De Waterbouwer
Jaargang 2010 - nr. 4
hét blad voor de waterbouwers van Nederland
SwetsODV neemt 2 nieuwe schepen in de vaart
Nieuw werkschip voor Kraaijeveld In juli 2010 heeft N. Kraaijeveld de Scheldemond in gebruik genomen. Dit nieuwe werkschip meet 32 x 6,75m en is voorzien van een Kennis autolaadkraan met een hefvermogen van 55 tonmeter die zich verplaatst via een railbaan.
Het werkschip beschikt over een ponton van 20m lengte dat zowel voorop als langszij gekoppeld kan worden. Indien het voorop is gekoppeld loopt de kraanrailbaan door waarmee het aantal noodzakelijke scheepsverplaatsingen vermindert en het werk efficiënter kan doorgaan.
Afsluiten van duurzaam jaar
Waterbouw stimuleert nieuwe kennisgolf
2010 was het jaar van de overheidsambities op het gebied van duurzaamheid. En dat hebben de waterbouwers geweten. Agentschap NL-eisen, DuboCalc, CO2-ladder, MVO, VoortVarend besparen, Doorontwikkeling Duurzaam Inkopen en Emvi. Lees verder op pagina 2...
De Nederlandse waterbouwers worden wereldwijd geroemd om de waterbouwkundige werken die zij realiseren. Niet voor niets heeft de Nederlandse overheid de waterbouw tot een van de meest kansrijke sectoren van de Nederlandse economie benoemd. Om de bijzondere waterbouwkundige werken uit te voeren zijn goed opgeleide mensen nodig, nu en in de toekomst. Geen wonder dat de Vereniging van Waterbouwers zoveel aandacht besteedt aan het thema opleidingen.
Waterbouwers gehoord door Tweede Kamer over Deltawet
Naast de aandacht voor opleidingen vanuit eigen kring was er in de afgelopen periode ook steeds meer vraag naar samenwerking vanuit de onderwijsinstellingen uit de Kennisinfrastructuur Waterbouw en vanuit andere belanghebbenden. Daarom heeft het Bestuur de Kerngroep Opleidingen de opdracht gegeven de prioriteiten op het gebied van opleidingen onder de loep te nemen, als ook te adviseren op welke wijze invulling te geven aan deze prioriteiten. Onder de bezielende leiding van voorzitter Isolde Struijk zijn de leden van de Kerngroep Opleidingen met deze opdracht aan de slag gegaan. In lijn met het bestaande beleid hebben zij de volgende prioriteiten benoemd:
De Vereniging van Waterbouwers heeft op uitnodiging van de Tweede Kamer bij een rondetafelbijeenkomst haar mening gegeven over de concept-Deltawet. De Deltawet regelt de positie en bevoegdheden van de Deltacommissaris, het Deltafonds en het Deltaprogramma.
Lees verder op pagina 3...
De waterbouw dient jonge krachten en face te bezielen Vanuit de filosofie: vooruitzien is regeren, tracht de waterbouw met het initiëren van een ambassadeursnetwerk tegemoet te komen aan de verwachte noodzakelijke aanwas van jonge krachten in de waterbouw op korte- en (voornamelijk) lange termijn. Lees verder op pagina 5...
Omstanders Het belang van collectieve belangenbehartiging in de waterbouwbranche door het Opleidingsen Ontwikkelingsfonds Waterbouw (SOOW) wordt meer en meer belangrijk in het licht van de internationalisering van de sector.
Lees verder op pagina 8...
1. Kennisinfrastructuur Waterbouw; 2. Instroombevordering; 3. Ontwikkeling van bestaande medewerkers. Op elk van de 3 prioriteiten zijn er volop ontwikkelingen te melden, die tevens schetsen hoe aan de invulling wordt vorm gegeven.
Kennisinfrastructuur Waterbouw De Vereniging van Waterbouwers onderhoudt al jaren een ‘Kennisinfrastructuur Waterbouw’, een netwerk met onderwijsinstellingen en samenwerkingsverbanden, gericht op kennisontwikke-
ling (innovatie) en kennisoverdracht van de waterbouwkunde. Het netwerk bestaat uit ruim 20 onderwijsinstellingen voor beroepsonderwijs op zowel wetenschappelijk, HBO- als MBO-niveau, die opleidingen verzorgen rondom de vakgebieden civiele techniek, survey, nautica en maritieme techniek. De aanwezigheid van een kennisinfrastructuur is niet vanzelfsprekend. Zo draagt de Vereniging van Waterbouwers samen met Scheepsbouw Nederland zorg voor het in stand houden van de leerstoel baggertechnologie aan de TU-Delft. Ook wordt samen met andere vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven en opdrachtgevers als Rijkswaterstaat en de Waterschappen gewerkt aan het borgen en ontwikkelen van wetenschappelijk civieltechnisch onderwijs en onderzoek. Met veelal dezelfde partners wordt gewerkt aan de ontwikkeling van toponderwijs en praktisch onderzoek op het gebied van deltatechnologie. Dit gebeurt onder de naam Dutch Delta Academy, een samenwerkingsverband tussen Hogeschool Zeeland, Hogeschool Rotterdam en Van Hall Larenstein (Velp). Verder wordt nog gewerkt aan de ontwikkeling van MBO- en HBOLees verder op pagina 2
SwetsODV, toonaangevend in de flexibele arbeidsmarkt voor nautisch personeel en nautisch beheer, versterkt haar zelfstandige vloot met twee nieuwe schepen. Zij brengt hiermee haar vloot op een totaal van 12 werk- en patrouilleschepen, welke worden ingezet op Nederlandse binnenwateren. De nieuwe schepen zijn vanaf 1 september in de vaart en varen onder de naam De Tien en De Elf. De nieuwe namen zijn in lijn met de in 2009 ingezette koers om alle schepen van SwetsODV een getal als scheepsnaam te geven. De Tien is van het type Multiship en is gebouwd in 2008. Dit werkvaartuig, met een geringe diepgang, is multifunctioneel en zal worden ingezet voor het vervoer van en de assistentie bij drijvend materieel in de waterbouw, diving support, kabelen leidingwerk, inspectiewerk, personenvervoer etc. Het werkgebied van de Tien beslaat de Nederlandse binnenwateren. De Elf is een vaartuig dat door Damen Shipyards is gebouwd en in het bijzonder geschikt is voor scheepvaartbegeleiding, hydrografisch surveywerk en het vervoeren van personeel en klein materiaal. Het werkgebied van de Elf beslaat alle Nederlandse binnenwateren. De Elf heeft ten behoeve van haar begeleidingstaken de uiterlijke kenmerken van de RWS vaartuigen. Door deze uitbreiding beschikt SwetsODV over een veelzijdige vloot met goed geoutilleerde werkschepen waarmee de zorg over de inzet van schepen en scheepvaartbegeleiding geheel bij de klant kan worden weggenomen. SwetsODV Nautisch Beheer, onderdeel van Swets ODV, beheert zowel de vloot als haar bemanning, welke met name worden ingezet op projecten in de sectoren waterbouwkundige infrastructuur en scheepvaartbegeleiding, inspectie- en schouw werkzaamheden, verkeersbegeleiding en transport van personeel en bemanningen.
Di e pg a ng
‘Waterbouw stimuleert nieuwe kennisgolf’ opleidingen Maritieme Techniek. Dit gebeurt samen met de offshore-industrie, de scheepsbouw en de jachtenbouw. Verwacht wordt dat in 2011 gestart kan worden. Tenslotte wordt de MBO-lesstof voor de grondweg- en waterbouwopleidingen geactualiseerd. Als hier de vernieuwing van de sleephoppersimulator en de ontwikkeling van lesbrieven over Maasvlakte 2 aan wordt toegevoegd, dan wordt duidelijk dat de waterbouw een meer dan gemiddelde inspanning levert om goed waterbouwkundig onderwijs in stand te houden.
