PLAN VAN AANPAK DOMEIN BEGROTING GEFINANCIERDE ZORG 2015-2016
Subcontractanten: Bureau Jeugdzorg Drenthe–gespecialiseerd casemanagement Het Poortje Leger des Heils Hoofdcontractant: Yorneo
Papenvoort, 15 september 2014
Inhoud Inleiding Uitwerking per contractant 1. wachtlijsten en doorlooptijden 2. transformatiedoelen en innovatie 3. keuzevrijheid van cliënten en keuzes van cliënten 4. kwaliteit van zorgaanbod 5. klachten en klachtafhandeling 6. trends en ontwikkelingen met betrekking tot zorgaanbod 7. cliëntveiligheid 8. toezicht en verantwoording 9. risico’s en bijbehorende beheermaatregelen Uitwerking op domein 10. onderlinge communicatie en communicatie en overleg met gemeenten 11. verbindingen 12. wensen en voorwaarden ten aanzien van werkprocessen tussen gemeenten en contractanten 13. tijd, planning en te ondernemen acties 14. rol hoofdcontractant en kostenraming
2
Inleiding Voor u ligt het Plan van Aanpak voor het domein Begroting gefinancierde zorg. Het domein ‘Begroting gefinancierde zorg’ bestaat uit vier contractanten; Bureau Jeugdzorg – onderdeel Gespecialiseerd Casemanagement, Het Poortje, Leger des Heils en Yorneo. Yorneo vervult de rol van hoofdcontractant. Yorneo is hoofdaannemer voor de Landelijk Werkende Instellingen (Leger des Heils – onderdeel pleegzorg, William Schrikker Pleegzorg, SGJ, De Hoenderloo Groep en Horizon). De relatie tussen hoofdaannemer en onderaannemer is geen onderdeel van dit Plan van Aanpak. Het Plan van Aanpak is tot stand gekomen op basis van input van alle contractanten. Het is een zoekend proces geweest. De komende maanden zullen we verder invulling geven aan het hoofd- en subcontractantschap. Ook dit zal een lerend en iteratief proces worden. Het voorliggende Plan van Aanpak is een eerste aanzet. Met name de transformatiedoelen van het domein en de jeugdhulp zullen de eerste periode nader worden uitgewerkt. Positie Het Poortje Het Poortje Jeugdinrichtingen is voor de Noordelijke drie provincies aanbieder van JeugdzorgPlus. Deze intensieve en specialistische vorm van jeugdzorg wordt uitgevoerd door Wilster Intensieve Jeugdzorg (onderdeel van Het Poortje) en Behandelcentrum Woodbrookers. Woodbrookers is onderdeel van Jeugdhulp Friesland en voor de uitvoering van JeugdzorgPlus onderaannemer van Het Poortje. Het Poortje bevindt zich in een overgangssituatie waarbij de verantwoordelijkheid voor JeugdzorgPlus door VWS aan de regio’s wordt overgedragen. Hierbij is vastgesteld dat VWS deze overgang vanuit een verantwoord afsprakenkader dient vorm te geven. In de overdrachtsgesprekken tussen de regio’s, VWS en Het Poortje zijn hier afspraken over gemaakt en kaders afgesproken. De kaders, afspraken en voorbehouden zijn uitgewerkt in de notitie ‘Meerjarige bovenregionale afspraken JeugdzorgPlus 3Noord’. Deze kaders, afspraken en voorbehouden zijn leidend evenals de nog verder uit te werken zaken op boven regionaal niveau. Deze afspraken zijn nog onderwerp van gesprek in de overdracht van VWS naar de regio’s en de boven provinciale werkgroep specialistische zorg. Leeswijzer De onderdelen 1 tot en met 8 zijn voornamelijk per contractant uitgewerkt. Waar van toepassing is een uitwerking op niveau van het domein toegevoegd. De onderdelen 9 tot en met 14 zijn vooral uitgesteld vanuit het domein.
3
1. wachtlijsten en doorlooptijden Bureau Jeugdzorg Drenthe – Gespecialiseerd Casemanagement (GC) Ambitie is focus op veiligheid en dus is een wachtlijst ongewenst. Aangezien er een beperkte capaciteit beschikbaar is voor GC, zal de focus op veiligheid moeten worden verbreed naar sociale teams en CJG ‘s. Hiermee willen we voorkomen dat het cliëntsysteem te vlot wordt overgedragen naar GC (Stepped Care) en willen we bereiken dat GC er tijdelijk wordt bijgehaald ter ondersteuning bij veiligheidsplanning. Als achtervang voor een eventuele wachtlijst zal het CJG en het sociale team in de gemeenten kunnen functioneren. De gemiddelde doorlooptijd van het GC is thans een half jaar. Het is de uitdaging om samen met andere partners in de CJG ’s en Sociale teams deze doorlooptijd te verkorten. Het Poortje Binnen JeugdzorgPlus is sprake van een opnameplicht. Dat betekent dat wanneer een rechter een gesloten machtiging afgeeft voor een jongere, deze geplaatst moet worden en dat wij als instelling voor JeugdzorgPlus verplicht zijn deze jongere op te nemen, mits er plaatsen beschikbaar zijn. De maatschappelijke trend dat jongeren meer in hun eigen omgeving en gezinssysteem worden geholpen manifesteert zich al geruime tijd. Dat houdt voor de JeugdzorgPlus in dat er op dit moment geen sprake is van wachtlijsten. Hierdoor kan altijd voldaan worden aan de opnameplicht. Voor specifieke specialismen als DOK3 geldt dat gezien de grote vraag wel sprake kan zijn van een wachttijd. Gezien de opnameplicht wordt de jongere wel direct geplaatst bij Wilster en geniet hij tijdens de wachttijd de reguliere maar specialistische behandeling van JeugdzorgPlus. Bijzondere eigenschap van JeugdzorgPlus is dat sprake is van ‘leveringsplicht’ voor een gemeente: als de rechter een machtiging afgeeft dient de gemeente ervoor te zorgen dat de jeugdige geplaatst kan worden. De sector heeft dan ook een vastgestelde capaciteit op basis van de verwachte omvang van de vraag en de extra capaciteit die nodig is om de opname garantie te kunnen realiseren. In het nieuwe stelsel speelt deze opnamegarantie ook een belangrijke rol en zal dus ook sprake moeten zijn van enige overcapaciteit. Sinds de start van JeugdzorgPlus in 2008 is sprake geweest van een sterke professionaliseringsslag. De instellingen hebben zich ontwikkeld van opvanginrichtingen tot behandelinstellingen waar hoogwaardige gespecialiseerde jeugdzorg geboden wordt. Deze professionaliseringsslag bewerkstelligt tevens dat de behandeling steeds doelgerichter en effectiever ingericht wordt. Hiermee is in de afgelopen 6 jaar bereikt dat de gemiddelde behandelduur in JeugdzorgPlus van gemiddeld 12 maanden naar gemiddeld 9 maanden is teruggebracht. Doordat de korte en effectieve trajecten van Doen Wat Werkt in Wilster (in samenwerking met Yorneo en Accare) worden uitgevoerd is daar voor de gemiddelde behandelduur sprake van een positieve afwijking. Leger des Heils Wachtlijst Leger des Heils Noord streeft ernaar om zo snel als mogelijk de gewenste begeleiding te starten, met als uiterste wachttijd 2 weken. Indien de situatie dat vereist wordt er in overleg met de aanmelder en/of klant gekeken naar alternatieven ter overbrugging. We verwachten dat de instroom via Yorneo plaatsvindt. Doorlooptijden Voor alles hanteert Leger des Heils Noord de stelregel: zo kort als mogelijk, zo lang als nodig. Door klanten vraaggericht te werken wordt er bij de start van een hulpverleningstraject een inschatting gemaakt wat betreft de intensiteit en duur. Uit ervaring weten we dat door de hoeveelheid en complexiteit van de hulpvragen de termijn waarin de gewenste resultaten behaald worden, kunnen afwijken van de gemaakte inschatting bij de start van het traject. Regelmatige evaluatiemomenten tussen klant , hulpverlener en verwijzer (lees gemeente) zijn van positieve invloed op de mate waarin resultaten worden behaald. Doelen kunnen worden “afgevinkt” of waar nodig bijgesteld.
4
Yorneo Richtlijn voor Yorneo is een maximale wachttijd van twee weken (conform RTA); waarbij streven is binnen een week te starten met de hulpverlening. Indien plaatsing in de 24-uurszorg niet meteen mogelijk is, wordt gezocht naar tijdelijke maatwerk oplossingen waarbij ambulant altijd meteen start. De doorlooptijden zijn wisselend per programma en variëren voor behandeling van ca 3 maanden tot 9 maanden. Een crisisplaatsing heeft een gemiddelde doorlooptijd van 1 maand. Indien er sprake is van begeleiding (pleegzorg, wonen op maat in gezinshuizen) is de doorlooptijd meerdere jaren. Domein Op niveau van het domein worden de wachtlijsten maandelijks gevolgd door de hoofdcontractant. Indien wachttijden te lang dreigen te worden, wordt in het domein gezamenlijk gezocht naar oplossingen.
