraken maken en die ook nakomen aandacht voor de slachtoffers alle communicatie via één kanaal professionele organisaties (politie, Stadstoezicht, opbouwwerk) stimuleren tot samenwerken je gezicht laten zien
In een brief aan de gemeenteraad, waarin hij de genomen maatregelen opsomt, komt burgemeester Aboutaleb aan het slot met een persoonlijk woord: “Deze tragische gebeurtenis tast het rechtvaardigheidsgevoel van ons allemaal aan. Neergeschoten worden omdat je iemand aanspreekt op zijn gedrag is onaanvaardbaar. Ik wil met klem benadrukken dat ik het van groot belang acht dat mensen elkaar blijven aanspreken op elkaars gedrag. Mijn inspanningen blijven er maximaal op gericht om mensen die hier niet normaal mee kunnen omgaan aan te pakken.”
Checklist Oleanderaanpak De aanpak na het - bijna fatale - schietincident op het Oleanderplein in Bloemhof, kan in een stappenplan worden weergegeven. Dit stappenplan kan als een checklist dienen voor door de gemeente/deelgemeente te nemen maatregelen. Stap 1 • Bepaal wie de regie neemt • Stel een crisisoverleg in en nodig daarvoor alleen beslissers uit of mensen met mandaat • Betrek Communicatie bij alle overleg en hou de communicatie in één hand
Stap 5 • Toon daadwerkelijk medeleven met de slachtoffers en niet alleen in de media
Stap 2 • Roep de wijkbewoners binnen 24 uur na het incident bijeen in een locatie dichtbij de plaats van het gebeuren • Nodig alle bewoners persoonlijk uit via een huis-aanhuis te bezorgen brief • Bezorg die brief zelf en geef waar mogelijk toelichting • Nodig ook organisaties en instellingen uit en doe dat persoonlijk
Stap 7 • Open een kantoortje in of vlakbij de wijk, waar bewoners de hele dag met vragen en klachten terecht kunnen • Meld terug wat er met hun vragen en klachten is of wordt gedaan • Beleg wijksessies om te horen waar bewoners mee zitten, reageer daarop en meld in vervolgsessies wat er met hun klachten en opmerkingen is gedaan
Stap 3 • Geef op de bewonersavond de feitelijke informatie, voor zover bekend • Luister naar wat de bewoners te zeggen hebben, geef ze alle ruimte om hun hart luchten • Maak de maatregelen bekend die onmiddellijk genomen zullen worden maar doe geen toezeggingen die niet waar te maken zijn • Betrek de bewoners bij de aanpak • Maak een afspraak voor de volgende bijeenkomst
Stap 8 • Maak een voortgangsrapportage om de bewoners op de hoogte te houden van de genomen maatregelen en de effecten daarvan
Stap 4 • Maak meteen een verslag van de bijeenkomst, met de gemaakte afspraken en bezorg deze brief de volgende dag weer huis-aan-huis • Probeer zoveel mogelijk met bewoners in gesprek te komen en creëer op die manier betrokkenheid bij de aanpak
14
Stap 6 • Hou de lijnen binnen de organisatie kort
Stap 9 • Nodig de bewoners weer persoonlijk uit voor de vervolgbijeenkomst • Maak daarop de nieuwe maatregelen bekend (fysiek en sociaal), die als vervolg op de eerste maatregelen worden genomen • Maak een verslag van deze bijeenkomst en verspreid dat de volgende dag weer huis-aan-huis onder alle bewoners Stap 10 • Zorg dat ‘sociaal’ volgt op ‘veilig’. Met andere woorden: maatregelen om de veiligheid terug te brengen dienen direct te worden gevolgd door maatregelen op sociaal en fysiek gebied om de veiligheidsbeleving te vergroten
15
4. Betrokkenen over de aanpak
Bij een groot incident, dat de gemoederen zó verhit, is volgens de stadsmarinier een van de eerste dingen die de overheid moet doen “zorgen dat je 24 uur per dag aanwezig bent, met politie en Stadstoezicht. Dat geeft een veilig gevoel.” Het veiligheidsgevoel wordt vergroot door cameratoezicht, dat moet er ook meteen komen. Ook erg belangrijk is, zegt de stadsmarinier, de regels handhaven, op alle gebieden. Dat betekent optreden tegen overlast én tegen dubbel parkeren. En ook ondernemers aanspreken om zich aan het uitstallingenbeleid te houden. “Dat heeft niks met die schietpartij te maken, maar alles met de forse aanwezigheid van de overheid. Je laat zien dat je er bent, op alle terreinen.” Keihard aanpakken De stadsmarinier verheelt niet dat de schietpartij een gevolg was van een al langer durende overlast op straat, veroorzaakt door een groepje Antillianen. “Wat je daarvan leert is niet wachten tot de vlam in de pan slaat maar overlast op straat, zeker als die structureel is, gewoon keihard aanpakken.” Verbeek zegt er meteen bij dat dit niet allemaal nieuwe inzichten zijn. “Maar de combinatie is belangrijk.” Daarin past ook dat hij zelf zijn intrek in de wijk heeft genomen, in een kantoortje vlakbij het Oleanderplein. “Ik wilde er zelf gaan zitten om te kijken wat er gebeurt en eventueel in te grijpen als dat nodig zou zijn. En vooral om de omgeving de gelegenheid te geven problemen en zorgen te melden. Zodat die snel opgelost kunnen worden. Die laagdrempeligheid - een kantoortje waar je zo naar binnen kunt lopen – is belangrijk, zegt de stadsmarinier. “Je moet het de bewoners zo makkelijk mogelijk maken en geen gedoe hebben met hoge balies of 0900 nummers waar je niet doorheen komt.”
