Waterlandstichting Ella Vogelaars rechtsfilosofie August Hans den Boef ‘Niet de modernen worden door de officiëele wereld in den ban gedaan, het zyn slechts de radicale vrydenkers die niet ongesmaad met hun gevoelens voor den dag kunnen komen.’ Multatuli, 1872 Ik vind Ella Vogelaar geen bekwame minister en evenmin een bekwaam politicus, maar misschien ben ik als ex-CPN’er te zeer bevooroordeeld jegens andere voormalig communisten. Desondanks meen ik dat de aanhoudende hoon die zij ontving naar aanleiding van een Trouw-interview deze zomer volkomen onterecht was. ‘Nederland is een samenleving die gevormd is op basis van joods-christelijke tradities. Dat zijn onze wortels (...) Eeuwen geleden kwam de Joodse gemeenschap naar Nederland en nu zeggen we: Nederland is een land gevormd door joodschristelijke tradities. En ik kan me voorstellen dat we een vergelijkbaar proces krijgen met de islam.’ Daarna vroeg de interviewer: ‘We zullen ooit zeggen: Nederland is een land van joods-christelijk-islamitische tradities?’ Vogelaar antwoordde: ‘Ja, dat kan ik me voorstellen, maar daar gaan wel een paar eeuwen overheen.’ No problem. Niks geen minister die stelt dat Nederland een land van joods-christelijk-islamitische tradities moet zijn. Die trits werd haar in de mond gelegd door de interviewer en ook dan nog sprak ze van ‘een paar eeuwen.’ De kritiek op Vogelaar had dan ook alleen maar op de eerste zin moeten slaan, die over de joods-christelijke tradities. Joden wezen terecht al op het gegeven dat die duale combinatie een tamelijk recente politiek correcte vondst van christenen is, waaraan Joden tijdens de Duitse bezetting heel wat meer zouden hebben gehad. Mijn kritische vraag: waarom verzweeg Vogelaar de traditie van verlichting en vrijdenkerij die ons land sinds Spinoza ook kenmerkt? Haar Amsterdamse partijgenoten doen nota bene hun uiterste best om Spinoza als unique selling point te pushen. En als communist was Vogelaar wellicht op de hoogte van wat er na Spinoza kwam aan verlichte democraten die zowel republikeinse als seculiere opvattingen verdedigden. De gebroeders Koerbagh, Franciscus van den Ende en Pieter de la Court c.s. Via de krachtige atheïstische vleugel van de achttiendeeeuwse patriotten naar Johannes van Vloten en Multatuli in de negentiende eeuw.
pagina 1 van 5 - www.waterlandstichting.nl
Die weer Herman Gorter en Ferdinand Domela Nieuwenhuis inspireerden tot en met de honderdduizenden vrijdenkers, atheïsten en agnosten in onze dagen. De seculiere traditie Het gaat om een verzwegen traditie die zich sterk afzette tegen God (c.q. JHWH), Nederland en Oranje. Juist daarom is deze traditie tot op de huidige dag onderbelicht. Want ook in de arena van de geschiedenis bepalen de overwinnaars wat goed en slecht is. Dat waren van meet af aan de protestantse Oranjeklanten. Hun visie domineerde heel lang de Nederlandse historiografie. Pieter Geyl was een expliciete uitzondering en Johan Huizinga een impliciete. Volgens de geschiedschrijvers golden de antagonisten van de Oranjes en hun calvinistische aanhang in meerdere dan wel mindere mate als landverraders. Johan van Oldenbarneveldt, bijvoorbeeld, ’s lands hoogste ambtenaar, werd op last van stadhouder Maurits van Oranje geëxecuteerd. Zijn opvolger Johan de Witt, eveneens een internationaal geacht staatsman, wiens opvattingen verwant waren aan die van Pieter de la Court, sneuvelde decennia later door de rancuneuze campagne van stadhouder Willem III. Tussen die twee gebeurtenissen in werd een internationaal erkende grote geest als Hugo de Groot geschoffeerd door Frederik Hendrik, de stadhouder die ook de auteur Joost van den Vondel vervolgde voor zijn toneelstuk Palamedes. De latere religieuze en politieke oppositie tegen de Oranjes werd door geschiedschrijvers vaak weggezet onder het pejoratief ‘regenten’: de kaste die in de achttiende eeuw door luiheid, corruptie en decadentie de verworvenheden van de Gouden Eeuw zou hebben verkwanseld. Helaas tuinden ook marxisten