Wat er te leren viel op SXSW interactief. Aan het eind van onze studiereis verdween ik samen met NTRdirecteur Carel Kuyl in de Mark Rothko Chapel. Deze kerk voor ongelovigen en gelovigen in Houston gaf ons de rust om stil te staan bij de vorderingen van ons langjarige onderzoek naar de vraag hoe we de journalistiek van de publieke media in Nederland inhoudelijk en programmatisch zouden kunnen verbeteren. Met dat doel voor ogen zijn we de afgelopen jaren met wisselende gezelschappen op studiereis gegaan. De inzichten die we opdeden waren vaak inspirerend, de gezamenlijke vertering van alle nieuwe kennis zo mogelijk nog meer. Concreet leverden onze trips nieuwe formules als ArgosMedialogica en Altijd Wat Monitor op, in algemene zin leverde het een groter bewustzijn van de interactieve mogelijkheden op bij een aantal sleutelfiguren in de omroepwereld. Tegelijkertijd beseften we hoe taai en traag het proces is, Het scenario voor de toekomst is nog niet uitgeschreven, laat staan uitgevoerd.
vlnr. Frans Klein, Marc Josten, Carel Kuyl, Willem van Zeeland.
Deze studiereis bestond het gezelschap buiten Carel en mij uit Geert-Jan Bogaerts, hoofd digitaal VPRO, Willem van Zeeland, hoofd Cultuur van de VPRO, Geert-Jan Strengholt, teamleider bij VPRO digitaal, Wilbert Mutsaers, zendermanager van Radio 3FM en Frans Klein, zenderbaas van NPO 1,2 en 3.
Bestemming was Austin, Texas, waar het South-by Southwestfestival (SXSW) plaatsvond, het grootste festival ter wereld voor muziek-, film, en interactieve media. Wij waren er uiteraard voor het laatste. Het zou een week worden vol speeches, interviews en paneldiscussies, een week waarin we overdonderd zouden worden door een Katrina-achtige orkaan aan nieuwe initiatieven en inzichten. Het festival opende met een presentatie van de Amerikaanse oud-vice-president Al Gore. Meteen begrepen we dat het de eerste studiereis zou zijn met een programma dat alle kanten op zou schieten.
Al Gore
Al Gore had het over zijn geliefde thema: klimaatverandering. Hoewel hij het niet over interactiviteit had, was zijn presentatie zo interactief als de neten. Zijn waarschuwingen doorspekte hij met foto’s en data overal ter wereld online verzameld, waarbij zijn speech en de begeleidende beelden perfect op elkaar waren afgestemd. Ik kan wel verklappen dat er de rest van de
week geen knappere presentatie meer zou volgen. Dat zou ook bijna onmenselijk zijn. In journalistiek opzicht vond ik het ook een gedenkwaardige speech. Hier zag je hoe belangrijk het is dat onderzoekers en programmamakers hun onderwerpen blijven uitdiepen, in plaats van van item naar item springen. Gore toonde hier aan hoe groot de meerwaarde is van het veertien jaar lang consequent volgen van één onderwerp. Het was alsof zijn kennis en charisma nog eens exponentieel waren gegroeid. Bij zenderbaas Frans Klein, ook deel van de ploeg, suggereerde ik dat deze vernieuwde presentatie van Gore klaar was om uitgezonden te worden. Als deze opening met Al Gore de amuse was, dan was het hele interactieve festival een overdadig a la carte menu, letterlijk met de omvang van het telefoonboek van een grote stad. Niet dat ik leed onder keuzestress, maar het was wel onoverkomelijk dat deze reis geen uit één blok gehouwen thema zou krijgen. Het zou op zijn best een bord met veel fijne hapjes kunnen worden. Die bleken er in overvloed te zijn, en om te voorkomen dat dit verslag alle kanten opspringt, bedien ik me van een typisch Amerikaanse vorm: lijstjes maken van de beste, de slechtste, de gekste dingen die ik heb gezien. En wat is dan fijner om van slecht naar goed te gaan. Okay, hier komen ze: De drie zwakste kanten van het SXWS-digital-festival: 1. De helft van de paneldiscussies was slecht voorbereid. Dan heb je als bezoeker het gevoel dat je naar een radiouitzending luistert waarop geen redactie is toegepast. Veel door elkaar gepraat en een moderator die halverwege op zijn briefje kijkt en zegt: ‘Ik ben door mijn vragen heen.’ 2. De slechte wifi in veel gebouwen van het festival. Lastig, als je je voor wilt laten staan op je innovatieve kracht. 3. De onderdanigheid aan autoriteiten die Amerikanen ten toon spreiden, zelfs bij kwaliteitskranten. Zo prees één van de belangrijke mensen van The Washington Post zijn plan
aan met de woorden: ‘Jeff supports it very strongly.’ Jeff is Jeff Bezos, de man die miljardair is geworden van Amazon en nu de grote investeerder in The Washington Post is.
