6
NR 20 .2
14
JA AR G AN G :2
DU ZA
UR AM HE ID l .n
a dj .c w w w
DE NIEUWE WERELD VAN DAAN ROOSEGAARDE JACQUELINE CRAMER OVER KLIMAATVERANDERING: ‘HET IS EEN RACE TEGEN DE KLOK’ CDA GEDACHTEGOED: DUURZAAMHEID GAAT NIET ALLEEN OVER RENTMEESTERSCHAP
Cover Thema: Duurzaamheid Beeld: Dirk Hol
Jan Peter Balkenende Award 2014 Ben jij tussen de 18 en 31 jaar? Heb jij een visie op de christendemo cratie? Ding dan mee naar de JPB Award 2014!
Volgende Interruptie Het thema voor de volgende Interruptie is de participatiesamenleving. Deze editie verschijnt begin oktober 2014. Wil je een artikel schrijven, of op een andere manier een bijdrage leveren aan Interruptie? Neem dan tijdig contact op met hoofdredacteur Johannes ten Hoor (
[email protected]). De auteursinstructies vind je op www.cdja.nl/interruptie
Op het voorjaarscongres van 2011 heeft het CDA afscheid genomen van Jan Peter Balkenende. Vanwege zijn enorme verdienste voor de christendemocratie is toen de Jan Peter Balkenende Award in het leven geroepen. Deze prijs wordt jaarlijks uitgereikt aan een jongere die een bijzondere bijdrage heeft geleverd aan de ontwikkeling van het chris tendemocratisch gedachtegoed. Deze bijdrage moet bestaan uit een of meerdere publicaties. De eerste Award is op het najaarscongres van 2012 toegekend aan Paul Schenderling voor zijn publicatie ‘De toekomst van de christen democratie in Nederland’. Op het CDA congres van november 2013 heeft Gerard Adelaar de tweede Award in ontvangst mogen nemen voor zijn bijdrage aan de visie van de christendemocratie op het terrein van de zorg. Zaterdag 8 november aanstaande vindt het najaarscongres van het CDA plaats. Het is de bedoeling bij die gelegenheid de derde JPB Award uit te reiken. De jury voor deze Award bestaat naast uiteraard Jan Peter Balkenende uit partijvoorzitter Ruth Peetoom, directeur van het Wetenschappelijk Instituut Raymond Gradus en CDJA-voorzitter Julius Terpstra. Ga jij de uitdaging aan? Je kunt tot maandag 1 september 2014 je inzending sturen voor de Jan Peter Balkenende Award via het formulier via de volgende link: ‑ bit.ly/JPB-award
REDACTIONEEL MODETERM
De term ‘duurzaamheid’ is in het huidige maatschappelijke en politieke debat een containerbegrip geworden. Te pas en te onpas wordt de term gebruikt, zonder dat duidelijk is waar men precies aan refereert. De term duikt op in nieuwsberichten over klimaatverandering, de bouw van energiezuinige huizen, de productie van kleding en voedsel, enzovoorts. En soms kan ik me ook niet geheel aan de indruk onttrekken dat duurzaamheid een soort modeterm is, door bedrijven slinks ingezet voor marketingdoeleinden. Duurzaam staat gelijk aan ‘goed’ of ‘verstandig’. Welke consument wil niet met dat soort complimenten beloond worden om zijn koopgedrag? Wat verder opvalt, is dat duurzaamheid vaak gekoppeld wordt aan eigenbelang. Duurzame energie is goedkoper, duurzaam voedsel is gezonder en duurzame innovatie moet het mogelijk maken dat we over een aantal decennia nog steeds voldoende middelen hebben om onze huidige leefstijl te kunnen handhaven, zonder een stap terug te hoeven doen. Nee, niemand is tegen ‘duurzaam’ zolang het inhoudt dat we op dezelfde voet kunnen voortleven. Maar als duurzaam leven betekent dat we minder kunnen consumeren, minder kunnen reizen en energie duurder wordt, is duurzaamheid ineens een stuk minder populair. Een meer filosofische definitie van ‘duurzaamheid’ zou als volgt kunnen luiden: duurzaamheid is het leefbaar houden van de aarde voor deze en toekomstige generaties, waarbij iedere generatie over een bepaald minimum aan mogelijkheden moet beschikken om een voldoening gevend leven te kunnen leiden. Dat komt overeen met misschien wel de bekendste definitie van ‘duurzame ontwikkeling’, uit het rapport ‘Our Common Future’, dat in 1987 werd uitgebracht door de VN-Commissie Brundtland. Daarin wordt duurzame ontwikkeling gedefinieerd als ‘een ontwikkeling die voorziet in de behoeften van de huidige generatie, zonder daarmee voor toekomstige generaties de mogelijkheid in gevaar te brengen om ook in hun behoeften te voorzien.’ Wat is echter een christendemocratische visie op duurzaamheid? Hoe kun je met innovatieve en creatieve ideeën echt het verschil maken in het creëren van een gezonde en duurzame leefomgeving? Welke verantwoordelijkheid heeft het individu als het gaat om het onder nemen van actie tegen klimaatverandering? Zomaar wat vragen die aan de orde komen in dit nummer. Met de diversiteit aan bijdrages en invalshoeken hopen we meer diepgang te kunnen geven aan het begrip duurzaamheid. Johannes ten Hoor –
[email protected]
CDJA - INTERRUPTIE - NR. 2
INHOUD 4
CDA GEDACHTEGOED HOE GROEN IS HET CDA?
6
INTERVIEW ‘HOE ZOU HET SCHOONSTE S TUKJE VAN BEIJING STRAKS RUIKEN?’
8
LUIS IN DE PELS GEBREK AAN URGENTIE EN REALITEITSZIN
10
REPORTAGE DUURZAAM WONEN, HOT OR NOT?
13 ESSAY ACTIE TEGEN KLIMAATVERANDERING IS DE VERANTWOORDELIJKHEID VAN IEDER INDIVIDU 14
INTERVIEW ‘ER MOET MEER GEBEUREN, MAAR IK BLIJF OPTIMISTISCH’
16
FOTOPAGINA
18
ESSAY WAAROM KLEIN BEST MOOI IS
19
RECENSIE HET CDA ONTLEED
20
STRAATINTERVIEWS 20 DUURZAAMHEID OP STRAAT
23
RECENSIE HAMBURGERS IN HET PARADIJS
24 OPBOUWENDE KRITIEK VOOR EEN DUURZAAM DEBAT
25
DE MENS ANNE-RUTHI KNEVEL
26 OPINIE
‘HET MAATSCHAPPELIJK MIDDENVELD HEEFT ZIJN VRIJHEID EN VERANKERING VERLOREN’
28
CDJA INSIDE WEL BELEID, GEEN UNIE
30
CDJA INSIDE STANDPUNTENAFGELOPEN KWARTAAL
31
COLOFON
32
TERPSTRA’S TOUCH
CDA GEDACHTEGOED
BEELD: DIRK HOL
Hoe groen is het CDA? Het thema ‘duurzaamheid’ staat hoog op de maatschappelijke agenda. Het CDA wordt in het algemeen niet beschouwd als de politieke partij die de toon zet in dit debat. Moet dit anders? In dit artikel betoog ik dat het CDA alle papieren in huis heeft voor een onderscheidende visie op duurzaamheid. Door Henri Bontebal Je kunt op verschillende manieren naar het ‘groene’ karakter van het CDA kijken. Je zou kunnen beweren dat het CDA het onderwerp duurzaamheid de afgelopen decennia teveel ‘links’ heeft laten liggen. Het onderwerp is daardoor ‘gekaapt’ door partijen als GroenLinks, PvdA en D66. Het CDA is teveel een belangenvertegenwoordiger geworden van een oude economie: fossiele energiebedrijven, zware industrie en de agrarische sector. Duurzaamheid is ten onrechte een ‘links’ thema geworden, omdat het CDA verzuimde een eigen verhaal te vertellen. ONDERSCHEIDEND VERHAAL Je zou ook kunnen zeggen dat het CDA een realistische koers heeft gevaren de afgelopen jaren. Duurzaamheid is prima, maar moet worden gecombineerd met gezond boerenverstand. Geen ‘linkse’ fratsen, geen betuttelende regeltjes, geen buitensporige subsidies, maar een duurzaamheidspolitiek van de geleidelijke weg. Want de economie moet blijven draaien en we willen ook een goede boterham blijven verdienen, zodat we ook in goede zorg en onderwijs kunnen blijven investeren. Voor beide posities valt wat te zeggen, maar beide schieten ook tekort. Vruchtbaarder dan hierbij uitgebreid stil te staan, is de blik te richten op de toekomst. Het christendemocratisch denken biedt immers een vruchtbare voedingsbodem voor een onderscheidend verhaal over duurzaamheid. Het Wetenschappelijk Instituut voor het CDA heeft recent een nieuw rapport over duurzaamheid gepubliceerd: Lessen in duurzaamheid - handelingsperspectief vanuit een betrokken samenleving. Als medeauteur van dit rapport heb ik geprobeerd om in het eerste hoofdstuk de christendemocratische visie op duurzaamheid op een heldere wijze op te schrijven. In dit artikel zal ik me daarom beperken tot een viertal gezichtspunten.
4
NIEUWE SOCIALE KWESTIE 1. Duurzaamheid is een nieuwe ‘sociale kwestie’. Het CDA is voorstander van de sociale markteconomie, maar deze is er niet zonder strijd gekomen. Hier ging de zogenaamde ‘sociale kwestie’ aan vooraf. Door de industriële revolutie en als gevolg daarvan de sterke verstedelijking, kwamen arbeiders in de 19e eeuw in de knel: slechte woon- en arbeidsomstandigheden, lage lonen, werkloosheid en kinderarbeid waren ‘normaal’. De maatschap pelijke verontwaardiging daarover leidde in 1874 tot de eerste sociale wet in Nederland: het Kinderwetje van Van Houten, dat kinderarbeid verbood. Daarop volgde tal van sociale wetgeving en voorzieningen. Een sociale markteconomie betekent dat er duidelijke grenzen aan de markt zijn gesteld. Anders gezegd, de markt is ingebed in een sociaal-morele infrastructuur. Het CDA staat niet alleen voor een sociale markteconomie, maar ook voor een ‘ecologisch georiënteerde markteconomie’, aldus ons programma van uitgangspunten. Op dit punt hebben we nog veel werk te verrichten. Een ecologisch georiënteerde markteconomie – ik noem het een duurzame (markt)economie – houdt rekening met de draagkracht van onze planeet. Die draagkracht wordt op dit moment fors overschreden. De poolkappen smelten, de opwarming van de aarde versnelt, de biodiversiteit neemt af en schaarste van grondstoffen neemt toe. De ernst van de situatie wordt erg onderschat. Wetenschappers slaan alarm, maar het lukt overheden niet om
Henri Bontenbal is junior fellow van het Wetenschappelijk Instituut voor het CDA en medeauteur van de WI-publicatie Lessen in duurzaamheid. Hij is zelfstandig adviseur op het gebied van energie en duurzaamheid.
samen met burgers en bedrijven de maatregelen te nemen die nodig zijn. Een duurzame economie is nog ver weg. Duurzaamheid is een ‘sociale kwestie’, waarop we als samenleving een antwoord moeten vinden. ‘SOCIALE MARKTECONOMIE 2.0’ 2. Duurzaamheid gaat niet alleen over rentmeesterschap, maar evenzeer over solidariteit, gerechtigheid en gespreide verantwoordelijkheid. In onze partij wordt duurzaamheid vaak (alleen) gekoppeld aan onze kernwaarde ‘rentmeesterschap’. Rentmeesterschap gaat echter over meer dan alleen milieu. En de andere drie kernwaarden hebben evengoed betrekking op duurzaamheid. Rentmeesterschap gaat over een zorgvuldig beheer over de ons toevertrouwde goederen. Solidariteit betekent dat wij ons betrokken weten en rekening houden met degenen die de gevolgen van klimaatverandering nu al merken. Dat zijn de allerarmsten. Gerechtigheid betekent dat we anderen eerlijk laten delen in (mondiale) publieke goederen, zoals grondstoffen, voedsel, schone lucht en schoon water. Klimaatverandering dreigt nu bewoonde delen van onze planeet onbewoonbaar te maken. Gerechtigheid betekent dat we onze naaste – dichtbij of ver weg – in staat stellen het goede leven te leiden. Zo bezien ligt een duurzame economie in het verlengde van een sociale markteconomie en zou je kunnen zeggen dat een duurzame economie een ‘sociale markteconomie 2.0’ is.