Jur Verbeek, stadsmarinier:
“Zorg voor een bliksemafleider” “Het eerste wat je moet doen,” zegt stadsmarinier Jur Verbeek,” als je met zo’n incident wordt geconfronteerd dat een hele wijk op z’n kop zet, is zorgen voor een bliksemafleider. Nodig alle mensen uit die er zijn, vertel ze in alle openheid wat er is gebeurd, maar vooral: zeg wat je gaat doen.” De stadsmarinier, die van begin af bij de Oleanderaanpak is betrokken, prijst de koelbloedigheid van deelraadsvoorzitter Seyit Yeyden. In een kolkend buurthuis zette hij zijn oren open en deed niets anders dan luisteren naar de geëmotioneerde bewoners. “Dat is les 1,” zegt de stadsmarinier: “Laat ze maar schelden, laat ze te keer gaan, die emoties moeten er gewoon uit.” Les 2 volgens hem: “Zeg wat je vindt dat er op dat moment moet gebeuren, maar doe geen toezeggingen die je niet waar kunt maken.”
16
“Ik heb nog een mooie spreuk bedacht,” zegt stadsmarinier Jur Verbeek, “je moet er wel twee keer over nadenken maar hij klopt. Waar het om gaat is het gat te dichten tussen de ‘bagatelliserende’ overheid en de ‘overdrijvende’ bewoners. De overheid heeft altijd zoiets van ‘ah joh, het valt wel mee allemaal’. Bewoners liegen niet maar hebben wel vaak de neiging tot overdrijven. Als je het gat tussen die twee weet op te vullen, dan kom je een heel eind.”
Zo snel mogelijk Nog een belangrijk aandachtspunt is volgens Verbeek het verslag van de bewonersavond zo snel mogelijk bij de mensen thuis te bezorgen. In Bloemhof gebeurde dat al de volgende dag. Zo moet het ook. In het verslag staan alle afspraken die op de bewonersavond zijn gemaakt. Op de volgende bijeenkomst wordt verteld wat er met die afspraken gedaan is. “Kijk,” zegt Verbeek, “mensen snappen best dat je de maan niet vierkant kunt maken. Maar als je 50 dingen hebt die je moet aanpakken en je kunt er op korte termijn maar 35 oplossen, snappen mensen dat. Als je ook maar kunt uitleggen waarom het met die 15 anderen wat langer duurt.”
17
De stadsmarinier benadrukt dat het oplossen van de problemen in Bloemhof niet alleen zijn verdienste is. Het is het gevolg van de hechte samenwerking van alle diensten en instanties die er toe doen: Gemeente, deelgemeente, politie, justitie, Stadstoezicht, Roteb, Gemeentewerken en bewonersorganisaties. “Als je daar een verbond mee sluit en ieder neemt daarin zijn eigen verantwoordelijkheid, dan doe je op alle vlakken iets tegelijk.” In dit verband geeft hij hoog op van de samenwerking met gebiedsregisseur Xenia Heemskerk. “Die is een drijvende kracht achter het geheel.” Wanneer de cijfers van de Veiligheidsindex voor Bloemhof weer op niveau zijn - de stadsmarinier verwacht dat dit eind 2011 het geval zal zijn - kan hij dan ook met een gerust hart de zaak aan de gebiedsregisseur overdragen. “Daar heb ik alle vertrouwen in.”
Geen competentiestrijd Is er geen competentiestrijd geweest tussen de deelgemeente en de stadsmarinier, vragen we Jur Verbeek? De stadsmarinier is er kort over: “De regie over de veiligheidsaanpak was en is bij de deelgemeente Feijenoord in goede handen.” Veel lof heeft hij voor de inzet van deelgemeentevoorzitter Seyit Yeyden. ”De manier waarop Seyit met zo’n zaal vol emoties omgaat is uitstekend. Ik ben wel naast hem gaan zitten, maar alleen om hem te steunen. En niet als een ‘hindermacht’ van de Coolsingel. De voorzitter is immers de gekozen bestuurder, de deelgemeente doet het. Ik help alleen, als een soort luchtsteun, op het moment dat het lastig wordt. Waar het om gaat is dat het probleem wordt opgelost. En niet wie de grootste heeft.”
Seyit Yeyden, deelgemeentevoorzitter
“Communicatie speelt cruciale rol” Gat dichten tussen bagatelliserende overheid en overdrijvende bewoners
Seyit Yeyden is koud een paar maanden voorzitter van de deelgemeente Feijenoord - na daarvoor wethouder in Helmond te zijn geweest - wanneer hij wordt geconfronteerd met de bijna dodelijke schietpartij op het Oleanderplein. “Nul ervaring had ik met dit soort processen,” zegt Seyit, “en ik moet eerlijk zeggen dat ik die nacht ook heel slecht geslapen heb. Steeds maar zitten malen over hoe het aan te pakken.”