Austin, Colorado River
De drie slechtste presentaties (die ik heb gezien): 1. De reconstructie van de Blade Runner-zaak in Zuid-Afrika (de zaak van de paralympics-atleet Pistorius die zijn vriendin zou hebben vermoord). Daar had ik me erg op verheugd, maar de researchers wisten niet duidelijk te maken wat de trial by media voor effect heeft gehad op de uitkomst van de rechtszaak
Een slide van de Blade Runner-presentatie
2. Een paneldiscussie over social media en hoe daar schijnnieuws wordt gecreëerd. Sprekers onderhielden zich vooral met elkaar. Het leek wel Zeeman met Boeken, het legendarische tv-programma waarin gasten zich letterlijk en figuurlijk naar het publiek toe keerden. 3. Een paneldiscussie over social gaming. Aan het eind van de avond wist ik nog steeds niet wat social gaming was.
De 6 beste inzichten:
1. Het verhaal van Shailesh Prakash van The Washington Post.
De exponentiële toename van het aantal techneuten op de nieuwsvloer bij The WaPo
Ze voegen daar de digitale afdeling en de Newsroom samen en streven uiteindelijk naar een evenveel journalisten als ‘engineers’. De groei van het aantal techneuten is nu al enorm. In 2011 waren er nog maar 4 techneuten, nu zijn het er al 49. Die engineers moeten wel interesse voor journalistiek hebben. Wat moet ontstaan is tailor-made interactieve journalistiek. Spreker gaf het voorbeeld van de campagne van Hillary Clinton. Nu al staan een journalist en een internet-techneut klaar voor het moment dat haar campagne van start gaat. Dan kunnen ze inhoud én vorm in alle media aanpassen aan hun onderwerp en hoe hun onderwerp zich ontwikkelt. Ze deelden nog een inzicht: de smartphonelezer eist snelheid. Daarom hebben de techneuten van The WaPo de opdracht meegekregen om apps te maken die bliksemsnel van pagina naar pagina schieten.
p.s.: zonder de centjes van Jeff Bezos hadden ze zich dit niet kunnen veroorloven.
2. De discussie tussen Neil Vogel van About.com en Jay Donovan van TechCrunch.
vlnr: Jay Donovan en Neil Vogel
Vogel en Donovan zijn beide bedreven in het bedienen van de haarvaten van het internet. Zo krijg je bij about.com advies over het behandelen van ziektes tot en met een hapklaar antwoord op de vraag welke barbecuesaus je bij welk vlees moet gebruiken. De heren concludeerden dat de toekomst van de interactiviteit bij de niches ligt, en dat het daarbij van levensbelang is om de beste deskundigen in die niches te ‘casten’. Dat worden de beroemdheden van de toekomst. Mannen en vrouwen die alles van vis-sport, kankermedicijnen of stofzuigers weten.
3. De presentatie over de mogelijkheden van de Virtual Reality-journalistiek De demonstratie liet de mogelijkheden en de gevaren van virtuele journalistiek zien. Je kunt met robots reconstructies maken van waargebeurde taferelen. Spreekster Nonny de la Peña liet bijvoorbeeld zien hoe ze op basis van een audiofragment uit de werkelijkheid, met robots en een 3D-camera de situatie in beeld kan worden nagebouwd. Een man werd onwel in een rij voor een voedselbank in LA, en daarvan was een liveradioverslag. De la Pena bouwde de situatie na: https://www.youtube.com/watch?v=wvXPP_0Ofzc Het oogde nog als beginnerstechnologie, maar zeker bij reconstruerende programma’s zie ik mogelijkheden. 4. De paneldiscussie for media it is platform or perish: Rommelig panel, maar wel met heel heldere uitkomst. De toekomst van media ligt bij de platforms: gesloten en open platforms. Gesloten is bijvoorbeeld de Correspondent, waar alle content centraal gecheckt wordt op kwaliteit. Open platforms zijn verzamelingen van individuele blogs en sites die zich met een specialistisch onderwerp bezighouden, zoals de corruptie van Sepp Blatter.
