Waarborgen van openheid in publiek gefinancierde breedband netwerken Een Handleiding
TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN September 25, 2015 Dr. MSc. B. M. Sadowski
Waarborgen van openheid in publiek gefinancierde breedband netwerken Een Handleiding
Waarborgen van openheid in publiek gefinancierde breedband netwerken | 9/25/2015
Inhoudsopgave
1
MANAGEMENT SAMENVATTING .............................................................................................................. 3 1 INLEIDING ............................................................................................................... 5 2 MAATSCHAPPELIJKE DOELSTELLINGEN IN PUBLIEK GEFINANCIERDE BREEDBANDNETWERKEN ............. 6 2.1 HET ALGEMEEN BELANG IN NGA NETWERKEN EN OPEN TOEGANG .................................... 6 2.2 DE NEDERLANDSE DIGITALE AGENDA EN DE DEFINITIE VAN OPEN TOEGANG ......................... 9 2.3 DIGITALE AGENDA VAN BRABANT EN DE “LAPPENMAND’ VAN BREEDBANDINITIATIEVEN ........... 10 2.4 MAATSCHAPPELIJKE DOELSTELLINGEN IN NGA NETWERKEN IN NOORD-BRABANT ................. 13 3 ROLLEN EN ZEGGENSCHAP IN PUBLIEK GEFINANCIERDE BREEDBANDNETWERKEN IN NEDERLAND ....... 16 3.1 TOPOLOGIE GLASVEZELNETWERKEN IN NEDERLAND .................................................... 16 3.2 ROLLEN VAN MARKTPARTIJEN IN HET LAGENMODEL ..................................................... 18 3.3 HET VERTICAAL-GEÏNTEGREERDE MARKT MODEL......................................................... 20 3.4. VERSCHILLENDE MODELLEN VOOR OPEN TOEGANG OP BREEDBANDNETWERK ...................... 21 PASSIVE LAYER OPEN MODEL (PLOM) ........................................................................... 23 ACTIVE LAYER OPEN MODEL (ALOM) ........................................................................... 26 3 LAYER OPEN MODEL (3LOM) ................................................................................... 27 4. OPEN TOEGANG TOT NGA NETWERKEN: EEN HANDLEIDING ................................................. 31 4.1 BEPERKINGEN VAN HET VERTICAAL- GEÏNTEGREERDE NGA NETWERK ................................ 31 4.2 HET LEVENSBELANG VAN NGA NETWERKEN: OPEN TOEGANG ......................................... 32 4.3 VISIE EN VOORUITBLIK ........................................................................................ 35 5. SAMENVATTING EN CONCLUSIES.................................................................................... 38 6. REFERENTIES........................................................................................................... 41
Figuren & Tabellen
Tabel 1: Definitie van maatschappelijk belang en Rol van maatschappelijke diensten ...................................... 14 Tabel 2: Breedbandtechnologieën in Nederland .................................................................................. 16 Tabel 3: Modellen voor open toegang ............................................................................................. 22 Tabel 4: Overzicht Lagenmodellen en Lokale Breedbandinitiatieven in Noord Brabant ................................... 30 Tabel 5: Open Netwerkmodellen: Locaties, Toegang en Problemen ......................................................... 33 Tabel 6: Overzicht over verwachte capaciteiten voor nieuwe Applicaties .................................................... 36 Box 1: Beschrijving referentiemodellen voor kostentransparantie HSLnet ................................................... 13 Box 2: De definitie van Open Toegang van Boekelnet ........................................................................... 23 Box 3: De definitie van Open Toegang van HSLnet .............................................................................. 23 Box 4: Structuur Open Toegang in PLOM Model HSLnet...................................................................... 25 Appendix 1: Belangrijke vragen over open toegang voor beleidsmaker ....................................................... 43 Appendix 2: Terminologie en begrippen ........................................................................................... 44 Appendix 3: Breedbandinitiatieven en weblinks .................................................................................. 45
Waarborgen van openheid in publiek gefinancierde breedband netwerken | 9/25/2015
Figuur 1: Breedbandpenetratie in Noord Brabant 2014.......................................................................... 12 Figuur 2: Topologie van Breedbandnetwerk op basis van FttH/FttB (EFX).................................................. 17 Figuur 3: Een open Netwerk: Backbone en Aansluitnetwerk ................................................................... 18 Figuur 4: Het Lagenmodel ............................................................................................................ 19 Figuur 5: Het Verticaal-geïntegreerde Model ..................................................................................... 21 Figuur 6: Het Passive Layer Open Model (PLOM) ............................................................................... 24 Figuur 7: Het Active Layer Open Model (ALOM) ............................................................................... 26 Figuur 8: Het 3 Layer Open Model (3LOM) ...................................................................................... 27 Figuur 9: Verbinding aansluitnetwerk en Hoofd netwerk ....................................................................... 32 Figuur 10: Structuur van Aansluitnetwerk met concurrentie op laag 2 en laag 3 ............................................ 37
2
Waarborgen van openheid in publiek gefinancierde breedband netwerken | 9/25/2015
Management samenvatting
3
Dit rapport laat zien dat het waarborgen van open toegang van publiek gefinancierde breedbandnetwerken een van de meest controversiële onderwerpen in de discussie rondom de ontwikkeling van next generation access (NGA) netwerken op dit moment is en over de komende jaren zal blijven. Dit onderwerp is controversieel omdat in de publieke discussie er keer op keer wordt beweerd dat in de nationale en Europese regelgeving open toegang tot het netwerk voldoende is gedefinieerd. Verder wordt gesuggereerd dat bestaande niet publiek gefinancierde NGA al open toegang verlenen. Dit rapport toont aan dat het regelgevend kader aanzienlijke ruimte aan marktpartijen overlaat om de definitie van “open” toegang op basis van hun belangen te definiëren en op grond van hun strategische doelstellingen in te vullen. Zonder interventie van overheidsinstanties is de definitie van “open” toegang het resultaat van een marktproces waar dominante marktpartijen hun belangen en strategische visies beter kunnen doorzetten in vergelijking met kleinere marktpartijen en, in het bijzonder, consumenten. Dominante marktpartijen kunnen op basis van (hun) definitie van “open” toegang eenvoudig toegangsbelemmeringen voor nieuwe aanbieders (bijv. vertraging van toetreding op basis van technologische redeneringen of onredelijke prijsstellingen voor nieuwe toetreder) en onwenselijke “lock-in” effecten voor consumenten (bijv. het bundelen van breedbanddiensten) over de lange termijn creëren. Dit heeft belangrijke consequenties voor de rol van overheidsinstanties om marktdominantie tegen te gaan en criteria voor open toegang te ontwikkelen. In het vervolg geeft dit rapport aan dat de volgende criteria belangrijk voor open toegang zijn: a) In hoeverre zijn maatschappelijke doelstellingen zoals het aanbieden van zorgdiensten deel van de visie van het publiek gefinancierde NGA netwerk? b) In hoeverre heeft de partij die door de overheid (co-) gefinancierd is ook daadwerkelijk zeggenschap over de ontwikkeling van het publiek gefinancierde NGA netwerk en over de toetreding van (kleinere) marktpartijen? c) In hoeverre kan deze partij waarborgen dat toetreding op alle lagen van het publiek gefinancierde NGA netwerk op basis van kostenoriëntatie en zonder toetredingsbelemmeringen kan plaatsvinden? d) In hoeverre is deze partij in staat om de kostenoriëntatie van toegang op de verschillende lagen te monitoren, innovatieve en lokale dienstenontwikkeling te stimuleren en het keuzegedrag van gebruikers te faciliteren? Dit rapport beschrijft de kenmerken van een ideaal model voor open toegang op basis van de kennis en ervaring bij een aantal van breedbandinitiatieven in Noord-Brabant. Verder concludeert dit rapport dat de Europese en nationale regelgeving voldoende ruimte laat voor (lokale en provinciale) overheidsinstanties om de ontwikkeling van dit soort ideaal modellen te stimuleren.
De primaire doelgroep van het rapport zijn initiatiefnemers en beleidsmakers betrokken bij het opstarten en de ontwikkeling van (publiek gefinancierde) breedbandprojecten. Vervolgens is dit rapport ook geïntendeerd om verschillende marktpartijen zoals aanbieders van diensten nieuwe inzichten te geven.
Waarborgen van openheid in publiek gefinancierde breedband netwerken | 9/25/2015
De handleiding is bedoeld ter ondersteuning en afweging bij keuzes van projecten enerzijds en voor de kennisontwikkeling rondom openheid van publiek gefinancierde breedbandnetwerken anderzijds. Aan deze handleiding kunnen dan ook geen rechten worden ontleend met betrekking tot de juridische onderbouwing van bijvoorbeeld de vormgeving van breedbandprojecten.
4
1
Inleiding
Waarborgen van openheid in publiek gefinancierde breedband netwerken | 9/25/2015
Manager Chris van zorginstelling de Vriendelijke HulpVerlener (VHV) heeft een idee: Zij wil graag de zorgdienst op afstand (MedicatieGratis) voor een groep van ouderen in twee gemeentes ontwikkelen! Haar idee is om hulpbehoevende in deze gemeentes met MedicatieGratis de optie te geven om bij het ziekenhuis in hun buurt gratis in te kunnen bellen om medisch advies te ontvangen. Dus hulpverleners hoeven niet meer te reizen en ook de ouderen kunnen thuis blijven; een kostenbesparing voor zorgaanbieders en zorggebruikers! De MedicatieGratis dienst zal specifiek zijn gericht op de ouderen in de twee gemeentes omdat de zorginstelling VHV hier de meeste klanten heeft. In feite zo denkt Chris vertegenwoordigd MedicatieGratis een zorgdienst, die bijdraagt aan de doelstellingen van gemeenschappelijk belang van de breedbandaanbieder. Maar om de dienst te ontwikkelen moet er voor Chris nog meer duidelijkheid komen over vier onderwerpen:
5
1) Kan haar zorgdienst een bijdrage leveren aan het “gemeenschappelijke belang”? 2) Wie is de belangrijke partij met die zij moet praten om de dienst van de grond te kunnen trekken? 3) Kan deze belangrijke partij een veilige verbinding voor haar dienst, in het bijzonder voor beeldbellen, garanderen? 4) Is het mogelijk voor haar om voor een klein aantal van gebruikers in twee verschillende gemeentes een business case sluitend te krijgen? Op het eerste gezicht lijken deze voorwaarden niet zo ingewikkeld. In het vervolg laat dit rapport zien dat het bij deze verschillende ontwerpen om hetzelfde probleem gaat: het verlenen van open toegang tot publiek gefinancierde breedbandnetwerken. In de publieke opinie lijkt het dat open toegang tot breedbandnetwerken goed gedefinieerd is, maar niets is minder waar! Nieuwe technologische ontwikkelingen op breedbandgebied, veranderingen in het regelgevend kader en vragen vanuit gebruikers naar nieuwe diensten hebben de discussie rondom open toegang tot breedband netwerken opnieuw laten opwaaien. In het verleden heeft deze discussie al aangetoond dat universele beschikbaarheid, interoperabiliteit op de dienstenlaag en toegang tot de fysieke laag belangrijk zijn voor de nieuwe generatie van breedbandnetwerken (Stedenlink, 2011). Recentelijk zijn nieuwe uitgangspunten in deze discussie naar voren gekomen met betrekking tot: 1. de definitie van maatschappelijke doelstellingen van publiek gefinancierde breedbandnetwerken (zie hoofdstuk 2); 2. de rol van zeggenschap in publiek gefinancierde breedbandnetwerken (zie hoofdstuk 3); 3. de vraag naar toegang tot verschillende lagen in publiek gefinancierde breedbandnetwerken (zie hoofdstuk 4) en
4. het probleem van kostengeoriënteerde toegang tot publiek gefinancierde breedbandnetwerken (zie hoofdstuk 5). Dit rapport geeft een handleiding voor initiatiefnemers en beleidsmakers betrokken bij het opstarten en de ontwikkeling van (publiek gefinancierde) breedbandprojecten en andere marktpartijen zoals infrastructuur- en dienstenaanbieders.