5
2. transformatiedoelen en innovatie Bureau Jeugdzorg Drenthe – Gespecialiseerd Casemanagement (1) Versterken van sociale teams en CJG ’s op de competenties die betrekking hebben het signaleren, beoordelen en handelen in situaties waar sprake is van kindermishandeling en de daarmee gepaard gaande onveiligheid voor kinderen. (2) Bevorderen van partnerschap met ouders en hun sociale netwerk. (3) Aanboren van eigen kracht bij het gezin en hun sociale netwerk en alleen die gespecialiseerde zorg inzetten die noodzakelijk is. (4) Voorkomen van justitiële kinderbeschermingsmaatregelen. Het Poortje Zoals reeds eerder aangegeven onderschrijft Het Poortje op visieniveau de gestelde transformatiedoelen. Ook voor de doelgroep van de zeer gespecialiseerde jeugdzorg die JeugdzorgPlus biedt, geldt dat waar mogelijk invulling gegeven wordt aan deze transformatiedoelen. Het systeem, de context en omgeving van de jongere wordt nadrukkelijk betrokken bij de zorg. In de visie van Het Poortje staat dit helder omschreven: ‘Binnen Het Poortje wordt uitgegaan van de eigen kracht van de jongere, zijn of haar ouders en het sociale netwerk. Dat betekent dat de jongere in staat wordt gesteld zelf regie en zeggenschap te herkrijgen over zijn of haar eigen leven. Hierbij is onderwijs en/ of arbeidsparticipatie onontbeerlijk. Binnen het gedwongen (justitieel) kader van de behandeling nemen wij tijdelijk de opvoeding over, maar de behandeling is erop gericht ouders zo snel mogelijk zelf de opvoedingsverantwoordelijkheid weer op zich te laten nemen.’ Het Poortje is zich aan het voorbereiden op de transitie en de transformatie. Het Poortje richt zich op jongeren met ernstige gedragsproblemen veelal in combinatie met een gebrek (verstandelijke beperking) en of een stoornis (psychiatrisch), die zich aan de noodzakelijke behandeling dreigen te onttrekken of daaraan onttrokken dreigen te worden. Hulp met drang en dwang voor jeugdigen voor wie een machtiging gesloten jeugdzorg is afgegeven door de kinderrechter. Het doel van de plaatsing bij het Poortje is dat jongeren weer op een aanvaardbare manier kunnen deelnemen aan de maatschappij. Deelname aan de arbeidsmarkt is daarbij een belangrijke voorwaarde voor succes. Onderwijs en arbeidstoeleiding zijn daarom onlosmakelijk verbonden met de Jeugdzorg plus. Het Poortje wil graag middels samenwerkingsverbanden met andere jeugdzorgvoorzieningen trajectzorg bieden. Door verdere intensivering van samenwerking verwacht Het Poortje inhoudelijk betere oplossingen te kunnen bieden aan deze complexe doelgroep. Op deze manier kan in samenwerking aanbod en expertise ingezet worden voor doorlopende en betere zorg, innovatieve oplossingen en het voorkomen van zwaardere (en duurdere) zorg. Zo is Het Poortje in 2014 bestuurlijk gefuseerd met Elker. Daarnaast zijn er in de verschillende regio’s verschillende inhoudelijke samenwerkingstrajecten zoals het erkende zorgprogramma Doen Wat Werkt (DWW) in samenwerking met Yorneo en Accare, DOK3 (behandelvoorziening met Reik, VNN en Elker) en “In voor Zorg”. Samen met Jeugdhulp Friesland is Behandelcentrum Woodbrookers vormgegeven. Dit zijn mooie voorbeelden van de mogelijkheden die samenwerking biedt in de drie Noordelijke regio’s en daarmee het zorggebied van Het Poortje. In deze samenwerkingsprojecten komen de transformatiedoelen op verschillende niveaus terug. Leger des Heils Al meer dan 125 jaar is het Leger des Heils in Nederland een vast gezicht en heeft zich als betrouwbare partner van zorgkantoren, gemeenten en provincie getoond. Wij streven naar voorkoming van uitsluiting en armoede, naar een goede kwaliteit van leven voor ieder mens en naar behoud en herstel van zelfstandigheid. Het Leger des Heils heeft een aantal speerpunten vastgesteld m.b.t. innovatie en die inspelen op de transitie en transformatie. De ontwikkelingen en resultaten rond deze speerpunten worden hieronder toegelicht.
6
1 Herstel van het gewone leven en eigen kracht Doel: Het Leger des Heils is onvoorwaardelijk betrokken bij mensen die tijdelijk of voor langere tijd niet in staat zijn (op eigen kracht) te participeren in onze samenleving en gaat voor herstel van het gewone leven door verbindingen te leggen tussen mensen die sociaal uitgesloten zijn en de samenleving in al haar facetten. Door gebruik te maken van de potentie in mensen en hun eigen kracht aan te spreken, ook door het (familie) netwerk eromheen in te schakelen, wordt ingezet op participatie in de maatschappij (werk, vrije tijd) Actie: 1. Actieve inzet op netwerkversterking door het organiseren van eigen kracht overleggen (met familie, buren, collega’s etc.) indien mogelijk ook door inzet van de Eigen Kracht Centrale, waar al mee wordt samengewerkt. 2. Actieve inzet van ervaringsdeskundigen en ervaringswerkers om de rehabilitatie van jeugdigen al dan niet binnen hun gezinnen een grotere kans van slagen te geven. Daarnaast sluit de inzet van de vele vrijwilligers aan bij het gedachtegoed binnen de transitie. 3. Inzetten van dagbestedingprogramma’s en creëren van randvoorwaarden via scholing en werk om de rehabilitatie tot een goed einde te brengen. 2 Bieden van oplossingen Doel: Uitgaan van de vraag van het individu, zijn of haar netwerk, de buurt en/of gemeenten en inspelen op die vraag in plaats van een vast aanbod aan te beiden. Actie: 1. Door aanwezigheid in de buurt, contacten in netwerken en de brede kennis en expertise, evenals opvang en begeleidingsmogelijkheden, maakt dat er flexibel ingespeeld kan worden op de verschillende vraagstukken. 2. De Leger des Heilsaanpak is het DNA van het werk: de cultuur, christelijke identiteit, gedrevenheid, professionaliteit en aanvullende competenties van medewerkers. De daaruit voortvloeiende bejegening van cliënten, buurtbewoners, ketenpartners en stakeholders zijn de bouwstenen. Deze attitude mag verwacht worden van iedere medewerker! 3 Versterken van de sociale cohesie Doel: Het versterken van sociale cohesie in de buurt is een oplossing om goede verbindingen te kunnen leggen Actie: Medewerkers van het Leger des Heils leggen verbindingen tussen buren, familie en mensen van goede wil en mensen die sociaal uitgesloten zijn. Zij sluiten nauw aan op de verschillend gebiedsteams en helpen mee met het versterken het buurtgevoel in probleemstraten en vergroten de eigen mogelijkheden van mensen om hen ook werkelijk te leren verantwoordelijkheid te nemen voor dat wat er in hun eigen buurt gebeurt. 4 Intensiveren van de samenwerking Doel: Om vraagstukken en complexe casuïstiek goed te kunnen oplossen is nog beter samenwerken met andere organisaties en wijkteams om verdere marginalisering van mensen aan de onderkant van de samenleving te voorkomen nodig. Actie: 1. Aansluiten bij de ontwikkelingen in de buurt, zodat de lijntjes met andere organisaties, maar ook zeker de wijk en buurtontwikkeling kort zijn. 2. Gezamenlijke voordeur en wachtlijstbeheer, geniet de voorkeur m.b.t. een goede samenwerking . het komt de cliënt ten goede wanneer de afstemming tussen de organisaties efficiënt is ingericht
7
5 Innovatieve ontwikkelingen Het Leger des Heils heeft zich in de afgelopen jaren sterk ontwikkeld om een passend antwoord op zeer complexe situaties te geven door innovatief aanbod te ontwikkelen en verder aan te scherpen. Dit aanbod bevindt zich wederom op het snijvlak van domeinen en heeft als doel om zwaardere inzet van specialistische zorg zoveel mogelijk te voorkomen. Innovatieve voorbeelden: 1. B6T (Binnen 6 weken thuis) waarin ontspoorde jongeren uit de gezinssituatie gehaald worden voor een periode van 6 weken. Door intensieve begeleiding van de jongere en het gezin wordt gewerkt aan een snelle terugkeer van die jongere. 2. Opvang en begeleiding voor jongeren die met justitie in aanraking gekomen zijn 3. Stabiel: waarin intensieve gezinscoaching wordt ingezet door rechterlijke uitspraak, ter voorkoming van uithuisplaatsing of verzamelen van voldoende dossieropbouw voor het AMHK Yorneo Eenvoudig samenwerkingsmodel Yorneo heeft een actieve bijdrage geleverd aan het ontwikkelen van het eenvoudige samenwerkingsmodel waarvoor Drenthe gekozen heeft en waarmee in maximaal twee stappen de juiste ondersteuning, behandeling of zorg beschikbaar is. Yorneo ondersteunt dan ook volledig de principes achter dit model en geeft volledige inzet om de uitvoering van dit model tot een succes te maken. Daarbij zal met name aandacht zijn voor het proces van opschalen en afschalen van hulpverlening. Eén kind, één team, één plan Wanneer meerdere hulpverleners van Yorneo betrokken zijn bij een hulpverleningscontext wordt per definitie gewerkt vanuit één samenhangend plan. Alle informatie rondom de hulpverlening wordt daarbij samengebracht in één dossier dat online ter beschikking staat van het gezin waarop de hulpverlening betrekking heeft. Wanneer organisaties buiten Yorneo eveneens betrokken zijn bij de hulpverlening zal Yorneo zich, met inachtneming van de wettelijke regels op het gebied van privacy, aansluiten bij de systeemeisen van degene die bij wet of door de gemeente is aangewezen als regievoerder. Innovatie op het gebied van vraaggericht werken Binnen alle programma’s die Yorneo uitvoert bestaat de mogelijkheid af te wijken van het behandelprotocol als dit ten behoeve van het aansluiten bij de vraag noodzakelijk is. De afwijkingen van het programma worden periodiek geanalyseerd en leiden (als hiertoe aanleiding bestaat) tot verdere verbetering van de programma’s. Concrete innovatie voor het vraaggericht werken vindt op dit moment ondermeer plaats op het gebied van inzet van digitale mogelijkheden. Er zijn voorbereidingen getroffen om cliënten in de gelegenheid te stellen zelf hun hulpverlener te kiezen en er is systeem ontwikkeld voor het elektronisch beschikbaar stellen van het dossier aan ouders (met de mogelijkheid hierover in gesprek te gaan en feedback te leveren). Verder hebben we binnen onze ambulante programma’s de evidence based methodiek van het werken met de Outcome Rating Scale (ORS) en Session Rating Scale (SRS) geïntroduceerd. Deze methodiek volgt tijdens de behandeling de resultaten van de hulp en de kwaliteit van de hulpverleningsrelatie zodat al tijdens de behandeling voorspellingen gedaan kunnen worden over de succesvolheid van het traject en (zo nodig) tijdig kan worden bijgestuurd door veranderingen in het programma of wijziging van hulpverlener die het programma uitvoert. Hulpverleners maken periodiek video-opnamen van hun handelen in het gezin. Deze opnamen worden methodisch ingezet voor reflectie op en verbetering van het hulpverlenend handelen door de hulpverlener zelf, collega’s en gedragswetenschapper. De uitkomsten van praktijkonderzoek (waaronder het meten van cliënttevredenheid) worden binnen alle programma’s gebruikt om te reflecteren op de effectiviteit van de programma’s en waar mogelijk verbeteringen aan te brengen. Samenwerking lokaal welzijn en JGZ Er zijn nauwe samenwerkingsrelaties met lokaal welzijn en JGZ om, ieder vanuit de eigen rol, invulling te geven aan Positief Opgroeien Drenthe. Zo is Vroeg Erbij een gezamenlijke methodiek van JGZ en Yorneo en wordt er binnen het onderwijs nadrukkelijk samengewerkt met het schoolmaatschappelijk werk en de interne zorgstructuur van het onderwijs. Voor de curatieve programma’s vormt de versterking van 8