Eén ding staat voor hem vast: zo’n grote zaak aanpakken kun je niet alleen, daarvoor moet je iedereen mobiliseren. Dus roept hij de ochtend na het incident een crisisteam bijeen. In dat team zit iedereen die maar een bijdrage kan leveren: politie, stadsmarinier, medewerkers van de deelgemeente en zijn communicatieadviseurs. Want Seyit beseft als geen ander dat communicatie een cruciale rol zal spelen. 18
19
Van 9 tot 1 wordt onafgebroken vergaderd, om de lijn uit te zetten. Die lijn is: zo snel mogelijk de bewoners informeren, luisteren naar wat ze te zeggen hebben en een stevige aanpak neerzetten. Nog diezelfde middag en avond gaan de communicatiemedewerkers op pad om de mensen voor de bewonersavond van de volgende dag uit te nodigen. “Dat vond ik een geweldig zet,” zegt Seyit, ”om zo snel en op die manier aan de slag te gaan, fantastisch.” Op de bewonersavond maakt de voorzitter de maatregelen bekend die snel genomen gaan worden. Een van die maatregelen is het ophangen van extra camera’s. Het crisisteam heeft twijfels of dat wel moet. Na lang discussiëren stelt de deelgemeentevoorzitter voor om het aan de bewoners zelf te vragen. “Wij wilden het wel, maar willen zij het ook? Want het moest natuurlijk geen oorlogsgebied worden.” Die extra camera’s komen er. Persoonlijk garant De eerste bewonersavond staat bol van de emoties. De bewoners laten er geen onduidelijkheid over bestaan wie in hun ogen verantwoordelijk is. Seyit: “De gemeente deugde niet, de politie deugde niet, er was jarenlang niks aan de overlast gedaan, waarom zouden ze nu vertrouwen hebben dat er wel iets ging gebeuren?” De kentering komt volgens de deelgemeentevoorzitter wanneer hij zich persoonlijk garant stelt. “Ik heb gezegd: over drie weken komen we terug en wanneer er dan niets gebeurd is, mogen jullie mij daarop afrekenen. En toen zag je de zaal om gaan.” Om wat hij gezegd heeft te kunnen waarmaken, roept de deelgemeentevoorzitter de volgende dag alle professionele organisaties die in de Oleanderbuurt werkzaam zijn zoals jongerenwerk, opbouwwerk, politie en Stadstoezicht bij elkaar. Er blijkt tussen die organisaties nauwelijks sprake van samenwerking, ieder deed z’n eigen ding. Seyit: “Dat moest natuurlijk anders. We hebben tegen die organisaties gezegd: jullie gaan nú samenwerken. Dat vonden ze zelf ook en zo is er een compleet nieuwe beweging ontstaan van samenwerken.” De deelgemeente roept niet alleen de professionals bijeen. Later worden ook allerlei instanties die in en rond het Oleanderplein actief zijn als moskeeën, zelforganisaties en bewonersorganisaties uitgenodigd voor een overleg. Om te bespreken wat er gedaan moet worden om de buurt weer op te krikken. Dat overleg krijgt een vaste vorm en loopt nog steeds. In één hand Met zoveel betrokkenen is het zaak de communicatie in één hand te houden. Want als iedereen zijn eigen zegje gaat doen, wordt het een chaos. Daarom wordt afgesproken dat alle communicatie voortaan langs één kanaal loopt: de deelgemeentevoorzitter en de afdeling Communicatie van de deelgemeente. Dat gebeurt ook, met alle aanvragen voor kranten en tv-interviews en met de info naar de bewoners. Zo ontstaat een eenduidige informatiestroom die er in belangrijke mate aan bijdraagt om de onrust weg te nemen. Met als gevolg dat boze Turkse bewoners na overleg geen pamfletten ophangen, Turkse jongeren niet door de buurt gaan patrouilleren om zelf de veiligheid te garanderen en er geen koffieochtend voor de slachtoffers wordt georganiseerd, hoe goedbedoeld ook.
20
Kort cv van Seyit Yeyden Seyit Yeyden, geboren in Turkije, opgegroeid In Utrecht, in Eindhoven en Italië personeel en organisatie gestudeerd, in Helmond gaan werken en wonen en daar politiek actief geworden voor de PvdA als raadslid, fractie- voorzitter en wethouder. Voorjaar 2010 de overstap naar Rotterdam gemaakt. Hier wordt hij op 22 april benoemd tot voorzitter van de deelgemeente Feijenoord. Sinds augustus 2010 woont hij in Feijenoord, met zijn gezin. Gewerkt in de zorgsector, in de internationale arbeidsbemiddeling en in de apothekersbranche. Internationalisering tekent zijn werkervaring.
Steun Belangrijk in het hele proces is de ‘enorme’ steun geweest van de burgemeester en van de stadsmarinier, zegt de deelgemeentevoorzitter. “Toen wij de morgen na het incident om 13 uur klaar waren met ons overleg, heb ik meteen de burgemeester gebeld, hem uitgelegd wat wij van plan waren en hem om zijn steun gevraagd. Want hij moet per slot zijn handtekening onder de maatregelen zetten. Aboutaleb gaf ons niet alleen zijn volle steun maar beloofde ook dat ie de volgende dag op bezoek zou gaan bij de slachtoffers. Dan weet je dat er iemand achter je staat waar je op kunt bouwen.”