Instroombevordering Met een kennisinfrastructuur alleen ben je er nog niet. De werkgevers zijn op zoek naar goed opgeleid personeel en dus richt de promotie en voorlichting zich op het bevorderen van de instroom van opleidingen. Dit gebeurt in nauwe samenwerking met SOOW. Zij verzorgen promotie richting lagere scholen via lesmateriaal voor projectweken (Watertoolkit). En richting middelbare scholen is er voorlichting via gastlessen door jonge waterbouwambassadeurs. Daarnaast is er in 2010 gestart met introductiestages aan boord van het zeilschip De Eendracht en waterbouwsta-
ges in en rond de Maasvlakte. Ook algemene promotie wordt niet vergeten. Recent zijn er twee nieuwe Waterbouwexperiences geplaatst in het Museum Nieuwe Land (Lelystad) en in het Seaport Experience (Delfzijl). Deze interactieve spelcomputers zijn zeer populair onder de bezoekers van voorlichtingscentra en musea. Er staan er nu 5 en er volgen er nog 5.
vervolg pagina 1 post HBO-cursus is bedoeld voor jonge professionals van de lidbedrijven om zicht te krijgen op de aspecten, die een rol spelen bij de uitvoering
van waterbouwkundige werken. De cursus wordt momenteel volledig herzien en vertaald in het Engels. Per jaar zijn er zo’n 100 aanmeldingen, hiermee bewijst de cursus haar waarde. Ook op andere wijze wordt binnen de Vereniging vormgegeven aan de ontwikkeling van de waterbouwers. Zo zijn er regelmatig themabijeenkomsten met vakinhoudelijke onderwerpen.
Tenslotte is er vanuit de Vereniging van Waterbouwers betrokkenheid bij het project Spetterende Opleidingen van Nederland Maritiem Land en de Jongerencampagne van het Netherlands Water Partnership. Beide projecten wijzen jongeren op de unieke mogelijkheden binnen de maritieme en watersector.
Afsluiten van een duurzaam jaar
Ontwikkeling bestaande medewerkers
2010 was het jaar van de overheidsambities op het gebied van duurzaamheid. En dat hebben de waterbouwers geweten. Agentschap NL-eisen, DuboCalc, CO2ladder, MVO, VoortVarend besparen, Doorontwikkeling Duurzaam Inkopen en Emvi. Zomaar een greep uit het nieuwe vocabulaire van de waterbouwers. Wat belangrijk is voor de opdrachtgevers, is belangrijk voor de Vereniging. Een paar systemen uitgelicht:
Van de voorzitter De schaarse middelen die het kabinet de komende jaren tot zijn beschikking heeft wil het gericht inzetten. Dat gebeurt onder meer via een aantal zogenaamde ‘topgebieden’. Water is er één van. Het kabinet ziet de watersector als een economisch topgebied. Omdat Nederland zich op dit vlak onderscheidt van andere landen, de sector nu al economisch sterk is en nog groeipotentieel heeft. En omdat de watersector sterk op export gericht is.
Frank Verhoeven
U begrijpt dat de Vereniging van Waterbouwers het kabinet dankbaar is voor de keuze. Niet alleen omdat het leuk is om genoemd te worden. Vooral omdat het de waterbouw volop kansen biedt. Om dat te verzekeren participeren wij actief in de lopende discussie om invulling te geven aan het topgebiedenbeleid. Via diverse overleggen steunt de Vereniging van Waterbouwers de koers van het kabinet en werkt zij mee aan invulling van het topgebied water. Daarbij staat voor ons voorop dat binnen dit topgebied de waterbouw de meest succesvolle, innovatieve en kansrijke deelmarkt is. Onze wereldwijde toppositie onderstreept dat. Die toppositie hebben de waterbouwers onder meer
te danken aan een sterke keten. Een keten van opleidingen, kennisinstellingen, toeleveranciers en dienstverleners, overheid, adviesbureaus en aannemers; grote, middelgrote en kleine. Het is zaak deze keten sterk te houden, sterker te maken. Daar kan de overheid, als schakel in deze keten, erg bij helpen. Door randvoorwaarden te creëren. Ik noem er een paar. Zorgen voor goed onderwijs, zorgen voor voldoende uitdagende projecten in Nederland, zorgen voor innovatieve contracten bij aanbestedingen, zorgen voor vrije markten, zorgen voor ondersteuning van innovatieprogramma’s, zorgen voor goede wet- en regelgeving. U ziet het: er zijn nog wensen. Op een aantal terreinen werkt de overheid hard aan deze randvoorwaarden. Het kan altijd beter. De waterbouwers zullen niet nalaten dat aan te kaarten. En meer dan dat, met alternatieven en oplossingen te komen. In de tussentijd gaan de aannemers in de waterbouw gewoon door met doen waar ze goed in zijn. Nederland en de wereld beschermen tegen het water door het aanleggen van kust- en rivierverdediging. Transport en economische groei mogelijk maken door het aanleggen en onderhouden van nieuw land, havens en vaarwegen. En door dat te doen Nederland een topgebied water te schenken.
In oktober 2010 zijn de parlementsstukken gepubliceerd, waarmee de Nederlandse overheid de invoering van het Maritiem Arbeidsverdrag wil regelen. De sociale partners in de zeevaart, verenigd in het Platform Maritiem, hebben geconstateerd dat hun belangrijkste punten uit de consultatie zijn verwerkt. Met het indienen van de stukken komt de invoering van dit verdrag dichterbij. De verwachting is nu, dat medio 2012 de certificering moet zijn voltooid van zeeschepen, die onder het verdrag vallen.
Er gebeurt veel en een belangrijke tendens is dat er steeds vaker wordt samengewerkt met andere partijen uit het netwerk. Dit verhoogt de effectiviteit van de inspanningen en vergroot de zichtbaarheid. En daar is het om te doen, want toekomstige werknemers is veel te bieden.
Met al deze initiatieven wordt bijgedragen aan de zichtbaarheid van de waterbouw onder jongeren.
Ten behoeve van het bevorderen van de vakbekwaamheid onderhoudt de Vereniging van Waterbouwers de cursus Voortgezette Opleiding Uitvoering Waterbouwwerken (VOUW). Deze
Certificering Maritiem Arbeidsverdrag aanstaande
CO2-ladder De waterbouwers zien dat Rijkswaterstaat op korte termijn de CO2-ladder wil invoeren. Daarbij wordt duurzaamheid beloond bij de preselectie en lijkt een gunningsvoordeel vooralsnog een stap te ver. De waterbouwers gaven in 2010 input over de invoering van dit instrument en willen dat het mogelijk blijft via ISO certificering de treden van de CO2-ladder te beklimmen, zodat er geen extra certificeringsplicht komt. Vooralsnog hebben enkele waterbouwleden de CO2-ladder tot de derde trede beklommen. Het behalen van een hogere score is momenteel voor de waterbouwers nog een tree te ver.
DuboCalc bij Duurzaam Inkopen RWS Inmiddels heeft RWS tijdens een aantal kennismakingsmiddagen een tipje van de sluier opgelicht over het gebruik van DuboCalc bij Duurzaam Inkopen. Met DuboCalc wordt de duurzaamheid van een werk berekend op basis van de gekozen soort(-en) materiaal van de aanbieding, de hoeveelheden, transportafstanden, af te voeren materialen, levensduur en het te verwachten energieverbruik tijdens de exploitatieperiode. De aanbieder kan op basis van de gegevens van het project spelen met verschillende ontwerpen om een optimale prijs en MKI te bereiken. Om in de toekomst goed gebruik te kunnen maken van DuboCalc, werken de waterbouwers samen met RWS om de DuboCalc database te vullen met gevalideerde gegevens over 4 fasen van een werk: bouw, gebruik, onderhoud en einde levensduur. Een uitdaging voor DuboCalc is de innovatiecomponent van een werk. In de plannen, maar ook tijdens de uitvoering van een werk, moet
ruimte blijven voor de bedrijven om te innoveren. Daarom zijn de waterbouwers en RWS in gesprek hoe innovatie op een werk het beste kan worden gewaarborgd binnen DuboCalc. Want als er items niet zijn opgenomen in de DuboCalc database, die de inschrijver wel nodig heeft om de milieubelasting van zijn inschrijving uit te rekenen, kunnen die nu niet worden gebruikt. Eerst moeten die in de database worden toegevoegd. Voor een compleet nieuw (innovatief) item zal de inschrijver de gegevens van nieuw toe te voegen materialen of processen moeten onderbouwen en laten valideren. De waterbouwers proberen duidelijkheid te krijgen of het valideren van een compleet nieuw (innovatief) item moet plaatsvinden bij inschrijving of bij oplevering.
VoortVarend Besparen Het doel van het programma VoortVarend Besparen van het ministerie van Infrastructuur en Milieu is brandstofbesparing te realiseren in de binnenvaart. Brandstofbesparing is goed voor het milieu én voor de portemonnee van de schipper. Het Platform VoortVarend Besparen, waar partijen uit de branche op gelijke voet opereren, onderneemt verschillende initiatieven om zuinig varen te stimuleren: subsidie op technische hulpmiddelen, stimuleren van nieuwe technieken en het organiseren van opleiding en trainingen. Via de website www.ikvaarzuinig.nl kan de binnenvaartondernemer inzicht krijgen in het brandstofverbruik en zo berekenen of hij zuinig vaart. Agentschap NL draagt de werkzaamheden voor het programma VoortVarend Besparen volgend jaar over aan het EICB, waarin de waterbouwers inmiddels zitting hebben in het bestuur.
