EDITORIAL No 6/12
Welkom bij Sedus Place 2.5 Of men nu zijn eigen leven vorm geeft, een schip bestuurt of een bedrijf leidt: verantwoordelijkheid draagt iedereen, voor zichzelf, voor zijn medemens en voor het milieu. De koers kan altijd, op het juiste moment, worden verlegd. Als het om het milieu gaat, verandert op veel plaatsen het denken al. Maar ieder moet voor zich beslissen, of hij meedoet voor de show of dat hij werkelijk verantwoordelijk handelt. Deze uitgave van ons tijdschrift is gewijd aan het bewustzijn rond het milieuvriendelijk handelen. Voor Sedus een aanleiding om zich te bezinnen op zijn rol als pionier van de ecologische bedrijfsfilosofie. Deze pioniersrol begon in de jaren zestig van de vorige eeuw en mondde uit in een veelomvattend duurzaamheidsmanagement met productontwikkeling en ook productie volgens ecologische criteria. Productief welzijn, een aangename atmosfeer op de werkvloer, stimuleert ons. Het draagt bij aan de inspiratie en aan een uitgebalanceerde lichamelijke en ook geestelijke gesteldheid. Daarom wordt een Place 2.5 als vanzelfsprekend ontworpen aan de hand van ecologische criteria. In deze uitgave houden we ons bezig met de vraag welke rol duurzaamheid in de architectuur speelt en hoe, door de integratie van professioneel ontworpen groen, een beter binnenklimaat op kantoren ontstaat. Begrippenlijsten en checklisten helpen u daarbij, om ook in uw directe omgeving snel een ”groenere” manier van werken te realiseren. Bijdragen over de Lifestyle of Health and Sustainability (LOHAS) en over de vooral onder stadsmensen herontdekte liefde voor het tuinieren, bieden interessante inzichten in een nieuwe, wereldwijde scene van natuurliefhebbers. Maar ook een artikel over duurzaam (en daardoor niet per definitie spartaans) vakantie vieren of een stuk over CO2-reductie bij het forenzen, zijn de moeite van het lezen waard. ”De wereld is groot genoeg voor de wensen en noden van ons allen, maar te klein voor die van de enkeling”, zei Mahatma Gandhi. In deze, mondiale zin – veel plezier en inspiratie bij het lezen van deze uitgave.
Uw
Dr. Bernhard Kallup Bestuursvoorzitter van de Sedus Stoll AG
3
PLACE 2.5 No 6/12
De Sedus Place 2.5 Sociologen beweren, dat ons leven zich op drie plekken afspeelt: Place 1 ONS THUIS De First Place, ons thuis, staat enorm onder druk door de toenemende vraag naar meer flexibiliteit en meer mobiliteit.
Place 2 HET KANTOOR Op de Second Place, de kantoorwerkplek, is in het algemeen geen aandacht voor de emotionele behoeftes van de mensen die er werken.
Place 2.5 HET KANTOOR VAN HET PRODUCTIEVE WELZIJN Wanneer we de zintuigelijke stimulans van de Third Places de kantoren binnenhalen, transformeren we de functionele Second Places in inspirerende kantoorlandschappen, waarin de medewerkers meer zingeving, plezier, succes en vervulling ervaren in hun werk. Dat noemen wij een ”Place 2.5”.
Place 3 DE VRIJE TIJD De derde plek, de Third Place, zoeken we op om onze accu op te laden. In deze fase van afleiding en verstrooiing komen de beste ideeën. Sedus heeft zich ertoe verplicht het werken op kantoor op elk moment tot een winstgevende belevenis te maken. Voor het welzijn van bedrijf en medewerkers. Als mondiaal opererend bedrijf, geeft Sedus de esthetiek van kantoorinrichtingen steeds weer nieuwe vormen en de ”leefomgeving kantoor” een nieuwe en eigentijdse inhoud.
Ervaar meer over het concept Place 2.5!
Mocht uw werkomgeving nog behoefte hebben aan een optimalisering, dan ondersteunen wij u graag met ideeën voor een nieuwe
...................................................................
kantoorcultuur!
w w w. p l a c e 2 p o i n t 5 .c o m
4
INHOUD No 6/12
Aardverbonden en modern
Sedus – pionier op het gebied van de ecologische bedrijfsfilosofie Economie en ecologie zijn geen tegenstellingen
De golf
Bedrijfspand van de USE AG Riante kantoorlayout in een gebouw met een innovatief klimaatconcept
Inhoud 03 Editorial 04 De Sedus Place 2.5 30 Office-Power-Check 47 Historische blik
IDEEËN
DADEN
32 Goed verzorgd groen
Sedus – pionier op het gebied van de ecologische bedrijfsfilosofie
Aangename aspecten van groen
Economie en ecologie zijn geen tegen-
op kantoor
stellingen
62 Oneindige kringloop
Over toerisme en duurzaamheid 60 News, tips & trends
08 Aardverbonden en modern
Groenconcepten bieden lucht en welzijn
Op vakantie met respect voor de aarde
20 Groen bouwen en zwarte cijfers schrijven
Duurzaamheid in de architectuur Voorbij certificaten zorgen kwaliteit en
68 Overzicht
schoonheid voor duurzame gebouwen
70 Impressum, copyright en contactgegevens
26 De golf
Bedrijfspand van de USE AG Riante kantoorlayout in een gebouw met een innovatief klimaatconcept
6
INHOUD No 6/12
Eindeloze kringloop
Over toerisme en duurzaamheid Op vakantie met respect voor de aarde
De grote eerlijkheid
Milieuaspecten verhelderd: de stoel black dot In no time voor 94 procent recyclebaar
KENNIS 14 LOHAS
De nieuwe avantgarde?
MENSEN
LEVEN
36 Investeren met een goed geweten
38 Urbane toekomst
Komt zij uit de woestijn?
Mindset van een wereldwijde eco-
Interview met Sabine Döbeli
Milieuvriendelijk totaalconcept:
beweging
Duurzaam vermogensbeheer volgens
Masdar City
de Zwitserse bank Vontobel
44 De grote eerlijkheid
48 Je zat eten, maar dan goed!
Milieuaspecten verhelderd: de stoel black dot
Een masterplan voor een gezondere werkdag
In no time voor 94 procent recyclebaar
Patente oplossingen voor de kantoorkeuken en de bureaulade
50 Sedus temptation twin en high desk
54 Van A naar B: veranderende mobiliteit
Flexibele bouwstenen in een communicatief kantoornetwerk
Was beweegt ons in de toekomst?
Geraffineerd dankzij onzichtbare kabel-
CO 2 -reductie bij het forenzen
voering
56 De nieuwe bloemenkinderen 53 Groener werken
Het herontdekte plezier van tuinieren
Informatie en snel zelf beginnen
De wereld van het tuinieren ontwaakt
Begrippenlijst over duurzaamheid,
wereldwijd. Van guerilla gardening tot
informatie over certificeringen
corporate gardening
7
Niet ver van het bedrijfsterrein van Sedus bevinden zich de akkers waarop de groente wordt geteeld voor het eigen bedrijfsrestaurant.
Aardverbonden en modern Sedus – pionier van de ecologische bedrijfsfilosofie
DADEN Aardverbonden en modern No 6/12
... belijden onze verantwoordelijkheid als deel van de maatschappij ... jagen onze doelen als bedrijf na
Wij ...
�
... leven altijd regels en wetten na
... borgen het succes van ons bedrijf op duurzame wijze
... kiezen voor de beste toeleveranciers
... worden almaar beter
... horen steeds tot de beste
... realiseren ... handelen
... vragen en stimuleren ... realiseren voor onze klanten beleefbare voordelen
Door Dorothea Scheidl-Nennemann
Al meer dan 50 jaar is de sensibele omgang met milieu en ressources bij Sedus vast bestanddeel van de bedrijfsfilosofie – Sedus is om het zo te zeggen een ware pionier van de ecologische bedrijfsfilosofie. ”Ecologie en economie zijn geen tegenstellingen, maar de onmisbare delen van een geheel”, luidt het credo. Dat credo werd decennia lang als ongeschreven wet geleefd en is inmiddels ook in twaalf bedrijfsbeginselen en in een eigen milieumanagement organisatorisch verankerd. Bijzonder uitgesproken en innemend toont de filosofie zich bij de bedrijfscultuur die door de maag gaat ...
H DUURZAAM HANDELEN: Competentiebrochure Alles over ecologische punten van aanpak in het bedrijfsleven, vindt u in deze nieuwe brochure, die verschijnt in de zomer van 2012. Reserveer nu alvast uw persoonlijke exemplaar. Reservering / bestelling via het contactformulier
...................................................................
w w w. s e d u s .c o m / n l / b ro c h u re s
eden ten dage ligt duurzaamheid op ieders lippen – duurzaamheid als vijgenblad en enkel met de mond beleden, als zelfvoldaan, naar buiten gekeerd greenwashing-gebaar of als werkelijk, substantieel in bedrijfsfilosofieën verankerd statuut dat de grondslag is voor al het handelen. Er is een brede maatschappelijke consensus dat ecologisch georiënteerde fundamenten èn het omzetten daarvan in daden absoluut noodzakelijk zijn. Ieder individu, ieder bedrijf dat zich bewust is van de verantwoordelijkheid voor de gemeenschappelijke levensvoorwaarden op onze planeet, kan een grote bijdrage leveren. Uiteindelijk kan slechts ieder voor zich experimenteren met de stappen op weg naar een duurzame leefstijl. Bedrijven kunnen op vergelijkbare wijze een duurzaamheidsmanagement verankeren in het bestek van de bedrijfspolitiek: Sedus begon al zeer vroeg in deze
10
categorieën te denken. En destijds waren die baanbrekend.
Richtinggevende stappen
Bij het oprichten van Sedus in 1871 leverde de plaats van vestiging (Waldshut, aan de zuidrand van het Zwarte Woud) niet alleen de grondstof hout. De ligging aan de Hoge Rijn bood ook gunstige transportmogelijkheden - en de aansluiting op het Duitse en Zwitserse spoor. Al met al een ideale, duurzaame te noemen uitgangspositie. Maar als men de keuze voor de plaats van vestiging buiten beschouwing laat, betroffen de bemoeienissen van het bedrijf in de eerste plaats een milieuverantwoorde conceptie en productie. Lang voordat ”ecologisch productdesign” een modewoord werd, hielden de ontwikkelingsingenieurs en ontwerpers bij Sedus zich bezig met de
DADEN Aardverbonden en modern No 6/12
systematisch en consequent ... vermijden risico’s vooruitblikkend altijd 100 procent kwaliteit consequent milieubewust onze medewerkers bovengemiddeld veel
vraag, hoe een ecologisch hoogwaardig product geconcipieerd moet zijn. De filosofie die daaruit voortvloeide, was overtuigend eenvoudig: met kwaliteit en duurzaamheid. Deze twee kerneigenschappen typeren Sedusproducten altijd nog, aangevuld met hoge eisen aan de vormgevingskwaliteit, die sinds het midden van de jaren negentig consequent is nagestreefd en voortdurend werd gehonoreerd met talrijke designprijzen. Bovendien zijn alle duurzaamheidsaspecten wat betreft de inkoop, het productieproces, de logistiek en recycling wezenlijke, vanzelfsprekend geworden randvoorwaarden. Die bepalen de dagelijkse arbeid en dat is met onderscheidingen en certificeringen (zie kader p. 12) onderstreept.
Van noodkeuken naar bioland-aanbouw en een uitstekend restaurant Al in de jaren vijftig implementeerden
Christof en Emma Stoll het verzorgen van hun medewerkers met volwaardige voeding. Zij leidden het bedrijf destijds in derde generatie en deden dat vanuit een antroposofische achtergrond. Uit een eenvoudige gaarkeuken, die in de oorlogsjaren garant stond voor voedzame en gezonde maaltijden uit groenten die het bedrijf zelf verbouwde, ontwikkelde zich vanaf 1966 een steeds professioneler wordend keukenbedrijf. Dat groeide uit tot de huidige, grote keuken met eigen keukenteam en bedrijfsrestaurant ”Oase”. De eigen – ongeveer zes hectare grote – tuin en akkers worden door het team van de ”Eulenhof” ecologisch en met biolandkwaliteit bebouwd en beheerd. Er komen altijd nog groenten en sla vanaf die zijn verbouwd zonder kunstmest en pesticides. Rond 200 kippen leveren de nodige eieren en bij tijd en wijle garnering voor een soep, en enkele varkens zorgen voor de duurzame ▸▸
11
Verse kruiden en groente uit biologische aanbouw worden dagelijks uit de tuin aan de keuken geleverd en direct verwerkt.
De derde generatie van de oprichters: Emma Stoll (1920–2010) en Christof Stoll (1913–2003).
MIJLPALEN VAN HET ECOMANAGEMENT van de Sedus Stoll AG Christof Stoll werd in 1993 door het ”WWF” (World Wide Fund For Nature) en het tijdschrift ”Capital” gekozen tot ecomanager van het jaar. In de jaren 1988, 1989, 1992, 1994, 1996
De Stoll VITA Stichting
en 1999 ontving het bedrijf van de Arbeidskring van zelfstandige ondernemers (ASU) een onderscheiding voor het milieubewust leiden van het bedrijf. In 1995 liet Sedus als eerste kantoormeubelproducent zijn milieumanagementsysteem valideren naar de destijds geldende EG-eco-auditverordening (tegenwoordig EMAS III). De certificering volgens de internationale milieunorm DIN EN ISO 14001, volgde in het jaar 2001. Door de invoering van het milieumanagement werd de al sinds lang geleefde filosofie van de Sedus Stoll AG gedocumenteerd. In 2012
In 1985 richtten Christof en Emma Stoll, zelf zonder nakomelingen, de Stoll VITA Stichting op om hun levenswerk voort te zetten en hun idealen hoog te houden. Tot de doelen van de stichting tellen de bevordering van wetenschappelijk onderzoek op het gebied van openbare gezondheidszorg en de scholing, in het bijzonder op het gebied van milieu- en natuurbescherming, landschapsbehoud en het kweken van planten en dieren. Het vermogen van de stichting bestaat voor een groot deel uit aandelen van de Sedus Stoll AG. Het voormalige bedrijfsterein in Waldshut werd veranderd in een publieke tuin met speelplaats. De gebouwen op het terrein huisvesten onder andere een museum met daaraan gekoppelde tentoonstellingsruimtes, auditoriums en een kookschool voor lessen aan met name scholieren. In een van de bestaande gebouwen en in een nieuw gerealiseerd gebouw is een gemeentelijke kleuterschool gepland. Op die manier profiteren ook de allerkleinsten al vroeg van de pedadogisch verrijkende omgeving en kunnen ze hun interesse ontplooien voor de aanbouw van planten en voor gezond eten.
is een certificering voorzien volgens de nieuwe norm ISO 50001:2011 (energiemanagement).
12
DADEN Aardverbonden en modern No 6/12
’s Middags is het een drukte van belang bij het veelzijdige saladebuffet. Verder kan men kiezen uit een vegetarisch hoofdmenu of een vlees- of visgerecht.
verwerking van groenteafval. Bij de inkoop van de overige, aanvullende levensmiddelen, hoofdzakelijk uit de eigen regio, wordt streng naar de kwaliteit gekeken. Vlees en vis moeten kwantitatief eerder aanvulling zijn dan hoofdbestanddeel van een maaltijd. Om de voedingsstoffen te behouden, biedt het menu hoofdzakelijk gerechten die een geringe mate van verwerking vragen en een schonende manier van bereiden en garen toestaan. Per dag bereiden chefkok Ulrich Rotzinger en zijn team in de moderne bedrijfskeuken tegenwoordig ongeveer 200 middagmaaltijden. Ook zakelijke klanten en bezoekers van het bedrijf worden in de ”Oase” verzorgd. Ongeveer de helft van de etende gasten kiest voor de vegetarische, ovo-lacto-vegetabiele variant. Dat is een maaltijd zonder vlees, maar met melkproducten en eieren. Op de menukaart vindt men hiervan een bijna onbeperkte hoeveelheid aan variaties en virtuositeit.
Mens sana in corpore sano
Het engagement van het ondernemersechtpaar Stoll op het gebied van voeding was echter niet geheel onbaatzuchtig
en dat is ook legitiem. De keuze van de voeding heeft immers direct effect op de opbouw en het behoud van het organisme. De filosoof Ludwig Feuerbach (1804–1872) meende al: ”De mens is wat hij eet!” Zo bezien draait het bij eersteklas eten natuurlijk om de verbetering van de levenskwaliteit en in het verlengde daarvan ook om de optimalisering van de omstandigheden op de werkplek, maar bovendien om de instandhouding van het prestatievermogen. Het bedrijfsaanbod dient de bevordering van het bewustzijn voor gezondheid en milieu, geeft impulsen voor veranderingen van leef- en eetgewoonten en zodoende een kans op gezonde, goed presterende en gemotiveerde medewerkers. Hier sluit ook de kringloop weer met het aan het begin genoemde credo, dat ecologie en economie delen van een groter geheel zijn: medewerkers zijn het beste, maar ook het duurste kapitaal van een bedrijf – in Midden-Europa gaat het bij kantoorpersoneel om kosten ter hoogte van rond 80 procent van de totale kosten.
13
Samen eten is leuk
Een gezond voedingsaanbod moet daarom dan ook een verplicht onderdeel zijn van het gezondheidsmanagement van een bedrijf en een corporate social responsibility (CSR)-strategie zijn. Aan de ene kant leveren bedrijven hier een belangrijke bijdrage aan het welzijn van hun medewerkers en een uitgebalanceerde werkdag. Aan de andere kant worden ze daardoor ook als werkgever aantrekkelijker. En, niet in de laatste plaats, bevordert een goede gemeenschappelijke maaltijd in een aangename atmosfeer het samenzijn en de informele communicatie. Een aantrekkelijk bedrijfsrestaurant is een plek waar medewerkers zich graag ophouden en een bestanddeel van een geslaagde Place 2.5! ◆ Belangrijke informatie over de Sedus Stoll AG vindt u via deze link.
............................................................................................
w w w. s e d u s .c o m
KENNIS Lohas No 6/12
LOHAS – de nieuwe avantgarde? LOHAS – dit acroniem staat voor ”lifestyle of health and sustainability” en wordt door trendwatchers gebruikt voor het typeren van mensen met een leefstijl die gericht is op gezondheid en duurzaamheid. Zonder dat ze het begrip zelf kennen, behoren hier tegenwoordig veel mensen toe. En wie zich er welbewust toe voelt aangetrokken, ziet zichzelf wellicht als deel van een wereldwijde postrebelse eco-beweging. Critici zien er een nieuw-groene marketingtrend in, bedoeld om hen die beter verdienen met een rein geweten te laten consumeren. Door Michael Mayer
Trend, verbeten activisme of oprecht verlangen? De nieuw ontdekte liefde voor de natuur heeft vele facetten. 15
KENNIS Lohas No 6/12
D
e tekenen des tijds zijn sinds het midden van het vorige decennium onmiskenbaar: duurzaamheid, ecologische en sociale verdraagzaamheid en de algehele maatschappelijke oriëntatie op ”groene” energie-, milieu- en productconcepten hebben zich in ieder geval in de westerse industriestaten genesteld in alle onderdelen van leven en economie. Volgens een studie van het Natural Marketing Institute in Harleysville, USA, is 15 procent van de Amerikanen, 19 procent van de Europeanen en zelfs 25 procent van de Canadezen vandaag de dag bereid, 20 procent meer te betalen voor een duurzaam vervaardigd product. De algemene bereidheid om ”groene” producten te kopen, ligt bij 80 procent en meer. De marktsegmenten voor Lohas-relevante producten omvatten vooral levensmiddelen, bouwmaterialen, energie, arbeidsmid-
delen en kantoorbenodigdheden, medische en wellnessproducten, financiële dienstverlening en zelfs toerisme. Niet te vergelijken met de eco-beweging van de jaren tachtig met zijn kleurige tuinbroeken en zelfgebreide truien, staat de ”new green lifestyle” in het middelpunt van de maatschappij. Dus veraf van kleine subculturen rond scene-biowinkels en verbeten missionarissengedrag. Deze leefstijl verenigt − bewust of onbewust − tot op heden het schijnbaar onverenigbare, herdefinieert werelden van consumptie en vindt zijn voorbeelden tegenwoordig zelfs in de Vogue. A propos: alle media, over politieke grenzen heen, hebben de Lohas, met enthousiasme evenzeer als met wantrouwen en hatelijkheden, uitverkoren tot blijvend onderwerp om over te publiceren. Maar slechts een handvol serieuze studies levert omvangrijke survey’s en inzichten
16
over de complexiteit van de lifestyle of health and sustainability. Maar om te beginnen: hoe is het eigenlijk gesteld met het zelfbeeld van de LOHAS?
