De Waterbouwer
Jaargang 2010 - nr. 1
hét blad voor de waterbouwers van Nederland
Nieuw werkschip Beens Groep te water
Koningin doopt Boskalis sleephopperzuiger Willem van Oranje
Werkschip ‘Klaas’
In Zwartsluis is op zaterdag 6 maart het 48 meter lange en 9,5 meter brede nieuwe werkschip van de Beens Groep op de werf van Scheepswerf Poppen te water gelaten. Na het onthullen van de naam ‘Klaas’ volgde de scheepsdoop.
Hare Majesteit de Koningin heeft op 10 februari 2010 de sleephopperzuiger WILLEM VAN ORANJE gedoopt en te water gelaten. Het schip is in opdracht van Koninklijke Boskalis Westminster N.V. gebouwd op de werf van IHC Merwede in Kinderdijk.
De Klaas is vooral bedoeld voor het heien van damwanden, maar kan ook worden ingezet bij bagger- en steenstortwerkzaamheden.
Waterbouw: spelenderwijs Op 28 januari vond de feestelijke opening plaats van de derde waterbouwexperience in het Nederlands Watermuseum in Arnhem. Dit is nu de derde van de in totaal tien spelcomputers die dit jaar worden geplaatst.
Lees verder op pagina 3
Prioriteiten 2010 Tijdens de laatste Algemene Vergadering heeft het bestuur een vijftal prioriteiten voor 2010 voor de Vereniging van Waterbouwers gepresenteerd. Deze geven de komende maanden richting en focus aan de veelheid aan activiteiten van de Vereniging.
Lees verder op pagina 4
Op bezoek bij N. Kraaijeveld Het bedrijf biedt een breed scala aan activiteiten op de deelgebieden funderingstechniek, civiele betonbouw, staalbouw en kust- & oeverwerk. Door een sterk veranderend opdrachtgeverschap heeft N. Kraaijeveld de kans gekregen de organisatie uit te bouwen tot een modern ontwikkelend aannemingsbedrijf.
Lees verder op pagina 6
Interview Wim Kuijken Wim Kuijken, de kersverse Deltacommissaris draait er niet om heen. Hij wil nauw samenwerken met waterbouwers en de kennis en ervaring van de waterbouwers gebruiken bij het in de steigers zetten van de waterprogramma’s.
Lees verder op pagina 8
Beeldarchief Verkeer en Waterstaat © Robert M. Berger
De crisis en de waterbouw
In 2010 viert Boskalis haar 100-jarig bestaan en de doop stond in het teken van dit jubileumjaar. In dat kader, en om de historische betekenis van het jaar te onderstrepen, is dit centennium schip vernoemd naar de Vader des Vaderlands, Willem van Oranje.
Ongeveer een jaar geleden roemde de hoogste beleidsambtenaar van het ministerie van Verkeer & Waterstaat, Directeur-Generaal Water Annemieke Nijhof, de waterbouw als de kurk waar Nederland op drijft. Dat deed ze tijdens het minisymposium van de Vereniging van Waterbouwers. Nu, bijna een jaar later, leven we met een gevallen kabinet en forse bezuinigingsvoornemens in een uitermate onzekere tijd. Het is maar zeer de vraag of de kurk in al deze bezuinigingsdrift het hoofd boven water kan houden. Het gelijk van de Tweede Deltacommissie Het is nog maar kort geleden dat het kabinet als een blok achter de aanbevelingen van de Tweede Deltacommissie, de Commissie Veerman, ging staan. Veerman, die de urgentie van de veiligheidsmaatregelen onderstreepte met de oproep om vanaf 2010 minstens 1,5 miljard euro per jaar extra te investeren om Nederland duurzaam te beveiligen tegen overstromingen. Het kabinet pakte de handschoen op met een politiek ongekende daadkracht. In het concept Nationaal Waterplan werden de maatregelen vastgelegd. In de concept Deltawet werden de positie van de Deltacommissaris, het Deltaprogramma en het Deltafonds verzekerd. In reactie op de crisis kwam het kabinet ook nog met een Crisis- en Herstelwet die met maatregelen voor de kust en rivieren eveneens de veiligheid van Nederland ten goede komen.
Bezuinigingen en uitstel Nu is alles anders. Nagenoeg alle voornemens van het kabinet staan in het teken van bezuinigingen en uitstel. Natuurlijk begrijpen de waterbouwers dat er bezuinigd moet worden in deze economisch sombere tijden. Het getuigt echter van grote kort-
zichtigheid als dat zou gebeuren op maatregelen die Nederland moeten beschermen tegen overstromingen. Als gevolg van de kabinetscrisis heeft de Tweede Kamer ook nog de parlementaire behandeling van het Nationaal Waterplan en de Deltawet op de lange baan geschoven. De Crisis- en Herstelwet is langs de rand van de afgrond gegaan, maar heeft het gelukkig wel overleefd.
Inzet van de Vereniging van Waterbouwers De inzet van de Vereniging van Waterbouwers is er nu en in de komende maanden dan ook op gericht om de ambtelijke en politieke beslissers ervan te overtuigen dat investeringen en versnelling van maatregelen op het gebied van waterveiligheid de enige en juiste weg is. Een drietal elementen willen de waterbouwers daarbij onderscheiden. • Toegevoegde waarde Maatregelen als het onderhoud van vaarwegen, het versterken van de kust, het creëren van land en natuur zijn niet alleen kostenposten. Er is ook sprake van economisch toegevoegde waarde. Ook het feit dat algemeen wordt onderschreven dat transport per schip duurzamer is dan vervoer per as, is van belang. Lees verder op pagina 2
De WILLEM VAN ORANJE is door IHC Merwede ontwikkeld in nauw overleg met Boskalis. Kenmerkend voor het ontwerp zijn de twee laadruimen, waardoor het schip steeds zodanig kan worden beladen dat de diepgang optimaal blijft, vooral in relatief ondiepe wateren. Er is ook ruime aandacht besteed aan duurzaamheid. Het ballast water wordt eerst gereinigd voordat het overboord wordt gepompt. Vooruitlopend op toekomstige steeds strengere milieu eisen, is er ruimte in de schoorsteen gereserveerd. In die ruimte kan later apparatuur om de uitlaatgassen nog verder te reinigen worden geïnstalleerd.
Di e pg a ng
De crisis en de waterbouw Het bezuinigen op onderhoud van vaarwegen betekent immers dat er in afgeleide zin wordt bezuinigd in energiearm en duurzaam vervoer.
De budgetten voor de aanleg en het onderhoud van waterbouwkundige werken komen volledig ten goede aan de Nederlandse economie en werkgelegenheid. Dit terwijl andere industrieën juist in deze tijd uitwijken naar lage lonenlanden. Een bijkomend argument om in de waterbouwsector niet te bezuinigen, omdat de economie en werkgelegenheid in Nederland door aanbesteding van werken in de waterbouw juist wordt gestimuleerd. • Kapitaalvernietiging Sterker nog, je kan spreken van kapitaalvernietiging als de Nederlandse exportpositie wordt meegewogen. Water, en waterveiligheid in het bijzonder, is een van de weinige sectoren waarop
Van de voorzitter
vervolg pagina 1
Nederland zich kan onderscheiden in de wereld. Recent heeft de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) dit onderstreept. Maar eerder heeft ook het Innovatieplatform water als een van de speerpunten van (export)beleid benoemd. Als we deze sterke positie willen behouden is Nederland als ‘showcase’, als land waar de maatregelen zichtbaar worden genomen, van cruciaal belang. Bezuinigingen op aanleg en onderhoud van waterbouwkundige werken zou dan regelrechte kapitaal-vernietiging zijn. Bezuinigingen in de waterbouw betekenen ook een extra nadeel voor de aan de waterbouw gelieerde scheepsbouw en binnenvaart. Sectoren die toch al zwaar worden getroffen door de economische crisis. • Efficiency De financiële onderbouwing van voor de waterveiligheid noodzakelijke kustwerken op de korte en middellange termijn heeft al plaatsgevonden en is opgenomen in de reguliere overheidsplanning. Door vanaf 2010 deze werken, gekoppeld aan bijvoorbeeld de reguliere zandsuppleties, naar voren te halen, wordt er efficiënter gewerkt. Het uitvoeren van extra werk vanaf 2010 in het kader van de kustveiligheid, betekent ook niet dat dit weggegooid geld is. De uitgaven blijven immers in het systeem. Een aansprekend en innovatief voorbeeld hiervan is de zandmotor. In de fase van de planvorming van waterbouwkundige werken worden veel kosten gemaakt.
