ENERGIE
ARGUS
Wat na de aardolie? voor de Europese Unie tegen 2020: Het ARGUS-debat 'Wat na de aard- Blaast aardolie haar laatste adem uit 20% minder energiegebruik ten opzichte van olie?' op 4 oktober 2007 in de in 2057? de business as usual; aula van de Universiteit Gent kon Aardolie blijft met een marktaandeel van 20% reductie van de CO2-uitstoot t.o.v. 1990 ; het aandeel hernieuwbare energie stijgt op veel belangstelling rekenen. Een 38% de nummer één als mondiale energievan 7% naar 20%; teken aan de wand dat meer en drager. Daarna volgen aardgas (24,30%) het aandeel biobrandstoffen bedraagt in en steenkool (25,50%). Kleinere spelers als meer mensen zich zorgen beginnen waterkracht (6,30%) en - jawel - kernenergie elke lidstaat 10%. te maken over hoe het nu met onze (6,50%) maken dit plaatje volledig. energievoorziening verder moet. Een recente studie van de US Geological Is er energie genoeg? En tegen welke prijs? De olieprijs Survey (2000) schatte 'de ultiem recupereerbare reserves' olie en gasvloeistoffen Maar de realiteit laat eerder zien dat we verpulvert bijna dag na dag haar op 3345 miljard vaten. Dit cijfer houdt zich afstevenen op een toenemende vraag naar eigen record en stevent af naar de overeind mits een flinke portie optimisme: energie wereldwijd met maar liefst 50% magische drempel van 100 dollar de hoop op steeds vernuftigere technologie tegen 2030. Toch hoeven we volgens Wim per vat. Dit terwijl hernieuwbare om aardolie op te sporen en op te pompen, Soetaert en Ronnie Belmans niet meteen een betere geologische kennis en een effi- met de handen in het haar te zitten. Ze energie toch maar moeizaam van ciënter beheer van de olie- en gasvelden. verwijzen hierbij naar de thermodynamische de grond komt. Wat is er loos? De cijfers van het BP Statistical Review op wetten en naar de zon als eeuwige motor Een debat met Ronnie Belmans World Energy (2003) bekijkt de zaken wat van de energieopwekking. De kunst is om die (K.U. Leuven), Peter Claes (direc- voorzichtiger en houdt de 'bewezen reserves' energie efficiënt naar bruikbare vormen om op minder dan een derde: 1047 miljard vaten. te zetten. Peter Claes bekijkt de zaak echter teur-generaal van Essenscia, de Aan een huidig tempo van 96 miljoen vaten vanuit een economische invalshoek: 'Als iets federatie van de chemische indus- per dag nu en naar schatting 115 miljoen in overvloed aanwezig is, dan swingt de prijs trie en van life sciences), Jan Haers vaten per dag in 2020, is over 50 jaar - hoe daarvan niet dag na dag de pan uit. Precies (Vlaams Energie Agentschap), Dirk oud wordt u in 2057? - de voorraad aardolie die omzetting naar bruikbare energie is nu die technische factor - mét zijn prijskaartje aan het einde van zijn Latijn. Holemans (Vlaams parlementslid Naast deze slinkende voorraden fossiele - die maakt dat er niet altijd en overal energie 1999 – 2004 voor Groen!) en Wim brandstoffen legt ook het broeikaseffect deze voldoende is.' Soetaert (UGent). Dit artikel vat de groeiende wereldwijde energievraag het vuur Dirk Holemans verdiept dit standpunt: 'De essentie samen van wat die avond aan de schenen. Om een globale klimaatsop- EU telt 7% van de wereldbevolking, maar warming tot 2°C te beperken, moet de CO2- neemt 16% van de olieconsumptie op zich. aan bod kwam. uitstoot tegen 2050 met 60 tot 80% - met het Of in een ruimer kader: 80% van alle goedecontrolepunt van 30% tegen 2020 - dalen. Na haar tijdshorizon van 2012 is een gewone verderzetting van de huidige Kyoto-akkoorden verre van toereikend om deze doelstelling ook maar in het vizier te krijgen. Daarom boog de Europese Raad van maart 2007 zich alvast over de post-Kyoto doelstellingen en formuleerde als specifieke energiedoelstellingen
26
■
ARGUSmilieumagazine
■
jaargang 5
■
nr. 4
ren en diensten is weggelegd voor een select kransje van 20% van de wereldbevolking. Naast de technische en de economische kant van de zaak is er ook een belangrijke ethische kwestie aan verbonden: hoe zorgen we ervoor dat iedereen op deze aarde vlot kan beschikken over de nodige energiebronnen om minstens een menswaardig bestaan te
Patrick Verheye is freelance auteur
hebben en verder uit te kunnen bouwen? Het zou spijtig zijn als dit debat blijft steken bij de vraag: is er genoeg energie voor ons?'
tie- als consumptiepatronen niet eerder aan de orde?”