Levensgevoel zonder groepsdwang
Hoewel LOHAS geen gesloten organisatie vormen of een gestructureerde heterogene groepering, zijn op het internet websites te vinden als lohas.de en lohas.com. Op de Duitse website staat te lezen: ”LOHAS leven een op waarden gebaseerde manier van leven en consumeren, voor hen geldt naast prijs en kwaliteit een nieuwe dimensie als het gaat om de oriëntering op merken: ethiek. Hun credo is een uitgebalanceerde manier van leven, geloof in de maakbaarheid van een betere wereld. Die wordt niet bereikt door van dingen af te zien, maar door betere ideeën, intelligente technologieën en een actieve gemeen-
KENNIS Lohas No 6/12
Volgens een onderzoek van het Natural Marketing Institute in Harleysville, USA, is 15 procent van de Amerikanen, 19 procent van de Europeanen en zelfs 25 procent van de Canadezen bereid, om 20 procent meer te betalen voor een product dat op duurzame wijze is vervaardigd. De algemene bereidheid om ”groene producten” te kopen, ligt bij 80 procent en meer.
schapszin.” De economische dimensie, lees: het consumptiegedrag als ”politiek via de portemonnee”, is het scharnierpunt in de filosofie van de LOHAS. Niet protesteren, niet demonstreren, geen gepredik, niet van dingen afzien – maar doelgericht consumeren van duurzame en duurzaam zowel als ethisch correct vervaardigde producten, met als doel de ecologische toekomst van de aarde als individu mede te bepalen, of tenminste de wereld een klein beetje beter te maken.
Waar komen de LOHAS vandaan?
Socioloog Paul H. Ray en psychologe Sherry Ruth Anderson publiceerden in 2001 in de USA het boek ”The Cultural Creatives – How 50 Million People Are Changing The World”. Daarin vatten de auteurs de bevindingen samen van hun onderzoeken naar de waardenveranderingen in de USA. Hun belangrijkste observatie was de opkomst van een nieuwe maatschappelijke trend, ergens tussen hedonisme en materialisme in; die van de ”cultureel creatieven”. Zij, de Lohas, zijn volgens Ray/Anderson ”… intensieve lezers en kopen meer boeken dan de gemiddelde Amerikaan. Ze kijken minder televisie, omdat ze de meeste TV-
programma’s niet mogen en de kwaliteit van nieuwsprogramma’s bedenkelijk vinden. Reclame en kindertelevisie wijzen ze af. Cultureel creatieven/Lohas houden zich actief bezig met kunst en cultuur, als amateurs en professioneel. In hun streven naar authenticiteit wijzen zij slechte kwaliteit en wegwerpartikelen af, net als de waan rond merkproducten.” Ongeveer tegelijk met ”The Cultural Creatives” verscheen het als populairwetenschappelijk geldende werk van New York Times-columnist David Brooks, ”Bobos in Paradise. The New Upper Class and How They Got There. ” Aan hem danken we de creatie van de bobo’s, de bourgeois-bohemièns, die Brooks als nieuwe maatschappelijke elite heeft neergezet: een nieuw type, idealistisch, licht materialistisch, correct, creatief, het maatschappelijke, culturele en politieke leven bepalend. Het is onder sociologen en trendwatchers in hoge mate onomstreden, dat ”cultural creatives” een veruit adequatere typering van de maatschappelijke ontwikkelingen is. Maar Brooks ontving waardering omdat hij een van de zeldzame pogingen ondernam om de ”upper class” van de USA in deze tijd te beschrijven. De culturele pipeline tussen USA en Europa heeft de denk-
17
aanzet in beide gevallen echter correct getransporteerd.
Van postmateriële genieters en de new leisure luxury class
Het Instituut voor de toekomst in Kelkheim, opgericht door een van de bekendste Duitse trendonderzoekers, Matthias Horx, geldt als invloedrijke think-tank in het Europese trend- en toekomstonderzoek. Op basis van een representatieve enquête uit 2004 werd – naar eigen zeggen zonder kennis van het boek van Ray en Anderson – in het kader van een vrijetijdsonderzoek een typologie van vrijetijdgebruikers gedefinieerd. Die overlapt precies de definitie van de LOHAS door Ray/Anderson. In detail beschrijven de trendonderzoekers vrijetijdstypen als de ”new leisure luxury class”. Eike Wenzel, Anja Kirig en Christian Rauch van het instituut, publiceerden daarop in 2007 het onderzoek ”Doelgroep LOHAS – hoe de groene lifestyle de markt verovert”. Voor de definitie van de Lohas leunden ze sterk op dit speciale type vrijetijdsgebruiker: ”Voor hen staat een gezond, ecologisch bewust en ethisch georiënteerd leven voorop. Een van hun favoriete third places is de markt. Consumeren speelt in hun vrije tijd en lifestyle een belangrijke rol. Deze leisure ▸▸
KENNIS Lohas No 6/12
GENOT
FAIR TRADE ECOLOGIE
�De individualistische consumptie dient niets anders dan de �zelfveredeling� en verheft het zuivere geweten tot de eigenlijke, nieuwe en betere luxe. �
KWALITEIT
SCHOONHEID CONSUMPTIE
CSR
POLITIEK UIT DE PORTEMONNEE
DUURZAAMHEID
AUTO
MOBILITEIT
Kathrin Hartmann, filosofe en journaliste TREIN VAKANTIE
INVESTMENT INFORMATIE
luxury class definieert zichzelf echter door een bewuste afwijzing van de koopzuchtigen en de shopping-victims. Consumeren wordt door hen niet gedenuncieerd met voorgekookte ideologische constructies. De new leisure luxury class kiest in zijn vrije tijd voor genot en plezier, kan echter niets beginnen met het ongeremde hedonisme uit de jaren 80.” Aansluitend op deze definitie beschrijven de auteurs de LOHAS als postmaterieel, spiritueel, mediakritisch, geïnteresseerd in cultuur en informatie, als morele hedonisten met interesse in selfness en wellness. Volgt men de uitvoerige argumentatie van het onderzoek, dan zijn de LOHAS ”… de lifestyle-avantgarde van de 21ste eeuw, omdat ze behoeften zoals duurzaamheid en genot, milieuoriëntering en design, tot dan tegenstrijdige begrippen, in hun manier van leven weten samen te brengen.”
En bij het toekomstinstituut gaat men er vanuit, dat de markten tot het midden van het tweede decennium nadrukkelijk zullen omdraaien. Daar kan men zich van harte bij aansluiten, als men weet dat het internet met voorsprong het belangrijkste medium van de LOHAS is en er talrijke internationale ”platformen voor strategische consumptie en duurzaamheid” zijn die werken als wervende marketing. Maar het ligt natuurlijk ook aan de logica van de LOHAS-filosofie dat – ecologisch en sociaal correcte – consumptie de centrale plaats inneemt.
Een rein geweten als nieuwe luxe?
Maar precies hier begint, als eerder vermeld, de kritiek op de LOHAS-beweging; bij het doelbewust consumeren als instrument om de wereld te verbeteren: ”Want de grootste dwaling van de LOHAS en
18
lifestyle-eco’s is tegelijk hun principe: de door het kapitalisme ten gronde gerichte, oneerlijke wereld redden door een goed kapitalisme. Helaas vergeten ze daarbij, dat het kapitalisme, met zijn almaar stijgende consumtie als motor, hen vooral als klanten ziet.” Tot dit oordeel komt Kathrin Hartmann in 2009 in haar boek ”Ende der Märchenstunde. Wie die Industrie die Lohas und Lifestyle-Ökos vereinnahmt”. De filosofe werkte als journaliste onder andere voor de Frankfurter Rundschau en het tijdschrift NEON. Zij twijfelt aan de beweegredenen van de LOHAS en aan de oprechtheid van een ”groen” consumptiegedrag. Zij ziet in de eco-lifestyle ”… allereerst een esthetische categorie.” De individualistische consumptie dient niets anders dan de ”zelfveredeling” en verheft het zuivere geweten tot de eigenlijke nieuwe, beter luxe. Hartmann verwijt de
KENNIS Lohas No 6/12
LIEFDE
BIO
SPIRITUALITEIT
GEZOND ETEN
COSMETICA
FAMILIE & VRIENDEN
VOEDING
VEGETARIËR
LICHAAM
MENS YOGA
VERANTWOORDING
COACHING
SPORT
ONTSPANNING
LOHAS
GEZONDHEID PSYCHOTHERAPIE MEDITATIE
GEEST
TECHNOLOGIE
PERSOONLIJKHEIDSONTWIKKELING
NETWERK
WORK-LIFEBALANCE
ZIEL
SPIRITUALITEIT
De mindset van de
WEB 2.0
LOHAS, geïnspireerd door een grafiek
TRANSPARANTIE
LOHAS ook dat ze min of meer bewust vallen voor het zogenaamde greenwashing waaraan zoveel grote bedrijven zich schuldig maken - en zo zelfs nog een extra duwtje te geven aan de vernietiging van het milieu. Ook gebeurt het stadssociologische fenomeen van de gentrificering volgens Hartmann voor een groot deel op rekening van goed verdienende lifestyle-eco’s: de luxe-sanering van oude, van oudsher goedkopere stadsdelen verdrijft de bestaande bewoners, die zich de hogere huren niet kunnen veroorloven. Een ontwikkeling die daadwerkelijk kan worden waargenomen en gevolgd in talloze steden overal ter wereld. Samengevat heeft Hartmann in principe helemaal geen kritiek op een leven dat gericht is op duurzaamheid en milieuvriendelijkheid. In tegendeel. Haar belangrijkste kritiek echter is de schijnbaar gedepolitiseerde
van Karma Konsum.
grondhouding van de LOHAS, die geen actief democratisch engagement demonstreren om veranderingen teweeg te brengen, maar zich slechts beperken tot de – ecologisch goed bedoelde – consumptie. Ondertussen krijgt Hartmann hierbij zelfs steun uit de hoek die ze bekritiseert, zoals blijkt uit de dankrede van ondernemer Sina Trinkwalder, uitgesproken tijdens de ontvangst van de titel ”social entrepreneur van de duurzaamheid” en op 4 november 2011 afgedrukt in de linksalternatieve krant de taz: ”De ooit als alternatief beschouwde levensstijl van de LOHAS … is verworden tot een oppervlakkige, hippe modeverschijning. Er bestaat een heus leger van adviseurs en bedrijven dat – als morele avantgarde en neo-ecologische jetset – de ethisch-ecologische levenswandel consumeerbaar maakt. Er zijn veel goede redenen, argumenten voor en
19
tegen LOHAS, afhankelijk van perspectief en wereldbeeld. Maar uiteindelijk blijven, bij de huidige stand van de discussie, zwel critici als aanhangers van de LOHASbeweging, als die als zodanig al bestaat, algemeen geldende antwoorden schuldig, antwoorden zonder innerlijke tegenstrijdigheden, op de centrale vragen over een leefbare toekomst voor onze hele wereld. Maar wie bezit die antwoorden wel?" ◆ ............................................................................................
w w w. l o h a s .d e w w w. l o h a s .c o m w w w. k a r m a k o n s u m .d e w w w. u t o p i a .d e w w w. g re a t g re e n g o o d s .c o m w w w.e c o f r i e n d .o rg w w w.e c o w i s e.c o m
DADEN Groen bouwen No 6/12
Groen bouwen en zwarte cijfers schrijven Duurzaamheid in de architectuur
Door Joachim Goetz
Duurzaamheidscertificaten, daar draait het om in de huidige bouw. Maar of gecertificeerde gebouwen ook esthetisch duurzaam zijn en of men zich in die gebouwen prettig voelt? Deze aspecten zijn echter evenzeer van betekenis als het gaat om duurzaamheid.
W
ordt de architectuur in de toekomst van domein der estheten tot werkterrein van duurzaamheid? Zeker is, dat ontwerpers er niet omheen kunnen om zich in de toekomst intensief bezig te houden met duurzaamheid – als ze dat niet allang al doen. Afgezien van het nut voor het klimaat en voor de ressources, die gespaard moeten worden voor latere generaties, is er onderwijl ook een economische reden voor duurzaamheid. Want meer dan 70 procent van alle opdrachtgevers, investeerders en huurders zijn bereid om voor duurzaam vastgoed hogere kosten voor lief te nemen. Dat blijkt in ieder geval uit een enquête die Roland Berger uitvoerde onder spelers
in het vastgoedmanagement in Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland. Gemiddel negen procent duurder zou een duurzaam gebouw bij verkoop mogen worden. Huurders zouden bereid zijn om een verhoging tot 4,5 procent te betalen. Berger concludeerde daaruit dat er in Duitsland een investeringspotentieel ligt van ongeveer 13 miljard euro. De verandering van zienswijze over vastgoed sluit hier op aan. Volgens de inschatting van de geënquêteerden wordt vastgoed in de toekomst meer dan nu gezien als strategische ressource die zich pas op lange termijn amortiseert. Momenteel beschouwt driekwart vastgoed nog als reine productiefactor, onderworpen aan kostenminimalisering op korte termijn.
Certificaten als hulp bij de oriëntering De momenteel al bestaande duurzaamheidscertificaten – zoals LEED, DGNB, BREEM – moeten de spelers op de vastgoedmarkt helpen bij hun oriëntering, om onterecht hoge prijzen te detecteren. Echt goed komen deze hulpmiddelen echter niet uit de enquête. Hun
Biohotel in appelgaard, Hohenbercha / Duitsland: De draagconstructie bestaat uit houtplaten van resthout met een toplaag van alpendennenhout. Alpendennen heeft de roep de slaap te bevorderen, insecten te weren en bacterieremmend te zijn. Wie dan nog niet kan slapen, kan altijd nog een ommetje maken in de betoverende appelgaard.
Ontwerp: Deppisch Architekten, Freising / Duitsland
21
aantallen verminderen de transparantie en zo de acceptatie in de branche. Bovendien zijn ze te eenzijdig georiënteerd op ecologische deelaspecten. Moeite en kosten doen geen recht aan de behoeften van de gebruiker – en bovendien leveren ook vastgoedspecifieke kengetallen zoals over het energieverbruik ook al een goed inzicht in de duurzaamheid. Desalniettemin geloven veel geënquêteerden, dat de certificaten een steeds belangrijker rol zullen gaan spelen bij het vergroten van de waarde van vastgoed. Dat wordt mogelijk verklaard door het feit dat beslissers op het gebied van investeringen van mening zijn dat vastgoedinvesteringen in de toekomst nog veel meer bepaald zullen worden door duurzaamheidsaspecten. Dat is begrijpelijk, want uiteindelijk komt 40 procent van het gezamenlijke energieverbruik voor rekening van vastgoed. In landen die al langer vertrouwd zijn met certificaten, zoals de USA, zijn de gevolgen al duidelijk zichtbaar. Kantoorvastgoed met LEED-certificaten komen nu al gemiddeld tien procent duurder op de markt. Op toplocaties in New York is het certificaat voor nieuwbouw al een must. Investeerders denken tegenwoordig al bij de aanschaf na over het feit dat over enkele jaren moet worden voldaan aan Green-Building-Standards, wil men winst maken bij het doorverkopen van vastgoed. ▸▸
DADEN Groen bouwen No 6/12
�In het actuele debat over economische ecologie komt de vraag naar de kwaliteit van het architectonische ontwerp tekort. En dat terwijl esthetische gebouwen alleen al duurzaam zijn, omdat men ze graag langer behoudt en daarom ook wel eens toekomstgericht ombouwt.� Wat wil de gebruiker?
In de schaduw van de kostendiscussie bleef lange tijd verborgen hoe gebruikers van kantoorgebouwen duurzaamheidscriteria waarnemen. Een gedetailleerde studie van de leerstoel voor bouwprocesmanagement en vastgoedontwikkeling van de TU München (in opdracht van Hochtief Projektentwicklung) heeft zich nu bezig gehouden met deze vraag. Het ging daarbij onder andere om de positieve (of negatieve) invloed van duurzaamheidscriteria op de bereidheid om huur te betalen. Het ging natuurlijk enerzijds om eigenschappen die zich direct lieten kwantificeren, via metingen, berekeningen of simulaties – bijvoorbeeld het energieverbruik. Maar de studie van de niet-kwantificeerbare, zachte locatie- en gebouweigenschappen, leken veel interessanter. Hochtief wilde met deze studies vooral meer inzicht verwerven, om uit de relaties tussen oorzaak en gevolg bepaalde eigenschappen en eisen te scheppen wat betreft gebruiksgeoriënteerde instructies. Uit de kennis, voor welke criteria gebruikers bereid zijn te betalen, kan men afleiden, welke zij voorrang geven – dat is duidelijk. Maar op deze manier laat zich ook een instrument voor de praktijk ontwikkelen, waarmee de verwachtingen van de gebruiker in een transparant beoordelingssysteem voor vastgoed kunnen worden opgenomen. Daarmee kan men projecten realiseren met een gegarandeerd toekomstperspectief.
duidelijk gemaakt werd. Zo werd duidelijk, dat gebruikers een zeker meeneem-effect ten toon spreiden. Wat zoveel betekent als: ze omarmen bepaalde eigenschappen, maar willen daar niet per se meer voor betalen. Dan gaat het vooral om de herkenbare eigenschappen van duurzaam kantoorvastgoed, dat wat door de gebruikers zogezegd als minimale eis al voorondersteld wordt. Als deze duurzaamheidskenmerken niet voorhanden zijn, dan kan dat leiden tot een huurverlaging tot wel 13,5 procent.
Het belang van ecologische materialen
Bijna 50 procent van de gebruikers is bereid om extra te betalen voor ecologische materialen. Daarmee staat dit gebouwkenmerk op een van de eerste plaatsen, samen met de aanwezigheid van vouw- en schuifwanden en het ontbreken van storend buitengeluid. De als nog belangrijker ingeschaalde aanwezigheid van openbaar vervoer en parkeergelegenheid zijn niet direct verbonden met de werkplek of het gebouw, maar met de omgeving. Maar ze dragen wel bij aan de CO2-footprint van de individuele gebruiker. Het is wel duidelijk hoe groot het bewustzijn voor ecologische materialen inmiddels geworden is. Het ontbreken ervan wordt door bijna een kwart van de ondervraagden getypeerd als ”zeer storend”. Meer dan 75 procent geeft aan, dat ze zeer
verheugd zouden zijn als er ecologische bouwmaterialen gebruikt worden. Men kan ervan uitgaan, dat dit op een vergelijkbare wijze ook geldt voor meubilair, dat tenslotte even dicht bij de gebruiker staat als de wanden, plafonds en vloeren van een gebouw. Het wekt geen verbazing, dat de gebruikte materialen zoveel belang wordt toebedeeld. Wanneer wordt afgezien van verlijmde, samengestelde materialen, dan is de ongezonde uitstoot van schadelijke oplosmiddelen in het interieur duidelijk geringer – en wordt de luchtkwaliteit beter. Automatisch ontstaat meer welzijn – en vaak heeft men daar niet eens een bijzondere sensibiliteit voor nodig. Dat een sick-building-syndroom ook het prestatievermogen van de medewerkers duidelijk beïnvloed, hoeft hier niet nog eens te worden vermeld.
Attractiviteit van de werkgever
Zo wordt duidelijk, dat duurzame kantoorgebouwen ook de attractiviteit van een werkgever verhogen. Als het gaat om de altijd maar weer genoemde ”war for talents”, een gevecht om de beste medewerkers, zou ook deze attractiviteit in de toekomst voor veel bedrijven tot een duurzaam voordeel kunnen leiden – een voordeel dat ”en passant” het milieu ontlast, de bedrijfskosten verlaagt en de waarde verhoogt van het bedrijfsvastgoed. Voor vastgoedinvesteerders geldt dus: ook u moet letten op de duurzaamheid van gebouwen. Want die maakt gebouwen in de toekomst veel beter te verhuren. Inmiddels heeft de Duitse ZIA (Zentraler Immobilien Ausschuss) al een ▸▸
Het afgebeelde onderzoeksproject ziet er uit als hoogbouw uit staal en glas. Maar alleen de twee onderste verdiepingen zijn uit minerale bouwstoffen. Daarboven bevinden zich bijna 20 verdiepingen, louter uit hout – in Europa is dat slechts in weinig landen
Opvallend is de uitkomst van het onderzoek, omdat door een bepaalde interviewtechniek (de kano-methode) ook de verwachtingshouding van de gebruikers
toegestaan. Op basis van het project wordt momenteel in Dornbirn / Vorarlberg (Oostenrijk) de LifeCycle Tower met acht verdiepingen gerealiseerd voor de firma Cree. De instanties werden overtuigd met een brandtest: het prefab houten bouwelement van 2,7 x 8,1 meter hield lang genoeg stand tegen de vlammen.
Ontwerp: Hermann Kaufmann ZT GmbH, Schwarzach / Oostenrijk
22
BOEKTIP: Bauen mit Holz – Wege in die Zukunft In 2011 verschenen bij uitgeverij Prestel, in Duits en Engels. Het boek toont houtarchitectuur met een uitstekende eco-balans. Bovendien wordt het thema ”bouwen met hout als actieve klimaatbescherming” uitgebreid belicht. Prijs: 39,95 euro
DADEN Groen bouwen No 6/12
duurzaamheidscodex ontwikkelt, die naast algemene, gematigde inzichten rondom duurzaamheid ook heel concrete eisen bevat. Zo moeten bijvoorbeeld banken duurzaamheidsaspecten meenemen in de beoordeling van vastgoed – wat veel instituten ondertussen ook al hebben opgepakt, bijvoorbeeld door eigen concernafdelingen voor duurzaam bouwen op te richten.