Ook de steun van stadsmarinier Jur Verbeek, al kende hij die nauwelijks, heeft de deelgemeentevoorzitter erg geholpen. Vooral omdat hij zelf bijna geen ervaring had met veiligheid. “Op Jur kon ik blindelings vertrouwen. Pas later ben ik gaan beseffen hoeveel risico we eigenlijk hebben gelopen. Het had gigantisch kunnen ontsporen, tot een complete bevolkingsopstand aan toe. Dat dit niet gebeurd is, daaraan heeft de stadsmarinier belangrijk bijgedragen.” Nu de rust is teruggekeerd op het Oleanderplein en in Bloemhof, is de vraag of het ook allemaal definitief voorbij is. “Nee,” zegt Seyit gedecideerd, “je kunt natuurlijk geen garanties geven dat zoiets niet nog eens gebeurt. Maar wat we geleerd hebben is hoe om te gaan met crisissituaties. We weten nu wat we moeten doen. En we kennen de mensen persoonlijk, vooral de sleutelfiguren, de mensen die er toe doen. Als er nu iets gebeurt, ga ik naar de mensen toe en zeg: Ik ben er, we gaan dit en dat doen en als jullie betere ideeën hebben, zeg het maar, dan gaan we dat ook doen.”
Gewend aan andere culturen “Je persoon en je persoonlijke ontwikkeling spelen natuurlijk een rol als er zoiets gebeurt,” zegt Seyit Yeyden. “Dat ik van Turkse origine ben en ook de taal spreek, heeft zeker geholpen. Maar misschien nog meer dat ik door mijn internationale achtergrond gewend ben met andere culturen om te gaan. Daarbij heb ik nog een eigenschap die goed van pas is gekomen: Ik kan goed kunnen luisteren. En ik hou van no nonsense: Wat je afspreekt moet je ook doen.”
21
Xenia Heemskerk, gebiedsregisseur
“Vertrouwen en respect, daar gaat het om” Een belangrijke rol in de aanpak van de problemen op het Oleanderplein (en naderhand in de wijk Bloemhof) was weggelegd voor Xenia Heemskerk, de gebiedsregisseur voor Bloemhof. Haar aanpak toen en nu komt er kort gezegd op neer samen met bewoners te formuleren waar ze naar toe willen en daar doelen bij te stellen. “In Suriname heb ik dertien jaar ontwikkelingswerk gedaan. Die ervaring kan ik goed gebruiken bij het werk dat ik nu doe,” zegt Xenia. Xenia startte in 2002 in Feijenoord als wijkregisseur voor de moeilijke Afrikaanderwijk. Daar legde ze de basis voor wat haar werkwijze zou worden. De kernwoorden daarin zijn ‘vertrouwen’ en ‘respect’. In de Afrikaanderwijk, die veel te lijden had van jeugdoverlast, begon ze met alle organisaties en instellingen in de wijk aan tafel te nodigen, met de bedoeling hun vertrouwen te winnen en met hen gezamenlijk aan oplossingen voor de overlast te werken. Dat lukte. Voor de bewoners paste ze een andere tactiek toe. “Elke bewoner heeft zo zijn eigen idee en die kun je nooit allemaal realiseren,” zegt Xenia. “Daarom is het belangrijk iets gezamenlijks te vinden. Zoals: Herkent iedereen zich in het probleem, wat zijn de oorzaken, wat kan er aan gedaan worden? Mijn taak daarbij is zoveel mogelijk bewoners en bewonersorganisaties op één lijn zien te krijgen.” Lastig Om haar werk duidelijk te maken gebruikt ze een vergelijking. “Ik ploeg zodat er zaadjes kunnen groeien. Wat er gezaaid wordt, bepaal ik niet. Dat kan van alles zijn. Waar het om gaat is, dat we ‘t met elkaar eens zijn dat er iets moet gebeuren, en dat het past in de prioriteiten die door het bestuur gesteld zijn.” Is dat niet lastig, vragen we? En heel anders dan bijvoorbeeld de politieaanpak. De politie kan immers meteen resultaat laten zien door extra te patrouilleren of camera’s op te hangen. Xenia: “Dat klopt. Resultaten op veiligheidsgebied zijn harde resultaten. Terwijl de interventies die ik pleeg veelal met gedrag of met vertrouwen te maken hebben. En dat is veel moeilijker te meten.” Al bespeur je dat zelf heel goed, voegt ze eraan toe. Bijvoorbeeld doordat mensen snel enthousiast worden en willen meewerken.