Energie te weinig?
De kast met mogelijke energiebronnen is echter rijk gevuld. Om te beginnen liggen er in de kast nog enorme reserves steenkool. Maar steenkoolcentrales kampen met een kwalijke milieureputatie. “Toch kan steenkool een belangrijke rol spelen,” zo stelt Peter Claes, “Als we de bestaande steenkoolcentrales door Clean Coal Centrales - met spitstechnologie zowel op het niveau van de productie als van de koolwinning - vervangen, dan halen we zonder moeite de Kyoto-doelstellingen”. Dirk Holemans ziet hier niet noodzakelijk graten in: 'Slagen we erin de CO2 met CCS-technieken (Carbon Capture and Storage nvdr) kunnen vasthouden, dan is dit een bruikbare oplossing. Anders niet.” Maar wellicht wordt het nog wachten tot 2030 vooraleer CCS - het afvangen en opslaan van CO2 in geologische formaties - commercieel interessant wordt. Dan is er de schuif met de oneindige, hernieuwbare energiebronnen: wind, zon, biomassa en water. Zo is 'grote' waterkracht energie-efficiënt, maar toch met heel wat nadelen beladen (volksverhuizing, verlies aan biodiversiteit,...). Op kleinere schaal wordt waterkracht dan weer te duur. Ook biomassa scoort energetisch goed, maar is duur en treedt in conflict met de voedselvoorziening. Windenergie is competitief in de kustregio's maar fluctueert heel sterk. Offshore moeten subsidies en andere voordelen nog de windmolens overeind houden. Ook fotovoltaïsche energie is nog duur en sterk fluctuerend. Zonnecollectoren (warmte uit zonne-energie) zijn dan wel weer competitief.
Een eerste piste in het energievraagstuk is het potentieel aan energiebesparing: een rijzende ster aan het firmament, maar die nog te weinig schittert. De strijd voor energie-efficiënte processen en producten is allesbehalve gestreden. Peter Claes stelt dat de industrie qua energie-efficiëntie al heel behoorlijke resultaten geboekt heeft en nog zal boeken, maar dat de huishoudens achterop hinken: 'Al die huizen moeten eens dringend geïsoleerd raken. Dat zou voor de Kyoto-doelstellingen al een flinke slok op de borrel schelen.' Ook Dirk Holemans ziet nog tal van technische haalbare mogelijkheden, maar die nog te weinig verbreid zijn: 'Naast isolatie zijn er nog tal van andere mogelijkheden”. Hij verwijst onder meer naar concrete realisaties van warmtekrachtkoppeling en stadsverwarmingsprojecten in binnen- en buitenland. “Ook de zogenaamde 3-liter voertuigen zijn technisch perfect haalbaar. Er zijn dus tal van technologieën beschikbaar die met een pak minder energie uit de voeten kunnen.' Maar in één adem voegt hij daar toch een kanttekening aan toe: 'Ik ben niet blind voor de technische mogelijkheden, maar ik geloof niet zomaar blindelings dat de technologische evolutie in staat is om het energievraagstuk op te lossen. Nieuwe industrieën groeien razendsnel, de wereldbevolking groeit en een massa mensen hunkert naar onze Westerse gulzige levensstandaard. Kan de aarde dit allemaal wel aan? Is de vraag naar een nieuw maatschappelijk model met andere produc-
Een rijk gevulde kast
In het algemeen erkent Ronnie Belmans hun aanzienlijk energiepotentieel. Hij ziet echter ook de technische knelpunten onder ogen: 'Deze bronnen hebben een lage energiedichtheid en hun ogenblikkelijk vermogen kan sterk fluctueren. Dit leidt tot hoge kosten voor energieconversie. Daarnaast leggen deze energiebronnen een groot beslag op de beschikbare ruimte.” Ook Peter Claes is eerder sceptisch over hernieuwbare energie, althans over de opwekking ervan in Vlaanderen: “We hebben amper een kustlijn van 60 km, we hebben geen grote watervallen en de ruimte om energiegewassen te telen is schaars. Vlaanderen kan dus qua energieproductie uit hernieuwbare energie nooit een koploper worden. Wel kunnen we een belangrijke rol spelen bij de ontwikkeling van de vereiste technologie, maar dan mogen we weer niet – zoals dit bij windenergie gebeurd is – de kaas van ons brood laten eten...” Ook Jan Haers stipt aan dat het voor Vlaanderen - met veel volk op een beperkte oppervlakte - quasi onmogelijk is om de Europese 2020-doelstellingen te realiseren: “Deze doelstelling moet op Europees niveau gehaald worden. België zal hierin wellicht een kleiner aandeel toegewezen krijgen. Maar laat dit niet als vrolijke muziek in de oren klinken: ook dan nog staan we voor een gigantische uitdaging!” En wat hebben we verder nog in de kast liggen? Juist, kernenergie met zijn verschillende nucleaire routes.