als Theun de Vries en het echtpaar Romein in deze Oranjepropagandistische val. Zij waren marxisten, die gelukkig wel weer een goed oog hadden voor de patriotten. Aan het eind van de achttiende eeuw ontstond immers een brede patriottische oppositie tegen zowel de conservatieve regenten als de Oranjes. Dragers van de Verlichting als Gerrit Paape, Betje Wolff en Aagje Deken moesten naar Frankrijk vluchten toen de Oranjes hun Britse en Duitse connecties te hulp riepen, waardoor onze Republiek de facto door het Pruisische leger werd bezet. Daarmee gaf de oranjegeschiedschrijving juist die arme, vervolgde patriotten het odium van landverraders. Zo was de enige koloniale Nederlander wiens optreden in Indië door Nederlandse geschiedenisboekjes ooit als ‘wreed’ is afgeschilderd niet Jan Pieterszoon Coen, die de waarde van de VOC-specerijen verhoogde door landjes plat te branden, waarbij het niets uitmaakte of er ook belendende hutjes met bewoners sneuvelden. Neen, de wreedaard was Herman Willem Daendels, een
pagina 2 van 5 - www.waterlandstichting.nl
patriot in dienst van de Bataafse Republiek, die de Grote Postweg in Indië liet aanleggen. En in al die ‘glorieuze oranjejaren’ ? ik citeer de grootmoeder van het huidige staatshoofd ? hadden katholieken geen burgerrechten, hoewel ze de grootste religieuze groepering vormden. Hun burgerrechten kregen ze net als joden en moslims pas in de patriottische Grondwet van 1798. Uiteraard werd die Wet niet herdacht in 1998. Dat wilde Wim Kok ons staatshoofd niet aandoen. Ver in de twintigste eeuw werd de overwinnaarsgeschiedenis tenslotte substantieel gecorrigeerd door Nederlandse historici. Wellicht ook omdat burgers zich steeds meer thuis gingen voelen in de traditie van de radicale, seculiere, republikeinse democratie dan in die van God, Nederland & Oranje. Ook hier een uitzondering: de gereformeerde historicus Van Deursen. Waarom klinkt de brede consensus onder historici niet door in het betoog van een minister als Vogelaar die meent het linkse gedachtegoed te vertegenwoordigen? Ten eerste omdat die traditie politiek onwelkom is in een samenleving met een grote en sterk groeiende groep nieuwkomers, voor wie radicale en seculiere opvattingen abjecte ketterij betekenen: een serieus deel van haar PvdA-electoraat. Ten tweede omdat die mooie traditie af en toe gekaapt wordt door bedenkelijk figuren als Geert Wilders. Maar waarom geen ‘respect’ voor deze seculiere traditie en al de burgers die zich daardoor voelen geïnspireerd? Artikel 23:7 Door de islamhype werd overigens een veel belangrijker opmerking van Vogelaar in het Trouw-interview door de critici over het hoofd gezien: haar standpunt over de islamitisch onderwijs en daarmee over Artikel 23: ‘Het is een feit dat op islamitische scholen allemaal allochtone kinderen zitten waarvan een flink deel achterstand heeft. Dat vind ik niet zo'n goede ontwikkeling. Mijn voorkeur zou zijn dat kinderen naar scholen in de buurt gaan, omdat ze daar andere kinderen tegen komen. Ik zal dat altijd tegen islamitische ouders zeggen, maar tegelijkertijd kan ik ze het recht niet ontzeggen hun kinderen naar islamitische scholen te sturen.’ Wilde Vogelaar vervolgens Artikel 23:7, dat vastlegt dat het bijzonder onderwijs uit de staatskas moet worden betaald, afschaffen? Neen: ‘Dat is het ingewikkelde van onze samenleving, dat hoort bij de vrijheid van onderwijs. Iedere groep, of het nou protestanten, katholieken, Vrije School-aanhangers of moslims zijn, heeft recht op een eigen school. Wil je dat veranderen, dan moet je een discussie beginnen over artikel 23 van de grondwet, waarin de vrijheid van onderwijs is geregeld.’ Die discussie wil ze als deel van de dominante PvdA-stroming dus niet aangaan. Dezelfde spagaat ? Artikel 23:7 belemmert de ontwikkeling en integratie van
pagina 3 van 5 - www.waterlandstichting.nl