5.De lancering van de app Meerkat:
Meerkat is een streamingdienst die het mogelijk maakt om je i-phone-filmpjes via vooral Twitter meteen de wereld in te sturen. Het zal een zegen en een vloek worden voor de journalistiek. Een zegen omdat er nog sneller door iedereen verslag gedaan kan worden, een vloek omdat het hoogstwaarschijnlijk weer voor veel ongecheckte hypes zal zorgen.
6. Op interactieve wijze verhalen vertellen.
De interactieve afdeling van de New York Times gaf een presentatie van hoe je met infographics op alle platforms een eenduidig antwoord kunt geven op journalistieke vragen als: werkt Obamacare? Wat zijn de gevolgen van Netanyahu’s nederzettingpolitiek? Hoe heeft Ebola zich verpreid? Het is die ene oogopslag waarin alle informatie opgeslagen ligt, die deze infographics zo geschikt maken als blikvanger op Facebook en Twitter. Mensen gaan klikken, lezen en de achterliggende informatie van een televisieprogramma of krantenartikel tot zich nemen. Oog-snoep, noemen Amerikanen dat: Eye Candy. 7 Dingen die je zou moeten doen met de beste plannen: 1. Meer kennis verwerven van de inmiddels totaal onoverzichtelijke kluwen van aanbieders en producenten van oude en nieuwe media. Actie: Het melkwegstelsel van oude en nieuwe media permanent in kaart brengen en hoe die zich tot elkaar verhouden. Ben je a la Buzzfeed en Vice vooral producent, of ben je a la Facebook, Twitter, NPO vooral distributeur. Het zou kunnen leiden tot een groter zelfinzicht. 2. Permanent tegenwicht organiseren tegen de schaduwkant van interactieve media (daar kwam een journalist van The Guardian mee in een verder oninteressant panel). Actie: Een checkforce social media starten voor NPO 3 en voor NPO Radio1, om permanent de hypes die door ‘de internet-first-strategieën’ in de hand worden gewerkt, te deconstrueren voor een jong publiek. Actie: een plan voor NPO 3 schrijven met als werktitel: Medialogica Junior.
3. Intelligente en visueel vernieuwende infographics maken als start van journalistieke vertelling en als eerste antwoord op je cruciale journalistieke vraag Actie: online een programma starten dat begint met infographics. Contact leggen met wetenschappelijke instituten en CBS om te kijken hoe ver we kunnen komen. 4. Engineers en journalisten moet je niet meer scheiden, ze moeten samen op één werkvloer (WP) Actie: Human en Vpro zouden stap voor stap meer engineers aan hun projecten moeten toevoegen. 5. Nieuwe beroemdheden creëren op niches, zoals About.com dat doet. Actie: de niches van NPO in kaart brengen en producenten en omroepen de ruimte geven deze nieuwe beroemdheden te casten en te laten groeien. 6. Al Gore part two volledig uitzenden Actie: Het team van Nederland Groen zou contact moeten opnemen met secretariaat Al Gore Foundation. 7. Virtual Reality serieus nemen bij nieuwe mediaconcepten. Actie: Bij het ontwikkelen van nieuwe documentaires en programma’s ook de mogelijkheden van virtual reality meenemen. Een jongerenprogramma met 3Dreconstructies zou een interessante mogelijkheid zijn.
Austin
3 zaken die ook voor Human interessant kunnen zijn:
1. Niche kings en queens zoeken en die aan ons binden: Actie: het internationale filosofieplatform van Human zou nu al een team moeten formeren dat wereldwijde talent-scouting start. Betekent wel dat sponsoring eerst rond moet zijn omdat internationale specialisten goede retainer-fees gewend zijn. Internationale talentscouts doen het doorgaans ook niet voor een boterham met pindakaas. Op dit terrein zetten we trouwens al grote stappen in het kader van Brainwash en de G8. 2. Gemengde werkvloer:
Actie: meer techneuten inhuren die samen met programmamakers het publiek op nog scherpere wijze duidelijk maken waar fundamentele waarden onder spanning staan. 3. Checkforce social media voor Nederland 3: Actie: programmavoorstel Medialogica junior schrijven.
