WMO-ADVIESRAAD GEMEENTE KAAG EN BRAASSEM Secretariaat:Gruttohof 24, 2371 NR Roelofarendsveen Tel..06-83114156, email:wmoraadkaag-braassem@yahoo. Website:www.wmoadviesraadkaagenbraassem.nl
Datum : 28 september 2015
Nr. 94
Beste Wmo-adviesraadleden en overige geïnteresseerden, Voor u staat weer een nieuwsbrief klaar: een met een keur aan artikelen, niet alleen over de Wmo, want onze Wmo-adviesraad gaat over het hele sociale domein, dus ook deze nieuwsbrief. Is dat allemaal te behappen? Wij doen ons best en ik hoop dat de nieuwsbrief een kleine bijdrage levert aan meningsvorming die leidt tot goede advisering. Natuurlijk is het uitgebreid, maar gelukkig hebben wij een vrij grote adviesraad, waarvan de leden over brede interesse en kennis beschikken. Is de kennis niet voorhanden? Dan kunnen we natuurlijk ook nog externen raadplegen. Nu dus weer een nieuwsbrief. Ik wens u veel leesplezier en doe er uw voordeel mee! Met vriendelijke groet, Fried Elstgeest, voorzitter Blz. Onderwerp: 2. 3. 3. 4. 5. 5. 6.
Gemeenten: vijf jaar jaarlijks 20 miljoen euro extra voor het inrichten van beschut werk Wat zijn de voornemens op het gebied van de zorg? Positieve boodschap uit de septembercirculaire gemeentefonds 2015 Een begrotingsjaar waarin extra gelden zijn te verdelen Huishoudelijke Hulp Toelage (HHT) redt banen in de thuiszorg Weinig feestelijks voor mensen in de bijstand Gemeenten verschillen sterk in voorzieningen en informatie aan hulpbehoevende inwoners 7. Extra geld vrijwilligers, geen verlenging Huish.hulp toelage, geen oplossing knelpunten jeugdzorg 8. Dak- en thuisloze jongeren wel beter in beeld, maar niet beter geholpen 9. Er is extra geld nodig in het wijkverplegingsbudget voor casemanagers dementie 10.Gemeenten erg afwachtend met creëren van beschut werk 11.Specifiek aanbod nodig voor jongvolwassen (18-34 jaar) mantelzorgers 12.Samen werken aan een dementievriendelijke samenleving 13.VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap 14.Schaf kostendelersnorm af 14.Dieper in de armoed 15.Dementievriendelijke gemeenschap 16.Betalingregelingen nemen toe, evenals uitstel zorg 17.Huisvest statushouders in lege kantoorgebouwen 18.Mensen die kunnen werken, zijn beter af met een loon dan met een uitkering 19.In Nederland zijn zo’n 200.000 mensen extreem eenzaam 20.Wmo-werkplaatsen brengen al 6 jaar nieuwe kennis in het sociale domein 21.Peuters laagste inkomensgroepen niet vaak naar de kinderopvang of peuterspeelzaal 21.Informatieavond over de noodopvang in Groningen trok een volle zaal 22.Eigen bijdrage 23.Noodopvang realiseren, maar wat daarna? 24.Is het helpen van een vluchteling onbetaalbaar? 25.Verlies van verzorgingshuizen – en hun sociale functies in wijken – opvangen
Nieuwsbrief 94 Wmo-adviesraad Kaag en Braassem: de adviesraad voor het sociale domein Pagina 1
Gemeenten: vijf jaar jaarlijks 20 miljoen euro extra voor het inrichten van beschut werk
Binnenlands Bestuur 15 september 2015
Extra geld voor beschut werk De in totaal 100 miljoen euro moet ervoor zorgen dat de 30 duizend beschutte plekken die gemeenten moeten inrichten er ook daadwerkelijk komen Margot Limburg 15 sep 2015 Gemeenten krijgen de komende vijf jaar jaarlijks 20 miljoen euro extra voor het inrichten van beschut werk. Dat blijkt uit de rijksbegroting Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Ook wordt 500 miljoen vrijgemaakt zodat werkgevers minder loonkosten gaan betalen voor mensen met een inkomen tot 120 procent van het minimumloon. Zorgen De in totaal 100 miljoen euro moet ervoor zorgen dat de 30 duizend beschutte plekken die gemeenten moeten inrichten er ook daadwerkelijk komen. Het geld wordt vanaf 2016 tot 2020 uitgekeerd aan gemeenten. Vorige week maakte voorzitter Job Cohen van brancheorganisatie voor de Sw Cedris zich in Binnenlands Bestuur al zorgen over het feit dat deze beschutte werkplekken nog niet van de grond komen. De financiële injectie van vijf jaar lang 20 miljoen moet helpen de beschutte banen in te richten. Cedris is blij met deze tijdelijke maatregel, maar vindt dat daarnaast een structurele oplossing nodig is. ‘Deze maatregel geeft een duw in de goede richting. Dat is winst’ aldus voorzitter Job Cohen. ‘Maar bij beschut werk gaat het over vaste banen. Gemeenten hebben jaar-in-jaar-uit een tekort van enkele duizenden euro’s per beschutte werkplek. De vraag is hoeveel gemeenten dat risico gaan lopen als ze er tijdelijk financiering bij krijgen.’ 500 miljoen Om ervoor te zorgen dat mensen met laagbetaald werk meer kans maken om aangenomen te worden, wordt vanaf 2017 jaarlijks 500 miljoen euro vrijgemaakt om het voor werkgevers financieel aantrekkelijk te maken mensen met een laag inkomen aan te nemen; het lage inkomensvoordeel (LIV). Werkgevers krijgen dit zodat de loonkosten laag blijven zonder dat de werknemer salaris inlevert. Cedris pleit ervoor deze 500 miljoen in z’n geheel in te zetten voor het omlaag brengen van de werkgeverslasten voor de garantiebanen en beschut werk. Cohen: ‘Dat maakt het voor werkgevers aantrekkelijker om óók deze mensen een kans te geven op een baan. Bovendien is het eerlijker. Nu betaal je als werkgever het volle pond aan werkgeverslasten, ook als iemand door zijn handicap veel minder productief is. Eigenlijk is dat gek.‘ Andere maatregelen in het sociaal domein: Er is 100 miljoen vrijgemaakt voor de bestrijding van armoede en schulden. Het grootste deel gaat naar gemeenten, zodat maatwerk geleverd kan worden aan mensen die in problemen komen. Het geld moet ook ten goede komen aan preventie en vroegsignalering Er moet een wettelijk breed moratorium komen om incassoactiviteiten stop te zetten voor een maximale duur van zes maanden. Iemand met grote schulden kan op die manier zijn financiële zaken weer op orde brengen. De wetgeving voor dit moratorium moet in 2016 voorbereid worden. De Wet gemeentelijke schuldhulpverlening moet in 2016 geëvalueerd worden. Voor 1 juli 2016 ontvangt de Tweede Kamer een verslag van de doeltreffendheid en de effecten van de wet in de praktijk. Het wetsvoorstel om de instrumenten van de Participatiewet te harmoniseren, zodat alle groepen die onder de Participatiewet vallen met dezelfde regels te maken hebben, moet in 2016 tot wetgeving leiden. Het moet makkelijker worden voor mensen met een psychische aandoening om aan het werk te gaan. De ministeries VWS en SZW zijn een initiatief gestart om het gebrek aan kennis bij onder meer gemeenten hierover weg te nemen. Een groot aantal partijen, waaronder VNG, VNO-NCW/MKB, UWV, Geestelijke Gezondheidszorg Nederland en de cliëntenkoepel Landelijk Platform GGz, doet hieraan mee. Als werkgever wil het Rijk zelf meer extra arbeidsplaatsen voor mensen met een handicap. De top van de rijksdienst moet in 2017 voor 30 procent uit vrouwen bestaan.
Nieuwsbrief 94 Wmo-adviesraad Kaag en Braassem: de adviesraad voor het sociale domein Pagina 2
Wat zijn de voornemens op het gebied van de zorg?