De Waterbouwer
Voor de waterbouw zijn drie specifieke aandachtspunten verwerkt in de teksten (uitzonderingen op de definitie zeevarenden, uitsluiting van niet-zelfvarend zeegaand materieel en overgangsbepalingen voor accommodatie-eisen bestaande schepen). Aan de ontwikkeling van de onderliggende regelgeving wordt nog gewerkt. Daarbij loopt nog een aantal discussies. Het belangrijkste punt van zorg betreft de uitwerking van de procedure en de criteria voor die werknemers die buiten het begrip zeevarenden dienen te vallen.
Naast het volgen van de ontwikkelingen rondom wet- en regelgeving is de Vereniging van Waterbouwers ook betrokken bij de voorbereidingen om te komen tot tijdige certificering van de zeeschepen, die onder het verdrag hiertoe verplicht zijn. Scheepsbeheerders van deze zeeschepen moeten op 14 punten (minimum leeftijd, medische certificering, diplomering, arbeidsovereenkomsten, gebruik van (private) personeelsdiensten, arbeidsovereenkomsten, arbeids- en rusttijden, bemanningssamenstelling, accommodatie, recreatiefaciliteiten, voeding, arbeidsomstandigheden, medische zorg aan boord, klachtenprocedures aan boord en loonbetaling) aantonen, dat zij aan de eisen van de vlaggenstaat voldoen. In Nederland zullen klassenbureaus de certificering gaan uitvoeren. Samen met de partners in de zeevaart wordt overlegd over de wijze waarop. Ook wordt in samenwerking met de KVNR gewerkt aan praktische adviezen om ervoor te zorgen dat scheepsbeheerders soepel de certificeringinspecties doorlopen. In de eerste helft van 2011 worden de leden hierover nader geïnformeerd.
Waterbouwexperience in museum Nieuw Land
RWS krijgt een 6,8 van de markt Opdrachtnemers van Rijkswaterstaat geven de dienst een 6,8 als opdrachtgever. RWS streeft naar een 7,5 in 2012. Dat cijfer moet worden behaald door intensiever met marktpartijen samen te werken. Dat die samenwerking nog allerminst goed verloopt, bleek ook in aanloop naar en tijdens de Marktdag van RWS in november 2010. Zo hebben de waterbouwers de laatste tijd steeds vaker te maken met problemen in de aanbesteding van bijvoorbeeld prestatiecontracten. Klachten variëren van gebrekkige of onvolledige informatie tot het niet nakomen van afspraken. Dit en andere lopende zaken zijn onderwerpen van gesprek in het periodiek overleg van medio december tussen de Directeur-Generaal van RWS, Jan Hendrik Dronkers en een delegatie van het bestuur van de Vereniging van Waterbouwers. Op een aantal punten is er echter ook vooruitgang. Op de Marktdag in november 2009 heeft de Vereniging van Waterbouwers de gebrekkige planning van werken van RWS geagendeerd. De waterbouwers probeerden de vertegenwoordigers van RWS duidelijk te maken dat zowel opdrachtgever als opdrachtnemer belang heeft bij een goede planning. Een planning die vooral realistisch, evenwichtig en duidelijk is. De ervaring met de planning was tot dat moment niet al te best. RWS beloofde beterschap.
De Vereniging van Waterbouwers heeft op uitnodiging van de Tweede Kamer bij een rondetafelbijeenkomst op 11 november jongstleden haar mening gegeven over de concept-Deltawet. De Deltawet regelt de positie en bevoegdheden van de Deltacommissaris, het Deltafonds en het Deltaprogramma. Belangrijke elementen als het programma, de commissaris en het fonds dienen zo snel mogelijk formeel te worden verankerd. De aanwezige leden van de Tweede Kamer toonden veel interesse in de visie van de waterbouwers op het Deltaprogramma en het Deltafonds. Zo werd uitgebreid gesproken over de toegevoegde waarde van het vroegtijdig betrekken van de markt bij het Deltaprogramma.
zige schoolklas(sen) de Waterbouwexperience uitproberen.
Tijdens een feestelijk programma hebben de wethouder van onderwijs van Lelystad, de heer Willem de Jager, en de heer Simon Hoek, namens het Opleidings- en Ontwikkelingsfonds Waterbouw (SOOW) de openingshandeling verricht. Daarna konden de kinderen uit de aanwe-
Jaargang 2010 - nr. 4
Het museum Nieuw Land is de vierde locatie waar een Waterbouwexperience is geplaatst. De andere drie zijn te bezoeken in FutureLand, Educatief Informatie Centrum (EIC) en Watermuseum Arnhem. In totaal zullen er tien Waterbouwexperiences worden geplaatst op waterlocaties verdeeld over het land.
Nu RWS duidelijk een stap voorwaarts heeft gezet op het punt van de planning, is het ook zaak andere opdrachtgevers zo ver te krijgen. De waterbouwers overleggen sinds enige tijd met een delegatie van de waterschappen om op een aantal gesignaleerde knelpunten verbeteringen door te voeren. Zo ook voor de planning van werken. Hier is het eerst en vooral zaak om de waterschappen te overtuigen van het nut en de noodzaak van een planning. De eerste stap is gezet.
Waterbouwers gehoord door Tweede Kamer over Deltawet
Het museum Nieuw Land in Lelystad heeft op 17 november 2010 een nieuwe Waterbouwexperience in gebruik genomen. De Waterbouwexperience is een multimediale spelcomputer waarmee werkzaamheden met een sleephopperzuiger, beunschip of steenstorter worden gesimuleerd. De Waterbouwexperience is ontwikkeld en gefinancierd door SOOW, met het doel jongeren op spelenderwijs kennis te laten maken met waterbouw.
De Waterbouwexperience is een onderdeel van het museum Nieuw Land. In dit museum wordt het verhaal verteld van de grootste polder ter wereld in vaste en tijdelijke tentoonstellingen, een studiecentrum, evenementen en educatieve programma’s.
Met de waterbouwers is het afgelopen jaar gekeken naar de mogelijkheden om tot verbetering te komen. Op de recente Marktdag van begin november heeft RWS de nieuwe planning gepresenteerd aan de markt. En het moet worden gezegd. Er is duidelijk sprake van verbetering. Zo zijn de marges voor de ramingen per werk verkleind. Ook geeft RWS nu aan op welke wijze een werk is samengesteld aan de hand van percentages. Dit alles moet de bedrijven én de opdrachtgever bedrijfseconomisch betere inzichten verschaffen.
De bijeenkomst werd door de woordvoerders van de verschillende politieke partijen gebruikt om nadere informatie te verkrijgen van de belangrijkste betrokken partijen over de Deltawet. Vertegenwoordigers van provincies (IPO), gemeenten (VNG) en waterschappen (Unie), universiteiten en belangengroepen (VNO-NCW, Vewin, Waddenvereniging en de Vereniging van Waterbouwers) waren uitgenodigd om een oordeel te geven. Namens de waterbouwers drong Fries Heinis, directeur van de Vereniging van Waterbouwers, aan op een snelle invoering van de Deltawet.
Naast de Deltawet kregen ook de tekorten in de lopende begrotingen van het Rijk inzake waterveiligheidsprogramma’s veel aandacht. De rondetafelbijeenkomst bracht een uitstekende gelegenheid voor de waterbouwers om haar zorgen te uiten over deze tekorten. Daarbij kon worden verwezen naar de positieve aandacht die het Regeerakkoord geeft aan het belang van waterveiligheid. Ook de strijdbare woorden van staatssecretaris Atsma en kroonprins Willem-Alexander op het Eerste Nationale Deltacongres ondersteunden de lobby van de Vereniging van Waterbouwers. De opmerkingen van de waterbouwers werden door de kamerleden in dank aangenomen. In december praat de kamer verder met het kabinet over onder meer het Deltaprogramma en het Hoogwaterbeschermingsprogramma.
