Werkdruk in het onderwijs
Rapportage Werkdruk in het primair en voortgezet onderwijs
DUO ONDERWIJSONDERZOEK drs. Vincent van Grinsven dr. Eric Elphick drs. Liesbeth van der Woud
Maart 2012 tel:
030-2631080
fax:
030-2616944
email:
[email protected]
website:
www.duo-onderwijsonderzoek.nl
Werkdruk in het onderwijs INHOUDSOPGAVE
1
Inleiding .............................................................................................................. 2
2
Onderzoeksopzet ............................................................................................... 3
3
Resultaten............................................................................................................ 4 3.1
Leraren ervaren een hoge werkdruk ................................................................................................ 4
3.2
De werkdruk van leraren vergeleken met andere werknemers ................................................... 7
3.3
Top drie van werkdrukbepalende aspecten in het onderwijs ....................................................... 9
3.4
Gevolgen van een te hoge werkdruk in het onderwijs ................................................................ 11
Rapportage Werkdruk in het primair en voortgezet onderwijs – DUO ONDERWIJSONDERZOEK – maart 2012
1
Werkdruk in het onderwijs 1
INLEIDING
De werkdruk die werkenden ervaren is een probleem dat aandacht verdient van zowel werkgevers als werknemers. Werkdruk kan voor een organisatie en werknemers (grote) gevolgen hebben: -
een hoog ziekteverzuim als gevolg van lichamelijke klachten;
-
minder plezier in het werk bij werknemers;
-
slechte concentratie bij werknemers;
-
en afname van de kwaliteit van het werk en productieverlies.
De vraag is nu of de werkdruk in het onderwijs – waarvan ook altijd gezegd wordt dat deze hoog is – vergelijkbaar is met de werkdruk in ‘Nederland’. Daartoe hebben wij op eigen initiatief in het najaar van 2011 een onderzoek verricht onder leraren in het primair onderwijs (hierna PO) en leraren in het voortgezet onderwijs (hierna VO). Deze rapportage bevat een (belangrijk) deel van de resultaten van het onderzoek.
Mocht u benieuwd zijn naar hoe uw school scoort op het gebied van werkdruk en wat u eraan kunt doen, dan kunt u met ons vrijblijvend een afspraak maken.
Rapportage Werkdruk in het primair en voortgezet onderwijs – DUO ONDERWIJSONDERZOEK – maart 2012
2
Werkdruk in het onderwijs 2
ONDERZOEKSOPZET
Het onderzoek is online uitgevoerd en daarbij is gebruik gemaakt van: 1.
het Online Panel Leerkrachten Basisonderwijs (leerkrachten die wij – DUO Onderwijsonderzoek – periodiek benaderen voor het invullen van een online vragenlijst over ‘onderwijsrelevante onderwerpen’);
2.
onze onderwijsdatabase die van tal van onderwijsfunctionarissen in het voortgezet onderwijs (waaronder leraren) de namen en e-mailadressen bevat.
Voorzieningen zijn getroffen dat elke deelnemer slechts één vragenlijst kon invullen. Het veldwerk van het onderzoek is uitgevoerd in de periode september-november 2011. We hebben de volgende representatieve steekproef gerealiseerd:
Onderzoeksgroepen
Gerealiseerde steekproef
Benaderd n=
Responspercentage
n=655
n=1.263
52%
n=1.255
n=10.135
12%
n= Leraren primair onderwijs (PO) Leraren voortgezet onderwijs (VO)
De steekproef is representatief op onder andere de achtergrondkenmerken grootte van de school (uitgedrukt in het aantal leerlingen), regio (noord, midden, zuid) en denominatie (openbaar, katholiek, protestants-christelijk en overig).
Rapportage Werkdruk in het primair en voortgezet onderwijs – DUO ONDERWIJSONDERZOEK – maart 2012
3
Werkdruk in het onderwijs 3
RESULTATEN
3.1
Leraren ervaren een hoge werkdruk
We hebben de leraren als eerste gevraagd aan te geven hoe zij hun eigen werkdruk op school ervaren.
Hoe ervaart u in het algemeen uw eigen werkdruk op school? 19%
5 = zeer hoge werkdruk
21% 59%
4
63% 12%
3
10% 8%
2
5% 2%
1 = niet of nauwelijks werkdruk
1% 0%
20%
40%
Leraren VO
60%
80%
100%
Leraren PO
Met een gemiddelde werkdruk van 3,9 onder leraren VO en 4,0 onder leraren PO, is de werkdruk op een schaal van 1 (niet of nauwelijks werkdruk) tot 5 (zeer hoge werkdruk) hoog te noemen. De meerderheid van de respondenten geeft de eigen werkdruk op deze schaal een score van 4 of hoger (leraren VO 78% en leraren PO 84%).