de samenwerking een belangrijke beleidsdoelstelling voor de komende jaren. Het toevoegen van kennis gebeurt hier weliswaar op veel manieren (wijkteams, consultatie, professionele leergemeenschappen, materiaalontwikkeling in het kader van POD, POD en sport, etc.), maar het vanzelfsprekend opschalen en afschalen van hulp wanneer dat nodig is staat nog in de kinderschoenen. Versterking professionele leefmilieus Yorneo voert vanuit haar rol als ondersteuner van professionals zelf geen taken uit op niveau één t/m drie van het schema Positief Opgroeien Drenthe. Deze behoren tot het domein van de JGZ, lokaal welzijn, kindercentra en onderwijs. Yorneo verricht wel taken op het gebied van de ondersteuning van professionele opvoedingsmilieus. Dit is het op een zodanige wijze toevoegen van specialistische kennis en verbinden en versterken van professionele opvoedmilieus dat ouders en professionals (pedagogisch medewerkers, leerkrachten, intern begeleiders, etc.) een gezamenlijke verantwoordelijkheid ervaren en nemen bij het opvoeden van alle kinderen en jeugdigen en beter zijn toegerust voor het omgaan met en begeleiden van opvallende kinderen en jeugdigen. Concrete indicatoren voor de succesvolheid van het aanbod op het terrein van de versterking van de professionele opvoedmilieus liggen op de verminderde instroom in gespecialiseerde programma’s, vermindering schooluitval en vermindering van het aantal gediagnosticeerde psychiatrische stoornissen, verbetering leerprestaties, verbetering leefklimaat, etc. De effectiviteit van de uitgevoerde programma’s wordt gevolgd door middel van praktijkonderzoek. Samenhang Yorneo streeft in al haar varianten naar een hechtere aansluiting met het lokale aanbod van JGZ en welzijn. Met het lokaal welzijn en de GGD (JGZ) worden afspraken gemaakt om systematisch afschalen van gespecialiseerde hulp naar het lokaal welzijn mogelijk te maken. Een experiment op dit punt zal binnen afzienbare tijd starten in de regio Noord-Midden. We verwachten enerzijds dat het effect van de gespecialiseerde hulp groter wordt als (de mogelijkheid tot) afschalen naar lokaal welzijn plaatsvindt. Mogelijk dat daarnaast een verkorting van de behandelduur te realiseren is voor het gespecialiseerd aanbod. Voor kinderen en jeugdigen die gedurende hun gehele jeugd periodiek ondersteuning nodig hebben zal het soepel af- en op kunnen schalen resulteren in een beter aansluitende zorg die tijdiger geboden wordt. We verwachten ook hiervan een gunstig inhoudelijk en financieel effect. De eerste concretisering van het afschalen van hulp vindt plaats op het gebied van (zeer) problematische scheidingen. Tinten en Yorneo bereiden een gemeenschappelijke aanvraag voor bij ZonMw om de methodiek van lokaal welzijn en gespecialiseerde zorgaanbieder bij deze problematiek op elkaar af te stemmen. Bij succesvolle implementatie zal de werkwijze ook aangeboden worden aan de andere welzijnsinstellingen. Domein De transformatiedoelen worden in het overleg van hoofdcontractant en subcontractanten van het domein besproken. Hierbij wordt stil gestaan bij de voortgang. Waar nodig vindt bijstelling in overleg met gemeenten plaats.
9
3. keuzevrijheid van cliënten en keuzes cliënten Bureau Jeugdzorg Drenthe – Gespecialiseerd Casemanagement Het Poortje Van keuzevrijheid is bij een gedwongen vorm van jeugdzorg als JeugdzorgPlus moeilijk te spreken, zeker 1 gezien het feit dat Het Poortje de enige aanbieder van JeugdzorgPlus is in Groningen, Friesland en Drenthe. Bij het samenstellen van het zorgtraject dat vanuit JeugdzorgPlus richting op maatschappelijk aanvaardbare wijze deelnemen aan de maatschappij, staan de wensen en mogelijkheden van cliënten echter centraal. Samen met de jongere en het systeem en hulpverleners uit het voorveld, wordt opnieuw kritisch bezien welk perspectief passend is in het toekomstbeeld dat de jongere en ouders hebben. Hierbij wordt voortgebouwd op het voortraject. Samen met jongere, ouders en hulpverleners wordt besproken wat nodig is om dit perspectief te behalen. Leger des Heils Keuzevrijheid van cliënten Uitgangspunt in de bejegening van cliënten: om goede zorg te geven moet de persoonlijkheid van iedere cliënt gerespecteerd worden met zijn sterke en zwakke kanten, mogelijkheden en beperkingen, gevoeligheden, overgevoeligheden en voorkeuren. De begeleiders moeten steeds blijven nagaan welke wensen en behoeften er zijn. Zij ondersteunen de cliënt om (waar mogelijk) zelfredzaam te blijven en nemen geen taken over. Om de keuzevrijheid zo groot mogelijk te maken, vinden we het belangrijk dat er ook uit verschillende zorgaanbieders kan worden gekozen. Verder wordt er zoveel mogelijk getracht een begeleider aan te bieden, die voldoet aan de keuze van de cliënt (man/vrouw, achtergrond, expertise etc.) De rol van de cliëntenraad is zeer actief en zij worden zoveel als mogelijk betrokken bij de ontwikkelingen in het domein. Voorlichting contractanten In het voorliggende veld, sociale teams, gebiedsteams, wijkteams, CJG’s etc. moet duidelijk zijn welke keuzeopties er zijn voor de cliënten. Hierover moet heldere voorlichting gegeven worden en in het “keukentafel” gesprek ontvangt de cliënt een duidelijk overzicht van de mogelijke zorgpartijen die een passend aanbod hebben op zijn/haar hulp vraag. Yorneo Yorneo verklaart expliciet garant te staan voor de continuïteit van zorg voor alle jeugdigen die met een geldige indicatie op 31 december 2014 in onze instelling verblijven, dan wel door medewerkers van onze instelling hulp geboden krijgen. Cliënten ontvangen vanaf 2015 een verwijzing/indicatie waarin is aangegeven op welk interventieniveau jeugdhulp kan worden ingezet. Cliënt kan bij Yorneo zelf een hulpverlener kiezen. Op dit moment worden systemen gebouwd, die het proces van het kiezen van een hulpverlener ondersteunen.
10
4. kwaliteit van zorgaanbod Bureau Jeugdzorg Drenthe – Gespecialiseerd Casemanagement De kwaliteit van de GC is o.m. gewaarborgd via beroepsregistratie in het SKJ (Stichting Kwaliteitsregister Jeugd). Op basis van het in de nieuwe Jeugdwet opgenomen is de GC werkzaam volgens de richtlijnen van de verantwoorde werktoedeling. De GC wordt daarbij structureel ondersteund door een gedragswetenschapper en een werkbegeleider. Het Poortje Het Poortje werkt met een kwaliteitsmanagementsysteem: HKZ. Dit certificaat wordt steeds voor de duur van 3 jaren uitgegeven, waarbij er elk jaar sprake is van een hercertificering om te kijken of de organisatie voldoet aan de kwaliteitseisen en daarnaast de juiste stappen zet voor verbetering. De zogenaamde Demingcirkel van Plan, Do, Check en Act. Het Poortje heeft in het najaar 2013 opnieuw bewezen te voldoen aan de kwaliteitseisen van de HKZ. Hiermee toont de organisatie aan dat ze constant werkt aan verbetering van de geleverde zorg en de bedrijfsvoering. Vanuit de kwaliteitsgedachte worden de verschillende stakeholders van het Poortje gevraagd mee te denken en te praten over de geleverde zorg. In Wilster is er een jongerenraad die betrokken worden bij verandering en verbetering van het leefklimaat. Daarnaast wordt door middel van ouderavonden, ouderpanels en de cliëntenraad inspraak georganiseerd van de ouders. Ouders, jongeren of derden die het niet eens zijn met de kwaliteit van de zorg of de inzet van vrijheidsbeperkende maatregelen, kunnen hiervoor een klacht indienen volgens de procedures van de klachtenregeling. De uitkomsten hiervan worden besproken in de MAZ-commissie, de jongerenraad en binnen de managementteams van de specialisaties. Op basis hiervan wordt in gezamenlijkheid gewerkt aan verbetering. Aandachtspunten in zorgtrajecten: - op welke wijze zij cliënten bij haar kwaliteitsbeleid hebben betrokken; - de frequentie waarmee en de wijze waarop de instellingkwaliteitsbeoordeling heeft uitgevoerd en het resultaat daarvan; - welk gevolg zij heeft gegeven aan klachten en meldingen over de kwaliteit van de uitvoering van haar taken. - de toepassing van vrijheidsbeperkende maatregelen. Kwaliteit en professionalisering Er zijn kwaliteitsnormen - opgenomen in het kwaliteitskader Gesloten Jeugdzorg - uitgewerkt voor de JeugdzorgPlus instellingen. De kwaliteitsnormen geven een nadere invulling aan het begrip ‘verantwoorde’ zorg. De kwaliteitsnormen zijn in samenhang met het Streefbeeld JeugdzorgPlus richtinggevend voor de ontwikkeling van de kwaliteit van de zorg aan jeugdigen in een gesloten setting. De Kwaliteitsnormen worden door de inspecties (Jeugdzorg en Onderwijs) gebruikt bij de beoordeling van verantwoorde zorg. JeugdzorgPlus is een vrij nieuwe vorm van zorg, waarbij nog veel ontwikkeld wordt. Om die reden heeft de sector aangegeven welke thema’s als eerst operationeel moesten zijn en welke nog langer de tijd nodig hadden. In het kwaliteitskader worden drie stadia onderscheiden. De Inspectie Jeugdzorg heeft zich bij deze drie stadia aangesloten en voert haar toezicht op de instellingen voor JeugdzorgPlus stapsgewijs uit. Wilster is voldoende beoordeeld door de inspecties ten aanzien van de drie stappen in het kwaliteitskader. (zie Inspectierapport stap 3 in de bijlage) Effect- en resultaatmeting via Monitor JeugdzorgPlus Belangrijke achterliggende doelstelling van het beleidskader trajecten JeugdzorgPlus is dat de effectiviteit en kwaliteit van de JeugdzorgPlus verbetert. De Monitor JeugdzorgPlus draagt daar aan bij. Met de Monitor JeugdzorgPlus, waarmee in 2012 is gestart, is meer inzicht te verkrijgen in: • Het resultaat van de begeleiding en behandeling; • De omvang en samenstelling van de doelgroep; • De aard en duur van de begeleiding en behandeling.