Ve r e n igi ng
Agenda 12 januari 2011
27 januari 2011
Nieuwjaarsbijeenkomst PJW
Themabijeenkomst Wabo en Waterwet
Tijd: 15.30 – 20.00 uur
Tijd: 16.00 uur
Locatie: Deltares op de Campus van de TU Delft
Locatie: Partycentrum De Lockhorst, Sportlaan 1, Sliedrecht
Nieuwe geassocieerde leden ATKB
ATKB is een onafhankelijk milieuadviesbureau dat overheden en het bedrijfsleven ondersteunt bij het oplossen van milieuvraagstukken. Zij leveren advies op het gebied van bodem, water, ecologie en ruimtelijke ontwikkeling. ATKB is de afkorting van de gecombineerde bedrijfsnamen AquaTerraKuiperBurger en heeft vestigingen in Zoetermeer, Stellendam en Geldermalsen. Meer informatie: www.at-kb.nl
Maasgrind BV
Maasgrind BV, gevestigd in Maasbracht, participeert in Consortium Grensmaas BV, de organisatie van ontgrinders, aannemers en Natuurmonumenten die de rivierbeveiliging in Zuid-Limburg uitvoert. Maasgrind zorgt ondermeer voor het personeel en de winwerktuigen (baggermolens) waarop/waarmee het opgegraven grind/zandmengsel wordt verwerkt. Meer informatie: Hans van de Zande, telefoon 06-55793583
Themabijeenkomst Systeemgerichte contractbeheersing Ook in de waterbouw passen opdrachtgevers steeds vaker moderne contractvormen toe. Hierdoor is de rol van zowel opdrachtgever als opdrachtnemer veranderd. De opdrachtnemer is nu primair verantwoordelijk voor de voorbereiding en uitvoering van het project. De opdrachtgever maakt bij het managen van het project primair gebruik van het kwaliteitssysteem van de opdrachtnemer en zodoende spreken we van Systeemgerichte Contractbeheersing (SCB). De eerste ervaringen met SCB zijn inmiddels opgedaan en de vraag was dus of het inderdaad leidt tot betere resultaten. Op 8 december 2010 was de primeur van een themabijeenkomst voor en door leden. Leden van het Platform Jonge Waterbouwers hadden een interactief programma opgezet rondom het onderwerp SCB. Het onderwerp trok ruim vijftig belangstellenden. Zij kregen twee verhalen te horen. Arjan Visser (CROW) gaf aan waar het bij SCB om draait en Frans Uelman (Boskalis) vertelde over ervaringen uit de praktijk. Daarna werden de aanwezigen verdeeld in 5 groepen, die aan de hand van stellingen konden discussiëren over de kansen en bedreigingen van SCB. Het leverde geanimeerde gesprekken op. De conclusie was dat SCB een
Waterbouwprijzen 2010 Rinder t de Jong en Tim van Schooten van de TU Delft hebben met hun afstudeerscripties beiden de Waterbouwprijs 2 010 in de categorie Academici gewonnen. De 1e prijs in de categorie HBO ging naar Joost Borgers van de Hogeschool Van Hall Larenstein. Een jury beoordeelde de afstudeerprojecten op onder andere de innovativiteit van het afstudeerproject. Dat wil zeggen de mate waarin nieuwe elementen worden toegevoegd aan de bestaande kennis, de praktische toepasbaarheid van het resultaat van het afstudeerproject en multidisciplinaire benadering.
methodiek was, die toegevoegde waarde zou kunnen opleveren in de wijze waarop kwaliteit en risico’s worden bewaakt. Wel moet er daarvoor nog veel werk worden verzet. Het begrip van de methodiek moet nog toenemen. Er dient meer standaardisatie te worden aangebracht in formats en procedures. Bovenal moeten betrokkenen beter zicht krijgen op hun rol en in welke omstandigheden de toepassing optimaal is. Naast de discussies was er onder PJW-leden ook een enquête uitgezet met dezelfde stellingen als in de workshops. Opvallend was dat PJW-leden op sommige punten kritischer waren over de toegevoegde waarde van SCB. De opzet van het programma werd gewaardeerd en gaf een goed inzicht hoe SCB wordt ervaren door de waterbouwers. Deze inzichten worden onder andere gebruikt bij de verdere ontwikkeling van de leidraad Systems Engineering, waar de Vereniging bij betrokken is.
Overige prijswinnaars
Rindert de Jong won met zijn scriptie ‘Beheersen van extreme waterstanden in het IJsselmeer; een nieuw perspectief voor een veilig en klimaatbestendig IJsselmeergebied’. Tim van Schooten won met zijn afstudeerproject ‘Hydraulic mechanic cutting of rock’. Het project ‘De toetsbaarheid van het voorland’ van Joost Borgers won de 1e prijs op HBO niveau.
Afscheid Simon Hoek Na afloop van de Algemene Vergadering van de Vereniging van Waterbouwers op 3 december jongstleden werd een afscheidsreceptie gegeven ter gelegenheid van Simon Hoek, die na 15 werkzame jaren als Secretaris van CAO-partijen en Stichting Opleidings- en Ontwikkelingsfonds Waterbouw (SOOW) eerder dit jaar gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid tot vervroegde uittreding.
PND bijeenkomst in de snerttram PND Voorzitter Jan van der Walle vertelt op een bevroren zaterdagmorgen 50 PND-ers wat de Vereniging het afgelopen jaar voor hen heeft gedaan.
Kroon op het werk was toch wel het veelomstreden rapport van de binnenvaartambassadeur. De waterbouwers hebben zich tot ambassadeur Verberk gericht met een verhaal over instandhouding van een goed en wijdvertakt vaarwegennet en een dringend verzoek om veel werk in de waterbouw. Waterbouwwerken brengen vervoer van nat zand en grind met zich mee en dat is goed voor de sector. In het rapport zien we gelukkig veel van de door de waterbouwers aangedragen punten terug. Leendert Korvink van IVW legde nog eens duidelijk uit dat de nieuwe Binnenvaartwet een ge-
Lea van Vlier, bureaumedewerker en Secretaris van CAO partijen, had haar debuut bij de PND. “PND-ers dragen geen Opleiding & Ontwikkeling (O&O) premie voor de waterbouw af, maar binnen het O&O fonds is een bestemmingsreserve aanwezig voor Nautische Dienstverleners. Daardoor hebben zij wel een (beperkte) mogelijkheid tot het aanvragen van subsidie voor cursussen”. Lea riep de Nautische Dienstverlener op daar toch vooral gebruik van te maken. Terwijl de Nautische Dienstverleners de middag afsloten met een rondrit door Rotterdam in de snerttram, werden onder het genot van een kop snert, de nog steeds niet florissante marktontwikkelingen besproken.
thousiasme van Simon voor de sector duidelijk hoorbaar was. Namens de Stichting Transport College (STC) kreeg Simon Hoek de eerste zilveren penning uitgereikt voor bestuurders met een bijzondere verdienste voor het STC. Daarna nam ook Gerrit van Leunen het woord namens het Maritiem Instituut Willem Barentz (MIWB) te Terschelling. Ook hij liet zijn woorden vergezeld gaan van een filmpje, waarin de bijdrage van Simon aan de lesstofontwikkeling en de ontwikkeling van de hoppersimulator voor de aanwezigen aanschouwelijk werd gemaakt.
Opgeschept: Ingeborg Ros
volg is van een moderniseringsslag, waarmee verschillende wetten, zoals Vaartijdenwet en Binnenschepenwet, zijn geïntegreerd. De gevolgen van die nieuwe wet voor IVW zijn dat zij ten aanzien van Vergunningverlening verantwoordelijk zijn voor (her)keuring en toelating van schepen (technische eisen) en (her)keuring en toelating van bemanning. Een aantal van deze taken wordt op hun beurt tegenwoordig uitbesteed. IVW collega Aren Jumelet lichtte toe hoe dat in zijn werk zal gaan.
gelegenheid van de CAO’s voor de Algemeen Verbindend Verklaring daarvan, zoek achtergronden uit en ben ik een klankbord voor de Secretaris. Daarnaast zorg ik voor de controle op de subsidieverzoeken voor cursussen bij SOOW.
Sinds november 2006 ben ik werkzaam als beleidsmedewerker bij het Secretariaat van CAO-Partijen en het Secretariaat van de Stichting Opleidings- en Ontwikkelingsfonds Waterbouw (SOOW). In deze functie(s) ondersteun ik Lea van Vlier, de Secretaris van CAO-Partijen en SOOW. Ik ben beleidsondersteunend bij de voorbereiding van agenda’s voor diverse vergaderingen, zoals bijvoorbeeld het Breed Overleg tussen sociale partners en het bestuur SOOW. Ik bereid tekstvoorstellen voor ten behoeve van de aanpassing van de CAO Waterbouw en de Bedrijfstak Eigen Regelingen (BTER). Vervolgens verzorg ik ook de aanmelding bij het ministerie van Sociale Zaken en Werk-
De komende tijd gaan de voorbereidingen voor de onderhandelingen voor een nieuwe CAO Waterbouw weer een groot deel van mijn werkzaamheden uitmaken. Zodra deze zijn afgerond komt onder meer het uitwerken van de principeakkoorden om de hoek kijken. Ik schep er voldoening in dat door mijn werkzaamheden, het werk voor de Secretaris wordt verlicht. Dat geldt ook voor de directe resultaten die er zijn op het gebied van de CAO en opleidingen, zoals bijvoorbeeld de plaatsing van de nieuwe Waterbouwexperiences. Het is mooi te ervaren dat er in de Waterbouw een echt ‘wij’-gevoel heerst. Waterbouwers voelen zich bijzonder en dat zijn ‘we’ ook. Welk ander land ter wereld heeft zoveel kennis en kunde in huis op dit gebied? Dat maakt me trots om mijn eigen kennis en kunde voor deze branche in te kunnen en mogen zetten.
