Wat gaan we doen en voor wie? Cliënten, Transitie en Innovatie
Uitgangspunten • Begeleiding Individueel, Groep Volwassenen • Thuisbegeleiding • Welzijnsvoorzieningen die hiermee samenhangen We verwachten samenwerking, maar verplichten niet tot gezamenlijk contract Indicatie door de gemeente Netwerken in de wijk Visievorming c.q. onderzoek (mede nav brief VWS): • Kortdurend Verblijf • Persoonlijke Verzorging • Vervoer Dagbesteding Zo ja dan in combinatie met doelgroep Jeugdwet
Cliënten: Algemene conclusies •
De BAR gemeenten hadden 1.133 cliënten Zorg in natura in 2012 en 472 Pgb cliënten in 2011 (Vektis)
•
84% van volwassenen kiest ZIN en 16 % Pgb ; Dit percentage is voor volwassenen hoger dan het landelijk gemiddelde van 79% en 21% Pgb (Vektis)
•
De grootste categorie indicaties per 2013 zien we bij psychiatrische cliënten (37%) gevolgd door lichamelijk gehandicapt (LG) 23% , waarna Psycho-geriatrie 16% , Verstandelijk beperkt (VG) 11%, Somatische (SOM) 10 % en tenslotte Zintuiglijk beperkt (ZG) 1%
•
De verhouding tussen aantallen cliënten die gebruik maken van : dagbesteding/ groepsbegeleiding BGG 36,5 %, Individuele begeleiding 61% BGI en 2,5% Kortdurend (tijdelijk) Verblijf KVB;
•
Gemiddelde kosten per cliënt zijn ruim € 9.200,-- In de 5 wijken met de hoogste zorgkosten liggen de kosten 32 % hoger
Aantallen indicaties (2013), aantal Zin en Pgb cliënten (2012, 2011) en aantal met eigen bijdragen (CAK)
1.200 1.053
Verhouding Pgb- ZIN is 29 -71%
1.000 800
691
655
600 400 269 203
200 95
80
CIZ
Vektis ZiN (2012)
Vektis Pgb (2011)
CAK*
Volwassenen
Jeugd
Vektis (geleverde zorg) aantallen zijn groter dan CIZ (indicaties) door: 1. Peilmoment 2013 : aantal indicaties daalt t.o.v. geleverde zorg Zin (2012) en Pgb (2011) 2. Vektis telt kortdurende begeleiding gedurende het jaar mee. CIZ telt alleen op peilmoment Bron: CIZ “Op weg naar andere zorg", peildatum 1 januari 2013, tabel 5.1 unieke cliënten CAK databestanden, 2013 Vektis databestanden, 2011/2012 *CAK levert geen gegevens over jeugd.
Verdeling vorm van Begeleiding ( Individueel of Groep) per Doelgroep (grondslag)
BAR gemeenten n = 810 De grootste aantallen indicaties 2013 bij:
7,4% Lichamelijke handicap (LG)
16,0% 9,3% 27,8%
•
grondslag
6,2% 3,7%
Somatische aandoening (SOM)
• •
3,1% Verstandelijke handicap (VG)
6,8% 2,5%
Zintuiglijke handicap (ZG)
•
psychiatrische cliënten (PSY) : 37% lichamelijk beperkt (LG) : 23% psycho-geriatrie (PG) : 16% verstandelijk beperkt (VG) : 11% somatisch beperkt (SOM) : 10% Zintuiglijk beperkt (ZG) : 1%
1,2% 0%
Begeleiding Groep Kortdurend Verblijf Bron: CIZ “Op weg naar andere zorg”, 2013, tabel 6.2 – 6.3 – 6.4 producten
• •
9,3% 6,8%
Psychogeriatrische aandoening (PG)
voor
indicatie
Psychiatrische aandoening (PSY)
10%
20% Begeleiding Individueel
30%
40%
50%
84% van volwassen kiest ZIN, 16% van volwassen kiest PGB
16% 23% Pgb (2011) ZIN (2012)
84%
77%
Jeugd, n = 349
Volwassenen, n = 1.256 BAR gemeenten Landelijke benchmark* 21%
24% Pgb (2011) 79%
Volwassenen, n = 64.893 Bron: Vektis databestanden, 2011/2012 *Op basis van alle klantgemeenten voor de Decentralisatiemonitor 2013
ZIN (2012)
76%
Jeugd, n = 17.149
Kosten BGI, BGG en KVB
Bron: Vektis databestanden, 2011/2012
jaarlijks ingekochte zorg ZIN en PGB Vektis
Begeleiding groep
Begeleiding individueel
Kortdurend verblijf
Vervoer begeleiding groep
De opdracht: Drie Sporen Als financieel uitgangspunt geldt vermindering van het beschikbaar budget met -/35%. Deze korting is nodig om: •
De rijkskorting van 25% op te vangen en de gevolgen van overgangsregeling vanwege behoud indicatierechten op te vangen (spoor 1)
•
Met zorg- en welzijnspartners te investeren in: • Systeeminnovatie Winst boeken in bedrijfsvoering, vermindering bureaucratie, zodat meer budget naar directe zorg en ondersteuning gaat
(spoor 2)
• Productinnovatie Winst boeken door productvernieuwing, nieuwe arrangementen op grond van o.a. de Kantelingsprincipes
(spoor 3)
Transitie en Overgangsregeling Spoor 1: inventarisatie van bezuinigingsmogelijkheden zonder de zorg kwalitatief te veel verminderen 1. Op grond van de professionele expertise van organisaties!
2. Welke oplossingen , suggesties, voorstellen van zorg- en zorgpartners?
3. Gemeente geeft geen blauwdruk, geeft de instelling professionele ruimte, maar wel uitgangspunt 35% minder.
Systeem innovatie Spoor 2 : besparingsmogelijkheden via inzicht in de bedrijfsvoeringskosten van organisaties
1. Hoe zijn deze opgebouwd? –
hoeveel kosten zijn nodig voor • directe zorg, • voor huisvesting , management en ondersteunende diensten
2. Hoe worden besparingen concreet gerealiseerd? • • •
regelarm monitoring en verantwoording overhead
Product innovatie Spoor 3: Hoe kunnen vernieuwingen bijdragen aan houdbaarheid van zorg en ondersteuning? Wat en Hoe? • • • • • • • •
Door meer preventieve en collectieve voorzieningen Door samenwerking zorg , welzijn, vrijwilligers organisaties (‘natuurlijke partners’) Door inschakeling van (meer) vrijwillige inzet Door vroegsignalering in laagdrempelige ontmoetingsfuncties Door netwerken in de wijk Door productinnovatie in samenwerking tussen zorg- en welzijnsaanbieders Door meer digitaal toezicht en verantwoorde instructie van cliënten en mantelzorgers Door andere vernieuwingen
Proces - vervolgstappen Planning op korte termijn en vervolgstappen: • Eind januari : voorstellen vanuit 3 sporen naar gemeente • Begin februari: eerste verdiepingsbijeenkomsten Proces: • Toegang en indicatieproces • Gespreksronden met aanbieders • Indicatoren en Monitoringsysteem • Budgetten duidelijk na meicirculaire • Gespreksronde met aanbieders • College en gunningsbesluit • Publicatie, contracten vaststellen • Afspraken contractmanagement