11
Gedurende een langere periode, op verschillende meetmomenten (tot een half jaar na verblijf), worden gegevens vastgelegd. Met deze uitkomsten wordt onderzoek gedaan om de kwaliteit van de hulpverlening te verbeteren. De Monitor is opgezet volgens de ROM-methode. Door deze methode – die voortgang en resultaten op cliëntniveau meet en vastlegt – zijn de uitkomsten direct te gebruiken in de hulpverlening. Tweemaal per jaar wordt een publiceerbare landelijke rapportage gemaakt. Op basis daarvan wordt verdiepend onderzoek gedaan. Effect- en resultaatmeting is een activiteit die gedurende het gehele behandelproces verricht wordt. In de afgelopen jaren is het meten of monitoren van de behandeling en het effect ervan enorm in belang toegenomen. Het is zo belangrijk geworden dat het voor Het Poortje als een kernactiviteit moet worden gezien. Het betreft het systematisch volgen van veranderingen in problematiek of competenties bij cliënten van Het Poortje. Periodiek worden er gestandaardiseerde tests en vragenlijsten afgenomen en gegevens opgevraagd. De uitkomsten hiervan worden benut voor verschillende doelen: Ter evaluatie van de (interne) behandeling en scholing Ter evaluatie van het primaire proces en het gevoerde beleid Ter verantwoording aan derden (o.a. financiers) Leger des Heils Een van de sleutelbegrippen in de Kwaliteitswet zorginstellingen (1996) is het bieden van ‘verantwoorde zorg’. De wet geeft aan dat deze zorg minimaal van goed niveau, doeltreffend, doelmatig en cliëntgericht en afgestemd op de reële behoefte/hulpvraag van de cliënt moet zijn. Het kwaliteitsbeleid van de zorgorganisatie moet gebaseerd zijn op de volgende pijlers: -
wet- en regelgeving vanuit de overheid;
-
vier eigen kwaliteitscriteria waaraan de zorg/hulp dient te voldoen: laagdrempelig en zingevingsgericht, ze worden in hun onderlinge samenhang aangeboden en medewerkers doen dit met de nodige vasthoudendheid
-
waar branches/werkvelden (al dan niet via overheid en/of koepelorganisaties) kwaliteitscriteria hebben ontwikkeld, worden deze binnen de betreffende organisaties toegepast; cliënttevredenheid(metingen)
-
het Kwaliteitsmanagement systeem (KMS) is gebaseerd op de HKZschema’s.
1 P-toets Het Leger des Heils is van mening dat een tevredenheidsmeting een belangrijk instrument is om de betrokkenheid van cliënten bij het beleid te vergroten. In juni 2013 heeft 54% van de pleeggezinnen van Leger des Heils Noord meegedaan aan dit tevredenheidsonderzoek, de zogenoemde P-toets. De resultaten van dit onderzoek biedt Leger des Heils Noord inzicht in wat pleegouders vinden van de kwaliteit van de geboden zorg. Deze uitkomsten worden dan ook gebruikt als basis voor verbetering bij de afdeling pleegzorg. Met een 7,4 scoren we een ruim voldoende. 2 HKZ certificering Leger des Heils Noord is HKZ gecertificeerd, hiervoor is in het najaar van 2013 een externe audit door DNV geweest. Doel van een HKZ certificering is gericht op het bieden van ontschotte hulp-, zorg- en dienstverlening aan kwetsbare mensen, veelal met problemen op meerdere leefgebieden tegelijkertijd. Leger des Heils Noord biedt hierdoor kwalitatief verantwoorde ondersteuning op de terreinen van Jeugdzorg, Maatschappelijke Opvang, Geestelijke Gezondheidszorg (w.o. Verslavingszorg), Preventie en
12
maatschappelijk herstel. 3 Onderzoek ‘werken met zorgplannen’ CMO Groningen heeft op verzoek van Leger des Heils Noord een onderzoek uitgevoerd m.b.t. het werken met zorgplannen. Aan de hand van kwalitatief onderzoek is in kaart gebracht dat binnen Leger des Heils Noord actief vorm gegeven wordt aan het verbeteren van de positie van de cliënt in het werken met zorgplannen. 4 Zorgdossier en productie audit In het najaar van 2013 is de jaarlijkse zorgdossier en productie audit geweest. Naast de controle op deze aspecten is er ook altijd aandacht voor een paar specifieke zorginhoudelijk componenten. Dit jaar waren dit de implementatie van de risico-inventarisatie op cliëntniveau, cliëntparticipatie, somatische screening en lichaamsbeweging en de implementatie van de Meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling. 5 Audit Cultuur & Identiteit Doelstelling van Leger des Heils Welzijns- en Gezondheidszorg is directe materiële en immateriële hulp te verlenen aan mensen. De identiteit van waaruit dat gedaan wordt en de cultuur waarin of waarmee is hierbij van wezenlijk belang. Cultuur wordt hierbij gezien als de manier waarop de identiteit tot uiting gebracht wordt, de wijze waarop dingen gedaan worden, de methodes die worden gehanteerd, de wijze van omgang met elkaar, de tradities en bijvoorbeeld ook rituelen en symbolen. De uitkomsten van deze audit zullen in 2014 een vervolg krijgen. 6 Kwaliteitskader Voorkomen seksueel misbruik in de Jeugdzorg Er is naar aanleiding van het rapport Commissie-Samson ‘Omringt door zorg maar toch niet veilig’, een kwaliteitskader opgesteld welke ook binnen Leger des Heils Noord wordt geïmplementeerd. De visie van het kwaliteitskader past bij de mening van het Leger des Heils dat kinderen in een veilige omgeving moeten opgroeien. Een omgeving waarin zij op een goede manier kunnen leren en zichzelf ontwikkelen op weg naar hun volwassenheid. Jeugdigen die aan de zorg van het Leger des Heils zijn toevertrouwd kunnen daar ook op rekenen. Vaak gaat het om kinderen die al in een eerder stadium ernstig beschadigd of achtergebleven zijn in hun ontwikkeling. De werkwijze is erop gericht om situaties die mogelijk kunnen leiden tot (seksueel) misbruik van anderen te voorkomen. Yorneo Yorneo is HKZ gecertificeerd conform het jeugdzorgschema 2010. Bij de laatste audit in 2013 op de processen van Yorneo zijn geen bijzonderheden of afwijkingen in het kwaliteitsmanagementsysteem aangetroffen. Naast de externe audits voert Yorneo jaarlijks interne audits uit. Verbeterpunten uit de audits worden opgenomen in de jaarplannen. Alle behandelingen van Yorneo worden ondersteund door praktijk gestuurd onderzoek waarbij zowel een 0-meting als een eindmeting plaatsvindt. De evaluatie van de programma’s op basis van het onderzoek vindt minimaal eens per jaar plaats waarbij eventuele verbeteringen in praktijk worden gebracht. Er wordt gewerkt met vragenlijsten voor alle bij de hulp betrokken personen. Dit zijn veelal de ouders/verzorgers, jongeren en leerkrachten. De vragenlijsten gaan over de ervaren gedragsproblemen en opvoedingsbelasting, doelrealisatie en over tevredenheid van cliënten. Hoe meer vragenlijsten kunnen worden afgenomen bij de start en bij het einde van de behandeling, hoe groter de betrouwbaarheid en generaliseerbaarheid van de resultaten.