Alles onder de mixer? Om aan de toekomstige energievraag te voldoen moet dus een mix van energiebronnen aangesproken worden. “Alle oplossingen die voldoen aan de criteria van competitiviteit, duurzaamheid en zekerheid op energiebe-
ARGUSmilieumagazine
■
jaargang 5
■
nr. 4
■
27
ENERGIE
Figuur 1:
Figuur 2: Groenstroomproductie in GWh (miljoen kWh) van 1994 tot 2006
Duurzaam
Verzekerd
restafval
biogas
biomassa windenergie
waterkracht
Ronnie Belmans is gewoon hoogleraar aan de K.U.Leuven. Hij staat aan het hoofd van de onderzoeksgroep ELECTA van het departement ESAT. Deze onderzoeksgroep is actief op het vlak van elektrische energie-opwekking, hoogspanningssystemen, betrouwbare energievoorziening en analyseert de techno-economische aspecten van de liberalisering van de elektriciteitsmarkt. Hij is eveneens gasthoogleraar aan het Imperial College in London. Peter Claes is directeur-generaal van Essenscia, de federatie van de chemische industrie en van life sciences. Verder is hij ondervoorzitter van Febeliec (Federation of Large Industrial Energy Consumers). Jan Haers volgt op het Vlaams Energie Agentschap de Europese energiedossiers op. Hij vertegenwoordigt de Vlaamse overheid in het overlegorgaan ENOVER, dat het energiebeleid van de federale overheid en de gewesten coördineert. Dirk Holemans is van opleiding ingenieur in de scheikunde en landbouwindustrieën en eveneens kandidaat in de wijsbegeerte. Aan verschillende Vlaamse universiteiten bouwde hij in de jaren '90 een ruime onderzoekservaring op en was ook docent aan de Technische Universiteit Delft. Als Vlaams volksvertegenwoordiger voor Groen! (1999-2004) spitste hij zich toe op wetenschaps- en technologiebeleid. Hij publiceere tal van artikels over o.m. duurzame ontwikkeling, technology assessment, cultuur- en politieke filosofie. Professor Wim Soetaert is verbonden aan het Laboratorium voor Industriële Microbiologie en Biokatalyse van de Faculteit BioIngenieurswetenschappen. Hij is ook de initiatiefnemer van Ghent Bio-Energy Valley.