Ombouw van architectonische highlights
Ook zouden investeerders dienstverleners er toe moeten verplichten, het beheer van vastgoed duurzamer te maken. De ZIA doet ondernemers de aanbeveling een duurzaamheidscodex op te stellen. Er zijn al fondsen die alleen nog maar werken met bedrijven met een duurzaamheidsattest. Hoezeer huurders zich door duurzaamheid leiden laten, demonstreert het verhaal van de congreshal in Lübeck, waarvan de uitbaters milieuvriendelijk moeten werken, op last van gemeentewerken – te beginnen bij het energie - en waterverbruik, tot aan de belichting, klimaattechniek en afvalverwijdering toe. Ook voor het bedrijfsimago is een duurzame ombouw van het bedrijf goed. De Duitse Bank investeerde recentelijk 200 miljoen euro in zijn Twin Towers in Frankfurt. Siemens wil zijn headquarter in München voor 100 miljoen euro ecologisch opwaarderen en maken tot een ”richtinggevend symbool van duurzaamheid, dat nieuwe maatstaven zet in moderne, urbane architectuur en innovatieve, efficiënte gebouwtechniek.”
Duurzame ontwerpkwaliteit
Beide maatregelen werpen een karakteristiek licht op de rol van de architectuur
en de ontwerper in de duurzaamheidsdiscussie. Vaak beklagen architecten en hun bonden zich, dat de ontwerpkwaliteit tekort komt, temidden van alle vragen naar economische ecologie. Vormgevingskwaliteit is niet meetbaar en bovendien verbonden aan de persoonlijke smaak. Ook met de negatieve argumentatie ”Lelijkheid verkoopt slecht” (Raymond Loewy) komt men niet erg ver. Maar toch tonen beide voorbeelden, dat kwalitatief hoogwaardige architectuur wel degelijk zinvol is. Want ondanks huizenhoge kosten voor de ombouw tot green buildings, zijn het Meier-gebouw van Siemens in München en de twee torens in Frankfurt van de Duitse Bank goede voorbeelden van duurzame architectuur. Want gebouwen die men door een renovatie voor een periode van decennia fit voor de toekomst kan maken, liggen inzake duurzaamheid een ronde voor op iedere nieuwbouw. Tenslotte verbruikt men bij de ecologische reparatie – want dat is zo’n renovatie – beduidend minder energie en grondstoffen dan voor nieuwbouw. Deze besparing is zonder twijfel toe te schrijven aan de kwaliteit van het gebouwde: lelijkheid zou men ook sneller slopen dan esthetische bouwkunst.
Hout slaat alle records
Maar de eigentijdse architectuur heeft zelf ook het nodige te bieden in de duurzaamheidsdiscussie. Met het oeroude materiaal hout werd een heus wapen uit de hoed getoverd. Houten huizen, waarvan de bouwhoogte vanwege brandgevaar in de meeste Europese landen beperkt bleef tot enkele verdiepingen, gelden nu als wegbe-
reiders voor duurzame architectonische vormgeving. De esthetiek staat inmiddels ver af van dat wat ooit als achterlijk bespot werd. Bouwtechnisch onderzoek heeft verbeteringen gebracht wat betreft brandveiligheid en akoestische isolatie van houtbouw. Computergestuurde berekenings- en fabricagemethodes maken het mogelijk om fantasievolle vormen te realiseren. Een van de oudste bouwmaterialen, die men zonder overdrijven als gematerialiseerde zonne-energie en als natuurlijke CO2-opslag kan betitelen, levert nu hoog aangeschreven bijdragen aan een architectuur die grondstoffen ontziet. De nieuwe fabricagemethodes maken bouwwijzen mogelijk die energetisch en ecologisch vaak beter zijn dan bij andere bouwmaterialen. De functionalistische architectonische avantgarde zag hout lang als een conventioneel materiaal, niet geschikt voor eigentijdse architectuurconcepten. Nieuwe ontwikkelingen in de houtbouw logenstraffen deze overtuiging. De opvattingen zijn veranderd. Tegenwoordig kan het natuurlijke bouwmateriaal hout worden betiteld als exponent van en garantie voor toekomstgeoriënteerd duurzaam bouwen. ◆ Meer informatie over het aanbevolen boek ”Bauen mit Holz – Wege in die Zukunft”, dat ook in het Engels verkrijgbaar is, onder de titel ”Building with Timber – Paths into the Future” ............................................................................................
w w w. ra n d o m h o u s e.d e
Van het Verre Oosten tot Europa: expressie in hout Boven: raadhuis in Yusuhara / Japan: de buitengevel laat zich met poorten bijna compleet openvouwen richting het raadhuisplein. Ontwerp:
Kengo Kuma & Associates, Tokio / Japan
Onder: bedrijfsrestaurant met auditorium in Ditzigen / Duitsland: het ”sociale midden” van het bedrijf verbluft met een vijfhoekige vorm, die zelfs is weerspiegeld in de gefacetteerde dakconstructie. Ontwerp:
Barkow Leibinger Architekten, Berlijn / Duitsland
25
Bezoekers die de hoofdingang van het gebouw naderen, zien de golfvorm, die zich uitstrekt tot in de tuin, in zijn volle dimensies.
S
De golf Bedrijfspand van U|S|E AG Door Reinhard Stöhr
Hoeken en punten zoekt men er tevergeefs; de vorm is zacht. Hard zijn enkel de bouwmaterialen. Als een enorme golf uit staal, glas en beton glooit het in wijde omtrek zichtbare gebouw door het kantorenpark Orschel in Reutlingen, in het Zuid-Duitse Schwaben. Een koene constructie, waarin de kracht van de beweging bevroren lijkt te zijn op het hoogtepunt - en toch al in de laatste seconden van haar vergankelijke bestaan. ”De golf” heet het excentrieke gebouw in de volksmond. Een betere metafoor bestaat niet.
26
ucces brachten de vermetele bouwers van de golf de eerste gebruiker van het pand niet: de internationale computer-distributeur Krystaltech Lynx moest de door wulf architekten ontworpen uitdrukking van zijn bedrijfsfilosofie al weer snel verlaten. Weggespoeld door een faillissement. Wat rest, is de intentie van de architect: ”Dynamiek, flexibiliteit en communicatie”. De golf staat voor een doorgestyled gebruiksconcept, op zoek naar een eigengereide vorm. Een vorm die niet bij ieder bedrijf past. Om daarvoor een nieuwe gebruiker te vinden, dat viel de nieuwe eigenaar, een vastgoedbedrijf uit München, niet licht. In USE AG vond men een huurder die het aandurfde om soeverein over de ”Golf” te surfen
DE U|S|E AG: Al bijna een decennium lang is de U|S|E AG in Reutlingen nationaal met veel succes actief als systeemintegrator voor PV, via dochtermaatschappijen zelfs internationaal. Er zijn drie bedrijfs-afdelingen:
Business-unit ”Distribution” Distributie van PV-componenten en complete ready-to-install installaties aan ervaren en geschoolde vakhandelpartners. Business-unit ”Projects” Planning en realisering van compleet opgeleverde grote complexen plus service en monitoring. Business-unit ”Energy Solutions” Planing en omzetting van decentrale en autarke off-grid-oplossingen met gebruikmaking van een energiemix.
Binnen alle business-units gebruikt men producten van hoge kwaliteit, van bekende producenten uit de gehele wereld. Door een gespecialiseerde logistiek is het bedrijf in staat om uit het centrale magazijn, meer dan 10.000 vierkante meter groot, direct en just-in-time te leveren – nationaal en internationaal.
- ook al omdat het bedrijf zelf technologisch een pionier is. De fotovoltaïsche industrie is booming business en het in 2003 opgerichte USE, distributeur en producent van PVsystemen, groeit jaar na jaar met groeicijfers boven de 10 procent. Iets meer dan een jaar geleden verhuisde USE uit het district Böblingen, aan de rand van de Schwäbische Alb. De bedrijfslocaties werden samengevoegd, arbeidsplaatsen gecentraliseerd. ”De golf” is kantoorgebouw en distributiemagazijn voor 50 medewerkers, onder één dak.
Transparent en open
En wat voor een dak! De architecten van de ”Golf” drukten het zo uit: ”De vorm van de gebouwschil weerspiegelt het op dyna-
miek berustende arbeidsproces.” Ingenieur en bestuursvoorzitter Arnold Berens, die als CEO samen met zijn collegabestuurder Daniel Grünauer (COO) het bedrijf leidt, zegt het iets eenvoudiger: ”Het gebouw past uitstekend bij ons: het is transparent en open.” Wie het gebouw de eerste keer betreedt en de grote buitentrap bestijgt richting de administratie, moet zeker zijn dat hij geen hoogtevrees heeft. Het atrium gaat verdieping na verdieping over in een gigantisch ”luchtruim”, waar iedere bezoeker van onder de indruk raakt. Een openheid die bijna overkomt als verspilling van ruimte. Het idee van een alom aanwezige transparantie wordt ook doorgezet in de kantoor-
27
tuin. Maar alleen op het eerste gezicht: ”Wij werken hier met twee teams”. Hoeken met banken en sta-tafels markeren de meeting-zone, waar medewerkers elkaar spontaan kunnen treffen voor korte besprekingen, zonder dat ze vooraf ergens een ruimte moeten reserveren. Daarnaast zijn er natuurlijk ook nog de klassieke individuele kantoorwerkplekken en vergaderruimtes. De complete interieurinrichting van de ”Golf” stamt van Sedus. ”Ons was het niet te doen om de individuele meubelstukken. Sedus heeft ons basisidee domweg het beste begrepen en omgezet in een sluitend ruimteconcept. Wij voelen ons daar zeer in thuis.” ▸▸
DADEN De golf No 6/12
Galerij
Kantoor
1e V.
Verblijf / Magazijn Entree BG Toeleveranciers Kleedruimte
Techniek / Ventilatie
Kantine HG
West
Magazijn, lesvertrekken en administratie zijn boven elkaar gerangschikt, zodat korte verbindingswegen ontstaan. Een atrium en groene hoven scheppen binnen visuele verbindingen.
Afvoer van lucht uit het atrium via daklichten die geopend kunnen worden.
Luchttoevoer atrium via luiken in de zuidgevel.
Door de beluchte dubbele façade dringt daglicht het gebouw binnen. De kantoren zijn via vloerventilatie natuurlijk geventileerd, terwijl de warme lucht via bovenlichten in het dak ontsnapt.
Kunstwerk van klimaattechniek
Een aangename atmosfeer – dat is een kwestie die in veel gebouwen uiteindelijk geregeld wordt in de verwarmingsruimte. Die ruimte bestaat in de ”Golf” als zodanig niet. En ook op alle andere terreinen is in het nieuwe USE-headquarter op het gebied van binnenklimaat en energie zo’n beetje alles anders opgelost dan men zou denken. Geen wonder, bij een bedrijf dat zaken doet met alternatieve en duurzame winning van energie. In de winter een iglo, in de zomer een bakoven: geenszins! Het doel van de architecten was om het verbruik van stroom, hoofdzakelijk voor de koeling, en het verbruik van gas zo gering mogelijk te houden. Daarvoor werd speciaal een 130 meter lang aardkanaal gebouwd, met een capaciteit van 19.000 kubieke meter. Via dit kanaal wordt buitenlucht aangezogen. In de winter dient het kanaal om de buitenlucht te verwarmen, in de zomer om te koelen. Voor de overgangsperiode is een bypass voorhanden. Ook de karakteristieke oostzijde van het gebouw werd op inventieve manier betrokken bij het energieconcept. De grote verglaasde buitenhuid en de vensterschil daarachter vormen samen een dubbele façade, over alle verdiepingen, die permanent natuurlijk geventileerd wordt. De zonwering wordt afhankelijk van de zonne-instraling op de façade geactiveerd. De kantoren en vergaderruimtes worden overdag geventileerd via vloerventilatie. Een zogenaamde ”nachtspoeling” zorgt in de uren voor het begin van de werkdag voor een drievoudige ventilatie. Ook de
28
koeling verloopt via de vloer. Op warme zomerdagen blijven de ramen en deuren gesloten om oververhitting te vermijden.
Groen middelpunt
Naast het reusachtige atrium, is er in het hart van het gebouw nog een beplant ”groen middelpunt”, dat aanvullend dienst doet als opslag en dat ondersteunt bij de natuurlijke ventilatie. Een opmerkelijk contrast met de groene planten vormt het grijze zichtbeton – een tegenstelling, maar alleen op het eerste gezicht. ”Het beton neemt de vochtigheid op en zorgt voor een aangenaam binnenklimaat. Ook bij 35 graden celsius hebben wij altijd nog een heel goed werkklimaat”, aldus Arnold Berens, die geheel terloops iets constateert, dat gezien de dominante architectonische vormentaal van het gebouw in eerste instantie frappeert: ”Hier geldt werkelijk form follows function. Daarom voelen wij ons in de golf ook zo prettig.” ◆ Deze directe link voert u naar U|S|E AG.
............................................................................................
w w w. u - s - e - g ro u p.c o m w w w.w u l fa rc h i t e k t e n .c o m
Het vogelperspectief vanaf de hoogste galerijverdieping biedt een helder overzicht op de met Sedusmeubilair ingerichte open space kantoorverdieping. Alle werkplekken werden gerealiseerd met het temptation systeem. Als draaistoel gebruikt men het model netwin. De middenzones en de loungegebieden van het bedrijf werden vormgegeven met ensembles uit sopha en meet table sta-tafels en het sta-meubel smile. Aan de kantoorbar bieden barkrukken van de serie meet chair de passende zitgelegenheid.
OFFICE-POWER-CHECK No 6/12
90%
100%
Office Power Check
80%
72
70%
%
30% BELANG ▸▸
Tevredenheid, prestatiebereidheid en prestatievermogen van medewerkers staat in directe relatie tot de kwaliteit van kantoren en de vormgeving van de werkplek. Die hebben een direct effect op de efficiency. Sedus’ missie: werken op kantoor tot een winstgevende ervaring maken, voor het welzijn van bedrijf en medewerkers. Sedus heeft daarom geïnvesteerd in het vervaardigen van een unieke tool – de Sedus Office-Check.
◆ Eilanden van rust
50%
60%
GEMIDDELD BELANG
40%
Kantoorkwaliteit is meetbaar
◆ Geluidsniveau ◆ Binnenklimaat
T EVREDENHEID ▸▸
20% 30% 40%
Doe de test! Samen met onderzoeksinstituut Hagstotz ITM ontwikkelde Sedus de valide fundamenten voor een analyse van de optimalisering van het kantoor: van de analyse voor een eerste kennismaking tot die voor een gedetailleerde evaluatie. Doel is om beslissers de mogelijkheid te bieden om concreet optimeringspotentieel in hun bedrijf te lokaliseren en aansluitend aan te wenden, om daarmee een verhoging van het productieve welzijn op de werkplek te kunnen realiseren. Thematische zwaartepunten bij het onderzoek zijn aspecten van welzijn op de werkplek (in verleden, heden en toekomst) en de tevredenheid over verschillende individuele criteria, hun belang in relatie tot andere criteria en de vraag naar de tevredenheid in relatie tot de karakteristieken van
ieders eigen werkplek. Daarnaast komen ook psychologische componenten en de gehele kantooromgeving aan bod. Na de analyse ontvangen deelnemers concrete uitkomsten over de status quo in het bedrijf met betrekking tot de waardering van de werkplek en een concreet overzicht van het verbeterpotentieel. Sedus ontwikkelde het Place 2.5 concept om een nieuwe kantoorcultuur van productief welzijn mogelijk te maken en biedt bedrijven aansluitend op de deelname aan de Office-Power-Check uitgebreid advies over de weg naar een Place 2.5. Tot de positieve effecten van een geoptimaliseerde kantooromgeving tellen – zoals het Fraunhofer-instituut voor Arbeidseconomie en Organisatie heeft vastgesteld – een verbetering van de productiviteit tot wel 36
30
procent en een daling van het ziekteverzuim. Creatieve processen, die vaak niet op de werkplek maar elders ontstaan, kunnen door geïntegreerde plekken voor communicatie en ontspanning ook weer meer in de eigen werkomgeving op gang gebracht worden en tenslotte worden bedrijven ook voor nieuwe medewerkers attractiever. ◆ De directe link naar de Office-Checks
............................................................................................
w w w. s e d u s .c o m / n l / q u i c k - c h e c k
OFFICE-POWER-CHECK No 6/12
◆ Verlichting ◆ Netheid
◆ Interne communicatie Ergonomie van het kantoormeubilair ◆ Kwaliteit van het kantoormeubilair
◆ Sfeer / Kantoorinrichting ◆ Indeling van de ruimte
◆ Individueel afgestemde werkplek
De uitkomsten
◆ Grootte van het kantoor ◆ Woon-werk verkeer ◆ Groen
64
◆ Kleurstelling
◆
%
van de Office-Power-Check in deze portfolio-weergave laten zien wat medewerkers in hun werkomgeving belangrijk vinden en hoe
◆ ontplooiingsmogelijkheden
tevreden zij daarmee momenteel zijn. Rood geeft aan waar de behoefte aan verbetering en de noodzaak om actie te ondernemen het grootst is, daaronder de minder belangrijke factoren. In groen de positieve factoren, die
Gemid d eld e tevreden heid
50% 60% 70% 80% 90% 100%
versterkt moeten worden. Het gele veld toont het potentieel dat voor verbetering in aanmerking komt.
Uw mogelijkheden:
CONTACTPERSONEN:
Partner van de Sedus Office-Checks is Hagstotz ITM – Research & Consulting. Deelname en evaluatie zijn mogelijk in het Duits, Engels, Frans, Spaans, Italiaans en Nederlands.
Duitsland: Frank Willmann
[email protected] Tel. +49 7751 84-325
1. Office-Quick-Check − simple Kostenloze online-survey met uitgebreide online analyse van de vragen. 2. Office-Quick-Check − complete Online-survey met uitgebreide online analyse van de vragen. Deelname door een leidinggevende, die uit naam van zijn of haar afdeling alle vragen beantwoordt. Een registratie is vereist en de kosten voor deelname bedragen 95 euro excl. btw. 3. Office-Power-Check U bent geinteresseerd in een uitvoerig advies? Deelname aan de Office-Power-Check biedt u vele mogelijkheden om de randvoorwaarden van uw werkomgeving goed in beeld te krijgen en te verbeteren, op basis van een analyse van een medewerkersurvey. Hiervoor kunt u contact opnemen met een van onze contactpersonen. Zij maken graag een afspraak met u.
31
Andere landen: Tatjana Kalt
[email protected] Tel. +49 7751 84-289
IDEEËN Goed verzorgd groen No 6/12
Goed verzorgd groen Klanklichamen, hangende tuinen, watervallen, vloeren met zand, lounges, kinderopvang – wereldwijd spannen bedrijven zich in om hun medewerkers meer te bieden dan alleen een vaste werkplek. Kantoren als micro-organismen worden een belangrijke imago-factor. Het groene interieur krijgt daarin tegenwoordig al bijna de rol van wondermiddel voor geest, lichaam en ziel. Door Michael Mayer
INDOOR LANDSCAPING verklaard Het tegendeel van het door architecten en tal van bedrijven verachtte gebruik om op de werkplek privéjungles aan te leggen, is als begrip nog niet overal doorgedrongen. Maar wie om esthetische of hygiënische redenen tegen het individueel beplanten van de werkplek is, zou eens moeten investeren in een professionele groene interieurinrichter.
32
IDEEËN Goed verzorgd groen No 6/12
�Dommerds rennen, slimmerds wachten, Zij die wijs zijn, zijn in de tuin.� Rabindranath Tagore 1861–1941
Een plantenwand over meerdere verdiepingen zorgt op het hoofdkantoor van modebedrijf Diesel voor frisse lucht.
D
e niet te stoppen opkomst van een ”groene” levensvisie heeft ook bedrijven gegrepen. Naast het in de bedrijfsfilosofie vastgelegde duurzaamheidsprincipe – met al zijn facetten – zijn natuur in een gebouw, gras aan de wanden of hele bomen in een vertrek niets ongewoons meer. In tegendeel: de moderne kantoormens verwacht en stimuleert steeds vaker een werkomgeving die op een natuurlijke wijze welzijn en gezondheid stimuleert. Deze verwachtingshouding en de algemene ommekeer in de manier waarop gewerkt wordt, gaat vergezeld van de behoefte van bedrijven aan een maatschappelijk geaccepteerde branding – en die ziet er steeds vaker groen uit. Want groen staat voor natuur, duurzaamheid en moderniteit. Nu zijn planten op kantoor niets nieuws. In bepaalde branches waren ze een tijd lang zelfs uit den boze. Maar wie het tegenwoordig heeft over groene interieurs ▸▸
IDEEËN Goed verzorgd groen No 6/12
In aantrekkelijke plantenbakken, als hangende tuinen of als groen schilderij, als ruige arrangementen – voor iedere binnensituatie is het juiste groen te vinden.