22
Vertrouwen van bewoners winnen is dus een belangrijk punt in de aanpak van de gebiedsregisseur. Daarnaast gaat het om respect. “Mensen waarderen het als je ze serieus neemt,” zegt Xenia, “als je dat doet krijg je ook veel terug. Neem het Oleanderplein. We hebben de ellende waar de bewoners in zaten erkend en hun laten zien dat we dat ook echt meenden. Hun gevoelens en meningen hebben we dus gerespecteerd.” Team Als gebiedsregisseur voor Bloemhof is Xenia van begin af aan bij de aanpak van het Oleanderplein betrokken. “Maar ik niet alleen hoor,” haast ze zich eraan toe te voegen, “mijn hele team deed mee. Wij hebben zelf de uitnodigingsbrieven gemaakt, in enveloppen gedaan en huis-aan-huis bezorgd. Persoonlijk ben ik de brieven bij de grootste organisaties gaan afgeven, na hen eerst gebeld te hebben. De mensen hebben ons dus door de wijk zien lopen en overal aanbellen. Dat gaf een goed beeld.” Dat je op die manier veel mensen in de wijk leert kennen, is de kracht van gebiedsmanagement, zegt Xenia,. “Wij geven ons kaartje af en zeggen: Hebt u iets nodig of heeft u vragen of klachten, bel ons dan.” Cijfer Na de bewonersbijeenkomsten op het Oleanderplein zijn de gebiedsregisseur en de stadsmarinier de wijk Bloemhof ingegaan. In elke buurt is een bewonersvond gehouden, in twee weken tijd 7 stuks, waarvoor de bewoners ook weer persoonlijk werden uitgenodigd. Op die avonden gaven Xenia en stadsmarinier Jur Verbeek de wijk een cijfer en vroegen aan de bewoners of ze het daarmee eens waren. Meestal bleek het cijfer nog te hoog, de situatie was volgens de bewoners veel slechter. Met de gegevens die op deze manier naar voren kwamen gingen gebiedsregisseur en stadsmarinier aan de slag. Enkele maanden later hielden ze een terugkombijeenkomst. Daarop vertelden ze wat er gedaan was en wat niet. Xenia: “We hebben ook gezegd waar we niks aan konden doen. Want je moet wel eerlijk en duidelijk zijn.” Verantwoordelijk Bij de aanpak zet de gebiedsregisseur zwaar in op bewoners en zelforganisaties. “Want je kunt het als deelgemeente natuurlijk nooit alleen.” Mensen moeten zich weer zelf verantwoordelijk gaan voelen voor hun straat en buurt. In Bloemhof heeft dat geleid tot huiswerkbegeleiding, opvoedingsondersteuning en omgangsregels voor pleinen. Al zijn die laatste er nog niet. Xenia: ”Die regels moeten uit de mensen zelf komen. Alleen een bord ophangen met ‘Zo doen we dat hier’ helpt niet.” Van veilig naar sociaal Op die manier werkt Xenia aan het schoon, heel en veilig maken van Bloemhof. Waarbij ze goed beseft dat zeker op fysiek gebied niet alles meteen gerealiseerd kan worden. “Maar op het sociale vlak ben ik erg proactief, bijvoorbeeld in mensen helpen om armoede tegen te gaan. Dat vrouwen gaan werken in een gezin met een laag inkomen, dat daar netwerken voor komen. Als dat lukt, zal je zien dat mensen het weer naar de zin krijgen in de wijk. En zo gaan we van veilig naar sociaal.”
23
Priscilla Beikes, actieve bewoonster
“De stadsmarinier zou eigenlijk moeten blijven” Streetwise, zo kun je Priscilla Beikes van OOG, de Oleander Overleg Groep wel noemen. Kijk alleen maar naar haar levensloop. Geboren in Bandoeng, Indonesië, komt op haar zevende naar Nederland, doet hier de middelbare school, volgt haar vader naar Suriname, waar hij aan de bouw van de Brokopondodam werkt, wordt daar vertaalster voor de Amerikaanse Organisatie voor Hulp aan Onderontwikkelde Gebieden, keert terug naar Nederland met de bedoeling Russisch te gaan studeren, loopt in Amsterdam de liefde van haar leven tegen het lijf en trouwt, gaat met haar man varen op zijn binnenvaartschip, doet dat zevenendertig jaar lang tot zijn overlijden in 1993, vaart nog een paar jaar zelf, tot het te zwaar wordt en gaat dan op haar vijftigste definitief aan wal. In Bloemhof-Noord, waar op dat moment stadsvernieuwing plaats vindt. ‘”Goh,” zeggen haar kennissen, “ga je daar wonen, tussen al die buitenlanders?” Maar haar kinderen hebben er geen problemen mee, “wat kan jou dat schelen, mama.” Zij krijgen gelijk. Priscilla vindt het prettig wonen in haar nieuwe flatje in Bloemhof. En dat vindt ze nog steeds. Ondanks dat het er soms heftig aan toe gaat. Ze woont koud 14 dagen aan het - dan nog kale - Oleanderplein of ze ziet vanaf haar bank een schietpartij vanuit een auto. Gelukkig wordt er niemand geraakt, de man die het doelwit is, slaat op de vlucht. Hadden mijn kennissen misschien toch gelijk, denkt Priscilla bij