3. Duurzaamheid is een kwestie van verantwoordelijkheid. Meer dan andere politieke stromingen legt de christendemocratie de nadruk op de eigen verantwoordelijkheid van burgers en bedrijven om te werken aan een duurzame samenleving. Paus Benedictus XVI schreef in zijn encycliek Caritas in Veritate: ‘Om de natuur te beschermen is het niet genoeg met aansporende of beperkende maatregelen in te grijpen, en ook passend onderricht is niet voldoende. Dat zijn belangrijke hulpmiddelen, maar het doorslaggevende probleem is het morele gedrag van de samenleving.’ Zonder intrinsieke waarden bij burgers en bedrijven dreigen oplossingen van overheidswege eerder calculerend burgerschap dan een verantwoordelijke omgang met de grenzen van onze natuurlijke leefomgeving te stimuleren. DE ECONOMIE HEEFT ETHIEK NODIG Maar alleen met het stimuleren van goed gedrag door burgers en bedrijven komen we er niet. Dan zouden we doen alsof de economie een moreel neutraal terrein is, maar dat is het niet. In de manier waarop wij als samenleving onze economie inrichten, drukken we voor ons belangrijke waarden en normen uit. ‘De economie heeft, om goed te functioneren, de ethiek nodig’, zo schreef Paus Benedictus XVI. We kunnen van burgers en bedrijven niet verwachten duurzaam gedrag te blijven vertonen binnen een systeem dat zelf niet duurzaam is. Daarom is het noodzakelijk dat we de negatieve externe effecten van bedrijvigheid – zoals vervuiling, klimaatverandering, zoetwaterschaarste, afname biodiversiteit, sociale uitbuiting – zoveel mogelijk beperken en beprijzen. Daarnaast zullen we op een andere manier moeten gaan nadenken over economische groei. Economische groei is niet automatisch goed en kan geen doel op zichzelf zijn. Er kan sprake zijn van ‘oneconomische’ groei wanneer de groei gepaard gaat met een toename van sociale ongelijkheid, vervuiling en uitputting van natuurlijke hulpbronnen. Uiteindelijk behoort economie immers ‘dienst aan het goede leven’ te zijn. MAATSCHAPPELIJKE INITIATIEVEN 4. Gespreide verantwoordelijkheid of subsidiariteit helpt ons om een gezonde balans te vinden tussen wat de overheid moet doen en wat we van burgers en bedrijven mogen verwachten. Het CDA kan zich op dit punt onderscheiden van het staatsdenken van links en het marktdenken van rechts. Hier ligt een groot potentieel. Op het gebied van energie en duurzaamheid zien we op dit moment tal van maatschappelijke initiatieven opkomen. Kleinschalige verbanden, nieuwe gemeenschappen, eigen initiatief: dit is de samenleving op haar best! Het CDA heeft alles in huis voor een onderscheidende visie op duurzaamheid. Waarop het aankomt is dat onze volksvertegenwoordigers zich dit verhaal eigen maken en met volle overtuiging inbrengen in het publieke debat.
5
INTERVIEW
Daan Roosegaarde:
‘Hoe zou het schoonste stukje van Beijing straks ruiken?’ Door Huub Brouwer en Julia Rijssenbeek Bij de deurbel van Studio Roosegaarde hangt een briefje: ‘hard drukken’. Het werkt. Even later opent Daan Roosegaarde de deur. Vlakbij de ingang staan onderdelen van één van zijn bekendste projecten: Dune, helmgras-achtig fiberglas dat licht geeft en geluid maakt als mensen voorbijlopen of het aanraken. Iets verderop hangt een poster van de Smart Highway, een snelweg met lichtgevende markering en sneeuwkristallen die zichtbaar worden bij gladheid. Daar won hij vorig jaar de Deense index award mee, de Oscar onder de designprijzen. NAAR EEN NIEUWE WERELD De projecten in Roosegaardes studio verraden zijn idealisme. Hij wil de wereld beter maken. ‘Het is duidelijk dat heel veel dingen niet meer werken. Hoe we ons geld verdienen; hoe we met onze grondstoffen
6
omgaan. Het botst en het schuurt aan alle kanten. We realiseren ons niet dat alles wat we doen impact heeft op de wereld om ons heen. We moeten veel meer naar de principes van de natuur kijken en daarvan leren. In de natuur bestaat afval niet. Dat circulaire, daar moeten we heen.’ Lachend: ‘het CDA zou dit rentmeesterschap noemen’. Heeft de mens niet altijd de neiging gehad om te innoveren en nieuwe systemen te ontwikkelen? Wat is daar nu anders aan? ‘Het bestaan van technologie en het slecht werken van oude systemen is niet nieuw. Wat nu uniek is, is de crisis. Die dwingt mensen om creatief te zijn, om verder vooruit te kijken. Dat geeft ruimte voor nieuwe ideeën over voedsel, gezondheid en energie. Er is plek voor een nieuwe generatie die bestaande systemen niet meer vijf procent minder slecht wil maken, maar echt met nieuwe voorstellen komt.’
OBSTAKELS Wie met nieuwe ideeën komt, kan kritiek verwachten. Zeker in ons kikkerlandje. Wat zijn de obstakels voor Roosegaardes nieuwe wereld? ‘Heb je even? Eerst zegt iedereen: ‘dat kan niet’. Als je dan na acht maanden hard werken hebt laten zien dat het wel kan, komt: ‘dat mag niet’. Ten slotte: ‘was dat er niet al eerder?’. Maar als er geen wrijving is, is er ook geen glans. Het is part of the package. Als je dat niet wilt, moet je lekker in de white cube van het Stedelijk gaan staan met een bordje ‘alsjeblieft niet aanraken’. Dat is ook prima, maar infiltreren en uitdagen is ontzettend belangrijk.’ Waar schort het dan wel aan? ‘De jonge generatie voelt de vrijheid niet die er is. De grootste uitdaging van nu is om de kansen die er zijn voelbaar te maken. Zestig procent van de reacties op de Zomergasten uitzending waaraan ik meedeed kwam
CDJA - INTERRUPTIE - NR. 2
BEELD: DAAN ROOSEGAARDE
Wie in een door smog verstikte stad naar buiten kijkt, ziet de problemen van de oude wereld in dwarrelend fijnstof aan zich voorbijtrekken. Onze economische en ecologische systemen zijn kapot. Reparatie is moeilijk. Als het aan Daan Roosegaarde ligt, maken we een heel nieuwe wereld. Hij toont ons wat er in zo’n nieuwe wereld allemaal kan: een duurzame dansvloer, een slimme snelweg, een smogstofzuiger. In zijn studio in Waddinxveen spreken we hem over het hacken van de oude wereld, de obstakels voor de nieuwe, China, en de politiek.
uit het onderwijs. Dat geeft hoop. Er ligt hier wat mij betreft ook een taak voor de overheid. Die moet investeren in durfprojecten.’ HAPPY INFILTRATOR Een idee met een hoog ‘dat kan niet’ gehalte, is de smogstofzuiger. Roosegaarde pakt een klein doosje van zijn bureau. Daar zit een ring in met samengeperste fijnstof. Dit is een prototype, maar uiteindelijk is het de bedoeling dat de fijnstof wordt samengeperst tot een diamant. Door zo’n ring te kopen, doneer je duizend kubieke meter schone lucht aan de stad Beijing. Lucht, gereinigd door de stofzuiger. Beijing wil er een miljoen van hebben. Het Koninklijk Huis doet inmiddels ook mee: Maxima heeft op 12 mei één van de eerste ringen in ontvangst genomen. Het ontstaan van het SMOG project is typisch voor Roosegaardes proces. ‘Vaak
CDJA - INTERRUPTIE - NR. 2
komt een idee voort uit frustratie. Je voelt de potentie en plugt daarop in. Het spannende van smog is dat het er op sommige dagen wel is, en op andere niet. Er zit een visuele component in.’ En hoe zet je zo’n potentie om in iets tastbaars? ‘Het principe kwam van een ballon. Als je een ballon oppoetst wordt die statisch. Wat als we dat idee pakken om een smog stofzuiger te maken? Vervolgens maak je een team-up met fijnstofexpert Bob Ursem en een bedrijf dat op luchtkwaliteit gespecialiseerd is. En nu zitten we opeens in de smog business.’ CHINA Sinds 2011 heeft hij een tweede studio in China. Waarom China? ‘Er is daar een soort fascinatie voor technologie. Tegelijkertijd is er een enorme speelsheid. In de werken die wij maken zit beide. We hebben de mooiste Dune tentoonstellingen in China gehad. Bezoekers gingen heel intuïtief met de werken om. Het raakte ze echt, terwijl ze in Nederland toch al snel op zoek gingen naar de sensor. Alsof dat iets oplost. Ja, het is een Sharp infrarood sensor van veertien euro. En dan? Dat is gewoon stupide.’ Zijn de Chinezen nu beter wanneer het op innovatie aankomt dan Nederlanders? Roosegaarde schudt zijn hoofd. ‘Veel innovatie in China is erop gericht om het bestaande systeem efficiënter te maken. Ze denken niet vaak out of the box. In
Nederland is er meer ruimte voor nieuwe ideeën. Maar als een idee eenmaal succesvol blijkt, dan gaat het in China ook echt hard.’ POLITIEK Roosegaarde wil politiek neutraal blijven. ‘Ik vind het veel belangrijker wat je gaat doen, dan dat je dat gaat labelen.’ Hoe ziet politiek eruit in de nieuwe wereld? ‘Wat er in omroepland gebeurt, is vergelijkbaar met wat in de politiek gaat gebeuren. Van de helft van de programma’s weet ik niet eens meer of het Tros, AVRO of VPRO is. Het is allemaal Uitzending Gemist. Kwaliteit, dat is wat ik herken. Misschien rolt het politieke systeem hier ook wel heen. We maken ons heel druk over profilering. Ik denk dat de gemiddelde kiezer daar steeds meer immuun voor wordt. Je moet misschien veel meer op burgemeester niveau of Europees niveau gaan inzetten.’ Ook heeft hij advies voor het CDA. ‘Je hoeft niet per se de grootste te zijn. Je kunt ook impact hebben door slimme allianties aan te gaan. Ik begrijp wel dat als je meer mensen hebt, je ook meer agendapunten kunt neerzetten. Maar je moet duidelijk hebben wat je visie is, wat de schaal van je idee is. Ik wil in mijn studio helemaal geen tweehonderd man hebben rondlopen. Ben je gek geworden? Dat beperkt mij in mijn denken. Ga niet krampachtig in stand houden wat je had en je afvragen waarom je dat niet meer hebt.’
7
LUIS IN DE PELS
Gebrek aan urgentie en realiteitszin Als lid van DWARS en GroenLinks ben ik gevraagd om eens te kijken naar de duur zaamheidsstandpunten van het CDJA en aan te geven wat er allemaal mis mee is. Ik stond in de startblokken om hier een prachtig boek over te schrijven, maar moest mij helaas beperken tot vierhonderd woorden. Bij het lezen van het politiek programma van het CDJA vielen mij drie dingen op.
Door Jolan Knol Allereerst is er een gebrek aan realiteitszin. Jullie willen dat de opwekking van energie een zaak van de nationale regering blijft. Dit is in lijn met verdrag Lissabon, maar het kan tot rare situaties leiden: Engeland komt er hierdoor bijvoorbeeld mee weg om hun duurzaamheidsrichtlijnen te behalen met schaliegas en kernenergie. Nu begrijp ik het nog als jullie kernenergie als een duurzame bron van energie zien. Maar in bijvoorbeeld Frankrijk leidt dit beleid ertoe dat oude kerncentrales veel te lang in gebruik worden gehouden. Dat is slecht voor zowel de veiligheid als innovatie op het gebied van kernenergie. Ten tweede mist de urgentie. Als motivatie voor jullie milieu maatregelen noemen jullie rentmeesterschap. Maar van de effecten van slechte klimaatpolitiek is geen spoor te bekennen. Die effecten zijn fors. Denk aan klimaatverandering die in de nabije toekomst leidt tot overstromingen en een verkleining van het landbouwareaal dat we zo hard nodig hebben om de groeiende wereldbevolking te voeden. Jullie noemen maatregelen die zeer
8
Als politieke jongerenorganisatie zeggen we deBEELD: luis inDIRK de pels HOL te zijn van onze moederpartij. Maar wie is de luis in onze pels? Als ‘journalistiek geweten van het CDJA’ bieden we graag een podium aan een frisse, kritische kijk op onze vereniging. In deze nieuwe rubriek laten we een lid van een andere (politieke) jongerenorganisatie reageren op de standpunten van het CDJA.
conservatief zijn: een schamele 14% duurzame energie in 2020 en een zeer afwachtende visie op de klimaatmaatregelen die nodig zijn bij bedrijven. Een duurzaam klimaat wordt met de conservatieve visie, die jullie normaal nog wel eens siert, niet op tijd bereikt.
‘Een duurzaam klimaat wordt met jullie conservatieve visie niet op tijd bereikt’ Nu zou, ten derde, het moment komen dat ik iets zei over de duurzaamheid van jullie landbouwvisie, wat mijn persoonlijke voorkeursterrein is binnen de groene onderwerpen. Maar jullie visie en oplossing is ‘innoveren en verduurzamen’. Tja, hoe kan ik daar nou tegen zijn? Wat ik hier aan toe wil voegen is dat het opraken van de grondstoffen in de landbouw een reëel probleem is. De fosformijnen, die nodig zijn voor kunstmest, maken ons ten eerste erg afhankelijk van andere landen en raken ten tweede op korte termijn op. Wat gaan we hieraan doen? Al met al viel me echter op dat jullie duurzaamheid redelijk hoog in het vaandel hebben. Hoewel jullie moederpartij niet meer in de regering zit en we er daardoor niet echt mee geholpen zijn, denk ik wel dat we samen op kunnen trekken om duurzaamheid op de agenda te plaatsen en daar te houden. Want duurzaamheid als thema moet ook duurzaam zijn. Jolan Knol is Politiek Secretaris Groen bij DWARS, de jongerenorganisatie van GroenLinks
BEELD: DIRK HOL
R t u e tte II n i b a K uurzaam over d
heid
‘Oke, ‘duur’ is al
promotie
gelukt, nu nog ‘zaam!’
REPORTAGE
Duurzaam wonen, hot or not? Duurzaamheid is een van de trending topics van dit moment. Voor bedrijven is het tegenwoordig belangrijk om iets over het fenomeen duurzaamheid op te nemen in het business plan. De markt voor duurzame producten groeit enorm. Steeds meer mensen vinden het belangrijk om rekening te houden met het feit dat de aarde niet onuitputtelijk is. Ook vanuit burgers zelf worden steeds meer initiatieven opgestart om de aarde op een groene manier te bewonen.