13
5. klachten en klachtafhandeling Bureau Jeugdzorg Drenthe – Gespecialiseerd Casemanagement De gemeenten maken een keuze met betrekking tot de inzet van het GC. Er zijn gemeenten die een opdracht zullen geven en het daarmee van zich af organiseren en er zijn gemeenten die zelf de aansturing van de toegang en toeleiding tot specialistische zorg op zich nemen en daarmee ook de GC aansturen. In het laatste geval zal de klachtafhandeling bij de gemeente plaats vinden. In het eerste geval wordt voorzien door de werkgever in de klachtafhandeling, middels een onafhankelijke klachtencommissie. Het Poortje Het Poortje vindt het belangrijk dat jongeren en hun ouders kenbaar kunnen maken dat zij het niet eens zijn met de gang van zaken of een beslissing van de organisatie. Daarom is voorzien in een onafhankelijke klachtencommissie en een vertrouwenspersoon. Klachtencommissie Geldende klachtenregeling Op grond van de Wet op de Jeugdzorg is JeugdzorgPlus verplicht een regeling voor de behandeling van klachten van jongeren en hun vertegenwoordigers op te stellen. Hierbij wordt in het kort weergegeven hoe de behandeling van klachten in zijn werk gaat. De gehele klachtenregeling ligt ter inzage bij Wilster en Woodbrookers en kan op verzoek worden toegezonden. Het indienen van een klacht en bijstand van de klager. Bij voorkeur wordt de klacht ingediend op een verstrekt klachtenformulier. Er zijn brievenbussen van de klachtencommissie in Wilster en Woodbrookers. De klacht moet zo snel mogelijk (bij voorkeur binnen 8 dagen) worden ingediend. De klager heeft het recht om bijstand te vragen van bijvoorbeeld ouders/verzorgers, een advocaat of de cliëntenvertrouwenspersoon. De secretaris van de klachtencommissie beoordeelt of de klacht ontvankelijk is en of er bemiddeld kan worden. In veel gevallen kan worden bemiddeld. In een enkel geval wordt de klacht voorgelegd aan de klachtencommissie. (bijlage Klachtenregeling Wilster) Bij de behandeling van de klachten wordt een onderscheid gemaakt of het gaat om: a) een klacht over (wijze van) oplegging van een beperkende maatregel, een hulpverleningsprogramma of verlof (artikel 29 Wet op de Jeugdzorg); of b) een bejegeningsklacht (artikel 68 Wet op de Jeugdzorg). Openbaar verslag De klachtencommissie draagt zorg voor jaarlijkse verslaglegging. Voor jongeren in de huisregels duidelijk uitgelegd hoe zij een klacht kunnen indienen en wat de procedure is. Wilster vindt het van groot belang dat jongeren de mogelijkheid hebben om kenbaar te maken dat zij het niet eens zijn met gedragingen van Wilster of toegepaste maatregelen. Op de groepen liggen daarom altijd voldoende klachtenformulieren die zonder beletsel ingevuld en ingediend kunnen worden. Eveneens kunnen zij langsgaan bij de vertrouwenspersoon voor hulp bij het opstellen van de in te dienen klacht. Om ouders op de hoogte te stellen van de procedure van het indienen van een klacht, is op de site van Wilster en Woodbrookers de klachtenregeling en een korte beschrijving van de procedure te vinden. Daarnaast worden ouders in de informatiebrief geïnformeerd over de mogelijkheid en de wijze van het indienen van een klacht. Ook voor ouders bestaat de mogelijkheid hulp in te roepen van de vertrouwenspersoon. Hierover worden zij ook via de bezoekbrief en de website van Wilster geïnformeerd. Samenstelling van de klachtencommissie De leden van de klachtencommissie worden door bestuurder benoemd op bindende voordracht van de zittende leden. De leden zijn niet werkzaam voor of bij Wilster of Woodbrookers en worden benoemd voor een periode van 4 jaar. Eens per kwartaal wordt er vergaderd, waarbij de directie van Wilster drie keer per jaar aanwezig is. Eveneens is er één keer per jaar een gezamenlijke vergadering met de Commissie van Toezicht Juvaid. Daarnaast is er eens per maand telefonisch overleg tussen de voorzitter van de klachtencommissie en de directeur van Wilster. Conform de klachtenregeling bestaat de 14
klachtencommissie in ieder geval uit een jurist, een gekwalificeerd gedragswetenschapper alsmede indien de aard van de klacht dit vereist, een arts. Op verzoek kunnen de namen van de leden van de klachtencommissie worden verstrekt. Vertrouwenspersoon Jongeren en/of ouders/verzorgers kunnen met vragen of opmerkingen over de jeugdzorg terecht bij een vertrouwenspersoon van Zorgbelang Groningen (Wilster) of Zorgbelang Fryslan (Woodbrookers). Dit kan bijvoorbeeld gaan over de manier van benadering, het handelen van hulpverleners of informatieverstrekking. De vertrouwenspersoon is onafhankelijk, onpartijdig en is er voor alle jongeren van Wilster en hun ouders/verzorgers. De vertrouwenspersoon houdt telefonisch spreekuur en komt ook wekelijks langs. Leger des Heils Zorgaanbieders hebben de plicht om kwalitatief goed zorg te verlenen aan de cliënten die ben hun in zorg zijn. Toch kan een cliënt ontevreden zijn over de geleverde zorg. De cliënt moet dit ongenoegen te allen tijde kunnen uiten. Dit kan via twee routes: via een interne procedure en via een externe procedure. Het Leger des Heils heeft een eigen interne procedure. Een onderdeel van deze procedure is dat de cliënt op de hoogte is van de mogelijkheden tot klagen en er wordt een klachtenreglement uitdeelt bij het kennismakingsgesprek. De externe procedure bestaat uit de mogelijkheid om de klacht door een externe klachtencommissie te laten beoordelen. De voorzitter van deze commissie is een onafhankelijke jurist. Deze procedure kunnen cliënten o.a. kiezen, als zij niet tevreden zijn over de afhandeling van hun klacht via de interne procedure of als zij niet willen dat de klacht intern wordt behandeld. Het Leger des Heils schakelt Transmissie in als externe klachtencommissie. Yorneo Cliënten van Yorneo mogen er op rekenen dat ze de juiste hulp krijgen en met respect behandeld worden. Dit geldt voor alle jongeren, ouders, verzorgers en professionele opvoeders waar Yorneo mee samenwerkt. Als iets niet naar tevredenheid loopt is het goed om dit aan te kaarten. Yorneo kent verschillende vormen waarop een klacht kenbaar kan worden gemaakt. Dit kan direct bij de hulpverlener en/of de leidinggevende van de hulpverlener. Daarnaast kent Yorneo een onafhankelijke klachtencommissie. Het doel van de klachtencommissie is middels het horen van alle betrokken partijen en het onderzoeken van de klacht, de directie van Yorneo te adviseren over mogelijke oplossingen. Klachten en bezwaren worden geregistreerd in het meldingensysteem van Yorneo, zodat bezwaren of klachten kunnen leiden tot verbeteringen voor heel Yorneo.
15
6. trends en ontwikkelingen met betrekking tot het zorgaanbod Bureau Jeugdzorg Drenthe – Gespecialiseerd Casemanagement Het Poortje De sector JeugdzorgPlus zet al geruime tijd in op een verdere professionalisering van deze intensieve en specialistische vorm van zorg. Omslag van bedden naar trajecten Voor de JeugdzorgPlus is een richtinggevend kader voor de periode 2011 – 2015 opgesteld. Uitvoering van het kader moet leiden tot een verbeterde zorg aan jeugdigen die met een rechterlijke machtiging zijn geplaatst in een accommodatie voor gesloten jeugdzorg. Voortvloeiend uit dit kader wordt vanuit JeugdzorgPlus in samenwerking met andere jeugdzorgpartners en onderwijs trajectzorg ingericht. Door de breedte en ernst van de problematiek van de jeugdige in de JeugdzorgPlus heeft alleen een volhardende, intensieve en integrale aanpak kans van slagen. Meerdere disciplines uit verschillende sectoren worden - zo nodig - betrokken. Onderwijs is ook een vast onderdeel. Met de school wordt nagegaan op welke wijze onderwijs zo snel mogelijk weer kan worden opgepakt of hoe aansluiting kan worden gevonden bij de arbeidsmarkt. In gesprek met de ouders, de jeugdige en (indien van toepassing) de gezinsvoogd wordt een zo reëel mogelijk perspectief bepaald. Een jeugdige in de JeugdzorgPlus moet zo snel mogelijk en beter toegerust kunnen participeren in de samenleving. Thuis, op kamers of in een andere voor hem of haar geschikte open voorziening. Om deze trajectzorg vorm te geven heeft Het Poortje verschillende samenwerkingsprojecten ingericht. Zoals eerder genoemd zijn Doen Wat Werkt, DOK3 en In voor Zorg goede voorbeelden van innovatieve trajectzorg ingericht rondom de jongeren en zijn/haar systeem. Landelijk sluit het Poortje aan bij de ontwikkelingen rondom het typeringsmodel en trajectprijsontwikkeling. De sector JeugdzorgPlus heeft een typeringsmodel opgesteld waarin de factoren worden beschreven die van invloed zijn op de instandhouding van problemen of van invloed zijn op de behandelbaarheid. Hierdoor is het mogelijk om vergelijkbaarheid te creëren tussen casuïstiek. Het is een project in ontwikkeling om te komen tot een koppeling van typeringen van jeugdigen aan bijbehorende kosten en wijze van aanpak (meest effectieve traject). Doen wat Werkt Doen Wat Werkt is welbekend in Drenthe en inmiddels door het NJI erkend als ‘theoretisch goed onderbouwd’. In 2014 is een project gestart om het ingezette erkenningstraject te vervolgen. Met het verrichten van wetenschappelijk onderzoek heeft DWW de ambitie om het hoogste niveau van erkenning bij de databank van het NJI te bereiken. Daarmee kan DWW het eerste zorgprogramma in Nederland worden dat - empirisch aangetoond – effectief is. Dit zorgt voor een breed draagvlak voor DWW waarmee het programma vaker ingezet zal worden en hiermee zijn beoogde doelgroep (80% van de bij JeugdzorgPlus aangemelde jongeren) beter kan bereiken. DWW wil naar zijn doelgroep en naar gemeentes en verwijzers zijn zorg en de kosten daarvoor kunnen verantwoorden. DWW wil door middel van wetenschappelijk onderzoek de inhoudelijke en maatschappelijke kwaliteit waarborgen. DOK3 DOK3 heeft zich van project (gestart door Het Poortje, VNN en Reik) ontwikkeld tot een multi disciplinaire behandelvoorziening waar de inhoudelijke schotten tussen de verschillende voorzieningen weggewerkt zijn en ten behoeve van de jongeren wordt samengewerkt. De vraag naar gesloten behandelplekken is groot, ook voor jongeren zonder gesloten machtiging. Het gaat hierbij om jongeren met een ZZP LVG4 of 5: een indicatie voor een gesloten behandelplek of om jongeren met een DBC, waarbij in veel gevallen eerder is gebleken dat behandeling in een open setting niet lukt. Voor een groot deel van de opgenomen jongeren die vrijwillig tekenen voor behandeling in een gesloten setting geldt dat zij de behandeling af maken. In nagenoeg alle gevallen geldt dat jongeren uitstromen naar een lichtere vorm van hulp. Opvallend is dat veel meer jongeren dan verwacht uitstromen naar een vorm van ambulante zorg, vaak in