zichzelf. Temeer omdat er ook drugshandel plaatsvindt, vooral vanuit een - inmiddels verdwenen - café op de hoek. “Soms werd er gefloten vanuit dat café. Dan wist je dat de politie eraan kwam en was iedereen weg,” zegt Priscilla. Gore troep Het plein zelf - in die tijd niet meer dan een braakliggend stuk grond - is een gore troep, vol vuil en afval. Sommige bewoners houden het voor gezien, zij gaan verhuizen. De blijvers, onder wie Priscilla, besluiten zich met steun van het opbouwwerk te verenigen in een werkgroep. Zo ontstaat in 2004 OOG, de Oleander Overleg Groep, die deel uitmaakt van de Bewonersorganisatie Bloemhof. OOG - thans bestaande uit dertien deelnemers van alle culturen uit de wijk - zet zich in voor het verbeteren van de buurt en het verminderen van de overlast, organiseert bijeenkomsten voor de buurtbewoners, helpt mee het straatbeeld op te fleuren en houdt iedere woensdagmiddag ‘kantoor’ voor alle buurtbewoners die iets te melden of te zeggen hebben. Dan is ook de wijkagent aanwezig. 24
Logboek Bij het oprichten van OOG is het de wijkagent, die de bewoners vraagt een logboek bij te houden van alles wat er gebeurt. In twee jaar tijd verzamelen de bewoners zoveel klachten dat de gemeente het café zijn vergunning kan ontnemen. Zonder dat iemand van de bewoners hoeft te getuigen, dat doet de wijkagent. De overlast is dan echter nog niet voorbij. Het escaleert op oudjaar, enkele jaren geleden. “Het leek wel oorlog,” zegt Priscilla. Tweehonderd jongeren raken slaags, de politie rukt en masse uit en tientallen ruiten gaan aan diggelen. Dan komt er camerabewaking en lijkt de overlast wat minder te worden. Maar dat is schijn. Vooral jongeren, van Turkse, Marokkaanse en Antilliaanse komaf, zorgen voor veel onrust. En lawaai, tot diep in de nacht. De flats op het Oleanderplein fungeren daarbij als een soort klankkast. In de bloembakken op het plein worden drugs verstopt, die er door anderen weer worden uitgehaald. De ingang van de ondergrondse parkeergarage lijkt soms een wildplaswaterval. De bewoners zien het, maar niemand doet er iets aan. Niemand belt de politie, “heeft toch geen zin.” Vinger aan de pols De bijna fatale schietpartij in augustus 2010 zorgt voor een ommekeer. Eindelijk worden er doeltreffende maatregelen genomen. Het is hard nodig. En het werkt. Maar, waarschuwt Priscilla, het is zaak de vinger aan de pols te houden, want de eerste verslaafden zijn al weer gesignaleerd. Dat melden de mensen van OOG meteen bij de politie. Nu hebben ze het gevoel met hun klachten serieus te worden genomen. Al speelt de onderbezetting van de politie wel een rol, ze kunnen niet altijd meteen komen, zegt Priscilla. Zeer tevreden is ze over stadsmarinier Jur Verbeek, “die weet van aanpakken.” Eigenlijk is zo iemand blijvend nodig in de wijk, vindt ze. Al hebben we uitstekende wijkagenten, voegt ze er meteen aan toe. Alleen jammer dat die niet méér communiceren wat ze doen en waar ze mee bezig zijn. Om het gevoel van bewoners van ‘die doen toch niks’ weg te nemen. Geef een krantje uit of schrijf eens iets in onze buurtkrant, is haar advies. Schoon Heeft ze vertrouwen in de toekomst? “Ik weet het eigenlijk niet,” zegt Priscilla, “ze zijn nu aan het bezuinigen. De vraag is wat er gaat veranderen. Dankzij de Roteb ziet het plein er nu goed uit. ’s Morgens om half 7 zie ik ze al, en ook op zaterdag en zondag. Maar ik vraag me af of dat zo zal blijven. Het is heel belangrijk dat de wijk schoon is en blijft.” In dat verband noemt ze armoedebestrijding noodzakelijk. Bijna een kwart van de bewoners van Bloemhof zit onder de armoedegrens. “Ik ken mensen,” zegt Priscilla, “die aan het eind van de maand niet weten hoe ze hun kinderen warm eten moeten geven. Als je in zo’n situatie zit, zal het je een zorg zijn hoe het er buiten uitziet. Dan ga je je daar ook niet voor inzetten.”
Luxaflex open Priscilla Beikes - moeder van drie kinderen en oma van vijf kleinkinderen werkt nog steeds. Ze verzorgt maaltijden op partyschepen. Als ze naar haar werk gaat, soms voor een paar dagen, doet ze de luxaflex open. Dan weten de buren dat ze weg is. Een tijdje geleden kreeg ze longontsteking. Ze moest thuis blijven en vergat de luxaflex te openen. Prompt kwamen de buren vragen of er iets aan de hand was. Toen ze hoorden dat ze ziek was zorgden ze voor eten. “Deze vorm van sociale controle bevalt me wel,” lacht Priscilla.
25
Mo’s eerste werkdag: Geen geld, geen brood en waar ligt Rotterdam?