Nieuwsbrief Univé Zuid Holland 15 september 2015
Prinsjesdag en uw zorgverzekering 2016 heeft de koning de regeringsplannen voor 2016 bekendgemaakt. Wat zijn de voornemens op het gebied van de zorg? Gaan de kosten voor burgers omhoog en wordt het basispakket uitgebreid? Een overzicht van de maatregelen. ZORG •Ministerie Volksgezondheid (VWS) verwacht stijging premie basisverzekering •Eigen risico gaat omhoog •Zorgtoeslag gaat omhoog •Pakket basisverzekering wordt uitgebreid. Er worden geen behandelingen geschrapt Premie basisverzekering Het ministerie van VWS heeft berekend dat de premie die u voor de basisverzekering betaalt (de nominale premie) met 7,- per maand omhoog gaat. Maar zorgverzekeraars bepalen uiteindelijk zelf welke premie zij in rekening brengen. Zij moeten hun premies (ook voor de aanvullende pakketten) uiterlijk 19 november 2015 bekendmaken. Eigen risico Het verplichte eigen risico stijgt van € 375 naar € 385 per jaar. Lees meer over het eigen risico en het vrijwillig eigen risico. Zorgtoeslag De maximum zorgtoeslag stijgt van € 78 per maand naar € 84 per maand. Inhoud basispakket Er worden geen behandelingen en vergoedingen geschrapt uit het basispakket. Het pakket wordt zelfs uitgebreid. Onder de dekking valt vanaf 2016 o.a. ook: •Medisch specialistische zorg mag ook worden verleend door een sportarts als dit tot zijn deskundigheidsgebied behoort •Invasieve diagnostiek wordt vergoed als uit de Prenatale Test (NIPT) blijkt dat men een aanmerkelijke kans heeft op een kind met een chromosoomafwijking •De eigen bijdrage (25%) bij een hoortoestel voor kinderen tot 18 jaar komt te vervallen. Het hoortoestel wordt dus volledig vergoed. Positieve boodschap uit de septembercirculaire gemeentefonds 2015
Binnenlands Bestuur 16 september 2015
Gouden bergen voor gemeenten, in 2020 Hans Bekkers 16 sep 2015 Gemeenten gaan er de komende jaren op vooruit. In 2020 rinkelt de kassa pas echt. Die positieve boodschap kunnen gemeenten halen uit de septembercirculaire gemeentefonds 2015. De gemeenten krijgen miljoenen euro’s meer dan ze was voorgerekend in de meicirculaire. Btw-compensatie Een tamelijk onverwachte meevaller betreft de toevoeging aan het gemeentefonds uit het btwcompensatiefonds. Omdat gemeenten naar inschatting van het ministerie van Financiën de komende jaren minder btw declareren bij het rijk dan het daarvoor geldende plafond, krijgen ze dat niet gedeclareerde deel in het gemeentefonds gestort. In 2016 gaat het om een bedrag van 130 miljoen euro. In 2017 is het wat minder, maar het loopt daarna weer op tot 122 miljoen euro in 2019. Accres relatief onbelangrijker Daarnaast is er de positieve ontwikkeling van de algemene uitkering – het zogeheten accres. Dat wordt voor een belangrijk deel bepaald door de ontwikkeling van de rijksuitgaven. Volgens de geldende afspraken in de normeringssystematiek – samen de trap op, samen de trap af – krijgen gemeenten meer geld van het rijk als het rijk meer uitgeeft. Omgekeerd geldt overigens hetzelfde. Vergeleken met de toevoegingen aan het gemeentefonds vanwege de onderschrijding van het btw-compensatiefonds is de Nieuwsbrief 94 Wmo-adviesraad Kaag en Braassem: de adviesraad voor het sociale domein Pagina 3
accresontwikkeling relatief gezien de komende jaren minder bepalend voor de inkomsten voor gemeenten. Instroom asielzoekers De accresraming in de Miljoenennota resulteert volgens de septembercirculaire voor alle jaren – met uitzondering van 2019 – in een licht hogere algemene uitkering in vergelijking met de meicirculaire 2015. Voor 2015 blijkt 60 miljoen euro overgeboekt naar het gemeentefonds. De belangrijkste verklaring daarvoor zijn de overboekingen in verband met de verwachte toename van kosten door de verhoogde instroom van asielzoekers. Cao-akkoord Volgend jaar is er een positieve accresontwikkeling van ruim 4 procent: 647 miljoen euro. Dat is 10 miljoen euro meer dan de 637 miljoen euro die in de meicirculaire in het vooruitzicht was gesteld. De belangrijkste verklaring daarvoor ligt in de intensiveringen die zijn opgenomen in de ontwerpbegroting 2016. Belangrijkste elementen zijn de extra uitgaven voor veiligheid/defensie, missies en maatschappelijke prioriteiten zoals de impuls voor beschut werk en de opvang voor peuters. Ook de intensivering van de kinderopvangtoeslag vanaf 2016 heeft een positief accreseffect. Verder tellen de extra rijksuitgaven mee in verband met het CAO-akkoord. Een deel daarvan is overigens al neergeslagen in de verbetering van het accres in 2015. Florissant 2020 In 2017 is het accres negatief, maar een paar miljoen euro minder negatief dan in de meicirculaire voorspeld. In 2018 is een plus te zien van ongeveer 120 miljoen euro. Na een lichte dip in 2019, belooft 2020 het meest florissant te worden met een dikke plus van 290 miljoen euro. Maar omdat elke nadere onderbouwing daarvoor ontbreekt, zal geen gemeente daar naar verwachting mee rekenen.
Een begrotingsjaar waarin extra gelden zijn te verdelen
Google melding Wmo: Binnenlands Bestuur 16 september 2015
Prinsjesdag 2015: het verlanglijstje voor de sociale sector 15 sep 2015 Eindelijk weer een begrotingsjaar waarin extra gelden zijn te verdelen. Gaat de regering ervoor zorgen dat er betere ondersteuning komt voor de mensen die te maken hebben gehad met de grote veranderingen in de AWBZ, Wmo, langdurige zorg en Jeugdwet? Gaat ze de professionals de middelen geven om de burgers beter in staat te stellen hun zelfstandigheid te behouden? Movisie heeft een verlanglijstje: stimuleer integraal werken, zorg voor een duurzaam kennissysteem in de sector en werk aan verbinding tussen de Wmo en de Participatiewet. Stimuleer integraal werken Als we de burger echt willen laten profiteren van de grote transformatie van 2015 dan is een extra impuls in het sociaal domein onontbeerlijk. De burger heeft nieuwe professionals nodig die hem en zijn netwerk steunen in zelfredzaamheid. Die eerder problemen signaleren en zorgen dat mensen langer thuis kunnen wonen. Dat huiselijk geweld, schuldenproblematiek en opvoedingsproblemen in een eerder stadium worden gesignaleerd en aangepakt. Hier botst echter de leefwereld van mensen met de systeemwereld van beleid en organisaties. Zowel landelijk als lokaal zien we de worsteling om zorg, welzijn, werk, inkomen en onderwijs samen te laten werken. Het vraagt ook om lef. Inspectiediensten, afrekensystemen dienen daartoe opnieuw tegen het licht te worden gehouden. Alleen zeggen dat bureaucratie en regeldrift beteugeld moeten worden is onvoldoende. Het vraagt om experimenteerruimte, het betrekken van burgers en ontschotte geldstromen. Een scherp geformuleerde ambitie van dit kabinet om integraal werken zowel landelijk als lokaal te stimuleren, met daaraan gekoppeld een krachtig actieprogramma zou voor veel inwoners van ons land het verschil kunnen maken. Een duurzaam kennissysteem voor de sociale sector De Gezondheidsraad heeft begin dit jaar een advies uitgebracht onder de titel ‘Sociaal werk op solide basis’ waarin gepleit wordt voor een duurzaam kennissysteem. Net als in de jeugdzorg en ouderenzorg. De oproep aan VWS, de VNG en de sector zelf om nu écht een stimuleringsprogramma te starten enthousiast ontvangen door de brancheorganisaties, beroepsverenigingen en opleidingen. Helaas heeft het kabinet tot op heden nog geen aanstalten gemaakt om in een dergelijk ontwikkelingsNieuwsbrief 94 Wmo-adviesraad Kaag en Braassem: de adviesraad voor het sociale domein Pagina 4
en onderzoeksprogramma voor de sociale sector te investeren. De begrotingsbesprekingen 2016 en verder bieden een aanknopingspunt om dit recht te zetten. Participatie en Wmo Participeren naar vermogen is een hartenwens die vele kwetsbare burgers hebben. Participatie kent vele vormen: een continuüm van (deeltijd)arbeid, participatiebanen, werkervaringsplaatsen, beschut werken, maar ook arbeidsmatige dagbesteding, begeleid werken, vrijwilligerswerk, tegenprestatie naar vermogen tot werk in de informele economie. Dit continuüm heeft in de loop der jaren schotten en breuklijnen gekregen. Zowel de Wmo als de Participatiewet willen de participatie bevorderen. De opgave is ook hier om weer te denken vanuit de vraag en behoefte van mensen zelf en die van organisaties en het bedrijfsleven. En daar de ondersteuning op in te richten. Dat vraagt om transformatie en ontschotting in beleid en uitvoering. Bron: Movisie Huishoudelijke Hulp Toelage (HHT) redt banen in de thuiszorg
Google melding WMO: Zorgvisie 16 september 2015
HHT redt tot 15.000 thuiszorgbanen 15 sep 2015 De Huishoudelijke Hulp Toelage (HHT) redt naar verwachting 7.000 tot 15.000 banen in de thuiszorg. Dat blijkt uit een kwartaalmonitor van Kiwa, meldt Actiz. De HHT is nu in veruit de meeste gemeenten deels of volledig operationeel. De eerste kwartaalmonitor van Kiwa toonde nog aan dat slechts de helft van de gemeenten gebruik maakten van HHT. Een belangrijke stimulans voor de HHT lijkt het verlagen van de eigen bijdrage van cliënten. Deze bijdrage lag aanvankelijk vaak in de buurt van het tarief van een particuliere hulp en wierp daardoor een drempel op voor cliënten. Toekomstperspectief nodig De conclusies uit het onderzoek sluiten aan bij het pleidooi van ActiZ aan het kabinet om snel meer duidelijkheid te geven over de HHT. Om daarmee een helder toekomstperspectief te bieden aan de betrokken zorgorganisaties en hun medewerkers in het Wmo-domein en de markt voor persoonlijke dienstverlening. Omdat de HHT voor twee jaar gefinancierd wordt en eind 2016 afloopt, zullen zorgorganisaties anders gedwongen zijn in de loop van 2016 maatregelen te treffen om de HHT gefinancierde huishoudelijke hulp weer af te bouwen. Waardoor alle inspanningen dit jaar weer teniet gedaan worden. Mark van Dorresteijn Redacteur ict Weinig feestelijks voor mensen in de bijstand
Binnenlands Bestuur 16 september 2015
Divosa: Niets feestelijks aan begroting Het grootste deel van de bijna 450.000 mensen die een beroep doen op bijstand komt nauwelijks in aanmerking voor de stimuleringsregelingen, aldus Divosa. Margot Limburg 15 sep 2015 Omdat het kabinet vijf miljard euro ‘uitdeelt’ wordt hier en daar van een ‘feestbegroting’ gesproken. Maar volgens de vereniging van sociale diensten Divosa is er weinig feestelijks aan voor mensen in de bijstand. Hardste klappen Het grootste deel van de bijna 450.000 mensen die een beroep doen op bijstand komt nauwelijks in aanmerking voor de stimuleringsregelingen, aldus Divosa. Bovendien leidt het enorme aantal beter opgeleide en jongere werkzoekenden ertoe dat bijstandsgerechtigden een slechte concurrentiepositie hebben op de arbeidsmarkt. ‘Het zou goed zijn als de mensen die door de crisis de hardste klappen hebben gekregen meer kunnen profiteren van de economische groei’, aldus Divosa-voorzitter René Paas. Re-integratiebudget Daar komt volgens Divosa nog bij dat sociale diensten nauwelijks budget over hebben om te investeren in de kwaliteiten van mensen in de bijstand. De afgelopen jaren hebben sociale diensten twee derde van het re-integratiebudget zien verdwijnen. In dezelfde periode steeg het aantal mensen in de bijstand met 43%. Dit heeft ertoe geleid dat gemeenten nog maar in een deel van de mensen kunnen investeren. Nieuwsbrief 94 Wmo-adviesraad Kaag en Braassem: de adviesraad voor het sociale domein Pagina 5
Kabinet doet te weinig Ook CDA-fractievoorzitter Sybrand Buma vindt dat het kabinet te weinig doet om mensen die aan de kant staan aan een baan te helpen. ‘We hebben enorme discussies over koopkrachtplaatjes tot in de procenten, maar we vergeten dat 600.000 mensen niets aan die plaatjes hebben omdat ze een gewoon een baan willen.’ Vakbond CNV is het met Buma eens. Hij ziet te weinig concrete voorstellen om mensen aan het werk te helpen: ‘Ik verwacht niets minder dan moreel leiderschap en de ambitie van het kabinet om tijdens het voorzitterschap de arbeidsmarkt op orde te krijgen en verdringing en oneerlijke concurrentie aan te pakken. Aan pappen en nathouden heeft de Nederlandse werknemer niets.’ SP SP-leider Emile Roemer spreekt van ‘warme woorden’ van de koning, maar toch ook een groeiende tweedeling die dit kabinet aanricht. ‘. Iemand die twee ton per jaar verdient gaat er twintig keer zoveel op vooruit als iemand die het minimumloon verdient. Dat maakt precies duidelijk voor wie dit kabinet opkomt.’ Blij met geld voor beschut werk De PvdA is blij met het extra geld dat het kabinet uittrekt voor het inrichten van beschut werk. Kamerlid John Kerstens, die eerder kritisch was over het uitblijven van de plaatsen: ‘In de Participatiewet is al afgesproken dat er daarvan 30.000 moeten komen, maar in de praktijk blijken veel gemeenten daar onvoldoende werk van te maken: in plaats van aan het werk blijven mensen noodgedwongen thuis op de bank of gaan ze naar dagbesteding. Met een uitkering in plaats van een normaal salaris. De PvdA heeft daar eerder aandacht voor gevraagd en het kabinet tot actie opgeroepen. Het is mooi dat daar nu dus gehoor aan wordt gegeven.’