OPWEKKENDE OASES Contrapunten in groen Planteneilanden lenen zich bij uitstek voor kantoortuinen en ruim opgezette lounges, voor foyers en trappenhuizen. Ze verbeteren niet alleen het binnenklimaat, maar kunnen ook als scheidingswand en rustpunt de kwaliteit en ambiance van een werkplek verbeteren.
in bedrijven, die bedoelt vooral professioneel vormgegeven groene kantoorlandschappen. Deze onderscheiden zich door een harmonieus totaalconcept, dat diverse aspecten in zich verenigt. Daaronder niet alleen de aantoonbare verbetering van het binnenklimaat door groene planten, maar ook de daarmee samenhangende algemene effecten op gebied van sfeer, inrichting, kleur, licht, geur en akoestiek. Al naar gelang de gewenste positionering, uitdrukking en stijlrichting, kunnen hierbij individuele accenten worden gezet. Een werkelijk natuurlijk effect echter heeft de groene interieurinrichting, een ingreep die zich voor bedrijf en medewerkers in gelijke mate uitbetaalt.
Planten op kantoor zijn gezond
Het begroenen van foyers, binnenhoven, trappenhuizen, entrees en kantoren is in vele bedrijven een vast bestanddeel van het gezondheidsmanagement. En daar
zijn ook veel goede, zij het niet dwingende gronden voor: planten werken als natuurlijke akoestische isolatie, zorgen voor vochtigheid in de lucht, nemen kooldioxide op en geven zuurstof af. Ze filteren schadelijke stoffen uit de lucht en bevorderen tijdens het werk het psychische welzijn. Planten zorgen voor geestelijk evenwicht, vergroten de arbeidsvreugde en de tevredenheid, werken stressverminderend en doen de gezondheid goed. Hoe meer planten er in een vertrek staan, des te groter is het positieve effect. Een intern onderzoek bij BMW, met de titel ”Het groene bureau als bescherming van de gezondheid” bevestigde al jaren geleden de subjectieve positieve effecten van groene ruimtes met wetenschappelijk meetbare data. Die data hadden betrekking op parameters als temperatuur, luchtvochtigheid, CO2, belasting door kiemen, concentraties van gevaarlijke stoffen en akoestiek. Zo stelde men bijvoorbeeld vast dat op een groen kantoor de gemeten belasting met kiemen 70 procent minder was dan in een standaard kantoor. Fijnstofmetingen brachten aan het licht, dat planten ook gevaarlijke stoffen als formaldehyde, benzol, aceton en nicotine afbouwen.
Planten helpen kosten besparen
Naast de positieve effecten van planten op gezondheid, welzijn en motivatie, zijn er ook positieve economische effecten. Want: wie gezond is en zich goed voelt, bespaart het bedrijf ziekteverzuimdagen. Volgens
34
bevindingen van het intiatief”Gezond groen op de werkplek” van het Nederlandse Instituur voor Gezondheid en Ziektepreventie NIGZ verminderen door groene interieurs klachten als vermoeidheid, hoofdpijn, hoesten en irritatie van de ogen tot wel 30 procent. In een ander opzicht spreken de ervaringen van het bedrijf Indoorlandscaping in het Duitse Trier duidelijke taal als het bijvoorbeeld gaat om besparingen op de stookkosten. Ondersteund door het principe van passieve verdamping, word de relatieve luchtvochtigheid van 40 procent met vijf procent verhoogd. Daardoor kan de ruimtetemperatuur worden verlaagd van 24 naar 22 graden – de behaaglijkheid blijft hetzelfde, bij een totale besparing van ongeveer twaalf procent op de stookkosten. Indoorlandscaping positioneert zich als ”agency for new green strategies” en ontwikkelde onder andere groene kantoorlandschappen voor de vestiging van de Bank of America in Charlotte en de hangende tuinen in de luxe winkelpassage”Fünf Höfe” in München.
Planten zijn kunst, zijn architectuur
Wie ervaart overdadig groen nou niet als streling voor het oog? Aan de mensen van de 21ste eeuw zenden planten precies dezelfde positieve signalen uit als aan de oermens: zekerheid, voeding, water. Zo beschouwd wekt het geen verbazing, dat de Franse botanicus Patrick Blanc, geïnspireerd door een reis naar Thailand, in 1982 de eerste verticale tuin aanbracht aan zijn eigen huis. Onderwijl heeft hij, naast vele projecten in opdracht van ster-architecten Herzog & de Meuron, een 600 vierkante meter grote wand tegenover het Prado in Madrid vormgegeven en de groene wanden van het Museum Quai Branly van Jean Nouvel in Parijs. Geheel in de traditie van de Fransman Patrick Blanc, ziet het Italiaanse bedrijf Sundar Italia uit Lonigo in Venetië zich als specialist voor verticaal groen. Een van de prominentste projecten van het bedrijf is het verzorgen van het groen van de nieuwe centrale van het eveneens Italiaanse mode-imperium Diesel, ten oosten van het Gardameer. Momenteel vindt het groen maken van architectuur zijn culminatiepunt in de projecten van architectenbureau WOHA
IDEEËN Goed verzorgd groen No 6/12
�Enkele van Paul Rudolphs onrealistische megastructuurspeculaties voor New York – met raadselachtig afhangende kaartenhuisjes uit beton, die half Manhattan moesten bedekken – staan 25 jaar na hun oorspronkelijke conceptie tamelijk verloren onder de palmen van Singapore. Is Singapore toeval of een symbool? Is Singapore nu een plek waar plannen die elders ontstonden, gerealiseerd worden? Heeft het terrein der mogelijkheden zich verplaatst?� Rem Koolhaas
Aanzicht van een verticale stad die kan ademen.
Ontwerp: WOHA Architects / Rendering: Obilia
in Singapore. Bij de beschrijving van dit project komen woorden naar boven die in het architectenjargon meestal niet gebruikt worden: harig, pelsachtig, borstelig. WOHA-oprichters Wong Mun Sum en Richard Hassell stelden zich hun idee van een zichzelf beschaduwend gebouw zo voor, anders dus dan een glad, sjiek gebouw. Als typisch staaltje van tropische hoogbouw, oriënteert het werk van WOHA zich op traditonele woonvormen in Zuid-Oost Azië. Voor 2014 staat een 30-verdiepingen hoge toren gepland, die over de complete hoogte moet worden verhuld door een rijk overwoekerde, pergola-achtige structuur. En dat is het eigenlijk interessante aan de geschiedenis van interieur, architectuur en planten: dat het groen eerst binnenshuis gehaald werd, om er nu weer uit te groeien. Terug naar de natuur, zogezegd. Maar terug naar het kantoor: daar staat het merk Sedus sinds de beginjaren, meer
dan 140 jaar geleden, voor een duurzame, milieubewuste en op de gezondheid van de mensen georiënteerde bedrijfsfilosofie. Met het concept ”Place 2.5 – de nieuwe emotionele cultuur van het kantoor ” biedt Sedus vrijwel alles, wat mensen op kantoor belangrijk vinden. ◆
TOEKOMSTVISIES Groene ommanteling voor gebouwen Architectenbureau WOHA uit Singapore ontwerpt verticale steden (zie boven), waarin bouwstructuur en begroeiing een symbiose aangaan.
............................................................................................
De planten dienen als zonwering en
w w w. h e a l t h y g re e n a t w o r k .o rg w w w. i n d o o r l a n d s c a p i n g .d e w w w.v e r t i c a l g a rd e n p a t r i c k b l a n c.c o m w w w. s u n d a r i t a l i a .c o m w w w.w o h a - a rc h i t e c t s .c o m
dragen bij aan de koeling. En pas-
35
sant verbeteren ze de luchtkwaliteit van de stad. Op de doorlopende horizontale verdiepingen kunnen ook moestuinen worden aangelegd.
MENSEN Interview No 6/12
Investeren met een goed geweten Interview met Sabine Döbeli
Als fenomenen uit de financiële crisis hebben grenzeloze hebzucht en een korte-termijnstreven naar winst wereldwijd het imago van talloze banken beschadigd. Ook daarom willen steeds meer klanten hun geld ethisch correct en vooral duurzaam beleggen. Waarom de bank Vontobel "duurzaam vermogensmanagement" aanbiedt, verklaart Sabine Döbeli, hoofd duurzaamheid van de Vontobel-groep.
Inter v ie w: Michael Mayer
Sabine Döbeli, het begrip duurzaamheid duikt tegenwoordig in bijna ieder zakelijk bericht op – en niet alleen bij internationale bedrijven. Is duurzaamheid als waardebegrip voor een Zwitserse privébank niet van oudsher een existentieel ondernemersprincipe? Wanneer we alleen spreken van duurzaamheid in de zin van langdurend, ja. Het begrip omvat volgens ons echter duidelijk meer en omvat ook de volgende aspecten: allereerst de integratie van een langdurende visie op het vak van beleggen door de inachtneming van de thema’s van de globale verandering op het gebied van de economie, de maatschappij en het milieu en daarmee een betere beoordeling van
kansen en risico’s. Op de tweede plaats omvat het de verantwoordelijkheid als bedrijf jegens alle belangrijke groepen waarmee wij te maken hebben, waaronder langdurige zakelijke betrekkingen met klanten en toeleveranciers. En dan is er nog het zien van de maatschappelijke verantwoordelijkheid. Duurzaamheid, danwel duurzaam vermogensmanagement is een centrale belofte die u aan uw klanten doet - wat betekent dat concreet? Duurzaam vermogensbeheer is erop gebaseerd dat de analyse zich niet enkel beperkt tot louter financiële criteria, maar aanvullend ook rekening houdt met
36
milieuthema’s, sociale en governancethema’s. Doel daarvan is, een omvattend beeld te vergaren van de kansen en risico’s van een bedrijf en daarmee uiteindelijk betere beslissingen te nemen en risico’s te minimaliseren. Waarop – dus bijvoorbeeld op welke beleggingsvormen – zullen duurzame vermogensstrategieën zich in de toekomst concentreren? Duurzaamheidsaspecten laten zich in bijna alle beleggingsklassen of -instrumenten integreren. Het verst ontwikkeld zijn wat dat betreft de aandelen en obligaties. Maar ook voor vastgoed en hedgefonds zijn er passende benaderingen. De
MENSEN Interview No 6/12
identificatie van thema’s die ontstaan uit de globale veranderingen, dus bijvoorbeeld op gebied van energie, waterschaarste of demografie, hoort daar evenzeer bij. Wij geloven dat de ontwikkelingen niet beperkt blijven tot één gebied, maar dat de toenemende integratie van dergelijke aspecten in alle beleggingsvormen al aan de gang is. Welke aantoonbare effecten voor maatschappij en milieu heeft het duurzaamheidsprincipe van uw bedrijf? Onze financiële analisten confronteren bedrijven met vragen over verschillende duurzaamheidsthema’s waarin ze bepaalde risico’s zien. Dit zorgt ervoor, dat deze thema’s bij de bedrijven meer aandacht krijgen. Wij nemen ook deel aan initiatieven die gemeenschappelijk met andere investeerders worden doorgevoerd. Zo kan de dialoog nog meer effect ontvouwen. In diverse organisaties engageren wij ons actief voor meer duurzaamheid in de financiële sector. Bijvoorbeeld op het forum over duurzaam geld beleggen. Ook als mede-oprichter van de Zwitserse klimaatstichting leveren wij een actieve bijdrage. In ons eigen bedrijf proberen we onze milieubelasting doorlopend te verminderen, bijvoorbeel door de inzet van energiebesparende apparaten of de optimalisering van onze gebouwen. Familiebedrijven zijn in eerste aanzet vaak al duuzamer dan concerns die geleid worden door een management. Waarom zijn succesvolle duurzaamheidsstrategieën van familiebedrijven zo moeilijk over te hevelen naar genoemde concerns? We hebben het hier over een klassiek principal-agent-problem. Ingeschakelde managers hebben vaak bijna al dwangmatig een korte-termijnvisie, korter dan die van eigenaren, omdat ze de aandeelhouders regelmatig (tenminste eens per jaar) goede cijfers moeten presenteren. Duurzaamheid vraagt echter vaak een langere tijdshorizon. Zo zijn er maatregelen, die zich niet binnen heel korte tijd laten amortiseren – of waarvan het nut niet heel direct gemeten kan worden.
Hier is dus een bestuursraad nodig die denkt op lange-termijn en de stimulansen voor managers juist positioneert. De regelingen over opvolging zijn in bedrijven onder leiding van een eigenaar en in familiebedrijven een strategische ”duurzame” succesfactor voor de toekomst. Wat kan danwel moet een bank hierbij presteren?
Een bank moet ervoor zorgen, dat talenten gestimuleerd worden en medewerkers in een bedrijf ook op lange termijn hun know-how uitbouwen. Daar hoort ook het aanbieden van goede condities voor de medewerkers bij, scholing en nascholing. Ook het onderhouden van een goede bedrijfscultuur vormt hier een belangrijk element. Ook dat hoort uiteindelijk bij een duurzame bedrijfsvoering. Welke ervaringen heeft u, op grond van uw duurzame positionering als bedrijf, opgedaan met recruiting? Dat wij op het gebied van duurzaamheid goed gepositioneerd zijn, is zeker iets dat door potentiële medewerkers positief wordt waargenomen. In recruitinggesprekken worden wij bijvoorbeeld aan-
37
gesproken op onze innovatieve duurzame beleggingsproducten of op het feit dat wij klimaatneutraal zijn. Ook het maatschappelijke engagement stoot op een positieve ontvangst. De financiële sector ondervindt wereldwijd toenemend kritiek. Hoe kan een werkelijk duurzaam financieel managementsconcept aan geïnteresseerde doelgroepen geloofwaardig worden overgedragen? Op beleggingsgebied is het belangrijk dat transparant over criteria en processen en over de effecten en het profijt van duurzame beleggingen wordt geïnformeerd. Ook belangrijk is, dat klantenadviseurs op banken op deze gebieden geschoold worden. Tenslotte zijn zij het die dergelijke producten ook onder de aandacht van de klanten moeten brengen. Ook die klanten dragen echter een verantwoordelijkheid: een lange-termijnperspectief op het succes van een belegging vormt de basis voor een verbeterde integratie van duurzaamheid. Een persoonlijk slotwoord in dit interview: wat is uw boodschap als het gaat om een duurzame ontwikkeling van de financiële wereld? Duurzaamheid is geen tegenstelling van economisch succes, het is een belangrijke voorwaarde. Tegen de achtergrond van dringende problemen zoals de bevolkingsgroei en de schaarte van ressourcen, zal het steeds meer een economische noodzaak worden om wat dat betreft meer rekening te houden met de kansen en risico’s. De financiële markten hebben dus ook een belangrijke verantwoordelijkheid als het gaat om het bijdragen aan een duurzame ontwikkeling. Vontobel heeft dit erkend en werkt er aldoor aan de integratie van dergelijke thema’s nog meer in de zin van de klant om te zetten. ◆ Uitvoerige informatie over Vontobel AG
w w w.v o n t o b e l .c o m
LEVEN Urbane toekomst No 6/12
Urbane toekomst Komt zij uit de woestijn? Door Joachim Goetz
MASDAR CITY Abu Dhabi / Verenigde Arabische Emiraten Masdar – dat betekent in het Arabisch bron – is veel meer dan een ecostad in Abu Dhabi, op 30 kilometer afstand van de hoofdstad en dichtbij de internationale luchthaven. Hier neemt het visionaire idee van een door en door duurzame stad vorm aan: als stad in de woestijn – met alle nukken en euforie van dien.
Toegegeven, het klinkt als een utopie: een nieuwe stad, zes vierkante kilometer groot, voor 50.000 inwoners, midden in de woestijn – zonder afval, zonder CO2-emissie, zonder auto’s. Alles rondom milieuvriendelijk en met architectuur van wereldklasse van Norman Foster. En zonder beperkingen op gebied van levenskwaliteit en comfort – in tegendeel. Althans, volgens de ontwerpers en investeerders.
M
aar Masdar – zo heet de stad – is veel meer dan alleen maar de ecostad van de toekomst in de woestijn van Abu Dhabi, op 30 kilometer afstand van de hoofdstad en dichtbij de internationale luchthaven. Masdar – Arabisch voor bron – is een visionair, veelzijdig projectidee dat momenteel vorm krijgt in de gedaante van een stad in de woestijn – met alle nukken en euforie van dien. De aanvang van het project was ook niet de stad van Foster + Partners, maar de realisatie van het ”Mas-
38
dar Initiative”. Budget: 20 miljard dollar, afkomstig van een staatsfonds. Maar deze oliedollars worden niet eenmalig geïnvesteerd in staal, steen en glas. De investering moet ook vrucht dragen. Men kan de stad (waarvan inmiddels zo’n tien procent gebouwd is en die naar verwachting in 2030 tot volle wasdom zal zijn gekomen) ook zien als een soort kantoor met showroom. Men kan er ervaren en zien hoe een stad zichzelf met een eigen zonne-energiecentrale voorziet van hernieuwbare energie. Water wordt geproduceerd door met zonne-energie aangedreven ontziltingsinstallaties en het energieverbruik per inwoners is nog slechts 25 procent van het huidige verbruik.
Inclusief scholingsinitiatief
Onderwijl staat ook het pulserende hart van het project, het Masdar Institute. Onderdeel van Masdar is namelijk ook een wereldwijd initiatief voor scholing. Samen met het MIT (Massachusetts Institute of ▸▸
Zonsopgang boven de veelbelovende bouwplaats van Masdar City.
Masdar City moet een wereldwijd schoolvoorbeeld en een experimenteel onderzoeksobject voor urbane duurzaamheid worden. den tegen hitte, stof en zon. De uitkomsten van Fosters woestijncheck vloeiden direct in het concept van de nederzetting. Maar ook de esthetische vormgeving werd, tenminste deels, – zoals bijvoorbeeld de windtoren laat zien – beïnvloed door historische voorbeelden. De bruinrood gekleurde betonschotten die de wanden van de woningen schaduw verlenen, herinneren aan mashrabiya, de halftransparante houten wandschermen die men in hier van oudsher gebruikt om mannen en vrouwen te scheiden. En de muur die de stad omsluit, moet beschermen tegen het stof van zandstormen.
High-tech voor de zonwering Het project Masdar wordt in verschillende fasen gerealiseerd. Momenteel wordt het vierkante deel van de stad, voor in beeld, gebouwd. Zonne-energie-installaties en groene zones komen buiten de stad te liggen.
Technology) sticht men de eerste universiteit ter wereld die zich enkel en alleen richt op hernieuwbare energie. Hier studeren niet alleen 170 postgraduate studenten, hier worden ook hernieuwbare producten ontwikkeld, duurzame ideeën rijp gemaakt voor seriematige productie. Als alles goed gaat, redt dit niet alleen het klimaat, maar behoedt het ook het ooit olieloze emiraat voor het afglijden in een toekomst van armoede en onbeduidendheid. Een ontwikkelingsmaatschappij en een speciale economische zone moeten daarvoor gaan zorgen.
Richtinggevende stedebouw en architectuur – oude methodes gecombineerd met nieuwe ideeën
Vooruitstrevend is ook het stedebouwkundige en architectonische concept. Terwijl in het nabijgelegen Abu Dhabi overal hoogbouw uit staal en glas staat, bekoort Masdar met een bijna kleinsteedse charme. Dicht
op elkaar staande panden van maximaal zes bouwlagen verminderen de zonne-instraling, net als het noordwest en zuidoost georiënteerde wegennet. De ontwerpers vonden het belangrijk om zo weinig mogelijk zon op straat te hebben, zodat deze in de zomer niet te zeer opwarmt en vervolgens de ondraaglijke hitte van onderaf uitstraalt naar de voetgangers. Bovendien versterkt de dichte rangschikking van gebouwen de wederzijdse schaduwwerking en stimuleert het ontstaan van een natuurlijke, verkoelende wind. Een ander kenmerk is de windtoren, die niet alleen hete lucht onttrekt aan de stegen, maar andersom ook koele lucht in hogere luchtlagen opvangt en in de stegen leidt. Dat hebben de geniale architecten allemaal niet zelf bedacht. Toen zij de opdracht kregen voor de bouw van Masdar, hebben zij eerst gekeken naar de wijze waarop de mensen in de woestijn zich voor de uitvinding van de airconditioning in hun steden bescherm-
40
Overigens worden ook high-tech bouwmaterialen ingezet – en wel bij de isolatie van de façades. Men test hier verschillende methodes voor de solaire koeling. Zo zijn de decoratieve betonnen hekwerken versterk met glasvezel, de vensters van het instituutsgebouw worden beschermd tegen de verzengende hitte door met gas gevulde plasticbekleding. Maar het echte techniekparadijs bevindt zich onderaards, onder het plaveisel van de straat. Daar worden de bewoners met één druk op de knop van een display naar hun gewenste bestemming vervoerd, in op afstand bestuurde, futuristische capsules die met elektromotoren over rails rijden – het uitstappunt is altijd minder dan 200 meter verwijderd van de eigenlijke bestemming. Ook het water, gewonnen uit ontziltingsinstallaties die draaien op zonne-energie, bereikt via deze onderaardse verdieping de gebouwen. Afvalwater komt in Masdar niet voor. Met gebruikt water worden de planten in de stad en de velden besproeid. Met het afval is het van hetzelfde laken een pak. Een groot deel zal worden omgezet in energie, het composteerbare deel wordt
De blik op de toekomst is mooier dan Parijs. De boulevards in de voltooide universiteitsstad Masdar worden uitsluitend gebruikt als verkeersader voor emmissievrij lokaal vervoer. Zo kan men er in een multiculturele omgeving, vrij van uitlaatgassen, ontspannen genieten van een koffie onder palmen.
gecomposteerd. Voor het overige wordt uitsluitend gebruik gemaakt van recyclebare verpakkingen – een noviteit.