Bovendien verstrijkt er veel tijd voordat de uitvoering van een project ter hand kan worden genomen. Aannemers in de waterbouw zouden veel eerder bij projecten betrokken moeten worden. Op deze wijze valt een aanzienlijk kosten- en tijdsvoordeel te behalen.
Heroverwegingen en verkiezingen De Vereniging van Waterbouwers heeft deze inzichten ter kennis gebracht van de heroverwegingswerkgroep die aan de lat staat om bezuinigingsvoorstellen te doen voor de beleidsterreinen Mobiliteit & Water. Ook de politieke partijen zijn geïnformeerd. Het zal de veiligheid en de economie van Nederland ten goede komen als de partijen bij het vaststellen van hun partijprogramma’s voor de komende Tweede-Kamerverkiezingen de juiste aandacht besteden aan de noodzakelijke uitvoering van waterbouwkundige maatregelen.
Hoe Rijkswaterstaat de door AgentschapNL ontwikkelde duurzaamheidcriteria toepast, staat in een Rijkswaterstaat Brede Afspraak (RBA). De RBA maakt onderdeel uit van alle aanbestedingen van Werken van RWS. Via www.waterbouwers.nl/actueel.asp is de RBA Duurzaam Inkopen te downloaden. In een aantal gevallen zorgen de AgentschapNL minimumeisen bij Rijkswaterstaat voor ongewenste situaties. Voor die gevallen zijn de minimumeisen door RWS herschreven in de RBA.
Voorbeeld van een RBA-eis die afwijkt van AgentschapNL-eis Voor Kunstwerken en Waterbouwkundige constructies die worden blootgesteld aan grond en/of water geldt de volgende AgentschapNL-eis niet: • Er wordt geen hout in de constructie toegepast waar contact is met de grond. • Hout tot XX cm boven de waterspiegel wordt niet ingeklemd.
Deze eisen worden vervangen door de volgende RBA-eisen: • Er moeten houtsoorten geschikt voor de toepassing worden gekozen. • Het detailleren van houtconstructies moet vanuit het principe ‘duurzaamheid’ uitgevoerd worden. • Er moet aantoonbaar duurzaam geproduceerd hout gebruik worden (hout dat voldoet aan ‘Dutch Procurement Criteria for Timber’ (verdere eisen aan dat hout staan in de RBA))
AgentschapNL- en RBA-eisen in de praktijk 1. Opdrachtnemer bepaalt voor alle werkzaamheden of de AgentschapNL-eisen en de RBA-eisen van toepassing zijn op het werk en geeft in de uitvoering invulling aan die eisen; 2. Als het voldoen aan de minimumeisen niet leidt tot het realiseren van het werk binnen de in het economisch verkeer geldende opvattingen rapporteert de opdrachtnemer dit gemotiveerd aan de opdrachtgever; 3. De opdrachtgever accepteert het werk niet als het voldoen aan de minimumeisen niet leidt tot het realiseren van het werk binnen de in het economisch verkeer geldende opvattingen; 4. Er wordt bij inschrijving nooit een verklaring gevraagd dat aan de eis wordt voldaan. De opdrachtnemer toont aan dat aan de eisen
voldaan is, overeenkomstig de vereisten aan zijn kwaliteitssysteem, zoals gesteld in de overeenkomst; 5. Als in een specifiek geval niet aan een AgentschapNL-eis kan worden voldaan, terwijl dat specifiek geval ook niet is beschreven in de RBA zal, indien deugdelijk gemotiveerd, in overleg met de RWS project manager afgeweken kunnen worden.
Betrokkenheid Waterbouwers Als in een specifiek geval niet aan een AgentschapNL-eis kan worden voldaan, kunnen de Waterbouwers die eis aanmelden bij de Vereniging. Komt dat specifiek geval structureel voor, dan zal de Vereniging bij RWS pleiten voor het opnemen van een RBA-eis voor dat specifiek geval. Op 19 mei organiseert de Vereniging van Waterbouwers een Themabijeenkomst over Duurzaam Inkopen. Joris Schillemans, projectleider Duurzaam Inkopen RWS zal het duurzaam inkopen beleid van RWS toelichten. Omdat dan ook bekend moet zijn welke waterbouwprojecten RWS dit jaar aanwijst om via het DuboCalc-systeem te gunnen, zal RWS op 19 mei ingaan op de borging van de minimumeisen en de wijze waarop RWS DuboCalc gaat toepassen bij aanbesteding van Werken. Meer informatie over Duurzaam Inkopen staat op www.rijkswaterstaat.nl/duurzaaminkopen.
Waterbouw: spelenderwijs
“Een werkgever is onder de Arbowet verplicht zorg te dragen voor een veilige werkplek en zou ook niet anders moeten willen”. Aan het woord zijn Ron Beute en Mirjam van der Gaauw, projectleider en projectbegeleider van de Afdeling Opsporing Conventionele Explosieven binnen Van den Herik Sliedrecht.
Eerder maakten wij in de Waterbouwer melding van de presentatie van de nieuwe Waterbouwexperience, de driedimensionale spelcomputer die jongeren spelenderwijs laat ervaren wat het is om bouwen met ‘water, zand en stenen’.
Van den Herik Sliedrecht is één van de weinige waterbouwbedrijven, die onder de BRL-OCE volledig gecertificeerd is voor de opsporing en het veilig stellen van explosieven. Ron Beute heeft
Frank Verhoeven
Rijkswaterstaat Brede Afspraak Duurzaam Inkopen Rijkswaterstaat koopt per 2010 100% duurzaam in op basis van de minimumeisen voor duurzaamheid opgesteld door het agentschap SenterNovem. De duurzaamheidcriteria zijn in opdracht van het Ministerie van VROM opgesteld. De nieuwe naam voor SenterNovem is vanaf januari 2010 AgentschapNL.
Elders in deze Waterbouwer leest u over de prioriteiten in 2010 voor de Vereniging van Waterbouwers. Een van de belangrijkste aandachtspunten, zoals ook tijdens de Algemene Vergadering in december door de leden is benoemd, is de betrokkenheid van de leden bij onze vereniging.
Arbo in de praktijk
In mijn toespraak heb ik toen al onze vereniging geroemd om de korte en directe lijnen die wij kennen. Korte en directe lijnen tussen bestuur, bureau en leden onderscheiden ons van menig andere branchevereniging. Daarbij is het in mijn ogen essentieel dat de Vereniging van Waterbouwers actieve bestuursleden kent die nog volop met hun beide benen in de ondernemerspraktijk staan. De enthousiaste, professionele en dienstverlenende medewerkers op het bureau ondersteunen het bestuur en staan klaar voor alle leden. Die leden zijn op hun beurt weer actief binnen de vereniging. Dit laatste is noodzakelijk om te garanderen dat het bestuur en het bureau de juiste dingen, op de juiste manier en op het juiste moment kunnen doen. De vele medewerkers van onze lidbedrijven die actief zijn in onze kerngroepen, platforms, commissies en werkgroepen zorgen voor een onmisbare schakel om de Vereniging van Waterbouwers optimaal te laten functioneren. De sterke keten van bestuur, bureau en leden staat wat mij betreft garant voor de verdere groei van onze krachtige vereniging. Het is dan ook niet vreemd dat bovengenoemde waarden en kenmerken van onze vereniging steeds terugkomen bij de ledenbezoeken die onze directeur Fries Heinis en ik dit voorjaar afleggen. Zowel bij de leden die recent lid zijn geworden, als bij de leden die al langer lid zijn, worden met name de korte, efficiënte en effectieve lijnen binnen de Vereniging van Waterbouwers gewaardeerd. Wat mij verder opvalt bij de gesprekken is de positieve en optimistische houding van de bedrijven als het gaat om de relatie tussen opdrachtgever en opdrachtnemer. We weten dat er het nodige aan het veranderen is op dit punt. Kennis en capaciteit bij onze opdrachtgevers nemen zienderogen af. Dat leidt bij menig aanbesteding en op menig werk tot de nodige problemen. Maar het zijn juist de aannemers in de waterbouw – groot, midden en klein - die hier ook de kansen voor creativiteit en groei in zien. Dat stemt mij vreugdevol.