De Waterbouwer
De 3e prijswinnaar op academisch niveau is Joris Schoolderman, eveneens van de TU Delft. Op HBO niveau zijn de 2e prijswinnaars Jesper van Es, Gert-Jan Kampshof en Thomas Naves van de Saxion Hogeschool Enschede en de 3e prijswijswinnaars Casper van Mourik en Sjoerd van Horssen van de AvansHogeschool Den Bosch. Zij ontvingen uit handen van Frank Verhoeven, voorzitter Vereniging van Waterbouwers, een oorkonde en prijzengeld.
Velen trotseerden het slechte weer om naar het Educatief Informatie Centrum Rotterdam (EIC) in Rozenburg te komen, om persoonlijk van Simon afscheid te nemen, die in de waterbouwbranche een loopbaan van circa 40 jaar achter de rug heeft. Bij onder andere de voorgangers van Boskalis. Voor zijn overstap naar de Vereniging van Waterbouwers was hij 25 jaar werkzaam bij Boskalis, waar hij afscheid nam als directeur P&O. Er waren veel mooie en waarderende woorden van ondermeer de voorzitter van de Vereniging van Waterbouwers, Frank Verhoeven, vertegenwoordigers vanuit CAO-partijen, Aart van den Brink (CNV) en het scholenveld, Erik Hietbrink (STC). CNV Vakmensen toonde filmfragmenten van een werkbezoek aan Dubai, waarbij het en-
Jaargang 2010 - nr. 4
In zijn dankwoord gaf Simon aan dat er op zijn verzoek – een gift in plaats van cadeaus - een mooi bedrag bijeen was gebracht voor de restauratie van het orgel van de Hervormde Dorpskerk in Barendrecht, van in totaal 3757 euro. Vanwege zijn grote betrokkenheid bij het Nationaal Baggermuseum te Papendrecht schonk Simon het museum zijn verzameling van bedrijfsvaantjes van de voorlopers van de twee grootste bedrijven Boskalis en Van Oord. Tenslotte overhandigde hij de voorzitter van de Stichting Vrienden van het Baggermuseum, Arie Struijk, een persoonlijke cheque, die het mogelijk moet maken om bij het baggermuseum een speciaal paviljoen te bouwen om een Waterbouwexperience te huisvesten. Simon Hoek blijft de komende tijd nog actief en zal als extern adviseur zowel de Vereniging als SOOW van advies dienen in een aantal projecten.
De waterbouw dient zijn jonge krachten en face te bezielen Vanuit de filosofie: vooruitzien is regeren, tracht de waterbouw met het initiëren van een ambassadeursnetwerk tegemoet te komen aan de verwachte noodzakelijke aanwas van jonge krachten in de waterbouw op korte- en (voornamelijk) lange termijn. Ondanks het digitale tijdperk en de meest fantasierijke ringtunes is deze doelgroep niet bereikbaar via media als Facebook of LinkedIn. De waterbouw dient zijn jonge krachten en face te bezielen. Ik stond eind 2009 voor het eerst voor een klas Havo-3 Aardrijkskunde. Ik werd bijgestaan door de filmclip in de standaard presentatie van het ambassadeursnetwerk, daar deze goed inspeelt op de vele gedachtestromen in de hoofden van deze pubers. Na de presentatie was er ruimte voor vragen. Een nieuw gezicht voor de klas ’s ochtends vroeg leidt niet automatisch tot een vuurpeleton aan vragen, echter gebruikmakend van interactie vragen, zoals “ben je wel eens op het strand geweest?” Tot “wat zou er gebeuren met Nederland als er geen dijken zouden zijn?”, leidde al snel tot een leuke dynamiek. Een ambassadeursdag bestaat naast de presentatie ook uit een tweetal workshops (opdrachten). In een workshop gaan de scholieren aan de slag met een concreet waterbouw onderwerp: het maken van een tender, de uitvoering van een werk, beproeving van bezinksel, et cetera. Docenten van gastscholen stemmen deze onderwerpen af op de voortgang van de lesstof en geven de workshop een didactisch geheel. De workshops gaven me een goed inzicht in de gedachtewereld van de scholieren en tevens werd me duidelijk hoe lastig het maken van een ‘carrière’ keuze op die leeftijd is. De studiekeuze op een middelbare school die aangemoedigd wordt door de
waterbouw is een profiel met daarin aardrijkskunde, natuurkunde, scheikunde en of wiskunde, omdat dit de fundamenten van de techniek zijn. Het werd me duidelijk dat de weg van de minste weerstand een humane eigenschap is die zich reeds op jonge leeftijd voordoet. Ik kwam daarom tot de conclusie dat “het” middel om scholieren te laten kiezen voor techniek enthousiasmeren is. Mijn eerstvolgende presentatie was daarom voorzien van aansprekende voorbeelden en ik deelde al mijn beweegredenen om voor de waterbouw te kiezen. Ik luisterde aandachtig naar hun ervaringen en koppelde de waterbouw aspecten hierin terug. Ik merkte dat dit een hele positieve spin-off had, omdat het naast het enthousiasme voor de sector ook bewustwording teweeg bracht dat waterbouw zich overal ter wereld voordoet en een sector van Nederlands trots is. Ik ben groot voorstander om dit netwerk voort te zetten en uit te breiden, zodat meer scholieren op deze manier bereikt kunnen worden. Uiteindelijk zijn mensen het belangrijkste bezit en de ‘new kids’ de toekomst. Martin Geus, Project Engineer Boskalis
PJW’ers gaan nat Traditioneel gaan de Jonge Waterbouwers eind september een weekendje weg. Om elkaar te ontmoeten, te inspireren en om te leren. Het programma bood voor iedereen wat wils. Bijgepraat worden over het project Volgermeerpolder, op de fiets naar een lelieveredelaar, blowkarten en vliegeren op het strand, peddelen op zee en kijken naar marinefregatten. meerpolder mét uitzicht op het werk. Hier wordt een voormalige dumppolder omgevormd tot natuurgebied met gebruikmaking van de natuurlijke eigenschappen van de veenlaag voor de onderafdichting. Vervolgens leerden de PJW’ers in het fregattendok bij de Marine hoe het onderhoud van een marinefregat verloopt. De rest van de vrijdag werd doorgebracht in Callantsoog. Een hotel vlakbij zee en een strandpaviljoen vormden de locaties van vertier.
Dit jaar was de organisatie in handen van De Vries & van de Wiel. Een nieuw iets, maar een platform ben je immers mét elkaar. Het pakte uitstekend uit. Ceremoniemeester Adrie van Heulen nam de groep twee dagen op sleeptouw. Er werd gestart met een uitleg over de Volger-
De volgende dag was het tijd voor een fietstocht door de kop van Noord Holland met een bezoek aan één van ‘s werelds grootste lelieveredelaars. Tenslotte tijd voor actie. Blowkarten, vliegeren en zeekajakken, natuurlijk in en rond het water. Al met al een bomvol, leerzaam, fanatiek én gezellig programma, door elkaar én voor elkaar.
I n de pr a k tijk
Op bezoek bij Klein Wieringen, waterbouwers van huis uit!
Column Door: Stein Steenzetter
WaterbouwLeaks borgt een grote ontwerpcapaciteit op een breed terrein. Hierdoor is het bieden van totaaloplossingen aan opdrachtgevers geen enkel probleem. Door het werken in bouwteamverband profiteren opdrachtgevers maximaal van de aanwezige knowhow en ervaring. De resultaten hiervan vertalen zich in een optimale constructie en een efficiënte en snelle uitvoering. De oplossingsgerichtheid van Klein Wieringen is bij de uitvoering van veel projecten cruciaal. Het vermogen om werkmethoden te bedenken, aan te passen, oplossingen aan te dragen en risico’s in kaart te brengen, vormen een belangrijk deel van de meerwaarde die Klein Wieringen biedt.