Door Marleen Sørensen en Gerjan van de Weg Op dit moment zijn er ongeveer dertig ecologische wijken of buurten in Nederland. Al vanaf 1989 is Nederland begonnen met het bouwen van buurten met verschillende ontwerpen om duurzaam te leven. De eerste wijk genaamd Ecolonia, gevestigd in Alphen aan de Rijn, is gebaseerd op gezondheid en veiligheid. De initiatiefnemers en bewoners van de wijk proberen dit te realiseren door onder andere reinigbare ventilatiesystemen aan te brengen, de bouwmaterialen aan te passen zodat er zo min mogelijk verontreiniging is en een vloerverwarming op de begane grond te leggen. Een mijlpaal in de Nederlandse geschiedenis: een trend is ontstaan. Meerdere wijken volgden. In het voormalige Gemeentelijke Waterleidingterrein te Amsterdam ontstond een hele buurt met winkels, bedrijvenruimtes en ruimtes voor voorzieningen. Alle 600 huishoudens moeten bij de voordeur kunnen komen zonder de auto voor de deur. Een (letterlijk) zeer groene wijk is het resultaat en voor de mensen zonder tuin bestaat er de mogelijkheid om een moestuintje te huren in het midden van de wijk. Hoe groen kan het worden!
10
Een ander voorbeeld is de Zonnespreng in Driebergen, gevestigd in een prachtig natuurgebied, waardoor de wijk niet te zien is vanaf de weg. De natuur staat centraal, deze mag niet beschadigd worden. Voor de woningen is er onder andere gebruik gemaakt van leem, natuurlijke verven, vlas isolatie, FSC hout, sedum (een vetplant) op het dak, een waterpomp voor de verwarming, warmtepompboilers en zonnepanelen. Ieder burgerinitiatief is zo’n tien jaar bezig om over de details van duurzaam en ecologisch leven na te denken. Iedere keer moet er een afweging gemaakt worden over de beste duurzame keuze. Daarbij moeten er veel afspraken gemaakt worden met de gemeente en onder de buurtbewoners. Zie ook het interview met Theo van Wolfswinkel, die in 2015 net zo’n duurzame buurt wil opzetten. SOCIALE DUURZAAMHEID Het begrip sociale duurzaamheid speelt bij initiatieven als een duurzame woonwijk een belangrijke rol. Omdat je als milieu bewuste mensen een aantal gedeelde waarden hebt, is er al snel een binding met je potentiële medebuurtbewoners. Dit is veel minder het geval bij een initiatief van een projectontwikkelaar die
CDJA - INTERRUPTIE - NR. 2
BEELD: DIRK HOL
HET BODDEGAT... - is gevestigd in Ede op het oude kazerne terrein, grenzend aan de bosrand van het Gelders Landschap - heeft 19 leden en willen uiteindelijk 30 woningen in de wijk bouwen - is een Collectief Particulier Opdracht geverschap - is ontstaan door vijf initiatiefnemers met een droom - investeert financieel voordeel vanuit zelfwerkzaamheid in duurzame maatregelen - is in 2009 gestart, wil in 2015 klaar zijn.
dat er actie wordt ondernomen. De gemeente is gewend om met projectontwikkelaars aan tafel te zitten. Dat is iets compleet anders dan dat je met een stel ambitieuze mensen om tafel zit, die graag een duurzame wijk op willen zetten.
alleen maar zo goedkoop mogelijke huizen neer wil zetten. Daar is de gemeenschappelijke factor geld, en waar geld de gemeenschappelijke factor is, is de onderlinge binding vaak klein. Sociale duurzaamheid kan op verschillende manieren worden vormgegeven. Een van die manieren is het hebben van gemeenschappelijke voorzieningen in een wijk. Zo wil het Boddegat in Ede (zie kader) bijvoorbeeld een schuur in de wijk hebben met gemeenschappelijke voorzieningen. Volgens de initiatiefnemers is het onzin dat iedereen zijn eigen boormachine of hogedrukspuit moet hebben, dit soort apparatuur kun je prima met elkaar delen. Natuurlijk moet je zoiets niet dwingen. Stel dat iemand graag zijn eigen tuingerei heeft, dan moet dat mogelijk zijn. Bij de structuur van het Boddegat is een belangrijk aandachtspunt de onderlinge ontmoeting. De structuur van de wijk moet ontmoetingen stimuleren. Ook is er een schuttingverbod in deze wijk, zodat het veel makkelijker wordt om even een praatje met de buren te maken. PROBLEMEN Toch zijn er op politiek vlak nogal wat problemen te signaleren. De ervaring van sommige initiatiefnemers is dat de politiek niet altijd meewerkt en er soms behoorlijke perioden overheen gaan voor-
CDJA - INTERRUPTIE - NR. 2
Theo van Wolfswinkel is al vanaf 2009 in overleg met de gemeente over allerlei zaken, zoals het grondgebied. In het begin werd het initiatief maar amper serieus genomen door de gemeente. Hij ervaart het nog steeds als een gevecht om de plannen van het Boddegat er door te krijgen. ‘De gemeente is veel te nuchter om met dit soort projecten om te gaan. Zij zijn gewend om met projectontwikkelaars om tafel te zitten. Dan draait het om geld’, zegt Van Wolfswinkel. Typerend voor de houding van de gemeente is volgens hem hoe er vooral in het begin met de initiatiefnemers werd omgegaan: ‘Een poosje geleden hadden wij een overleg met de gemeente. Toen de wethouder werd weggeroepen tijdens het gesprek zei hij toen hij even later weer terugkwam: ‘O, jullie zijn er nog?’ Gelukkig zijn er ook veel gemeenten waar de politiek CPO’s (Collectief Particulier Opdrachtgeverschap) juist steunt. Zo heeft architectenbureau Buro Archi Service bijna alleen maar positieve ervaringen met de gemeentelijke politiek. In onder meer Purmerend en Deventer zijn wijken ontstaan met hulp van gemeente. Dat geeft hoop voor de toekomst. Waarschijnlijk zullen in de toekomst alleen maar meer van dit soort initiatieven ontstaan, duurzaamheid is en blijft nu eenmaal een thema wat speelt en wat altijd belangrijk zal blijven. Concluderend kunnen we dus zeggen dat er zeker toekomst zit in duurzame woonprojecten!
Lees het interview met Theo van Wolfswinkel op pagina 12 ---> 11
Interview
BEELD: THEO VAN WOLFSWINKEL
Theo van Wolfswinkel qua levensovertuiging, en dat respecteren we van elkaar. Ons idee is om uiteindelijk met ongeveer dertig leden de wijk te vormen. Verder is onze vereniging een democratische vereniging. Als je lid bent, dan heb je ook een stem, we komen alleen niet terug op een genomen besluit, dat hebben we met elkaar afgesproken.’
Theo van Wolfswinkel is één van de initiatienemers van ‘Het Boddegat’, een ecologische woonwijk aan de rand van Ede. NAAM: Theo van Wolfswinkel LEEFTIJD: 35 jaar BEROEP: adviseur bouwmanagement Duurzaam wonen sinds: ambitie om in een duurzaam huis te wonen vanaf 2007, concreet vanaf 2009
Hoe is het hele project begonnen? ‘Op een avond zaten we met een stel jongens bij elkaar. Kratje bier erbij, je kent het wel. We liepen met het idee om zelf duurzame woningen te gaan bouwen, lekker brainstormen dus. Wel realiseerden we ons dat we dan meteen actie moesten ondernemen. Dat hebben we dan ook gedaan. Niet wetende dat het hele proces zo lang zou duren. Soms zakt de moed me in ook wel eens in de schoenen. Ik heb mijn huis al verkocht, dus ik zit nu al een tijdje in een huurhuis. Soms moet je gewoon risico’s nemen. Hoeveel leden hebben jullie op dit moment en zou je iets kunnen vertellen over de samenbindende factor in de groep? ‘Op dit moment hebben wij 19 leden. Het mooie van deze leden is dat ze allemaal zeggen dat ze geld op de tweede plek zetten. Waar het echt om gaat is duurzaamheid. Dat bindt ons ook. We hebben gemeenschappelijke waarden en dat is de basis. Energieneutraliteit bijvoorbeeld, dat wil iedereen overeind houden. Verder zijn we heel divers. De oudste is 72, maar er zijn ook gezinnen met kinderen en singles. Diversiteit is belangrijk.’ ‘Ook inspraak op je eigen huis is iets waar wij waarde aan hechten. Dus niet allemaal precies dezelfde huizen, want je huis is ook een stukje van je persoonlijkheid. We willen elkaar ook niet de maat gaan nemen om het een of ander. We zijn allemaal verschillend
12
Hoe komt de wijk er uit te zien? ‘We zijn nu in de fase schetsontwerp en werken nog met varianten. De eerste is vanuit het landschap gedacht. Die is ruim opgezet, met kleine privékavels. Daarnaast hebben we een tussenvariant, gemaakt door een architect. Die probeert van alles het beste te pakken en tot een soort mix te komen. Als laatste hebben we er een van onze financiële adviseur. Die kijkt hoe we het financieel optimaal kunnen houden. Wij willen als bestuur verder niet alles en iedereen faciliteren en voorschrijven hoe het moet. Hierin verwachten we ook een stukje eigen initiatief van de groep. Als je iets belangrijk vindt, moet je het zelf oppakken en mensen om je heen zien te verzamelen. Dat zal ook hopelijk terug te zien zijn in de wijk.’ Waarin verschilt een huis uit het Boddegat nu het meest met een normaal rijtjeshuis? ‘Voordat het huis staat kijken wij al op een hele andere manier naar zo’n huis dan een gemiddelde projectontwikkelaar. Om een voorbeeld te noemen: wij houden bijvoorbeeld rekening met de stand van de zon als we een huis neerzetten. Dit omdat we zoveel mogelijk rendement uit de te plaatsen zonnepanelen willen halen. Verder kan iedereen zijn eigen plattegrond maken, ook dit is een groot verschil met een projectontwikkelaar. Alle huizen zien er anders uit. Mensen kunnen zelf accessoires als een balkon of veranda toevoegen. We hadden het liefst gewerkt met plug-andplay woningen, dat betekent dat je je woning met de gezinsgrote mee laat groeien, dus als de kinderen het huis uit gaan dat je dan een kamer doorgeeft aan de buurvrouw die zwanger is. Alleen is de wereld daar helaas nog niet aan toe.’ Jullie zijn van plan om in 2015 klaar te zijn, gaat dat lukken? ‘Dat zou moeten lukken. We hebben in de groep ervaring om projecten aan te sturen, ik zelf werk in het bouwmanagement. Maar dit project is wel anders dan gewone bouwprojecten. Je werkt vanuit een ambitie, jouw eigen droom. Die ambitie moet verwezenlijkt worden in een huis. Dit moet natuurlijk met zo weinig mogelijk geldverlies gaan. Als je snel en efficiënt werkt kan je bij wijze van spreken in een paar weken een huis neerzetten. Daarom werken ontwikkelaars met standaard woningen, zonder rekening te houden met de omgeving of de specifieke bewoners. Maar als je met verschillende mensen om tafel gaat zitten over hoe je een huis zo duurzaam mogelijk kunt bouwen, dan kom je al snel in een overlegstructuur, omdat je verschillende meningen bij elkaar moet brengen. Je moet het dus ook leuk vinden om zo’n proces door te gaan. De weg er naar toe is minstens zo leuk als het eindresultaat. We hebben geduld en ik weet zeker dat we er gaan komen.’
CDJA - INTERRUPTIE - NR. 2
ESSAY
Onlangs bracht het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) weer een aantal alarmerende rapporten uit over de gevolgen van klimaatverandering. Maar wiens verantwoordelijkheid is het om in actie te komen? Volgens ons is dat de verantwoordelijkheid van eenieder van ons.
BEELD: DIRK HOL
Actie tegen k limaatverandering is de verantwoordelijkheid van ieder individu Door Johannes ten Hoor, Jos Philips en Guido Bik Alleen mensen die wetenschappelijke kennis volstrekt niet serieus nemen kunnen nog met droge ogen beweren dat de door de mens veroorzaakte klimaatverandering een mythe is. De wetenschappelijke consensus op dit moment, en het IPCC bevestigt dat wederom, is dat er wel degelijk ingrijpende veranderingen in ons klimaat plaatsvinden. Die veranderingen zijn voor een groot deel het gevolg van menselijke activiteiten. Wie beweert dat klimaatverandering geen ernstige gevolgen zal hebben, zal op zijn minst moeten toegeven dat er een goede kans is dat hij zich vergist. Het erkennen van klimaatverandering en de mogelijke desastreuze gevolgen is één ding. Voor de bewering dat het de verantwoordelijkheid van ieder individu is om actie te ondernemen tegen klimaatverandering moeten we ook aannemen dat het zinvol is om actie te ondernemen. Valt er nog wel iets te doen tegen klimaatverandering? Uit wetenschappelijke studies blijkt dat acties die zeker binnen ons bereik liggen voldoende kunnen zijn om klimaatverandering terug te dringen. Het op korte termijn fors reduceren van uitstoot van schadelijke gassen kan al genoeg zijn om de opwarming van de aarde tot ongeveer 2 graden Celsius te beperken – voldoende om klimaatrampen te voorkomen. INDIVIDUELE VRIJHEID We gaan er dus vanuit dat er sprake is van klimaatverandering, en dat de gevolgen desastreus kunnen zijn terwijl we bij machte zijn deze te voorkomen. De volgende vraag is dan: tegen welke prijs? Het tegengaan van klimaatverandering heeft mogelijk economische gevolgen, met name voor de industrie. Maar ook onze individuele vrijheden kunnen ingeperkt worden: wat we consumeren, hoe we reizen, etc.