De Waterbouwer
een achtergrond bij de explosievenopruimingsdienst (EOD) en Mirjam van der Gaauw is opgeleid als civieltechnisch ingenieur. Zij vullen elkaar dus goed aan en hebben al vele projecten gedraaid. Naast milieuverontreinigingen en archeologische voorwerpen vormen explosieven een derde categorie stoffen, die kunnen worden aangetroffen bij waterbouwkundige projecten. Ron Beute constateert, dat opdrachtgevers nog lang niet altijd bij de voorbereiding van projecten de vraag meenemen of het risico bestaat dat er explosieven in de bodem zitten. Dit betekent, dat er regelmatig opdrachten binnen komen waarbij er sprake is van een spontane vondst. Het spreekt voor zich dat het beter is bij de voorbereiding van projecten vast te stellen of het werkgebied verdacht is op explosieven uit de Tweede Wereldoorlog. Wat dat betreft zijn Ron en Mirjam zeer te spreken over de aandacht, die het onderwerp ‘Explosieven’ heeft gekregen in de Arbocatalogus Waterbouw. Daarbij merken zij op, dat dit risico in Nederland goed geborgd is onder de Arbo-wet, maar deze borging in het buitenland niet vanzelfsprekend is. De Arbocatalogus Waterbouw biedt ook voor die situaties goede aanbevelingen.
Waterbouw steunt TU-Delft Op donderdag 17 december 2009 is door 25 partijen vanuit de overheid, het bedrijfsleven en kennisinstellingen een convenant ondertekend voor een vernieuwingscampagne van de faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen (CiTG) van de TU Delft. Het doel is onderzoek en onderwijs steviger te verbinden aan maatschappelijke vraagstukken rondom Deltatechnologie, Bouw & Infrastructuur en Transport. Met de afnemende financiering door het ministerie van Onderwijs (OCW) is participatie vanuit de sector noodzakelijk om het internationaal toonaangevende civiel onderwijs en onderzoek in Nederland te kunnen behouden. Rijkswaterstaat, de Unie van Waterschappen, de vier grote gemeenten, de acht grootste ingenieursbureaus, de zeven grootste aannemers, Prorail, Havenbedrijf Rotterdam, de Vereniging van Waterbouwers en de drie grootste grondstoffenleveranciers achten het dan ook noodzakelijk om, ook in deze tijden van economische crisis, te investeren in de civiele ingenieur van de toekomst en in kennisontwikkeling. De 25 partijen hebben voor de vernieuwingscampagne gezamenlijk een bedrag van 13 miljoen euro voor een periode van 5 jaar beschikbaar gesteld. Als Waterbouwers hebben we dubbele gevoelens over deze ontwikkelingen. Een jaar geleden heeft u in dit blad nog kunnen lezen, dat de overheid de waterbouw beschouwt als “de kurk waar Nederland op drijft”. Dan is het op zijn minst tegenstrijdig om te constateren, dat diezelfde overheid bezuinigt op de noodzakelijke investeringen in het onderwijs om kennis en kunde ook naar de toekomst te kunnen borgen. Aan de andere kant zien we wel een unieke kans om wetenschappelijk onderwijs en onderzoek te koppelen aan de prioriteiten
Jaargang 2010 - nr. 1
uit de praktijk. En het is waardevol dat de 25 partijen gezamenlijk deze verantwoordelijkheid oppakken. Concreet betekent onze steun, dat de Vereniging van Waterbouwers samen met Boskalis en Van Oord bereid is, om bovenop de bestaande inzet, een extra impuls ter waarde van 100.000 euro per jaar te geven over de periode 20102014. De komende maanden zal samen met de TU-Delft worden besproken hoe en onder welke voorwaarden deze extra impuls kan worden vormgegeven. De inzet hierbij is dat we zelf zeggenschap houden over de wijze waarop onze bijdrage wordt ingezet. De uitbreiding van de steun vanuit de waterbouw past in een lange traditie van intensieve betrokkenheid bij het onderwijs. In dit kader zorgen we richting de TU Delft onder andere al voor het ter beschikking stellen van een hoogleraar Baggertechnologie, meerdere universitaire docenten en de begeleiding van promovendi. En richting de MBO- en HBO-instellingen binnen onze kennisinfrastructuur zorgen we onder andere voor leermiddelen (waaronder simulatoren), gastlessen en kennisontwikkeling. Bovendien zorgen we voor uitgebreide promotie van het waterbouwonderwijs ten behoeve van de instroom van nieuwe studenten.
schap heeft het bestuur van de SOOW besloten om nog gedurende 2010 nog zeven waterbouwexperiences te gaan plaatsen. Zij zullen deels de oude spelcomputers vervangen, maar ook op nieuwe geselecteerde locaties worden geplaatst waar veel jongeren kunnen kennismaken de wereld van de waterbouw. In dat kader vond op 28 januari de feestelijke opening plaats van de derde waterbouwexperience in het Nederlands Watermuseum in Arnhem. De SOOW heeft al enkele jaren een relatie met dit museum en sponsort met enige regelmaat projecten die de waterbouw onder de aandacht brengen.
De eerste twee spelcomputers zijn nu een half jaar in gebruik bij het voorlichtingscentrum van de Tweede Maasvlakte ‘Futureland’ en bij het Educatief Informatie Centrum van de Rotterdamse haven EIC. In beide centra blijkt het een echte een ‘eyecatcher’ te zijn. Met die weten-
Mevrouw Liesbeth Tuijnman, vicevoorzitter van het museum en onze voorzitter Frank Verhoeven hebben de waterbouwexperience op feestelijke wijze in gebruik genomen. Daarna leidde Willem de Waterbouwer hen door de vier verschillende spellen: de sleephopperzuiger, de snijkopzuiger, de steenstorter en het beunschip. Het watermuseum richt zich op de promotie van zowel de watertechnologie als de waterbouw. Daarbij wordt bijzondere aandacht besteed aan de doelgroep jongeren. Een bezoek aan het museum is daarom beslist een aanrader voor gezinnen met jonge kinderen.
Deltatechnologie Samen werken met water Waterbouw mocht zich in de afgelopen jaren verheugen in een groeiende belangstelling vanuit een breed pallet van mensen en organisaties. Zeker nadat de Deltacommissie 2008 (Commissie Veerman) haar bevindingen op 3 september 2008 presenteerde, kreeg de belangstelling nog een extra impuls.
sen en uitdagingen voor de komende decennia alleen beantwoord kunnen door middel van constructieve samenwerking. Inmiddels wordt deze samenwerking al op diverse manieren vorm gegeven. Zo bekleedt voorzitter Frank Verhoeven een bestuurszetel binnen het Netherlands Water Partnership (NWP), een publiek-private netwerkorganisatie voor de Nederlandse watersector. Vanuit het NWP is de Vereniging betrokken bij een onderzoek naar de economische waarde, concurrentiekracht en arbeidsmarktperspectieven van het Nederlandse Deltatechnologiecluster. En aan de hand van het onderzoek pleiten we nu voor een aparte Human Capital Deltatechnologie naast de bestaande Human Capital Maritieme Techniek en een Human Capital Water.