2
Maatschappelijke doelstellingen in publiek gefinancierde breedbandnetwerken
2.1
Het Algemeen Belang in NGA netwerken en Op en Toegang
Op technologisch gebied hebben zich over de afgelopen jaren verschillende typen van breedbandnetwerken ontwikkeld die divergeren op basis van snelheid, capaciteit en opties voor het aanbieden van nieuwe diensten (OECD, 2008, 2010). Op regelgevend gebied refereert de Europese Commissie (EC) naar Next Generation Access (NGA) technologieën om de nieuwe kwaliteit van glasvezel, geavanceerde kabelnetten en draadloze technologieën – in vergelijking met traditionele breedbandnetwerken – te benadrukken. Deze nieuwe netwerken bestaan volledig of gedeeltelijk uit optische elementen en zijn in staat om breedbandtoegangsdiensten te leveren met betere kenmerken (zoals een hogere verwerkingscapaciteit) (CEU, 2013b). Bij NGA netwerken gaat het volgens de Europese Commissie niet alleen om (optische) glasvezel technologieën, maar ook om kabeltechnologieën op basis van DOCSIS 3.0 en recentelijk ook om geavanceerde draadloze technologieën. De EC concludeert dat deze NGA technologieën “naar verwachting op langere termijn de bestaande basisbreedbandnetwerken niet slechts zullen upgraden, maar zullen vervangen” (CEU, 2013b). Voor publiek gefinancierde NGA netwerken eist de Europese Commissie dat er een “open en neutraal platform” moet worden aangeboden “waarop vele exploitanten zullen kunnen concurreren bij het aanbieden van diensten aan eindgebruikers” (CEU, 2013b), p 21).1 In de breedbandrichtsnoeren geeft de Europese Commissie verder aan bij het uitrollen van breedbandnetwerken rekening moet worden gehouden met het “algemeen belang”, “dat gediend is met de financiering van een open en neutraal platform waarop vele exploitanten zullen kunnen concurreren bij het aanbieden van diensten aan eindgebruikers” (CEU, 2013b). Bij de ontwikkeling van publiek gefinancierde 1
Interessant is dat in het regelgevend kader van de Europese Commissie de begrijp “open toegang” niet gedefinieerd is (zie Body of European Regulators for Electronic Communications. (2011). BEREC Report on "Open Access". February 2011: BoR (11)05. p.8).
Waarborgen van openheid in publiek gefinancierde breedband netwerken | 9/25/2015
Het algemeen belang in NGA netwerken
6
breedbandnetwerken is het belangrijk in hoeverre het netwerk een bijdrage levert aan de doelstelling van gemeenschappelijk belang zoals nader gespecifieerd in de Digitale Agenda voor Europa (DAE). De Europese Commissie evalueert op basis van artikel 107, lid 3, onder c) van het VWEU2 in hoeverre de positieve effecten van het gemeenschappelijk belang tegen de potentiele negatieve neveneffecten, zoals “crowding out” effecten van private investeringen, opwegen.
Waarborgen van openheid in publiek gefinancierde breedband netwerken | 9/25/2015
Het algemeen belang in de DAE: Marktfalen versus digitale tweedeling
7
Sinds 2013 heeft de Europese Commissie de Digitale Agenda voor Europa (DAE) een meer prominente rol gegeven in het regelgevend kader voor het snelle uitrol van breedbandnetwerken in de Europese Unie (EU) (CEU, 2013b). De uitrol van breedband wordt gezien als onderdeel van de groeistrategie van de EU georiënteerd om sociaaleconomische voordelen, meer concurrentievermogen, sociale cohesie en werkgelegenheid te bereiken (CEU, 2013b). De DAE is één van de zeven vlaggenschipinitiatieven in het kader van Europa 2020-strategie om slimme, duurzame en inclusieve economische groei binnen de EU te realiseren. Belangrijke randvoorwaarden binnen de DAE om slimme, duurzame en inclusieve economische groei te bereiken zijn het creëren van een gezamenlijke Europese digitale markt, het stimuleren van onderzoek en innovatie, het verbeteren van de digitale kennis en vaardigheden van Europese burgers, het verhogen van publieke investeringen in onderzoek in informatie- en communicatietechnologieën (ICT) en het benutten van de maatschappelijke mogelijkheden van ICT. Het idee achter de ambitieuzen doelstellingen in de DAE is dat Europa de concurrentiepositie versus Noord Amerika en Azië op het gebied van ICT en innovatie kan verbeteren. Op basis van de doelstellingen van de Europese Digitale Agenda wil de Europese Commissie bereiken dat alle Europeanen al in 2013 van basisbreedband voorzien zijn. Verder wordt verwacht dat tegen 2020 “i) alle Europeanen toegang hebben tot veel sneller internet (30 Mbps of meer) en ii) ten minste 50 % van de Europese huishoudens over een internetverbinding van meer dan 100 Mbps beschikt.” (CEU, 2013b) Om deze doelstellingen te halen is ook in Noord-Brabant een inhaalslag, in het bijzonder in de buitengebieden, nodig. Maar bij het aanleggen van nieuwe publiek gefinancierde netwerken in Noord Brabant moet ook rekening worden gehouden met de technologische mogelijkheden op breedbandbandgebied, dus 1 Gbit/s
2
VWEU - Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie
breedbandverbindingen (symmetrisch, dus zowel download als upload) zijn op dit moment realistisch om het algemeen publieke belang goed in te vullen3.
Open toegang in de Europese breedbandrichtsnoeren en AGVV In de breedbandrichtsnoeren heeft de Europese Commissie open toegang als wholesaletoegang tot de passieve laag gedefinieerd, die derden-exploitanten toegang tot het gesubsidieerde netwerk mogelijk moet maken op basis van eerlijke en nietdiscriminerende voorwaarden (CEU, 2013b), p 21). Het idee achter deze definitie is dat door open toegang op wholesale niveau tot de passieve laag aan te bieden, de concurrentie op retail niveau wordt gestimuleerd (Body of European Regulators for Electronic Communications, 2011). Om open toegang te waarborgen moeten – volgens de Europese Commissie – niet alleen verzoeken tot daadwerkelijke en volledige ontbundeling worden gehonoreerd, maar derde partijen ook toegang tot de actieve en passieve netwerkinfrastructuur van het gesubsidieerde netwerk worden verleend (CEU, 2013b), p 21). Verder relateert de Europese Commissie de ontwikkeling van publiek gefinancierde NGA netwerken in zwarte en grijze gebieden aan een verwachte vraag naar “kwalitatieve verbeteringen” (CEU, 2013b), p 23) die de “verspreiding van innovatie ontmoedigen, e-overheidsdiensten die in ontwikkeling zijn en waarvoor betere prestaties nodig zijn dan die welke door het bestaande netwerk worden geleverd.” (CEU, 2013b), voetnoot 85). Dus open toegang moet ook rekening houden met de ontwikkeling van innovatieve diensten op de dienstenlaag.
3
ICT Recht, & Regio Rivierenland. (2014). Breedbandinfrastructuur als openbare nutsvoorziening. Visiedocument Regio Rivierenland in Samenwerking met ICTRecht. Utrecht.
Waarborgen van openheid in publiek gefinancierde breedband netwerken | 9/25/2015
De Europese Commissie specificeert verder dat er sprake van gemeenschappelijk belang kan zijn in het geval van a) marktfalen of b) belangrijke ongelijkheden. Het concept van marktfalen wordt gebruikt door de Europese Commissie om aan te tonen dat er op breedbandgebied positieve effecten kunnen optreden die in de business modellen van marktpartijen niet voorkomen of niet belangrijk zijn. Bijvoorbeeld zijn reiskostenbesparingen van gebruikers in het geval van een zorgdienst geen onderdeel van het business model van een provider. Verder kunnen breedbandnetwerken in gebieden worden uitgerold, die niet rendabel zijn bijv. omdat deze gebieden dunbevolkt zijn. In gemeentes in dunbevolkte gebieden kunnen dus problemen ontstaan voor commerciële aanbieders omdat providers een business casus niet kunnen sluitend krijgen voor deze gebieden. Als gevolg kunnen zich digitale ongelijkheden ontwikkelen tussen gebruikers, die toegang tot snel internet hebben in vergelijking met gebruikers, die deze snelle toegang niet hebben (Riddlesden & Singleton, 2014).
8
Voor publiek gefinancierde breedband netwerken wordt geadviseerd, dat zij alternatieve operators op de passieve laag de tarieven en voorwaarden handhaven zoals gespecifieerd voor gereguleerde passieve operators zoals KPN/Reggefiber (CEU, 2014a). Sinds juli 2014 zijn binnen de ontwerp Algemene Groepsvrijstellingsverordening (AGVV) van de Europese Commissie aanvullende criteria voor publiek gefinancierde breedbandnetwerken gedefinieerd. Op basis van de AGVV zijn aanmeldingen voor breedbandwerkzaamheden vrijgesteld tot een bedrag van 70 miljoen euro (dit bedrag omvat de totale projectkosten rondom breedbandinfrastructuur). Investeringen boven bedrag moet alsnog worden aangemeld bij de Europese Commissie (CEU, 2014c). De AGVV gebruikt als aanvullende criteria dat open toegang op de actieven en passieve laag door netwerkexploitanten ten minste moet worden verleend voor een periode van zeven jaar en dat toegang tot masten of buizen niet in de tijd beperkt is (CEU, 2014c)
Waarborgen van openheid in publiek gefinancierde breedband netwerken | 9/25/2015
2.2
9
De Nederlandse Digitale Agenda en de definitie van open toegang
Nederland is al sinds jaren koploper op breedbandgebied met op dit moment 40.8 breedbandaansluitingen per 100 inwoners (stand: juni 2014). In Nederland is het ICT beleid vastgelegd in de Digitale Agenda.nl 2011-2015, die nauw aansluit bij de DAE en zich richt op de bijdrage die ICT kan leveren aan de economische groei in Nederland. Aandachtspunten in de Nederlandse Digitale Agenda zijn, bijvoorbeeld het behalen van efficiency winst en groeikansen voor het bedrijfsleven door de inzet van ICT, het verbeteren van de digitale veiligheid en het investeren onderzoek en innovatie in ICT. Met betrekking tot het ontwikkelen van de breedbandinfrastructuur deelt de Digitale Agenda.nl de ambities van de DAE en geeft aan hoe Nederland kan worden voorzien van snel en open Internet. Maar volgens de Digitale Agenda.nl zijn de Europese ambities niet het einddoel, maar het aansluiten op de vraag van gebruikers en aanbieders van diensten het uitgangspunt voor de ontwikkeling van de breedbandinfrastructuur (Ministerie van Economische Zaken Landbouw en Innovatie, 2011). In de discussie rondom het breedbandbeleid sinds 2000, heeft de Nederlandse overheid een keuze gemaakt om marktwerking te stimuleren en de invloed (en investeringen) van de overheid in de breedbandinfrastructuur te beperken (Sadowski, Nucciarelli, & de Rooij, 2009). De Digitale Agenda.nl heeft ook verder geen invloed gehad op de definitie van open toegang in Nederland of nieuwe vormen van overheidsstimulering voor breedbandinitiatieven op lokaal niveau. Deze verantwoordelijkheden liggen daarom nu op lokaal en provinciaal niveau ondanks dat overheidsinstituties op deze niveaus alleen een beperkte rol kunnen spelen om deze verantwoordelijkheden in te vullen.
Ondanks dat er informatie over het precieze aantal van lokale initiatieven op breedbandgebied ontbreekt, zijn er op dit moment in bijna alle provincies in Nederland dit soort initiatieven actief (Salemink, Kasten, & Strijker, 2014).
2.3
Digitale Agenda van Brabant en de “Lappenmand’ van breedbandinitiatieven
De provincie Noord - Brabant is een voorloper op het gebied van besluitvorming over een digitale agenda in Nederland. Een eerste belangrijke stap was het ‘Brabant Manifest Breedband’ van 2011, waarin enkele regionale stakeholders beleidsmakers hebben geroepen om een sturende, coördinerende en faciliterende rol in de provincie te spelen ter bevordering van de uitrol van “supersnel” breedband (Breedband Manifest Brabant, 2011). In de periode 2012/2013, heeft de provincie een aantal besluiten genomen om de ontwikkeling van een modern breedbandnetwerk te bevorderen. Op 21 juni 2013, heeft de provincie Noord Brabant het besluit genomen om voldoende financiering voor breedbandprojecten te genereren om het opstarten van lokale initiatieven te ondersteunen. De financiering was vastgesteld op € 50 miljoen voor de periode 2013-2020 (Provincie Noord-Brabant, 2013). De provincie verwacht voordelen van breedband technologieën op de volgende gebieden:
Waarborgen van openheid in publiek gefinancierde breedband netwerken | 9/25/2015
Verantwoordelijkheid voor de definitie van open toegang ligt in Nederland bij de Autoriteit Consument & Markt (ACM). De ACM definieert op dit moment open toegang op basis van toegang van actieve operators tot de passieve infrastructuur van glasvezelnetwerken. Deze toegang wordt ook ODF (Optical Distribution Frame) aanbod genoemd is bedoelt om derden partijen toegang tot de passieve infrastructuur onder dezelfde condities (tarieven, voorwaarden, diensten en mogelijkheden) te verschaffen De ACM handhaaft een geografisch definitie op nationaal, en niet op lokaal of regionaal niveau (Authoriteit Consument & Markt (ACM), 2011). Een belangrijke vraag is of de regulering van open toegang tot de passieve laag voldoende is om de ontwikkeling van nieuwe lokale en kleinschalige digitale diensten te waarborgen. De kosten voor toegang tot de passieve laag en het isolement van verschillende lokale breedbandinitiatieven in Nederland maken het op dit moment voor kleine aanbieder heel moeilijk om voldoende schaal aan eindgebruikers te creëren om kleinschalige diensten (zoals zorg of afstand) aan te bieden. Verder kunnen de initiële kosten voor een nieuwe provider, die in verschillende gemeentes tegelijkertijd wil toetreden, hoog oplopen. Verder moet de nieuwe provider apart met verschillende aanbieders over toegang onderhandelen (coördinatie kosten). Dat kan als gevolg hebben dat de initiële en de coördinatie kosten zo hoog zijn, dat toetreding niet mogelijk is!