28
■
ARGUSmilieumagazine
■
jaargang 5
■
zonneenergie
Competitief
ARGUS
Bron: VLEA
voorrading zullen van doen zijn, ” benadrukken Claes en Belmans, Tussen deze drie criteria heerst immers een belangrijk spanningsveld (zie figuur 1). “D energievraag is urgent en we hebben nu “De niet de luxe om bepaalde bronnen uit het gamma te weren.”Kernenergie behoort volgens hen, ook in de toekomst, dus uitdrukkelijk wel in de mix van energiebronnen thuis. Kernenergie is immers betrouw- en betaalbaar en de kernreactoren van de toekomst (de zogenaamde Generatie IV) hebben nog extra voordelen in hun mars: ze zijn minder kapitaalintensief, ze springen zuiniger om met hun brandstof uranium, ze produceren minder afval en ze zijn intrinsiek veilig. De nucleaire route van kernfusie ziet er op dit moment niet slecht uit, maar heeft heeft nog een langere weg te gaan. Een doorbraak valt pas te verwachten vanaf 2050. Dirk Holemans ziet echter veel minder heil in deze nucleaire route. ”Vooraleer we als wielrenners ‘alles uit de kast gaan halen’, denken we beter toch even kritisch na. Kiezen voor een toekomst met kernenergie blijft een gevaarlijke optie. Het intrinsieke nadeel van kernenergie is het nucleair afval dat tienduizenden jaren meegaat. Het getuigt van weinig zin voor ethiek om toekomstige generaties met een eeuwig probleem op te zadelen. Deze technologie is ook niet zo CO2-vrij, zoals men het zo graag laat uitschijnen. Dit is ze wel bij de productie van elektriciteit, maar niet bij de winning van uranium. Bovendien raken ook de voorraden uranium ooit op. Het lijkt
nr. 4
me dan ook veel verstandiger om volop de kaart te trekken van energie uit zon, water en wind die eindeloos voorradig zijn.”
Politieke standvastigheid De huidige Belgische wetgeving voorziet een phase-out van de kerncentrales na 40 jaar dienst. Concreet betekent dit dat de centrales Tihange 1 en Doel 1, 2 en 4 - goed voor 2.800 MW - tegen 2015 de deuren mogen sluiten. Tegen 2025 wordt dan nog eens met de sluiting van Doel 3, Tihange 2 en 3 een capaciteit van 3.030 MW uit roulatie genomen. Maar op politiek niveau ligt dit besluit met de regelmaat van de klok zwaar onder vuur. Ronnie Belmans: “We kunnen natuurlijk onze centrales sluiten, terwijl Frankrijk, Groot-Brittannië, Finland,... lustig nieuwe kerncentrales bijbouwen. En dan gaan we elektriciteit van kerncentrales uit onze buurlanden importeren? Toch wat hypocriet, niet? Maar wat vooral van belang is, er moet eens een definitieve keuze gemaakt worden. Het gaat niet langer op om nu eens een kernuitstap te beslissen en vier jaar later weer beslissen om er weer in te stappen and so on...Om de energievoorziening veilig te stellen, is er dringend nood aan politieke standvastigheid.” Ronnie Belmans verwijst hierbij naar de toekomstgerichte uitbouw van het elektriciteitsnet en noemt dit onomwonden de achillespees van de energievoorziening. De primaire netwerken dateren nog van de jaren
'60-'70, uit tijden met een eerder beperkte energievraag. Ondertussen gaan deze netwerken gebukt onder een alsmaar groeiende vraag met hogere kwalitatieve eisen. En waar de voeding vroeger bestond uit enkele grote krachtcentrales evolueren we nu naar een complexe en verspreide mix van energieopwekking. Gezien deze veranderende context zijn de netwerken dringend aan modernisering en uitbreiding toe. “Maar dan moet er eerst een duidelijk en consequent kader zijn, gebaseerd op krachtlijnen die niet om de haverklap veranderen. Anders dreigen die investeringen in de elektriciteitsnetten ofwel te laat te komen, ofwel een maat voor niks te worden,” zo besluit Ronnie Belmans.
Grafieken uit Duitsland, Chili, Italië, Nederland, Oostenrijk, de Verenigde Staten, Australië en Zweden met de Vergelijking van de Index of Sustainable Economic Welfare* t.o.v. het Bruto Nationaal Product (GDP) voor een aantal landen.