Beeldarchief Verkeer en Waterstaat © Robert M. Berger
Doordat de Deltacommissie 2008 het thema waterveiligheid verbond met thema’s als watervoorziening, gebiedsinrichting, natuurontwikkeling en economische groei werd de Vereniging van Waterbouwers extra gestimuleerd om te tonen welke grote toegevoegde waarde onze leden konden bieden op deze thema’s. Bovendien boden de ontwikkelingen goede kansen om de samenwerking met partijen als Rijkswaterstaat, havenbedrijven, waterschappen en ingenieursbureaus verder te intensiveren. Want de Vereniging van Waterbouwers is zich zeer bewust dat alle kan-
Samenwerking wordt inmiddels ook zichtbaar op het gebied van het onderwijs. In het kader van de Dutch Delta Academy (DDA), een samenwerkingsverband Van Hogeschool Zeeland, Van Hall Larenstein en Hogeschool Rotterdam, wordt gewerkt aan vernieuwing van het HBO-onderwijs op het gebied van de deltatechnologie. Ook bij de vernieuwingsslag van het wetenschappelijk onderwijs aan de TU-Delft zijn alle relevante partijen betrokken (Zie ook het artikel elders in dit blad). Kortom, de Vereniging van Waterbouwers blijft actief om de betekenis van de Nederlandse waterbouw zichtbaar te maken en verder te laten groeien.
Ve r e n igi ng
Prioriteiten Vereniging van Waterbouwers 2010 Tijdens de laatste Algemene Vergadering heeft het bestuur een vijftal prioriteiten voor 2010 voor de Vereniging van Waterbouwers gepresenteerd. De prioriteiten zijn tot stand gekomen na overleg in de relevante platforms, kerngroepen en commissies. Ze geven deze en de komende maanden richting en focus aan de veelheid aan activiteiten van de Vereniging van Waterbouwers.
. Deltaprogramma De betrokkenheid van de waterbouwers bij het Deltaprogramma wordt gerealiseerd via diverse samenwerkingsverbanden met de Deltacommissaris, zijn staf en de deelprogramma’s. De budgetten voor waterveiligheid dienen ook na 2010 op een acceptabel (veilig) niveau te blijven.
. Inkoopstrategie opdrachtgevers De opdrachtgevers worden gewezen op een juiste en zorgvuldige toepassing van diverse contractvormen en inkoopcriteria. Daarbij is er bijzondere aandacht voor duurzaam inkopen. Samen met de (Unie van) Waterschappen worden de gesignaleerde knelpunten in de het inkoopbeleid van de waterschappen aangepakt.
Nieuwe leden
Geassocieerde leden
SwetsODV
AT MilieuAdvies B.V.
SwetsODV is een nautische personele dienstverlener met maritieme vacatures in de bediening, binnenvaart en short sea shipping. Het bedrijf is actief in de bediening van bruggen en sluizen en in de bemanning van veren, binnenvaart, scheepvaartbegeleiding en nautisch beheer. SwetsODV heeft vestigingen in Zwijndrecht, Almelo en in Poznan (Polen). Meer informatie: www.swetsodv.com
Is een landelijk opererend onafhankelijk milieuadviesbureau op het gebied van bodem- en waterbodemonderzoek. Deze onderdelen van het milieu zijn terug te vinden in de naam van Aqua en Terra (water en grond). Opdrachtgevers bestaan uit gemeenten, waterschappen, aannemers, projectontwikkelaars en particulieren. AT MilieuAdvies B.V. is gevestigd te Lekkerkerk aan de Opperduit. Meer info: www.atmilieuadvies.nl
Bij de verbetering van de instroom en kwaliteit in het waterbouwonderwijs en de waterbouwkennisinfrastructuur ligt de focus op het middelbaar en hoger onderwijs. Bijzondere aandacht is er voor de noodzakelijke (overheids-) financiering van de verschillende onderwijsvormen.
4. Binnenvaartwetgeving en toekomst ‘Kleine schip’ Er is aandacht voor het begeleiden van de verschillende uitvoeringsregelingen in de binnenvaart met nadelige gevolgen voor de aan waterbouw gelieerde activiteiten en materieel. Er wordt actieve steun gegeven aan de uitvoering van de actiepunten voor het behoud van het ‘kleine schip’.
. Communicatie/betrokkenheid leden De diverse contactmomenten met de leden worden uitgebreid en geïntensiveerd. Er is bijzondere aandacht voor de relatie met bedrijven/organisaties in aan de waterbouw gelieerde sectoren als scheepvaart, scheepsbouw en ingenieursadvies.
Mijn naam is Joyce Wondergem, 31 jaar en daarmee de jongste van het bureau. Ik ben getrouwd en heb 2 zoontjes. Sinds 15 september 2008 heb ik Esther van Wijngaarden opgevolgd als secretaresse van de afdeling Sociale Zaken en Opleidingen, secretaresse van het secretariaat van de Stichting Opleidings- en Ontwikkelingsfonds Waterbouw (SOOW) en secretaresse van het secretariaat van CAO-
Het Platform Jonge Waterbouwers heeft 2010 ingeluid op hoog niveau, zowel letterlijk als figuurlijk. De nieuwjaarsbijeenkomst vond plaats op 13 januari op de Euromast te Rotterdam, waarbij de PJW-plannen voor 2010 werden gepresenteerd.
Dit jaar is het 75 jaar geleden dat de Vereeniging ‘Centrale Baggerbedrijf’, de oudste rechtsvoorganger van de Vereniging van Waterbouwers, is opgericht. 75 jaar verenigde Waterbouwers is voor ons dan ook een aanleiding om een bijzondere jubileumuitgave te maken.
Tijdens een rondleiding door de Euromast genoten de PJW’ers van de levendige verhalen die de gids over de Rotterdamse haven wist te vertellen. Zo is onder andere het ontstaan van de term ‘steenkool Engels’ duidelijk geworden. En verder zijn de verhalen over het met de hand graven van havens nu vrijwel ondenkbaar. Dit geldt zeker nu aan de westzijde van de havens de aanleg van Maasvlakte 2 in volle gang is.
In deze jubileumuitgave kijken we echter niet alleen terug, maar vooral ook vooruit. Thema’s als energie, klimaatverandering, kennis & innovatie, wereldhandel en gebiedsontwikkeling in relatie tot de waterbouw, vormen hierbij de rode draad. Elk thema wordt belicht door een autoriteit.
IHC Beaver Dredgers
Partijen. Kortom een veelzijdige functie, waarin de ondersteuning van Simon Hoek en Henry Bleker voorop staat. In de afgelopen anderhalf jaar heb ik veel verschillende werkzaamheden gedaan, van het verstrekken van branchejubilea tot aan het ondersteunen van de promotie actie van de digitale Arbocatalogus. De diversiteit van de werkzaamheden maken het tot een uitdagende en boeiende functie. Wat mij het meeste is opgevallen in de afgelopen anderhalf jaar is dat binnen de Waterbouwbranche alle mensen, met hart en ziel over hun werk praten. Het enthousiasme werkt overigens erg aanstekelijk. In mijn naaste omgeving kennen ze inmiddels ook ons icoon ‘Willem de Waterbouwer’ en de nieuwe Waterbouwexperience bij Futureland. Ik kijk er naar uit om ook in dit bijzondere jaar mijn werk met veel plezier en enthousiasme te doen, samen met alle collega’s van het bureau.
De Waterbouwers schuwen geen juridische hoogstandjes, bleek tijdens de laatste themabijeenkomst over de Waterwet. 40 mannen en vrouwen lieten zich door Govert Ramselaar van advocatenkantoor Houtzager Strijker alles vertellen over de regelgeving en het vergunningentraject rond oppervlaktewater en grondwater.
De Waterbouwers schuwen geen juridische hoogstandjes, bleek tijdens de laatste themabijeenkomst over de Waterwet. 40 mannen en vrouwen lieten zich door Govert Ramselaar van advocatenkantoor Houtzager Strijker alles vertellen over de regelgeving en het vergunningentraject rond oppervlaktewater en grondwater.