10
• • • • • •
Mobiliteit (Provincie Noord-Brabant & SRE, 2012), Zorgeconomie (Provincie Noord-Brabant, 2012b), Vrijetijdseconomie (Provincie Noord-Brabant, 2012a), Agro - food sector (Provinicie Noord-Brabant, 2011), en Plattelandseconomie (Buys, Visschers, Ertsen, Alders, & Stad, 2012) Bedrijventerreinen (Provincie Noord Brabant, 2013a, 2013b).
Waarborgen van openheid in publiek gefinancierde breedband netwerken | 9/25/2015
Deze sectoren worden beschouwd als essentieel voor de provinciale economie omdat zij worden geconfronteerd met een aantal van uitdagingen zoals vergrijzing, de grenzen van een extensieve productie in de agro-food sector, een krimpende beroepsbevolking en verminderde investeringen van de nationale overheid om het gebied van mobiliteit. Voor bedrijventerreinen is een verbetering van de kwaliteit van werklocaties en van het vestigingsklimaat belangrijk.
11
In de Digitale Agenda van Brabant wordt verwacht, dat nieuwe breedbandapplicaties en -diensten belangrijk zijn om problemen in de verschillende sectoren op te lossen. Verder zal de breedbandinfrastructuur een “impuls aan de lokale economie […] leveren” (Provincie Noord-Brabant/ Dialogic, 2012). De digitale Agenda van Brabant heeft het maatschappelijk belang nauwkeuriger gespecificeerd en vier expliciete hoofdoelen geformuleerd: 1. 2. 3. 4.
Het versterken van de economische basisinfrastructuur; Het voorkomen van een digitale tweedeling; Het inzetten van ICT om maatschappelijke opgaven te realiseren; en Het bevorderen en faciliteren van breedband-initiatieven (Provincie NoordBrabant/ Dialogic, 2012).
Deze hoofdoelen geven beter aan dat er a. marktfalen kunnen optreden op infrastructuurgebied: a) Op bedrijventerreinen als gevolg van het inadequate aanbieden van snelle breedbandverbindingen; b) In dunbevolkte gebieden waar de investeringsbereidheid van private partijen ontoereikend is. b. belangrijke ongelijkeden kunnen ontstaan; a) door lokale en regionale verschillen in toegang tot de digitale infrastructuur; b) door ongelijkheden in het gebruik van ICT om maatschappelijke doelstellingen te bereiken. Noord-Brabant heeft een van de hoogste percentages van breedbandaansluitingen per 100 inwoners in Nederland en in Europa maar hier wordt nog altijd rekening gehouden met internet snelheden van 2 Mbit/s (93 procent) (Eurostat, 2015). In Noord Brabant zijn er grote verschillen tussen gemeentes met glasvezelaansluitingen tussen 80 en 100
(B RON : S TRATIX , 2014) F IGUUR 1: B REEDBANDPENETRATIE IN N OORD B RABANT 2014
Het isolement van verschillende lokale netwerken heeft tot een “lappenmand van NGA initiatieven” in Noord Brabant geleid. Om toetreding van nieuwe aanbieders op basis van een kleine schaal van eindgebruikers toch mogelijk te maken, is het noodzakelijk voor initiatiefnemers om a) accurate informatie over kosten voor toegang te generen en de kostenontwikkeling te monitoren; b) het proces van toetreding van marktpartijen te monitoren m.b.t. informatieverstrekking voor nieuwe toetreders, in het geval van vertraging in het proces, het verlenen van toegang tot de centrale punt (CP), etc. Een manier om accurate informatie over de kosten van toegang te generen en te monitoren is om verschillende kostenvoorstellen te laten uitwerken door de aanbieder (zie ervaring van HSLnet, Box 1)
Waarborgen van openheid in publiek gefinancierde breedband netwerken | 9/25/2015
procent (bijv. Heeze-Leende, Nuenen en Valkenswaard) of met geen glasvezelaansluitingen (bijv. Sint Anthonis, Deurne, Oirschot en Hilvarenbeek) (zie Figuur 1) (Stratix, 2014).
12
Waarborgen van openheid in publiek gefinancierde breedband netwerken | 9/25/2015
“Het definitief bepalen van de voorkeursaanlegger zal mede worden gebaseerd op een kostenopgave van volgende referentievoorbeelden, waarbij de gebruiker(s)/afnemer(s) al een fully unbundled loop afneemt van de laag 1/2 aanbieder; wat zijn de kosten (initiële, vaste en variabele) voor: (1) Een kleine zorgaanbieder die alleen in Heeze-Leende opereert om een dienst bij 35 aangesloten klanten in Heeze-Leende te leveren; (2) Een landelijke aanbieder om een dienst bij 15 aangesloten klanten in Heeze-Leende te leveren; (3) Een plaatselijke voetbalvereniging om (a) alle leden van de voetbalvereniging toegang te geven tot de vaste camera's op het veld tijdens de wedstrijd van Heeze tegen Leende, of (b) aan ouders die willen kijken naar de training van hun kinderen, maar alleen als hun eigen kinderen trainen. (4) Een grote zorgaanbieder in Heeze-Leende die dagelijks zeer grote medische bestanden uitwisselt met een instelling in Maastricht, en daarbij gebruik blijft maken van de huidige provider; (5) Een zorgaanbieder in Heeze-Leende die een directe niet-geactiveerde koppeling wil maken tussen 2 locaties binnen Heeze-Leende; (5) Een klein lokale ICT bedrijf dat ICT diensten wil leveren aan lokale ondernemingen, (6) Een kleine lokale onderneming die ICT diensten wil afnemen van ICT provider met een aansluiting op EFX. (7) Een conferentiecentrum/hotel/camping dat een VPN verbinding wil creëren met het bedrijf van een Amsterdamse gast voor de duur 2 dagen.” (bron: HSLnet (2009) Beschrijving breedband Heeze-Leende)
13
B OX 1: B ESCHRIJVING REFERENTIEMODELLEN VOOR KOSTENTRANSPARANTIE HSL NET Voor provinciaal belang is dat de er verbindingen tussen de verschillende NGA initiatieven komen op basis van: a) Een fysieke connectie tussen de verschillende NGA aansluitnetwerken en een neutrale plaatvorm, die deze initiatieven met het hoofdnetwerk (backbone) verbindt; b) Informatie- en kennisuitwisseling tussen de initiatiefnemers te bevorderen door kenniscentra op te bouwen! 2.4
Maatschappelijke doelstellingen in NGA netwerken in Noord-Brabant
Ondanks de hoge breedbandpenetratie, zijn er op gebied van dekking met NGA netwerken nog grote verschillen in Noord Brabant. Als resultaat hebben zich in een aantal van gemeentes in Noord Brabant lokale breedbandinitiatieven ontwikkeld, met als doel de NGA ontwikkeling in de gemeente te stimuleren.
FttH/B Gemeenschappelijk belang
Rol van maatschappelijke diensten
HSLnet
FttH
“Heeze-Leende ziet een glasvezelverbinding vooral als een maatschappelijke nutsvoorziening.”
“als blijkt dat het maatschappelijk belang van onze gemeente daar mee gediend is. Denk daarbij aan thuiszorg, beveiliging, scholing en uitzenden van sociale gebeurtenissen.”
Boekelnet
FttH
“Stichting BoekelNet werkt aan een netwerk met een echte meerwaarde voor de gemeenschap. Een netwerk dat helpt mensen, verenigingen, instellingen en bedrijven te verbinden. Dat lukt niet als grote delen van de gemeente niet aangesloten worden.”
“Door ook [..] woningen [in het buitengebied] aan te sluiten zorgen we ervoor dat [..][mensen] langer zelfstandig kunnen blijven wonen. Dat kan door eenvoudige diensten als BLOK en uitzendingen vanuit de kerk maar ook door meer professionele diensten zoals zorg op afstand.” “Wij gaan voor een echt open netwerk waar verenigingen eenvoudig hun diensten op kunnen aanbieden.”
OnsNet Nuenen
FttH
“De Coöperatie OnsNet Nuenen staat voor een glasvezelnetwerk dat dienstbaar is aan de Nuenenaren en de Nuenense gemeenschap. Het is die gemeenschap en de Nuenenaar die beoordeelt hoe het netwerk benut moet worden.”
“De coöperatie streeft er daarnaast naar haar invloed op de exploitant, de Netwerk Exploitatiemaatschappij Nuenen bv, zodanig uit te oefenen dat het gebruik van het glasvezelnetwerk zo goed mogelijk voldoet aan de wensen en de behoeften van de gebruikers.”
Glasvezel Eindhoven
FttB
Glasvezel Eindhoven is namelijk een non-profit instelling, die ernaar streeft om in de komende jaren de kosten voor u steeds verder te laten zakken.
“Ja. Alle bedrijven die breedbanddiensten willen leveren kunnen deze aanbieden via het glasvezelnetwerk van Glasvezel Eindhoven.”
behartigt “de belangen van de aangesloten leden (bedrijven), waarmee het echt verenigingen van en voor de leden zijn. Zo worden lidmaatschapsgelden gebruikt voor het aanzwengelen van nieuwe ontwikkelingen en initiatieven, die alle leden ten goede komen.” Eindhoven Fiber Exchange
FttH/ FttB
Een neutraal en onafhankelijk knooppunt om te makelen en schakelen tussen dienstaanbieders, (glasvezel)netwerken en eindgebruikers. Koppeling voor NGA netwerken tussen enerzijds FttH / FttB en anderzijds dienstenaanbieders (maatschappelijk, consumenten en zakelijk)
“Het hoofdproduct van EFX bestaat uit het faciliteren van verbindingen tussen netwerken en databestanden en het transparant maken van de aanbieders van diensten en glasvezel.”
T ABEL 1: D EFINITIE VAN MAATSCH APPELIJK BELANG EN R OL VAN MAATSCHAPPELIJKE DIENSTEN
Waarborgen van openheid in publiek gefinancierde breedband netwerken | 9/25/2015
Netwerk
14
Het is heel interessant dat er in de verschillende businessplannen van deze initiatieven expliciet maatschappelijke doelstellingen (bijv. glasvezelverbindingen als maatschappelijke nutsvoorziening) zijn opgenomen. Verder is voor sommige breedbandinitiatieven al duidelijk aangegeven op welke gebieden nieuwe maatschappelijke diensten worden verwacht (bijv. voor lokale verenigingen of de kerk, beveiliging or thuiszorg). Soms zijn de partijen, die deze maatschappelijke diensten aanbieden, al onderdeel van het consortium. Voor OnsNet Nuenen is er een commerciële provider, die keuze kan/moet maken over nieuwe diensten. Dit lijkt daarop te wijzen, dat het netwerk van OnsNet Nuenen niet open is.
Waarborgen van openheid in publiek gefinancierde breedband netwerken | 9/25/2015
In vergelijking met de NGA initiatieven van eindgebruikers op FttH (Fiber-to-the-Home) gebied, zijn er ook een aantal van initiatieven op FttB (Fiber-to-the-Business) gebied in Noord Brabant. Het maatschappelijke belang bij FttB initiatieven is meestal daarop gericht om op bedrijventerreinen NGA technologieën aan te bieden, zeggenschap over de keuze van service providers te hebben en – wanneer mogelijk – het gebruik van nieuwe ICT diensten gezamenlijk te stimuleren.
15
Een voorbeeld voor een open onafhankelijk netwerk is de Eindhoven Fiber Exchange (EFX) een gezamenlijk initiatief van de Gemeente Eindhoven en de Technische Universiteit Eindhoven (TUe). De missie van de EFX is “het faciliteren van verbindingen tussen netwerken en databestanden en het transparant maken van de aanbieders van diensten en glasvezel.” Via de EFX kunnen verschillende zakelijke aanbieders en ISPs hun diensten aan eindgebruikers aanbieden. In Beeld 1, zijn links de aansluitkasten voor de verschillende aansluitnetwerken te zien, rechts de koppelpunt voor het inkoppelen in het landelijke backbone netwerk.
