WAD Poëzie 2014
openingslezing door James Sittrop op 2 maart 2014 Lieve liefhebbers van poëzie, beeldende kunst en van World Art Delft. Welkom. We staan hier aan de start van de zevende editie van ons poëzieproject, waarbij we willen beginnen met ons respect te betuigen aan Leo Vroman, die vorig weekend op 98-jarige leeftijd van ons is weggevlogen. Leo Vroman, een groot dichter, toneelschrijver, tekenaar en wetenschapper. Deze editie van WAD Poëzie is geheel geïnspireerd op het gedicht `De Albatros´ van de Franse dichter Charles Baudelaire uit de 19e eeuw, nu zo´n ruim 150 jaar geleden. Het is afkomstig uit zijn destijds beruchte gedichtenbundel `Les Fleurs du Mal´ [Bloemen van het Kwaad]. Het gedicht wordt algemeen beschouwd als een hoogtepunt uit de Franse poëzie en het heeft zijn weg over de hele wereld in vele talen gevonden. Baudelaire werd door zijn stiefvader gedwongen een bootreis naar Indië te maken om hem van zijn leven als bohemien af te brengen, nadat hij van het lyceum is gestuurd. Maar Baudelaire ging in Mauritius eigenzinnig van boord en nam het volgende schip terug naar Frankrijk. Het gedicht `De Albatros´ is door deze ongewilde reis geïnspireerd. Waarom was Baudelaire´s bundel zo berucht. De dichter werd in zijn tijd een poète maudit genoemd, een duivelse dichter die eigenlijk niet in de maatschappij thuishoort omdat hij een afwijkende, bandeloze en ongezonde levenswijze op na houdt. Denk aan drank- en drugsgebruik en decadent gedrag om een kunstmatig paradijs te vinden. Baudelaire werd zelfs op 23-jarige leeftijd onder curatele gesteld, welke vernedering hij nooit te boven is gekomen. Om aan de kost te komen, werd hij journalist en kunstcriticus, maar voelde zich een dichter. In 1857 verscheen de 1e uitgave van zijn meesterwerk Bloemen van het Kwaad, dat hem en zijn uitgever een proces-verbaal had opgeleverd omdat het de heersende moraal aanstoot had gegeven. De bundel gaf indringende sensaties weer van bizarre, gruwelijke en laag-bij-de-grondse fascinaties, vond men. Maar onder dichters en liefhebbers was Baudelaire een groot vernieuwer die veel invloed kreeg op de gehele internationale poëzie. `Les Fleurs du Mal’ laat duidelijk zien dat de klanken van de gedichten ritmisch verlopen en in overeenstemming zijn met wat de inhoud ons probeert over te brengen. Baudelaire was niet de enige poète maudit. Er waren meerdere dichters die binnen deze stroming pasten. We noemen bijv. Oscar Wilde, Edgar Allan Poe, Paul Verlaine, Arthur Rimbaud en, ja, zelfs Nederlandse dichters als Willem Kloos en J. Slauerhoff. Het beeld van de poète maudit als onbegrepen verschoppeling die zich in de gewone wereld niet thuis voelt, is klassiek geworden door Baudelaires gedicht `De Albatros´. De dichter wordt vergeleken met een albatros, die dankzij zijn machtige vleugels aan het aardse kan ontstijgen. Wanneer hij echter naar de grond wordt gelokt, zijn het diezelfde vleugels die hem verhinderen om weer aan het wereldse bestaan te ontsnappen. De Nederlandse auteur Jan Siebelink schrijft in zijn laatste boek `Daniël in de vallei’ (2013) op de pagina’s 369 en 370 het volgende over het gedicht De Albatros.
(vooraf) Door zijn docent Frans op de mulo in Velp is Siebelink zelf leraar Frans geworden. Nadat de docent op school gepest werd door medeleerlingen, ging Siebelink naar het huis van de leraar om zijn excuses aan te bieden.