De Waterbouwer
en lid van het Innovatieplatform, geeft zijn visie op het thema kennis & innovatie en de heer Hans Smits, president-directeur van het Havenbedrijf Rotterdam, geeft zijn visie op het thema wereldhandel. De landschapsarchitect de heer Dirk Sijmons is gevraagd om zijn visie op gebiedsontwikkelingen.
De vergunning wordt door hen getoetst aan alle aspecten van het waterbeheer: kwaliteit, kwantiteit, hoogwaterbescherming, infrastructureel beheer en functievervulling.
Zes vergunningen uit de bestaande ‘waterbeheerwetten’ (waaronder de saneringsregeling voor waterbodems van de Wet bodembescherming, de Wet verontreiniging oppervlaktewateren en het ‘natte gedeelte’ van de Wet beheer rijkswaterstaatswerken) gaan op in één watervergunning voor alle handelingen in het watersysteem. Dit zou minder administratieve lasten moeten gaan betekenen voor de waterbouwers. Er komt één overheidsloket voor zowel de watervergunning als de omgevingsvergunning van het ministerie van VROM. V&W en VROM werken samen aan de invulling van dit loket.
Jaargang 2010 - nr. 1
De jubileumuitgave wordt geschreven door Hans Ouwerkerk, de schrijver die voor De Waterbouwer de rubriek Omstanders schrijft. De jubileumuitgave wordt tijdens de Algemene Vergadering op 18 juni aanstaande gepresenteerd.
De gevolgen die de overgang heeft op al verkregen en aangevraagde vergunningen werden met elkaar besproken: vergunningen voor 22.12.2009 verstrekt zijn Watervergunningen. Voor aanvragen gedaan voor 22.12.2009 blijven de oude regels over vergunningverlening gelden en voor aanvragen na 22.12.2009 gelden de nieuwe Watervergunningsregels. Ook bleek het voor waterbouwers belangrijk dat de vergunningplicht steeds meer wordt vervangen door een meldingplicht op basis van algemene regels. Zoveel mogelijk handelingen zullen met algemene regels worden gereguleerd. Wanneer dit het geval is, hoeft er geen vergunning te worden aangevraagd. Hierdoor verminderen de lasten voor bedrijven.
IHC Beaver Dredgers in Sliedrecht, onderdeel van de IHC Merwede groep, ontwerpt en bouwt standaard (IHC Beaver) en ‘custom-built’ snijkopzuigers. Tevens produceert ze de baggeruitrusting ten behoeve van deze snijkopzuigers. Alle hoofdcomponenten en systemen worden ontworpen en geproduceerd binnen de IHC Merwede groep. Andere onderdelen worden gemaakt in nauwe samenwerking met leveranciers in de regio. Meer informatie: www.ihcmerwede.com
De Deltacommissaris, de heer Wim Kuijken, werkt mee aan het thema over klimaatverandering in relatie tot waterveiligheid. Voormalig Shell-topman, de heer Jeroen van der Veer, werkt mee aan het thema over energie. De heer Wiebe Draijer, managing partner van McKinsey Benelux
Waterwet en watervergunning
VOF J. Hoogendoorn is een familiebedrijf en is reeds 26 jaar gespecialiseerd in vervoer van (ophoog) zand en grind. Met hun beunschip de Spes-Mea varen zij in opdracht van de onderneming Holcim voornamelijk in regio West. VOF J. Hoogendoorn is gevestigd in Bergambacht. Meer informatie: 06 53 40 59 25
Is gespecialiseerd in maaien, baggeren, (plaatsen van) beschoeiingen, damwanden, vlonders en bruggen. Daarnaast verricht Fernhout ook onderhoud aan tuinen en waterpartijen bij kastelen en buitenhuizen van particulieren. Het bedrijf werkt veel voor aannemers, waterschappen, gemeenten en Rijkswaterstaat en is gevestigd in De Glind Barneveld. Meer informatie: www.fernhout.nl
een bezoek brengen aan Maasvlakte 2. Tijdens diverse lezingen en een werkbezoek zullen kennis en ervaring met jongeren van opdrachtgevers en ingenieursbureaus worden uitgewisseld en zal de samenwerking worden verbreed. Om de betrokkenheid van het PJW bij de vereniging te vergroten is tijdens de nieuwjaarsbijeenkomst een aantal opties genoemd. De opties die concreet zullen worden beetgepakt, zijn het organiseren van themabijeenkomsten en het houden van discussieavonden.
Themabijeenkomst
Fernhout Aannemingsbedrijf B.V.
Opgeschept
Joyce Wondergem
75 jaar verenigde Waterbouwers
Later dit jaar zal het PJW samen met andere jongerenorganisaties die actief zijn in de waterbouw
VOF J. Hoogendoorn
3. Instroom en kwaliteit onderwijs
PJW op hoog niveau
Agenda 8 april
WATERPROOF evenement 09.00 – 18.00 uur Locatie: De Fabrique in Utrecht
10 april
Convenant Bouwend Nederland Al sinds de oprichting van Bouwend Nederland eind 2004 heeft de Vereniging van Waterbouwers afspraken gemaakt over de samenwerking met Bouwend Nederland. Deze afspraken zijn vastgelegd in een convenant en worden voor een bepaalde looptijd vastgelegd. Het laatste convenant liep af op 31 december 2009. In december 2009 is er in een open, constructieve sfeer gesproken over de voortzetting van het convenant. Uiteindelijk is besloten tot een voortzetting voor een periode van 5 jaar. Het convenant omvat de voortzetting van de oude afspraken, waaronder de wijze waarop de Waterbouwers via Bouwend Nederland betrokken zijn bij alle overleggen rondom de CAO’s Bouwnijverheid en de mate waarin er toegang is tot de diverse fondsen.
Themabijeenkomst Platform Nautische Dienstverleners ‘Algemene Voorwaarden’ en ‘Munitie in specie’ 10.00 – 13.30 uur Locatie: Novotel Brainpark Rotterdam
28 april
Themabijeenkomst leden Aannemers ‘Algemene Voorwaarden’ en ‘Munitie in specie’ 16.00 – 20.00 uur Locatie: Mercure Amsterdam Airport Hotel
18 juni
Algemene Vergadering Vereniging van Waterbouwers Tijd: 15.00 uur Locatie: nog niet bekend
9 november
Waterbouwdag 2010 Locatie: De Flint, Amersfoort
3 december
Algemene Vergadering Vereniging van Waterbouwers Tijd: 15.00 uur Locatie: nog niet bekend
I n de pr a k tijk
Op bezoek bij
Column
N. Kraaijeveld
Controwattes?
Door: Stein Steenzetter
vervolgopdracht op de reeds uitgevoerde fase 3, waardoor de totale lengte ongeveer 830 meter gaat bedragen. Een deepsea-kade met een kerende hoogte van 21,00 meter. Op de Twentekanalen wordt hard gewerkt aan de afronding van een groot UAVgc contract. In Amsterdam wordt de komende maanden een petrochemische laaden lossteiger gebouwd met behulp van Systems Engineering (SE). In Limburg is N. Kraaijeveld betrokken bij de sluisverlengingen van Born, Heel en Maasbracht, eveneens in uitvoering onder SE.