Zo was het aanbod bij SXWS rijk, maar ook heel divers. Te vaak ook oppervlakkig. A lot of oysters but no pearls – zongen the Counting Crows ooit. Maar die oysters inspireerden wel. En dat kwam vooral door de gesprekken na afloop van de sessies. Dan zorg je als groep zelf voor de verdieping. En dat was wat mij betreft een belangrijke meerwaarde van de groep omroepmensen met wie ik op reis ging. Pel de oppervlakkige slogans en de commercialiteit van de Amerikaanse uitvindingen af en je komt vaak tot interessante inzichten. Zeker als de onderlinge sfeer goed is, zoals dat deze keer meer dan ooit het geval was. Mooiste voorbeeld van een oppervlakkig medium met een grote symbolische betekenis is Buzzfeed. Het is een interactieve onderneming die zich toelegt op bizarre poezenplaatjes, op discussies over de juiste kleuren van jurken, maar ook op kort nieuws. Een schokkend nieuw inzicht was dat Buzzfeed zijn eigen website helemaal niet meer belangrijk vindt. Het gaat er om dat je content zoveel mogelijk je publiek vindt op Facebook, Youtube en andere social media.
tips van BFF, een project van Buzzfeed
Het gaat Buzzfeed om de content-creatie, niet om de distributie. Ze hebben het verdienmodel van Vice: ze schrijven veel advertenties om tot redactioneel lijkende artikelen. Adverteerders betalen er grif voor. En hoe meer de artikelen door verschillende distributiekanalen opgepikt worden, hoe harder de kassa rinkelt. Gevolg: Buzzfeed maalt niet meer om zijn eigen website, alles gaat om de verspreiding van de eigen producties. De website staat nog maar voor vijf procent van hun totale verkeer. De keuze van Buzzfeed komt overeen met een keuze die veel partijen ook in de publieke media binnenkort moeten maken. De keuze tussen investeren in content-creatie of distributie, in televisietermen vertaald: het nog uit de vorige eeuw stammende maar nog altijd actuele dilemma of je als omroep productiehuis of zender wil zijn. Carel Kuyl en ik reden na afloop van SXSW-digital samen terug naar Houston, een rit van vier uur. We namen de vorderingen door de jaren heen door en praatten over waar we naar toe willen. Omdat we allebei niet meer de ambitie hebben om president-directeur van iets groots te worden, maar wel om na te denken hoe we een journalistiek vitale en diepgravende Publieke Omroep aan een volgende generatie kunnen overdragen, namen we nog eens de hele architectuur door van
de publieke media. Hoe bereiken we jonge generaties zonder te vervlakken? Hoe spelen we in op de onomkeerbare trend dat de overheid steeds meer bereid is content te subsidiëren en steeds minder de distributie? En: hoe zouden we de programmering op de zenders maar ook in de hele interactieve wereld opbouwen als we de last van het verleden niet hadden? De kern van het antwoord op onze vragen denken we al te hebben. We vinden dat de Publieke Omroep onomwonden en meer dan nu zou moeten durven kiezen voor kwalitatief hoogwaardige journalistiek. Journalistiek met ambitie om bloot te leggen en te onthullen. Er is daar een wereld te winnen. Kwaliteit en diepgang zijn belangrijker dan hoeveelheid. Scherp kiezen voor betere en diepgravender journalistiek. Een precieze uitwerking willen we presenteren als we een aantal belangrijke partijen aan onze kant hebben geschaard – dus: hierover later meer. En over de toekomst van onze studiereizen gesproken. Carel zou volgende keer meer diepgang willen dan we op SXSW gepresenteerd kregen. Hij zou weer een georganiseerde reis willen met een vooraf door ons geselecteerd gezelschap aan sprekers. Goed idee. Maar SXSW was tegelijkertijd ook een stroom die je niet mag missen. Je ziet wat er een orkaan aan kansen en bedreigingen op je afkomt. Volgend jaar zou ik er met een grotere en deels ook jongere delegatie naar toe willen. Om bewust te zijn van de veranderingen, om weerbaar te blijven tegen de stormen van deze tijd.
Op George Bush International Airport in Houston, schoot me een regel te binnen van een protestsong van REM. Het lied was gericht tegen Bush’ zoon George W. toen hij veel te laat het door orkaan Katrina geteisterde Zuiden te hulp schoot. Dat nummer heet heel toepasselijk ‘Houston’. Het begint met de zin: ‘If the storm doesn’t kill you, the government will.’ Dat laten we mooi niet gebeuren. Allebei niet.