1
[citaat uit Siebelink´s boek] `… Toen haalde de leraar een dichtbundel van Baudelaire tevoorschijn en las in het Frans `L’Albatros’ voor, een gedicht over scheepslui die op zee een albatros vangen en hem zodra hij machteloos op het dek ligt, belachelijk maken door hem een pijp in zijn snavel te stoppen. Zo is ook de dichter in zijn ivoren toren: als hij terugkeert naar de aarde, wordt hij geminacht door het volk. Dat was de moraal van het gedicht, en die albatros, dat was de leraar.’ Normaliter geloven zeelui dat het treiteren van een albatros ongeluk brengt, maar Franse matrozen delen dat bijgeloof niet ! Sarah Vial heeft ook een gedicht over De Albatros geschreven, maar zij benadrukt specifiek de transformatie en troost bij het Monument voor de Gestorven Zeelieden op Kaap Hoorn. Het beschrijft een legende van zeelui die in de golven achterblijven en niet sterven. Ze veranderen in albatrossen die hun kameraden tot gids dienen op de oceanen. `Ik ben de albatros die je opwacht aan het wereldeinde´, zo begint haar gedicht. Een mooie illustratie hiervan vinden we in de tekening van de Griekse beeldend kunstenares Fotini Hamidieli.
Fotini Hamidieli `The Albatross´
Hamidieli laat ons, door de combinatie van de kleuren met donkerblauw, donkerbruin en zwart èn door de plaatsing van de figuren in het vlak, op het eerste gezicht een dramatische scène zien. Het perspectief van de kunstenaar is hier vanaf boven als ware zijzelf ook een albatros. Het is alsof de zichtbare albatros gids wil zijn voor zijn kameraad in het kwetsbare bootje op de oceaan; de vogel staat hier duidelijk boven de ongenuanceerde en wellustige gebruiken van de mens. Hij heeft juist mededogen met de mens. Uiteindelijk is het een poëtische scène geworden, waarin mens en dier elkaar recht in de ogen kunnen zien en waarbij een stille afspraak wordt gemaakt voortaan met respect naar elkaars leven te kijken. Andere dichters die eveneens de albatros als thema hebben, zijn o.a. * J. Slauerhoff in zijn bundel `Een eerlijk zeemansgraf´; * Samuel Taylor Coleridge met zijn `Lied van de oude zeeman´ (1789): over de rampspoed die zeelieden te wachten staat als zij een albatros doden. 2
Els Otten heeft voor haar kunstwerk behalve het gedicht van Baudelaire ook het gedicht van Samuel Coleridge als inspiratiebron gebruikt. Otten combineert hier een strafmaatregel voor het pesten van de vogel met een transformatie van mens naar vogel.
Els Otten `albatrospak´
Ook zangers hebben zich laten inspireren door Baudelaire´s Albatros; Leo Ferré is één van hen. Overigens, Baudelaire doet het anno nu nog steeds heel goed. In Antwerpen bewondert men hem dermate dat al 10 jaar een Galerie Baudelaire aan de Vlaamse Kaai staat. Zij bracht in 2012 een tentoonstelling en een boek uit onder de naam `Hommage à Baudelaire´. Bij het veilinghuis Gros & Delettrez in Parijs brengt in 2009 een originele editie uit 1857 van zijn `Les Fleurs du mal´ € 775.000,- op. Hij is opgedragen aan Narcisse Anselle, een vriend en later curator van Baudelaire. Deze editie bevat ook nog correcties in het handschrift van de dichter zelf. In Leiden kunnen wij op een muur in een gewone straat het gedicht `Aan een voorbijganger’ van Baudelaire tegenkomen.