Uitbreiding van de ligplaatsen van de uitwijk-en overnachtingshaven van IJzendoorn
Sinds 2006 draagt N. Kraaijeveld het logo van haar moedermaatschappij Eiffage. In dit jaar is ten gevolge van een gewijzigde marktstrategie een enorme groei ontstaan, ondersteund door de mogelijkheden die deze groep N. Kraaijeveld heeft geboden is het bedrijf omgevormd van een traditionele aannemer tot een proactieve marktpartij. Het bedrijf biedt een breed scala aan activiteiten op de deelgebieden funderingstechniek, civiele betonbouw, staalbouw en kust- & oeverwerk. Door een sterk veranderend opdrachtgeverschap heeft N. Kraaijeveld de kans gekregen de organisatie uit te bouwen tot een modern ontwikkelend aannemingsbedrijf. Waar vroeger tot in detail werd voorgeschreven hoe en waarmee een opdracht moest worden volbracht, wordt nu opdrachtgevers het advies gegeven om voor andere (duurzamere) oplossingen te kiezen. Deze veranderende markt heeft het vak de afgelopen jaren meer en meer inhoud gegeven en interessanter gemaakt. Door de ruimte die werd gegund is N. Kraaijeveld in staat om de best maakbare oplossing te bedenken, gegeven de mogelijkheden die het bedrijf biedt. Een mooi voorbeeld daarvan is de uitbreiding van de ligplaatsen van de uitwijken overnachtingshaven van IJzendoorn. Door een optimalisatie van de toe te passen materialen, het ontwerp, werd er een besparing gerealiseerd van circa 35% waardoor het werk binnen budget kon worden uitgevoerd. Met een staf van circa 45 personen hecht N. Kraaijeveld aan een gedegen werkvoorbereiding. Intern wordt nogal eens de discussie gevoerd of de projectteams niet te zwaar zijn bemand, maar elke keer weer wordt hier het nut van ingezien. Gedeelde zorg met gescheiden verantwoordelijkheden: het is niet het individu die het project maakt maar het team dat het project tot een succes moet leiden. Waar in het verleden louter en alleen op de uitvoering werd gericht zie je nu, naast die uitvoeringsmensen die onontbeerlijk blijven, een scala aan nieuwe functionarissen het bedrijf inhoud geven. De projectteams van N. Kraaijeveld bestaan uit: constructeurs, 3D-
tekenaars, surveyors, hydrograven, project- en systems engineer, project-controller, tendermanager, DLP’ers, kwaliteitsfunctionaris, veiligheidskundige en milieukundig medewerker. Uiteindelijk geeft totale verantwoordelijkheid en het in Design- en Construct-denken van de projecten veel nieuwe en mooie kansen. Het is uiteindelijk de kwaliteit van de mensen dat het verschil moet maken. Door de nieuwe beleidskeuzes in 2006 heeft er een grote wisseling en uitbreiding van het personeelsbestand plaatsgevonden waardoor er een verjongd, professioneel en dynamisch team is ontstaan met alle mogelijkheden van dien. De belangrijkste opdrachtgevers zijn Havenbedrijf Rotterdam, Groningen Seaports, Rijkswaterstaat, provincies, lagere overheden en particuliere ondernemingen. Momenteel is N. Kraaijeveld in de Eemshaven bezig met de voorbereiding van de kademuur voor de Julianahaven fase 4 als
Om ook de komende jaren gesteld te staan voor de uitvoering van werken is er een uitgebreid nieuwbouwprogramma opgesteld. Een nieuwe baggerponton is opgeleverd, twee trilblokken zijn aangeschaft en het bestaande ponton is verbreed met zijpontons. De bouw van de staalconstructiewerkplaats is in volle gang en het casco van het nieuwe afwerkschip is zojuist afgeleverd. De tekeningen voor een zusterschip liggen klaar voor het snijbedrijf en tenslotte is N. Kraaijeveld bezig met de engineering van een nieuwe funderingsmachine.
N. Kraaijeveld is reeds sinds jaar en dag ISO en VCA gecertificeerd, sinds enkele jaren eveneens BRL 7000 gecertificeerd en verwacht per 6 april haar ISO 14001 certificaat binnen te halen, als de her-audit voor de laatste restpunten plaatsvindt. Momenteel is N. Kraaijeveld bezig met de integratie van de CO2-ladder. Ondanks de crisis en de verslechterende marktomstandigheden heeft het bedrijf vertrouwen in de toekomst. Ze zien voldoende kansen voor het bedrijf op het gebied van Design & Construct werken. Zij zien hun onderhandse markt een steeds groter deel van de omzet innemen en tenslotte willen ze de gesel van de markt niet missen om hun scherpte te behouden. Tevens is N. Kraaijeveld in het kader van MVO betrokken bij de verdere professionalisering van het bedrijf Suatri in Indonesië, een waterbouwer met een omzet van ca. € 10 mio (dagloon van bouwplaatsmedewerkers bedraagt 3 euro). Een delegatie van dit bedrijf heeft onlangs een werkbezoek gebracht in Sliedrecht en binnen afzienbare tijd zal de uitwisseling vice versa plaatsvinden.
Ik was er klaar voor. Een fijn dagje Tweede Kamer. Niet dat ik zo’n fan ben van onze vaderlandse volksvertegenwoordigers. Meestal schaam ik mij rot als ik ze elkaar weer eens om niets in de haren zie vliegen. Soms kan ik er om lachen. De laatste tijd is er van alles te doen en te zien in Den Haag. Ik ga dan ook graag af en toe eens langs. Een fijn dagje Tweede Kamer. Cabaret, kan je ook zeggen. Meestal stap ik gewoon een willekeurig vergaderzaaltje binnen. Het is toch altijd raak. Het is grappig om tussen het publiek te zitten als de Kamerleden met elkaar bekvechten. Verzuchtingen over onkunde en onvermogen van de heren en dames volksvertegenwoordigers wisselen elkaar in hoog tempo af. Ik vraag me af of de Kamerleden het überhaupt zelf door hebben. Misschien dat af en toe een dagje verplicht en incognito op de publieke tribune zitten wonderen kan verrichten. Die woensdag was ik er klaar voor. Voor de verandering was ik voorbereid. Ik had de agenda doorgenomen en mijn oog was gevallen op een overleg over de Deltawet. Met een duur woord: rondetafelgesprek. Dat was een meevaller. Meestal snap ik geen snars van wat er gezegd wordt. Maar van de Deltawet weet ik alles. Er moet namelijk nogal wat gebeuren om Nederland te beschermen tegen overstromingen. En daar zijn waterbouwers zoals ik voor nodig. De Vereniging van Waterbouwers was ook uitgenodigd om haar zegje te doen, zag ik. Vol goede moed toog ik naar het vergaderzaaltje. Niets, nada, leeg. Ik sprak een loslopend Kamerlid aan. “Controversieel”, kwam er uit zijn mond. “Controwattes?”, vroeg ik. “Te ingewikkeld, te moeilijk, te veel verschil van mening”, zei de volksvertegenwoordiger. Ik was de weg allang kwijt. Ik dacht altijd dat vriend en vijand het eens was over de noodzaak iets te doen aan de veiligheid van ons landje. Blijkbaar niet. “En nu?”, vroeg ik. “Nu wachten we op nader onderzoek. Nader onderzoek naar het onderzoek van het onderzoek van de Verenigde Naties over het klimaatonderzoek”, zei de volksvertegenwoordiger met droge ogen. Geen rondetafelgesprek, toch cabaret. De kroeg was gelukkig dichtbij.
Hakkers bouwt overslagterminal in Alphen aan den Rijn Hakkers is per oktober 2009 gestart met de bouw van een overslagterminal aan de vaarweg de Gouwe in Alphen aan den Rijn in opdracht van de Van Uden Group. Interessant aan het project is het bouwteamverband waarmee het voortraject is uitgevoerd. Door intensieve en efficiënte samenwerking tussen Hakkers, Van Uden en Provincie Zuid-Holland zijn in zeer korte tijd grote stappen gemaakt van initiatieffase naar definitief ontwerp tot de start van de aanleg. op en van het schip geladen. Om de relatief kleine vaarweg geschikt te maken voor de vele scheepsmanoeuvres worden de kadeconstructies aangrenzend aan de terminal vervangen en de bodem ter plaatse voorzien van bodembescherming.
Bouwteam
Terminal inrichting De terminal bestaat uit een insteekhaven voor het afmeren van binnenvaartschepen, twee containerportaalkranen voor het laden en lossen van de containers en ruimte voor de opslag van containers. Met de twee portaalkranen kunnen de schepen op een snelle en efficiënte wijze worden behandeld. Containers worden rechtstreeks vanaf de vrachtauto of vanuit de opslaglocaties
Uitvoering Momenteel zijn de damwanden aangebracht en is de kraanbaanfundatie bijna gereed. Er worden groutinjectieankers aangebracht door Jetmix (dochteronderneming Hakkers). Dit dient met uiterste zorgvuldigheid te geschieden omdat er een tweetal gestuurde boringen onder het toekomstige havenbekken doorlopen. In mei starten de baggerwerkzaamheden waarna de bodembescherming aangebracht kan worden. Medio september zal het eerste containerschip zijn opwachting maken in de gloednieuwe haven.