B EELD 1: E INDHOVEN F IBER E XCHANGE (EFX): O NAFHANKELIJKE K OPPELPUNT VOOR NGA NETWERKEN
3
Rollen en zeggenschap in publiek gefinancierde breedbandnetwerken in Nederland
3.1
Topologie glasvezelnetwerken in Nederland
In Nederland, zijn op dit moment de belangrijkste technologieën op breedbandgebied kabel-, ADSL- en glasvezeltechnologieën. De sterkste groei over de periode 2008 tot 2014 hebben glasvezeltechnologieën meegemaakt (33.2 procent) (zie Tabel 1) (ACM, 2015). In 2014, zijn er door KPN meer dan 2 miljoen huishoudens aan een glasvezelnetwerk aangesloten (KPN, 2014) (zie Tabel 1). Groei over periode (2008-2014) 33.2 6.2 -2.9
T ABEL 2: B REEDBANDTECHNOLOGIEË N IN N EDERLAND
Verder komen er vanuit de gebruikerskant steeds meer vragen naar nieuwe digitale diensten, die niet in een standaard triple play pakket (Internet, Telefonie en Televisie) worden aangeboden, maar lokaal van aard zijn, bepaalde veiligheids- en/of kwaliteitseisen stellen en (meestal op het begin) kleinschalig moeten worden uitgerold bijv. zorg op afstand (Tijmes, Nooren, & Koenen, 2012). Een open netwerkstructuur op basis van een glasvezelnetwerk kan de volgende topologie hebben (zie Figuur 2): Typisch is een communicatienetwerk opgebouwd uit meerdere aansluitnetwerken (rechts), die zijn verbonden met het achterliggend backbone netwerk (of hoofdnetwerk) (links in Figuur 2). Het aansluitnetwerk is gedefinieerd als gedeelte van het netwerk waar de eindgebruiker via een aansluitpunt verbinding maakt met een centraal aggregatiepunt waar de koppeling met het hoofdnetwerk plaatsvindt. Het centrale aggregatiepunt voor glasvezelnetwerken is de CityPoP.4 De aansluitnetwerken bieden toegang voor klanten op bedrijventerreinen op basis van Fiber-to-the-Business (FttB) en voor thuisgebruikers op basis van Fiber-to-the-Home (FttH). De meest gekozen topologie voor glasvezelinfrastructuur in Nederland bijvoorbeeld van bedrijven zoals KPN/ RF en CIF is een actieve ster netwerk. De actieve ster topologie maakt gebruik van een glasvezelring met een capaciteit van 10 Gbit/s of meer die de verschillende verdeelpunten (AreaPoP’s – APs) met het centrale aggregatiepunt (de 4
Waarborgen van openheid in publiek gefinancierde breedband netwerken | 9/25/2015
Technologie Marktaandeel 2014 (in %) Glasvezel 8.49 Kabel 47.10 ADSL 44.41 (Bron: ACM, 2015)
Voor DSL netwerken is dit de nummercentrale en voor kabelnetwerken het wijkcentrum.
16
CityPoP- CP) verbindt. De eindgebruikers zijn via individuele glasvezellijnen (meestal twee aders van glasvezel) met de APs verbonden. De actieve apparatuur noodzakelijk voor ethernet connectiviteit wordt in de CPs installeert.
Waarborgen van openheid in publiek gefinancierde breedband netwerken | 9/25/2015
Vanuit de CP koppelt het aansluitnetwerk met het hoofdnetwerk naar een centrale koppelpunt (in dit geval de Eindhoven Fiber Exchange (EFX)). Het backbone netwerk levert de nodige capaciteit (bijvoorbeeld snelheid en kwaliteit van diensten) aan de aansluitnetwerken en legt via de opstappunten een verbinding met andere hoofdnetwerken van andere private providers (zoals Eurofiber) of non-profit aanbieders (zoals NL Open) in andere regio’s van Nederland en in het buitenland. Verder heeft het hoofdnetwerk de functie om langere afstanden tussen het aansluitnetwerk en de locatie van de service providers (SPs) te overbruggen. Deze SPs zijn zakelijke providers, maatschappelijke diensten providers (bijvoorbeeld voor zorg of afstand) of internet service providers (ISPs), die triple play diensten (Internet, Telefonie, TV) aan huishoudens aanbieden. Via de koppeling van de hoofdnetwerken met andere backbone providers kan EFX ook nog andere SPs (die niet direct met EFX koppelen) toegang tot de (lokale) aansluitnetwerken bieden.
17
Figuur 1: Topologie van Breedbandnetwerk op basis van FttH/ FttB
Klant (Bedrijven)
Aansluitnetwerk
Backbone Netwerk
Klant (Thuisgebruikers)
AP BRE NL Open AP
EFX CP Eurofiber
AP CP
Zakelijke Provider
Maatschapp Diensten Provider
AP
Internet Service Provider
Internet Service Provider
F IGUUR 2: T OPOLOGIE VAN B REEDBANDNETWERK OP BASIS VAN F TT H/F TT B (EFX) Figuur 2 laat zien hoe de indeling tussen het hoofdnetwerk en het aansluitnetwerk voor verschillende regio’s bij een neutrale koppelpunt eruit ziet. Alle leidingen, kabels,
Laag 3 Signet (zakelijk)
Glasvezel Eindhoven (zakelijk )
Ons Net Eindhoven (cons.)
Plinq (cons.)
Zuid Zorg (Zorg)
Laag 2 AMS-IX Eindhoven Fiber Exchange
aQuestora
Y-IX Backbone
Aansluitnetwerk
Laag 1 BRE
KPN
Eurofiber
HSLnet
Boekelnet
F IGUUR 3: E EN OPEN N ETWERK : B ACKBONE EN A ANSLUITNETWERK 3.2
Rollen van marktpartijen in het lagenmodel
De basis om open toegang te definiëren is het lagenmodel, waarin partijen op verschillende manieren een rol kunnen spelen (zie Figuur 4):
Waarborgen van openheid in publiek gefinancierde breedband netwerken | 9/25/2015
masten, gebouwen die onderdeel uitmaken van het backbone netwerk en het aansluitnetwerk maken onderdeel uit van de passieve infrastructuur. Passieve infrastructuur providers (PIPs) zijn op het hoofdnetwerk (backbone) bijvoorbeeld Breedband Regio Eindhoven (BRE), KPN of Relined. PIPs op het niveau van het aansluitnetwerk zijn bijvoorbeeld HSLnet of Boekelnet (Laag 1). Op laag 2 opereren netwerk providers (NPs) die over de actieve apparatuur beschikken en meestal ook eigenaar van deze apparatuur zijn. Op backbone niveau is een NP de Eindhoven Fiber Exchange (EFX), de Nederlands-Duitse Internet Exchange (NDix) of de wel meest bekende de Amsterdam Internet Exchange (AMS-IX). Op het niveau van het aansluitnetwerk zijn bijvoorbeeld aQuestora en EFX onafhankelijke aanbieder. Op laag 3 bieden service provider (SP) hun diensten zoals triple play service, zakelijke diensten of zorg of afstand aan. Via het backbone netwerk van de EFX kunnen service providers hun diensten ook op de verschillende aansluitnetwerken aanbieden. Verder is via EFX de koppeling naar andere regio’s bijv. via Y-IX (“Y” staat voor “ND” (ND-IX, Enschede) of “GN” (GN-IX, Groningen) or “RT” (R_IX, Rotterdam) of “ZOD” (ZOD-IX, Leeuwaarden)) en internationaal bijv. via de AMS-IX (Amsterdam Internet Exchange) mogelijk.
18
F IGUUR 4: H ET L AGENMODEL
Laag 3
Service Provider (SP) Bijv. Triple Play, Zorg op afstand apparatuur Wholesaletoegang
Laag 2
Netwerk Provider (NP) Bijv. Actieve apparatuur
Ontbundelde toegang tot het aansluitnet (bijv. ODF)
Waarborgen van openheid in publiek gefinancierde breedband netwerken | 9/25/2015
Laag 1
19
Passive infrastructure provider (PIP) (PIP) Bijv. Kabels, Vezel, Buizen
De onderste laag (laag 1 of passieve laag) omvat de buizen, kabels en vezels van breedbandnetwerken. Deze laag wordt door een passieve infrastructuur provider (PIP) aangeboden. In Nederland zijn er op dit moment verschillende PIP’s aanwezig, die deze laag aanbieden bijv. KPN Netco voor glasvezelnetwerken, kabeloperators zoals Ziggo Wholesale voor kabelnetwerken op basis van HFC en een aantal van kleine marktpartijen zoals HSLnet, Boekelnet of CIF. Passieve infrastructuur providers zijn eigenaars van de passieve laag en verhuren deze laag aan actieve operators. Maar providers van de actieve laag kunnen de passieve laag ook inkopen en alle twee lagen aan
gebruikers aanbieden. De eigenaars van de passieve infrastructuur zijn niet alleen verantwoordelijk voor het investeren en het bouwen maar ook voor de exploitatie van de passieve infrastructuur (bijvoorbeeld door een aanbod voor gebruikers uit te werken, voorwaarden te definiëren, de verrekening te organiseren, de hele keten te automatiseren, etc. (OSS BSS)). Naar de fase van investering en bouwen, komt de exploitatiefase van het passieve netwerk. Ontbundelde toegang tot deze laag omvat tarieven, voorwaarden, diensten en mogelijkheden voor NP en is voor (dominante) marketpartijen met aanmerkelijke marktmacht (AMM) gereguleerd. KPN is op dit moment door ACM in Nederland aangewezen als marktpartij met AMM.
5
Op laag 2 (of de actieve laag) zijn netwerk providers (NP) bezig om met hun actieve apparatuur - die in wijkcentrales is opgesteld - elektrische of optische signalen (“belichten”) over laag 1 door te geven aan laag 3. Op deze laag zijn marktpartijen zoals KPN Netco maar ook kleine marktpartijen zoals aQuestora actief. Er zijn mogelijkheden om verschillende NPs toegang tot een NGA netwerk in een regio of stadsdeel te bieden. Wholesaletoegang tot de actieve laag is gereguleerd door ACM zonder toegangsprijzen te bepalen.5 Actieve operators zullen op non-discriminatoire manier toegang aan service providers bieden. Maar de voorwaarden voor toegang zijn meestal afhankelijk van de operator.
Toegang op laag 2 is gedefinieerd als Wholesale Broadband Access (WBA) ACM. (2011). Marktanalyse Ontbundelde toegang MDF-, SDF- en ODF-access (FttH). Besluit. Den Haag: ACM.
3.3
Op laag 3 (of de dienstenlaag) worden van service providers (SP) diensten over die door de NPs geleverde verbindingen aan eindgebruikers aangeboden. SP’s zijn vaak Internet Service Providers (ISPs), die Triple Play services (Internet, Televisie en Telefonie) leveren maar ook aanbieders van nieuwe diensten zoals zorg op afstand. Laag 3 is niet gereguleerd door de ACM. Het verticaal -geïntegreerde markt model
De meesten breedbandnetwerken in Nederland zijn georganiseerd op basis van een verticaal geïntegreerde operator. Meestal zijn gevestigde operators eigenaar van de passieve en actieve infrastructuur (en diensten) en daarom in staat om eindgebruikers hun diensten in een 'verticaal geïntegreerde' model aan te bieden. Er zijn ook varianten waarbij de gevestigde operator concurrerende dienstverleners toegang op wholesale niveau bied. Voor sommige breedbandnetwerken op basis van glasvezel en ADSL technologieën heeft de ACM (Autoriteit Consument en Markt) KPN aangewezen als marktpartij met aanmerkelijke marktmacht (AMM), die toegang tot het breedbandnetwerk op laag 1 en laag 2 moet verlenen (ACM, 2014b). Voor de komende twee jaar6 heeft de ACM aangegeven, dat KPN verschillende third-party operators toegang moet geven tot zijn koper- en glasvezelnetwerk met als doestelling de concurrentie tussen verschillende aanbieders te bevorderen. Het ACM heeft KPN de volgende verplichtingen opgelegd: -
-
De verplichting te voldoen aan redelijke verzoeken tot het leveren van ontbundelde toegang en bijbehorende faciliteiten. Deze verplichting heeft betrekking op ontbundelde toegang tot het koperaansluitnetwerk (MDF-access en VULA) en het glasvezelaansluitnetwerk (ODF-access FttH); De verplichting tot non-discriminatie; De verplichting tot transparantie en het publiceren van een referentieaanbod; en Tariefregulering (Authoriteit Consument & Markt (ACM), 2011).
Voor kabelnetwerken zoals bij kabeloperator Ziggo is open toegang niet door de ACM gereguleerd en de verwachtingen zijn, dat dit op korte termijn niet zal veranderen. Dus verticaal-georganiseerde operatoren zijn hier de regel (WIK consult, 2015). In het geval dat marktpartijen aanmerkelijke marktmacht hebben, wordt netwerk toegang voor concurrenten gereguleerd, op de fysieke laag (bijv. door ontbundeling van het aansluitnet of LLU) of op de actieve laag (bijv. door bitstream toegang). In het eerste geval kunnen concurrenten hun apparatuur in de wijkcentrales plaatsen in gebieden, 6
Ziggo hoeft op dit moment geen open toegang aan te bieden. Verder is er een discussie gaande tussen de Europese Commissie en de ACM over aanpassingen van regelingen op het gebied van open toegang van KPN naar fusie van Ziggo/UPC. Verder is er een discussie gaande in hoeverre ook andere lagen moeten worden gereguleerd (ACM, 2014).
Waarborgen van openheid in publiek gefinancierde breedband netwerken | 9/25/2015
20
waar zij hun diensten willen aanbieden. In het tweede geval, kunnen zij de netwerkapparatuur in een datacenter plaatsen, waarvan zij kunnen communiceren met de netwerkeigenaar. Ondanks dat gevestigde exploitanten soms verwijzen naar dit model als een “open toegang” model, is dit in werkelijkheid een verticaal geïntegreerde model met ontbundeling (bijvoorbeeld op de fysieke laag, de zogenaamde ontbundeling van het aansluitnet (LLU), of op de actieve laag, genaamd bitstreamtoegang) (zie Figuur 5).