`Aan een voorbijganger´ in een straat in Leiden
3
Net als de dichters die hem bezingen, is de vogel albatros zelf ook heel populair.
albatros
`Albatros´ komt uit het Latijn en betekent wit-zwart en verwijst naar de kleuren van de vogel. Hij staat symbool voor kracht en geldt als voorbode van wind. De vogel kan 10 jaar boven water vliegen zonder één maal te moeten landen. Bovendien kan hij tot 6 dagen lang zweven zonder te moeten fladderen met de vleugels. Hij geldt als de grootste van alle zeevogels met een vleugelspanwijdte van 3½ m. Reuzenalbatrossen kunnen 60 jaar worden, maar door de zgn. langelijnenvisserij loopt de populatie van albatrossen fors terug. Ze worden aangetrokken door het aas, maar raken verstrikt in de lijnen en netten. Behalve in de oceanen rond de Zuidpool komen albatrossen ook voor in de buurt van Hawaii. De atol Midway Islands heeft zelfs een albatros in haar vlag. De Nederlandse fotograaf Frans Lanting heeft aldaar een documentaire gemaakt van jonge albatrossen. En één van de eilanden bij Tasmanië heet zelfs Albatross Island.We komen de naam ook tegen in de golfsport (een zeldzame slag), als bijnaam van de V250 (een type hogesnelheidstrein van AnsaldoBreda), als naam van een hotel in het hart van Bretagne en als personage Storm the Albatross uit de computerspellenreeks Sonic the Hedgehog. Maar hier bij World Art Delft kan de albatros zich een ware paradijsvogel wanen. 22 Kunstenaars uit Griekenland, Italië, Japan, Duitsland, Zweden en Nederland hebben de albatros en Baudelaire met liefde omarmd en een centrale plaats gegeven in hun werk. Ik heb net Fotini Hamidieli en Els Otten als voorbeeld genoemd, maar kijk ook eens naar de witte werken van Mischa Björkroos. In sommige culturen is wit het symbool van verdriet, hier gebruikt vanwege de pesterijen of het verlies van de albatros.
Mischa Björkroos `White velvets II´
4
De prachtige vleugels van Claudia Haberkern laten in feite een dramatisch moment zien: de vogel / de dichter / de kunstenaar kan niet meer opstijgen. De vleugels hangen er bij. Men kan niet langer uitstijgen boven de alledaagsheid en soms wreedheid van het bestaan.
Claudia Haberkern `Fuga´
Zie ook het kostuum van Simone ten Bosch; het lijkt op een theaterkostuum, maar zodra je het aantrekt (in de huid van de albatros kruipt), onderga je een ware transformatie.
Simone ten Bosch `In de huid van de Albatros´
5
Voel je vrij en sla je vleugels uit. Maar vergeet het gedicht niet, want poëzie kan je liefdesverdriet helen, je onvervulde verlangens vervullen of je inzicht geven in je dromen. Voor boeken bestaat al zoiets: de culturele apotheek > neem een pil uit de bieb. Leest u maar De Volkskrant van 15 februari jl. Tenslotte. Het gedicht De Albatros van Charles Baudelaire, waarvoor we hier uiteindelijk zijn, bestaat uit 4 kwatrijnen, waarvan elke regel uit zes jamben bestaat (een zgn. alexandrijn). We herkennen verder twee stijlfiguren: een personificatie en een metafoor. De albatros personifieert de dichter en de vleugels staan voor de dichtkunst die de dichter bezit. We voelen dat we dit gedicht hier moeten voordragen en omdat het bekend is in de hele wereld, laten we elk kwatrijn in een andere taal horen. We beginnen in het Frans, dan Engels, vervolgens Duits en tenslotte het Nederlands.
De Albatros Charles Baudelaire
Souvent, pour s´amuser, les hommes d´équipage Prennent des albatros, vastes oiseaux des mers, Qui suivent, indolents compagnons de voyage, Le navire glissant sur les gouffres amers. Hardly have they put them on the deck, Than these kings of the skies, awkward and ashamed, Piteously let their great white wings Draggle like oars beside them. Der sonst so flink ist nun der matte Steife. Der lüfte König duldet Spott und Schmach: Der eine neckt ihn mit der Tabakspfeife Ein andrer ahmt den Flug des armen nach. De Dichter is gelijk die prins der hemelsferen, Hij die met storm verkeert, lacht boog en schutter uit; Gebannen aan de grond, waar spotters hem kleineren, Hebben zijn vleugels, zo enorm, zijn gang gestuit.
◊
6
7