Om tot een praktisch en kostenefficiënt ontwerp te komen is het voortraject uitgevoerd in bouwteamverband. Hakkers was hierin o.a. verantwoordelijk voor het opstellen van het Programma van Eisen, het maken van het Definitieve Ontwerp en het aanvragen van de benodigde vergunningen. Kenmerkend voor het samenwerken als team was de openheid en vrijheid van de leden met de wederzijdse aanvulling en controle. Een belangrijk pluspunt was de optimale afstemming tussen ontwerp en uitvoering met een maximum aan inbreng van de wensen van Van Uden en van
Begin 2009 kreeg de Combinatie Vogel-Bau / Ecosoil / Christiaan den Dekker GmbH opdracht tot uitvoering van het project ‘Hochwasserrückhaltung Wörth / Jockgrim Altrheinquerung Los 3’. Christiaan den Dekker nam hierbij het ‘natte deel’ voor zijn rekening. In de loop der tijd heeft zich op een aantal plaatsen op de bodem een 2 tot 3 meter dikke sliblaag gevormd, waardoor een waterdiepte overbleef variërend van 6,00 tot 14,00 meter.
Uitvoering
In de deelstaat Rheinland-Pfalz worden in het kader van herstructurering van de inundatiegebieden achter de Rijndijken een aantal nieuwe hoogwaterkeringen gebouwd. Er ontstaan hierdoor nieuwe polders, die bij hoogwater als buffer fungeren. Onderdeel van dit omvangrijke project is de doorsnijding van de Neupotzer Altrhein en de naastgelegen Flätig door middel van een zand/grind dam. In het verleden is er zowel in De Altrhein als in de Flätig zand en grind gewonnen.
De Waterbouwer
de Provincie Zuid-Holland hetgeen prijs, de doorlooptijd en de totale kwaliteit van het project ten goede is gekomen.
Foto: AD/Martin Sharott
Tini en Willem de Waardt varen al sinds de jaren 80 met hun sleepboot voorop, als een dikke ijslaag het overige vaarverkeer tegenhoudt. Normaal vervoert het stel haast geruisloos zand en grind, maar bij het ijsbreken golft, kraakt en knarst het bevroren water dat het een lieve lust is. Op de 18e januari gingen ze op pad om de Oude Rijn bevaarbaar te maken zonder de oevers te beschadigen.
Hoogwaterkering Altrhein nabij Neupotz (Duitsland)
Het project
Afronding van een groot UAVgc contract Twentekanalen
IJsbreker SPES op Oude Rijn actief
Jaargang 2010 - nr. 1
Uitvoeringstechnisch is het werk gesplitst in 2 fasen. Fase 1 de realisering van de Altrhein-dam en fase 2 de Flätig-dam. In verband met de stabiliteit van de te maken dammen moest het aanwezige slib worden verwijderd. Hiervoor is de cutterzuiger cz Kufstein van Christiaan den Dekker ingezet. Het slib kon in het zuidelijk deel van de Altrhein in een onderwaterdepot worden geborgen. Met slibschermen werd voorkomen dat er slib terug zou vloeien naar het reeds opgeschoonde deel. Het zand en grind voor de Altrhein-dam is in de Altrhein zelf gewonnen met de tot profielzuiger omgebouwde Kufstein op plaatsen waar zich vrijwel geen slib had afgezet. Een sproeiponton zorgde voor een geleidelijke en controleerbare ophoging van het pakket. Om fase 2 te realiseren moest De Kufstein een doorsteek baggeren tussen Altrhein en Flätig, waarna deze het slib
uit de Flätig heeft verwijderd. Omdat het zand/ grind mengsel voor de Flätig-dam op een grotere diepte in de Flätig zelf gewonnen moest worden, heeft Christiaan den Dekker de diepzuiger Nautilus aangevoerd. De natte werkzaamheden zijn inmiddels afgerond. Enkele kerngetallen: circa 120.000 m3 slib gebaggerd, circa 380.000 m3 grind/zand verwerkt, circa 5.500 m2 slibschermen geleverd en geplaatst en circa 2000 m1 leidingwerk. Ingezet materieel: cz Kufstein, dz Nautilus, booster Houten, sproeiponton Neupotz, werkboot Möwe en divers hulpmaterieel.
Het winterse weer heeft in januari gezorgd voor mooie plaatjes rondom de vaarwegen in Nederland. Schippers kregen op de kleinere vaarwegen steeds vaker te maken met vaarverboden, waarna ijsliefhebbers bezit namen van een vaarweg. Veel sneeuwhuizen en sneeuwpoppen sierden het landschap en op het ijs werd er flink geschaatst. De SPES, het schip van Tini en Willem moest helaas een einde maken aan de ijspret om de vaarweg tussen Alphen aan den Rijn en Zwammerdam weer begaanbaar te maken. De provincie laat het ijs in een vaarweg alleen breken als een aanliggend bedrijf daar om vraagt. Daarbij moet er dan wel een economisch belang zijn. Omdat zand- en grindhandel Versloot Van Wingerden al dagen op halve kracht werkte en stond te springen om zand, heeft de provincie besloten een ijbreker in te zetten om het ijs te breken voor het zandschip Nelleke. De SPES is hier speciaal voor gemaakt. De onderkant heeft een soort zwaard op de romp, waardoor de gladde ijslaag gemakkelijk doorkliefd kan worden. In het ijs schieten dan ook onmiddellijk dikke barsten, bij het passeren. De SPES is er eentje van betekenis. SPES betekent in het Latijns hoop. Hoop waarop, dat kan zelf worden ingevuld. Een gelukkig leven of een behouden vaart bijvoorbeeld. De SPES krijgt tijdens het ijsbreken flink wat te verduren. Na afloop moeten er flink wat potten verf op en moet de schroef worden nagekeken.
Omstanders Wim Kuijken, Deltacommissaris Door: Hans Ouwerkerk
Man met een missie Wim Kuijken, de kersverse Deltacommissaris draait er niet om heen. Hij wil de kennis en ervaring van de waterbouwers gebruiken bij het in de steigers zetten van de waterprogramma’s. “Het gaat erom dat we deskundigheid binnenhalen. Dus graag meedenken en meepraten over bijvoorbeeld deelprogramma’s bij de kust, de rivieren en de veiligheidsnormen. Het is mijn ervaring dat je niet vroeg genoeg de uitvoering bij de plannen kan betrekken.” Een kennismaking met Kuijken, een man met een missie. Hij herinnert zich die keer dat hij mee ging op een hopper nog als de dag van gisteren. Ruim drie jaar geleden maakte Wim Kuijken als nieuwe secretaris-generaal van het ministerie van Verkeer en Waterstaat een ruime ronde van werkbezoeken en oriëntaties. “De hopper was bezig met de verdieping van de Eurogeul, die de toegang geeft tot de Rotterdamse haven. Ik vond het echt geweldig. Wat een bedrijf zeg op dat schip.” Inmiddels maakt Kuijken weer een ronde door het land om kennis te maken met organisaties en projecten. Dit keer als Deltacommissaris. “Ik ben al in Drenthe geweest en in het IJsselmeergebied, Kampen, Rotterdam Rijnmond en Rijnland. Wat opvalt is dat de mensen in deze wereld geweldig inhoudelijk gedreven zijn. Ik zie passie en ik constateer een enorme bereidheid om samen te werken. En geloof mij, dat is lang niet op alle beleidsterreinen van de overheid zo.” Kuijken weet als geen ander waar hij het over heeft. Zijn loopbaan speelde zich tot dusverre volledig af in de top van de rijksoverheid met een uitstapje van vier jaar naar de gemeente Den Haag waar hij de functie van gemeentesecretaris vervulde. “Ik werk nu onder de verantwoordelijkheid van een minister maar met een ruimere opdracht. Iets bestuurlijker dan ambtelijk”. Sinds 1 februari is hij Deltacommissaris en verantwoordelijk voor het opstellen van het Deltaprogramma. “Ik moet er voor zorgen dat er op het juiste moment besluiten worden genomen om dit land veilig te houden voor de langere termijn, zeg maar deze eeuw uit, en tevens te zorgen dat we waar we het nodig hebben voldoende zoetwater hebben. Nederland staat bekend als een van de veiligste delta’s van de wereld. En dat moeten we zo houden.”