Laag 3
Service Provider (SP)
Service Provider (SP)
Service Service Provider Provider (SP) (SP)
Bit stream toegang
Waarborgen van openheid in publiek gefinancierde breedband netwerken | 9/25/2015
Laag 2
21
Netwerk Provider (NP)
Netwerk Provider (NP)
Netwerk Provider (NP)
Local loop unbundling
Laag 1
Passive infrastructure provider (PIP)
Passive infrastructure provider (PIP)
F IGUUR 5: H ET V ERTICAAL - GEÏNTEGREERDE M ODEL 3.4.
Verschillende modellen voor open toegang op breedband netwerk
Afhankelijk van welke rol de verschillende actoren (PIP, NP, SP) op de breedbandmarkt willen innemen, hebben zich verschillende business modellen ontwikkeld. Gezien de internationale en nationale ervaring (Burgmeijer, 2005; CEU, 2014b), kunnen er op dit moment drie verschillende open netwerk business modellen worden geïdentificeerd:
Model voor open toegang
Rol van actoren in netwerk
Passive Layer Open Model (PLOM)
PIP passieve laag
Active Layer Open Model (ALOM)
Geïntegreerde PIP + NP
3 Layer Open Model (3LOM)
Alle actoren aparte rol
T ABEL 3: M ODELLEN VOOR OPEN TOEGANG
In alle drie modellen is de verwachting dat er voldoende glasvezel is geïnstalleerd in het hoofdnetwerk (backbone)! De Europese Commissie heeft met een reeks van beslissingen aangegeven, dat voldoende capaciteit in het backbone netwerk cruciaal is voor de groei van aansluitnetwerken (CEU, 2013a). In de meeste gevallen is de fysieke infrastructuur verhuurd aan andere marktpartijen (zoals aanbieder van 3G/4G netwerken, cable TV operators, service providers, of niettelecom gerelateerde bedrijven zoals banken, TV productiebedrijven of grote bedrijven, etc.). Deze functionaliteit wordt gerealiseerd onafhankelijk of er concurrentie op de retail markt, de passieve (PLOM) of actieve laag (3LOM of ALOMs) plaatsvindt (CEU, 2014b). Omdat de kosten voor het installeren van de passieve infrastructuur vrij hoog zijn bijv. door de graafkosten (OECD, 2008), is het verhuren van de fysieke infrastructuur aan derde een belangrijke bron van inkomsten voor passieve infrastructuur providers (PIPs). De verwachting is dat grotere marktpartijen zoals banken of grote bedrijven zelf in staat zijn om onderhandelingen over een redelijke toegangsprijs en voldoende kwaliteit van dienstverlening met de verschillende actoren (PIP, NP, SP) te voeren. Problemen met open toegang ontwikkelen zich meer voor kleinere marktpartijen zoals midden- en kleinbedrijven (MKB) en kleinere aanbieder op de service provider laag. De verschillende breedbandinitiatieven in Noord Brabant hebben op eigen manier open toegang gedefinieerd (zie Box 2 voor Boekelnet en Box 3 voor HSLnet).
Waarborgen van openheid in publiek gefinancierde breedband netwerken | 9/25/2015
Neemt een marktacteur alle drie rollen over, dan integreert hij verticaal, en de daaruit voortvloeiende business model wordt aangeduid als Passive Layer Open Model (PLOM). Stel dat er verschillende partijen coördineerde rollen overnemen praten wij over een Active Layer Open Model (ALOM) of over een 3 Layer Open Model (3LOM) (zie Tabel 3).
22
De definitie van open toegang door BoekelNet:
Iedereen mag aansluiten, bedrijven en normale woningen. Iedereen mag de diensten afnemen die hij/zij kiest. Iedereen heeft onbeperkt toegang tot internetdiensten. Iedereen mag diensten aanbieden. Het aanbieden van niet commerciële diensten is nagenoeg kosteloos. Het afnemen van niet commerciële diensten is kosteloos. (bron: www.boekelnet.nl)
B OX 2: D E DEFINITIE VAN O PEN T OEGANG VAN B OEKELNET
Waarborgen van openheid in publiek gefinancierde breedband netwerken | 9/25/2015
De definitie van open toegang door HSLnet:
23
Het glasvezelnetwerk is zowel op de passieve als actieve laag open voor alle dienstaanbieders. Voor zowel traditionele diensten zoals ‘triple play’ (televisie, internet en telefonie), als voor innovatieve diensten. Nu en in de toekomst. (bron: HSLnet 2012 Informatiememorandum)
B OX 3: D E DEFINITIE VAN O PEN T OEGANG VAN HSL NET
Passive Layer Open Model (PLOM) In het passive layer open model (PLOM), ontwikkelt en exploiteert een aanbieder (PIP) de passieve laag. Een (of meerdere) netwerk provider (NP) neemt (nemen) de verantwoordelijkheid voor het plaatsen van de actieve apparatuur in alle toegang knooppunten en bouwt (bouwen) een open, operator-neutraal netwerk op waarover alle dienstverleners hun diensten kunnen leveren aan eindgebruikers. In principe, is er geen verticale integratie, maar er is een strikte scheiding tussen aanbieders op laag 1, laag 2 en laag 3. Verder is het mogelijk dat verticaal geïntegreerde provider, die de op actieve laag en op de service laag hun diensten aanbieden toegang tot het passieve netwerk (linke column) hebben (CEU, 2014b).
Laag 3
Service Provider (SP)
Service Provider (SP)
Service Provider (SP)
Wholesale Overeenkomsten
Laag 2
Netwerk Provider (SP)
Netwerk Provider (SP)
Netwerk Provider (SP)
ÒDF Overeenkomsten
F IGUUR 6: H ET P ASSIVE L AYER O PEN M ODEL (PLOM) In dit model, bouwt en exploiteert een entiteit (bijvoorbeeld een lokale coöperatie of een particuliere investeerder) de passieve infrastructuur en stelt deze onder eerlijke en nietdiscriminerende voorwaarden aan andere marktpartijen ter beschikking. Het breedbandnetwerk is geopend op de passieve laag en concurrerende exploitanten krijgen toegang tot de eindgebruikers door middel van fysieke verbindingen (in Figuur 6, een geïntegreerde NP + SP en twee open-access NP voorzien dienstverleners met connectiviteit). Sommige bedrijven vinden het beter om geïntegreerd (als NP en SP) hun diensten aan te bieden, terwijl andere SP graag een beroep willen doen op de connectiviteit, die door bestaande netwerk providers word aangeboden. De aansluitnetwerk PIP kan inkomsten generen door darkfiber te verhuren of direct toegang te bieden aan eindgebruikers. Eindgebruikers kunnen kiezen voor de diensten van een aanbieder naar hun keuze. Verder zijn bedrijven, overheidsinstellingen en maatschappelijke instellingen in staat hun eigen diensten te koppelen en aan te bieden (zoals zorg op afstand, e-education of e-government). Verder moet het mogelijk zijn dat gebruikers, zowel particulier als zakelijk, hun aansluitingen op laag 2 met elkaar kunnen verbinden zelf in het geval dat er meerdere laag 2 aanbieders zijn. Belangrijk in dit model is hoe de ODF overeenkomsten en de wholesale overeenkomsten gedefinieerd zijn. Wordt de passieve infrastructuur niet door een
Waarborgen van openheid in publiek gefinancierde breedband netwerken | 9/25/2015
Laag 1
24
gereguleerde marktpartij aangeboden, is de verwachting dat de ODF aanbod (tarieven, voorwaarden, diensten en mogelijkheden) de gereguleerde ODF aanbod volgt (CEU, 2014a) maar dat is niet noodzakelijk het geval en markttransparantie is noodzakelijk. Aanbieders op laag 2 kunnen aanvullend diensten op laag 3 ter beschikking stellen op basis van transparantie over de overeenkomsten op laag 2 (ODF) en op laag 3 (wholesale niveau). Exploitanten van een PLOM model hebben de maximale vrijheid en controle over het ontwerp van open toegang tot het netwerk. Het nadeel van dit model is dat elk concurrerende exploitant actieve apparatuur in het koppelpunt moet neerzetten in elk gebied dat ze willen bedienen (tenzij sharing agreement worden bereikt) (CEU, 2014b). Voorbeelden voor een aansluitnetwerk op basis van PLOM zijn in Nederland HSLnet (zie Box 4) of Boekelnet. Internationaal gezien is het glasvezelnetwerk van Stockab in Stockholm, Zweden het meest bekende aansluitnetwerk PIP (Van der Wee et al., 2011). B OX 4: S TRUCTUUR O PEN T OEGANG IN PLOM M ODEL HSL NET
Waarborgen van openheid in publiek gefinancierde breedband netwerken | 9/25/2015
25
Er is bij voorkeur geen sprake van zgn. verticale integratie. Er bestaat een strikte scheiding tussen enerzijds eigendom en exploitatie van laag 1 (het passieve netwerk), laag 2 (de activering van het netwerk) en anderzijds laag 3 (de exploitatie van diensten over het netwerk). Diensten (laag 3) kunnen worden gekoppeld en geleverd aan en door ieder die daarom vraagt: gebruikers en onafhankelijke dienstenleveranciers. Iedere gebruiker is vrij om zelf te bepalen welke dienst hij wil afnemen, bij wie en voor welke termijn. Bedrijven, overheidsinstellingen en maatschappelijke instellingen, zowel binnen als buiten Heeze-Leende, kunnen eigen diensten koppelen en aanbieden. De kosten voor het koppelen (toegang) van de dienst wordt berekend op basis van redelijke kosten met een overeen te komen opslag, waarvoor referentievoorbeelden als grondslag zullen dienen. De kosten en condities voor het gebruik van een "laag 3" dienst worden uitsluitend bepaald door de dienstenleverancier. Er zijn geen drempels (financiële noch technische) voor dienstaanbieders. Een "laag 2" aanbieder kan aanvullende eigen "laag 3" diensten aanbieden, met inachtname van voorgaande bepalingen. De eigenaar van het passieve netwerk biedt gelijke niet-discriminerende toegangscondities zonder prijsopdrijving aan, indachtig het door de OPTA bepaalde inzake Wholesale, aan een "laag 2" aanbieder(s) naar keuze van de Rechtspersoon i.o., om verbindingen vanaf de dag van oplevering van het passieve netwerk te activeren en te monitoren. Alle gebruikers hebben een open en niet-discriminerende toegang tot "laag 2" en "laag 3" aanbieders die in de markt aangeboden worden, tegen gelijke condities en zonder prijsopdrijving, met maximale keuzevrijheid voor inwoners, bedrijven en instellingen. (bron: HSLnet 2009)
Active Layer Open Model (ALOM) In het Active Layer Open (ALOM) model, is een eenheid verantwoordelijk voor de passieve en de actieve laag (dus als een geïntegreerde PIP + NP). Deze entiteit plaatst de actieve apparatuur en bouwt een open, operator-neutraal netwerk op waarover alle dienstverleners hun diensten aan eindgebruikers kunnen leveren. De aansluitnetwerk NP + PIP ontvangt opbrengsten van de dienstverleners, die hun diensten aan eindgebruikers aanbieden (of in sommige gevallen kan de geïntegreerde PIP + NP ook rechtstreeks opbrengsten van eindgebruikers ontvangen). Eindgebruikers kiezen voor de diensten van de exploitant van hun keuze door een service fee. In dit model, word de vergoeding voor het netwerk rechtstreeks betaald aan de PIP + NP (CEU, 2014b) (zie Figuur 7).
Laag 3
Service Provider (SP)
Service Provider (SP)
Service Provider (SP)
Wholesale Overeenkomsten
Netwerk Provider (NP)
Laag 2 ÒDF Overeenkomsten
Passive Infrastructure Provider (PIP)
Laag 1
F IGUUR 7: H ET A CTIVE L AYER O PEN M ODEL (ALOM)
Waarborgen van openheid in publiek gefinancierde breedband netwerken | 9/25/2015
Vergelijkbaar met het PLOM model, is het belangrijk dat eindgebruikers (consumenten, bedrijven, overheidsinstellingen, etc.) toegang tot de passieve laag kunnen krijgen op basis van gelijkwaardigheid en transparantie. Er zijn een aantal voorbeelden op internationaal gebied hoe de voorwaarden voor open toegang gedefinieerd zijn (bijv. voor breedband ontwikkelingen in de Verenigde Koninkrijk (CEU, 2012b) en Italië (CEU, 2012a)
26
3 Layer Open Model (3LOM) In het drie-lagen open model, zijn de rollen van PIP, NP en SP expliciet gescheiden. De NP plaatst actieve apparatuur en bouwt een open, operator-neutraal netwerk waarover alle dienstverleners hun diensten aan alle eindgebruikers kunnen leveren. Met het oog op een eerlijke en niet-discriminerende voorwaarden voor alle SP (operator neutraliteit) te waarborgen, wordt de NP meestal uitgesloten van het leveren van haar eigen diensten (CEU, 2014b) (zie Figuur 8).
Waarborgen van openheid in publiek gefinancierde breedband netwerken | 9/25/2015
De aansluitnetwerk PIP ontvangt inkomsten uit de NP voor het leasen van dark-fiber. Om de eindgebruikers te bereiken, huurt de NP ook passieve verbindingen (glasvezel, koper of gewoon draadloos frequentiebanden) vanaf het toegangsgebied PIP om diensten aan de eindgebruikers. Eindgebruikers kiezen voor de diensten van de exploitant van keuze en betalen een service fee. De service fee van de eindgebruiker om de SP algemeen een netwerk kosten, die vervolgens wordt doorgegeven aan de NP.