Gemeenten verschillen sterk in voorzieningen en informatie aan hulpbehoevende inwoners
Nieuwsbrief Schulinck 17 september 2015
Inkomensondersteuning door gemeenten: grote verschillen voor ouderen Gemeenten verschillen sterk in hun voorzieningen en informatie aan hulpbehoevende inwoners. De Unie KBO bekeek de gemeentelijke vergoedingen voor mensen met hoge zorgkosten. De uitkomsten zijn verontrustend. Directeur Manon Vanderkaa: "De informatie is vaak moeilijk toegankelijk en slecht te begrijpen. We zien daarnaast grote verschillen in vergoedingen, die voor zorgbehoevende ouderen wel kunnen oplopen tot Euro 900 per jaar!" Vanaf januari 2015 voeren gemeenten de Wmo 2015 uit. In de gemeentelijke Wmo-verordening is onder meer opgenomen hoe de inkomensondersteuning voor zorgbehoevenden er uit ziet. Gemeenten geven allemaal hun eigen invulling aan de inkomensondersteuning Hoe hebben ze het geregeld? De Unie KBO nam een steekproef onder 40 Nederlandse gemeenten naar Wmo-voorzieningen en inkomensondersteuning voor zorgbehoevenden, onder meer via de individuele bijzondere bijstand. We baseerden ons daarbij op de websites van de gemeenten. Wat bleek? Informatie is vaak lastig te vinden en lastig te doorgronden. Gemeenten geven allemaal hun eigen invulling aan de inkomensondersteuning van zorgbehoevenden. We vonden grote verschillen in de financiële tegemoetkomingen en compensaties, en in de vindbaarheid en leesbaarheid van de regelingen. Waar blijft monitoring? De Unie KBO zag dit in 2014 al aankomen. Vanaf januari 2015 compenseren gemeenten voor het afschaffen van de algemene tegemoetkoming Wtcg (wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten) en de CER (compensatie eigen risico). Al lang pleiten we voor een goede monitoring om te kijken of de gemeenten daadwerkelijk een aanvullende inkomensvoorziening treffen. En zo ja, in hoeverre deze voldoende is om eerdere bezuinigingen op te vangen en of er sprake is van gebruik of niet gebruik van deze voorziening door ouderen met hoge zorgkosten. De signalen die wij nu van ouderen krijgen, wijzen erop dat ze er fors op achteruit gaan. Manon Vanderkaa: "Monitoring is nodig. Gemeentes moeten via de Wmo aanvullende inkomensondersteuning bieden ter compensatie van het afschaffen van de Wtcg en de CER. Helaas is Nieuwsbrief 94 Wmo-adviesraad Kaag en Braassem: de adviesraad voor het sociale domein Pagina 6
er fors op het totale budget bezuinigd en kregen de gemeenten veel minder geld om deze taak over te nemen. Bovendien is het budget dat de gemeenten krijgen niet geoormerkt, zodat het geld ook aan andere zaken uitgegeven kan worden. Staatssecretaris Van Rijn heeft aan de Kamer toegezegd te gaan monitoren. De signalen die wij krijgen en onze eigen steekproef geven reden genoeg om dit snel te gaan doen." Koopkrachtdaling Gemeenten zijn niet verplicht om een maatwerkvoorziening voor individuele inkomens-ondersteuning in te voeren. Een aantal gemeenten compenseert de kosten van zorg via de individuele bijzondere bijstand. Veel ouderen die in 2014 nog in aanmerking komen voor de regelingen, worden nu niet meer gecompenseerd omdat hun inkomen of spaargeld net boven de door de gemeente gestelde inkomensgrenzen ligt. Een oudere met AOW en een klein aanvullend pensioen of een oudere met wat spaargeld zal dan geen compensatie meer krijgen voor zorgkosten. Dit leidt tot een forse koopkrachtdaling voor deze groep ouderen. Ander knelpunt is het aanvragen van bijzondere bijstand. Veel ouderen schamen zich hiervoor. "Zij moeten hun hele privé-situatie aan een ambtenaar toelichten. Dat doe je niet snel, zeker niet in een gemeente waar iedereen elkaar kent. De kans is groot dat veel ouderen deze bijstand niet gaan aanvragen, ondanks dat zij recht hebben op geld.", aldus Manon Vanderkaa. In ons onderzoek vonden we goede en slechte voorbeelden. Gemeenten die ruime en toegankelijke regelingen hebben (Amsterdam) en gemeenten die zo traag zijn dat er nog geen regeling is (Culemborg). Rekenvoorbeeld: ruim 900 euro verschil Een 58-jarige chronisch zieke inwoonster van de gemeente Ede kampt met chronische aandoeningen. Daardoor heeft zij een hoog zorgverbruik. Van het Rijk ontving zij tot 1 januari 2014 een hoge Wtcgtegemoetkoming, plus CER. In 2013 was dat jaarlijks Euro 583, als aanvulling op haar inkomen van 120% van het sociaal minimum. Anno 2015 verwijst de gemeente haar naar de collectieve zorgverzekering. Via deze zorgverzekering valt onder meer het eigen risico mee te verzekeren. Mevrouw heeft echter een inkomen dat boven de door de gemeente gestelde grens van 110% van het sociaal minimum. Dat betekent dat zij er fors op achteruit gaat; zo ontvangt niets meer (Euro 0). Stel dat mevrouw in Wageningen woont, enkele kilometers verderop. Dan was ze beter af geweest. Inwoners met een chronische ziekte of handicap en een inkomen tot 130% kunnen daar in aanmerking komen voor een tegemoetkoming van Euro 375 per jaar, ongeacht hun zorgverbruik. Als mevrouw nu in Amsterdam woont, dan ziet haar situatie er weer anders uit. Daar krijgt ze, vanwege de vele kosten die ze maakt voor het extra moeten wassen van kleding, de snelle slijtage van kleding en het hogere energieverbruik een jaarlijkse tegemoetkoming van Euro 915. Willekeur Manon Vanderkaa: "Voor ouderen zijn de slechte toegankelijkheid en begrijpelijkheid van informatie reden tot grote zorgen: op welke voorzieningen kan ik (nog) aanspraak maken? Als ouderenorganisatie vinden wij het daarnaast onacceptabel dat er zulke grote verschillen zijn tussen gemeenten. Er is sprake van willekeur. De lokale overheid toont zich niet zorgzaam naar kwetsbare ouderen. Hoog tijd voor monitoring én oplossingen!" Bron: ANP
Extra geld vrijwilligers, geen verlenging Huish.hulp toelage, geen oplossing knelpunten jeugdzorg
Binnenlands Bestuur 17 september 2015
Extraatje voor ondersteuning vrijwilligers Voor de ondersteuning van vrijwilligers in gemeenten trekt het kabinet 1,4 miljoen euro extra uit. De huishoudelijke hulp toelage (HHT) wordt niet verlengd. Dat blijkt uit de dinsdag verschenen begroting van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Yolanda de Koster 15 sep 2015 Voor de ondersteuning van vrijwilligers in gemeenten trekt het kabinet 1,4 miljoen euro extra uit. Voor het oplossen van knelpunten in de jeugdzorg (woonplaatsbeginsel) wordt geen extra geld uitgetrokken. Ter compensatie van getroffen gemeenten wordt 20 miljoen euro Nieuwsbrief 94 Wmo-adviesraad Kaag en Braassem: de adviesraad voor het sociale domein Pagina 7
uit het macrobudget Jeugdwet een jaar naar voren gehaald. De huishoudelijke hulp toelage (HHT) wordt niet verlengd. Wel wordt er iets meer aan uitgegeven (totaal 79,5 miljoen euro) dan aanvankelijk begroot. Intramurale instellingen Dat blijkt uit de dinsdag verschenen begroting van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Afhankelijk van de claims van gemeenten komt er voor 2015 maximaal 20 miljoen beschikbaar. Diverse gemeenten komen niet uit met hun jeugdzorgbudget omdat ze last hebben van het zogeheten woonplaatsbeginsel. Het gaat om gemeenten met veel intramurale instellingen binnen de gemeentegrenzen. Zij zijn wel verantwoordelijk voor de zorg van de jongeren, en de daarmee gepaard gaande kosten, maar krijgen er geen geld voor. Dat gaat naar de gemeenten waar het kind staat ingeschreven. ‘Vanaf 2016 wordt deze situatie opgelost met de invoering van het objectief verdeelmodel’, aldus de VWS-begroting. Programma vrijwilligers De 1,4 miljoen euro extra voor ondersteuning vrijwilligers wordt over drie jaar uitgesmeerd. Er komt een speciaal programma voor, onder de vlag van de Vereniging Nederlandse Organisatie Vrijwilligerswerk (NOV) en het Landelijk Overleg Vrijwilligers in de Zorg (LOVZ). Verminderen regeldruk De begroting bevat geen schokkend nieuws voor gemeenten. Al eerder was bekend dat er extra geld (20 miljoen) wordt vrijgemaakt om de ellende met de persoonsgebonden budgetten (pgb) op te lossen. Voor de uitvoering van de Wmo2015 en de Jeugdzorg wordt geen extra geld vrijgemaakt, om bijvoorbeeld de kortingen op de budgetten te temporiseren. Dat was (is) een wens van gemeenten. De komende tijd wil het kabinet met name inzetten op het verminderen van de regeldruk. Het is tijd voor een ‘forse extra inspanning om de bureaucratie in de zorg terug te dringen’. Daarbij wordt gedacht slimmer samenwerken, standaardiseren van formulieren, vereenvoudiging of schrappen van regels. Vernieuwing De opdracht aan gemeenten is vooral het doorzetten van de ‘noodzakelijke vernieuwing’. De samenhang tussen publieke gezondheid en jeugd, langdurige zorg, ondersteuning en participatie moet worden vormgegeven en anders aangepakt. De samenwerking tussen gemeenten en zorgverzekeraars moet beter, om zowel de zorgkosten te beteugelen als de zorg voor kwetsbare groepen te verbeteren. Daarbij benadrukt het ministerie dat voor goede ondersteuning van jongeren een passende verbinding tussen zorg en onderwijs noodzakelijk is. Dak- en thuisloze jongeren wel beter in beeld, maar niet beter geholpen