Rapportage Werkdruk in het primair en voortgezet onderwijs – DUO ONDERWIJSONDERZOEK – maart 2012
4
Werkdruk in het onderwijs
Vervolgens hebben we alle leraren gevraagd of zij hun werkdruk acceptabel vinden.
Ik vind mijn werkdruk acceptabel.
Docenten VO 3%
Leerkrachten PO 4%
0%
Helemaal eens
Eens
28%
24%
29%
20%
40%
27%
40%
Eens noch oneens
37%
60%
Oneens
80%
5%
4%
100%
Helemaal oneens
Circa een derde van de leraren vindt de eigen werkdruk wel acceptabel. Een relatief grote groep (leraren VO 45% en leraren PO 41%) vindt de eigen werkdruk niet acceptabel.
Rapportage Werkdruk in het primair en voortgezet onderwijs – DUO ONDERWIJSONDERZOEK – maart 2012
5
Werkdruk in het onderwijs We hebben vervolgens een correspondentieanalyse uitgevoerd waarbij de ‘risico-score’ is afgezet tegen achtergrondvariabelen als leeftijd, grootte van de school en de regio waar men werkzaam is. De groep met een hoge risicoscore (te hoge werkdruk) hebben we daarbij gedefinieerd als leraren: -
die hun werkdruk als hoog ervaren (een ‘4’ of ‘5’ scoren op de vraag Hoe ervaart u in het algemeen de eigen werkdruk op school);
-
en die aangeven hun werkdruk niet acceptabel te vinden (‘helemaal mee oneens’ of ‘mee oneens’ antwoorden op de stelling Ik vind mijn werkdruk acceptabel).
Als we de ‘risicogroep’ op deze wijze definiëren zien we dat: -
35% van de totale populatie leraren in het voortgezet onderwijs tot de risicogroep behoort;
-
eveneens 35% van de totale populatie leraren in het primair onderwijs tot de risicogroep behoort.
Uit een vervolganalyse blijkt dat er bepaalde groepen leraren tot deze risicogroep behoren. De risicogroep in het voortgezet onderwijs bevat relatief veel leraren die: -
45 – 54 jaar zijn;
-
werkzaam zijn op de afdeling havo/vwo bovenbouw;
-
werkzaam zijn op kleine scholen (500 leerlingen of minder) of grote scholen (1500 leerlingen of meer);
-
werkzaam zijn in de agglomeratie Amsterdam, Rotterdam en Den Haag.
De risicogroep in het primair onderwijs bevat relatief veel leraren die: -
reeds 11-20 jaar werkzaam zijn in het onderwijs;
-
werkzaam zijn in de middenbouw (groep 3, 4 en 5);
-
werkzaam zijn in de agglomeratie Amsterdam, Rotterdam en Den Haag en in de regio Oost.
Rapportage Werkdruk in het primair en voortgezet onderwijs – DUO ONDERWIJSONDERZOEK – maart 2012
6
Werkdruk in het onderwijs
3.2
De werkdruk van leraren vergeleken met andere werknemers
We hebben de resultaten op de vraag of leraren hun werkdruk acceptabel vinden, vergeleken met ‘Nederlanders van 18 jaar en ouder die – betaald – werkzaam zijn (werknemers ‘Nederland totaal’)’ en met verschillende branches/sectoren. Het veldwerk onder werknemers ‘Nederland totaal’ is in dezelfde periode verricht als het veldwerk onder leraren, namelijk september – november 2011. De onderstaande grafiek is gebaseerd op: -
leraren PO: 655 respondenten;
-
leraren VO: 1.255 respondenten;
-
Nederlanders van 18 jaar en ouder die – betaald – werkzaam zijn: 3.624 respondenten;
-
medewerkers in de gezondheids- en welzijnszorg: 712 respondenten;
-
medewerkers in de zakelijke dienstverlening: 516 respondenten;
-
medewerkers bij de overheid: 344 respondenten.
Ik vind mijn werkdruk acceptabel.