27
In een variant van dit model, wordt de netwerk vergoeding rechtstreeks aan de NP betaald. De toegang-gebied PIP kan inkomsten ontvangen van de eindgebruikers in de vorm van een (eenmalige) tarief voor verbinding met de PIP en / of een maandelijkse vergoeding netwerk (CEU, 2014b). Voorbeelden voor open toegang op basis van 3Lom hebben zich in Oostenrijk ontwikkeld (CEU, 2010a).
Laag 3
Service Provider (SP)
Service Provider (SP)
Service Provider (SP)
Wholesale Overeenkomsten
Laag 2
Netwerk Provider (SP)
ÒDF Overeenkomsten
Laag 1
F IGUUR 8: H ET 3 L AYER O PEN M ODEL (3LOM)
Belangrijk in alle drie modellen is in hoeverre de partijen, die op de verschillende lagen van het NGA netwerk actief zijn, ook een belangrijke rol innemen (bijvoorbeeld Glasvezel Eindhoven of HSLnet op de passieve laag) om zeggenschap over de ontwikkeling van het NGA netwerk uit te oefenen. Zeggenschap betekend in dit geval, dat zij bepalen welke providers diensten mogen aanbieden op het netwerk, welke diensten er worden aangeboden, wat prijsstellingen voor toegang zijn, etc.
Waarborgen van openheid in publiek gefinancierde breedband netwerken | 9/25/2015
De NGA initiatieven in Noord Brabant verschillen m.b.t. de toegangsmodellen die worden gebruikt, de definitie van open toegang en de zeggenschap over der ontwikkeling van het NGA netwerk. Open toegang op basis van PLOM modellen wordt gewaarborgd in Heeze-Leende (HSlnet) en Boekel (Boekelnet). De coöperatie Ons Net Nuenen geeft zelf aan dat zij geen zeggenschap heeft over providerkeuze en het dienstenpakket.
28
Breedbandinitiatief
Gemeente
LvCnet
Regio Land van Cuijk HeezeLeende
HSLnet
Hilverglas Boekelnet
Waarborgen van openheid in publiek gefinancierde breedband netwerken | 9/25/2015
OnsNet Nuenen
29
Hilvarenbeek Boekel
Nuenen
Optimaas
Wijk en Aalburg GlasvezelBoxtel Boxtel en Oirschot Glasvezelsintanthonis St. Anthonis LanderdNet Landerd Eerselverbonden Eersel KempenGlas
KabelTelevisieWaalre
Reusel, Bladel, Oirschot en Moergestel Waalre
Breedbandhelmond
Helmond
Oisterwijk Glas Cranendonck Net GlasvezelEindhoven (GVE)
Oisterwijk Cranendonck Eindhoven
Lagen Open Model toegang Vraagbundeling PLOM (FttH)
Zeggenschap
Voorbereiding
“Wij houden als inwoners eigen zeggenschap over ons glasvezelnetwerk.” Initiatief overgenomen door CIF, verglaasd PLOM Ja “Optreden als huurder (FttH) van het netwerk van de marktpartij”
Verticaal geïntegreerd (FttH)
Ja
Nee
Gerealiseerd
“Zorgdragen voor zoveel mogelijk lokale diensten” “De Coöperatie OnsNet Nuenen heeft geen rol in de providerkeuze van de inwoners van Nuenen c.a. en de samenstelling van de dienstenpakketten van providers.”
Ja
Ja Ja
Ja
Stopgezet mei 2015
Nee
Raadsvoorstel aangenomen juni 2015
Voorbereiding
Haalbaarheidsonderzoek februari 2015 Penetratie niet gehaald Verticaal Nee geïntegreerd (FttH) Financieringsaanvraag in behandeling bij Rabobank en BOM
Voorbereiding Nee Ja
PLOM (FttH)
Ja
Ja
Verticaal geïntegreerd (FttH) Opstart fase Opstart fase PLOM (FttB)
Nee
Ja
Ja
Voorbereiding Voorbereiding Ja
KT Waalre stelt dit kabelnetwerk als eigenaar en beheerder open voor verschillende dienstenleveranciers.
Voorbereiding
Breedbandinitiatief
Gemeente
Parkned
Waalwijk, Drunen en Nieuwkuijk
Lagen Model PLOM (FttB)
Open toegang Ja
Zeggenschap
Gerealiseerd
Het netwerk staat open voor alle dienstaanbieders. Voor diensten, die u afneemt [..] realiseert ParkNed Vlan’s waarbinnen de respectievelijke dienstenleveranciers hun dienst aanbieden.
Ja
Waarborgen van openheid in publiek gefinancierde breedband netwerken | 9/25/2015
T ABEL 4: O VERZICHT L AGENMODELLEN EN L OKALE B REEDBANDINITIATIEVEN IN N OORD B RABANT
30
4.
Open toegang tot NGA netwerken: Een handleiding
4.1 Beperkingen van het verticaal - geïntegreerde NGA netwerk Het bestaande raamwerk voor open toegang is op dit moment niet heel duidelijk over de rol van de netwerkexploitant en laat veel beslissingen met betrekking tot de invulling over aan marktpartijen. Volgens de AGVV moet een netwerkexploitant “de ruimst mogelijke” actieve en passieve wholesaletoegang bieden (lid Art 52 lid 5). De AGVV geeft verder geen technische of economische invulling aan de terminologie “ruimst mogelijke”, maar verwijst naar de nationale toezichthouder voor de technische definitie (in het bijzonder voor fysieke ontbundeling) (lid Art 52 lid 5) en voor de economische definitie naar de nationale wholesaletoegangstarieven (lid Art 52 lid 6). De definitie van “ruimst mogelijke” toegang wordt op het niveau van nationale regelgeving voor KPN / Waarborgen van openheid in publiek gefinancierde breedband netwerken | 9/25/2015
RF (KPN / Reggefiber) al iets specifieker ingevuld, door technische definities
31
bijvoorbeeld referentieaanbiedingen Service Level Agreements (SLAs). Bij SLAs moet de
wholesaleafnemer
erop
kunnen
vertrouwen
dat
KPN
deze
gegeven
kwaliteitsgaranties nakomt, maar dat is niet altijd het geval7. Op basis van de economische definitie heeft de ACM wholesaletoegangstarieven voor KPN/RF gespecifieerd, maar deze tarieven (bijvoorbeeld voor patching of co-locatie kosten) maken toetreding of kleine schaal heel moeilijk of onmogelijk.8 De definitie van open toegang op basis van het verticaal-geïntegreerde model is dus afhankelijk van de onderhandelingspositie van marktpartijen versus de dominante marktpartij KPN / RF. Voor grote zakelijke gebruikers zal dit geen problemen veroorzaken omdat zij hun ICT behoeftes zelf kunnen vervullen, maar voor kleine gebruikers (MKB en thuisgebruikers) kan dat problemen opleveren. Deze drempel weerhoudt kleine(re) marktpartijen om toegang tot de markt te verkrijgen. Ondanks dat een verticaal-geïntegreerde netwerkstructuur van NGA toegangsnetwerk alle netwerkfuncties (bijv. facturering of klantenhelpdesk) heel efficiënt kan coördineren, ontstaan er op basis van deze structuur toegangsbarrières voor aanbieders van 7
ACM geeft aan dat “KPN […] echter de prikkel [heeft] om deze kwaliteitsgaranties niet na te komen” ACM. (2014a). Marktanalyse ontbundelde toegang. Ontwerpbesluit voor Nationale Consultatie. Den Haag: ACM 31 Oktober 2014.. 8 Kostencalculaties op basis van wholesaletoegangstarieven van de ACM, zijn er tussen 2000 tot 3000 klanten nodig om een dienst winstgevend te ontwikkelen.
maatschappelijke diensten, providers van kleinschalige diensten en voor het MKB bij het aanbieden en ontwikkelen van diensten op verschillende bedrijfslocaties.
4.2
Het levensbelang van NGA netwerken: Open toegang
Open toegang is van levensbelang voor het opstarten en de groei van lokale NGA toegangsnetwerken. Levensbelang betekend in deze context: a) Een koppeling van het lokale NGA toegangsnetwerk met een neutraal en open koppelvlak dat voldoende capaciteit, beschikbaarheid en betrouwbaarheid kan garanderen, waar meerdere aanbieders (bijv. op zakelijk of maatschappelijk
nationale en internationale netwerken (zie Figuur 9); Aansluitnetwerk Laag 3
Hoofdnetwerk
Service Provider (SP) Bijv. Triple Play, Zorg op afstand apparatuur Wholesaletoegang
Laag 2
Netwerk Provider (NP) Bijv. Actieve apparatuur
Ontbundelde toegang
Laag 1
Passive infrastructure provider (PIP) (PIP) Bijv. Kabels, Vezel, Buizen
Passive infrastructure provider (PIP) (PIP) Bijv. Capaciteit, Snelheid backbone
F IGUUR 9: V ERBINDING AANSLUITNE TWERK EN H OOFD NETWERK
Op basis van bestaande regelgeving kan het backbone netwerk worden gezien als noodzakelijk onderdeel van het basisnetwerk voor het aanbieden van diensten (zie ook
Waarborgen van openheid in publiek gefinancierde breedband netwerken | 9/25/2015
gebied) diensten kunnen leveren en verbindingen kunnen worden gemaakt met
32
recente beslissingen van de Europese Commissie op dit gebied (CEU, 2012c, 2013a, 2013c). b) Open lagenmodellen zijn geschikt voor verschillende locaties: het PLOM voor dichtbevolkte gebieden en ALOM en 3LOM voor dunbevolkte gebieden. Maar alle open lagenmodellen creëren hoge communicatiekosten, dus zeggenschap over de invulling van de verschillende lagen, de toelating van nieuwe toetreders, het oplossen van problemen (bijv. kostentransparantie actieve laag) en de
Waarborgen van openheid in publiek gefinancierde breedband netwerken | 9/25/2015
ontwikkeling van het netwerk is belangrijk.
33
PLOM
ALOM
3LOM
Definitie
PIP
PIP + NP
PIP / NP / SP
Toegang
Passieve en actieve laag
Actieve laag
Actieve laag
Problemen
Kostentransparantie
Kosten actieve laag onduidelijk
NP geen diensten op SP laag
T ABEL 5: O PEN N ETWERKMODELLEN : L OCATIES , T OEGANG EN P ROBLEMEN
c) En strikte scheiding tussen enerzijds eigendom en exploitatie van laag 1 (het passieve netwerk), laag 2 (de activering van het netwerk) en anderzijds laag 3 (de exploitatie van diensten over het netwerk) om kostentransparantie te bereiken en “lock-in” effecten van gebruikers te vermijden. Belangrijk is hoe de taken (bijv. voor marketing, facturering of contact met
Het faillissement van service provider Glashelder heeft laten zien dat de solvabiliteit (verhouding eigen vermogen tot vreemd of totaal vermogen) een belangrijk criterium voor de keuze voor een marktpartij in het publiek gefinancierde open netwerkmodel moet zijn.
klanten)
en
verantwoordelijkheden gedefinieerd zijn voor partijen binnen lagen.
de
verschillende
Verder moet deze
verdeling
van
taken
en
verantwoordelijkheden transparant en herkenbaar zijn voor eindgebruikers.
d) De gezamenlijke investeringen van partijen op verschillende lagen tijdens het opstarten van het NGA toegangsnetwerk te coördineren (bijvoorbeeld cofinanciering van service providers in de actieve laag van het netwerk);. e) De gezamenlijke exploitatie van de passieve infrastructuur tijdens de groeifase van het netwerk te coördineren, in het bijzonder gaat het hier om de hele keten te standaardiseren en te automatiseren om gezamenlijk operationele support systemen (OSS) (bijv. het leveren van diensten of resource management) en business support systemen (BSS) (bijv. het uitwerken van het aanbod voor gebruikers, de voorwaarden te definiëren en de verrekening te organiseren) aan te bieden. Tijdens de beheerfase moet het netwerk ook geautomatiseerd beheerd kunnen worden. f) Inzetten op het definiëren van maatschappelijke diensten (zoals zorg op afstand
die de aanbieder zelf kan bepalen. g) In een ideaal model zullen
zakelijke diensten en diensten voor de
consumentenmarkt gezamenlijk door het netwerk worden aangeboden ondanks dat
de
twee
doelgroepen
divergerende
behoeftes
hebben.