Zorg+welzijn 21 september 2015
‘Zwerfjongeren ontsnappen maar niet aan hun situatie’ 21 sep 2015 laatste update:22 sep 2015 De afgelopen twintig jaar is de groep dak- en thuisloze jongeren wel beter in beeld, maar niet beter geholpen. Wie voelt zich verantwoordelijk voor deze jongeren, is de vraag? Derk Loorbach (Professor bij Dutch Research Institute for Transitions (DRIFT) aan de Erasmus Universiteit Rotterdam), Frank van Steenbergen (onderzoeker bij DRIFT) en Kees van Anken (voorzitter Stichting Zwerfjongeren Nederland) roepen in een opiniestuk gemeenten op om de hulp aan jongeren anders te regelen en te financieren. Zwerfjongeren Het gaat specifiek om zwerfjongeren (jongeren tot 23 jaar), een groep jongeren die in problematische omstandigheden opgroeien. 'Ze lopen in een cruciale levensfase achterstanden op die hun hele leven doorwerken. Er zou de samenleving dan ook alles aan gelegen moeten zijn om deze jongeren zo goed mogelijk op te vangen', zo pleiten de schrijvers. Schulden Nu kunnen zwerfjongeren nauwelijks ontsnappen aan hun situatie, zo blijkt. Zonder vast adres, kunnen jongeren zich bovendien niet inschrijven in de gemeente en hebben dus geen recht op bijstand, kunnen geen zorgverzekering aanvragen. Veel van hen hebben schulden, waardoor het überhaupt moeilijk wordt om een kamer te huren. Voor schuldhulp heb je eerst een vaste woonplek en een stabiel inkomen nodig. Veel jongeren hebben hun school niet afgemaakt, dus is het lastig een baan te vinden.
Nieuwsbrief 94 Wmo-adviesraad Kaag en Braassem: de adviesraad voor het sociale domein Pagina 8
Wanneer dat wel lukt is het salaris vaak te laag om hun schulden af te lossen. Studeren is ook lastig, want door de schulden komen ze niet in aanmerking voor studiefinanciering. Regels Volgens de onderzoekers en de voorzitter zorgen alle regels, wetten en lokketten ervoor dat de problemen van deze jongeren niet bij de wortel kunnen worden aangepakt. 'Voor elk probleem bestaat een afgebakend veld, maar zo werkt het voor jongeren met multi-problemen niet. Schulden, verslaving, geen dak boven het hoofd, een diploma halen hangen allemaal met elkaar samen.' Nu is niemand echt verantwoordelijk voor deze maatschappelijke uitval. Ontschotten De schrijvers willen dat de gemeenten iets doet aan de financiering van de hulp aan jongeren. Nu is het nog zo dat iedere partij in het sociale domein, van jeugdhulp tot welzijn en van opvang tot onderwijs, slechts voor een klein deel verantwoordelijk is voor deze jongeren en dus de problemen niet echt fundamenteel kunnen aanpakken. De sectoren en financiën moeten daarom ontschot worden, aldus Loorbach, Van Steenbergen en Van Anken. Nu zijn de meeste partijen vanwege het geld nog gebaat bij het voortbestaan van de problemen. Weerbarstig De heren hebben hun hoop gevestigd op de gemeente, maar de werkelijkheid blijkt weerbarstig. Uit onderzoek blijkt dat 70% van de gemeenten geen zicht heeft op deze groep jongeren en haar problemen en 25% van de gemeenten het niet haar taak vindt om iets voor deze groep te doen. 'In plaats van soms levenslange kosten voor opvang, zorg, politie, justitie, sociale diensten is het beter om te investeren in persoonlijke ontwikkeling, perspectief en duurzame oplossingen voor deze jongeren.' Alexandra Sweers Er is extra geld nodig in het wijkverplegingsbudget voor casemanagers dementie
Zorg+welzijn 21 september 2015
Wijkverpleging heeft casemanager dementie nodig 21 sep 2015 Er is extra geld nodig in het wijkverplegingsbudget voor casemanagers dementie. De inzet van deze specifieke taak voor wijkverpleegkundigen leidt tot verbetering van de zorg en minder last voor mantelzorgers. En het zorgt voor een besparing van de kosten, zelfs tot 50 procent. Er moet apart geld komen in de wijkverpleging voor casemanagement voor dementen. Dat betoogt Alzheimer Nederland in de Tweede Kamer op 21 september, de Wereld Alzheimer Dag. De geplande bezuiniging op de wijkverpleging van 100 miljoen euro in 2016 is niet van tafel, constateert Alzheimer Nederland. Meer speciale wijkverpleegkundigen, namelijk casemanagers dementie, zijn hard nodig om ontheemde zorg voor mensen met dementie te verbeteren. Casemanagement Dat schrijft Alzheimer Nederland in een brief aan de Tweede Kamer, die op 21 september een rondetafelgesprek heeft gehouden over de wijkverpleging. De belangenorganisatie is blij met het extra geld dat het kabinet in de komende kabinetsperiode wil uittrekken voor verbetering van de zorg en de opleiding van personeel in verpleeghuizen. Maar vraagt zich af waarom de bezuiniging op de wijkverpleging van 100 miljoen euro in 2016 blijft bestaan. Door extra geld voor casemanagement geoormerkt in het wijkverplegingsbudget van zorgverzekeraars op te nemen, kan de zorg voor dementen verbeteren en uiteindelijk goedkoper worden, aldus Alzheimer Nederland. Wmo In Nederland lijden ruim 260.000 mensen aan de ziekte Alzheimer. Mensen met Alzheimer vallen onder drie verschillende wetten – de Zorgverzekeringswet, de Wmo en de Wet langdurige zorg. Met de bijbehorende verschillende geldstromen, wat de integrale zorg door de wijkverpleging niet gemakkelijker maakt. Verder zijn er signalen dat verzekeraars en zorgkantoren langs elkaar heen werken, waardoor de integrale zorg voor mensen met dementie niet goed georganiseerd is. Dementie Al eerder heeft het kabinet 32 miljoen euro uitgetrokken voor dementieonderzoek. Ook heeft staatssecretaris Van Rijn aandacht gevraagd voor een meer dementievriendelijke samenleving. De Wereld Alzheimer Dag staat in het teken van: 'samenleven met dementie'. Van Rijn heeft op deze dag het programma "Dementievrienden" geïntroduceerd. De bedoeling is om één miljoen Nederlanders Nieuwsbrief 94 Wmo-adviesraad Kaag en Braassem: de adviesraad voor het sociale domein Pagina 9
binnen vijf jaar meer kennis over dementie te geven en om mensen te leren hoe ze dementerenden kunnen helpen. Samenleving Op en rond 21 september vinden in heel Nederland activiteiten plaats in het kader van Wereld Alzheimer Dag. De 5.500 vrijwilligers van Alzheimer Nederland zullen meewerken om een beweging op gang brengen waarbij begrip en hulp bij dementie vanzelfsprekend is: de dementievriendelijke samenleving. Carolien Stam Gemeenten erg afwachtend met creëren van beschut werk
Binnenlands Bestuur 21 september 2015