Leraren PO
-41%
Leraren VO
33%
-45%
31%
Werknemers 'Nederland-totaal'
-14%
Werknemers Gezondheids- en welzijnszorg
-15%
Werknemers Zakelijke dienstverlening
-12%
Werknemers Overheid
-12%
-80% -60% -40% -20%
72%
68%
77%
73%
0%
(helemaal) mee oneens
20%
40%
60%
80%
(helemaal) mee eens
Rapportage Werkdruk in het primair en voortgezet onderwijs – DUO ONDERWIJSONDERZOEK – maart 2012
7
Werkdruk in het onderwijs Uit de grafiek blijkt dat relatief (zeer) veel leraren in het PO en VO hun werkdruk niet acceptabel vinden. Voor andere sectoren geldt dat circa één op de acht werknemers hun werkdruk niet acceptabel vindt; in het PO en VO is dat ruim vier op de tien.
Rapportage Werkdruk in het primair en voortgezet onderwijs – DUO ONDERWIJSONDERZOEK – maart 2012
8
Werkdruk in het onderwijs 3.3
Top drie van werkdrukbepalende aspecten in het onderwijs
We hebben vervolgens gekeken naar ‘wat maakt nu dat leraren een hoge werkdruk ervaren’. We hebben daartoe verschillende werkdrukaspecten onderscheiden: 1.
de persoonlijke capaciteiten van de leraar (als je over onvoldoende capaciteiten voor je werk beschikt, zul je over het algemeen eerder een hoge werkdruk ervaren);
2.
de wijze van leidinggeven op de school (als de leidinggevende de school niet op de juiste
3.
de samenwerking op school (als er op school niet goed wordt samengewerkt – in een team,
wijze organiseert, kan dat negatieve gevolgen hebben voor de werkdruk die leraren ervaren); tussen teams enzovoort – kan dat ‘werkdrukverhogend’ werken); 4.
de (fysieke, mentale en emotionele) belasting die het werk van leraren met zich mee brengt;
5.
de niet-lesgevende taken (correctiewerk, vergaderingen enzovoort);
6.
de mogelijkheid van leraren om hun eigen werk goed te kunnen plannen en vorm te geven (het gaat daarbij bijvoorbeeld om een ‘onevenwichtige verdeling van het werk over de week’ en om de (mogelijke) druk die het al dan niet continu veranderen van vakinhoudelijke en didactische eisen met zich mee brengt);
7.
de ondersteuning met middelen als leermiddelen/lesmethoden en ICT-middelen als digiborden en laptops (als je niet de beschikking hebt over adequate middelen, zal dat in het algemeen een negatief effect hebben op de werkdruk);
8.
personeelswisselingen (veel en frequente personeelswisselingen in het lerarencorps en het schoolmanagement dragen over het algemeen niet in positieve zin bij aan de werkdruk).
Het belang van de verschillende werkdrukaspecten (de niet-lesgevende taken, de persoonlijke capaciteiten, de personeelswisselingen op school enzovoort) op de door leraren ervaren ‘overall werkdruk’ is bepaald op basis van een statistische analyse (meervoudige regressie) waarmee de samenhang van de verschillende werkdrukaspecten met de ‘overall werkdruk’ van de leraren is bepaald.
Rapportage Werkdruk in het primair en voortgezet onderwijs – DUO ONDERWIJSONDERZOEK – maart 2012
9
Werkdruk in het onderwijs Deze analyse levert het volgende beeld op. De top drie van aspecten die verantwoordelijk zijn voor de door leraren VO ervaren werkdruk (in volgorde van belang) bestaat uit: 1.
de niet-lesgevende taken (vergaderingen/overleggen, correctiewerk, begeleiding zorgleerlingen en mentoruren);
2.
de beperkte mogelijkheden voor leraren om de eigen werkzaamheden te kunnen plannen en vorm te geven;
3.
de (fysieke, mentale en emotionele) belasting van het werk.
Voor de leraren PO ziet de top drie van werkdrukbepalende-/werkdrukverhogende aspecten er als volgt uit: 1.
de niet-lesgevende taken (vergaderingen/overleggen, correctiewerk, begeleiding zorgleerlingen en mentoruren);
2.
de beperkte mogelijkheden voor leraren om de eigen werkzaamheden te kunnen plannen en
3.
de wijze waarop op de school wordt leidinggegeven.
vorm te geven;
Op plaats 1 en 2 zien we bij het PO dezelfde aspecten staan als bij het VO: de niet-lesgevende taken en de beperkte mogelijkheden om de eigen werkzaamheden te kunnen plannen en vorm te geven.