Futuristische techniek
Een noviteit is ook de techniekcentrale, die ietwat herinnert aan niet erg aangename toekomstvisioenen van George Orwell of Aldous Huxley. Vanuit deze centrale kan weliswaar niet de monitorbewaking voor iedere individuele studentenslaapkamer aan en uit worden geschakeld, maar wel iedere koelkast in Masdar. Bij buitentemperaturen van meer dan 50 graden kunnen altijd problemen ontstaan met de energieneutraliteit, vanwege de klimaat-installaties. Dan worden de groene lampjes in de centrale en op de grote toren in Masdar namelijk direct rood. Op dat moment worden de koelkasten gedurende korte tijd uitgeschakeld door de centrale. Daarnaast waakt de centrale ook over de temperatuur van de interieurs, die niet, als
in de naburige energievreters in de hoofdstad ,16 graden bedraagt, maar 25 graden. Het smart grid, het intelligente stroomnetwerk, noteert nauwgezet het energieverbruik van iedere individuele stekkerdoos in Masdar. Het kan zelfs zien, wie op welk moment hoeveel stroom verbruikt. Daarmee wil men het bewustzijn wat betreft het energieverbruik scherpen. De centrale laat ook zien welke apparaten en welke handelingen bijzonder veel stroom verbruiken. Zo wordt zichtbaar waar nog energie bespaard kan worden,wat op zijn beurt weer kan leiden tot energiebesparende producten en ideeën. En daarmee wil Abu Dhabi ooit eens het grote geld verdienen. De projectleiders zweven ook al case studies voor ogen die herinneren aan medische of sociologische onderzoeken. Zo mag één groep zonder beperkingen energie verbruiken, de tweede groep ontvangt bepaalde aanwijzingen, de derde groep wordt op energieverbruik streng gecontroleerd. ▸▸
41
LOKAAL OPENBAAR VERVOER Idee voor de toekomst Tot 40 km/h bewegen de rollende cabines zonder bestuurder van het Personal-Rapid-Transit-Netwerk door de metrobuizen van Masdar City. De elektrisch aangedreven voertuigen, ontworpen door het Nederlandse bedrijf 2getthere, brengen de passagiers met één druk op de knop en zonder wachttijden naar hun bestemming.
De gebouwen van het Masdar Institut Campus zijn een modelvoorbeeld van duurzaamheid. Ze gebruiken minder dan de helft aan energie voor koeling dan normale gebouwen in de regio. 30 procent van de stroom wordt geleverd door een PV-installatie op het dak.
Door schade en schande leren
MASDAR INSTITUTE: Duurzaamheid studeren Met 170 zorgvuldig geselecteerde postgraduate studenten opende in het semester 2010/2011 het Masdar Institute of Science and Technology. Het is wereldwijd de eerste TU die zich uitsluitend richt op ecologische duurzaamheid op basis van hernieuwbare energie. De studenten worden via projecten betrokken bij de stedebouwkundige planning en de bouw.
Natuurlijk bleven ook problemen niet uit, tijdens de bouw. Dat leidde in 2010 tot een door de sultan verordende denkpauze, waarbij het project gedurende korte tijd zelfs op de klippen dreigde te lopen. Zo is de tien-megawatt-zonnecentrale met zijn 80.000 modules uitgesproken onderhoudsintensief. Hoge temperaturen en stof verslechteren de effectiviteit, zodat de panelen iedere dag handmatig moeten worden bevrijd van woestijnstof. Thermische isolatie is door de hitte al gesprongen. En van de tot 40 km/h snelle minigondels zonder bestuurders zal men in de volgende bouwfases naar verwachting afzien: de gondels haperen en staan ondertussen onverrichterzake ergens ondergronds, als in een slecht onderhouden metro. Maar Mitsubishi staat al in de rij – en heeft tien auto’s ter beschikking gesteld. In Masdar wil men vasthouden aan het afzien van verbrandingsmotoren. Maar
42
de afkeer voor elektrische auto’s lijkt inmiddels overwonnen.
De industrie doet mee
De samenwerking met grote concerns lijkt inmiddels sowieso opperbest te draaien. Masdar en Eon bijvoorbeeld plannen gezamenlijk een windpark – en wel wereldwijd. Sinds 2008 beheren zij samen London Array, in de monding van de Theems, met 1.000 megawatt het grootste offshorewindpark ter wereld. Ondertussen kijken de twee ”strategische partners” al naar projecten in de USA en Spanje. Bovendien hebben zij een joint venture opgericht, om projecten voor CO2-beperking te ontwikkelen. Daarmee willen zij in het Nabije en Midden-Oosten, in Afrika en Azië de uitstoot van schadelijke gassen bij energiecentrales en industriële installaties aanzienlijk reduceren – bijvoorbeeld door de installatie van warmte-kracht-koppeling en het afdichten van gasleidingen. Met Siemens,
Het eerste architectonische highlight is het centrale binnenhof op de campus van het Masdar Institute.
dat zelfs zijn vestiging in de regio verplaatste naar Masdar, ontwikkelt men intelligente stroomnetwerken, intelligente gebouwtechniek en technologie voor de afscheiding van CO2. Alles bij elkaar kunnen zich in Masdar tot wel 1.500 innovatieve bedrijven vestigen. Andere partners van naam zijn General Electric, BP, Shell, Rolls Royce, Total, Mitsui, Fiat en het Duitse zonne-energiebedrijf Conergy. BASF en Bayer huren in de stad eveneens een onderkomen. Maar niet alleen industriële bedrijven geloven in Masdar. Sultan Al Jaber, hoofd van het Masdarbedrijf, is overtuigd: ”Op een dag zullen alle steden zo gebouwd zijn als deze”. De projectleider van Foster voor Masdar, Gerard Evenden, denkt dat het voor de woestijn ontwikkelde project overdraagbaar is op andere klimatologische omstandigheden. Men moet de optimale zon-wind-positie vinden. Daarvoor heeft men passieve controlesystemen nodig, zoals isolatiematerialen, bronnen van schaduw en dergelijke. Daar komen dan nog de actieve energiewinners bij, zoals PV, windmolens of waterkrachtwerken.
Voorbeeldkarakter
Ondanks de vele problemen, zien ook andere experts in de eco-stad het grote voorbeeld voor ”smart cities”. Surendar Chandrasekar van het ondernemensadviesbureaus Frost & Sullivan is van mening dat tot 2020 wereldwijd 110 van dergelijke streng op duurzaamheid en alternatieve energie gefocuste steden zullen ontstaan. Hij zegt: ”Masdar City is een knooppunt van onderzoek en ontwikkelt oplossingen voor een duurzaam stadsleven.” Masdar is zonder twijfel een experiment, waarin de mensheid probeert technologische vooruitgang te combineren met dringend noodzakelijke ontwikkelingen die
Het wetenschapscentrum, met daarin de universiteitsbibliotheek, bevindt zich op de zuidelijke hoek van de campus. Een enorm schelpvormig scherm zorgt voor schaduw op vensters en buitengevels. De stekelvormige plooien in het dakvlak verhinderen de opwarming.
leiden naar een duurzame levenswijze. Dat herinnert velen misschien aan steden die men ooit eens op verre planeten wil bouwen. Want het stemt toch tot nadenken dat uitgerekend een project als dit moest ontstaan op een plek die voor menselijk leven zo ongeschikt lijkt. Anderen beangstigt het idee om te moeten leven in zo’n gereglementeerde, kunstmatige omgeving. Maar de toekomst van de stad is ook niet nieuwbouw in de woestijn, maar duurzame aanpassing van bestaande bouw. Tenslotte hebben ook de talrijke ideale steden, van Palmanova uit de Renaissance tot Brasília uit 1960, de ontwikkeling van de stedebouw blijvend veranderd − maar zonder navolgers. De mens leeft nu eenmaal niet op brood alleen. Zeg nou zelf: wie wil er nou leven zonder de schoonheid van steden als Parijs, Amsterdam, New York – zelfs als die ontsierd zouden zijn door een beetje gesprongen isolatiemateriaal? ◆
43
Directe link naar Masdar City Project
............................................................................................
w w w. m a s d a rc i t y. a e / e n w w w. m a s d a r p v.c o m
Een black dot is in een handomdraai uit elkaar gehaald. Alle bestanddelen kunnen in een paar minuten gedemonteerd en gesorteerd worden. 44
KENNIS De grote eerlijkheid No 6/12
De grote eerlijkheid Milieu-aspecten verhelderd: de black dot black dot Door Dorothea Scheidl-Nennemann
Bij industriële producten zijn de belangrijkste duurzaamheidsaspecten, naast de doelmatigheid, een hoge design- en materiaalkwaliteit. Er is al veel gewonnen als een gebruiker lang plezier heeft van een product omdat het esthetisch duurzaam is en lang voldoet aan gestelde eisen. Als bij de materiaalkeuze, verwerking en toeleverketen rekening wordt gehouden met belangrijke milieu-aspecten, dan heeft dat een positief effect op de CO2-balans en de CO2-footprint. Hetzelfde geldt voor recyclebaarheid en afvalstroom. Onder de loep: de kantoordraaistoel black dot.
M
et de CO2-balans wordt de totale gemeten kooldioxide-emissie bedoeld, die ontstaat door bijvoorbeeld een activiteit of leefstijl van een mens, een organisatie, een land of door de vervaardiging van een product. Samen met andere broeikasgassen die vrijkomen in de atmosfeer, worden CO2-emissies als belangrijke veroorzakers gezien van de globale klimaatverandering. Tegensturen is mogelijk door compleet af te zien van
Ecologische kenmerken: milieuschadelijke maatregelen en de fabricage van producten, een minimalisering hiervan of door compensatiemaatregelen. Onder dat laatste vallen bijvoorbeeld klimaatbeschermingsprojecten zoals het herbebossen van bosgebieden of het benutten van alternatieve methoden voor energiewinning – in zoverre de installatie hiervan met betrekking tot hun duurzaamheid bewezen zinvol is. Ook al bloeit de handel in emissies deels op, en bezitten de wegen naar bio-energie deels alleszins controversiële discussies en kritische elementen, die pogingen demonstreren tenminste alternatieve wegen en de bereidheid deze wegen te betreden. Een compleet afzien van consumptie demonstreert echter – waar zij mogelijk is – de meest consequente houding met het beste resultaat, gevolgd door bewuste consumptie of bewuste investering. Ergo: intelligent inkopen moet het motto zijn en de gebruiksduur van producten zoveel mogelijk verlengen – het tegendeel dus van de wijdverbreide wegwerpmentaliteit. ▸▸
45
••Stoffering is niet gelijmd ••TOXPROOF gecontroleerd op schadelijke stoffen – gebruik van niet-giftige en emissie-arme materialen
••GREENGUARD Indoor Air Quality Certified
••Schuimen vrij van FCKW ••Voldoet aan de eisen uit de ÖkoTex-Standard 100
••Produktie naar EMAS III milieumanagement en ”Made in Germany”
••Produktie volgens DIN ISO 14001 milieumanagement
Service: ••Milieuvriendelijke, composteerbare, recyclebare verpakking
••Duurzaam ••Eenvoudige vervanging van onderdelen
••Eenvoudige demontage ••Wereldwijde service ••10 jaar vervanging van onderdelen ••5 jaar algemene garantie en 30 jaar op het Sedo-Lift-mechanisme
KENNIS De grote eerlijkheid No 6/12
�Producten slijten met de tijd, krijgen een patina, wat een algemeen gegeven is en daarom door klanten ook niet bekritiseerd wordt. Vooropgesteld dat de slijtage aan de oppervlakken en materialen pas laat inzet, na een acceptabele verloop van tijd.� Michael Kläsener (designer van de ”black dot”)
1% wol
Recyclebare materialen
41% kunststof
22% staal
Middelste aandeel recyclaten in de grondstof
36% aluminium
Aandeel licht hernieuwbare grondstoffen
Een black dot is voor 94% te recyclen.
Materialen
Het bewuste gedrag breidt zich als vanzelf over alle denkbare levenssituaties uit, zoals de keuze van verkeersmiddelen (zie de bijdrage over Veranderende mobiliteit op p. 54 e.v.), de manier van vakantievieren en van wonen en het gedrag in het eigen huis en op kantoor (zie de checklist in de bijdrage Groener werken, p. 53). Sedus – een pionier als het gaat om ecologische bedrijfsfilosofie (zie de bijdrage Aardverbonden en modern, p. 8 e.v) – heeft de ecobalans van zijn producten altijd in het oog gehouden. Aan de hand van het voorbeeld van de black dot wordt hier gedemonstreerd, hoe die ecologische feiten er concreet uitzien: door de tijdloze vormgeving, een intuïtief gebruiksconcept en de hoogwaardigheid en de duurzaamheid van de gebruikte materialen worden een langjarig gebruik en een lange levensduur gegarandeerd. De stoel wordt in Duitsland geproduceerd, bij Sedus in Dogern. Reparaties of een volledige retourname van producten die hebben uitgediend, is gegarandeerd. Daar horen ook de demontage, sortering en recycling bij. Om zeker te zijn dat de onderdelen
correct verwerkt en gerecycled kunnen worden, zijn de materialen gemarkeerd en makkelijk te demonteren. Door de uitstekende ecologische eigenschappen heeft black dot een positief effect op de rating voor de LEED-certificering. Het design van een product wordt meestal nog niet meegewogen in de ecologische waardering. Er vinden in de vroege fase van het ontwikkelingsproces al veel beslissingen plaats die zowel uiterlijk als prestaties en kosten beïnvloeden. Aan de andere kant leidt een vormgeving die zich een langjarige geldigheid van het design ten doel stelt tot een langdurige acceptatie van het product. En deze blijft in de pas met de duur van de technische kwaliteit. Aan de vraag naar die duurzaamheid is zowel de mogelijkheid verbonden om nog jaren later onderdelen te kunnen uitwisselen, als ook van bekleding te wisselen. Producten verslijten met de tijd, krijgen een patina, wat een algemeen gegeven is en daarom door klanten ook niet bekritiseerd wordt. Vooropgesteld dat de slijtage
46
aan de oppervlakken en materialen pas laat inzet, na een acceptabele verloop van tijd. Dan kunnen producten ook waardig ”vergrijzen”. ◆ Kijk hier naar een film waarin de demontage van een black dot ten behoeve van recyclingsdoeleinden te volgen is.
............................................................................................
w w w.y o u t u b e.c o m / u s e r / S e d u s S t o l l AG
Historische blik De hooikeerder
Als een tafereel uit een lang vervlogen, voor-industrieel tijdperk, zo oogt deze aanblik van een paard voor een hooikeerder. Maar het gaat om een opname uit 1989, toen de in 1985 opgerichte Stoll VITA stichting met een vlasboerderij een agrarisch stuk land in bezit kreeg, bedoeld om ecologische landbouwmethoden te stimuleren. Daarbij hoorde een bodembewerking zonder onnodige bodemverdichting, dus met werkpaarden, die anders dan moderne tractors een gering eigen gewicht hebben. Een ander zwaartepunt voor onderzoek was de proefaanbouw van heilzame kruiden, van olie- en eiwitplanten en oude graansoorten, in samenwerking met de universiteit van Hohenheim bij Stuttgart.
De arme bodem leverde niet veel op, zodat het land ook gebruikt werd voor het houden van de zeldzaam geworden Hinterwälder koeien, scharrelkippen en andere kleine dieren. De Hinterwälder koe is het kleinste runderras van MiddelEuropa en daardoor geschikt om te houden in bergachtig gebied. Het dier is zeer bewegelijk op steile hellingen, zoals die in het Zwarte Woud, zonder daarbij erosieschade aan te richten. In 2005 werd de vlasboerderij door de stichting verkocht, omdat de boerderij met een oppervlak van 34 hectare als landbouwbedrijf te klein was om door een pachter duurzaam en economisch te kunnen worden gerund. ◆
LEVEN Je zat eten, maar dan goed! No 6/12
REINHARD-KARL ÜBLACKER Eet-adviseur Gezond eten uit de aktentas: Reinhard-Karl Üblacker bespreekt tijdens
Je zat eten, maar dan goed! Een masterplan voor een gezondere werkdag
presentaties bij klant- en medewerker-evenementen en als adviseur op het gebied van bedrijfsgezondheids-
Door Dorothea Scheidl-Nennemann
management een breed spectrum aan onderwerpen op het gebied van gezond eten op kantoor. Prioriteit: het moet makkelijk te realiseren zijn. Üblacker houdt zijn lezingen in het Duits en in het Engels.
Niet al het kantine-eten is lekker, niet alle bedrijven beschikken over een eigen kantine. Een probleem hebben werknemers vooral, als er in de omgeving van het bedrijf geen gastronomisch alternatief is. Maar er zijn patente oplossingen voor een gezonde voeding uit de aktentas en uit de kantoorkeuken: Reinhard-Karl Üblacker noemt zich ”foodconsultant” en heeft een masterplan voor een gezondere werkdag.
W DE NOOD-APOTHEEK voor de bureaulade op kantoor Volkoren rijstwafels: eerste hulp bij dalende prestatiecurve
Knäckebrood: stilt de honger tot aan de volgende maaltijd Verse dadels: mentale vitaliteit dankzij een hoog suikergehalte
Gedroogd fruit: voedingstoffenturbo bij plotse hongerklop Noten en amandelen: kick voor de mentale fitness, met hoge voedingswaarde Chocolade (vanaf 70 procent cacao): bij hongerklop en trek in zoetigheid!
eer eens gehaast iets verkeerds gegeten? Niet zelden moet het worden berouwd, wanneer men voor de middagpauze niet genoeg tijd nam en uit gemakzucht iets snels en vettigs at. Maar hoe luidt het gezegde ook weer: zelfkennis is de eerste stap op weg naar verbetering. Want de dagelijkse hoge eisen aan het prestatievermogen op kantoor kan iedereen op lange duur alleen weerstaan met een uitgebalanceerd bewegings- en voedingsconcept. Als kok, adviseur en auteur van meerdere boeken helpt Reinhard-Karl Üblacker om te herkennen welk kantoortype men is, legt indien nodig onbewuste en ongepaste gedragspatronen bij het eten bloot, helpt ze te beëindigen en doelgericht en stap voor stap te vervangen door een gezond en duurzaam masterplan. Gezonde en juiste voeding verhoogt niet alleen het welzijn, maar helpt op de werkplek de vitaliteit te verhogen en gebrek aan mentale presentie als gevolg van een gebrek aan vitamen en voedingsstoffen te vermijden. Een slecht humeur als gevolg van een gebrek aan suiker,
48
black outs door een overbelaste maag en geestelijke vermoeidheid als gevolg van een te geringe toevoer van vloeistoffen – daar hebben we allemaal geen behoefte aan! Zonder enige expertise kunnen ook beginnelingen snel successen boeken: dankzij de informatie en inspiratie van Reinhard-Karl Üblacker, gebracht in een terminologie en vorm die past bij deze tijd en het moderne kantoorleven. Zelfs een compleet ingerichte keuken is er niet voor nodig: warme gerechten worden eenvoudig bereid in een stoompan. Het kan heel goed zijn voor de teambuilding, de communicatie en het plezier, als een hele kantoorpopulatie gewoon samen het middageten voorbereidt en geniet. In plaats van de standaard kaakjes worden bij vergaderingen fruit, gedroogde vruchten en noten aangeboden. Pantry’s en plekken voor ontmoeting worden zo door nieuwe vormen van interactie opgewaardeerd! ◆ Op de website van Reinhard-Karl Üblacker zijn ook verwijzingen naar zijn boekpublicatie ”Office Snack – Der Masterplan für einen gesünderen Job-Alltag” te vinden. ............................................................................................
w w w. u e b l a c k e r. a t
Een gezond middagmaal kan zonder problemen worden bereid in een eenvoudige kantoorkeuken.