Aannemingsbedrijf Klein Wieringen is gevestigd te Hippolytushoef in de kop van Noord-Holland tussen Den Helder en Den Oever. Het bedrijf is gespecialiseerd in de waterbouw. Dit kan ook bijna niet anders. Het voormalige eiland Wieringen waar Klein gevestigd is, wordt omgeven door het IJsselmeer en de Waddenzee. Daarnaast zijn er diverse waterwegen in de kop van Noord-Holland te vinden zoals het Noordhollandsch Kanaal. De waterbouw bestaat bij Klein Wieringen uit de volgende werkzaamheden: • Het uitvoeren van kust- en oeverwerken; • De uitvoering van baggerwerk en bodemsanering; • De aanleg en het herstel van boordvoorzieningen (heiwerk/ damwerk/ steigerwerk/ beschoeiingwerk); • De productie en het afzinken van zinkstukken; • De aanleg en het herstel van remmingwerk; • De bouw en het onderhoud van kustwerken (sluizen, stuwen, boeien, et cetera); • De aanleg van dijklichamen. Klein Wieringen heeft diverse moderne en multiinzetbare werkschepen en pontons met een geringe diepgang waardoor veel waterwegen bereikbaar zijn. Het kraanschip ‘De Afsluitdijk’ is het paradepaardje van de vloot. Het kraanschip heeft een Sennebogen 50 tons kraan 650R aan boord. In Den Oever beschikt Klein over een overslagkade aan het IJsselmeer. Twee generaties geleden, in 1931, heeft Pieter Klein Sr. de fundamenten gelegd voor de huidige onderneming. In de vijftiger jaren is onder de leiding van Simon Klein Sr. verder vorm gegeven aan het bedrijf. Sinds 1990 heeft de derde generatie het roer overgenomen en heeft het bedrijf zich verder ontwikkeld en gespecialiseerd. De opdrachtgevers bestaan hoofdzakelijk uit overheidsorganisaties. De huidige generatie van Klein Wieringen gelooft
dat duurzaamheid vooral ligt in het kleinschalig zijn en het bijdragen aan de naaste omgeving. Zo heeft de huidige generatie van het bedrijf niet als doelstelling groei, maar behouden van de huidige omvang. Dit om de huidige vlakke organisatiestructuur te behouden waar het bedrijf trots op is. Er is veel contact tussen de directie, opdrachtgevers en alle medewerkers van het bedrijf. Hierdoor krijgt elke medewerker de kans zich te ontplooien en mee te denken aan creatieve oplossingen. De organisatie van Klein Wieringen is overzichtelijk. Flexibiliteit en daadkracht zijn van oudsher onlosmakelijk verbonden met de bedrijfscultuur. Gekwalificeerde, ervaren en gemotiveerde medewerkers, multifunctioneel materieel en heldere in- en externe informatiestromen zorgen ervoor dat opdrachtgevers kunnen rekenen op een efficiënte uitvoering van elk project. Klein Wieringen werkt met 20 medewerkers. Zij is ISO 9001:2008 en VCA** 2008/5.1 gecertificeerd. Ieder project heeft zijn eigen karakteristieken, afhankelijk van onder meer de wensen van de opdrachtgever, de situatie ter plaatse, de technische uitdaging, de planning en het budget. De deskundigheid die Klein Wieringen heeft opgebouwd, is een solide basis voor verantwoord ontwerpen zonder de praktische uitvoerbaarheid uit het oog te verliezen. Indien nodig werkt Klein Wieringen samen met gerenommeerde ingenieursbureaus. Dit waar-
Naast de waterbouw is Klein Wieringen actief in de grond- en wegenbouw, met name riolering, grondwerk en natuurbouw en als transportbedrijf met kipper- en containertransport, alsmede gladheidbestrijding. Zij verzorgt ook het plaatsen en verwijderen van ankers ten behoeve van de mosselzaadinvanginstallaties op de Waddenzee. De nieuwe contractvormen van aanbesteden vanuit de overheid kunnen door Klein, gelet op de omvang van de onderneming, niet altijd als zelfstandig hoofdaannemer worden uitgevoerd. Door samenwerking te zoeken met collega-aannemers en ingenieursbureaus worden de risico’s van dergelijke projecten beheersbaar. Klein ziet genoeg kansen voor de toekomst door haar deskundigheid en kwaliteit. Klein heeft goede ervaringen als zelfstandig hoofdaannemer met moderne contractvormen zoals Design & Construct (reconstructie haven Den Oever), UAV GC (bouw- en woonrijpmaken plan Slingerweg Hippolytushoef en onderhoud Afsluitdijk). In combinatie heeft zij de reconstructie van de diepzeekade ‘Paleiskade’ in Den Helder uitgevoerd.
‘Tring’. ‘Tring’. ‘Tring’. “Hallo. Met Olaf Overbeladen.” “Ha Olaf. Met Stijn. Luister. Ken je WikiLeaks?” Olaf: “Wikileaks? Zegt me niets. Wat is dat dan?” Stijn: “Da’s een club die allemaal supergeheime gelekte documenten op Idetong-pag6nternet heeft gezet.” Olaf: “O.” Stijn: “Wat nou ‘O’?” Dat is superspannend vent.” Olaf: “O.” Stijn: “Vooral omdat er ook supergeheime documenten over de waterbouw op die site staan. Zeg maar een soort WaterbouwLeaks.” Olaf: “O.” Stijn: “Word wakker kerel. Supergeheime shit! Ook over jouw baas.” Olaf: “O. Laat horen.” Stijn: “Eindelijk. Hou je vast. Ga zitten. Komt ie. Ik lees je wat dingen voor van de site. Luister en huiver: • Van den Herik heeft 5 jumbo hopperzuigers in bestelling • De Belgen De Nul en DEME willen het IJsselmeer inpolderen • DG RWS Dronkers kiest eigenlijk liever voor het principe ‘Overheid, tenzij’ • Staatssecretaris Atsma had liever de baan van Deltacommissaris Kuijken gehad • TU Delft overweegt de vakgroep Civiele Techniek onder te brengen bij de Vereniging van Waterbouwers • Bunnik bv koopt aandelen Boskalis op en bereidt een overname voor • DEME praat met de BAM over het aandeel- Van Oord • Binnenvaartambassadeur Arie Verberk bestaat niet; de aanbevelingen van ‘Verberk’ zijn geschreven door het Scheepvaartgilde • De CEO van Boskalis weet niet wat het verschil is tussen een cutter en een hopper • De Klerk heeft 115.000 liter goudverf ingeslagen • De Chinezen hebben een ‘unsolicited proposal’ voor Maasvlakte 3 ingeleverd bij RWS • Van der Waal koopt gehele beunschepenvloot Nederland • Ed Nijpels heeft meerdere keren tevergeefs gesolliciteerd voor de functie van hoofdredacteur Cobouw • De waterschappen bereiden een aanslag voor op het kantoor van de Unie van Waterschappen • De Belgen werken aan hun eigen Deltaprogramma; Arend Roos wordt genoemd als Deltacommissaris • Wessel Mak, Jonge Waterbouwer, loopt warm voor het bestuur Vereniging van Waterbouwers • De nieuwe hopper van Baggerbedrijf De Boer wordt omgedoopt naar de ‘Bert Keyts’
De Klerk ontwerpt beschermconstructie haven Den Helder
TenCate Geotube® en Geocontainer® systemen
In opdracht van Rijkswaterstaat is het ontwerp en plaatsen van de beschermconstructie in de veerhaven van Den Helder uitgevoerd door BV Aannemingsbedrijf De Klerk. Reden voor het aanbrengen van deze beschermconstructie is dat tijdens het aanmeren in de veerhaven van Den Helder de veerponten van de TESO geregeld de kop van de lange fuikwand raken. Deze constructie kan de daarbij optredende krachten niet opnemen. Op basis van de door Rijkswaterstaat gestelde eisen is door onze ontwerpafdeling een constructie ontworpen welke deze kracht wel op kan nemen en hierdoor de lange fuikwand beschermt.
TenCate, leverancier van hoogwaardige technische weefsels, heeft in haar pakket ook de TenCate Geotube® en Geocontainer® systemen. Deze worden al meer dan 20 jaar in waterbouwkundige werken toegepast. Deze systemen zijn al zo vaak toegepast dat er bijna niet meer gesproken kan worden over innovatieve systemen. Echter door toepassing van deze systemen zijn er grote besparingen mogelijk op het gebruik van stortsteen en er is dan ook sprake van een zeer lage CO2 uitstoot, in die zin zijn de systemen innovatief.
Een aantal eisen welke Rijkswaterstaat stelde waren: • Waterverplaatsing veerpont Dokter Wagemaker ± 5.000 ton; • Veerpont gebruikt als draaipunt de constructie midscheeps om bij slechte weersomstandigheden voor de veerbrug te komen; • Bij de werkzaamheden dient de overlast, geluid, trillingen et cetera tot een minimum beperkt te worden; • Pontveer Den Helder – Texel moet zo min mogelijk gehinderd worden.