kinderen in een achterstandsituatie die op een monoculturele school zitten, maar we hebben vrijheid van onderwijs ? wordt uitvoerig beschreven in het recente rapport Identificatie met Nederland van de WRR. Basisscholen moeten de wettelijke opdracht krijgen een ‘verbinding’ te leggen tussen bevolkingsgroepen, zodat een halt wordt toegeroepen aan de voortgaande segregatie in het onderwijs. ‘Hoe lastig ook, scholen die met hun rug naar de samenleving staan, moeten gecorrigeerd kunnen worden.’ Geschrokken van hun eigen conclusies, verklaren de onderzoekers braaf dat de in Artikel 23 van de Grondwet vastgelegde vrijheid van onderwijs onverkort moet blijven gelden. Aan deze passage in het WRR-rapport besteedden de media veel minder aandacht dan aan de briljante observatie die de Argentijnse matrone deed over het gebrek aan Nederlandse identiteit. Een matrone die overigens als echtgenote van de zoon van het staatshoofd met een pennenstreek de Nederlandse nationaliteit verwierf. Al onze vrienden en vriendinnen uit verre landen deden er langer over of zijn daarin tot op de huidige dag niet geslaagd. Misschien moet in de toekomst een veel pragmatischer oppositie worden gevoerd tegen Artikel 23:7. Minder principiële en ideologische bezwaren, waardoor ook de ideologische attitude van PvdA effectiever kan worden bestreden. Die attitude is heel legalistisch. Het standaardvoorbeeld wordt geleverd door Vogelaars partijgenoot Job Cohen. Volgens de Amsterdamse burgermeester moet een fundamentalist die de openbare veiligheid bedreigt worden aangepakt, maar een fundamentalist die binnen de wet blijft ‘doet geen vlieg kwaad’. Geen vlieg kwaad? Hoe groeien kinderen op in een fundamentalistisch milieu? Vooral als ze homoseksueel zijn? Hoe zit het met vrouwen en meisjes? Om nog maar te zwijgen over de mogelijkheid van religieuze exit. Kortom, hebben islamitische Amsterdammertjes uit een fundamentalistisch milieu evenveel keuzemogelijkheden in hun leven als andere kinderen? Cohen haalt een aantal dingen door elkaar. Want gedrag dat de wet toestaat, is daarmee nog niet wenselijk, noch voor de samenleving, noch voor het betreffende individu. Eerder dit jaar huldigde Vogelaar conform Cohens legalisme het standpunt dat ‘de boerka moet kunnen’. Als de minister dit ‘moet kunnen’ standpunt consequent volhoudt, moet ze ook erkennen dat niet alleen het bespotten van Mohammed en Allah ‘moet kunnen’, maar ook de ongenuanceerde islamkritiek van Wilders, want onze wet staat dat alles toe. Ik zou echter willen bepleiten dat bespotting en ongenuanceerdheid die de wet toestaat daarmee nog niet altijd wenselijk zijn, omdat die onnodige maatschappelijke onrust kunnen veroorzaken. Maar dat is nu precies het standpunt van Vogelaar en Cohen inzake de cartoons en Wilders. Ze
pagina 4 van 5 - www.waterlandstichting.nl
zijn dus uiterst selectief in hun ‘moet kunnen’-filosofie. In het geval van de boerka is dat ook nog onverstandig. Een boerka kan net als een bivakmuts of een mombakkes een ordeprobleem in de openbare ruimte opleveren. Bovendien is dit religieuze kledingstuk voor Nederlandse moslims uit een Turkse of Marokkaanse traditie even vreemd als een monokini of een jaegeronderbroek. De boerka is daardoor geen exponent van de godsdienstvrijheid die vanzelfsprekend aan Nederlandse gelovigen toekomt, maar juist van de fundamentalistische afwending van en fysieke uitsluiting van de (islamitische) omgeving. Ik besta uitdrukkelijk niet voor u. U bestaat uitdrukkelijk niet voor mij. Ik verbind mij liever aan Afghanistan en Saoedi-Arabië dan aan Turkije, Marokko of Nederland. Ceterum censeo: Ella Vogelaar is noch een bekwame minister, noch een bekwaam politicus. Laten we hopen dat deze dame na de val van het christelijke kabinet Balkenende IV met Bos en andere sociaal-democratische multiculturalistische marktfetisjisten weer comfortabel kan terugkeren naar het gespreide bedje van hun oude vrienden in het nationale en internationale bedrijfsleven. August Hans den Boef werkt bij de Hogeschool van Amsterdam. Dit najaar verschijnt bij Van Gennep zijn boek God als hype.
pagina 5 van 5 - www.waterlandstichting.nl