KENNIS Sedus temptation No 6/12
Sedus temptation twin en high desk Flexibele bouwstenen in het communicatieve kantoornetwerk Door Joachim Goetz
temptation twin Met het werkpleksysteem Sedus temptation twin behoren kabelschachten aan plafonds en verhoogde vloeren in kantoorruimtes tot het verleden. De bekabeling is geraffineerd geïntegreerd in het meubilair en maakt zo een flexibele en modulaire meubileringsoplossing mogelijk − onafhankelijk van bouwkundige randvoorwaarden. Een enorme toegevoegde waarde voor de gebruiker. Kabels zijn in het moderne kantoor zegen en vloek tegelijk. Aan de ene kant kan men niet zonder, om medewerkers met elkaar en met de wereld in contact te brengen en hun apparatuur van stroom te voorzien. Aan de andere kant zijn ze vanwege hun uitdijende omvang ook een probleem in de interieurplanning geworden. Vaak zijn dubbele vloersystemen of verlaagde plafonds nodig om de dikke bundels kabels in onder te brengen. Monstrueuze sokkellijsten of lelijke kabelschachten aan het pafond bieden ook niet bepaald een esthetische meerwaarde in de kantoorambiënte. Met een flexibel modulair systeem voor het configureren van kan-
toorwerkplekken, met Sedus temptation twin als ”spine- oplossing”, omzeilt men dergelijke problemen op een elegante manier. Het in samenwerking met het designteam speziell® ontwikkelde systeem bezit namelijk een midden-as die bestaat uit kastmodules voorzien van elektrische bekabeling: temptation storage. Daarbij worden de bureautafels eenvoudigweg zijdelings aangesloten. De complete kabelgeleiding gebeurt onzichtbaar, direct onder de afdekplaat van de kastruimtes, die bovendien bekleed kunnen worden met aangename zitkussens. Een ander voordeel van deze opslagruimte nabij de tafel, groot genoeg voor alles wat men aan de schrijftafel graag bij de hand heeft: de bergruimte is van beide zijden te bereiken, zodat meerdere medewerkers toegang hebben tot de spullen in de bergruimte.
Onzichtbare kabelgeleiding
De onzichtbare kabelgeleiding verzorgt iedere werkplek met alle benodigde aansluitingen en voldoende stekkerdozen voor laders, licht en andere apparatuur. Doordachte details maken een snelle en
50
eenvoudige verkabeling mogelijk door het facility management. Dit nieuwe aansluitconcept van Sedus bezit talrijke voordelen. Het biedt een compleet nieuwe vrijheid bij het indelen van de ruimte, omdat men noch afhankelijk is van kabelschachten, noch van kabelpontons. De vormgeving van kantoorwerkplekken kan zo uitsluitend op grond van functionele en esthetische aspecten gebeuren. Omdat men kan afzien van een dubbel vloersysteem, zijn minder investeringen nodig bij de bouw of ombouw van een kantoor. Ook de montagekosten zijn lager. Nieuwe kantoor-layouts en configuraties zijn snel realiseerbaar, zonder dure bouwkundige ingrepen. In principe volstaan de standaard aansluitingen op het net. Die kunnen zich aan de wand of op de grond bevinden.
KENNIS Sedus temptation No 6/12
EIGENSCHAPPEN temptation twin in het kort ••Individueel in hoogte verstelbaar
••Verschillende combinatiemogelijkheden, als bench, als spine of als combi-oplossing
••Privacyschermen ••Variabele zijdelen ••Unieke, naadloze verkabeling dankzij opbergmodules en brugelementen.
Op de juiste manier ontworpen, bieden teamwerkplekken vormgegeven met temptation twin ideale omstandigheden voor snelle, directe onderlinge communicatie.
Pionier op gebied van duurzaamheid Kiest men al voor de huur of koop van
zijn vastgoed voor een inrichting met Sedus temptation, dan biedt dat de beste kansen en meeste voordelen: want deze werkplekoplossing laat zich ook in uiteenlopende bestaande situaties toepassen, zonder dat men die ontsiert door dubbele vloeren of kabelschachten. Ook neemt men bij een verhuizing gewoon zijn kabels mee, ze zijn tenslotte geïntegreerd in het meubilair. Het oude kantoor weer in oorspronkelijke staat terugbouwen, het nieuwe aanpassen aan de eigen behoeftes – muziek van gisteren. Met Sedus temptation bespaart men ook bij een verhuizing immense kosten. Zo wordt het systeem tot een pionier op gebied van duurzaamheid.
COMMENTAAR Het designteam speziell® (Thilo Schwer, Jens Pohlmann en Sybille Fleckenstein)
Maar ook aan de hoge eisen die tegenwoordig gelden voor moderne, complexe kantoorwerkplekken, wordt volledig voldaan. De individuele werkplekken zijn in hoogte verstelbaar. De tafelbladen zijn in verschillende afmetingen verkrijgbaar en kunnen mechanisch, met zwengel of telescoop, tussen 650 en 850 millimeter in hoogte worden versteld. Bij de hoogteverstelling met electromotor is zelfs 1.250 millimeter mogelijk. Deze comfortable individuele aanpassing tot aan stahoogte maakt variatie in de werkhouding mogelijk – zoals wordt aanbevolen voor een gezonde kantoorwerkplek. Elke werkplek kan individueel worden voorzien van PC-, laptop- en monitorhouder, privacyschermen en een houder voor opslagelementen en accessoires. ▸▸
over de temptation serie
De nieuwe elementen van de temptation twin serie zijn uitgesproken teamspelers. Door de terughoudende grafische vormgeving laten de bouwstenen zich zowel met elkaar als met andere systemen combineren. Het rustige, heldere totaalbeeld van het ensemble staat steeds op de voorgrond. Het functionele samenspel van de componenten is daarbij iets bijzonders: want het omvattende kabelmanagement opent nieuwe mogelijkheden bij de ruimtelijke planning. Aanvullend biedt het systeem eenvoudige en ”zuivere” oplossingen voor het aansluiten van individuele apparaten en het integreren van resterende kabels.
51
KENNIS Sedus temptation No 6/12
temptation high desk
EIGENSCHAPPEN temptation high desk in het kort ••Veelzijdig meubel voor korte presentaties of teambesprekingen
••Ondersteunt de drukke werkdag op kantoor
••Geïntegreerde stekkerdoos met stroom-, netwerk-, video- en audio-aansluitingen van de monitor
••Onder het tafelblad kan een kleine computer geïnstalleerd worden.
Een ander multitalent is de Sedus temptation high desk, die als communicatief element in een kantoortuin of in de middenzones van een kantoor de temptation serie aanvult. De tafel is uitgerust met een in het oppervlak geïntegreerde stekkerdooslijst, die – afhankelijk van het model - stroom-, netwerk-, audio- en videoaansluitingen biedt. Onder het tafelblad kan een kleine computer worden geïnstalleerd, zodat het werkblad vrij blijft. Deze multi-tasker is gepredestineerd voor snelle teambesprekingen, korte projectpresentaties of een kleine koffieronde tussendoor. Tot eye-catcher wordt het functionele meubelstuk door een clever detail: aan de smalle zijde van de high desk kan in plaats van twee tafelpoten ook een mediawand worden ingezet, die gebruikt kan worden voor de bevestiging van een LCD-beeldscherm. De centrale, verhoogde positionering van het beeldscherm biedt alle deelnemers aan een gesprek een blik op de monitor. Door de permanente beschikbaarheid van de meest moderne
52
presentatietechnieken en een minimale montagetijd vereenvoudigt de high desk spontane besprekingen. Zo wordt de intensieve persoonlijke, formele en informele communicatie van de medewerkers consequent gestimuleerd. Dit is belangrijk, omdat de wereldwijde competitie bij de ontwikkeling van nieuwe ideeën en oplossingen een steeds hoger tempo verlangt. Omdat individuele afdelingen deze eisen vaak niet meer alleen het hoofd kunnen bieden, zijn snelle transfers van kennis, netwerken en teamarbeid gevraagd. De high desk biedt daar de buitengewone technische basis voor. Bovendien nodigt de high desk ook uit tot een beweging weg van de zitwerkplek. Tegenwoordig weet men, dat dit de creativiteit van de medewerkers stimuleert. Aan hun welzijn – en zo aan hun prestatieverbetering – draagt de afwissellende werkhouding tussen zitten aan het bureau en staan aan de high desk ook bij. Want beweging doet goed. Rijk aan variatie en met een veelvoud aan mediatechniek, is deze tafel ook elders inzetbaar en van voordeel: bij coffee-points en in kantines, in entrees, maar ook in winkelruimtes of op beursstands. ◆ Hier vindt u de productbrochures als download.
............................................................................................
w w w. s e d u s .c o m / n l / t w i n - p d f
KENNIS Groener werken No 6/12
Groener werken Informatie en snel zelf beginnen
Checklist om snel zelf groener te werken
Geef uw medewerkers de kans om door hun eigen gedrag een bijdrage te leveren aan de bescherming van het milieu. Dit kan iedereen direct in daden omzetten. Maar vaak ontbreekt het aan heldere hulpmiddelen of checklisten. Hier vindt u informatie die u aan het denken zet, van de keuze van transportmiddelen, het doen van boodschappen en het gebruik van bouwmaterialen en papier tot aan duurzame IT-oplossingen, maatregelen ter besparing van stroom, het gebruik van eco-stroom en de ”groene” middagpauze.
Certificerung en eco-labels
Tegenwoordig zijn er de meest uiteenlopende certificeringssystemen, zoals LEED, DGNB of BREEAM en HQE. Daarnaast zijn er voor producten tal van ecolabels, die een rol spelen bij een zinvolle investering. Steeds vaker worden bij de certificering van gebouwen echter ook de ecologische kwaliteit van de inrichting, belichting en gebruikte materialen meegewogen. Dat is een goede reden om nog meer te letten op de duurzame kwaliteit van investeringen, producten en kantoorbenodigdheden.
Begrippenlijst duurzaamheid
Van afvalwaterverwerking tot warmteterugwinning – deze begrippenlijst biedt een actueel overzicht van de gangbare begrippen, die allereerst betrekking hebben op het bouwen en beheren van gebouwen, maar ook op de attitude en verantwoordelijkheid van bedrijven en de productie en verwerking van producten.
De bovengenoemde lijsten en overzichten vindt u hier als download
............................................................................................
w w w. s e d u s .c o m / n l / e c o l o g i e
LEVEN Veranderende mobiliteit No 6/12
Van
naar
Veranderende mobiliteit Wat beweegt ons in de toekomst? Door Mark Eltringham
Als de auto één ding over de mens zegt, dan is het wel dat wij bereid zijn om voor onze vrijheid een zeer hoge prijs te betalen. De auto opent voor ons talloze mogelijkheden, maar is duur in aanschaf en onderhoud. Daarnaast is het een gevaarlijk, tijdverslindend en milieuschadelijk verkeersmiddel. In Midden-Europa is de auto een van de doorslaggevende factoren voor de individuele CO2-footprint.
W
e houden van onze auto, ook al brengt hij ons niet – zoals eigenlijk zou moeten – altijd snel van A naar B. De gemiddelde werknemer in West-Europa (met uitzondering van Zweden) brengt op weg naar en van zijn werk iedere dag meer dan een uur in zijn auto door. Theoretisch hoeven heel veel mensen überhaupt niet meer naar hun werk te rijden. Flexible arbeidsvormen en -technologie zoals bijvoorbeeld videoconferenties, e-mail, cloud-computing en filesharing zouden ons veel tijd in de auto en op weg naar en van werk kunnen besparen – als we het maar zouden willen. Hoewel flexibele werkmodellen in de ontwikkelde wereld zonder twijfel steeds gangbaarder
worden, blijven we toch mensen en profiteren we niet alleen beroepshalve van de uitwisseling van ideeën en informatie met collega’s op kantoor, maar waarderen ook hun gezelschap en de relatie met onze werkgever. Naast de openbare verkeersmiddelen is het gezamenlijk reizen de meest voorkomende en het gezelligste alternatief om individueel reizen te vermijden. Een meer verfijnde oplossing, die meer flexibiliteit biedt, is carsharing. Daarbij hebben de deelnemers toegang tot een vloot van stadsauto’s, die gehuurd kunnen worden, op uurbasis. Het eerste bekende voorbeeld van een carsharing-programma stamt uit de jaren veertig, toen in Zürich het ”zelfrijgenootschap” werd opgericht door een woningcorporatie. Tegenwoordig pas blijkt het potentieel dat dit concept heeft. In zo’n 1.000 steden in de hele wereld bestaan carsharing-programma’s. Volgens de onderzoekers Frost en Sullivan groeit de populariteit van dergelijke concepten exponentieel. In Groot-Brittanië staan ongeveer 170.000 personen geregistreerd in carsharing-programma’s en daarbij worden 3.000 voertuigen gebruikt. In
54
Duitsland daarentegen gaat het bij circa 190.000 gebruikers om ongeveer 5.000 voertuigen. Duitsland is de grootste markt voor carsharing in Europa – in vijf jaar steeg het aantal geregistreerde gebruikers tot 2011 met 300 procent. De aanschaf van een eigen auto kan zo worden vermeden of vooruitgeschoven. Carsharing-programma’s zijn ook de drijfveer voor innovaties bij de gebruikte automodellen: vaak wordt gekozen voor de ”plug-in-hybride”, die is ontwikkeld voor korte trajecten. In Japan werd de concept-car Phiaro P70t Conch uitsluitend ontwikkeld voor carsharing. Deze auto wordt volledig door een accu aangedreven en is goed aangepast aan de eisen van het binnenstedelijke verkeer. Ook Volkswagen ziet de toekomst van het stadsverkeer in compacte auto’s en lichtgewicht auto’s. In oktober 2011 deelde het bedrijf in een bericht mee, dat 70 procent van alle carsharing-voertuigen in Duitsland compacte of stadsauto’s zijn en dat het aantal lichtgewicht voertuigen van 27.000 in 2007 naar verwachting in 2017 gestegen zal zijn tot 280.000. Deze ontwikkeling kan alleen maar positieve effecten
LEVEN Veranderende mobiliteit No 6/12
WERKEN
WONEN
Werknemers brengen op weg naar en van hun werk gemiddeld meer
50 procent van de Duitse bevolking bezit een eigen auto.
Bij carsharing maakt een groep personen gebruik van een voertuigpool. Men huurt een auto alleen als
dan een uur in hun auto door.
men hem nodig heeft.
hebben op het milieu – niet in de laatste plaats, omdat zeven van deze voertuigen vandaag de dag tot de tien milieuvriendelijkste auto’s wereldwijd tellen. Er is een nog eenvoudiger methode van voortbewegen, economischer, goedkoper en schijnbaar ook sneller, die heel geschikt is om brede concepten ter reductie van de verkeerdruk en emissies in de steden te realiseren. Vermoedelijk was het eerste concept, fietsen gebruiken als georganiseerde vorm van stadstransport, het Amsterdamse witte fietsen plan uit de jaren zestig. Hierbij werden in heel Amsterdam fietsen gratis ter beschikking gesteld, die na gebruik kon worden geparkeerd voor de volgende gebruiker. Helaas waren binnen een maand de meeste van deze fietsen gestolen of in de gracht gesmeten. Andere steden lieten zich daardoor echter niet ontmoedigen en volgden het voorbeeld van Amsterdam. In de jaren zeventig voerde de gemeente La Rochelle de ”Vélos Jaunes” in, de gele fietsen. Het concept bestaat vandaag de dag nog steeds, maar met een paar aanpassingen. Zo worden na twee uur kosten in rekening gebracht en om diefstal te voorkomen moeten gebruikers hun persoonlijke gegevens achterlaten. Pas door de technologie van de 21ste eeuw, waarmee diefstal beter verhinderd kan worden, kunnen de beschreven concep-
ten beter functioneren – in het bijzonder in Frankrijk. Lyon begon ermee in 2005, Parijs volgde in 2007. Hoewel het Vélibnetwerk in Parijs met zijn 20.000 huurfietsen dagelijks gebruikt wordt door ongeveer 100.000 geregistreerde personen, zijn de diefstal- en vandalismecijfers altijd nog hoog. Dit kon Londen er niet van weerhouden om het model in 2010 te kopiëren met de invoering van het fietsnetwerk ”Barclays Cycle Hire”. Het omvat rond 400 parkeerplekken op een onderlinge afstand van steeds ca. 300 meter. In januari 2012 publiceerde Transport for London (TfL) een onderzoek waaruit bleek dat drie van de vier leden van het netwerk alleen vanwege dit concept begonnen waren met fietsen in Londen. Om de negatieve effecten van de auto op wegen en milieu te verminderen, zetten steden niet alleen in op pedaalkracht, maar ook op processorcapaciteit: de auto zonder bestuurder bestaat al. In de door architectenbureau Foster + Partners ontworpen CO2-neutrale voorbeeldstad Masdar City in Abu Dhabi is het tegenwoordig al mogelijk, om een taxi zonder bestuurder te pakken. ◆
CONCEPT Phiaro P70t Conch De driezitter, aangedreven met een lithium-ionen-accu, is een Japanse concept-car, speciaal voor het stadsverkeer. Met name voor toepassing in carsharing-programma’s zou het kleine voertuig precies het juiste kunnen zijn. De P70t Conch is een onderzoeksproject van de Waseda University in samenwerking met Phiaro. ...................................................................
w w w. p h i a ro. j p
55
LEVEN De nieuwe bloemenkinderen No 6/12
De nieuwe bloemenkinderen Het herondekte plezier van tuinieren
Door Joachim Goetz
In de wereld van het tuinieren is wereldwijd een nieuw begin zichtbaar, een begin zonder weerga. Onvrede over bestaande voedselsystemen is er een reden voor – maar er zijn nog tig andere redenen.
I
nmiddels is tuinieren in de stad zelfs bij de nerds aanbeland. De bedrijven Google en Yahoo hebben de weides voor hun bedrijfspanden in Californië omgeploegd en veranderd in tuinpercelen voor hun medewerkers. Nu groeien daar tomaten. Niet zo gek, want tuinieren is niet meer (alleen) het domein van de als burgerlijk bespotte, maar ook steeds geliefdere volkstuinen-scene. Het is echt cool geworden. En even onorthodox zijn dan ook de vormen van het nieuwe ”gardening”. Men tuiniert op vluchtheuvels, op platte daken, op bouwplaatsen, op binnenhoven,
voor het bedrijf of in het park – soms illegaal, soms halflegaal of gedoogd, soms met de volle ondersteuning van het bedrijf, de eigenaar of de autoriteiten. Ook de doelen van de diverse groepen verschillen. Sommigen willen met een zekere pretentie de stad verfraaien, anderen willen vooral de vruchten van hun arbeid plukken. Het zal ook wel niet lang meer duren, voordat een nieuwe industrie speciale tools voor deze nieuwe tuinierders ontwikkelt en produceert. Want een deel van de beplante plekken oogt zeer provisorisch– dat kan duidelijk beter en ook mooier. Aan de andere kant demonstreren talrijke projecten op gebied van stedelijke landbouw – vooral in Angelsaksische landen – met hun technisch hoogstaande transformaties van daken of terreinen een zeer professioneel karakter.
zinnen als ”Back to the roots” laat de hang naar urbane landbouw zich wel niet verklaren. Er zit ook onverholen kritiek achter, op de negatieve effecten van ons huidige voedselsysteem, dat lijkt te worden beheerst door gifschandalen, vernietiging van het milieu en onachtzaamheid tegenover zo’n beetje allen die eraan deelnemen. Aan de andere kant valt bij een blik op de vensters van de stad de onbruikbaarheid op van bijna alle planten die in de stad groeien en die vaak ook nog niet eens bijzonder fraai zijn. Woorden als afstandsgroen en bodembedekker demonstreren ook wel heel erg onverhuld waarvoor planten dienen in de nabijheid van gebouwen uit de tijd van de na-oorlogse bouwboom. Voor de voedselproductie was het vlakke land het aangewezen terrein.
De nutteloze stadse plantenwereld
De esthetiek van een middenberm
Wat is daar allemaal gebeurd? Met slag-
56
Bij guerilla gardening, voor het eerst in de
LEVEN De nieuwe bloemenkinderen No 6/12
Vanuit de behoefte om braakliggend land en dakvlakken in de stedelijke omgeving zinvol te benutten, zijn onderwijl in veel steden initiatieven ontstaan. De wens om de eigen, grijze omgeving te verfraaien en nieuw leven in te blazen, is groot.
praktijk gebracht in het Manhattan van de jaren zeventig, storen de softe actoren zich vooral aan verwaarloosde plekken, verweesde betonnen plantenbakken of trieste middenbermen, die men in de stad goed zou kunnen verfraaien. Deze zelfbenoemde stadstuinmannen gooien – niet zelden stiekem en ’s nachts – zaadbommen over hekken en op moeilijk begaanbare plekken, in de hoop dat later straks bloemen bloeien. Want de klonten met zaaigoed, die tegenwoordig ook al gewoon in de winkel te krijgen zijn, hoewel het gooien ervan illegaal is, bestaan uit een mix van leem en aarde, gemengd met zaden. Guerilla gardening wordt ondertussen – in ieder geval in veel Duitse steden – zelfs gemanaged in samenwerking met guerillatuinmannen en gemeentelijke groendiensten. Zelfs als het er voor velen niet zo uitziet, is dit een win-win situatie. De groendienst, dat moge duidelijk zijn, heeft minder te doen en bespaart geld. Maar ook de groene guerilla’s
behalen voordeel uit deze deal. Om te beginnen mogen zij hun bloemige doen en laten naar hartelust botvieren, wanneer en hoe lang ze maar willen. Daarnaast bereiken ze ook hun eigenlijke doel: het officiële recht van inspraak bij de vormgeving van hun omgeving.