Klijnsma dreigt gemeenten: beschut werk beter aanpakken Margot Limburg 18 sep 2015 Als gemeenten geen werk maken van het creëren van 30 duizend beschut werkplekken, gaat staatssecretaris Jetta Klijnsma (PvdA, SZW) in de wet opnemen dat ze dit moeten doen. Dat dreigement uitte ze in een brief waarin ze de Tweede Kamer informeert over de stand van zaken rondom beschut werk. Klijnsma noemt gemeenten erg afwachtend. Erg hard gaat het niet Dit jaar moeten 1600 mensen die ook met loonkostensubsidie en begeleiding niet aan de slag kunnen bij een reguliere werkgever beschut gaan werken. Gemeenten moeten die plaatsen creëren. In totaal zullen de komende jaren 30 duizend van deze beschut werkplekken gerealiseerd moeten worden. Maar erg hard gaat het nog niet met deze werkplekken. Eerder deze maand waarschuwde voorzitter Job Cohen van de brancheorganisatie voor sociale werkvoorzieningen Cedris al dat het getal van 1600 bij lange na niet gehaald gaan worden in het tempo dat gemeenten nu hebben. 41 aanvragen Klijnsma bevestigd, met een onderzoek van de Inspectie SZW in de hand, de vrees van Cohen. Tot september van dit jaar hebben alle gemeenten slechts 41 keer iemand bij het UWV aangedragen voor een indicatie voor beschut werk. Hoeveel van hen die indicatie gekregen hebben, vermeldt Klijnsma niet. De Amsterdamse wethouder Arjen Vliegenthart zei eerder dat het UWV veel te streng is en veel mensen die de gemeente voordraagt, te goed bevindt voor beschut werk. Klijnsma wil niet weten van kritiek op het te strenge UWV. ‘Ik ben van mening dat de beoordeling door UWV zorgvuldig dient te zijn. Beschut werk is namelijk echt bedoeld voor die mensen die uitsluitend in een beschutte omgeving mogelijkheden tot arbeidsparticipatie hebben’, schrijft ze aan de Kamer. Eén op de vijf Uit het onderzoek van de Inspectie, dat in z’n geheel in het najaar zal worden gepresenteerd, blijkt verder dat één op de vijf gemeenten niet van plan is beschut werk aan te gaan bieden aan haar inwoners. De redenen daarvoor zijn voor een deel financieel van aard: de kosten zijn te hoog en het budget te laag. Ook vinden ze het financiële risico te groot. Daarnaast vinden ze het oneerlijk dat een groot deel van het totale budget naar een kleine groep mensen gaat Ongepast Klijnsma is het niet eens met de 73 gemeenten die beschut werk niet gaan aanbieden. Ze noemt ‘volstrekt helder’ dat beschut werk moet worden aangeboden en vindt het ‘ongepast’ dat gemeenten al op voorhand zeggen het niet te zullen inrichten. ‘Mocht in het najaar van 2016 blijken dat gemeenten ondanks de hierboven beschreven handreikingen onvoldoende werk maken van het creëren van beschut werkplekken, dan zie ik mij genoodzaakt wettelijk te verankeren dat gemeenten beschut werkplekken beschikbaar moeten stellen.’ 422 plaatsen in 2015 Van de 320 gemeenten die wel beschut werk aanbieden, geven 114 gemeenten aan dat ze dit jaar gezamenlijk 422 plekken gaan realiseren. 64 procent (206 gemeenten) noemen geen aantallen, maar het streefgetal van 1600 lijkt ver weg. Om het inrichten van beschut werk een impuls te geven, heeft Klijnsma de gemeenten extra geld beloofd, zo bleek uit de stukken voor Prinsjesdag. Vijf jaar lang komt 20 miljoen beschikbaar, 100 miljoen in totaal. 74 miljoen daarvan moet gemeenten helpen in de opstartfase. Waar het geld precies naartoe gaat, wordt besloten in overleg met de VNG, Cedris, UWV en de sociale partners. Nieuwsbrief 94 Wmo-adviesraad Kaag en Braassem: de adviesraad voor het sociale domein Pagina 10
No-rikspolis Een deel van het geld zal gaan naar extra implementatie-ondersteuning aan gemeenten die nog bezig zijn met de vraag hoe beschut werk in te zetten en vorm te geven. Tenslotte is een deel van het geld bestemd voor een het gelijktrekken van de no-riskpolis voor de groep beschut werk. Deze polis bestaat voor mensen die onder de banengarantie vallen (de 125 duizend banen voor mensen met een arbeidsbeperking), maar omdat beschut werk hier niet onder valt, gold de no-riks polis niet voor hen. Dat wil Klijnsma met een nota van wijziging veranderen in de wet. Specifiek aanbod nodig voor jongvolwassen (18-34 jaar) mantelzorgers
Movisie Mail 21 september 2015
Jongvolwassen mantelzorgers hebben specifieke ondersteuning nodig artikel - 11 september 2015 Gemeenten en organisaties voor mantelzorgondersteuning zouden specifiek aanbod moeten ontwikkelen voor jongvolwassen (18-34 jaar) mantelzorgers. Dat is een van de aanbevelingen uit het afstudeeronderzoek van Karlijn Nanninga. Voor haar onderzoek sprak zij met 15 jongvolwassen mantelzorgers over de belemmeringen die zij ondervinden door het geven van mantelzorg in deze levensfase. Ook vroeg ze hen welke ondersteuning ze nodig hebben om mantelzorg te kunnen (blijven) bieden. Levensfase van belangrijke keuzes Jongvolwassen mantelzorgers bieden zorg of ondersteuning aan een broer of zus die extra zorg nodig heeft of aan een zieke ouder. Zij worden geconfronteerd met het maken van andere keuzes dan jongvolwassenen die geen mantelzorg hoeven te geven. Het geven van mantelzorg heeft invloed op belangrijke gebeurtenissen in de transitie naar volwassenheid: het verlaten van het ouderlijk huis, toetreden op de arbeidsmarkt, een eigen inkomen verdienen en het aangaan van een relatie en het krijgen van kinderen. Het lijkt er op dat jongvolwassen mantelzorgers deze stappen op een ander moment zetten, wat invloed kan hebben op hun verdere levensloop. Behoefte aan uitwisselen ervaringen Omdat jongvolwassen mantelzorgers in een levensfase zitten waarin belangrijke keuzes voor de toekomst worden gemaakt hebben ze een andere ondersteuningsbehoefte dan kinderen en oudere volwassenen die mantelzorg geven. Jongvolwassen mantelzorgers hebben vooral behoefte aan het delen van ervaringen met leeftijdsgenoten. Hier kunnen zij bijvoorbeeld praten over de keuzes rondom het verlaten van het ouderlijk huis. Maar ook hoe zij mantelzorgtaken kunnen combineren met hun sociale leven of hun studie of werk. Jongvolwassen mantelzorgers geven aan dat zij graag in een informele sfeer met elkaar willen praten. Dit eventueel in combinatie met een leuke activiteit. 'Dat mis ik dus weleens, dat je gewoon met je eigen leeftijdsgenoten bent. Iemand die 50 is en mantelzorger is, die heeft hele andere levenservaring dan dat ik heb', aldus jongvolwassenen in het onderzoek. Aanbevelingen voor gemeenten en organisaties voor mantelzorgondersteuning Uit het onderzoek volgen deze aanbevelingen: Ontwikkel activiteiten die specifiek gericht zijn op jongvolwassen mantelzorgers, zoals gespreksgroepen, cursussen over goede balans van mantelzorg en privéleven en het organiseren van ontspannende activiteiten.) Zorg ervoor dat mantelzorgondersteuning voor jongvolwassenen breed bekend wordt gemaakt bij alle betrokken diensten en maatschappelijke organisaties. Gemeenten hebben hierin een regierol. Zij kunnen betrokken instanties, zoals huisartsen, sociale wijkteams, Wmo-loketten en onderwijs, aanspreken op hun signalerende rol. Kijk bij de aanvraag voor mantelzorgondersteuning, die meestal door een volwassen mantelzorger wordt gedaan, ook of er binnen het gezin jongvolwassen mantelzorgers betrokken zijn. Het is van belang dat de medewerkers die de aanvraag voor mantelzorgondersteuning in behandeling nemen toegerust zijn om deze gezinssituatie in kaart te brengen. Eerste onderzoek naar belemmeringen en behoeften jongvolwassen mantelzorgers In Nederland zijn ongeveer 3,5 miljoen mensen van 18 jaar en ouder mantelzorger. In 2008 was 14% van alle mantelzorgers tussen de 18 en 34 jaar (SCP, 2010). Voor dit onderzoek zijn 15 jongvolwassen Nieuwsbrief 94 Wmo-adviesraad Kaag en Braassem: de adviesraad voor het sociale domein Pagina 11
mantelzorgers tussen de 18 en 34 jaar geïnterviewd. Het is, voor zover bekend, het eerste onderzoek in Nederland onder deze specifieke doelgroep. Het is belangrijk om meer inzicht te krijgen in de belemmeringen en ondersteuningsbehoeften van jongvolwassenen. De laatste aanbeveling is daarom om het onderzoek uit te breiden met onderzoeksvragen en thema’s die kunnen bijdragen aan een beter beeld over deze specifieke doelgroep. Onderzoeksopzet De interviews die voor dit onderzoek gehouden zijn waren semigestructureerd en duurden ongeveer tussen de 30 en 50 minuten. Er is met 15 jongvolwassen mantelzorgers gesproken, hiervan waren dertien vrouw en twee man. Het aantal uur dat jongvolwassen mantelzorgers bezig zijn met hun zorgtaken is zeer uiteenlopend, variërend van 1 tot 15 uur per week. Ook het soort mantelzorgtaken was zeer verschillend. Er is gesproken met jongvolwassen mantelzorgers die al bekend waren met ondersteuning maar ook met jongvolwassen mantelzorgers die nog niet bekend waren met de mogelijkheden van mantelzorgondersteuning. De interviews hebben verspreid over het land plaatsgevonden. Karlijn Nanninga deed het onderzoek binnen haar master Arbeid, Zorg en Welzijn (UU), als stagiaire bij Movisie.