CDJA - INTERRUPTIE - NR. 2
Wetenschappers en klimaatactivisten stellen dat de kosten beperkt kunnen blijven, als we maar snel genoeg ingrijpen. Hoe langer we wachten, hoe lastiger het wordt klimaatverandering terug te dringen, hoe hoger de kosten zullen zijn. Snel handelen, daarentegen, vergroot de kans op slagen en houdt de kosten beperkt. Door rekening te houden met het klimaat in ons reis- en consumptiegedrag kunnen we al heel wat bereiken. ONEERLIJK Maar wat doet mijn ‘bewuste gedrag’ er nog toe als anderen er een potje van maken? Moet ik me dan nog wel verantwoordelijk voelen voor het klimaat? Wij denken van wel. Het is aannemelijk dat als iedereen zijn bijdrage levert aan het terugdringen van klimaatverandering de kans op succes groot is en de kosten relatief laag. Dat geldt waarschijnlijk nog steeds als iedereen die bereid is om die verantwoordelijkheid te nemen, dat ook daadwerkelijk doet. Maar als degenen die bereid zijn verantwoordelijkheid te nemen zich door de onbereidwilligheid van anderen laten ontmoedigen, is de kans op succes tegen relatief geringe kosten verkeken. Maar is dat niet oneerlijk, dat ik me wel inzet voor het klimaat, terwijl mijn buurman niets doet? Dat is het zeker. De kosten van deze oneerlijkheid staan echter in geen verhouding tot de rampspoed die onze kinderen en latere generaties wacht, als we niets doen. De nalatigheid van anderen aanvoeren als excuus om zelf geen verantwoordelijkheid te hoeven nemen, zou dan wel uiterst zwak zijn. Het ondernemen van actie tegen klimaatverandering blijft de verantwoordelijkheid van ieder individu. Jos Philips is universitair docent wijsbegeerte aan de Universiteit Utrecht, Johannes en Guido zijn masterstudent wijsbegeerte aan de Universiteit Utrecht.
13
INTERVIEW
Jacqueline Cramer:
‘Er moet meer gebeuren, maar ik blijf optimistisch’ ‘Ik ben al veertig jaar bezig met milieu vraagstukken. Ik zie dat we van ver komen, maar dat er ook nog heel veel moet gebeuren om de opwarming van de aarde tegen te houden. Toch, ik blijf optimistisch. Samen kunnen we zorgen voor meer duurzaamheid.’
Door Geurt Henk Spruyt Aan het woord is Jacqueline Cramer, voormalig minister voor milieu. Haar interesse voor vraagstukken rondom milieu en duurzaamheid begon toen ze 18 was. ‘Ik ging studeren op een beurs in de Verenigde Staten en bracht de eerste maand door bij een gastgezin op de heuvels van Los Angeles. Normaliter zou je een prachtig uitzicht op de stad hebben. Echter, ik zag één grote witte deken. Er werd mij verteld dat dit smog was; ik had daar toen nog nooit van gehoord. Die smog kwam door de enorme aantallen auto’s die er rondreden in Los Angeles. Toen dacht ik: stel dat iedereen zo gaat leven, dan wordt onze wereld toch onleefbaar? Om die reden ben ik, terug in Nederland, biologie gaan studeren. De studie milieuwetenschappen bestond toen nog niet. ‘Ik zit al sinds begin jaren ‘70 in het vak, milieu en duurzaamheid. In mijn werk ondersteun ik bedrijven om veranderingsprocessen door te voeren richting duurzaamheid. Vanaf 1990 combineer ik deze zakelijke activiteiten met een deeltijd hoogleraarschap. Op deze manier probeer ik de praktijk met de wetenschap te integreren.’
Hoe gingen het bedrijfsleven en de overheid in het verleden om met milieuvraagstukken? ‘Je kunt de afgelopen veertig jaar in drie fasen onderverdelen. Hét eerste kantelmoment was de verschijning van het rapport van de Club van Rome, in 1972. Het werd duidelijk dat er grenzen aan de
14
groei waren. Economische ontwikkeling is belangrijk, maar moet gelijke pas houden met de ontwikkeling van het milieu. Vanaf dat moment is de overheid wetgeving gaan invoeren, die bedrijven in hun milieuschadelijke activiteiten beperkte. Vanaf de jaren ’80 werd duidelijk dat overheidswetgeving alleen tekortschoot. Het bedrijfsleven ging zelf verantwoordelijkheid nemen en milieu steeds meer tot onderdeel maken van de eigen bedrijfsstrategie. Deze benadering heeft in de tweede fase duidelijk zijn vruchten afgeworpen. In de huidige derde fase, startend rond 2006, wordt het duidelijk dat de grootste milieuvraagstukken internationaal van aard zijn: klimaatverandering, grondstoffenschaarste en verlies van biodiversiteit. Dit noodzaakt tot internationale samenwerking. Maar ook tot lokaal handelen vanuit het motto: ‘Think Global, Act Local’. We moeten innoveren en zorgen voor schonere energiebronnen, een kringloop economie en behoud van biodiversiteit. Om die transitie te kunnen maken hebben we iedereen nodig: overheid, bedrijfsleven en ook de burgers.’
‘Mijn ervaring is dat de overheid wel degelijk een actieve rol moet blijven spelen: faciliteren, stimuleren en – als het nodig is – sturend optreden’ Vanaf 2007 tot 2010 was u minister voor Milieu. Hoe was het voor u, om vanuit de wetenschap en het bedrijfsleven, opeens in de politiek te belanden? ‘Als je minister wordt, heb je opeens de unieke kans om bepaalde ideeën te kunnen verwezenlijken. Tussen 2007 en 2010 heb ik veel kunnen doen, maar uiteraard moet je ook bepaalde zaken laten liggen. Mijn beleid had, om het zo te zeggen, twee zwaartepunten. Ik vond, ten eerste, dat er nieuwe richtingen in de klimaataanpak
CDJA - INTERRUPTIE - NR. 2
BEELD: DIRK HOL
Bent u bang dat de wereldbevolking haar eigen aarde ‘om zeep helpt’? ‘Ik hoop het niet. Gelukkig zie je altijd dat er zaken veranderen, dat ook samenlevingen in staat zijn om zichzelf te veranderen. We kunnen de opwarming van de aarde vertragen, maar dat vergt de inzet van ons allen. Het is echter wel een race tegen de klok. Alleen met een positief verhaal krijg je de mensen gemotiveerd om hun levenswijze te veranderen. Om de opwarming van de aarde tegen de gaan, moeten we onze fossiele energiebronnen veranderen in duurzame energiebronnen. Onze kringloop moet circulair zijn, in plaats van gesloten. Ik ben optimistisch, want als ik terugkijk realiseer ik me dat we van ver komen. Echter, er moeten wel veel meer mensen in de benen komen. Er kan nog echt veel meer.’
ingeslagen moesten worden. Daarnaast is er onder mijn bewind meer nadruk komen te liggen op de circulaire economie. Dat betekent dat grondstoffen weer hergebruikt worden en niet als afval afgedankt worden. IK vond het heel belangrijk om iedereen bij deze twee vraagstukken te betrekken. Om hiervan een voorbeeld te geven: er is een klimaatstraatfeest uitgeschreven waarbij straten konden meedingen wie het meeste energie bespaarde in een jaar. Wat je zag was dat hele wijken hun best gingen doen om die competitie te winnen.’
In de tijd van uw ministerschap woedde er een fel debat over de bijdrage van de mens aan de verandering van het klimaat. ‘Het moge duidelijk zijn dat ik geen klimaatscepticus ben. Kijk, ik vind zelf dat er onder klimaatsceptici verschillen zijn. Sommige zijn erg serieus, anderen zijn juist zeer politiek gekleurd. In mijn tijd als minister waren de rapporten van het International Panel on Climate Change (IPCC) erg belangrijk in de discussie. Het IPCC is een belangrijk internationaal forum van wetenschappers, die elke vijf jaar een rapport uitbrengen met de actuele stand van zaken als het gaat om klimaatverandering. Helaas stonden er in het IPCC rapport van 2007 een paar storende fouten in de samenvatting, die veel ophef veroorzaakte. Destijds duurde het te lang voordat men deze fouten toegaf en corrigeerde, maar gelukkig doen ze dat nu wel.’
CDJA - INTERRUPTIE - NR. 2
‘Alleen met een positief verhaal krijg je de mensen gemotiveerd om hun levenswijze te veranderen’ Op dit moment bent u directeur van het Utrecht Sustainability Institute (USI). Wat zijn hierbij uw bezigheden? ‘Het USI verbindt de kennis van de zes aangesloten kennisinstelling met de markt. Het doel is om vernieuwende projecten op te zetten op het gebieden van energie en grondstoffen door samenwerking tussen de kenniswereld, de overheid, het bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties. De projecten richten zich vooral op de transitie duurzame steden. We willen dit doen in nauwe samenwerking met lokale partijen, want daar gebeurt het.’ Wat zou uw advies zijn aan het CDA? ‘De huidige beweging om het milieuvraagstuk op te lossen, is inzetten op de lokale buurten en de eigen inbreng van mensen. De focus ligt op het sociale weefsel van gemeenschappen, en die gebruiken om de vraagstukken met betrekking tot duurzaamheid op te lossen. Ik zou zeggen: dat past bij uitstek in de filosofie van het CDA. Echter, het CDA is erg terughoudend als het gaat om de rol van de overheid daarbij. Mijn ervaring is dat de overheid wel degelijk een actieve rol moet blijven spelen: faciliteren, stimuleren en – als het nodig is – sturend optreden. Maar uiteraard wel in samenwerking met burgers en het bedrijfsleven.’
15
FOTOPAGINA
16
FOTOPAGINA’S - BEKIJK: WWW.CDJA.NL/FOTOS
Campagne & uitslagenavond
BEELD: DIRK HOL
Voorjaarscongres
17
ESSAY
Waarom klein best mooi is Meneer K is ingehuurd door de autoriteiten om landmetingen te doen. Bij aankomst in het dorpje waar dat moet gaan gebeuren, blijkt K niet nodig te zijn. Hij wil verhaal halen bij de autoriteiten, die zich naar verluidt in Het Slot bevinden. Dat blijkt onmogelijk. Wie zou hij dan kunnen spreken? K wordt langzaam krankzinnig in het spinnenweb van hiërarchie waarin hij beland is. Deze nachtmerrie van kafkaëske proporties is wat ons staat te wachten in grote organisaties, waarschuwde E.F. Schumacher veertig jaar geleden in het boekje Hou het klein. Een tikkeltje dramatisch wellicht. Maar ook nu stemt het nog tot nadenken.
Door Huub Brouwer Dat organisaties groter worden, is duidelijk. We zien het overal om ons heen. De groenteman en slager verdwijnen uit het straatbeeld om plaats te maken voor de AH To Go, kleine boerderijen worden grootschalige landbouwbedrijven, en de lokale bank is ver te zoeken. MENSELIJKE MAAT Waarom is de opmars van de grote organisatie slecht? Het probleem is volgens Schumacher dat de mens uit het vizier dreigt te verdwijnen. De top van de organisatie dicteert regels die vervolgens organisatiewijd worden toegepast. Er is weinig ruimte meer
18
BEELD: DEUTSCHE POST AG
voor menselijke maat. Zulke afstandelijkheid ondermijnt motivatie. Iedereen is immers vervangbaar. En waarom zou je je hard inzetten voor een organisatie waarvoor je weinig meer bent dan een verlengstuk van een machine of een computer? Mensen werken niet alleen maar voor geld.
De uitdaging is om kleinheid in grote organisaties te realiseren Verzet lijkt de beste strategie. Dat is er maar mondjesmaat. Vooral in marketing is nog een hang naar het kleine te bespeuren. Klein verkoopt: ambachtelijk bereid brood, lokale ingrediënten in restaurants, je naam geschreven op een kopje koffie. Vaak zit er echter een grote organisatie achter. Vechten tegen de grote organisatie is vechten als een Don Quichotte tegen windmolens. De grote organisatie is er en zal er zijn. De uitdaging is volgens Schumacher juist om kleinheid in grote organisaties te realiseren. We moeten af van het idee dat klein en groot tegengestelden zijn. In organisaties kunnen beiden tegelijkertijd gerealiseerd worden. DE GULDEN MIDDENWEG Kleinheid realiseren betekent een balans vinden tussen orde en vrijheid. Orde is nodig om een organisatie goed te laten lopen. Zonder duidelijke afspraken is het moeilijk om zaken gedaan te krijgen. De accountant en het afdelingshoofd doen nuttig werk. Maar, als een organisatie groter wordt, neemt het aantal regels snel toe. Levenloosheid ligt dan op de loer. Er ontbreekt voldoende vrijheid om nieuwe dingen te proberen; om tegen de gevestigde orde in te gaan. En dat remt innovatie. Het interessante punt is dat organisaties er zelf ook bij gebaad zijn als ze kleinheid stimuleren. Als werknemers gemotiveerder zijn, betekent dat betere producten, tevredenere klanten en meer innovatie. Schumacher trekt een link met economische stabiliteit. Als grote organisaties slecht zijn vormgegeven, kunnen ze economische crises veroorzaken. Wat hebben we hier vandaag de dag aan? We lijken vergeten te zijn dat groot en klein geen tegengestelden zijn. In de discussie over de toekomst van de bankensector en van de Europese Unie gaat het er vaak over of organisaties te groot zijn. Schumacher leert ons om verder te kijken dan dat. De grote organisatie zal er toch wel zijn. De vraag is hoe grote organisaties klein vorm te geven.