De toegepaste constructie bestaat uit een paal van Ø 3080mm, lengte van 40m en een gewicht van 90 ton. In de beschermpaal zijn 16 stuks spuitlansen en 4 luchtleidingen aangebracht om zonder trillingen de paal op diepte te brengen. De beschermpaal is door De Klerk Werktuigbouw & Staalconstructie BV op de loswal te Woudrichem
Materieel-inzet: • Kraanschip Volkerak; • Kraanschip Willem Antonia; • Heischip Westerschelde; • Sleepboot Waterweg; • Bok Bergse Maas; • Ponton Donge; • 10 stuks 250m3/ uur pompen; • 2 compressoren.
Bij TenCate zijn er 2 systemen: 1. TenCate Geotube® systeem; 2. TenCate Geocontainer® systeem.
Het Geotube® systeem wordt hoofdzakelijk in ondiep water toegepast, waterdieptes minder dan 2,5 meter. Het is een systeem dat wordt geprefabriceerd van speciale hoge sterkte weefsels waarvan de eigenschappen zodanig zijn veranderd dat er niet meer gesproken kan worden over een geotextiel. Als voorbeeld wordt hier de toepassing getoond van de Geotube® systemen bij het inrichten van een natuurlijke opslag van slib. Dit project is uitgevoerd in de provincie Friesland nabij Heeg in de Pine Polder. Hier zijn de Geotube® systemen toegepast als een dijk in het water. Achter de dijk is er opslagruimte ontstaan waar biologisch slib uit de watergangen opgeslagen wordt. Geotube® systemen met een diameter van 4 me-
ter, gevuld met zand tot een hoogte van circa 2,4 meter, zijn hier toegepast. Zodra de dijk om het gebied gereed was kon worden begonnen met het vullen van de ruimte met slib. TenCate Geocontainer® systemen worden op grote waterdieptes toegepast, waterdieptes tussen 3 en 20 meter. Voor de installatie wordt een splijtbak gebruikt waaruit een Geocontainer® systeem gedumpt kan worden. Als voorbeeld wordt hieronder een doorsnede getoond van het bouwen van een dam in Amsterdam. Hier is in het Cornelis Douwe kanaal in 2001 een dam opgebouwd met deze systemen. In 2001 heeft deze bouwmethode al een besparing opgeleverd van 500.000 euro ten opzichte van de traditionele oplossingen. TenCate kan ook ondersteuning bieden bij de ontwikkeling van dergelijke projecten, welke wereldwijd kunnen zijn.
Kurstjens actief in reinigen baggerspecie Zo’n 1.000.000 m3 klasse 4 zanderige baggerspecie is in het laatste decennia door Kurstjens BV uit Hedel met eenvoudige zandscheidingstechnieken bewerkt tot circa 650.000 m3 herbruikbaar zand. Kurstjens installeert hiertoe een baggerbewerkinginrichting (BBI) nabij de te baggeren watergang waar in één procesgang de bewerking plaatsvindt. Aansprekende projecten zijn het baggeren en bewerken van zanderige baggerspecie uit de Tungelroyse beek (100.000 m3), de stadsgrachten van Utrecht en Ravenstein (165.000 m3) en het Valleikanaal (90.000 m3), maar ook kleinschaligere projecten vanaf 500 m3. Het beleid van onze Nederlandse overheid is erop gericht om zoveel mogelijk baggerspecie te bewerken tot herbruikbare deelstromen. Baggerspecie dient gereinigd te worden volgens de minimum verwerkingsstandaard voor baggerspecie (MVS). De MVS (ingevoerd op 1 januari 2005) voor baggerspecie houdt in dat baggerspecie met een zandgehalte groter dan of gelijk aan 60% in beginsel bewerkt dient te worden en derhalve niet mag worden gestort. Stort van deze baggerspecie is alleen toegestaan als aangetoond is dat met een eenvoudige zand-
Olaf: “O. Cool.” Stijn: “Pssst, Olaf. Mondje dicht hè. Voor je het weet ben je gearresteerd.”
De Waterbouwer
gefabriceerd en voor het transport op ponton Donge geladen en verscheept naar Den Helder. Ondertussen is door kraanschip Volkerak het bestortingsmateriaal op de toekomstige locatie van de beschermpaal verwijderd. Na het arriveren in Den Helder is er begonnen met testen van de spuitlansconstructie. Tussen 22.00 uur en 6.00 uur ’s ochtends moest de beschermpaal aangebracht worden. Met behulp van de drijvende bok Bergsche Maas en heischip Westerschelde is de paal opgehesen en in positie gebracht. Op kraanschip Volkerak stonden 10 stuks 250m3/uur pompen en 2 compressoren om de spuitlansen van water en lucht te voorzien. De beschermpaal is met een tolerantie van maximaal 50mm op de theoretische maat op diepte geplaatst. Ondanks het ontzettend slechte weer (harde wind en regen) is de inzet van personeel en materieel uitmuntend geweest. Een dag later had de beschermpaal door de harde wind niet kunnen worden aangebracht.
Jaargang 2010 - nr. 4
scheidingstechniek geen product kan worden afgescheiden dat hergebruikt kan worden. De MVS dient te worden vastgelegd in de vergunningen op grond van de Wet milieubeheer voor de (baggerspecie)stortplaatsen. Op basis van onze ervaring kan geconcludeerd worden dat bijna ieder type verontreinigde en zanderige baggerspecie met eenvoudige zandscheidingstechnieken succesvol kan worden bewerkt. De MVS, een goede ontwikkeling voor het milieu en uiteraard de bewerkers zou u denken….niets is echter minder waar!
Volgens de richtlijnen van de BRL 7511 is het namelijk zo dat alle verontreinigde baggerspecie niet met eenvoudige zandscheidingstechnieken reinigbaar is (ja, u leest het goed!). Terwijl op basis van de BRL 7510 diezelfde baggerspecie wel reinigbaar is. En laat het nu zo zijn dat in de MVS zowel verwezen wordt naar de BRL 7511 als de BRL 7510 om te toetsen of de baggerspecie reinig-baar is. Bijna alle zanderige baggerspecie wordt momenteel dus gewoon gestort! Een kwestie van de juiste deur open zetten.
Er is in een korte tijd veel veranderd. Het beleid van waterbeheerders is wel gelijk gebleven en rapporteren in haar waterbodemonderzoeken en bestekken trouw als de baggerspecie reinigbaar is. Echter in de praktijk wordt deze baggerspecie nog nauwelijks gereinigd omdat (baggerspecie)stortplaatsen een handvat hebben gekregen van diezelfde overheid om deze baggerspecie toch te mogen storten.
Kurstjens blijft echter trouw haar baggerbewerkinginstallaties opstellen, omdat namelijk met eenvoudige zandscheidingtechnieken en een goede kennis van zaken op sommige projecten nog prima te concurreren is met het direct storten. Het blijft gissen of deze wetenschap in een eerder stadium tot andere beslissingen geleid zou hebben.
Omstanders
Joost Kaper, Voorzitter van de Stichting Opleidings- en Ontwikkelingsfonds Waterbouw (SOOW) namens werknemersorganisaties Door: Lea van Vlier
“Inzet op behoud en ontwikkeling van gedegen vakkennis” Het belang van collectieve belangenbehartiging in de waterbouwbranche door het Opleidings- en Ontwikkelingsfonds Waterbouw (SOOW) wordt meer en meer belangrijk in het licht van de internationalisering van de sector. De waterbouw is bezig om zijn internationale kennis- en exportpositie te versterken. Bedrijven hebben behoefte aan voldoende instroom van goed opgeleide mensen en stellen steeds hogere eisen aan het onderwijs. Er is sprake van een structurele krapte op deze arbeidsmarkt. Voor kleinere werkgevers wordt het steeds moeilijker om het kennisniveau op peil te houden. Daarom biedt een collectieve regeling als het SOOW veel voordelen. ken. Via de Horecabond is hij inmiddels al weer zes jaar geleden (2004) adjunct-secretaris geworden bij de Federatie van Werknemers in de Zeevaart (FWZ), de voorganger van Nautilus International en inmiddels is hij bestuurder bij FNV Waterbouw. Vanuit zijn ervaring en studie arbeidsrecht ziet hij een duidelijke ontwikkeling voor vakorganisaties als dienstverlenende organisaties, waarbij het streven gericht wordt op balans en evenwicht als het gaat om de belangen van werknemers en werkgevers.