16
de thuissituatie. Gevolg van de samenwerking binnen DOK3 is dat een breed behandelaanbod kan worden geboden. In voor Zorg In voor Zorg is een samenwerkingspilot ingericht rondom trajectzorg voor jongeren met een risico op een indicatie voor JeugdzorgPlus en jongeren die deze indicatie hebben gekregen. Deze trajectzorg is ontwikkeld en getest door Bureau Jeugdzorg Groningen, Wilster (onderdeel van Poortje Jeugdinrichtingen) en Elker Jeugd en Opvoedhulp. Uit de Maatschappelijke businesscase die is geschreven naar aanleiding van de pilot In voor Zorg blijkt dat zorgvuldig uitgevoerde trajectzorg kan laten zien dat door investering in verbinding tussen partners de zorg kwalitatief verbetert en dat de baten van deze trajectzorg tot uitdrukking komen in goedkopere en meer succesvolle trajecten die uitnodigen tot kwantificering van de opbrengsten: meer jongeren kunnen thuis blijven wonen of weer terug naar huis, jongeren verblijven korter in een instelling en keren beter terug naar de samenleving met stabiele woonsituatie en dagbesteding. (Maatschappelijke businesscase In voor Zorg). Samenwerkingsproject Ambiq – Wilster De doelstelling van de pilot is om in de provincie Drenthe voor alle jongeren met LVB-indicatie een dusdanig zorgtraject te kunnen bouwen, dat het hele spectrum van de geslotenheid tot aan ambulante hulp bestreken wordt. Belangrijke pijlers hierbij zijn: het terugbrengen de gesloten plaatsing tot maximaal 6 maanden, vanaf het begin helderheid scheppen voor jongere en ouders over de verloop van het traject, continuïteit te creëren in onderwijs en/of dagbesteding en expertise-uitwisseling tussen de onderlinge organisaties. Typeringsmodel Onder meer via bovenstaande projecten en trajecten beoogt Het Poortje bij te dragen aan het mogelijk maken van effectievere, integrale zorg die aansluiting vindt bij de woon- en leefomgeving van jongeren en hun gezinnen. Hiervoor is het nodig dat de doelgroep van JeugdzorgPlus in kaart wordt gebracht. De sector heeft hiertoe een typeringsmodel opgesteld waarin de factoren worden beschreven die van invloed zijn op de instandhouding van problemen of van invloed zijn op de behandelbaarheid van de jongeren. Hierdoor is het mogelijk om vergelijkbaarheid te creëren tussen casuïstiek. Hiermee beoogt de sector in gezamenlijkheid in beeld te krijgen welke behandelprogramma’s en trajecten effectief en tegelijkertijd efficiënt zijn. Het typeringsmodel is per april 2014 geïmplementeerd. Leger des Heils 1 Zelfredzaamheid en Herstelgericht werken Leger des Heils Noord laat in de begeleiding zien dat deze gericht is op de zelfredzaamheid van de mens en zet in op herstelgericht werken. Bij herstelgericht werken staat het zo goed mogelijk leren omgaan en leven met de beperking die je hebt centraal. Bij de begeleiding staat het vergroten en aanleren van eigen regie en kracht inzetten centraal. Hier hoort het kunnen en mogen meedenken over dat wat je als persoon kan, wil en doet centraal. Cliëntparticipatie is daarom onlosmakelijk met deze wijze van begeleiding verbonden. 2 Ervaringsdeskundigen Het Leger des Heils gaat uit van de eigen mogelijkheden van mensen, van een leven zo gewoon als mogelijk en van herstel. Mensen zijn soms ver weg van een “normaal” leven en van een geaccepteerde leefsituatie binnen maatschappelijk aanvaarde kaders. We zien zo vaak, dat men is weggezakt in verslaving, psychische ziektes en een kommervol bestaan. Even zo vaak zien we dat mensen in staat zijn om te herstellen. Om hun leven weer op de rails te krijgen. Ondersteunend aan dat proces is de ervaring van mensen die dat proces van herstel al hebben doorgemaakt of al een eind op weg zijn in die richting. Om die reden kiest het Leger des Heils ervoor om ervaringsdeskundigen in te zetten. Een bekend fenomeen binnen de psychiatrie, maar nog niet binnen de Maatschappelijke Opvang en Jeugdzorg. 3 Werk eerst Voor het goed laten verlopen de rehabilitatie is arbeid en dagbesteding van cruciaal belang. De visie die gehanteerd wordt binnen het Leger des Heils is die van ‘werk eerst’. Scholing valt daar uiteraard ook 17
onder! Contacten met het arbeidsleven, UWV, afdeling sociale zaken, bedrijven, scholen (voorgezet en beroepsonderwijs) horen daarbij en zijn verweven binnen de begeleiding van het Leger des Heils. 4 Vrije tijd voor iedereen Het Leger des Heils vindt het belangrijk dat mensen naast een goede dagbesteding ook de mogelijkheid krijgen om hun vrije tijd zinvol in te vullen. Een zinvolle vrije tijdsbesteding versterkt het netwerk en maakt de hulpverlening effectiever. Om de stap naar reguliere vrije tijd activiteiten te verkleinen organiseert het Leger des Heils jaarlijks een regionaal Kunst en Theater Festival. Als voorbereiding op dit festival worden in het voorjaar workshops gegeven en cliënten mogen een aantal workshops naar keuze volgen. Het streven is om met deze workshops aan te sluiten bij bestaande plaatselijke activiteiten zodat cliënten ook na het festival hun talenten blijven ontwikkelen en een zinvolle vrijetijdsbesteding overhouden. Het afgelopen jaar deden ruim 200 cliënten mee aan 13 verschillende workshops, waaronder zang, toneel, rap, dichten, djembee en een circusworkshop. Als afsluiting van het traject met de workshops mochten de cliënten optreden in theater de Tamboer in Hoogeveen. Cliënten vanuit Veendam, Groningen, Drachten, Leeuwarden en Emmen kwamen samen met hun familie naar dit theater en hadden daar een geweldige middag. De workshops en de optredens vergroten de vaardigheden en het vertrouwen van de cliënten en versterken ook het netwerk. Een aantal cliënten mocht meedoen aan de musical over het leven van Majoor Bosshardt, deze musical werd op 8 juni uitgevoerd in de Heineken Music Hall te Amsterdam. Yorneo Versterking eigen kracht De hulpverlening van Yorneo is per definitie gericht op het vergroten van de competenties van en de samenwerking binnen het netwerk van de jeugdige. Wij bereiken onze resultaten door toevoeging van gespecialiseerde kennis over opvoeden en opgroeien, vergroting en versterking van het netwerk en ondersteuning bij het opheffen van belemmeringen in de samenwerking tussen ouders onderling en/of belangrijke anderen in het netwerk om de jeugdigen heen. Positieve benadering De twee belangrijkste pijlers van de hulpverlening van Yorneo zijn het oplossingsgerichte denken en het systeemdenken. Binnen al onze programma’s is het vertrekpunt dat oplossingen uitsluitend bereikt kunnen worden door op een zodanige wijze toe te voegen aan het systeem rondom kinderen dat het gezin uiteindelijk zelf in staat is de positieve ontwikkeling van het kind of de jeugdige verder vorm te geven. Het hele personeelsbestand is getraind in de principes van het oplossingsgerichte werken. De kern van het oplossingsgerichte denken is dat de hulpverlener uitgaat van wat nog wel werkt en dit positief bekrachtigt. De afgelopen jaren heeft Yorneo zich in deze visie beleidsmatig laten zien in de ontwikkeling van de visiedocumenten op het gebied van de transformatie. Inhoudelijk is de operationalisatie van deze visie ondermeer terug te vinden in de inhoud van onze eigen programma’s en de programma’s die we in het kader van Positief Opgroeien Drenthe ontwikkelen voor het lokaal welzijn, de JGZ, kindercentra en onderwijsvoorzieningen. Hulp in de eigen context De ambulante programma’s van Yorneo worden uitgevoerd in de context waar de problemen zich voordoen (het gezin en/of de andere leefmilieus). Binnen de deeltijdbehandeling voor jonge kinderen (voorheen het medisch kinderdagverblijf) wordt (waar mogelijk) een brug geslagen naar een kindercentrum in de buurt van het gezin, zodat tenminste een deel van de behandeling in het gewone leven kan plaatsvinden. Binnen de programma’s in Yorneo | Hulp & Huis (interventieniveau acht) geldt dat er sprake is van een situatie waarin kinderen en/of jeugdigen niet langer in de eigen context kunnen verblijven. Het streven bij deze programma’s is de belemmeringen die dit onmogelijk maken op te heffen of (wanneer dit niet mogelijk is) te komen tot een zo goed mogelijk herstel van de familiebetrekkingen. Daartoe wordt ondermeer de mogelijkheid ingezet van opname van ouders, zodat een oefensituatie buiten de eigen omgeving mogelijk wordt.
18
Digitaliseren De digitale omgeving biedt mogelijkheden voor uitwisseling van kennis tussen alle bij de opvoeding van kinderen betrokken volwassenen. Deze omgeving wordt ook gebruikt om de voortgang en effecten van de hulpverlening voor iedereen inzichtelijk vast te leggen. Ontmanagen van de organisatie Yorneo heeft in het eerste deel van 2014 de keuze gemaakt om de aansturing van de organisatie fors te wijzigen; het ontmanagen van de organisatie. De volgende uitgangspunten hebben hierbij centraal gestaan: de cliënt cq. de klant staat centraal; de inhoud is leidend, ook in de organisatie van de aansturing; professionals hebben ruimte om binnen gestelde kaders zoveel mogelijk zelf en met teams verantwoordelijk te zijn voor het realiseren van de afgesproken hulp-/dienstverlening.
19
7. cliëntveiligheid Bureau Jeugdzorg Drenthe – Gespecialiseerd Casemanagement Kinderen en ouders hebben er belang bij dat een onveilige situatie zo snel mogelijk wordt onderkend en dat er stappen worden genomen om (weer) een veilige opvoedingssituatie te realiseren. Het GC moet vanuit de cliënt gezien: • • • •
(mogelijke) problemen zo snel mogelijk signaleren; snel, gedegen en transparant de aard en ernst van de problematiek en de noodzaak tot (snelle) interventie in kaart brengen (onderzoek en risicotaxatie); waar nodig snel ingrijpen om schade voor het kind te beperken (beschermen); het kind weer ontwikkelingskansen bieden (inzetten van hulpverlening en behandeling).