CDJA - INTERRUPTIE - NR. 2
RECENSIE
BEELD: DIRK HOL
Het CDA ontleed WI-publicatie over de betekenis van de C, D en A Op 15 april jongstleden presenteerde het Wetenschappelijk Instituut van het CDA een nieuwe bundel. De bundel bevat een bloemlezing uit het drieluik over de betekenis van de drie letters van het CDA, dat is verschenen van herfst 2012 tot en met lente 2013. Door Barend Tensen De publicatie van de bundel kan niet los worden gezien van de vernietigende verkiezingsuitslag van 2012 die de christendemocratische puristen ertoe noopten om de politieke filosofie nog eens op actualiteit te toetsen. De initiële aanzet tot het door Ruud Lubbers ooit geïntroduceerde broodnodige ‘herbronnen’ werd echter al in 2010 gemaakt. In deze periode werd het nu alleszins redelijk aandoende zetelaantal van 21 behaald en ging de partij een niet bijster succesvolle samenwerking aan met de PVV. POLITIEK ZOUTEN MET COMPASSIE Het Strategisch Beraad onder leiding van Aart Jan de Geus positioneerde het CDA vervolgens radicaal in het midden. Jacobine Geel’s Commissie ‘Nieuwe woorden, nieuwe beelden’ deed tevergeefs een poging de christendemocratische grondbeginselen te moderniseren. De Commissie Rombouts reduceerde de capital C vervolgens tot een kleine c. In de publicatie ‘Het CDA ontleed’ wordt er wederom uitgebreid ingegaan op de rol van deze ‘C’. Ernst Hirsch Ballin is er in zijn bijdrage veel aan gelegen het verschil tussen confessionele partijen en een christendemocratische partij nog eens te onderstrepen aan de hand van een uiterst rationele redenering: ‘In een pluralistische democratie mogen voorstellen niet worden ondersteund met religieuze ‘argumenten’. Dat zou in tegenspraak zijn met het constitutionele principe dat een wet het resultaat moet zijn van een beraadslaging die voor iedereen even-
CDJA - INTERRUPTIE - NR. 2
zeer openstaat.’ Het christendemocratische gedachtegoed gaat wat Hirsch Ballin betreft de kortstondige waan van de hoeveelheid zetels of zelfs een partijlidmaatschap voorbij. Wat uiteindelijk telt is ‘hoeveel significante personen er zijn die de politiek zouten met compassie.’ SECULARISATIE ALS EXCUUS De Canadese filosoof Charles Taylor sprak in 2007 van a secular age: ‘For believers the place of fullness is God. For unbelievers it is within the power of reason or nature, or our inner depths.’ Hij doelde hiermee op de verlichting, het romanticisme en zelfs het postmodernisme, de filosofie der wetenschap die het idee van een absolute waarheid uitsluit. Allen ontwikkelingen, de culturele revolutie van de jaren ’60 past hier ook bij, die ervoor hebben gezorgd dat het geloof ‘privé’ beleefd dient te worden. Volgens Borgman, Dijkman en Van Geest is secularisatie als verklaring voor het verval van christelijke politiek echter onbevredigend en suggereert het onterecht een radicale breuk met het religieuze verleden van vóór de jaren zestig. Een al te verwaterde interpretatie zal dan ook leiden tot ‘het nietszeggende cultuurchristendom’, waarin het CDA volgens de auteurs dreigt te verzanden. ROEP OM EEN GELOOFWAARDIGE LEIDER De vraag of er toekomst is voor christelijk geïnspireerde politiek weerklinkt door de gehele bundel. Deze toekomst valt of staat met een in de huidige mediademocratie geloofwaardige leider (met de nadruk op ‘geloof’) die er niet voor terugdeinst aangesproken te worden op de klassieke christendemocratische grondbeginselen. Deze zienswijze contrasteert tot op zekere hoogte met de rationele aanpak eerder beschreven door Hirsch Ballin. Dit contrast is illustratief voor de spagaat waar het CDA zich nog altijd in bevindt. De huidige ‘vechtfractie’ van het CDA in de Tweede Kamer lijkt ideaal voor de rol van oppositiepartij, maar staaft de over het algemeen sterke beleidsvoorstellen nimmer (althans publiekelijk) met een geïnspireerd christendemocratisch fundament. Nu zou een tweede ‘Bergrede’ wellicht iets te veel van het goede zijn, maar deze publicatie van het WI legt wel duidelijk de vinger op de zere plek.
19
STRAATINTERVIEWS
Duurzaamheid op straat Mieke, Anne en Nelleke Het woord ‘duurzaamheid’ is aan inflatie onderhevig. Alles is tegenwoordig duurzaam of zou snel duurzaam moeten worden. Het merkwaardige is dat tegelijkertijd maar weinig mensen weten te vertellen wat duurzaamheid is. Of kunnen ze dat wel? En hoe milieu vriendelijk leven mensen eigenlijk? Maken ze zich zorgen over klimaat verandering? Ik neem de proef op de som en vraag het mensen op straat.
Ouderen wachtend op college
Houdt u rekening met het milieu? Mieke: ‘Ik doe mijn best. Thuis heb ik een moestuin waardoor ik minder eten in de supermarkt hoef te kopen.’ Anne: ‘Ik scheid afval en koop nooit plastic tasjes.’ Maakt u zich zorgen over de opwarming van de aarde? Mieke: ‘Het is moeilijk in te schatten of we ons echt zorgen moeten maken. Het kan ook dat we snel technologie zullen vinden waarmee we heel milieuvriendelijk kunnen produceren. Techniek hoeft niet vuil te zijn.’ Anne: ‘Eigenlijk ben ik best optimistisch. Kijk eens naar alle zonnepanelen en windmolenparken die er om ons heen verschijnen.’ Moet er meer gedaan worden aan duurzaamheid door de politiek? Anne: ‘Milieubewustzijn moet van mensen zelf komen. De politiek kan dat alleen maar faciliteren, niet opleggen.’ Mieke heeft zich inmiddels omgedraaid en staat met vriendin Nelleke te kletsen.
Door Huub Brouwer De markt op de Blaak in Rotterdam lijkt een goede plek voor straatinterviews. Hordes mensen stromen langs de marktkraampjes hier. Echt alles is te krijgen: van computers uit de jaren ’90 en cd’s van de Toppers tot steunzolen en cashewnoten. Het blijkt echter moeilijk te zijn om mensen uit hun winkelmodus te halen voor een straatinterview. ‘Daar hebt ik toch geen tijd voor!’ krijg ik regelmatig te horen. Eigenlijk best logisch, ik was zelf waarschijnlijk ook doorgelopen. Op zoek naar een plek waar mensen minder haast hebben, fiets ik door naar de campus van de Erasmus Universiteit. Dit levert meer succes op – al wil bijna niemand op de foto. Dat laatste zou te maken kunnen hebben met de hoosbui die net is gevallen. De meeste mensen die ik interview staan druipend nat voor me. Zelf zie ik er ook uit als een verzopen kat.
20
Wat stemt u en waarom? Anne: ‘Ik stem PvdA. Ik vind dat die partij het goed doet in de regering. Ze hervormen de hypotheekrenteaftrek en de arbeidsmarkt. Bovendien heeft de PvdA meer oog voor de veertig procent van de bevolking die krap in de portemonnee zit.’ Wat vindt u van het CDA? Anne: ‘Ik ben erg teleurgesteld dat ze samengewerkt hebben met de PVV. Maar na zo’n verkiezingsnederlaag als in 2010 zie je wel hoe belangrijk ze waren voor de stabiliteit van het politieke systeem. Misschien worden ze dat wel weer.’ Nelleke: ‘Mag ik even onderbreken en zeggen dat Henk Bleker een ramp was? Hij heeft het hele natuurbeleid afgebroken. En die Verhagen was al niet veel beter.’ Mag ik een foto maken voor bij het interview? ‘Dat vinden we overdreven.’
CDJA - INTERRUPTIE - NR. 2
BEELD: HUUB BROUWER
Elizabeth, Tessa en Anita Studenten op koffiepauze
Houden jullie rekening met het milieu? ‘Eigenlijk niet echt. Ja, we doen het licht uit als we een kamer uitlopen en gooien geen plastic op straat. Maar niet veel meer dan dat.’ Maken jullie je zorgen over de opwarming van de aarde? ‘We liggen er niet wakker van.’ Moet er meer gedaan worden aan duurzaamheid door de politiek? ‘Eigenlijk weten we niet wat ze nu aan het doen zijn.’ Wat stemmen jullie en waarom? Anita: ‘VVD, omdat dat uit de StemWijzer kwam.’ Elizabeth: ‘D66. Ze hebben goede punten voor studenten.’ Tessa: ‘VVD. Mijn ouders zeiden dat ik op die partij moest stemmen.’ Wat vinden jullie van het CDA? ‘We zouden er niet zo snel op stemmen, maar eigenlijk hebben we geen idee wat hun standpunten zijn’.
Laniae en Manizha Scriptieschrijvende studenten
Houden jullie rekening met het milieu? Laniae: ‘Ja, ik koop vaak biologische dingen.’ Manizha: ‘Ik gooi afvalzakken op mijn werk pas weg als ze echt vol zijn.’ Maken jullie ze zorgen over de opwarming van aarde? Laniae: ‘Soms wel. Er was geen sneeuw deze winter. Dat is toch raar?’ Moet er meer gedaan worden aan duurzaamheid door de politiek? Beiden: ‘Aan de ene kant wel. Er moet iets gedaan worden. Maar het mag niet veel kosten.’ Wat stemmen jullie en waarom? Beiden: ‘Dat zeggen we liever niet’.
CDJA - INTERRUPTIE - NR. 2
Wat vinden jullie van het CDA? Laniae (wijzend naar uw verslaggever): ‘Best sympathiek eigenlijk.’ Manizha: ‘Ik weet er niets vanaf.’ Mag ik een foto maken voor bij het interview? Beiden: ‘Heb je onze gezichten gezien? We hebben geen make-up op en zijn hartstikke moe. Nee dus.’
Willem PhD student
Houd je rekening met het milieu? ‘Ik eet weinig vlees en doe zoveel mogelijk aan afvalscheiding.’ Lachend: ‘Ook recycle ik Albert Heijn tasjes’. Maak je je zorgen over de opwarming van de aarde? ‘Zeker, en dan vooral over wat er in ontwikkelingslanden gebeurt. Denk aan overstromingen en uitdroging van grond.’ Is klimaatverandering in Nederland minder zorgwekkend dan? ‘Wij hebben er meer zon door. Maar, ik maak me wel zorgen over fijnstof in Rotterdam. Er zijn hier veel rochelroutes waar je fietsend of lopend met hoge concentraties fijnstof in aanraking komt.’ Moet er meer gedaan worden aan duurzaamheid door de politiek? ‘Ja, als je het aan mensen zelf overlaat, is de kans klein dat ze er iets tegen zullen doen. Een econoom zou zeggen dat het een collectieve actie dilemma is. De overheid kan helpen door bijvoorbeeld een belasting op vervuilend gedrag in te stellen en door groene energie te stimuleren, zoals dat in Duitsland al een tijd gebeurt. Eigenlijk is het bizar dat ze dat hier nog niet doen.’ Wat stem je en waarom? ‘Ik stem GroenLinks, om drie redenen. GroenLinks is voor gelijkheid, ze vinden dat welvaart meer omvat dan materiele dingen en hebben persoonlijke vrijheid hoog op de agenda staan.’ Wat vind je van het CDA? ‘Ik vind het een beetje een suffe partij zonder idealistische visie. Ik ben oprecht verbaasd dat er nog mensen op stemmen. De christelijke idealen van het CDA zijn niet te vereenzelvigen met de rechtse koers die de partij nu ingeslagen is.’
21
C VAN BEROEP
BEELD: ABDIJ LILBOSCH
‘Je moet een minnaar worden van de plek waar je bent’ Stilte is tegenwoordig ver te zoeken. Sterker nog, we vullen stilte graag op. Stilte gaat niet snel genoeg; het lijkt weinig op te leveren. Toch gaan steeds meer mensen op zoek naar de stilte. Het gastenverblijf van trappistenabdij Lilbosch zit elk weekend vol met zulke stiltezoekers. Op deze plek in het Limburgse Echt wonen dertien Cisterciënsermonniken die in stilte de weg naar God zoeken. Bij hun monniks wijding hebben ze drie Benedictijnse geloften afgelegd: stabiliteit, gehoorzaam heid en een monastieke levenswijze. Van die geloften kunnen wij als niet-monniken ook wat opsteken.
Door Huub Brouwer Ik spreek de abt van het klooster, broeder Malachias. We praten in zijn ontvangstkamer. Hij heeft er de tijd voor genomen. We hebben anderhalf uur tot de completen - het laatste getijdengebed. Eén voor één lopen we de Benedictijnse geloften na. STABILITAS De eerste is stabiliteit. De monniken hier beloven plechtig dat ze tot aan hun dood aan het klooster verbonden blijven. Waarom is die verbondenheid met één plek zo belangrijk? ‘Door stabiliteit verbied je je om van het hier en nu weg te vluchten. Het heeft weinig zin om te denken dat elders de sfeer beter is of de abt fijner. Je moet leren God te zoeken op de plek waarop je je bevindt.’ ‘Daarbij komt dat je zult moeten leren om tevreden te zijn met de gemeenschap en de plek waar je bent. Als je daarin slaagt, kom je erachter dat wat je gegeven is eigenlijk heel mooi is en ook genoeg is. Hier is een link met duurzaamheid te maken. Duurzaamheid houdt in dat je je niets wilt toe-eigenen, laat staan steeds meer
22
wilt toe-eigenen. Dit wordt eenvoudiger als je tevreden bent met wat je hebt en je je realiseert dat je maar een pelgrim bent hier op aarde.’ OBEDIENTIA Monniken beloven gehoorzaam te zijn. Dat klinkt ouderwets: ‘Mensen denken dat gehoorzaamheid tegen elke vorm van zelfbeschikking en autonomie ingaat. Maar eigenlijk is gehoorzaamheid leven met je oren. Je kunt veel meer horen dan zelf bedenken. De rijkdom die van elders komt is vele malen groter dan wat je uit je eigen koker kunt wringen of met je eigen willetje gedaan kunt krijgen. Het leven wordt niet servieler, maar vrijer door gehoorzaamheid. Zonder gehoorzaamheid en ontvankelijkheid blijft je leven te klein en dus ook je vrijheid te klein.’ Maar hoe kan een abt gehoorzaam zijn? ‘Een abt is niet iemand die als een generaal in een leger commando’s uitdeelt. Een abt moet luisteren naar wat de gemeenschap wil. Eigenlijk moet een abt zelfs voor twee gehoorzamen. Hij moet niet alleen naar de gemeenschap luisteren, maar ook naar Gods geest. Een abt leidt niet, maar begeleidt. De Heer leidt.’ CONVERSATIO/CONVERSIO MORUM Ten slotte beloven monniken een dagelijkse toewijding tot monastiek levensgedrag. Kunnen monniken zo geestelijk groeien? ‘Dit lijkt een beetje een flauw antwoord, maar het is al heel wat als je elke dag nog dieper beseft dat je opnieuw moet beginnen. Je wordt je er dan steeds dieper van bewust dat je nog niet eens begonnen was. Daar zit dan eigenlijk al de voortgang in.’ ‘En minder flauw: het is zeker mogelijk om geestelijk te groeien. Dat kost alleen tijd en mensen hebben haast geen geduld meer. Ze willen heel snel resultaat van hun inspanning zien. Onze levensvorm is er een van de lange duur. Op termijn kan het kloosterleven heel veel vrucht dragen. Maar dat eist een jarenlange investering waar in het begin weinig voor terug lijkt te komen.’