Samen werken aan een dementievriendelijke samenleving
Gemeente.nu 21 september 2015
Werken aan een Dementievriendelijke gemeenschap 21 sep 2015 Jasper Kimenai Vandaag is het 'Wereld Alzheimer Dag'. Alzheimer Nederland roept alle gemeenten op om zich aan te sluiten bij de ‘dementievriendelijke gemeenschap’. Dit faciliteert lokale samenwerking in de wijk of gemeente en geeft zichtbaar uiting aan de maatschappelijke betrokkenheid. Samen werken aan een dementievriendelijke samenleving In 2014 was dementie voor het eerst doodsoorzaak nummer 1 in Nederland (bron: CBS). Momenteel krijgt 1 op de 5 mensen in Nederland met dementie te maken en door de vergrijzing groeit dit aantal in rap tempo. Er zijn veel vormen van dementie, Alzheimer is de meest bekende. Het is in alle gevallen een ontluisterende ziekte, die het meest waardevolle dat een mens bezit vernietigt: zichzelf. Alzheimer Nederland maakt zich sterk voor een toekomst zonder dementie. Er is veel wetenschappelijk onderzoek nodig, om te komen tot preventie, behandeling en genezing. Hoewel er grote stappen worden gezet is dé oplossing nog niet gevonden. Intussen worstelen honderdduizenden mensen dagelijks met de gevolgen van dementie, als patiënt of als naaste. Daarom is het zo belangrijk dat in steeds meer gemeenten wordt gewerkt aan de 'Dementievriendelijke gemeenschap'. Waarbij organisaties, clubs, verenigingen en bedrijven de handen ineen slaan om mensen met dementie en hun naasten erbij te houden. Versterk de beweging In een dementievriendelijke samenleving voelen mensen met dementie en hun mantelzorgers zich welkom en betrokken. Mensen met dementie blijven langer op zichzelf wonen en kunnen langer actief blijven. Samen kunnen we deze beweging versterken. Op 21 september is het Wereld Alzheimer Dag. Alzheimer Nederland roept alle gemeenten op om zich aan te sluiten bij de 'dementievriendelijke gemeenschap'. Dit faciliteert lokale samenwerking in de wijk, of gemeente en geeft zichtbaar uiting aan de maatschappelijke betrokkenheid. De gemeente stimuleert Als gemeente zet u zich in voor mensen met dementie, zodat zij onderdeel blijven van de gemeenschap. Bij mensen met dementie is daar een stapje extra voor nodig. Het gaat om het herkennen van de signalen en hoe er mee om te gaan. Neem bijvoorbeeld mevrouw van der Vliet, zij heeft dementie en vergeet weleens haar boodschappen af te rekenen. Of haar pincode. Dan is het prettig als de supermarktmedewerker daar begripvol op reageert en met haar naar een oplossing zoekt. Zo voelt mevrouw van der Vliet zich welkom in de winkel en zal langer zelfstandig haar boodschappen kunnen doen. Ook een hele geruststelling voor haar dierbaren. Want 24-uurs zorg is een zware opdracht. Nieuwsbrief 94 Wmo-adviesraad Kaag en Braassem: de adviesraad voor het sociale domein Pagina 12
Alzheimer Nederland geeft, via haar regionale afdelingen, voorlichting over dementie aan verschillende doelgroepen. Aan supermarktpersoneel, maar ook aan sportverenigingen, culturele instellingen, restaurants of diensten vanuit het openbaar vervoer. Als gemeente kunt u als geen ander deze doelgroepen bereiken, motiveren en stimuleren om deel te nemen aan deze voorlichtingsactiviteiten. Veel gemeente zien het belang en pakken deze rol. De gemeente Utrechtse Heuvelrug is een van de voorbeeldgemeenten die in dit proces faciliteert. In Doorn zijn plaatselijke winkeliers en sport- en gezelschapsverenigingen door de gemeente aangeschreven om te participeren. Met succes. De gemeenschap aan zet We spreken over een dementievriendelijke gemeenschap in plaats van gemeente, want de gemeente staat niet alleen. Het gaat om lokale samenwerking waarin betrokken burgers, politie, winkeliers, verenigingen, ouderenbonden, patiëntenorganisaties en welzijnsorganisaties gezamenlijk aan de slag gaan. Door deze partijen samen te brengen en hen te faciliteren in de uitvoering wordt invulling gegeven aan de participatiesamenleving. Waarin niet voor de burger gezorgd wordt maar sámen met de burgers gezorgd wordt. Deze samenwerking stelt de gemeente in staat om ook op andere onderwerpen de kracht van de lokale gemeenschap in te zetten. Oproep Ook werken aan een dementievriendelijke gemeenschap? De regionale afdeling van Alzheimer Nederland in uw werkgebied helpt u graag op weg. Komend jaar wordt daarvoor een landelijk programma gestart om voorlichting over dementie grootschalig aan te bieden. Als gemeente kunt u uw interesse voor deze voorlichting nu al kenbaar maken bij de alzheimer afdeling in uw regio. Deelname is niet alleen goed voor mensen met dementie, maar voor heel Nederland
VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap
Ieder(in) Nieuwsbrief Algemeen - nr 5 22 september 2015 Goed nieuws: behandeling VN-verdrag in Tweede Kamer Het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap verplicht landen ervoor te zorgen dat mensen met een beperking gelijkwaardig aan de samenleving kunnen deelnemen. Nederland heeft dit VN-verdrag wel ondertekend maar nog niet bekrachtigd (geratificeerd), waardoor Nederland nog niet verplicht is het verdrag na te leven. Daarom is het goed nieuws dat de wetsvoorstellen voor de ratificatie in oktober worden behandeld in de Tweede Kamer. Het Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap werd in 2006 opgesteld. Sinds die tijd wachten mensen met een beperking op de ratificatie van het verdrag voor de Nederlandse regering. Het huidige kabinet werkt aan een Goedkeurings- en Invoeringswet, waarmee het VN-verdrag officieel wordt geratificeerd. 5 verbeterpunten De Alliantie, een samenwerkingsverband van Ieder(in), de Coalitie voor Inclusie, LFB, LPGGz en PerSaldo, heeft in een brief vijf verbeterpunten voor de wetsvoorstellen gepresenteerd. Deze verbeterpunten hebben ook betrekking op het Plan van Aanpak voor de implementatie van het VNverdrag. Hieronder treft u deze vijf punten aan: 1. Borg mainstreaming als uitgangspunt voor effectieve implementatie; 2. Zorg voor samenhang tussen algemene voorzieningen en individuele aanpassingen; 3. Maak de Kieswet inclusief; 4. Het verdrag verdient heroverweging van de interpretatieve verklaringen; 5. Dring aan op ondertekening en ratificatie van het Facultatief Protocol. Door de vijf verbeterpunten van de Alliantie over te nemen, zorgt de Nederlandse regering ervoor dat het effect van het VN-verdrag wordt vergroot en dat mensen met een beperking nog beter kunnen deelnemen aan onze samenleving. En daarom heeft de Alliantie de regering verzocht om met betrekking tot het VN-verdrag lef en lust tot innovatie te combineren en te leren van internationale voorbeelden.
Nieuwsbrief 94 Wmo-adviesraad Kaag en Braassem: de adviesraad voor het sociale domein Pagina 13
Schaf kostendelersnorm af
LCR @ttenderingsbericht 22 september 2015
Kostendelersnorm: kosten hoger dan besparing Mensen vinden het lastiger om elkaar te helpen. Meer mensen komen in de financiële problemen. Het aantal daklozen stijgt. Participeren wordt steeds moeilijker. Dit zijn enkele conclusies uit het Zwartboek dat Groot MO/GGz overleg Amsterdam gisteren, 21 september, presenteerde over de kostendelersnorm. Het advies: schaf deze maatregel af. De LCR ondersteunt deze conclusie van harte. Schrijnend Bij het Groot MO/GGz overleg komen steeds schrijnender verhalen binnen die het rechtstreekse gevolg zijn van de invoering van de kostendelersnorm. Een vrouw met ernstige gezondheidsproblemen zou gratis geholpen kunnen worden, maar vanwege de wetgeving moet er een commerciële huurprijs worden gevraagd. De hulp kan niet worden geboden. Geldproblemen Ouders of grootouders die hun (klein)kinderen willen helpen, zien hiervan af, omdat dit directe gevolgen heeft voor hun uitkering. Een alleenstaande moeder met 2 jonge kinderen huurt een woning, maar de huurovereenkomst voldoet niet aan de strenge voorwaarden. Daardoor wordt zij gekort op haar uitkering. Een jongen met ernstige GGz-problemen woont bij zijn vader, maar die kan door de korting op zijn uitkering de huur niet meer betalen. Afschaffen De conclusie van alle voorbeelden is dat de kostendelersnorm zo snel mogelijk moet worden afgeschaft. Deze maatregel streeft zijn doel voorbij en de kosten voor de samenleving lopen enorm uit de hand. ‘Wij adviseren om op korte termijn eerst in beeld te krijgen wat de gevolgen van deze maatregelen zijn, voordat die wordt ingevoerd’, stel Groot MO/GGz overleg Amsterdam. ‘De kostendelersnorm gaat ervan uit dat mensen kosten delen. Dit is vaak helemaal niet het geval.’