Mohammed el Koubai, buurtvader
“Meer aandacht voor jongeren nodig” Mohammed el Koubai is net 17 jaar als hij in 1982 met zijn vader vanuit het platteland van Marokko naar Nederland komt. Naar Bloemhof, om precies te zijn. Verdrietig, omdat hij zijn oma en zijn vrienden moet achterlaten. Onzeker, omdat hij geen woord Nederlands spreekt. Het begin hier is vreselijk moeilijk. Mohammed kent geen mens. Hij wil graag werken maar hoe aan een baan te komen? Een jaar lang zwerft hij maar wat rond en verkent de buurt, tot een Turkse buurman uitkomst brengt. De buurman gaat met Mohammed naar een uitzendbureau om hem voor werk in te schrijven. Twee weken later al heeft hij een baan, groenten-inpakker op de veiling in Barendrecht. Ondanks het feit dat hij nauwelijks Nederlands spreekt, ontwikkelt Mohammed zich snel, hij is een vlotte leerling en pakt alles aan. Tien jaar werkt hij op de veiling, waarbij hij zich weet op te werken tot machinemonteur. Dan neemt hij ontslag, om een langgekoesterde wens in vervulling te doen gaan. Met het geld dat hij gespaard heeft opent hij op de 26
Smakelijk kan Mohammed el Koubai vertellen over zijn eerste werkdag op de veiling in Barendrecht, nu bijna dertig jaar geleden. Hij is dan 18, woont met zijn vader in Bloemhof en spreekt geen woord Nederlands. Via zijn Turkse buurman is hij aan een baan gekomen. Op een koude oktoberdag om 6 uur ’s ochtends staat een medewerker van het uitzendbureau met de auto voor de deur, Mo ligt nog te slapen. Zijn vader wekt hem: ‘Mohammed, opstaan, je moet gaan werken!’ Als een haas kleedt hij zich aan en stapt in de gereedstaande auto. Brood en geld vergeet hij mee te nemen. Op de veiling werken alleen Nederlanders, geen enkele Marokkaan. Mohammed moet aan alles wennen: het werk, zijn baas, de collega’s, de koffiepauze. Toch slaat hij zich manmoedig door die eerste zware dag heen, tot om vijf uur ’s middags het eindsignaal klinkt. Dan is de vraag: hoe kom ik thuis? Mohammed heeft geen idee waar Rotterdam ligt en ook geen geld voor bus of trein. De weg vragen gaat ook moeilijk, want hij spreekt geen Nederlands. Dus begint hij maar te lopen, op goed geluk. Opeens ziet hij een fietspad met het bordje Rotterdam. Die letters kan hij gelukkig lezen. En zo gaat hij die eerste werkdag naar huis: te voet, van Barendrecht naar Bloemhof, zo’n 20 kilometer.
Beijerlandselaan een eigen bedrijfje, een slagerij. Een paar jaar gaat dat goed, tot hij zijn zaak noodgedwongen moet sluiten, als gevolg van hevige concurrentie. Hij wordt werkloos en krijgt een uitkering. Mohammed is echter geen type om niks te doen, hij kan niet stil zitten. Hij stapt naar het jongerenwerk en vraagt of hij geen vrijwilligerswerk kan doen. Natuurlijk kan dat, graag zelfs. Drie jaar werkt Mohammed als vrijwilliger, ’s avonds loopt hij rondjes door de buurt, legt contacten met jongeren en spreekt ze aan. Hij luistert naar ze maar vertelt ook zijn verhaal en zegt hen dat ze net als hij hun kansen moeten nemen. Op die manier ontstaat er vertrouwen. Ook de bewoners spreekt hij aan. Hij helpt ze waar hij kan en probeert hen te bewegen om samen wat van de buurt te maken. “Want,” zegt Mohammed, “het zijn onze kinderen en het is onze wijk. Wij moeten en kunnen ook zelf dingen regelen, dat moet niet alleen de politie, de gemeente of de stadsmarinier doen.”
Speelwinkel Via de pasbenoemde buurtmanager Eva de Ruiter wordt hij in november 2008 ook vrijwilliger in de Speelwinkel op het Oleanderplein. Na vier maanden krijgt hij hier tot zijn grote vreugde een vaste aanstelling bij TOS, Thuis op Straat. In de Speelwinkel kunnen kinderen van 4 tot 12 jaar en jongeren van 12 tot 21 jaar elke dag terecht, ook op zondag. Er wordt van alles georganiseerd, van knutselen en tekenen voor de kleintjes tot voetbaltoernooien op het plein voor de groteren. Vaak zijn er meer dan honderd kinderen actief. Daarnaast probeert Mohammed de jongeren te helpen, bijvoorbeeld aan een stageplek of een bijbaantje. Moeders en vaders zijn ook welkom in de Speelwinkel. En die komen er, dagelijks. Ze krijgen koffie en maken een praatje, met elkaar en met Mohammed. Hij fungeert als vraagbaak en legt uit wat de buurtmanager, de gebiedsmanager en de stadsmarinier doen. Moeilijke begrippen voor veel bewoners. Zo wordt de Speelwinkel steeds meer een inloopcentrum.