RECENSIE
BEELD: ARTHUR TRESS, THE U.S. NATIONAL ARCHIVES
wezens tegenover het gigantische aanbod aan voedsel, dat in de westerse samenleving overal overvloedig en goedkoop verkrijgbaar is. Zo schetst Fresco spanningen tussen realiteit en idealiteit.
Hamburgers in het paradijs ‘Men heeft het gevoel gekregen dat onze voedselketen van een zegen langzaam in een nachtmerrie verandert. Door onze gulzigheid, ons onmatige zoeken naar goedkope over vloed. We hebben ons er door de reïncarnatie van de moderne slang, de industrie, toe laten verleiden de verleidelijk glanzende appelen van het kapitalisme te eten. De hedendaagse zondeval is onze onstilbare honger naar de overvloed aan goedkope producten, waarvoor we de aarde en het leven van andere soorten verkwanselen.’ Door Iris Bouwers Dit stelt Fresco in haar magnum opus ‘Hamburgers in het paradijs’. Een begrijpelijk, helder verhaal over de grote verwarring die heden ten dage rond voedsel bestaat. Fresco schrijft niet enkel over brood, vlees en vis: ook de termen biologisch en duurzaam worden veelvuldig aangehaald. Alle actuele onderwerpen met betrekking tot voedsel worden besproken: van plofkip tot slow food, van flexitariërs tot schaarste en overvloed: Fresco laat geen dilemma in de menselijke voedselvoorziening onbesproken. In ‘Hamburgers in het paradijs’ vergelijkt Fresco de appel van Adam en Eva met de hedendaagse hamburger: deze staat voor het moderne kwaad. De paradijstheorie geldt nog altijd als referentiekader voor ons denken over voedsel: in het aardse paradijs was er overvloed aan voedsel en water en harmonie met de natuur. De hedendaagse associaties met het paradijs maken ons weerloze
CDJA - INTERRUPTIE - NR. 2
Deze spanning komt terug bij de discussie rond dierlijke eiwitten. Vlees heeft nog steeds een sterke morele lading in de Nederlandse geseculariseerde samenleving. Het is een toetssteen van politiek correct gedrag geworden, en tegelijk het bewijs van een verfijnde smaak, de meesterproef voor de topkok. De fundamentele vraag is: mogen we eigenlijk nog wel vlees eten? Fresco beantwoordt de vraag en gaat daarbij ook in op alternatieven voor vlees: soja, kweekvlees en insecten komen allen voorbij. Toch enigszins verrassend zijn Fresco’s ideeën over genetische modificatie. Ze stelt dat de biologische landbouw de wereldbevolking simpelweg niet kan voeden, omdat het per definitie niet voldoende opbrengt. Ze verschilt van mening met milieugroeperingen, biologische boeren en bezorgde burgers: zo stelt ze bijvoorbeeld ook dat de intensivering van de landbouw niet zo schadelijk is als soms geschetst wordt. Maar bestaat duurzaam vlees? Fresco bestempelt haar boek als leesboek voor iedereen die op zoek is naar een genuanceerde mening over voedsel en landbouw. Als consument, onbekend met betreffende materie, kan het boek overkomen als eindeloze opsomming van de geschiedenis van ons voedsel met een aantal moderne visies. Desalniettemin is het werk een aanrader voor eenieder die zich op enigerlei wijze wil verdiepen in voedselvoorziening, landbouw of het wereldvoedselvraagstuk. Dis-moi ce que tu manges, et je te dirai ce que tu es (Zeg me wat je eet, en ik vertel je wat je bent), de beroemde woorden van de Franse kok Brillat-Savarin uit 1825 zijn ook in de 21e eeuw nog actueel: vandaag de dag gaat het over moraal, ethiek en kennis van de wereld. Per 1 juli 2014 wordt Prof. dr. ir. Louise O. Fresco benoemd tot voorzitter van de Raad van Bestuur van Wageningen UR. Zij is één van de meest toonaangevende wetenschappers in de food- en agrosector wereldwijd. Iris Bouwers is voorzitter van de CDJA-werkgroep Milieu, Infrastructuur en Landbouw
BOEKDETAILS ‘Hamburgers in het paradijs. Voedsel in tijden van s chaarste en overvloed’ Louise O. Fresco Uitgeverij Bert Bakker 483 pagina’s Oktober 2012
23
OPINIE
Een respectvolle manier van debatteren belicht ook positieve aspecten
Opbouwende kritiek voor een duurzaam debat
In een debat lopen de gemoederen soms hoog op. Voor- en tegenstanders hebben veel tijd gestoken in de voorbereiding, en proberen elkaar – en het publiek – van hun gelijk te overtuigen. Ook tijdens ons recente voorjaarscongres kwamen onderwerpen aan bod die veel discussie opriepen. Is dit erg? Nee. Het doel van een debat is het blootleggen van de zwakke punten van een voorstel. Dit leidt ertoe dat een voorstel sterker wordt, of dat een zwak voorstel niet wordt aangenomen.
Door Kiza Magendane en Marianne Verschoor Wanneer je een verandering door wilt voeren krijg je onherroepelijk te maken met weerstand. Dat kun je als negatief ervaren. Maar het is ook een signaal dat mensen ergens door geraakt worden, dat ze betrokken zijn. Weerstand gaat over emoties, over afscheid nemen van het bestaande. Hier moeten zowel de indiener van een voorstel als de tegenstanders zich bewust van zijn. NEGATIEVE FEEDBACK Niemand vindt het leuk om kritiek te ontvangen. Negatieve feedback maakt meer indruk dan positieve. Wanneer je iemand meer positieve dan negatieve aspecten van zijn functioneren meedeelt, en een uur later vraagt wat hij heeft onthouden, is de kans groot dat dit vooral de negatieve punten
24
BEELD: DIRK HOL
zijn. De ontvanger van negatieve feedback probeert zijn eigenwaarde te beschermen door zich verdedigend op te stellen. Dit zorgt voor het verder oplopen van emoties. Het gevaar is dan dat opponenten elkaar niet meer zien als twee gelijkwaardige individuen die allebei het beste met de zaak voorhebben. In plaats daarvan wordt er ‘op-de-persoon’ gespeeld, waarbij geen oog meer is voor positieve aspecten van een plan. POSITIEVE BENADERING We moeten ervoor waken dat persoonlijke emoties de overhand krijgen. Daarom zouden we ook oog moeten houden voor de positieve aspecten van andermans werk. We hebben handvatten nodig om op een gestructureerde en constructieve manier feedback te geven. Bijvoorbeeld de ‘Pendleton rules’ (opgesteld door psycholoog David Pendleton in 1984). De kern hiervan is dat een feedbackgever eerst vertelt wat hij de sterkste punten van het door de feedbackontvanger geleverde werk vindt. Pas daarna worden punten genoemd die volgens de feedbackgever beter moeten: de verbeterpunten of discussiepunten. Bij het afsluiten van het gesprek dient wederom een positief punt te worden benoemd. Tijdens ons voorjaarscongres is het in een aantal gevallen niet gelukt om een respectvol debat te voeren waar positiviteit centraal stond. Als de regels binnen het debat zo waren geweest dat ook positieve aspecten aandacht moesten krijgen, was de toon wellicht heel anders geweest. DUURZAAM DEBATTEREN BETEKENT RESPECT TONEN Oog hebben voor positieve aspecten betekent niet dat je vrienden moet worden met je opponent of je eigen mening af moet zwakken. Het betekent alleen dat je je bewust bent van het werk dat de ander in een voorstel heeft gestopt, ook al ben je het niet eens met zijn standpunten. Als jonge christendemocraten staan wij voor uitdagende vraagstukken waarvoor positiviteit nodig is. Het is onze taak om te erkennen dat emoties een rol spelen in debatten, maar daarbij wel te blijven focussen op het gemeenschappelijke doel: het christendemocratische gedachtegoed weer relevant maken op iedere straathoek. Dit betekent dat wij respect tonen voor iedereen die een bijdrage levert aan de vernieuwing van onze vereniging. Aandacht voor positieve aspecten kan ons daarbij helpen. En dat maakt het debat een stuk duurzamer.
CDJA - INTERRUPTIE - NR. 2
BEELD: ANNE-RUTHI KNEVEL
DE MENS
De mens: Anne-Ruthi Knevel Wat zijn je voornaamste activiteiten tot nu toe binnen het CDJA? Tot nu toe ben ik naar bijna alle activi teiten geweest omdat ik het CDJA zo goed mogelijk wil leren kennen. Vooral de politieke cafés vind ik erg interes sant. Ik wil mij graag actief gaan inzet ten voor het CD(J)A maar ik weet nog niet precies op welke manier. Wat zijn je ambities binnen het CD(J)A? Een politieke jongerenorganisatie heeft naar mijn mening als taak om jongeren enthousiast te maken voor, en te infor meren over politiek. Ik ben ervan over tuigd dat de boodschap van het CD(J)A een samenlevingsbrede visie op de maatschappij is maar dat veel nietchristenen zich niet kunnen identifice ren met de C. Daarom wil ik mij vooral inzetten om juist die jongeren, die niet een directe link hebben met het chris tendom, enthousiast te maken voor het CD(J)A. Naam Anne-Ruthi Knevel Leeftijd 23 Opleiding of werk Bachelor in Bestuurs- en Organisatie wetenschap. Beoefen je een sport? Nee. Waarom ben je lid geworden van het CDJA? Het CD(J)A heeft een genuanceerde mening over maatschappelijke vraag stukken en ik wil hier graag meer over leren. Omschrijf je karakter eens Gedreven, enthousiast en betrokken.
CDJA - INTERRUPTIE - NR. 2
Christendemocratie betekent voor jou ‘I am because you are’, de definitie van ‘Ubuntu’. Dit is voor mij het belangrijk ste uitgangspunt van het christendemo cratisch gedachtegoed. Bij welke partij zou je lid zijn geworden als het CD(J)A niet bestond? De Jonge Democraten/D66. Nu ik 3 maanden lid ben van het CDJA ben ik er van overtuigd dat ik de partij heb geko zen die het meest bij mij past. De reden dat ik twijfelde was omdat beide par tijen middenpartijen zijn. Het grote verschil zit vooral in de onderliggende visie: waar D66 meer de nadruk legt op het individu, legt het CDA de nadruk op de gemeenschap. Dat gaf voor mij de doorslag. Wie is jouw grootste voorbeeld? Het afgelopen half jaar heb ik stagege lopen in Zuid-Afrika en mensen uit veel
verschillende landen ontmoet. Wat mij opviel was dat mensen vaak dezelfde doelen nastreven, namelijk dat zij in eerste instantie streven naar een, min of meer, gelukkig leven en vervolgens hun steentje willen bijdragen aan de samen leving. Op een gegeven moment ont moette ik een vrouw die in een sloppen wijk woonde en het volgende tegen mij zei: ‘The worst thing you can do to yourself and your environment is to have self-pity.’ Elk mens heeft wel een interessant verhaal waar je iets van kan leren. Je bent minister-president, welke actie onderneem je als eerste? Naar mijn mening mogen principiële standpunten wel wat vaker boven eco nomische belangen gesteld worden. Waar geloof je in? Dat iemand die in de rimboe woont net zoveel recht heeft op een goed leven als mijn Nederlandse buurman en dat wij als rijk land een verantwoordelijkheid hebben ten opzichte van deze landen/ mensen. Ben je een bewuste consument, of denk je vooral eerst aan jezelf en je eigen portemonnee? Ik gebruik vaak het excuus dat ik een arme student ben. Ter (beperkte) com pensatie probeer ik wat vaker het licht uit te doen en minder lang te douchen. Welk boek heb je voor het laatst gelezen? Op dit moment ben ik het boek The New Golden Rule van Amitai Etzioni aan het lezen. In dit boek wordt de communita ristische visie op de maatschappij uit eengezet. Met 1000 euro ga je: Een piano kopen.
25
DE INSPIRATIE VAN…
Pieter Omtzigt
‘Het maatschappelijk middenveld heeft zijn vrijheid en verankering verloren’ Binnen de huidige Tweede Kamerfractie van het CDA is Pieter Omtzigt een van de meest opvallende leden. Met zichtbaar genoegen zet de politicus regelmatig de aanval in op de regeringscoalitie en bewaakt hij de Nederlandse pensioenen in Europa. ‘De oppositie een lastige periode? Dat is een typische CDA-reflex!’
Door Barend Tensen Pieter Omtzigt studeerde Economie en Statistiek aan The University of Exeter, promoveerde in de Econometrie aan The European University Institute in Florence om vervolgens voor het CDA in de Tweede Kamer plaats te nemen. In Engeland lag de grondslag voor zijn directe manier van communiceren. ‘Ik vind dat we in Nederland heel wollig zijn in de manier waarop we onze ideeën onder woorden brengen, terwijl je toch in 20 seconden duidelijk moet kunnen maken waar je voor staat. Tijdens mijn studie in Engeland bezocht ik debatten in het Lagerhuis en daar gaat het er een stuk scherper en levendiger aan toe.’ DE NEDERLANDSE SAMENLEVING Omtzigt koos ooit voor het CDA omdat het christendemocratische mensbeeld hem ‘ontzettend veel beter’ bevalt dan het liberale en het socialistische mensbeeld. ‘Mensen maken per definitie deel uit van een relationeel verband. Ik zou niet weten hoe je naar de samenleving zou moeten kijken zonder gezinnen hierin te betrekken. Ik zou ook niet weten wat de Nederlandse samenleving zou zijn zonder verenigingen. Het pure staatsdenken faalt wat dat betreft totaal. De maatschappijvisie waarin mensen zelf verantwoordelijk zijn voor hoe de samenleving eruitziet is relevanter dan ooit.’