Dieper in de armoed
LCR @ttenderingsbericht 22 september 2015
Verlies van inkomsten en stapeling kosten laat armoede toenemen Een laag inkomen gecombineerd met de kostendelersnorm, het niet respecteren van de beslagvrije voet en allerlei incasso-maatregelen. Het zijn de ingrediënten die mensen vaak dieper in de armoede duwen. De Landelijke Cliëntenraad (LCR) signaleert dat een groeiende groep mensen te maken krijgt met financiële problemen die zeer ernstig zijn. Door een aantal maatregelen te nemen, zou dit voorkomen kunnen worden. De LCR vraagt aan de Tweede Kamer om deze punten mee te nemen in het Algemeen Overleg over armoede en schulden op 24 september. Opvang De beslagvrije voet goed hanteren zou tot een afname van het aantal cliënten van de voedselbanken leiden. Stapeling van kosten zorgt er bij mensen met een beperking voor dat hun koopkracht steeds verder afneemt. Een maatregel die voor schrijnende situaties zorgt, is de kostendelersnorm. Mensen zijn huiverig om iemand (tijdelijk) op te vangen omdat ze mogelijk de huurtoeslag kwijtraken. Zwerfjongeren kunnen moeilijk terug naar huis als hun ouders van een uitkering rondkomen. Het aantal postadressen bij hulpverlenende instanties stijgt explosief als gevolg van de kostendelersnorm . Dat kan nooit de bedoeling zijn geweest. Daarom pleit de LCR voor afschaffing van deze kostendelersnorm. Dwangverrekening en zorgverzekering Andere zaken die mensen met een laag inkomen parten spelen zijn de dwangverrekeningen van de Belastingdienst. Daardoor kunnen ze niet altijd aan voorwaarden voor de schuldhulpverlening voldoen en komen ze nóg dieper in de problemen. Datzelfde geldt voor het beleid rondom betalingsachterstanden van de zorgverzekering. Er wordt een hoge 'boetepremie' geheven en mensen kunnen geen aanvullende verzekering krijgen. Daardoor stijgen de zorgkosten nog meer en nemen de financiële problemen toe. Nieuwsbrief 94 Wmo-adviesraad Kaag en Braassem: de adviesraad voor het sociale domein Pagina 14
Incassobureaus overtreden afspraken Incassobureaus houden zich lang niet altijd aan de regelgeving dat zij niet te hoge incassokosten mogen vragen, maar het toezicht daarop ontbreekt. Dit staat in schril contrast tot het toezicht op de handel en wandel van uitkeringsgerechtigden. Dementievriendelijke gemeenschap
Gemeente.nu 22 septemder 2015
Werken aan een Dementievriendelijke gemeenschap 21 sep 2015 Jasper Kimenai Vandaag is het 'Wereld Alzheimer Dag'. Alzheimer Nederland roept alle gemeenten op om zich aan te sluiten bij de ‘dementievriendelijke gemeenschap’. Dit faciliteert lokale samenwerking in de wijk of gemeente en geeft zichtbaar uiting aan de maatschappelijke betrokkenheid. Samen werken aan een dementievriendelijke samenleving In 2014 was dementie voor het eerst doodsoorzaak nummer 1 in Nederland (bron: CBS). Momenteel krijgt 1 op de 5 mensen in Nederland met dementie te maken en door de vergrijzing groeit dit aantal in rap tempo. Er zijn veel vormen van dementie, Alzheimer is de meest bekende. Het is in alle gevallen een ontluisterende ziekte, die het meest waardevolle dat een mens bezit vernietigt: zichzelf. Alzheimer Nederland maakt zich sterk voor een toekomst zonder dementie. Er is veel wetenschappelijk onderzoek nodig, om te komen tot preventie, behandeling en genezing. Hoewel er grote stappen worden gezet is dé oplossing nog niet gevonden. Intussen worstelen honderdduizenden mensen dagelijks met de gevolgen van dementie, als patiënt of als naaste. Daarom is het zo belangrijk dat in steeds meer gemeenten wordt gewerkt aan de 'Dementievriendelijke gemeenschap'. Waarbij organisaties, clubs, verenigingen en bedrijven de handen ineen slaan om mensen met dementie en hun naasten erbij te houden. Versterk de beweging In een dementievriendelijke samenleving voelen mensen met dementie en hun mantelzorgers zich welkom en betrokken. Mensen met dementie blijven langer op zichzelf wonen en kunnen langer actief blijven. Samen kunnen we deze beweging versterken. Op 21 september is het Wereld Alzheimer Dag. Alzheimer Nederland roept alle gemeenten op om zich aan te sluiten bij de 'dementievriendelijke gemeenschap'. Dit faciliteert lokale samenwerking in de wijk, of gemeente en geeft zichtbaar uiting aan de maatschappelijke betrokkenheid. De gemeente stimuleert Als gemeente zet u zich in voor mensen met dementie, zodat zij onderdeel blijven van de gemeenschap. Bij mensen met dementie is daar een stapje extra voor nodig. Het gaat om het herkennen van de signalen en hoe er mee om te gaan. Neem bijvoorbeeld mevrouw van der Vliet, zij heeft dementie en vergeet weleens haar boodschappen af te rekenen. Of haar pincode. Dan is het prettig als de supermarktmedewerker daar begripvol op reageert en met haar naar een oplossing zoekt. Zo voelt mevrouw van der Vliet zich welkom in de winkel en zal langer zelfstandig haar boodschappen kunnen doen. Ook een hele geruststelling voor haar dierbaren. Want 24-uurs zorg is een zware opdracht. Alzheimer Nederland geeft, via haar regionale afdelingen, voorlichting over dementie aan verschillende doelgroepen. Aan supermarktpersoneel, maar ook aan sportverenigingen, culturele instellingen, restaurants of diensten vanuit het openbaar vervoer. Als gemeente kunt u als geen ander deze doelgroepen bereiken, motiveren en stimuleren om deel te nemen aan deze voorlichtingsactiviteiten. Veel gemeente zien het belang en pakken deze rol. De gemeente Utrechtse Heuvelrug is een van de voorbeeldgemeenten die in dit proces faciliteert. In Doorn zijn plaatselijke winkeliers en sport- en gezelschapsverenigingen door de gemeente aangeschreven om te participeren. Met succes. De gemeenschap aan zet We spreken over een dementievriendelijke gemeenschap in plaats van gemeente, want de gemeente staat niet alleen. Het gaat om lokale samenwerking waarin betrokken burgers, politie, winkeliers, verenigingen, ouderenbonden, patiëntenorganisaties en welzijnsorganisaties gezamenlijk aan de slag gaan. Door deze partijen samen te brengen en hen te faciliteren in de uitvoering wordt invulling gegeven aan de participatiesamenleving. Waarin niet voor de burger gezorgd wordt maar sámen met Nieuwsbrief 94 Wmo-adviesraad Kaag en Braassem: de adviesraad voor het sociale domein Pagina 15
de burgers gezorgd wordt. Deze samenwerking stelt de gemeente in staat om ook op andere onderwerpen de kracht van de lokale gemeenschap in te zetten. Oproep Ook werken aan een dementievriendelijke gemeenschap? De regionale afdeling van Alzheimer Nederland in uw werkgebied helpt u graag op weg. Komend jaar wordt daarvoor een landelijk programma gestart om voorlichting over dementie grootschalig aan te bieden. Als gemeente kunt u uw interesse voor deze voorlichting nu al kenbaar maken bij de alzheimer afdeling in uw regio. Deelname is niet alleen goed voor mensen met dementie, maar voor heel Nederland Over de auteur: Jasper Kimenai is verbonden aan Alzheimer Nederland. Betalingregelingen nemen toe, evenals uitstel zorg
Zorgvisie 23 september 2015
VGZ ziet betalingsregelingen verdubbelen 22 sep 2015 Het aantal mensen dat een betalingsregeling aanvraagt voor het eigen risico is in twee jaar tijd verdubbeld. ‘We leiden daaruit af dat veel mensen moeite hebben om het bedrag te betalen’, zegt VGZ-woordvoerder Dennis Verschuren. VGZ liet TNS NIPO onderzoek doen naar effecten van het eigen risico. Uit het onderzoek komt naar voren dat 18 procent van de Nederlanders wel eens zorg uitstelt of mijdt. 47 procent van deze groep doet dit vanwege het eigen risico. VGZ acht het daarom niet verstandig het eigen risico volgend jaar wettelijk te verhogen van 375 naar 385 euro. Uitstellen zorg Bijna een op de vijf (18 procent) geënquêteerden zegt sinds 1 januari van dit jaar wel eens zorg te hebben uitgesteld of gemeden. Jongeren (18 t/m 34 jaar) geven vaker (23 procent) aan dan ouderen (11 procent) dat zij dit jaar soms zorg hebben uitgesteld of gemeden. Van de personen die zorg hebben uitgesteld, geeft het grootste deel aan dat het hierbij ging om huisartsbezoek. Andere vaak genoemde antwoorden zijn 'zorg bij een specialist in het ziekenhuis' en 'medicijnen op recept'. De meest gegeven reden om zorg uit te stellen of te mijden, is: 'Ik vind dat dit mij te veel geld kost/ik wou het eigen risico uitsparen'. Dit antwoord wordt gegeven door 47 procent van de respondenten. Op de tweede en derde plaats staan redenen die met de ernst van de klachten te maken hebben. De top vier van meest gegeven antwoorden wordt gecompleteerd door het antwoord 'ik kon het niet betalen'. 17 procent van de groep noemt deze reden. Betalingsregeling De cijfers van VGZ laten zien dat het aantal mensen dat een betalingsregeling aanvraagt in twee jaar is verdubbeld tot 250.000 mensen. Verschuren: 'Wij bieden de regeling aan zonder rente en maken er reclame voor. Het is ook niet altijd nood, maar een verdubbeling is wel een signaal dat mensen moeite hebben om het bedrag in een keer te betalen.' Verschuren legt uit dat voor veel mensen de zorgpremie een voorzien en controleerbaar bedrag is. Het grootste deel dat een betalingsregeling vraagt, wordt geconfronteerd met een onverwachts bedrag dat zij niet hebben ingecalculeerd. 'Zeker bij mensen die voor een maximaal eigen risico hebben gekozen, kan 875 euro er behoorlijk in hakken. Het zijn vaker jongeren die het eigen risico opschroeven. Zij zijn gezond en verwachten geen zorg nodig te hebben.' Hoewel betalingsregelingen volgens Verschuren niet per se een probleem vormen, is het wel een onwenselijke ontwikkeling. 'Uiteindelijk willen we niet dat mensen calculerend bezig zijn met zorg. Een drempel is goed, kostenbewustzijn ook, maar het mag niet doorschieten naar angst om zorg te consumeren.' Verhoging onverstandig VGZ vindt het daarom niet verstandig dat het verplichte eigen risico volgend jaar verder omhoog gaat van 375 naar 385 euro. 'Mensen stellen zorg uit door de hoogte van het eigen risico. Dat verergert in veel gevallen de klachten en het leidt uiteindelijk tot hogere zorgkosten', aldus bestuursvoorzitter Tom Kliphuis van VGZ. 'Daarnaast ontbreekt het maatschappelijk draagvlak voor een verdere verhoging van het eigen risico'. Uit het onderzoek blijkt dat er wel publieke steun is voor een eigen risico van rond de 200 euro per jaar. Mark van Dorresteijun Redacteur ict