Om in risicogezinnen de ontstane onveiligheid doeltreffend om te buigen naar hernieuwde veiligheid passen we de benaderingswijze Signs of Safety toe. Een in Australië, de VS, Scandinavië en Engeland doeltreffend gebleken en bewezen methode van werken. In 2007 zijn we gestart met het opleiden en trainen van onze medewerkers. Het GC heeft dus bij uitstek de focus op cliëntveiligheid. Momenteel loopt er een wetenschappelijk onderzoek om de effectiviteit van Signs of Safety te meten op veiligheid en cliënttevredenheid. Om de analyse van de problematiek goed uit te voeren wordt gebruik gemaakt van instrumenten. Voor een eerste inschatting van veiligheid maakt het GC nu gebruik van de LIRIK ( Licht Risico Inventarisatie Instrument Kindermishandeling). Met gemeenten wordt al overlegd hierover. Het Poortje Het bieden van veiligheid is de core business van Het Poortje. Het gaat om bescherming van de jongere en soms ook om bescherming van de omgeving van de jongere of de samenleving in bredere zin. De behandeling is primair gericht op het opheffen van de veiligheidsrisico’s rondom de jongere en het systeem. JeugdzorgPlus biedt de jeugdigen op maat de behandeling die geïndiceerd is en beschikt over de mogelijkheden, bevoegdheden en competenties om te zorgen dat jeugdigen zich niet onttrekken aan deze behandeling. Dat betekent dat vrijheidsbeperkende maatregelen opgelegd kunnen worden. Bij het opleggen van deze vrijheidsbeperkende maatregelen moet een verbinding bestaan met het behandelplan van de jongere. Het personeel dat deze beperkende maatregelen mag toepassen is getraind om dit zorgvuldig en veilig te kunnen doen. Het Poortje gaat verantwoord om met het toepassen van maatregelen die de vrijheid van jongeren aantasten. Dit blijkt ook uit de toets van de inspectie jeugdzorg. Leger des Heils Als Leger des Heils Noord vinden we dat kinderen in een veilige omgeving moeten opgroeien. Een omgeving waarin zij op een goede manier kunnen leren en zichzelf ontwikkelen op weg naar hun volwassenheid. Jeugdigen die aan onze zorg zijn toevertrouwd kunnen daar ook op rekenen. Vaak gaat het om kinderen die al in een eerder stadium ernstig beschadigd of achtergebleven zijn in hun ontwikkeling. Onze werkwijze is erop gericht om situaties die mogelijk kunnen leiden tot (seksueel) misbruik van anderen te voorkomen. In oktober 2012 stelt de Commissie-Samson in haar rapport ‘Omringt door zorg maar toch niet veilig’ vast dat kinderen geplaatst onder de verantwoordelijkheid van de overheid in de jeugdzorg onvoldoende beschermd worden tegen seksueel misbruik.
20
‘ Jeugdzorg Nederland ‘, de brancheorganisatie voor de sector jeugdzorg in Nederland, waar het Leger des Heils ook bij is aangesloten, neemt de volledige verantwoordelijkheid voor een structurele en vooruitstrevende aanpak van het probleem seksueel misbruik en komt met een kwaliteitskader. Doel van het kwaliteitskader is het bieden van veiligheid aan kinderen. Om veiligheid te kunnen bieden is een andere manier van signaleren en beïnvloeden in instellingen nodig. In het kwaliteitskader ‘voorkomen seksueel misbruik in de jeugdzorg’ wordt aangegeven wat er (minimaal) nodig is om deze veiligheid te kunnen bieden en op welke termijn dit gerealiseerd dient te zijn. Het Leger des Heils aanvaardt dit kader als richtinggevend voor een professioneler handelingsrepertoire en perspectief voor de medewerkers. Het kwaliteitskader geeft aan wat er m.b.t. opleiding en permanente educatie, het doorbreken van de handelingsverlegenheid, de jeugdige en in de organisatie dient te gebeuren. Aan de pleegzorg wordt in het kwaliteitskader afzonderlijk aandacht gegeven. Belangrijke realisatie termijnen om onderdelen te realiseren en geïmplementeerd te hebben in de organisatie zijn: 1 oktober 2013, 1 januari 2014, 1 mei 2014 en 1 oktober 2014. Einddoelen 1. Er is bij uitvoerend medewerkers structureel aandacht voor een gezonde seksuele ontwikkeling, seksueel overschrijdend gedrag en seksueel misbruik. 2 2. Er wordt gewerkt met een basismethodiek : het Vlaggensysteem . 3. Seksueel (overschrijdend) gedrag is een vast onderdeel in casusoverleg, teamoverleg, werkbegeleiding en intervisie. 4. Seksueel (overschrijdend) gedrag is een vast onderdeel van het zorgplan. 5. Seksuele ontwikkeling , seksueel (grensoverschrijdend) gedrag, seksueel misbruik en seksuele trauma’s zijn vaste onderdelen in de screening, de voorbereiding op het pleegouderschap en de evaluatie. 6. In de pleegzorg wordt gewerkt met een standaard veiligheidscheck voor pleeggezinnen. Inrichten leerprocessen De verdere professionalisering vereist voldoende aandacht op drie niveaus: dat van het bestuur, het management en van de professionals op de werkvloer. Een lerende organisatie impliceert dat de bestuurder zelf mee leert, de noodzaak van blijven leren uitdraagt, stimuleert en faciliteert. Elke organisatie moet een monitoringssysteem inrichten om de voortgang en verbeteringen zichtbaar te maken. Door het inrichten en borgen van leerprocessen worden bestaande praktijken rondom opvangen signalen van seksueel misbruik en de aanpak ervan systematisch onderzocht op effectiviteit, hiervan wordt geleerd en de bestaande praktijken worden verbeterd. Het HKZ certificatieschema Jeugdzorg bevat een kwaliteitsmanagementsysteem op basis van een PDCA-cyclus. Op basis van de uitkomsten, signalen en trends van de metingen analyseert de organisatie de processen. De organisatie beoordeelt aan de hand van de analyses of verbetering nodig, wenselijk en/of haalbaar is. Er wordt te allen tijde gewerkt met agressie regulerende en agressie reducerende technieken. Wanneer er agressie incidenten plaatsvinden, worden deze besproken in teamvergadering. Incidenten (MIC) zijn een vast agendapunt. Het incident wordt geanalyseerd en er worden verbeteracties geformuleerd. Verbeteracties zijn zowel op het team gericht (alternatieve handelingen Die verbeteracties worden op korte termijn opnieuw geëvalueerd en indien nodig bijgesteld. Ook worden er evaluaties gehouden met de jongere en zijn of haar netwerk, zodat het lerend affect optimaal wordt ingezet.
!! " #
$
%
&
% #
$
% %
#
%
&
21
Yorneo In alle programma’s wordt methodisch specifiek aandacht besteed aan veiligheid en er is behandelaanbod beschikbaar voor specifieke situaties zoals seksueel geweld. Alle medewerkers worden in het thema jaarlijks getraind en er zijn twaalf aandachtsfunctionarissen extra opgeleid die de taak hebben het veiligheidsbeleid scherp en actueel te houden binnen de organisatie. Er is een kwaliteitsmanagementsysteem ontwikkeld dat monitort hoe in de praktijk gewerkt wordt rondom casuïstiek waarin onveiligheid wordt vermoed of is aangetroffen. Alle maatregelen van de commissie Rouvoet zoals opgenomen in het kwaliteitskader ter voorkoming van seksueel misbruik zijn geïmplementeerd. Yorneo participeert in de acties van de Taskforce Kindermishandeling en Seksueel misbruik. De meldcode veilig opgroeien Drenthe wordt binnen alle programma’s gehanteerd. Bij alle programma’s wordt de LIRIK (Licht Risico Inventarisatie Instrument Kindermishandeling) bij aanvang ingevuld door de hulpverlener, met uitzondering van pleegzorg en wonen op maat waar de veiligheidscheck wordt afgenomen.
22
8. toezicht en verantwoording Bureau Jeugdzorg Drenthe – Gespecialiseerd Casemanagement De Inspectie Jeugdzorg controleert of de kwaliteit van de jeugdzorg goed is. De Inspectie Jeugdzorg wil graag dat haar werk effect heeft in de samenleving. Zij ziet het als haar taak om betrouwbare informatie te geven over de kwaliteit van de jeugdzorg.
Het Poortje Good Governance Het Poortje is statutair een organisatie met een meerledig doel: zorg aanbieden in de zin van de Wet op de jeugdzorg, behandeling bieden als bedoeld in de Beginselenwet Justitiële Jeugdinrichtingen en onderwijs bieden als bedoeld in de Wet op de Expertisecentra. Het Poortje onderschrijft het belang van normen voor goed bestuur en toezicht en heeft deze vastgelegd in statuten en reglementen. Deze zijn gebaseerd op de richtlijnen en aanbevelingen uit de verschillende sectoren (Justitie, Jeugdzorg en Onderwijs) waarin Het Poortje als hybride organisatie actief is. Basis is, zoals in alle governance codes, een professioneel en transparant bestuur en toezicht met onderscheiden verantwoordelijkheden en bevoegdheden die zij integer uitvoeren en verantwoorden. In het kader van de bestuurlijke fusie per 1 januari 2014 hebben Het Poortje en Elker hun governancemodel op basis van de Zorgbrede Governancecode gesynchroniseerd. Taak Raad van Toezicht De Raad van Toezicht (RvT) houdt toezicht op het bestuur van de stichting, en fungeert als klankbord en werkgever voor de bestuurder. Het toezicht concentreert zich op: • de missie en visie van de instelling, met inbegrip van de identiteit van het onderwijs; • de continuïteit van de instelling; • de efficiëntie van het beleid; • de naleving van wet- en regelgeving; • de relatie tussen de organisatie en haar belanghebbenden; • risicobeheersing. Daarbij toetst de Raad van Toezicht of de Raad van Bestuur een zorgvuldige afweging heeft gemaakt tussen het organisatiebelang, het maatschappelijk belang en de belangen van allen die bij de organisatie betrokken zijn. Voor een aantal besluiten van de Raad van Bestuur moet vooraf goedkeuring gevraagd worden van de Raad van Toezicht. Meest frequent voorkomende daarvan zijn: • besluiten tot vaststelling of wijziging van de begroting, de jaarrekening, het jaarverslag en het strategisch meerjarenplan; • besluiten tot het deelnemen in, duurzaam op voor de stichting ingrijpende wijze samenwerken met en het voeren van bestuur over andere rechtspersonen en het wijzigen of beëindigen van een deelneming, samenwerking of bestuur; • besluiten tot wijziging van de statuten. De Raad van Toezicht beslist over de benoeming van de accountant en is nauw betrokken bij de aanstaande reorganisatie. Raad van Bestuur De Raad van Bestuur formuleert de missie van de organisatie en formuleert jaarlijks, aansluitend bij de missie, maatschappelijke en strategische doelen. De Raad van Bestuur is eindverantwoordelijk voor het totale beleid van de instelling. De Raad van Bestuur is verantwoordelijk voor de realisatie van strategische en maatschappelijke doelstellingen, het optimale verloop van bedrijfsprocessen, naleving van alle relevante weten regelgeving, betrouwbare verslaglegging en het beheersen van de aan de activiteiten van de stichting verbonden risico’s.