PROTAGONISTEN VAN HET NIEUWE BOEREN (1) Liz Christey Ze vond het guerilla gardening uit,
Bedrijven ploegen om
Andere intenties heeft het company gardening, dat momenteel zelfs bij bedrijven aan de Amerikaanse oostkust een ware golf van enthousiasme losweekt. Voor bedrijven zelf is de investering verwaarloosbaar klein: men ploegt domweg het stuk weiland voor het bedrijfspand om, nadat men de bodem heeft geanalyseerd op verontreinigingen of, veel beter nog, helemaal uitwisselt. Dus waarom dan niet voldoen aan de wens van de company gardeners naar een stuk tuin op het eigen bedrijf? Deze hebben tenslotte ook een bepaalde verantwoordelijkheid voor ▸▸
57
nadat in de jaren 70 veel straten in Manhattan herinnerden aan ruïnes en schroothopen, talloze huizen waren gesloopt en afgebrand. Toen Christey zag dat op een van deze troosteloze puinhopen een tomatenplant groeide, stichtte de kunstenares een netwerk dat de ongebruikte braakliggende terreinen met zaadbommen onderwierp aan vruchtbaarheidstests. Kwamen bloemen of planten op, dan ruimden de groene guerillas het terrein om het te kunnen beplanten. Groeide er niets, dan werd er ook niets gedaan.
LEVEN De nieuwe bloemenkinderen No 6/12
Veel van de experimentele tuinprojecten rond om de wereld bezitten de combinatie van sociale en agrarisch-economische aspecten. In gemeenschappelijke tuinen wil men het gevoel voor de oorsprong van de voedingsmiddelen herwinnen. Veel hobbytuindersgroepen wijden hun aandacht aan oude, vergeten soorten, om zo de soortenrijkdom te behouden. Interculturele tuinen brengen verschillende nationaliteiten samen, generatietuinen jong en oud.
PROTAGONISTEN VAN HET NIEUWE BOEREN (2) Masanobu Fukuoka De uitvinder van de zogenaamde ”zaadbom” was de Japanische microbioloog en boer Masanobu Fukuoka. Hij probeerde al kort na de Tweede Wereldoorlog een heel nieuwe manier van landbouw uit, met zijn kogels uit zaad, compost en leempoeder. Hij noemde dit ”niets-doen-landbouw”. Hij wierp ieder jaar honderden van deze zaadbommen, liet daarna de natuur zijn werk doen en oogstte tenslotte rettich, rijst en andere planten die het overleefd hadden.
het welslagen van het afgepaalde tuinperceeltje. Bovendien hoopt men op positieve effecten op het bedrijfsklimaat. Want in de tuin is iedereen gelijk. Maar wat misschien nog veel belangrijker is: de dikste tomaten kunnen ook afkomstig zijn van de kleine conciërge. Bovendien zijn deze percelen third places voor de werknemers, dicht bij de werkplek, die zodoende impliciet de kwaliteiten van een Place 2.5 krijgen. In ieder geval is het niet ver weg, om onkruid te wieden, te gieten en te oogsten. En men kan het zelfs – zoals de 40-jarige receptioniste Tammy Binette trots vertelt – vijf minuten voor aanvang van de werkdag op hoge hakken doen. Jammer alleen, dat het enthousiasme zijn grenzen heeft. Dat bleek bijvoorbeeld bij PepsiCo in Purchase / N.Y. Daar stond in 2010 op de meeste perceeltjes het onkruid hoog. Het klinkt natuurlijk goed, zelf volgens streng ecologische richtlijnen verbouwde verse groente in de eigen keuken toeberei-
58
den en vol trots de gasten voorzetten. Maar veel Pepsi-medewerkers hadden de vakantievervanging voor hun tuin niet op tijd geregeld, hun kennis van planten overschat en daarom ”mislukte oogsten” behaald. Of zij hadden de al met al toch niet zo minimale inspanning die het kost om voor een tuin te zorgen mateloos onderschat. In ieder geval wilden in het tweede jaar na de opening van de bedrijfstuin nog maar 75 van de bijna 1.500 werknemers een perceeltje, tegenover 200 het jaar daarvoor. Daar was de groene dosis voor het sterken van het wij-gevoel in het bedrijf blijkbaar toch iets te gering.
De verse kruiden-strategie
Bij Best Buy loopt het beter. Daar gebruikt men de bedrijfstuin om het eten in het cafeteria op te peppen met zelf verbouwde ecologische groente. 4.600 employees krijgen nu eten dat, afhankelijk van het seizoen, verrijkt is met verse kruiden en tomaten. De beste prestatie op dit gebied
LEVEN De nieuwe bloemenkinderen No 6/12
levert echter de Fairmont hotelketen, met vestigingen in Toronto, Vancouver, Boston en Washington. Daar hebben de spectaculaire kruidentuinen – in Toronto bijvoorbeeld op een terras op de 18de verdieping van een gebouw – een strategische betekenis. De chefkoks van de hotels koken zonder uitzondering met verse kruiden, die niet zo goedkoop zijn. In 1998 begonnen de hotels met de aanplant van rozemarijn, tijm, lavendel en tomaten, omdat de executive wist, dat zuidelijke kruiden goed – en vooral: eenvoudig – te kweken zijn op balkons. De keten, die in Vancouver op een circa 200 vierkante meter groot terras het hele jaar door intensief kruiden verbouwt, bepaart met deze eigen aanbouw een geschatte 25.000 dollar per jaar. In Toronto kwam daar in 2008 nog een innovatie bij: sindsdien zorgt een bijenkorf – overigens ook de nieuwste hype in het alternatieve tuiniercircuit – voor de hoteleigen biologisch-dynamische honing.
Van nood naar rijkdom
Ondertussen is het niet alleen meer de zin in luxe diners, die tuinen en landbouw terug naar de stad haalt, maar echte nood. Toen bijvoorbeeld in de jaren 90 het uiteenvallen van het Sowjetblok Cuba in een zware economische crisis dompelde, stimuleerde de regering consequent de structuren voor een efficiënt gebruik van grondstoffen. Daar hoorden in de grootste steden vooral ecologische zelfverzorgingsstrategieën bij, eigen aanbouw in de organopónicos en de opzet van lokale markten, waarop de zelf verbouwde voedingsmiddelen voor marktprijzen verkocht mochten worden. Menigeen denkt tegenwoordig al niet graag luid na over de vraag of de industrielanden misschien iets zouden kunnen leren uit de ”post peak oil phase” van Cuba. En dan al helemaal niets communistisch. Want Miguel López, de leider van de waarschijnlijk fraaiste stedelijke groente-akker in een
59
van Havanna’s voorsteden, vol goedkope kazernebouw, verkondigde trots dat hij meer verdient dan de minister van landbouw en tal van functionarissen. Zijn 100 medewerkers krijgen ook een veelvoud van het gemiddelde Cubaanse inkomen. Bovendien bezit het trotse collectief een bijna nieuwe bestelwagen. Een belangrijke voorwaarde voor het succes stamt van de Californische regenworm. Hij verwerkt de gebruikte aarde tot goede humus, waarop tegenwoordig behalve fruit en kruiden ook meer dan tweederde van de in Havanna geconsumeerde groente groeit, dat alles binnen de stadsgrenzen van de stad met zijn twee miljoen inwoners. Of Cuba nu een voorbeeld was of niet, in ieder geval ageren veel avantgardisten onder de jonge wilde tuinierders op vergelijkbare wijze – maar vanuit andere gezichtspunten. Want tot de wezenlijke aspecten van de agra-economische landvlucht horen ook de korte wegen; think local. Uitgerekend bij bederfelijke waar zijn daarvan de voordelen niet te onderschatten. En de hoeveelheid vitaminen in vers geoogste planten is ongemeen veel hoger dan die in planten die dagenlang over de wereld worden gevlogen. Bovendien heeft men geen conserveringsmiddelen nodig. En heeft men teveel geoogst, dan nodigt men domweg zijn vrienden uit. Die zijn tenslotte – anders dan in een landelijke omgeving – meestal niet ver weg en komen in groten getale. ◆ ............................................................................................
w w w. g re e n c i t y.d e w w w. g u e r r i l l a g a rd e n i n g .o rg w w w. g u e r i l l a g a e r t n e r.c o m w w w. g u e r i l l a g a rd e n i n g m u n i c h .w e e b l y.c o m w w w. t h e u r b a n fa r m e r.c a
NEWS, TIPS & TRENDS No 6/12
News, tips & trends Een bonte mengeling van inspiratie bij het actuele thema van dit tijdschrift
Duurzame zoekmachines Wie bij het speuren naar informatie op het internet gebruik maakt van duurzame zoekmachines, kan een belangrijke bijdrage leveren aan het milieu. Zoekopdrachten vragen veel stroom en daarom zou de server van de zoekmachine-aanbieder tenminste op zonne-energie moeten draaien en donaties doen voor het herbebossen van het regenwoud. Een zoekopdracht levert een CO2-uitstoot op van ongeveer twee gram. ............................................................................................
w w w.e c o s i a .o rg w w w. z n o u t .o rg w w w. g re e n m a v e n .c o m
Composteerbare laptophoezen Een noviteit: hoezen uit gerecycled papier voor laptops, iPads en smartphones. De eco-etui’s van de niet zo heel erg duurzame apparaten kunnen door de gebruiker worden veranderd in een individueel statement en een uniek product. Want de scheurvaste omhulsels uit papier, wol en hennepvezels kunnen beschilderd en beschreven worden en nemen ook gebruikssporen op. ............................................................................................
w w w. p a p e r n o m a d .c o m
Groen kleed voor de Eiffeltoren Elektro-fietsen E-bikes zijn de elektromotor van de fietsindustrie en bieden de fabrikanten snel stijgende omzetcijfers. Steeds meer forenzen stappen bij afstanden tot 15 kilometer bij hun weg naar kantoor over van de auto op de fiets. Naast alle voordelen op gebied van flexibiliteit en parkeren, kunnen fietsers op een e-bike hellingen en tegenwind spelenderwijs aan en komen ook zij zonder zweten op kantoor aan.
60
Een origineel idee is het in ieder geval. Ingenieursbureau Ginger-Group wil het symbool van Parijs hullen in een groen kleed van 600.000 planten. Die moeten kooldioxide opnemen, de ecobalans van de stad aan de Seine en zijn klimaat verbeteren. In jute-zakken geplant, moet het groen zich rond hennepdraden gaan slingeren. Een kostbaar project met een complexe bewatering. Het is nog niet duidelijk wat het stadsbestuur en de beheerder van de Eiffeltoren van het project vinden.
NEWS, TIPS & TRENDS No 6/12
Chips maken met zonne-energie
Zonne-bonsai De Franse designer Vivien Muller ontwierp dit makkelijk te onderhouden boompje, dat op kantoor decoratief accessoire en stroomleverancier tegelijk kan zijn. 27 zonnepaneeltjes slaan zonneenergie op in een accu met USB-aansluiting. Mobiele apparaten kunnen op deze manier worden opgeladen. ............................................................................................
w w w.e l e c t re e. f r
Textiel uit melkvezels
De behoefte aan brandhout om mee te koken, maakt ongeveer 18 procent uit van de wereldwijde behoefte aan primaire energie − meer dan kern- en waterenergie bij elkaar. De rookontwikkeling bij het koken maakt mensen ziek en belast de atmosfeer met schadelijke stoffen, CO2-uitstoot en roetdeeltjes die voor een aanzienlijk deel bijdragen aan de opwarming van de atmosfeer. Twee miljard mensen lijden onder een gebrek aan brandhout, ontbossing en erosie zijn het gevolg. En dat terwijl het probleem zo eenvoudig is op te lossen: met een eenvoudige, overal ter wereld functionerende zonne-koker. Iedereen kan ermee omgaan en men kan er rookvrij vlees mee grillen, mee koken of taarten bakken. Onvoorstelbaar, dat de geïndustrialiseerde wereld niet voor zijn eigen overleven kiest en de armsten dergelijke apparaten schenkt. Moeilijk is dat niet: doneer zo’n apparaat bij www.eg-solar.de/spende.htm of koop hem zelf! Kosten: 250–350 euro, afhankelijk van de uitvoering. Leverancier: Sun and Ice GmbH.
Vrij naar het motto ”Wij erven de aarde niet van onze ouders, maar lenen haar van onze kinderen”, bestaat de mogelijkheid om zelf bomen te planten of bestaande bomen te beschermen. Met een donatie aan Treems kan het evenwicht van het ecosysteem van de aarde boom voor boom weer een beetje worden hersteld. Voor een bepaald bedrag worden bomen beschermd.
Melk die als afvalproduct van de melkindustrie niet geschikt is voor consumptie en als zodanig ook geen levensmiddel is, wordt veranderd in een technisch caseïne. Deze zogenaamde Qmilch®, een uitvinding van biologe Anke Domaske, is de eerste door mensen gemaakte vezel die zonder enige chemicaliën en met gerichte en duurzame inzet van grondstoffen geproduceerd wordt. Het resultaat van het innovatieve onderzoek is een vezelstructuur met een glad oppervlak dat op de huid geen irritatie veroorzaakt. Een oplossing voor iedereen die geplaagd wordt door een allergie.
............................................................................................
............................................................................................
............................................................................................
w w w. t re e m s .c o m
h t t p : // w w w . q m i l k . e u
w w w.y o u t u b e.c o m / u s e r / S o l a r K i t c h e n
Boomdonatie
61
Inspirerende en originele films over koken met de zon
IDEEËN Eindeloze kringloop No 6/12
Eindeloze kringloop Over toerisme en duurzaamheid
Door Álvaro Ruiz del Real
D
e economische en financiële crisis van de afgelopen jaren heeft ons weliswaar tot experts gemaakt op het gebied van staatsschulden, maar ze lijkt daarbij al het andere naar de achtergrond te hebben gedrukt. Maar ook als belangrijke zaken terzijde geschoven worden om noodzakelijke dingen af te handelen, blijven de oorzaken van de klimaatverandering ons bezig houden. Eén aspect daarvan is het toerisme: kunnen we vasthouden aan het model van de afgelopen decennia? Is niet nu de tijd gekomen om een verandering van paradigma’s in te luiden, om onze vakanties bewuster vorm te geven, duurzame criteria te betrekken bij de planning van onze vakanties?
Natuurlijk, meteen! Wie is het daar nou niet mee eens? Maar wat precies bedoelt men eigenlijk met duurzaam toerisme? Is dat met een tentje op het platteland bivakkeren, naar dichterbij gelegen oorden reizen om transport-emissies te vermij-
den? Moeten we afzien van de luxe die we onszelf op vakantie misschien gunnen? Nee; hieronder wordt duidelijk dat duurzaam toerisme niet hetzelfde is als spartaans vakantie vieren. Een vakantie op de camping kan, afhankelijk van ons gedrag, het milieu sterker belasten dan vakantiedagen in een luxe hotel. Net als bij alle andere dingen die te maken hebben met een verantwoordelijk en bewust gebruik van hulpbronnen, gaat het om het ontwikkelen van een bewustzijn, informatie vergaren, certificaten toetsen en gericht aanbieders selecteren die werkelijk inzetten op duurzaamheid als toekomststrategie. Daar zit voor ieders smaak wel iets bij: van landhuizen op betoverende locaties tot aan hutten midden in het tropisch regenwoud. Natuurlijk, kamperen kan ook … Bij de keuze van een vakantieoord worden we geconfronteerd met ontelbare pittoreske certificaten en kwaliteitskeurmerken. Daarbij stappen we gemakkelijk in de val van het greenwashing. Dat is het bedrog met etiketten, afbeeldingen en zegels van het ecotoerisme. Die worden dan enkel gebruikt als reclamemiddel, om toeristen een wereld voor te spiegelen die in realiteit niet de principes volgt van het echte eco-toerisme. Deze praktijken werden tot op heden terecht bekritiseerd vanwege
62
het ontbreken van betrouwbare normen en verplichte criteria. Maar die situatie is al geruime tijd aan het veranderen en het lijkt erop dat in Europa de weg geopend is voor het Europese eco-kwaliteitssysteem ECEAT, een stap naar eenduidige, wettelijke regels op het hele continent. In veel andere delen van de wereld, waar toerisme deels de belangrijkste industrietak is, is duurzaamheid vanwege zijn fundamentele economische betekenis veel verder ontwikkeld. Hier zijn echte ”eilanden van excellente duurzaamheid” te ontdekken, die allemaal beschikken over een breed spectrum aan mogelijkheden, voor ieders smaak: Lapland, de Galapagos-eilanden in Ecuador, het nationale onderwaterpark Fernando de Noronha in Brazilië, het biologische nevelwoudreservaat Monteverde in Costa Rica, het Krugerpark in Zuid-Afrika of het Masai Mara reservaat in Kenia. ▸▸
”The Bird’s Nest” is een hotelsuite, waarin op 17 vierkante meter een familie van vier personen terecht kan. In dit gigantische vogelnest wordt men snel deel van de omgeving. De vouwtrap wordt gewoon van binnenuit naar boven getrokken.
IDEEËN Eindeloze kringloop No 6/12
Reis in een vergeten wereld
Umlani bushcamp: vlaggeschip van het ecologische toerisme in Zuid-Afrika, midden in de bush.
Het Nationaal Park Kruger is een van de indrukwekkendste reservaten ter wereld, een reusachtig, onaangetast gebied, dat nog het meeste weg heeft van het oerlandschap waarin ooit onze voorouders leefden, voordat zij Afrika verlieten en de hele aarde bevolkten, een savanne, die in de loop van 5.000 jaar praktisch niet veranderd is. Met zijn twee miljoen hectare (ongeveer de grootte van België) beherbergt het Krugerpark een ongelooflijke soortenrijkdom, inclusief de ”big five”: buffel, luipaard, leeuw, olifant en neushoorn. Zij worden als de ”big five” betiteld, omdat het hier gaat om de vijf dieren die bij het jagen de meeste risico’s opleveren – vreemd genoeg in de bovenstande volgorde van gevaar. In dit opzicht is het Krugerpark het vlaggeschip van ecologisch toerisme en milieu-bemoeienissen in Zuid-Afrika. In de afgelopen 30 jaar bijvoorbeeld, is het gelukt het neushoornbestand weer zodanig te herstellen, dat deze soort niet langer met uitsterven
bedreigd wordt. Bovendien onderscheiden de onderkomens in het park en het aangrenzende reservaat, zoals het Umlani bushcamp, zich doordat ze de belangen van het milieu en de lokale bevolking in zich weten te verenigen. Dit onderkomen in het Timbavatireservaat bezit het Fair Trade certificaat voor het toerisme in Zuid-Afrika (Engelse afkorting FTTSA), dat de inzet voor het behoud van de natuur en de socio-economische ontwikkeling van het gebied uitdrukt: 75 procent van de werknemers stamt uit de lokale bevolking, men koopt hoofdzakelijk in op lokale markten en zetten zich er voor in dat bij hun activiteiten geen emissies ontstaan die het milieu schaden. Dat alles zonder compleet af te zien van luxe: er is voor slechts 16 gasten plaats in traditionele Afrikaanse hutten uit russenplanten en stro of in hun exclusieve boomhut, 2,5 kilometer verwijderd van het hoofdcamp, waar de savanne in al zijn intensiteit kan worden ervaren.