Deltawet De Deltacommissaris en zijn bevoegdheden en taken krijgen een wettelijke verankering in de Deltawet. Deze wet ligt bij de Tweede Kamer en blijft daar waarschijnlijk nog even liggen. Daags na het gesprek met Kuijken heeft de vaste Kamercommissie voor verkeer en waterstaat de Deltawet controversieel verklaard. Dat betekent dat wanneer de Kamer daarmee akkoord gaat, pas een volgend kabinet de Deltawet opnieuw naar de Tweede Kamer moet sturen. Kuijken laat zich er vooralsnog niet door uit het veld slaan. “Ik functioneer op basis van een instellingbesluit. Dus”, stelt hij nuchter vast, “mijn plek is verzekerd. En dat geldt ook voor het Deltaprogramma en alles wat er moet gebeuren. Alleen het besluit is nog geen wet. Het is trouwens het advies geweest van Veerman die zei, ‘leg het nu in een wet vast, want dan weet je dat je het over langere kabinetsperiodes heen voor elkaar krijgt’. Kortom, het is een betere waarborg. Op zeker moment zal de politiek wel bepalen wanneer de wet wet wordt. Ik moet op de derde
dinsdag van dit jaar in elk geval een voorstel doen voor het Deltaprogramma. En ik zal aan deze opdracht voldoen.” Kuijken deelt de mening van Sybe Schaap, de oud-voorzitter van de Unie van Waterschappen die op deze plaats zei, dat wij in Nederland altijd heel goed waren in het voorkomen van de vorige ramp. “Daar had hij zonder meer gelijk in. Je ziet na een ramp altijd ook hetzelfde Pavlov-effect. Meteen een noodwet en hup de boel omhoog. Het kabinet heeft met een Deltawet, Deltafonds, Deltacommissaris en een Deltaprogramma, de vier D’s, eigenlijk gezegd wij willen op het gebied van veiligheid en zoetwater de volgende ramp voor zijn. Dat is uniek. En we kunnen het nog een beetje mooi maken ook. Aantrekkelijker en natuurlijker met een ruimtelijke kwaliteit.”
Financieel Het Deltaprogramma waar hij nu mee aan de slag gaat, gaat uiteindelijk bestaan uit een plan van aanpak voor de negen deelprogramma’s (zes gebiedsprogramma’s en drie generieke programma’s) en een analyse waarom een en ander nodig is. Geld voor de lopende programma’s zoals bijvoorbeeld het Hoogwaterbeschermingsprogramma en Ruimte voor de Rivier zit nu nog in het Infrastructuurfonds en wordt overgeheveld naar het Deltafonds. Vanaf 2020, zo heeft het kabinet besloten, komt er tenminste één miljard euro bij. Kuijken: “We zullen dus nu plannen maken, verkenningen doen en keuzes voorbereiden. Wat mij betreft maken we voor 2015 de belangrijkste keuzes over de zoetwatervoorziening, een sluiting of niet afsluiting van Rijnmond, het waterpeil van het IJsselmeer en de normen voor de veiligheid. Als we die knopen voor 2015 doorhakken, kunnen ze in het volgende Nationale Waterplan een plek krijgen. En daarna”, benadrukt hij, “komt pas de beslissing over welke manier wij dat gaan uitwerken en financieren. Dus ook de discussie die nu plaatsvindt over de vraag of we nu tachtig miljard euro gaan uitgeven? Het antwoord daarop is nee. Er is geld voorzien in een fonds vanaf 2020 en we geven dat geld pas uit op het moment dat vast staat, dat het nodig is. Dat het moet voor de maatregelen die we dan voorstellen en de keuzes die we dan doen. Dus het is
Wim Kuijken Beeldarchief Verkeer en Waterstaat © Robert M. Berger
nu niet de beslissing over de financiering dán want die komt dan.” Tegelijkertijd weet de Deltacommissaris ook dat ambtelijke heroverwegingswerkgroepen aan het werk zijn op zoek naar bezuinigingsmogelijkheden. “Zij bereiden besluitvorming voor en doen dus geen bezuinigingsvoorstellen”, doceert Kuijken. “Het is vervolgens aan de politiek en in de formatie van een nieuw kabinet om de prioriteiten te bepalen. En dan ga ik er maar even gemakshalve van uit dat de veiligheid van mensen en van het land een belangrijke prioriteit is. Niet alleen de sociale veiligheid op straat maar ook de fysieke veiligheid omdat dat grote groepen mensen raakt en ook je economie raakt. En dan is het vervolgens aan de politiek om daar verder over te beslissen. Of ik hoop op een kleine waterramp om de sense of urgency op het netvlies te krijgen?”, herhaalt hij de vraag om daar in één adem op te antwoorden: “Als we nu naar Frankrijk kijken en we zien meer dan 50 doden en een miljard euro aan schade. Dan geloof ik echt niet dat we zoiets in Nederland nodig hebben om die realiteit onder ogen te zien.”
Kennis Kuijken is een man met een missie. De opdracht is duidelijk. Als Deltacommissaris is hij nu bezig om allianties te maken. En daarbij is volgens hem de bijdrage van de waterbouwers essentieel. “Ik
verwacht veel van de sector. Vooral als het gaat om meedenken over de opgave en het aandragen van ideeën en innovaties. De overheid heeft altijd de neiging om in zijn eigen beleidsomgeving dingen te bedenken die dan weer net iets te ver afstaan van de uitvoeringspraktijk en van de kennis van de uitvoering. Ik heb bij Verkeer en Waterstaat gemerkt, dat je niet vroeg genoeg de uitvoering bij de plannen kan betrekken. Dat ga ik dus doen. Ik wil dat de waterbouwers aanhaken bij de gedachteontwikkeling in verschillende deelprogramma’s. Daar maak ik ook afspraken over zowel met de waterbouwers als met de stuurgroep Deltatechnologie om dat al in een vroegtijdig stadium te realiseren. Dan zijn zij enerzijds goed op de hoogte van wat we aan het doen zijn en wat over de lange termijn loopt. Anderzijds kunnen zij hun kennis en expertise inbrengen. Dát is een mooie verbinding. En voor alle duidelijkheid, ik heb het dus niet over de projecten maar over de programma’s. Dan is concurrentie nog niet aan de orde en kan meedenken en kennisdelen ook makkelijk. En als de sector daar niet op ingaat? Dat zal eerst moeten blijken, maar dan kan ik heel duidelijk zijn. Ik zit namelijk heel simpel in elkaar, als het niet gebeurt dan spreek ik ze er op aan.” Er verschijnt een brede lach op zijn gelaat als hij er na een korte stilte aan toevoegt: “Dat helpt meestal wel.”
Colofon De Waterbouwer is een uitgave van de Vereniging van Waterbouwers en is bedoeld om haar leden en relaties te informeren over onderwerpen die de branche raken. De Waterbouwer verschijnt 4x per jaar en wordt samengesteld door het bureau van de Vereniging.
Voor reacties en nadere informatie kunt u terecht bij: Vereniging van Waterbouwers Brigitte van Arkel Kampenringweg 45 Postbus 474, 2800 AL Gouda Tel. 0182 567 362
[email protected]
Vormgeving: Kristy Productions Maasweg 8b, 3144 DA Maassluis Tel. 010 5910081