23
Leger des Heils Inspectie Jeugdzorg De Inspectie Jeugdzorg controleert of de kwaliteit van de jeugdzorg goed is. De Inspectie Jeugdzorg wil graag dat haar werk effect heeft in de samenleving. Zij ziet het als haar taak om betrouwbare informatie te geven over de kwaliteit van de jeugdzorg. Yorneo De Inspectie Jeugdzorg controleert of de kwaliteit van de jeugdzorg goed is. De Inspectie Jeugdzorg wil graag dat haar werk effect heeft in de samenleving. Zij ziet het als haar taak om betrouwbare informatie te geven over de kwaliteit van de jeugdzorg. Yorneo wordt bestuurd door de bestuurder. De Raad van Toezicht houdt toezicht. De medezeggenschap van medewerkers is vormgegeven door middel van een Ondernemingsraad. De participatie van cliënten is georganiseerd via de Cliëntenraad en de Pleegouderraad (POR).
24
9. risico ’s en bijbehorende beheermaatregelen Bureau Jeugdzorg Drenthe – Gespecialiseerd Casemanagement Eén van de risico’s betreffende de voortzetting van het GC is het feit dat we momenteel maar voor 1 jaar financiële afspraken hebben voor deze functie, terwijl ons wel voor twee jaar het faciliterend werkgeverschap is gevraagd uit te voeren. Wij zullen hierover met gemeenten in het eerste half jaar van 2015 afspraken gaan maken. Een ander risico in de uitvoering is het ‘opknippen’ van de deskundigheid door medewerkers te verdelen over de gemeenten, een wens van een aantal Drentse gemeenten. Hierdoor is het risico dat de deskundigheid verdwijnt. Voor het werken met gezinnen waarin kinderen in onveilige situaties opgroeien is een zekere schaalgrootte noodzakelijk om deskundigheid te behouden. Dit is tenminste de subregionale schaal. Met gemeenten zijn wij hierover in gesprek. Wij zullen op basis van de opdrachten die de gemeenten ons verstrekken de knelpunten en risico’s in beeld brengen en dit bespreekbaar maken om samen met de gemeenten naar oplossingen te zoeken. We zien zeker dat er in het lokale veld een transformatie nodig is om meer integraal te kunnen werken. Hierdoor willen we natuurlijk niet dat dit voor kinderen tot gevaarlijke situaties gaat leiden. Mocht dit tot onaanvaardbare risico’s leiden dan zullen we het op bestuurlijk niveau aankaarten. Het Poortje Hiervoor verwijzen wij naar bovenliggende notitie ‘Meerjarige bovenregionale afspraken JeugdzorgPlus 3Noord’.
Leger des Heils De toenemende verantwoordelijkheid van gemeenten, de kortingen in de zorg en de veranderingen in zienswijze t.o.v. de zorg, kortom van Transitie naar Transformatie, zijn ingezet met de intentie dat er een ontschotting zou plaatsvinden. Alleen dan zou de voorgenomen bezuiniging haalbaar zijn en de zorgbehoevenden in onze maatschappij nog steeds zorg kunnen ontvangen. Hoewel we veel stappen maken, lijkt er voorlopig nog geen sprake te zijn van ontschotting. Er bestaat daardoor de mogelijkheid dat er cliënten zijn die tussen het wal en het schip geraken. De zin in de raamovereenkomst bij “- Consequenties bereiken 18 jarige leeftijd t.o.v. lopende overeenkomst” zou ervoor kunnen zorgen dat jeugdigen met een psychische stoornis juist op een cruciaal moment in hun leven buiten beeld raken. Yorneo Het flexibel kunnen reageren en aansluiten op de vraag naar jeugdhulp is een uitdaging. In de aanbieding van Yorneo is een inschatting gemaakt naar de verwachte vraag voor het komende jaar. Met name in de eerste jaren van de transitie en transformatie kan de vraag veel bewegen. Flexibel bewegen vraagt financiële ruimte om te kunnen ombouwen en de daarbij behorende frictiekosten te kunnen opvangen. Indien onderbenutting meteen wordt afgerekend en budgetafspraken zelfs op interventieniveau worden gemaakt, is er, mede door de afgesproken forse bezuinigingen, geen enkele ruimte om dit op te vangen voor de zorgaanbieder. Hiermee wordt het risico gelopen dat niet flexibel en snel kan worden aangesloten op de vraag. Oplossingen voor het beheren van het genoemde risico liggen in het tijdig signaleren van de problematiek en hierover tijdig in overleg te gaan met de gemeenten.
25
10. onderlinge communicatie en overleg met gemeenten • •
• • •
overleg hoofdcontractant en subcontractant individueel - drie maal per jaar (indien nodig) overleg alle contractanten van het domein en gemeenten – vier maal per jaar (na rapportage over kwartaal beschikbaar; mei, augustus, november, februari); februari: presentatie door contractanten over prestaties van afgelopen jaar; mei/augustus: presentatie door gemeenten over beleidskader komend jaar overleg alle contractanten – 3 maal per jaar – inhoudelijke ontwikkelingen specifiek voor Het Poortje als bovenregionale zorgaanbieder – overleg met bovenregionale zorgaanbieders in Friesland, Groningen en Drenthe incidenteel waar nodig
11. verbindingen Contractanten dragen zorg voor de volgende verbindingen: o tussen domein begroting gefinancierde zorg en andere domeinen o tussen domein begroting gefinancierde zorg en samenwerkingsverbanden passend onderwijs o tussen domein begroting gefinancierde zorg en vrij toegankelijke jeugdhulp o tussen domein begroting gefinancierde zorg en andere domeinen als onderwijs, WMO en participatie. In alle domeinen worden projecten uitgevoerd die bovenstaande domeinen/velden raken. Voorgesteld wordt in het laatste deel van 2014 deze projecten te definiëren. Per project is een projectleider verantwoordelijk. De projectleiders dragen zorg voor een goede informatieverstrekking aan de betrokken contractanten. Voorgesteld wordt vier keer per jaar een overleg te organiseren tussen de hoofdcontractanten. Hier worden de projecten geagendeerd. De hoofdcontractant informeert de contractanten in het domein over de verschillende projecten.
12. wensen en voorwaarden ten aanzien werkprocessen tussen gemeenten en contractanten • • •
•
Zoveel mogelijk eenduidigheid in processen tussen zorgaanbieders en de verschillende gemeenten Zoveel mogelijk eenduidigheid in informatievragen van de verschillende gemeenten Specifiek voor het Poortje als bovenregionale zorgaanbieder: Gezien het feit dat JeugdzorgPlus een boven regionale vorm van zorg is die de drie Noordelijke provincies bestrijkt, is het voor ons van groot belang dat de werkafspraken op een zo hoog mogelijk aggregatieniveau vastgelegd worden. Wij richten ons op het vastleggen van deze afspraken op landsdeelniveau en sluiten hiermee aan bij de boven regionale werkgroep. Specifiek voor Leger des Heils als landelijk werkende instelling: Goede afstemming. Het is de uitdrukkelijke wens van het Leger des Heils om goed te kunnen samenwerken, dit komt altijd ten goede aan de cliënten. Het Leger des Heils wil daarom ook graag betrokken blijven als partij bij de overleggen, die gaan over transformatie in het jeugddomein om ook de koppeling met de andere domeinen goed te blijven maken
26
13. tijd, planning en te ondernemen acties • • • •
Oktober 2014 Oktober 2014 Okt/Nov/Dec 2014 November 2014
afsluiten contracten door gemeenten met contractanten inplannen overleggen overleg contractanten domein; afstemmen werkprocessen inventariseren projecten alle domeinen
14. rol hoofdcontractant en kostenraming De rol van de hoofdcontractant is een signalerende en faciliterende rol. De hoofdcontractant heeft de adviesrol in relatie tot de transformatiedoelen. Van de hoofdcontractant wordt verwacht dat knelpunten worden gesignaleerd en aan de orde worden gesteld. De hoofdcontractant heeft geen regulerende taak, noch verdeelt hij budget en kent geen leveringsvolumes toe aan de sub contractanten. Ook heeft de hoofdcontractant geen inzicht in de met contractanten gemaakte prijsafspraken. De gemeenten zijn opdrachtgever en financier en hebben een regulerende rol. De gemeenten reguleren binnen het beschikbare budget wie voor welk aanbod welk budget toegekend krijgen. Yorneo organiseert overleggen met alle contractanten van het domein. Beschikbare cijfers/rapportages van de contractanten zijn inzichtelijk voor alle contractanten in het domein. Eens per kwartaal worden bijzonderheden met gemeenten en contractanten besproken. Yorneo heeft hierin een signalerende rol. Een globale kostenraming voor het hoofdcontractantschap bedraagt ca € 25.000 - € 50.000 per jaar. We gaan hierbij alleen uit van de inzet van de extra tijd voor het voorbereiden van overleggen, uitvoeren analyses en adviseren. Overlegtijd is voor rekening van Yorneo; deze geldt namelijk voor alle contractanten. Het is op dit moment lastig te beoordelen hoeveel tijd het hoofdcontractantschap gaat vragen. Voorgesteld wordt om na het eerste halfjaar in 2015 een korte evaluatie te houden en beoordelen in hoeverre de werkelijke inzet matcht met de kostenraming. De inzet die Yorneo maakt voor de rol van hoofdaannemer voor de Landelijke Werkende Instellingen worden niet apart in rekening gebracht. Deze kosten zijn verdisconteerd inde kostprijzen.
27