26
De toon is gezet. Volgens Omtzigt is de welvaartsstaat die in het verleden is opgezet in deze vorm onhoudbaar. ‘En dan heeft iedereen het in blinde paniek over de participatiesamenleving omdat men niet weet hoe het anders zou moeten. Het CDA zocht altijd al de balans tussen wat je van de burger kunt vragen om zelf te doen en voorzieningen vanuit de overheid. Ze zijn in feite gewoon ons wiel aan het heruitvinden. Het maatschappelijk middenveld.’ Toch spaart hij ook zijn eigen partij niet: ‘Het maatschappelijk middenveld is eigenlijk volledig verstatelijkt. Hier heeft het CDA in het verleden ook aan bijgedragen. Doordat het afhankelijk is geworden van subsidies en regelgeving uit Den Haag heeft het zijn vrijheid en vooral zijn verankering verloren. Het is een grote opgave voor ons als partij om dat evenwicht weer terug te vinden. We moeten daar keihard aan werken om te voorkomen dat bijvoorbeeld woningbouwcorporaties te veel gaan leunen op de staat en onderdeel worden van gemeenten. MOTIVATIE EN ILLUSTERE VOORGANGERS Voor motivatie kijkt Omtzigt zo nu en dan nog naar zijn illustere voorgangers. ‘Als ik naar mijn Twentse roots ga dan heb ik veel bewondering voor wat zowel Herman Schaepman als Alfons Ariëns hebben gedaan voor de emancipatie van een gedeelte
CDJA - INTERRUPTIE - NR. 2
FOTO: DIRK HOL
nu we nog maar met dertien Kamerleden zijn, want ik houd mij tevens bezig met buitenlandse zaken, belastingen en pensioenen.’
‘Ik vind het gevaarlijk dat iedereen nu de verantwoordelijkheid voor mensenrechten en democratie bij de EU legt’
van Nederland; keihard actie ondernemen tegen bijvoorbeeld drankmisbruik (eind negentiende eeuw een groot probleem onder katholieke arbeiders) maar ook ‘meebewegen’ met maatschappelijke ontwikkelingen. Razendknap, en dat zonder sociale media.’ Sprekend over motivatie vraag ik hem toch nog een keer naar zijn immense persoonlijke campagne om in 2012 vanuit een onverkiesbare plek toch de Kamer in te komen. ‘Tja, ik wilde doorgaan. Ik had hele concrete plannen, bijvoorbeeld met betrekking tot ons pensioenstelsel in Europa’ (Omtzigt deed succesvol een beroep op de Europese subsidiariteitsclausule waardoor de EU er voorlopig vanaf ziet om toezicht te houden op de pensioenstelsels van de lidstaten). ‘Toen de lijst bekend werd gemaakt ben ik naar huis gegaan en heb gezegd: nou, zullen we? Dit gaat mij niet gebeuren, die houding had ik wel een beetje.’ In het licht hiervan vindt Omtzigt dat het CDA minder bang moet zijn voor directe democratie. ‘We zijn een volkspartij en uiteindelijk bepalen de leden wat er gebeurt. Dat is de essentie van democratie.’ EEN KRITISCH EUROPEES GELUID Als lid van de Tweede Kamercommissie Europese zaken werkt Omtzigt veel samen met de Europarlementariërs van het CDA, al gaat dit niet altijd even soepel. ‘De coördinatie is weleens lastig
CDJA - INTERRUPTIE - NR. 2
Waar nodig laat Omtzigt een kritisch geluid horen als het gaat om de toekomst van de EU: ‘Je merkt een zekere moeheid. We hebben te snel uitgebreid, we zijn met de euro te snel en te groot gegaan en daardoor gaat het mis aan de randen van Europa, de periferie. Ik vind dat we dan pas op de plaats moeten maken. Wat dat betreft heeft de EU te weinig geleerd. Constant maken we afspraken maar niemand checkt of deze afspraken daadwerkelijk worden nagekomen. Dat Griekenland er boekhoudkundig gezien een rotzooi van maakte was in 2001 ook al bekend; het CDA stemde destijds dan ook tegen de toetreding van Griekenland tot de eurozone. Er was geen sterk mechanisme om lidstaten aan de afspraken te houden. Dat is de grote fout geweest bij de Europese integratie. Wij waren als CDA-fractie vorig jaar ook als enige tegen het ondertekenen van een vrij handelsverdrag met Oekraïne. We vonden het niet het juiste moment, maar we werden vervolgens afgemaakt: ‘Hoe kun je deze unieke kans laten schieten?’ werd er gezegd. Als rapporteur was ik er al eens geweest en heb de corruptie met eigen ogen kunnen zien. Bulgarije en Roemenië zijn in rechtstatelijk opzicht pareltjes in vergelijking met Oekraïne.’ Op het afgelopen Europees Verkiezingscongres van het CDA namen de leden een resolutie aan waarin werd geopperd dat de EU de komende zittingstermijn geen nieuwe lidstaten zou moeten verwelkomen. Ik vraag hem of dit voornemen een negatief effect kan hebben op de motivatie van potentiële lidstaten tot verbetering van de mensenrechtensituatie en de democratie? Omtzigt veert op van zijn stoel. ‘Ik vind het wonderlijk en zelfs gevaarlijk dat iedereen nu de verantwoordelijkheid voor mensenrechten en democratie bij de EU legt. Dit zijn verantwoordelijkheden die bij de landen zelf liggen. Als je een dergelijke institutionele opbouw van de EU vanuit een rechtstatelijk perspectief zou voorstellen in je scriptie dan zou je een zware onvoldoende krijgen.’ LASTIG Terug naar de binnenlandse politiek. De politicus lijkt veel plezier te hebben in het voeren van oppositie. ‘Ik bedrijf politiek nu op een andere wijze en je krijgt meer gedaan dat je denkt. Toen Staatssecretaris Wiebes (Financiën) aantrad heb ik direct via een publiek lijstje geadviseerd om de huishoudtoeslag niet in te voeren en de geplande accijnsverhoging terug te draaien. Het eerste is al uitgevoerd en het tweede zit in de pijplijn.’ Toch valt de politieke stijl van Omtzigt niet bij iedereen even goed: ‘Er zijn meerdere bewindspersonen naar de fractievoorzitter gestapt om te vragen of hij ‘die lastige Omtzigt’ niet van hun dossier af kan halen.’ Hij neemt het op de koop toe en geeft en passant nog wat tips aan het CDJA: ‘Houd vooral vol dat je het niet altijd met de partij eens hoeft te zijn en blijf de partij dwingen tot het maken van scherpere keuzes.’ Waarvan akte.
27
CDJA INSIDE
In dit artikel gaat de werkgroep Europa in op dit actuele thema en bekijkt hoe de lidstaten van de Europese Unie voor de vraag gesteld worden hoe dit geregeld moet worden. Vanuit een christendemocratisch oogpunt zal vervolgens de balans opgemaakt worden: Energie in Europa: wel beleid, geen unie.
Energie in Europa:
Wel beleid, geen unie Door werkgroep Europa ‘Er is volop energie, werkelijk waar. Er komt zelfs steeds meer winbare energie bij, zoals de Amerikanen bijvoorbeeld hebben laten zien met hun schaliegasrevolutie. De kwestie is hooguit dat we willen dat ener gie goedkoop en veilig is, het klimaat niet verandert, het milieu niet vervuilt en de natuur niet afbreekt.’ – Elsevier, 3 mei 2014. Energie is de laatste tijd weer een ‘hot item’ in de Europese Unie. Het moet duurzamer, onafhankelijker. Is het tijd voor een Europese Energie Unie? Hoe zou zo’n Unie er dan uit moeten zien? De vraag om een Europese Energie Unie wordt gedreven door druk die Rusland zet op de gasmarkt in Europa. De roep om onafhankelijkheid van Rusland wordt steeds groter. De laatste tijd zijn er twee ideeën geopperd door Samsom, fractievoorzitter PvdA, en door premier Tusk van Polen om met dit probleem om te gaan.
28
EUROPEES HOOGSPANNINGSNETWERK Het eerste idee komt uit de koker van Diederik Samsom, fractievoorzitter van de PvdA in de Tweede Kamer. Hij sprak op 24 april 2014 zijn wens uit dat er een Energie Unie moet komen. Volgens Samson is het tijd om samen te werken binnen de EU: de EU-landen moeten al hun innovatiebudgeten samenvoegen en een hoogspanningsnetwerk aanleggen door heel de Europese Unie heen om zo te komen tot een duurzame, complete en betrouwbare energievoorziening.
basishoeveelheid energie nodig om het netwerk op spanning te houden. Wanneer dit niet van duurzame energie kan komen, moet dit opgevangen worden door conventionele energie.’ Zo worden er tegenwoordig weer mijnen geopend met bruinkolen die verwerkt kunnen worden tot energie. Hele dorpen worden met de grond gelijk gemaakt om ruimte te bieden aan de bruinkoolmijnen. Een toename van duurzame energie betekent dus niet altijd een afname van conventionele, schadelijke energie.
Duitsland is bijvoorbeeld al een aantal jaar bezig met het omzetten van hun energie in duurzame energie. Met wisselend succes, volgens Dhr. Tobias Kempermann, woordvoerder van EWE energie: ‘De opslagcapaciteit van duurzame energie ligt lager dan conventionele energie zoals energie die gewonnen is uit kolen, gas en olie. Daardoor is het lastig om de hoge pieken op te vangen. Als gevolg is er een
ONAFHANKELIJK TEGENOVER DUURZAAM Het andere idee komt van de Poolse premier Tusk. Hij heeft in de Financial Times van 22 april zijn blauwdruk voor een Energie Unie gepresenteerd. Hij wil dat er één organisatie komt die gas inkoopt voor alle 28 lidstaten om zo de afhankelijkheid van Rusland te verkleinen. Daarnaast roept hij de EU op om het delven en
CDJA - INTERRUPTIE - NR. 2
BEELD: RENSKE BERENDSEN
Aangenaam, wij zijn de werkgroep Europa De Europese Unie heeft zo haar voordelen. Visumloos en met Euro’s op zak zochten wij werkgroeplid Rosalinde op in Berlijn. Het is de vooravond van de Europese Parlementsverkiezingen. Rutte zingend bij Libelle, een filmpje van een CDU-koe die een kind uit de sloot trekt en een poster van Esther de Lange met ‘Vrouw zoekt boer’: alles wordt in het werk gesteld om ons naar de stembus te krijgen. We hopen dat jullie allemaal gestemd hebben. Mocht dat niet zo zijn, dan leggen we je graag een keer uit waarom je dat wel had moeten doen tijdens onze maandelijkse werkgroepvergadering. We hebben dan wel geen zingende Mark Rutte, maar wellicht kan een bezoekje aan Brussel daarvoor compenseren? Voor meer informatie over de werkgroep kan je mailen naar
[email protected] of bellen met 06-49724055 (Renske Berendsen). Rosalinde, Lucien, Maarten, Matthijs, Renske (voorzitter)
verwerken van fossiele brandstoffen makkelijker te maken om zo de afhankelijkheid van bijvoorbeeld Rusland te verkleinen. Deze manier van werken brengt juist de duurzame energie in gevaar. Onafhankelijkheid wordt in de ogen van Tusk hoger gewaardeerd dan duurzaamheid. Een complicerende factor hierbij is de Nord Streamgasleiding die loopt tussen Rusland en Duitsland en juist niet door Polen heen loopt. Duitsland en Rusland hebben een deal met elkaar gesloten over de toelevering van gas. Niet voor niets is de voormalig Duitse premier Schröder voorzitter van de raad van toezicht van Nord Stream. Dit bemoeilijkt de poging om afhankelijk te worden van Rusland door gebruik van conventionele grondstoffen. Niet alleen wil Duitsland het aandeel duurzame energie vergroten en het aandeel conventionele grondstoffen verminderen, ook hebben zij al een deal
CDJA - INTERRUPTIE - NR. 2
met Rusland over het gas. Een Energie Unie is voor hen dus niet voordelig. Wanneer Duitsland het idee van een Energie Unie niet steunt is het moeilijk dit voor mekaar te krijgen binnen de Europese Unie. BETERE SAMENWERKING Er zijn twee uiteenlopende ideeën voor de oplossing van één probleem, afhankelijkheid van energie. Niet iedereen ziet de potentie van de ideeën rooskleurig in. De Elsevier ziet geen heil in de Energie Unie van Samsom: ‘Er komt geen Europese Energie Unie, aangezien iedereen zijn eigen lied zingt en zijn eigen belangen, prioriteiten en loyaliteiten heeft. Nederland heeft er ook nooit aan gewild, doodsbang dat we onze gasvoorraden voor een habbekrats moesten delen met anderen.’ Een Energie Unie gebaseerd op duurzame of conventionele energie zoals voorgesteld door Samsom en Tusk zien wij als werk-
groep Europa niet zo snel gebeuren. Juist omdat lidstaten hun eigen onafhankelijkheid niet om willen ruilen voor onafhankelijkheid van energie van buiten de Europese Unie. Wel zien wij een noodzaak om gezamenlijk energiebeleid te maken. Zo functioneren de energiemarkten van de lidstaten niet goed naast elkaar. Op het moment dat Duitsland teveel energie heeft opgewekt (veel duurzame energie wordt opgewekt door krachten waar mensen geen invloed op hebben zoals wind en zon) wordt dit onder andere op de Nederlandse energiemarkt gedumpt. Hierdoor is er in Nederland ineens veel energie te verkrijgen, wat een prijsdaling in de hand werkt. Met als gevolg dat de Nederlandse energieleveranciers tegen een lage prijs hun energie moeten afzetten en hun eigen duurzame energie niet meer rendabel is omdat ze er niets op verdienen. Kortom, geen wenselijke situatie. Ook de samenwerking tussen lidstaten onderling kan beter. Dhr. Tobias Kempermann vertelde over het Riffgat windmolenproject wat EWE uitvoert in de Waddenzee tussen Nederland en Duitsland. Door een doorlopend conflict over de grens tussen Nederland en Duitsland met het gevolg van een net afgewende diplomatieke crisis, kwam het hele project in gevaar, terwijl dit project veel duurzame energie op kan leveren. Rentmeesterschap en subsidiariteit staan centraal bij dit actuele thema. We moeten ons inzetten om het aandeel duurzame energie te vergroten in de Europese Unie, maar wel op een manier dat het uit de lidstaten zelf naar voren komt. Via onderlinge afspraken die door de Europese Unie gefaciliteerd kunnen worden is het mogelijk om tot een gedeeld Energie netwerk te komen. Zo is er door het ministerie van Buitenlandse Zaken al onderzoek gedaan naar een samenwerking tussen de landen in Noord-West Europa op het gebied van energie. Vanuit de subsidiariteit van de lidstaten zelf, met in het achterhoofd het rentmeesterschap wat wij hebben meegekregen.