Op
de
consumentenmarkt worden op basis van standaardisatie (bijv. prijs, snelheid) verschillende pakketten (zoals Triple Play services) aan eindgebruikers aangeboden. Op de zakelijke markt, zijn de producten heel veel minder gestandaardiseerd en individuele oplossingen (bijv. verschillende service level agreements (SLAs) of veiligheidseisen) voor bedrijven, in het bijzonder voor het MKB zijn noodzakelijk. h) Op dit moment zijn de aansluitnetwerken ingericht op capaciteiten en snelheden, die negen of tien jaar geleden nog revolutionair en onwerkelijk lijkten. In 2004, wordt door OnsNet Nuenen een snelheid van 100 Mbit/s symmetrisch aangeboden voor alle marktpartijen waren toen (asymmetrische) snelheden van 5 tot 10 Mbit/s de realiteit. Maar op dit moment lijkt de snelheid van de breedbandverbinding geen valide argument meer te zijn om eindgebruikers over te halen om lid te worden van een publiek gefinancierde netwerk ook omdat de marktpartijen bij het concurrentievoordeel snelheid een inhaalslag hebben
Waarborgen van openheid in publiek gefinancierde breedband netwerken | 9/25/2015
of lokale TV), die ook kleinschalig kunnen worden aangeboden op een manier
34
gemaakt. Ervaring leert dat het vooruitzicht op de ontwikkeling van nieuwe maatschappelijke diensten bijv. om thuis langer te blijven wonen wel een argument is om eindgebruikers voldoende te motiveren om de overstap te maken (zie Appendix 1 voor belangrijke vragen in deze context). 4.3
Visie en vooruitblik
Traditionele
breedbandnetwerken
lopen
langzaam
tegen
hun
technische
houdbaarheidsdatum aan. Het traditionele kopernetwerk wordt van de Europese Commissie al niet meer gezien als een next generation access (NGA) netwerk en er is een uiteenlopende discussie over de soort van breedbandnetwerken, die wel of niet de karakteristieken van een NGA netwerk hebben. De Europese Commissie heeft voor het
Waarborgen van openheid in publiek gefinancierde breedband netwerken | 9/25/2015
uitfaseren van traditionele breedbandnetwerken verschillende transitiepaden ontwikkelt.
35
Belangrijk om het publieke belang van NGA netwerken te definiëren, zijn de volgende kenmerken a. toekomstvastheid voor de volgende 15 – 20 jaar; b. symmetrie van het verkeer in het netwerk; c. glasvezelverbinding
in
het
aansluitnetwerk
naar
de
individuele
eindgebruiker; d. hoge (geen gedeelte) capaciteit van tenminste 1 Gbit/s; e. permanente kwaliteit voor sommige diensten voor eindgebruikers (d.w.z. lage vertraging (delay) en variatie in de vertraging (jitter). Op dit moment zijn er de maatschappelijke diensten nog niet, die een hoge en symmetrische capaciteit nodig hebben. Triple play services op basis van telefonie, internet en high definition televisie (HDTV), die door een aantal van marktpartijen worden aangeboden bereiken nog niet de technische grenzen van traditionele breedbandnetwerken en voldoen nog aan de behoeftes van eindgebruikers. Voor sommige maatschappelijke diensten zijn over the top (OTT) oplossingen op basis van traditionele breedbandnetwerken niet mogelijk omdat de kwaliteit en snelheid niet aan de eisen van de dienst voldoet. Voor diensten zoals zorg op afstand of leren op
afstand zijn real-time videoverbindingen van cruciaal belang. Deze diensten stellen ook hogere veiligheidseisen aan het netwerk en maken VPN verbindingen met de passieve laag een noodzakelijk onderdeel van de business casus van de aanbieder (zoals in het geval van MedicatieGratis). Op basis van onderzoek naar technische parameters voor toekomstige bandbreedte kwam de Universiteit Gent in 2012 tot de volgende conclusies: Nieuwe capaciteitsintensieve diensten op basis van real-time videoapplicaties, streaming en / of transactionele functionaliteiten zullen in de volgende 15 tot 20 jaar nieuwe uitdagingen aan breedbandnetwerken stellen, die wij met traditionele breedbandnetwerken niet
Service
2010
2020
2030
Voice
0.15
0.15
0.15
Video telephony
0.5-2
4
10
High speed gaming
0.25-2
4
60
Video on demand
1-3
20
200
Cloud computing
2-2.5
18
150
Live streaming
4-10
12.5
160
IPTV channel
4-10
12.5
160
IPTV zapping
5-15
15
208
T ABEL 6: O VERZICHT OVER VERWAC HTE CAPACITEITEN VOO R NIEUWE A PPLICATIES
Figuur 10 laat zien wat op dit moment opties voor publiek gefinancierde netwerken zijn om concurrentie op laag 2 (actieve laag) en op laag 3 (diensten laag) te bevorderen. Laag 1 kan worden gezien als een “natuurlijke monopolie” d.w.z. op basis van de techno-economische karakteristieken van het aanleggen (hoge initiële investeringen) en de exploitatie van passieve glasvezel infrastructuur (lage marginale kosten bij uitbreiding van netwerk en onbeperkte capaciteit) is concurrentie (bijna) onmogelijk. Op laag 1 zijn partijen, die passieve infrastructuur in publiek gefinancierde netwerken aanbieden HSLnet of Boekelnet.
Waarborgen van openheid in publiek gefinancierde breedband netwerken | 9/25/2015
kunnen oplossen (Evens et al., 2012).
36
Vodafone (consumenten)
Ons Brabant Net (consumenten)
XS4ALL (consumenten)
KPN (consumenten)
Signet (zakelijke)
Plinq (consumenten)
Scholen (maatschappelijk)
Zuidzorg (maatschappelijk)
Laag 3
Bit stream toegang
Laag 2 bijv. Aquestora (Consumenten, zakelijk en maatschappelijk)
Bijv. KPN (consumenten)
Bijv. Vodafone (consumenten)
Waarborgen van openheid in publiek gefinancierde breedband netwerken | 9/25/2015
Local loop unbundling
37
Laag 1
bijv. HSLnet of Boekelnet
Op dit moment
Toekomstig
Potentieel
F IGUUR 10: S TRUCTUUR VAN A ANSLUITNETWERK MET C ONCURRENTIE OP LAAG 2 EN LAAG 3
Op sommige publiek gefinancierde netwerken bieden nu al onafhankelijke marktpartijen hun diensten op laag 2 (bijv. aQuestora of EFX) aan. Deze onafhankelijke marktpartijen zijn niet alleen noodzakelijk om toegang te verlenen voor marktpartijen, die maatschappelijke diensten aanbieden (zoals zorg op afstand van zorgverzekeraar Zuidzorg of onderwijs op afstand voor scholen), maar ook voor onafhankelijke dienstenaanbieders op de consumentenmarkt (bijv. TriNed of Plinq) en op de zakelijke markt (bijv. Signet). Om concurrentie op de actieve laag in de toekomst te bevorderen, kunnen ook andere marktpartijen zoals KPN/RF of Vodafone9 toegang verkrijgen. Deze bedrijven werken meestal al samen met een aantal (eigen) dienstenleveranciers zoals in het geval van KPN met XS4ALL, OnsBrabantnet of KPN consumentenmarkt. De 9
Op dit moment is Vodafone alleen een potentiele aanbieder op de actieve laag.
structuur in Figuur 10 heeft het voordeel dat er meer concurrentie op laag 2 en 3 komt, maar het is nog onduidelijk hoe zich de concurrentieverhoudingen tussen bestaande marktpartijen (zoals EFX en aQuestora) en nieuwe toetreders (zoals KPN / RF en Vodafone) op deze lagen over de korte en lange termijn ontwikkelen. Dus hier blijft het monitoren van lokale marktontwikkelingen (bijv. voorwaarden voor toegang en prijzen in consumentenmarkt) belangrijk.
5.
Samenvatting en conclusies
Voor alle drie modellen (passive layer open model (PLOM), active Layer Open Model
passieve (ODF overeenkomsten) en de actieve laag (wholesale overeenkomsten) goed is gedefinieerd. Het referentiekader voor de definitie van overeenkomsten op de passieve laag is dat door de ACM gedefinieerde ODF aanbod voor marktpartijen met aanmerkelijke marktmacht. Voor publiek-gefinancierde breedbandnetwerken is het noodzakelijk om transparantie over de overeenkomsten op laag 1 en laag 2 te garanderen om a) de ontwikkeling van NGA netwerken beter te faciliteren, b) een belangrijk aspect (openheid) vanuit de Europese regelgeving in het bijzondere Article 107 te waarborgen (3) c (CEU, 2010b) en c) de behoeftes van gebruikers (consumenten, bedrijven, overheids- en zorginstellingen, etc.) voor nieuwe diensten te faciliteren. Belangrijk voor gebruikers zijn niet alleen de tarieven, voorwaarden, etc. voor een standaard triple play pakket (Internet, Telefonie en Televisie), maar ook de toegang tot nieuwe diensten die lokaal van aard zijn, bepaalde veiligheids- en/of kwaliteitseisen stellen en kleinschalig moeten worden uitgerold. Om de transparantie met betrekking tot open toegang op laag 1 en op laag 2 te bereiken, is een referentiekader (bijvoorbeeld gereguleerde ODF aanbod of bestpractice in vergelijkbare breedbandnetwerken) noodzakelijk. Maar er zijn ook andere mogelijkheden om informatie over de tarieven, voorwaarden, kwaliteit van de
Waarborgen van openheid in publiek gefinancierde breedband netwerken | 9/25/2015
(ALOM) en 3 Layer Open Model (3LOM)) is het belangrijk dat open toegang op de
38
dienstverlening en opties te ontvangen. Een mogelijkheid is om nieuwe aanbieders op laag 2 of op laag 3 te vragen hoe hoog de kosten zij om op de markt toe treden op basis voor een pre-gedefinieerde vraag (bijv. 20 huishoudens of 100 huishoudens). Verder moet het voor kleinschalige diensten (bijv. wijk TV) mogelijk zijn om op laag 2 toegang tot het netwerk te verkrijgen. Stel dat er meer dan een aanbieder op laag 2 is, moet een verbinding voor gebruikers op deze laag ook mogelijk zijn. De basis voor de keuze van een open toegangsmodel is afhankelijk van het onderliggende
business
model
(CEU,
2014b).
Voor
publiek-gefinancierde
breedbandnetwerken, het verschil tussen de open toegangsmodellen ligt in aantal van marktpartijen die onderdeel zijn voor de onderhandelingen over open toegang. In de ALOM en 3LOM modellen is een marktpartij verantwoordelijk voor het aanbieden van
Waarborgen van openheid in publiek gefinancierde breedband netwerken | 9/25/2015
toegang, in het PLOM model zijn een aantal van marktpartijen geïnvolveerd. Voor alle
39
modellen de “onderhandelingsmacht” van de passive infrastructure provider (PIP) is belangrijk om invloed op de definitie van open toegang uit te oefenen. De
Europese
Commissie
handhaaft
op
dit moment
bij het
opstarten
van
breedbandnetwerken een definitie van open toegang voor een periode van zeven jaar (CEU, 2013b). Maar het monitoren van tarieven, voorwaarden, etc. voor open toegang op laag 1 en laag 2 blijft een taak ook naar het opstarten van publiek-gefinancierde breedbandnetwerken.
De
belangrijke
kwestie
hier
is
om
een
“lock-in”
van
eindgebruikers bij een bepaalde marktpartij te vermijden. Een “lock-in” situatie kan negatieve effecten met betrekking tot (hogere) tarieven of (lagere) kwaliteit van de dienstverlenging voor eindgebruikers hebben. Om open toegang goed definiëren is het belangrijk voor initiatiefnemers van publiek gefinancierde NGA netwerken al tijdens de aanbesteding te checken: a) Zijn maatschappelijke doelstellingen zoals het aanbieden van zorgdiensten deel van de visie van het publiek gefinancierde NGA netwerk? b) In hoeverre hebben de partijen die door de overheid (co-) gefinancierd ook daadwerkelijk zeggenschap over de ontwikkeling van het publiek gefinancierde NGA netwerk en over de toetreding van (kleinere) marktpartijen?
c) In hoeverre kan de partij met zeggenschap waarborgen dat toetreding op alle lagen van het publiek gefinancierde NGA netwerk op basis van kostenoriëntatie en zonder toetredingsbelemmeringen kan plaatsvinden? d) In hoeverre is deze partij in staat om de kostenoriëntatie van toegang op de verschillende lagen te monitoren, innovatieve en lokale dienstenontwikkeling te stimuleren en het keuzegedrag van gebruikers te faciliteren?
Voor beleidsmakers is het belangrijk om oplossingen te ontwikkelen om de “lappenmand van publiek gefinancierde NGA netwerken” met elkaar ter verbinden. Anders zal het voor Chris van zorginstelling de Vriendelijke HulpVerlener en haar MedicatieGratis dienst moeilijk worden om de business case sluitend te krijgen. Zij moet
over toegang. De providers moeten dan toegang verlenen niet alleen tot een maar tot meerdere City Pops (of eventueel Area Pops), dit kan tot initieel hoge kosten leiden. Een oplossing voor dit probleem is een hoofdnetwerk aan te leggen dat de verschillende aansluitnetwerken met elkaar verbindt via een neutrale koppelpunt (bijvoorbeeld de EFX).
Waarborgen van openheid in publiek gefinancierde breedband netwerken | 9/25/2015
dan niet alleen met een provider maar met een aantal van providers onderhandelen
40
Waarborgen van openheid in publiek gefinancierde breedband netwerken | 9/25/2015
6.