FNV Waterbouw
Aan het woord is Joost Kaper, voorzitter van de Stichting Opleidings- en Ontwikkelingsfonds Waterbouw (SOOW). Het O&O fonds in de waterbouw is een paritair samengesteld fonds met bestuursleden afkomstig van werkgevers- en werknemersorganisaties. Partijen werken nauw met elkaar samen als het gaat om de ontwikkeling van waterbouwkundig onderwijs. Daarnaast is het van groot belang dat er voldoende studenten instromen. Om de instroom te bevorderen stimuleert het fonds de promotie van de waterbouwbranche, in het bijzonder het imago van de waterbouwberoepen. Daarnaast zijn er gerichte activiteiten om te zorgen dat jongeren zich ook daadwerkelijk aanmelden voor de opleidingen binnen de kennisinfrastructuur van de waterbouw.
Wie is Joost Kaper? Zijn naam en huidige functie van vice-voorzitter van FNV Waterbouw doen anders vermoeden. Nee, hij heeft niet gevaren, maar hij heeft rechten gestudeerd in dezelfde stad Leiden waar hij in 1971 is geboren. Zijn inlevingsvermogen en goed juridisch inzicht over de rechten en plichten van zeevarenden, zorgen ervoor dat hij de belangen van zijn leden goed behartigt. En hij heeft zijn naam mee: de historische betekenis van kaper staat voor het binnenhalen van vijandelijke schepen op grond van een kaperbrief. In overdrachtelijke zin betekent dat hij voor zijn organisatie goede resultaten binnenhaalt. Met zijn arbeidsrechtelijke achtergrond heeft hij de keuze gemaakt om op te komen voor de belangen van werknemers. Na zijn studie heeft hij een brede ervaring opgedaan in diverse functies, onder andere bij Heine-
Zoet en zout water vormden ooit de scheidslijn tussen de belangenbehartiging van varende werknemers. Maar in de loop van de tijd raakte het evenwicht verstoord. Met als gevolg dat twee FNV-bonden op één baggerschip hun diensten aanboden. Handig is anders. Daarom is in 2007 een nieuwe organisatie opgericht: FNV Waterbouw. Hierbinnen combineren de moederverenigingen hun krachten met betrekking tot het werk in en voor de sector Waterbouw. De leden van FNV Bouw en Nautilus International die werkzaam zijn in de nationale en internationale waterbouw zijn automatisch lid van FNV Waterbouw. In het maritieme speelveld bevindt FNV Waterbouw zich te midden van zeevaart/koopvaardij, binnenvaart en bouw. Historisch gezien was er vroeger meer sprake van een binnenlandse belangenbehartiging, gelieerd aan bouw (grondverzet en wegenbouw) en onderhoud (kaden) en gaandeweg is daar door internationale ontwikkelingen steeds meer een zeegaande component bijgekomen. Natuurlijk zijn er naar aanpalende organisaties grijze gebieden en is goed overleg nodig ter afstemming welke belangen door wie worden behartigd. Dat FNV Waterbouw onderdeel is van de Federatie Nederlandse Vakbeweging (FNV), verreweg de grootste vakcentrale van Nederland, wil echter
niet zeggen dat Joost Kaper nu dagelijks met Agnes Jongerius aan tafel zit, maar FNV Waterbouw heeft daardoor wel veel kennis en kunde achter zich staan.
O&O fonds Waterbouw (SOOW) Het O&O fonds Waterbouw is opgericht door werkgevers- en werknemersorganisaties in de waterbouwbranche: de Vereniging van Waterbouwers, FNV Waterbouw en CNV Waterbouw en wil goede randvoorwaarden scheppen, zodat werkgevers- en werknemersorganisaties het geformuleerde beleid ten aanzien van instroom, onderwijs, behoud van medewerkers en sociaal beleid optimaal kunnen realiseren. De premieheffing voor het fonds geschiedt over de loonsom van de CAO-Waterbouw. In het huidige Masterplan Opleidingen zijn visie en missie uitgewerkt in doelstellingen die algemeen gericht zijn op alle waterbouwberoepen, maar in het bijzonder zijn gericht op de in de Waterbouw CAO’s genoemde functies. Dit alles laat zich kort samenvatten in beleidsvoornemens, die de basis vormen voor de besteding van de beschikbare budgetten.
Waterbouwpromotie In dit verband is het goed om te noemen dat er in nauwe samenwerking tussen het O&O fonds Waterbouw en de Vereniging van Waterbouwers een drietal promotie activiteiten als speerpunt zijn ontwikkeld waarmee leerlingen van basisscholen, middelbare scholen en studenten / young professionals ieder op eigen wijze in contact worden gebracht met de waterbouwbranche: • De watertoolkit, een speciaal door deskundigen ontwikkeld lespakket, bedoeld voor basisscholen. • Het project waterbouwambassadeurs, dat zich richt op voorlichting van middelbare schooljeugd die nog een studiekeuze moet maken, door studenten van waterbouwopleidingen en young professionals. • De tien Waterbouwexperiences, die op verschillende plaatsen in het land geplaatst worden, waar jongeren via gaming kennis kunnen maken met de waterbouwberoepen en waterbouwopleidingen.
Betrokkenheid bij het O&O fonds Waterbouw Voordat Joost Kaper vanuit FNV Waterbouw werd benoemd als bestuurslid bij het O&O fonds Waterbouw had hij weinig ervaring met het onderwijsveld. Hij heeft zich in zijn voorzittersrol van
het fonds inmiddels inhoudelijk goed ingelezen en wordt steeds enthousiaster als hij praat over de activiteiten die door het O&O fonds Waterbouw worden uitgevoerd. Hij verwacht een intensivering van de betrokkenheid van bestuurders door de voorgenomen evaluatie van het Masterplan Opleidingen in de Waterbouw, begin 2011. Hij weet ook dat de kerngroep Opleidingen binnen de Vereniging van Waterbouwers op dit moment bezig is met een herijking van het beleidsplan opleidingen. Die inbreng in de evaluatie door het O&O fonds bestuur zal waardevol zijn. De doelstelling blijft één gemeenschappelijk opleidingsbeleidsplan voor de sector. De evaluatie zal naar zijn verwachting eerder leiden tot een herbevestiging van eerder uitgesproken beleidsvoornemens met mogelijke accentverschuivingen als gevolg van actuele ontwikkelingen.
Toekomstvisie O&O fonds Waterbouw Op de vraag hoe Joost Kaper de toekomst ziet van het O&O fonds Waterbouw, geeft hij aan dat de maatschappelijk situatie in Nederland steeds meer vraagt om kennis. Techniek is een zeer belangrijk onderdeel om de Nederlandse waterbouw toonaangevend te laten blijven in de wereld. Nederlanders worden nu wereldwijd geroemd om de waterbouwkundige werken die zij realiseren. Het O&O fonds Waterbouw moet inzetten op behoud en ontwikkeling van gedegen vakkennis. Het aantrekken van goed opgeleide mensen in een steeds krapper wordende markt blijft een hele uitdaging. Daarnaast moet ervoor gezorgd worden dat jongeren meer gaan kiezen voor de waterbouw. De drie genoemde projecten spelen goed in om waterbouw al op lagere scholen op de kaart te zetten. Het spelen met water en zand moet er uiteindelijk toe leiden dat wij blijvend kunnen laten zien waar een klein land groot in kan zijn. Zijn diepste wens is dat de randvoorwaarden gecreëerd worden om alle waterbouwactiviteiten onder de Nederlandse vlag te krijgen en te houden. Er klinkt Hollands trots in door en tegelijkertijd spreekt een vertegenwoordiger aan werknemerszijde. In het verlengde daarvan pleit hij er ook voor dat het O&O fonds Waterbouw open moet staan voor alle opleidingen, waarbij hij zich realiseert dat dit vooral een aangelegenheid is van CAO-partijen. Vanuit het perspectief van behoud en ontwikkeling van kennis en het streven van de waterbouw om zich te profileren als een internationale, innovatieve en dynamische sector hoort daar zeker een krachtig en breed gedragen O&O fonds Waterbouw bij!
Colofon De Waterbouwer is een uitgave van de Vereniging van Waterbouwers en is bedoeld om haar leden en relaties te informeren over onderwerpen die de branche raken. De Waterbouwer verschijnt 4x per jaar en wordt samengesteld door het bureau van de Vereniging.
Voor reacties en nadere informatie kunt u terecht bij: Vereniging van Waterbouwers Brigitte van Arkel Kampenringweg 45 Postbus 474, 2800 AL Gouda Tel. 0182 567 362
[email protected]
Vormgeving: Kristy Productions Maasweg 8b, 3144 DA Maassluis Tel. 010 5910081