27
Buurtvader Behalve in de Speelwinkel is Mohammed (getrouwd en vader van vier kinderen) ook actief als buurtvader. Met acht andere buurtvaders van allerlei nationaliteit - die hij overigens pas na veel moeite heeft weten te vinden - loopt hij nu geregeld ’s avonds door de wijk. Ze praten met jongeren en als dat nodig is ook met hun ouders. En soms schakelen ze een imam in. Zonder daarbij het vertrouwen van de jongeren te beschamen. Wie met Mohammed praat, kan zich voorstellen dat hij een belangrijke rol speelt in Bloemhof. Iedereen kent hem, hij kent iedereen, jong en oud. Als hij op straat loopt, klinkt het overal: ‘Hé Mohammed, dag Mohammed’. Zijn kennis van de buurt komt goed van pas bij de aanpak van het schietincident op het Oleanderplein. Mohammed praat met iedereen, jongeren, ouderen, de stadsmarinier en de deelgemeente. Hoe erg hij het incident ook vindt, het kan overal gebeuren, zegt hij. En er is geen garantie dat zoiets niet nog een keer gebeurt. Maar door de acties die ondernomen zijn is het nu wel rustig in de wijk en is de sfeer goed. Zorgen Toch maakt Mohammed zich ook zorgen. “Hoe is het over twee, drie jaar? En wat als de stadsmarinier over een paar maanden weg gaat? We moeten wel blijven samenwerken: deelgemeente, opbouwwerk, jongerenwerker en stadsmarinier, dat is belangrijk.” Ook moet er meer aandacht voor jongeren komen, voegt hij er meteen aan toe. Aandacht in de vorm van activiteiten, zodat ze niet meer hoeven rond te hangen met het risico de verkeerde kant op te gaan. Mohammed heeft daarin een brugfunctie, zegt hij. Hij wil de jongeren over de brug helpen maar dan moet er aan de andere kant wel iets zijn. Dat mist hij, er gebeurt te weinig. Daarom is hij samen met de buurtvaders bezig jongeren van 13 of 14 jaar iets te laten betekenen voor de wijk. In de vorm van schoonmaken of iets doen voor 55-plussers. Zodat bewoners niet alleen maar slecht denken over jongeren.
28
Werken aan een veiliger Rotterdam, de aanpak Dit cahier is een gezamenlijke uitgave van de deelgemeente Feijenoord en de directie Veiligheid van de gemeente Rotterdam. Niets uit deze tekst mag worden overgenomen of vermenigvuldigd zonder toestemming van de rechthebbende. Tekst en interviews Productie: Vormgeving Druk Oplage Datum
Louis Weltens Communicatie Feijenoord i.s.m. Communicatie Directie Veiligheid Studio Stoute TDS 1.500 exemplaren april 2011
De methodiek van het Oleanderplein is deel 15 in de reeks cahiers over de aanpak van de veiligheid in Rotterdam. Eerder verschenen in deze reeks bijdragen over: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Wijkveiligheidsactieprogramma Veilig op School-methodiek Strevelsweg-methodiek Veilig ondernemen-methodiek Communities that care-aanpak Zomeraanpak-methodiek Methodiek voor de aanpak van problematische jeugdgroepen
8. Methodiek voor actief burgerschap 9. Interventiemethodiek en de bestandenaanpak 10. Nalevingsstrategie 11. DOSA-aanpak 12. Veiligheid tijdens herstructurering 13. Drugs in kleur 14. De Heindijk
Alle cahiers zijn, voor zover voorradig, te verkrijgen bij: Secretariaat directie Veiligheid Postbus 70012 3000 KP Rotterdam
[email protected] De cahiers zijn ook te vinden op www.rotterdam.nl/veilig
Directie Veiligheid en deelgemeente Feijenoord hebben alle mogelijke moeite gedaan om auteursrechthebbenden van sommige afbeeldingen te achterhalen. Het kan voorkomen dat er beelden/afbeeldingen zijn opgenomen waarbij het niet mogelijk is geweest om een eventuele auteursrechthebbende te vinden. In dat geval vragen wij de auteursrechthebbende contact op te nemen met de Directie Veiligheid.
Werken aan een veiliger Rotterdam Rotterdam werkt structureel en systematisch aan het verbeteren van de veiligheid. Met een vernieuwende aanpak en onorthodoxe maatregelen. Doel is de leefbaarheid omhoog en de verloedering omlaag. Kenmerkend voor de aanpak is de gezamenlijke inzet van politiek, gemeentelijke diensten, politie, justitie, bedrijfsleven en burgers. Alle activiteiten van diensten, organisaties en instellingen die van invloed zijn op veiligheid en leefbaarheid versterken elkaar. Om vast te stellen of Rotterdam met de veiligheidsaanpak op de goede weg is worden de resultaten voortdurend gemeten. Dat gebeurt met de Veiligheidsindex, die jaarlijks inzicht geeft in de toestand van de stad. Hiervoor worden zo’n 13.000 Rotterdammers periodiek ondervraagd. Daarnaast worden gegevens van de politie, brandweer, Roteb en andere instellingen gebruikt. Aan de hand van de uitkomsten van de index wordt de veiligheidsaanpak zo nodig bijgesteld. De Rotterdamse aanpak onderscheidt zich door nieuwe inzichten en nieuwe methodieken. Deze worden vastgelegd in publicaties. In deze publicaties - in de vorm van cahiers - staat hoe gewerkt wordt aan een veiliger Rotterdam. Deel 15 in de cahierreeks gaat over de methodiek van het Oleanderplein in Rotterdam-Zuid.