41
Referenties
ACM. (2011). Marktanalyse Ontbundelde toegang MDF-, SDF- en ODF-access (FttH). Besluit. Den Haag: ACM. ACM. (2014a). Marktanalyse ontbundelde toegang. Ontwerpbesluit voor Nationale Consultatie. Den Haag: ACM 31 Oktober 2014. ACM. (2014b). Martanalyse Ontbundelde Toegang. Ontwerpbesluit voor Nationale Consultatie. 31 Oktober 2014. Den Haag ACM. (2015). Telecommonitor Tweede Kwartaal 2014. Den Haag: ACM. Authoriteit Consument & Markt (ACM). (2011). Marktanalyse Ontbundelde toegang. MDF-, SDF- en ODF-access (FttH). Besluit. Den Haag: ACM 29 December 2011. Body of European Regulators for Electronic Communications. (2011). BEREC Report on "Open Access". February 2011: BoR (11)05. Breedband Manifest Brabant. (2011). Breedband Manifest Brabant. Burgmeijer, J. (2005). Role of public organisations in the creation of new broadband access infrastructures. Delft: TNO. Buys, J., Visschers, L., Ertsen, A., Alders, M., & Stad, J. (2012). De Transitie van het Brabantse Stadteland. Een Nieuwe Koers (behoort bij Statenvoorstel 60/11) Den Bosch: Provincie Noord-Brabant. CEU. (2010a). Breitband Austria Zwanzigdreizehn (State Aid N 336/2010 - Austria) Brussels: C(2010)9171 final. CEU. (2010b). Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie Brussel: C 326/47 CEU. (2012a). Digital Plan - Super-fast Broadband SA. 34199 (2012/N) – Italy. Brussels: C(2012) 9833 final. CEU. (2012b). National Broadband scheme for the UK - Broadband Delivery UK (State aid SA.33671 (2012/N) – United Kingdom) Brussels: C(2012) 8223 final. CEU. (2012c). Next Generation (backhaul) Network (NGN) alongside a gas pipeline in Galway and Mayo C(2013) 8426 final Brussels: CEU. CEU. (2013a). Entwicklungskonzept Brandenburg Glasfaser C(2013) 265 final. Brussels: European Commission. CEU. (2013b). EU Guidelines for the Application of State Aid Rules in Relation to the Rapid Deployment of Broadband Networks (2013/C 25/01). Brussels: CEU. CEU. (2013c). NGA Sachsen-Anhalt C(2013) 9343 final Brussels: European Commission. CEU. (2014a). The Broadband State Aid Rules Explained. An eGuide for Decision Makers. Brussel: CEU. Final Report. A Study prepared for the European Commission. CEU. (2014b). Guide to High-Speed Broadband Investment. Brussels: CEU. CEU. (2014c). VERORDENING (EU) Nr. 651/2014 VAN DE COMMISSIE van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard. Brussels: CEU VERORDENING (EU) Nr. 651/2014 / L 187/1. Eurostat. (2015). Information Society Statistics. Luxembourg: Eurostat. Evens, T., Boudry, E., Verdegem, P., De Marez, L., Vanhauwaert, E., Casier, K., et al. (2012). Killer Applications for Fiber to the Home Networks: Market Potential, Time Horizons and User Groups. In M. Obaidat, J. Sevillano & J. Filipe (Eds.), E-Business and Telecommunications (Vol. 314, pp. 115-128): Springer Berlin Heidelberg. ICT Recht, & Regio Rivierenland. (2014). Breedbandinfrastructuur als openbare nutsvoorziening. Visiedocument Regio Rivierenland in Samenwerking met ICTRecht. Utrecht. KPN. (2014). KPN Integrated Annual Report 2014. Den Haag: KPN. Ministerie van Economische Zaken Landbouw en Innovatie. (2011). Digitale Agenda.nl. Den Haag: Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,. OECD. (2008). Developments in Fibre Technologies and Investment. Paris: OECD. OECD. (2010). Developments of Cable Broadband Networks. Paris: OECD. Provincie Noord-Brabant. (2012a). Beleidskader & Uitvoeringsagenda Vrijetijdseconomie 2013 - 2020. Den Bosch: Provincie Noord-Brabant. Provincie Noord-Brabant. (2012b). Uitvoeringsstrategie Zorgeconomie: Brabant, region of smart health 2020. Den Bosch: Provincie Noord-Brabant. Provincie Noord-Brabant. (2013). Statenvoorstel 42/13 A. Den Bosch: Provincie Noord Brabant.
Waarborgen van openheid in publiek gefinancierde breedband netwerken | 9/25/2015
Provincie Noord-Brabant, & SRE. (2012). OV-Visie Brabant: Vraaggericht, Verbindend, Verantwoord. Den Bosch: Provincie Noord-Brabant. Provincie Noord-Brabant/ Dialogic. (2012). Digitale Agenda van Brabant. Den Bosch / Utrecht: Provincie NoordBrabant/ Dialogic. Provincie Noord Brabant. (2013a). Strategie Bedrijventerreinen en andere werklocaties. Den Bosch: Provincie Noord Brabant. Provincie Noord Brabant. (2013b). Uitvoeringsprogramma. Strategie Bedrijventerreinen en Andere Werklocaties 2012-2013. Den Bosch: Provincie Noord Brabant. Provinicie Noord-Brabant. (2011). De Transitie van het Brabantse Stadteland. Den Bosch: Provincie Noord-Brabant. Riddlesden, D., & Singleton, A. D. (2014). Broadband speed equity: A new digital divide? Applied Geography, 52(0), 25-33. Sadowski, B., Nucciarelli, A., & de Rooij, M. (2009). Providing Incentives for Private Investment in Municipal Broadband Networks: Evidence from the Netherlands. Telecommunications Policy, 33(10-11), 582-595. Salemink, K., Kasten, S., & Strijker, D. (2014). Overzicht Breedbandinitiatieven in Nederland (Stand 9-12-2014). Groningen: RUG. Stedenlink. (2011). Open Net Works (Position Paper) Den Bosch: Stedenlink Mei 2011. Stratix. (2014). Glaskaart. Hilversum: Stratix. Tijmes, M., Nooren, P., & Koenen, R. (2012). How-to boek "Fiber to the Home". Toegang tot de managed services lane Hilversum: IMMovator / TNO. Van der Wee, M., Mattsson, C., Raju, A., Braet, O., Nucciarelli, A., Sadowski, B., et al. (2011, Aug. 31 2011-Sept. 3 2011). How to measure the success rate of fiber-based access networks? Evaluation of the Stokab case and comparison to other European cases. Paper presented at the FITCE Congress (FITCE), 2011 50th. WIK consult. (2015). Options of wholesale access to Cable-TV networks with focus on VULA (5 February 2015). Bad Honnef: WIK Consult.
42
A PPENDIX 1: B ELANGRIJKE VRAGEN OVER OPEN TOEGANG VOOR BELEIDSMAKER 1. Wat is het referentiekader voor open toegang?
Gebruik de informatie bronnen de beschikbaar zijn over open toegang bijv. van de ACM of van benchmarkprojecten in verschillende regio’s. Gebruik de internationale ervaring m.b.t. goedgekeurde projecten door de Europese Commissie. Controleer of de voorwaarden van deze projecten aan de specifieke behoeftes van het project voldoen. Er zijn risico’s dat de verschillende marktpartijen informatie over hun kosten anders presenteren als verwacht van gebruikers. Het open toegangsmodel moet toekomstbestendig zijn, dus monitoring is noodzakelijk.
2. Wat zijn de technische criteria voor open toegang op laag 2?
Waarborgen van openheid in publiek gefinancierde breedband netwerken | 9/25/2015
43
Leveren van Virtual Local Area Network (VLAN) toegang met een quality of service (QoS) die flexibel aan te passen is aan (sociale) diensten aanbieder. Het aanbieden van zowel Vlan Point-to-Point als Multipoint ondersteuning. De mogelijkheid om maximum transmission units (MTU) tot max 1600 te instaleren op basis van de behoeftes van de (sociale) diensten aanbieder waardoor meerdere protocollen ondersteund kunnen worden. Binnen een aansluiting, het gebruiken van flexibele class of service (COS) definities voor verschillende toepassingen voor data, spraak en interactieve video diensten. Het aanbieden van VLAN interconnectie met andere marktpartijen op laag 2. Het gebruiken zover al mogelijk van 'standaard' customer premises equipment (CPE). Het afsluiten van serviceniveau-overeenkomst (SLA) die een minimum aan voorwaarden voor diensten definiëren. Het aanbieden – zo ver als mogelijk – van interconnectiediensten buiten de regio.
3. Hoe kun je open toegang over de korte termijn waarborgen?
Op basis van bestaande regelgeving moet open toegang (tarieven, voorwaarden, etc.) goed gedefinieerd zijn, dit zal de uitrol van een breedbandproject faciliteren. De keuze van een open toegangsmodel is afhankelijk van het onderliggende business model bijv. voor gebieden die te klein zijn misschien PLOM modellen niet adequaat, maar ALOM beter geschikt (CEU, 2013b). De behoeftes en voorkeuren van eindgebruikers zijn niet alleen gerelateerd aan tripleplay services maar ook aan nieuwe sociale diensten zoals zorg op afstand of egovernment. Voor eindgebruikers is toegang tot laag 2 beschikbaar ook wanneer er meerdere aanbieders met een actieve laag zijn.
4. Hoe kun je open toegang over de lange termijn waarborgen?
Vermijd “lock-in” van eindgebruikers door het permanente evalueren van tarieven, voorwaarden, etc. Gebruik referentiemodellen om tarieven en voorwaarden te evalueren.
Aansluitnetwerk PIP (physical infrastructure provider): eigenaar en exploitant van de passieve infrastructuur in de aansluitnetwerk en (in bepaalde omvang) in de area netwerken. Deze functie kan een publieke of private actor overnemen die een investering op lange termijn aan het plannen is of het kan ook, in sommige gevallen, een lokale coöperatie zijn.
De service providers (SP) kunnen kleine of grote bedrijven, zowel lokaal als nationaal, de verkoop van diensten aan de eindgebruikers op basis van NP-connectiviteit aanbieden. Ze hoeven alleen maar hun apparatuur te plaatsen op een centrale locatie (bijvoorbeeld in een regionale datacenter) en met de NP’s apparatuur verbinden.
De netwerk provider (NP) huurt dark fiber van de PIP en biedt connectiviteit via de SP aan de eindgebruikers. De NP plaatst apparatuur in alle knooppunten waarop de eindgebruikers zijn aangesloten.
De eindgebruiker kan een particuliere consument, een klein of groot bedrijf, een ziekenhuis, een school, een openbaar bestuur, enz. zijn. Eindgebruikers kopen hun diensten via het netwerk.
De wholesale-klanten zijn entiteiten die dark fiber van de aansluitnetwerk PIP leasen voor hun eigen communicatie behoeften. Deze klanten kunnen 3G / 4G-exploitanten, kabelexploitanten, banken, grote bedrijven, de publieke sector, enz. zijn.
Vertraging specificeert de tijd die nodig is om een bit van een knooppunt naar een ander knooppunt te laten reizen (gemeten in fracties van seconden).
Jitter verwijst naar de variantie in de vertraging van deze “reistijd”.
Waarborgen van openheid in publiek gefinancierde breedband netwerken | 9/25/2015
A PPENDIX 2: T ERMINOLOGIE EN BEGRIPPEN
44
A PPENDIX 3: B REEDBANDINITIATIEVEN EN WEBLINKS
Waarborgen van openheid in publiek gefinancierde breedband netwerken | 9/25/2015
Breedbandinitiatief LvCnet HSLnet Hilverglas Boekelnet OnsNet Nuenen Optimaas GlasvezelBoxtel Glasvezelsintanthonis LanderdNet Eerselverbonden KempenGlas
45
KabelTelevisieWaalre Breedbandhelmond Oisterwijk Glas Cranendonck Net GlasvezelEindhoven Parkned ParkmanagementBoxtel Vitaal Bedrijvig Veghel
Gemeente Regio Land van Cuijk Heeze- Leende Hilvarenbeek Boekel Nuenen Wijk en Aalburg Boxtel en Oirschot St. Anthonis Landerd Eersel Reusel, Bladel, Oirschot en Moergestel Waalre Helmond Oisterwijk Cranendonck Eindhoven Waalwijk, Drunen en Nieuwkuijk Boxtel Veghel, Erp
Coöperatie Nuenen Glasvezelcompagnie Nuenen U.A. (kortweg: GVCN) (stand van zaken: 17-07-2015)
Website www.lvcnet.nl www.HSLnet.nl www.Hilverglas.nl www.Boekelnet.nl www.connuenen.nl www.optimaas.nl www.glasvezelboxtel.nl www.glasvezelsintanthonis.nl www.landerdnet.nl www.eerselverbonden.nl www.kempenglas.nl www.kabeltelevisiewaalre.nl www.breedbandhelmond.nl/ www.oisterwijkglas.nl www.cranendoncknet.nl www.glasvezeleindhoven.nl www.parkned.nl www.pmboxtel.nl http://www.vitaalveghel.nl/inkoop/glasnetveghel http://glasvezelcooperatie.nl/wie-zijn-we