29
FOTO: DIRK HOL
CDJA INSIDE
Standpunten afgelopen kwartaal Door Marlien Ligtenberg TOEKOMSTAGENDA Afgelopen kwartaal is er door de CDJA werkgroepen niet alleen nagedacht over concrete standpunten, maar ook over een toekomstagenda voor de christendemocratie. Op de ALV van het voorjaarscongres is de Toekomstagenda 2050 aangenomen. Deze agenda is opgesteld door de Politieke Commissie en bediscussieert op de ALV. Deze agenda bevat 15 christendemocratische idealen die de stip op de horizon zetten. Iedere werkgroep leverde een aantal punten aan. Zo wordt in de agenda gepleit voor betrokken buurten, waar zorg dichtbij staat en kinderen voor hun ouders zorgen. Ook spreekt het CDJA zich in de toekomstagenda uit voor de waardigheid van het ongeboren leven en het levenseinde. Op het gebied van onderwijs en cultuur spreek het CDJA zich uit voor kleinschalig onderwijs en onderwijs in kleine kernen. Verder oog voor een vitale cultuursector waarin appel gedaan wordt op private financiering en crowdfunding. Het CDJA staat ook in 2050 voor artikel 23 van de Grondwet en voor vorming als essentieel onderdeel van onderwijs. Het MKB en het begrip subsidiariteit staan centraal in de economie van 2050. Door innovatie is Nederland wat het CDJA betreft in 2050 een economische wereldspeler. Daarbij is Nederland een schoner en duurzamer land waarbij mensen in eigen omgeving rentmeester zijn, en (mondiale) doelen voor duurzaamheid worden uitgevoerd in samenwerking met het middenveld.
waar oog is voor slachtoffers binnen een streng maar rechtvaardig systeem. Op internationaal niveau staat het CDJA voor een hypermoderne krijgsmacht voor een bijdrage aan een veilige en stabiele wereld. Een vorm daarvoor is de Verenigde Naties, maar deze is wat het CDJA betreft in 2050 wel hervormt. De Europese Unie staat in 2050 garant voor vrede, veiligheid en solidariteit, de kernwaarden die we als christendemocraten blijven uitdragen. Nieuwe Europese lidstaten, met uitzondering van Turkije, zijn daarbij welkom op basis van de Kopenhagencriteria. RESOLUTIES Op het voorjaarscongres zijn drie resoluties aangenomen. Ten eerste de resolutie over sancties tegen Rusland, afkomstig van de werkgroep Europa. Een actueel onderwerp gezien de situatie in Oekraïne en de oplaaiende discussie over de invloedssfeer van Rusland. Oekraïne heeft namelijk door dreigingen van Rusland een associatieverdrag met de Europese Unie niet ondertekend. De resolutie pleit voor zwaardere sancties tegen Rusland en dat economische redenen daar niet in mogen tegenhouden. Daarom moet de Europese Unie in de toekomst minder afhankelijk zijn van gas en olie uit Rusland. De tweede en derde resolutie zijn ingediend door de werkgroep Milieu, Infrastructuur en Landbouw. De eerste betreft veiligheid van vlees. Naar aanleiding van recente vleesfraude pleit het CDJA voor een beter overzicht van de herkomst van vlees en een strikter onderscheid tussen keuring en toezicht bij de NVWA. Daarbij roept het CDJA op tot meer Europese afspraken over vleesfraude en grensoverschrijdende samenwerking in het voorkomen ervan.
Daarbij zet het CDJA de samenleving in betrokken bestuur op de toekomstagenda. Bepaalde taken moeten het eigendom van de lokale gemeenschap worden, en voorkomen dat de overheid of markt deze inkapselt. Het CDJA staat voor een strafrecht in balans,
De derde aangenomen resolutie betreft het onderwerp schaliegas. Het CDJA neemt met de resolutie een realistisch standpunt in over de winning daarvan. De tegenstand op lokaal niveau voor de winning ervan wordt erkend en ook het feit dat de schaliegas een fossiele brandstof is. Daarom stelt de resolutie dat er gezien deze constateringen, er bijzonder zwaarwegende argumenten dienen te zijn om in te zetten op de ontwikkeling van schaliegas in plaats van energiebesparing en duurzamere energiebronnen.
Nieuwsgierig geworden naar de activiteiten van de werkgroepen?
Kom eens een keer kijken! Er is altijd een werkgroep die bij jouw interesses past. Vragen? Stuur gerust een mailtje naar
[email protected]
30
COLOFON COLOFON
Interruptie is een uitgave van het CDJA en verschijnt vier keer per jaar onder verantwoordelijkheid van de CDJA-redactiecommissie bestaande uit: Hoofdredacteur: Johannes ten Hoor
CDJA SECRETARIAAT
ALGEMEEN BESTUUR
WERKGROEPEN
Bezoekadres Buitenom 18 2512 XA Den Haag
Drenthe Stefan Smith
[email protected]
OC&W vacant
Postadres Postbus 30453 2500 GL Den Haag
Flevoland Tom van den Brink
[email protected]
tel. +31 (0)70 34 24 851 fax +31 (0)70 36 43 417
[email protected]
Fryslân Wiebe Strikwerda
[email protected]
DAGELIJKS BESTUUR
Gelderland Gerjan van de Weg
[email protected]
Voorzitter Julius Terpstra +31 (0)6 229 02 489
[email protected]
Huub Brouwer, Matthijs Groot, Jan Pieter van der Schans, Geurt Henk Spruyt, Barend Tensen, Gerjan van de Weg
Secretaris Luc van Dijk +31 (0)6 557 73 925
[email protected]
Adviserend lid: Luc van Dijk (DB)
Penningmeester Arjen Looijenga +31 (0)6 385 61 582
[email protected]
Aan deze editie werkten mee: Henri Bontebal, Julia Rijssenbeek, Jolan knol, Marleen Sørensen, Jos Philips, Guido Bik Iris Bouwers, Kiza Magendane, Marianne Verschoor, Marlien Ligtenberg, CDJA-werkgroep Europa, CDJA promotiecommissie.
Communicatie en Campagne David Westerink +31 (0)6 839 446 65
[email protected]
Noord-Holland Leonie Keet
[email protected] Overijssel Arend Kastelijn
[email protected] Utrecht Geurt Henk Spruyt
[email protected] Zeeland Joost de Goffau
[email protected]
www.cdja.nl http://twitter.com/ CDJAInterruptie
Zuid-Holland Bob van Meijeren
[email protected] Vrijgekozen Rozemarijn Westerlaken
[email protected] Herman van der Bent
[email protected]
Druk: SENEFELDER MISSET B.V. Doetinchem
BZD Wouter de Vries
[email protected] Europa Renske Berendsen
[email protected] SEF Jan Pieter van der Schans
[email protected] VWS Maaike van Berkel
[email protected] MIL Iris Bouwers
[email protected] COMMISSIES Vormingscommissie Geurt-Henk Spruyt
[email protected] Redactiecommissie Johannes ten Hoor
[email protected] Organisatiecommissie Emilie van der Burg
[email protected] Promotiecommissie Rosa Douma
[email protected] HRM-commissie Maaike van Beveren
[email protected] Internationaal Secretaris Frank Visser
[email protected]
Kiza Magendane
[email protected]
N E D E L ERVEN Maak je vrienden lid van het CDJA! W N Jullie ontvangen allebei een (welkomst-)cadeau! Na je aanmelding nemen we contact met je op en sturen we een lidmaatschapformulier. LEDE NIEUW LID:
Dit ledenblad is gedrukt op milieuvriendelijk papier.
Abonnement: 12,50 euro (4 nrs.) Leden van het CDJA ontvangen Interruptie gratis. Advertentiemogelijkheden op aanvraag.
www.cdja.nl
Noord-Brabant Remco van Dooren
[email protected]
Organisatie en Scholing Christine Zandberg +31 (0)6 190 04 668
[email protected]
Ontwerp en lay-out: Studio Piraat (bno), Den Haag
De redactie behoudt zich het recht voor stukken te weigeren, te redigeren of in te korten. Inzending geeft de redactie het recht een bijdrage ook via internet, databank of anderszins openbaar te maken. Eventuele auteursrechten blijven berusten bij de schrijver.
Limburg Jorn Ballas
[email protected]
Politiek en Internationaal Marlien Ligtenberg +31 (0)6 341 056 60
[email protected]
Foto’s: Dirk Hol, Diversen
Redactie-adres: Johannes ten Hoor Patmosdreef 16 3562 JL Utrecht tel. +31 (0)6 21 90 81 66
[email protected]
Groningen Gerben ter Veen
[email protected]
JBB Ralph Diederen
[email protected]
Het CDJA is een politieke jongerenorganisatie speciaal voor jongeren die zich naast hun studie of baan willen met politiek bezig willen houden. Jij bent natuurlijk al lid, maar je kent vast wel mensen in jouw eigen omgeving die zich net als jij willen inzetten voor de toekomst van jongeren. Als je dit kaartje opstuurt ontvangen jullie allebei een cadeau. Sta je te discussiëren over wat er om je heen gebeurt, wacht dan niet langer en maak ook je vrienden lid van het CDJA. Kijk voor meer informatie over deze actie op www.cdja.nl
NAAM: ADRES: WOONPLAATS: TEL: EMAIL- ADRES:
LID: NAAM: ADRES: WOONPLAATS: TEL: EMAIL- ADRES:
Terpstra’s T O U C H De Europese Parlementsverkiezingen zijn geweest en hebben een mooi resultaat opgeleverd voor het CDA. Mede door de lijstverbinding met de CU/SGP bleef de delegatie in Brussel met 5 zetels de grootste partij. Als CDJA hebben we weer volop meegedraaid in de campagne om onze jongerenkandidaten te steunen. Met de zetel van Jeroen Lenaers mogen we als CDJA zeer tevreden zijn. Maar wat nu? Gaat de Brusselse deur voor de aankomende vijf jaar weer dicht en horen we er niets meer van? Dat lijkt me niet verstandig.
Maar eerst de zomer. Staat Van Persie in de spits of toch Lens? 5-3-2 of toch het vertrouwde 4-3-3? Ik wens jullie allemaal een goede vakantie toe en zie jullie graag terug in augustus!
Julius Terpstra Voorzitter CDJA
32
.n ja w w w .c d
Voor ons als CDJA zou bij het formuleren van een nieuwe agenda het christendemocratische begrip subsidiariteit leidend moeten zijn. De bevoegdheden zouden op het laagst denkbare niveau geregeld moe ten worden. Wanneer dit niet mogelijk is kan er worden opgeschakeld naar een hoger niveau. Subsidiariteit is een cruciaal uitgangspunt waardoor je draagvlak voor een project als de Europese Unie ver groot. In mijn ogen hebben de Nederlanders weinig vertrouwen in de EU omdat deze is doorgeschoten in haar drift om alles in Brussel te willen regelen. Het orgaan Brussel is te groot en te log en mensen hebben er geen band mee. Het is onder andere aan de CDA-delegatie om een heldere agenda voor de toekomst te formuleren. Laten we als CDJA op de deur beuken. Want wanneer de deuren de aankomende vijf jaar gesloten blijven en Brussel doorgaat op dezelfde weg, dan zullen de gevolgen voor de Europese Unie bij de volgende verkiezin gen desastreus zijn.
l
Wilders verloor in Nederland een zetel maar in de rest van Europa hebben de Eurosceptici flink gewonnen. Wat mij betreft is dit een helder signaal: de burger heeft niet veel op met de huidige Europese Unie. Noodzakelijk is dat een nieuwe generatie politici opstaat en een duidelijke agenda formuleert over de toekomst van Europa. Voor onze generatie zijn vrede en veiligheid vanzelfsprekendheden (hoe jammer ook) waar niet een gehele politieke unie op gebouwd kan worden. De oplossing voor dit gebrek aan vertrouwen ligt in mijn ogen niet in dwaze teksten als ‘we moeten uit de Euro’ of nog sterker ‘we moeten uit de Unie’. De oplossing voor Nederland ligt zeker in Europa maar wel een Europa wat haar taken goed kent. Dit betekent dat sommige taken van het Europese niveau weer terug moeten naar het nationale of regionale niveau. De Europese Commissie zou zich bezig moeten houden met zaken als duurzaamheid en asielbeleid, en niet met de dikte van de plastic tasjes of de bekende hakken van de kapsters.