In het Hof van Eden
Het kan zijn, dat men de voorkeur geeft aan een landschap dat overvloediger is en bijvoorbeeld zou willen ontdekken, hoe het leven in het paradijs is. Verstopt in het tropische regenwoud van het schiereiland Osa in Costa Rica, werd het hotel El Remanso onderscheiden met niveau 5 van het certificaat voor duurzaam toerisme van Costa Rica, wereldwijd een van de strengste programma’s voor eco-certificering. Het betreft daarbij het hoogst
haalbare cijfer: in El Remanso zet men zijn papieren op hernieuwbare energie, duurzame bouwmaterialen, biologisch afbreekbare schoonmaakmiddelen en meer. De heerlijke kamers, gebouwd uit inheems hout, beschikken over adembenemende panorama’s op de Grote Oceaan en over diverse aangename zaken die men zo verwacht bij een premiumonderkomen. Gelegen in een privé natuurreservaat, dat voor het nationale park Corcovado als beboste uitloop dient, ▸▸
Wat is eco-toerisme? Het concept van duurzaam toerisme ontstond in 1987 met de publicatie van het artikel ”Onze gezamenlijke toekomst” (bekend als het Brundtland-bericht). Dit werd verder uitgewerkt door de wereldcommissie voor milieu en ontwikkeling van de UNO en definieerde duurzame ontwikkeling als ontwikkeling die de behoeften van het heden dekt, zonder daarbij te riskeren dat toekomstige generaties hun eigen behoeften niet kunnen bevredigen. Acht jaar later, in 1995, vond de wereldconferentie over duurzaam toerisme plaats op Lanzarote, waarbij een reeks van voorstellen en richtlijnen werd geconcretiseerd en het concept sterker begrensden. Sindsdien werden talloze internationale conferenties en topbijeenkomsten gehouden en een reeks van afkortingen bedacht (CST, CDM, ST-EP en meer). 2002 werd tenslotte zelfs uitgeroepen tot het internationale jaar van het eco-toerisme. De branche zegt over zichzelf: in overeenstemming met de Internationale Maatschappij voor Eco-Toerisme (Engl. TIES) is duurzaam toerisme ”verantwoordelijk en bewust reizen in natuurlijke gebieden, waarbij de omgeving wordt gerespecteerd en het toerisme het welzijn van de lokale bevolking ten goede komt”. Deze vorm van reizen moet aan de volgende principes voldoen:
Corcovado: Het Nationale Park Corcovado biedt een reusachtige biologische veelvoud en heeft al langer de aandacht van tropisch ecologen. Onder de honderden boomsoorten bevinden zich reuzen tot wel 80 meter hoogte en met stammen van drie meter dik. Meer dan 140 zoogdiersoorten voelen zich
• Minimalisering van negatieve effecten op milieu en maatschappij • Versterken van het bewustzijn en het respect voor milieu en cultuur • Stimuleren van positieve ervaringen van zowel bezoeker als gastheer • Stimuleren van een direct economisch nut voor het behoud van het milieu • Stimuleren van een economisch nut waarin de lokale bevolking participeert • Sensibilisering van toeristen voor het culturele en sociale klimaat van het gastland
65
hier thuis, daaronder jaguar, tapir, poema, ocelot en miereneter.
biedt het hotel de unieke mogelijkheid, om een van de regio’s met de grootste soortenrijkdom ter wereld te leren kennen: bijna drie procent van alle landflora, walvissen, dolfijnen, zeeschildpadden, toekans, roodoogkikkers, tapirs, krokodillen en, in de letterlijke zin van het woord, duizenden soorten meer. Het hotel draagt ook actief bij aan het behoud van en onderzoek naar het tropisch regenwoud. De hotelfilosofie is duidelijk: ”Een van de meest effectieve manieren om het tropisch regenwoud te beschermen, is begrijpen hoe het functioneert.” Het gebied, een van de meest afgelegen streken van het land, staat bekend als een van de belangrijkste bestemmingen op gebied van ecotoerisme in Centraal-Amerika.
Wie zei daar dat het koud is?
In Lapland heeft het Zweedse bedrijf Visit Sápmi het kwaliteitskeur Sápmi Experience in het leven geroepen, waarmee bedrijven in de toeristenbranche moeten worden onderscheiden die het respect stimuleren voor de Samische cultuur en zich er voor inzetten dat zij niet verwordt tot louter middel voor reclame. Ook als tot op heden nog niet veel bedrij-
ven dit certificaat ontvangen hebben, ze zijn allemaal toch zeer karakteristiek. Het hotel Nikkaluokta Sarri bijvoorbeeld is het perfecte vertrekpunt om landschap en cultuur te leren kennen: het bevindt zich aan de voet van de berg Kebnekaise, het hoogste punt van Zweden, 150 kilometer ten noorden van de Arctische poolcirkel. Diens bergen, onder eeuwig ijs verstopt, bieden uitzichten over gebieden zo groot als Nederland. En een nog authentiekere ervaring is mogelijk: de firma Nutti Sámi Siida organiseert het hele jaar door tochten met rendiersleeën, inclusief overnachtingen in hutten midden in de eenzaamheid van de taiga, op slechts enkele kilometers van het wereldwijd bekende Icehotel. In het algemeen bieden al deze aanbieders een veelomvattende blik in de zeden en gebruiken van de autochtone maatschappij: zijn architectuur, zijn jacht- en visgewoontes, de saunacultuur … Natuurlijk heeft al dat een effect op het zesde punt uit de principes van het duurzame toerisme: iedere bezoeker keert terug naar huis met onvergetelijke herinneringen aan het leven en de cultuur van de Arctische poolcirkel.
66
Hoog in de bomen
Het laatste doel van onze reis door de wereld van het duurzame toerisme brengt ons naar de toppen van de bomen. Midden in een groot bos met heerlijke panorama’s op het door geweldige watermassa’s gespleten dal stoten wij op uiterst curieuze objecten: een dobbelsteen met spiegelende oppervlakken die de omgeving reflecteren en hem zo verbergen voor weinig oplettende passanten, het nest van een ”reusachtige vogel”, een rode kegel, die blauwe kegel genoemd wordt, een ufo die weggevlogen lijkt uit een B-film uit de jaren 50 en een boomstam, die eigenlijk een sauna is. Nee, we zijn niet gek geworden; we hebben het hier over het Treehotel, de kinderdroom die uitkomt en een liefdesverklaring aan de bossen en de onaangetaste natuur. Het Treehotel ontstond, geïnspireerd door de film The Tree Lover van Jonas Selberg Augustsén, een verhaal over drie stadsmensen die zich bij het bouwen van een boomhut bezinnen op hun wortels, een metafoor voor de historische en culturele betekenis van bomen voor de Noordse volken. Met dat idee in het achterhoofd, begonnen de oprichters de ”geschiedenis” om te zetten in realiteit, en bouwden de
IDEEËN Eindeloze kringloop No 6/12
boomkamers met medewerking van enkele van de belangrijkste Scandinavische architecten. Het concept: met minimale effecten op het milieu een hoogwaardig onderkomen bieden in een onaangetaste en harmonieuze omgeving vol natuur, een plek voor retraite, waar men zich kan bezinnen op zijn wortels en de stress vervliegt die men in de stad opbouwde. Naast de kwaliteit van deze plek, die boven enige twijfel verheven is, en het unieke van de ervaring, biedt het onderkomen nog veel dingen aan die ook hun oorsprong hebben in de oeroude Scandinavische tradities: tochten met de hondenslee, vliegvissen, sauna, wandeltochten op sneeuwschoenen etc.
In het hoge noorden: indrukken van Samische cultuur en landschappen noordelijk van de poolcirkel (boven) en, meer zuidelijk, in Zweden onderkomens van het Treehotel (onder).
Uiteindelijk is de keuze voor een vorm van toerisme die verantwoordelijk omgaat met het milieu en de lokale cultuur, een kwestie van willen en van gemeenschapszin. Zoals we hebben gezien, is het groene toerisme niet alleen iets voor hippies en ouderwetse natuurbeschermers. Het is iets dat ons allen aangaat, vooropgesteld dat we de ons resterende natuurlijke
en socio-culturele schatten willen behouden voor onze kinderen en kleinkinderen. Het is een optie die geschikt is voor alle smaken en beurzen: of we nu de meest exclusieve luxe genieten of het echte leven van de lokale bewoners willen leren kennen. Zo zorgt onze vakantie voor een meerwaarde, die we ons misschien nog jarenlang herinneren en waarvan toekomstige generaties op dezelfde manier als wij kunnen genieten. ◆ ............................................................................................
w w w.v i s i t s a p m i .c o m / e n / S a p m i - E x p e r i e n c e w w w. t re e h o t e l . s e w w w. u m l a n i .c o m w w w.e l re m a n s o.c o m www.turismo-sostenible.org /index.p h p (s p a ni s c h ) w w w.e c o t o u r i s m .o rg
OVERZICHT No 6/12
Overzicht
IDEEËN
DADEN
Office-Power-Check Aardverbonden en modern
Kantoorkwaliteit is meetbaar Doe de test! Samen met onderzoeksinstituut
Goed verzorgd groen
Sedus – pionier op gebied van de ecologische bedrijfsfilosofie
Hagstotz ITM ontwikkelde Sedus de valide
Groenconcepten bieden lucht en welzijn
Pagina 08
fundamenten voor een analyse voor een
Pagina 32
Niet te geloven: bij Sedus koestert men al
kantooroptimalisering. U heeft verschillende
Het is aangetoond dat planten op kantoor
meer dan 50 jaar de sensibele omgang met het
opties om de situatie in uw bedrijf te toetsen en
gezond zijn. Tegenwoordig zijn er professionele
milieu. ”Economie en ecologie zijn geen tegen-
verbeterpotentieel in het vizier te krijgen: een
groeninrichters, die plantconcepten aanpassen
stellingen, maar de onmisbare delen van een
Office-Quick-Check simple, een Office-Quick-
aan architectuur en ruimtelijke totaalaspecten.
geheel”, zo luidt het credo. Niet allen productie
Check complete of een uitgebreide Office-
Als alternatief voor individueel groen van de
en processen zijn volgens alle regelen der kunst
Power-Check.
medewerkers, loont de investering in profes-
milieu-vriendelijk – ook in de potten en pannen
sionele hulp: vertrekken worden niet alleen
van de bedrijfskeuken komt alleen groente uit
fraaier en bieden een aangenamere lucht-
eigen biologische aanbouw.
Pagina 30
kwaliteit, maar planten kunnen ook dienen als scheidingswand en akoestische isolatie.
Historische blik
Groen bouwen en zwarte cijfers schrijven
De hooikeerder
Duurzaamheid in de architectuur
Pagina 47
Pagina 20
Buitengewone blikken in het foto-album van de
De hele bouwwereld heeft het over duurzaam-
Sedus Stoll AG
heidscertificaten. Maar pas als materialisering en schoonheid ook meetellen bij de duurzaamheid van gebouwen, is een optimum bereikt. Gebouwen uit hout slaan momenteel alle records, want dankzij deze hernieuwbare grondstof staan deze
Eindeloze kringloop
gebouwen voor gematerialiseerde zonne-energie
Over toerisme en duurzaamheid
en architectuur die hulpstoffen ontziet. Momen-
Pagina 62
teel verrijst zelfs de eerste kantoortoren in hout.
News, tips & trends
Het motto ”terug naar de natuur” gaat ook op
Een bonte mengeling van inspiratie bij het actuele tijdschrift
bij het plannen van de vakantie. Klimaatneu-
Pagina 60
op de fiets met een tent achterop, maar ook
Passend bij het thema van deze uitgave van het
gewoon op verder weg gelegen bestemmingen
tijdschrift zijn hier suggesties en informatie te
en in comfortabele en luxe accommodaties. Dit
lezen waarmee men het leven iets duurzamer kan
artikel informeert hoe eco-toerisme gezien kan
vormgeven. Bijvoorbeeld hoe de worstjes voor
worden, en biedt ook voorbeelden van buiten-
de gasten tijdens de barbecue van de komende
gewone reisdoelen: van het Umlani Bushcamp
De golf Bedrijfspand van de USE AG
zomer met behulp van een zonne-koker zonder
in Zuid-Afrika tot een paradijs in het tropisch
Pagina 26
enige CO2 -emissie worden klaargemaakt. Dat is
regenwoud van Costa Rica en het ervaren van
Een excentriek gebouw met een innovatief
niet alleen milieuvriendelijke en trendy, maar ook
de Samische leefwereld en het Treehotel in de
klimaatconcept, ontworpen door wulf archi-
rookvrij en daardoor minder cancerogeen.
bomen van het hoge noorden.
tekten, huisvest een bedrijf, dat fotovoltaïsche
trale vakanties zijn niet alleen te realiseren
68
OVERZICHT No 6/12
systemen integreert. De werkplekken worden gekarakteriseerd door een ruime kantoorlayout met veel tussengebieden voor communicatie.
KENNIS Groener werken
Informatie en snel zelf beginnen Pagina 53
Je zat eten, maar dan goed!
Begrippenlijst rond het thema duurzaamheid, informatie over certificeringen en eco-labels
Een masterplan voor een gezondere werkdag
plus een checklist voor een snellere weg naar
Pagina 48
groen werken op kantoor.
Is uw bedrijf te klein voor een eigen kantine? Als
LOHAS
Hier bestaat de mogelijkheid om de vermelde
uw bedrijf dan ook nog eens niet gezegend is
De nieuwe avantgarde?
documenten die u ondersteunen bij de oriënte-
met een omgeving met een culinaire infrastruc-
Pagina 14
ring, direct te downloaden.
tuur: medewerkers hebben desalniettemin de
”Lifestyle of Health and Sustainability” (LOHAS) werd door trendonderzoekers betiteld als
kans om gezonde office snacks te eten. Prof-kok
MENSEN
Reinhard-Karl Üblacker laat zien hoe dat werkt.
eigentijdse neogroene ecobeweging. Het gaat daarbij niet om een georganiseerde beweging, maar om een levensstijl die min of meer bewust in de praktijk wordt gebracht.
Van A naar B: veranderende mobiliteit Investeren met een goed geweten
Wat beweegt ons in de toekomst?
Interview met Sabine Döbeli
Pagina 54
Pagina 36
Van individueel vervoer via carpoolen en carsha-
De grote eerlijkheid
Op het moment heeft het imago van banken
ring-modellen naar een nieuwe fietscultuur. Hoe
Milieuaspecten verhelderd: de stoel black dot
te lijden onder de recente negatieve fenomen:
de CO 2 -reductie realiseerbaar is op weg van en
hebzucht en korte-termijn winstbejag. Hoe
naar het werk.
Pagina 44
duurzaam vermogensbeheer als beleggings-
Onder de loep ligt de kantoordraaistoel Sedus
strategie wordt gedefinieerd bij de Zwitserse
black dot, die beschikt over uitmuntende ecologi-
bank Vontobel, maakt in dit interview Sabine
sche eigenschappen. Natuurlijk is hij gemaakt om
Döbeli duidelijk, hoofd duurzaamheid van de
lang mee te gaan, maar als het er op aankomt,
Vontobel-groep.
is hij in een handomdraai voor 94 procent te recyclen. Een film maakt het aanschouwelijk.
LEVEN De nieuwe bloemenkinderen
Het herontdekte plezier van tuinieren Pagina 56
Ontevredenheid over een slechte leefkwaliteit
Sedus temptation twin en high desk
en braakliggende of niet onderhouden plekken
Flexibele bouwstenen in het communicatieve kantoornetwerk
Urbane toekomst
ontspruiten. Of ze nu als guerilla gardeners actief
Pagina 50
Komt zij uit de woestijn?
zijn, gemeentelijke groenprojecten oprichten of
Het modulaire meubelsysteem integreert
Pagina 38
samen met collega’s een bedrijfstuin cultiveren: de
geraffineerd de bekabeling en elektriciteit en
Een rondom klimaatneutrale stad ontwerpt ster-
wereld van het tuinieren ondergaat wereldwijd een
biedt bij de temptation twin door zijn individu-
architect Norman Foster momenteel in Masdar,
renaissance en mag zich verheugen in een nieuwe
ele hoogte-verstelbaarheid een bewegelijke en
in de woestijn van het emiraat Abu Dhabi. Een
geliefdheid. De vrijetijdsbesteding die last had van
ergonomische manier van werken. Een vreugde
innovatief totaalconcept verbindt oude methodes
zijn burgerlijke image, wordt nu gezien als medita-
voor facilty managers is ook de temptation high
met nieuwe ideeën. Het klinkt als een utopie –
tief, zinvol en goed voor de gemeenschapszin – en
desk – een multitasker voor themabesprekingen
maar hier moeten ooit 50.000 mensen leven,
geeft uitdrukking aan een nieuwe experimenteer-
en presentaties in kleine kring.
zonder afval, CO2 -emissies en auto’s.
drift in de omgang met de natuur.
in steden, liet bij veel mensen een groene kiem
69
IMPRESSUM EN CONTACT No 6/12
No 6/12 Toekomst: duurzaamheid
Impressum: Uitgever:
Sedus Stoll B.V, Platinastraat 33, NL-2718 SZ Zoetermeer w w w. s e d u s .c o m
Hoofdredactie:
Dorothea Scheidl-Nennemann (V. i. S. d. P.), Sedus Stoll AG
Wilt u een abonnement op dit tijdschrift of wilt u het tijdschrift als digitaal document lezen? Meer informatie, ook over eerdere uitgaves, en download-opties vindt u onder de volgende link.
Redactie:
[email protected]
Grafisch concept & vormgeving
............................................................................................
fpm factor product münchen
w w w. p l a c e 2 p o i n t 5 .c o m / n l / a b o
w w w. fa c t o r - p ro d u c t .c o m
Auteurs in dit nummer:
Dirk Brandes, Mark Eltringham, Joachim Goetz, Michael Mayer, Álvaro Ruiz del Real, Dorothea Scheidl-Nennemann, Reinhard Stöhr
Contact:
Vertalers:
Mark Eltringham (en), Corinne Détrès (fr), Álvaro Ruiz del Real (es), Zeroquattro srl (it), Hans Fuchs (nl)
U wilt contact opnemen met Sedus? Wij staan u graag te woord in:
Lectoraat:
Lektorat Bonnet, München
Duitsland
Fotografie:
Titel: Treehotel / Peter Lundstrom, WDO; P.2/P.71: Getty Images; P.3: Sebastian Bullinger; P.4: Sedus; P.5: Sebastian Bullinger; P.6-7: Fotoatelier Blickfang / Leonie Baumgärtner, Stephan Paul Stuemer, Mathias Pilmes, Treehotel / Peter Lundstrom, WDO; P.8-13: Fotoatelier Blickfang / Leonie Baumgärtner; P.14: Getty Images; P.16, 18-19: fpm factor product münchen; P.20: Sebastian Schels / pk-odessa.com; P.23: Rendering: Thomas Knapp / Architekten Hermann Kaufmann; P.24: Mitsumasa Fujisuka, David Franck; P.26-27: USE; P.28: Illustrationen: wulf architekten; P.29: Stephan Paul Stuemer; P.30-31: fpm factor product münchen; P.32: Nicola Janucci; P.33: Beppe Raso; P.34: Hydroplant; P.35: Rendering: Obilia; P.37: Vontobel AG; P.39: Roland Halbe; P.40-43: Masdar City Project; P. 43 (rechts): Roland Halbe; P.44: Mathias Pilmes; P.45: Sedus; P.46: fpm factor product münchen; P.47: Stoll VITA Stiftung; P.48-49: Martin Stickler; P.50-51: Sebastian Bullinger; P.51 (rechts): speziell® design; P.52: Sebastian Bullinger; P.53: iStockphoto; P.54-55: fpm factor product münchen; P.55 (productfoto): Phiaro; P.56: Cyrus Dowlatshahi; P.57 (links): The Urban Farmer; P.57 (rechts): Green City; P.58-59 (alle): Prinzessinnengarten / Marco Clausen; P.60-61: Herstellerfotos; P.63: Treehotel / Peter Lundstrom, WDO; P.64: Umlani Bushcamp; P.65: Costa Rica Tourism Board; P.66: Carl-Johan Utsi; P.67: Treehotel / Peter Lundstrom, WDO; P.68-69: wie Artikel; P.70: Treehotel / Peter Lundstrom, WDO
D-79761 Waldshut, Tel. +49 7751 84-0
[email protected], www.sedus.de
België
B-9230 Wetteren, Tel. +32 9 36996-14
[email protected], www.sedus.be
Spanje
E-28050 Madrid, Tel. +34 91 59701-76
[email protected], www.sedus.es
Frankrijk
F-75009 Parijs, Tel. +33 1 537720-50
[email protected], www.sedus.fr
Groot-Britannië
GB-Londen EC1V 4DU, Tel. +44 20 7566399-0
[email protected], www.sedus.co.uk
Illustraties, diagrammen en grafieken: fpm factor product münchen
Italië
Copyright:
Dit tijdschrift en alle daarin opgenomen ideeën, bijdragen, illustraties en afbeeldingen zijn auteursrechtelijk beschermd. Herdruk, ook van delen, alleen met schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor ongevraagd ingezonden manuscripten kan het magazine niet instaan.
I-22071 Cadorago (CO), Tel. +39 031 4941-11
[email protected], www.sedus.it
Nederland
NL-2718 SZ Zoetermeer, Tel. +31 79 363159-0
[email protected], www.sedus.nl
Mededeling:
Redactionele bijdragen geven niet per se de mening weer van de uitgever.
Oostenrijk
Oplage:
A-5301 Eugendorf, Tel. +43 6225 21054-0
[email protected], www.sedus.at
Het tijdschrift Place 2.5 verschijnt twee keer per jaar in een oplage van 70.000 exemplaren in het Duits, Engels, Frans, Spaans, Italiaans en Nederlands.
Zwitserland
Druk:
CH-4613 Rickenbach, Tel. +41 62 21641-14
[email protected], www.sedus.ch
Druckhaus Waiblingen Remstal-Bote GmbH
70