Het onvolledige prijskaartje De stelling dat kernenergie goedkoop is Ronnie Belmans illustreert dit met het cijfer uit Finland: 30 euro per Mwattuur, kosten voor het beheer van het afval inclusief - lokt meteen heel wat reacties uit. Volgens Wim Soetaert en Dirk Holemans is kernenergie vandaag alleen maar prijscompetitief, omdat het in het verleden zwaar gesubsidieerd werd en bepaalde kosten, zoals het beheer van het afval, op de lange baan geschoven worden. Een taks op kernenergie zou volgens Soetaert dan ook niet meer dan een maatschappelijk gerechtvaardigde compensatie voor deze subsidiëring uit het verleden zijn. Dit geld zou een fonds van onderzoek en investeringen naar hernieuwbare energie kunnen spijzen. Wim Soetaert: “Dit is een normale gang van zaken voor eender welk bedrijf, waarbij de winsten uit de exploitatie van volwassen technologie de benodigde onderzoeksinvesteringen dragen voor nieuwe ontwikkelingen. Nucleaire energie heeft het genoegen mogen ondervinden dat er minstens driemaal zoveel onderzoek naar is gebeurd dan naar alternatieve energiebronnen. Nieuwe technologieën hebben het in de beginfase altijd moeilijk. Waren alternatieve energiebronnen even krachtig ondersteund als kernenergie vroeger, dan hadden we vandaag in Vlaanderen veel verder gestaan dan een luttele 2% hernieuwbare energie.” (zie figuur 2) Verder ontpopt Soetaert zich als een fervente voorstander van de vrije markt: “We zitten hier vanavond alleen maar samen, omdat de olie duurder en duurder wordt. Als de prijs verder stijgt, en je laat de markt spelen, dan zullen de alternatieven wel vanzelf als paddenstoelen uit de grond schieten.
* Index of Sustainable Economic Welfare (ISEW): een alternatieve economische index die niet alleen rekening houdt met economische parameters, maar die ook welzijnsaspecten incalculeert.
ARGUSmilieumagazine
■
jaargang 5
■
nr. 4
■
29
ARGUS
ENERGIE
ARGUS
Het energiedebat onder sociale druk Ronnie Belmans wijst er op dat het energievraagstuk gebukt gaat onder tal van sociale syndromen. Het bekendste is het NIMBY-syndroom: Not In My BackYard. De politiek heeft dan soms last van het NIMTO-syndroom: Not In My Term of Office. Andere syndromen zijn BANANA (Build Absolutely Nothing Anywhere Near Anything), CAVE-people (Citzens Against Virtually Everything) tot zelfs het NOPE-syndroom: NOT ON PLANET EARTH. Ook Belmans constateert een schrik om de markt haar rol te laten spelen: “Zodra de prijzen stijgen, zwaait men met subsidies en cheques om prijsschommelingen op te vangen. Daarmee bevoordeel je uitdrukkelijk de gangbare systemen.” Dirk Holemans vindt ook dat de markt moet spelen, maar dan wel binnen een optimaal kader: “De vrije markt heeft niet onmiddellijk een natuurlijke neiging om met de draagkracht van het systeem rekening te houden. Daarom leg je best eerst democratisch een optimaal kader vast, waarbinnen de markt dan inderdaad haar rol kan spelen. Maar een moderne maatschappij heeft ook de plicht om de markt met sociale correcties bij te sturen.” Wim Soetaert haalt de luchtvaart aan als een schoolvoorbeeld van het vervalste prijskaartje: “Vliegen kan maar zo goedkoop zijn, omdat de kerosine niet belast wordt. Vliegen is nu goedkoper dan reizen met de trein of met de auto, omdat je hierop wel belast wordt. Dit is een situatie die zo snel mogelijk moet recht gezet worden.” Bovendien ontsnapt de luchtvaart tot op de dag van vandaag als enige energie-intensieve sector aan het systeem van de emissiehandel. Hiermee hoeft de luchtvaart ook geen rekening te houden met beperkingen in haar CO2-uitstoot. Andere sectoren moeten boetes betalen als ze hun emissierechten overschrijden.
Toetsen op duurzaamheid Zo'n optimaal kader is op zijn minst ook wenselijk voor bio-energiegewassen. Jan Haers: “’Hernieuwbaar’ is weliswaar heel nobel en edel, maar je mag het aspect duurzaamheid niet uit het oog verliezen. Je kunt de voedselmarkt niet op zijn kop
30
■
ARGUSmilieumagazine
■
jaargang 5
■
zetten om the happy few van biofuels te voorzien. En de impact van biogewassen op de voedselmarkt is nu al wel degelijk aan de gang.” Haers pleit daarmee alvast voor een duurzaamheidstoets voor de teelt van energiegewassen. Ook Wim Soetaert treedt deze stelling bij: “Sommige biobrandstoffen zijn ronduit nefast. Het is totaal fout om goedkope palmolie uit Azië naar Europa te importeren. Hiervoor gaan gigantische oppervlaktes regenwoud voor de bijl en deze teelt gaat regelrecht in concurrentie met andere basisgrondstoffen.” Toch blijft hij optimistisch wat betreft de potentiële bijdrage die energiegewassen kunnen leveren. “Het wegtransport is momenteel goed voor 1/3 van de energievraag. En het hoeft weinig betoog dat de aarde te klein is om vandaag alle verkeer op biobrandstof te laten rijden,” weet Wim Soetaert: “Nochtans kan het. Maar dan moet de druk op de autoproducenten dringend opgevoerd worden om hun 1- en 2-liter motoren op de markt te brengen. Want als we verder blijven boeren met de huidige zuipschuiten van motoren, dan zullen we het ook met biobrandstoffen nooit kunnen rooien.” Sowieso ziet Jan Haers biobrandstoffen vooral als een oplossing op middellange termijn:”Op lange termijn gaat de EU ervan uit dat waterstof de belangrijkste energiedrager wordt. Maar dan moet die waterstof natuurlijk wel geproduceerd worden en dan liefst uit hernieuwbare bronnen. Anders zijn we weer even ver van huis.”