Rapportage Werkdruk in het primair en voortgezet onderwijs – DUO ONDERWIJSONDERZOEK – maart 2012
10
Werkdruk in het onderwijs 3.4
Gevolgen van een te hoge werkdruk in het onderwijs
We hebben de leraren een aantal uitspraken voorgelegd die betrekking hebben op de (mogelijke) gevolgen van de werkdruk en hen gevraagd aan te geven in hoeverre de uitspraken op hen van toepassing zijn. In de volgende twee grafieken is weergegeven welk percentage van de leraren het (helemaal) eens is met de uitspraak en het percentage van de leraren dat het (helemaal) oneens is met de uitspraak. De groep leraren die ‘neutraal antwoordt’ (niet mee eens, maar ook niet mee oneens) is buiten deze grafieken gehouden.
Leraren primair onderwijs
Gevolgen werkdruk leraren primair onderwijs.
Ik ben over het algemeen niet tevreden over de kwaliteit van het werk dat ik lever
-1%
Ik voel me in mijn werk onzeker
-10%
Ik heb gezondheidsklachten waarvan ik vermoed dat ze (mede) door mijn werk komen
-30%
Ik ga 's ochtends met enige regelmaat niet uitgerust aan het werk
-31%
Ik ben soms gespannen door mijn werk
73%
-22%
Ik heb soms moeite mij te concentreren op mijn werk
Ik heb 's avonds (na mijn werk) vaak niet voldoende energie om andere dingen te doen
92%
56%
52%
42%
-50%
23%
-57%
22%
-80% -60% -40% -20% 0% Mee eens
20% 40% 60% 80% 100% Mee oneens
Rapportage Werkdruk in het primair en voortgezet onderwijs – DUO ONDERWIJSONDERZOEK – maart 2012
11
Werkdruk in het onderwijs Leraren voortgezet onderwijs
Gevolgen werkdruk leraren voortgezet onderwijs.
Ik ben over het algemeen niet tevreden over de kwaliteit van het werk dat ik lever
-3%
Ik voel me in mijn werk onzeker
-7%
Ik heb gezondheidsklachten waarvan ik vermoed dat ze (mede) door mijn werk komen
-32%
Ik ga 's ochtends met enige regelmaat niet uitgerust aan het werk
-32%
Ik ben soms gespannen door mijn werk
-48%
-56%
-80% -60% -40% -20% 0% Mee eens
74%
-27%
Ik heb soms moeite mij te concentreren op mijn werk
Ik heb 's avonds (na mijn werk) vaak niet voldoende energie om andere dingen te doen
88%
52%
46%
42%
27%
25%
20% 40% 60% 80% 100%
Mee oneens
Voor zowel leraren PO als leraren VO geldt dat helft van hen de uitspraken ‘Ik heb ’s avonds (na mijn werk) niet voldoende energie om andere dingen te doen’ en ‘Ik ben soms gespannen door mijn werk’ op zichzelf van toepassing vindt. Circa een derde van de leraren (zowel in het PO als VO) heeft soms moeite zich te contreren op het werk en gaat ’s ochtends vaak niet uitgerust aan het werk. Een vijfde (PO, 22%) tot een kwart (VO, 27%) van de leraren heeft gezondheidsklachten waarvan zij vermoeden dat ze (mede) door het werk komen. Circa een derde van de leraren (PO: 31%; VO: 32%) geeft aan met enige regelmaat ’s ochtends niet uitgerust aan het werk te gaan/voor de klas te staan.
Rapportage Werkdruk in het primair en voortgezet onderwijs – DUO ONDERWIJSONDERZOEK – maart 2012
12
Werkdruk in het onderwijs Risicogroep Zoals te verwachten valt is dit beeld negatiever wanneer we ons meer specifiek richten op de leraren in de risicogroep die we eerder hebben onderscheiden (zie § 3.1). Tweederde van de leraren in de risicogroep in zowel PO als VO (respectievelijk 66% en 67%) heeft’s avonds (na het werk) niet voldoende energie om andere dingen te doen en driekwart tot viervijfde van de leraren (PO, 80%; VO, 74%) is soms gespannen door het werk. Circa tweevijfde van de leraren in de risicogroep (PO, 44%; VO, 41%) heeft soms moeite zich te concentreren op het werk en en ruim tweevijfde tot bijna de helft van de leraren (PO, 46%; VO, 49%) gaat ’s ochtends met enige regelmaat niet uitgerust aan het werk. Tot slot heeft bijna tweevijfde tot bijna de helft van deze groep leraren (PO, 39%; VO, 47%) gezondheidsklachten waarvan zij vermoeden dat ze (mede) door het werk komen.
Rapportage Werkdruk in het primair en voortgezet onderwijs – DUO ONDERWIJSONDERZOEK – maart 2012
13