In een mondiaal perspectief Dirk Holemans stelt dat dit toetsen op duurzaamheid best eerst in een breder perspectief en op mondiaal niveau gebeurt: “Op dit moment ligt iedereen wakker van de vraag of we genoeg energie hebben om de groei van de wereldbevolking en de stijgende consumptie te allen tijde bij te kunnen benen. Nochtans wijzen studies uit dat een hogere welvaart niet per se hand in hand gaat met een beter welzijn, zelfs integendeel. (zie Verder toont het broeikaseffect wel degelijk aan dat de aarde haar grenzen heeft en dat het begrip 'draagkracht' niet langer een loos, theoretisch concept is. In dit opzicht is de vraag 'hoeveel energie heeft een mens nodig om goed te leven?' een beter uitgangspunt. En dit antwoord moet dan rekening houden met de draagkracht van de aarde en met een eerlijke verdeling in de samenleving.”
nr. 4
KORT NIEUWS
Dode rivier aan de beterhand De Zenne, nog niet zo lang geleden een ‘dode rivier’, lijkt aan de beterhand. Sinds 2000 wordt in de meetpunten tussen de Waals-Vlaamse grens te Lembeek en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest opnieuw meer zuurstof in het Zennewater opgetekend. Op basis van deze zuurstofverzadiging mag men de Zenne nu ‘matig verontreinigd’ noemen in plaats van ‘verontreinigd’. Ook de biologische kwaliteit, berekend aan de hand van het voorkomen van kleine ongewervelde waterdiertjes, gaat erop vooruit. Op de meeste plaatsen evolueert de biologische kwaliteit van ‘slecht’ naar ‘matig’. Ook worden opnieuw zes verschillende soorten vis gesignaleerd, weliswaar soorten die tegen een chemisch stootje kunnen, maar toch. We zijn er dus nog niet, maar toch is de vooruitgang vrij spectaculair. Wellicht heeft de slabakkende zomer van 2007 daarbij een belangrijke rol gespeeld. Aanhoudend warm weer is immers slecht voor de waterkwaliteit. Het is dus nog wat afwachten wat er gebeurt als 2008 wel een warme zomer brengt. Maar hoe dan ook blijken de inspanningen in waterzuivering in het Waals en het Vlaamse grondgebied wel degelijk hun vruchten af te werpen. Hoe lichter, hoe zuiniger Nieuwe auto’s mogen gemiddeld genomen dan wel zuiniger worden, ze worden ook zwaarder en dat doet de milieuwinst teniet. Uit onderzoek uitgevoerd aan de universiteit Gent blijkt immers dat het brandstofverbruik van een personenauto met 7% toeneemt voor iedere 100 kg toename van het gewicht. In de studie werden de meest verkochte automodellen in 1983, 1993, 1999 en 2004 met elkaar vergeleken. Men stelde vast dat de meest courante nieuwe automodellen gemiddeld maar liefst 30% zwaarder werden. (bron: via secura nr. 75) Biosector klein maar sterker dan gedacht Half november 2007 publiceerde BioForum Vlaanderen haar eerste cijferkatern over de biologische landbouw en voedingsector. Het gaat om cijfers over de Belgische productie en consumptie van biologische producten in 2006, gekaderd in een Europese context. De totale omzet van de Belgische biosector bedroeg in 2006 244 miljoen euro, dat