Nieuwsbrief 94 Wmo-adviesraad Kaag en Braassem: de adviesraad voor het sociale domein Pagina 16
Huisvest statushouders in lege kantoorgebouwen
Binnenlands Bestuur 23 september 2015
Vluchtelingen in kantoren huisvesten: hoe werkt dat? Er is veel meer mogelijk dan veel gemeenten denken, en bovendien snel en tegen geringe kosten, zegt Frank Wassenberg van Platform31. Saskia Buitelaar 23 sep 2015 7 reacties Het is makkelijker gezegd – en veel gezegd in de discussies over het opvangen van vluchtelingen – dan gedaan: huisvest de statushouders in lege kantoorgebouwen. Negen grote gemeenten onderzoeken samen met kennisorganisatie Platform31 de mogelijkheden om tijdelijke herbestemming van lege gebouwen te vergemakkelijken. Met tijdelijke huurcontracten en een eenvoudige verbouwing is op korte termijn veel mogelijk, zegt Frank Wassenberg van het platform. Knelpunten bespreken Afgelopen week kwamen de betrokken ambtenaren en bestuurders uit de negen gemeenten voor de tweede keer bij elkaar. De deelnemers komen uit Amersfoort, Den Bosch, Haarlem, Haarlemmermeer, Rotterdam, Arnhem, Delft, Tilburg en Ede. Ze wisselen ervaringen en ideeën uit en bespreken knelpunten met deskundigen op het gebied van leegstandsbeheer en huurcontracten, legt Wassenberg uit. Impuls door tragische beelden De ambitie om meer werk te maken van het huisvesten van vluchtelingen met een verblijfsvergunning heeft deze zomer een impuls gekregen, merkt hij. ‘De beelden van vluchtelingen in bootjes en treinen en de politieke roep om hen te helpen, brengt dingen in beweging’, zegt Wassenberg, die vanuit zijn organisatie ook betrokken is bij het Platform Opnieuw Thuis. Praktische hulp Opnieuw Thuis werd begin dit jaar opgericht onder leiding van het ministerie van Veiligheid en Justitie en is een samenwerking van het rijk, provincies (IPO), gemeenten (VNG), het Centraal Orgaan Asielzoekers (COA), Aedes en Platform31. Het platform ondersteunt gemeenten met advies en praktische hulp bij het zoeken van ‘creatieve vormen van huisvesting voor vergunninghoudersen andere woningzoekenden’; alle huisvesting buiten corporatiewoningen. Het experiment van Platform31 kan daaraan een bijdrage leveren, hoopt Wassenberg. Gebruik Leegstandswet Volgens hem is er veel meer mogelijk dan veel gemeenten denken, en bovendien snel en tegen geringe kosten voor de pandeigenaar. Het gaat dan om tijdelijke woonruimte – voor een periode van maximaal tien jaar. ‘Als je dat regelt via de Leegstandswet, is er geen wijziging van de bestemming nodig en je hoeft ook niet te voldoen aan de nieuwe regels van het Bouwbesluit, die wel gelden voor nieuwe woningen. Er moet natuurlijk wel voldoende daglicht zijn, maar het volstaat bij wijze van spreken om tuinhuisjes neer te zetten in een grote kantoorruimte en te zorgen voor sanitair.’ Interessante investering Volgens Wassenberg is met een investering van ‘een paar duizend euro’ per woonunit fatsoenlijke, maar sobere woonruimte te creëren. Een interessante investering voor eigenaren van wie het pand anders leeg zou staan, stelt Wassenberg. ‘In kantorenflats waar nu één verdieping anti-kraak wordt bewoond, kun je op die manier op nog tien verdiepingen vijf of tien mensen huisvesten. Dat is woonruimte voor vijftig of honderd personen.’ Gemengd Voor gemeenteraden is het vaak belangrijk dat zulke complexen niet vol zitten met asielzoekers, maar dat er ‘gemengd’ wordt gewoond. Dat kan door er ook studenten of starters te huisvesten. Dat bevordert de integratie en verkleint ook het risico voor de investeerder dat door een toekomstige terugloop in de asielstroom de woningbehoefte instort. Wassenberg wijst er nog op dat het vaak wel handig is om ervoor te zorgen dat alle woningen een eigen voordeur en eigen sanitair hebben. Alleen bewoners van een zelfstandige woonruimte komen in aanmerking voor huurtoeslag. Reacties op dit bericht *Door jeannette op 23 september 2015 16:59 Dus nu mogen mensen wel opeens permanent wonen op vakantieparken. Nu is het wel veilig genoeg enz. Wat moet het toch fijn zijn als alle regels die er nu zijn voor iedereen in Nedeland gelden.
Nieuwsbrief 94 Wmo-adviesraad Kaag en Braassem: de adviesraad voor het sociale domein Pagina 17
Studenten allemaal onderdak, geen ellelange wachttijden voor mensen die ingeschreven staan op wachtlijsten. Alle bouwers aan de slag, Alles lossen we dank zij ons vluchtelingen probleem op. *Door anti-kraak (leegstandsexpert) op 23 september 2015 13:12 Wat is het probleem?? In heel Nederland wonen studenten 'anti-kraak' in wrakke panden en oude kantoorgebouwen. En migranten zouden dat niet kunnen? *Door Martin Koenen (directeur adviesbureau bestuursrecht/omgevingsrecht) op 23 september 2015 12:52 De leegstandswet biedt naar mijn mening geen oplossing want die heeft betrekking op de verhuur door een eigenaar van een (koop)woning. Wanneer er nieuwe woningen worden gecreëerd dan zal de vergunning m.i. niet afgegeven kunnen worden indien het bestemmingsplan dat niet toestaat. Rechtsbescherming voor de omgeving mag niet uit het oog verloren worden. *Door H. Wiersma (gepens.) op 23 september 2015 11:26 Zeg nooit nooit, maar niets is tijdelijker dan tijdelijk. Bovendien hebben we het hier wel over gebouwen die: 1. veelal (fiscaal) zijn afgeschreven. 2. slecht zijn geïsoleerd en duur in energievoorziening en exploitatie. Feitelijk dus veel kantoorgebouwen, die beter kunnen worden gesloopt! Andere aspecten zijn natuurlijk de andere bestemming en decentrale ligging van deze gebouwen, geluidsvoorschriften (asielzoekers en studenten ga je natuurlijk niet huisvesten binnen voorgeschreven geluidscontouren rond vliegvelden) e.d. Kortom dit zijn 'oplossingen', waarover wel heel gemakkelijk wordt gedaan. Het creëren van extra woonruimte door huurders/eigenaren geheel vrijwillig van hun tweede woning op bungalowparken gebruik te laten maken lijkt me in dat opzicht een veel betere oplossing. *Door HaBé (IC-er) op 23 september 2015 10:52 Handenwrijvende vastgoedeigenaren!! *Door nOBBY (animal cop) op 23 september 2015 09:40 Het zorgvuldig opgebouwde Nederlandse systeem voor bouwen en wonen is snel afgebroken als gevolg van het neoliberale klimaat, de bankencrisis en dus nu ook de vluchtelingentoestroom. Tuinhuisjes neerzetten in leegstaande kantoorgebouwen. Wat er niet bijverteld wordt is dat de eigenaar/exploitant daar wel 700 euro per maand voor wil vangen. Want daar gaat het dan vooral toch om. *Door area 51 op 23 september 2015 09:14 ah, dat bedoelen ze met asielzoekers in huis nemen, je propt ze tussen starters en studenten. Mensen die kunnen werken, zijn beter af met een loon dan met een uitkering
LCR @ttenderingsbericht 24 september 2015
Arbeidsongeschikten herkeuren en laten solliciteren? Dat kan anders! Mensen die kunnen werken, zijn beter af met een loon dan met een uitkering. Dat is de overtuiging van de Landelijke Cliëntenraad (LCR). Mensen die na twee jaar ziekte volledig arbeidsongeschikt zijn, maar van wie het nog niet zeker is dat zij dat blijven, moeten niet in de wachtkamer worden gezet tot een herbeoordeling. Zij kunnen direct worden begeleid. Is er alsnog geen verbetering dan krijgen zij na twee jaar definitief een volledige arbeidsongeschiktheidsuitkering. Wie wel weer (deels) kan werken, gaat terug naar de oorspronkelijke werkgever. Deze voorstellen komen van de LCR in reactie op een initiatiefnota van Kamerlid Schut-Welkzijn (VVD). De Tweede Kamer overlegt op 28 september over deze nota. Gericht aandacht In de brief aan mevrouw Schut stelt de LCR: ‘Het accent in uw nota ligt sterk op geen uitkering en dan maar zien of je aan het werk komt. Dat kan en moet anders.’ De LCR bepleit dat er gericht aandacht moet komen voor de mensen die 80 tot 100 procent arbeidsongeschikt zijn. Het gaat om herstelbegeleiding, re-integratie en gerichte vergroting van arbeidsmarktkansen. Ook werkgevers moeten hieraan bijdragen. Herbeoordeling is een sluitstuk, of zou dat moeten zijn. Mevrouw Schut heeft direct gereageerd op de voorstellen van de LCR en heeft ons uitgenodigd om onze voorstellen toe te lichten.
Nieuwsbrief 94 Wmo-adviesraad Kaag en Braassem: de adviesraad voor het sociale domein Pagina 18
In Nederland zijn zo’n 200.000 mensen extreem eenzaam
Zorg+welzijn 24 september 2015
Weet jij dit over eenzaamheid? 23 sep 2015 laatste update:25 sep 2015 In Nederland zijn zo’n 200.000 mensen extreem eenzaam. Een op de vijf bewoners van een verzorgingshuis komt niet eens een keer per maand buiten. Donderdag 24 september begint de week tegen de eenzaamheid. Weet jij dit over eenzaamheid? Er zijn verschillende soorten eenzaamheid... Sociale eenzaamheid is wanneer er minder contact is met andere mensen dan gewenst. In dit geval is het uitbreiden van het sociale netwerk belangrijk. Emotionele eenzaamheid is er wanneer er wel veel contact is, maar dat deze contacten weinig brengen. Er is geen hechte emotionele band. Dan is juist de verdieping in de contacten belangrijk om de eenzaamheid tegen te gaan. Het risico op eenzaamheid is groot wanneer... je ingrijpende levensgebeurtenissen meemaakt zoals een scheiding, het overlijden van een dierbare of wanneer je gezondheid erg achteruit gaat. Ook wanneer je een gebrek aan zelfvertrouwen hebt, maar moeilijk problemen kunt oplossen en weinig sociale vaardigheden hebt. Ook wanneer je inkomsten sterk achteruit gaat, je schulden hebt of werkloos bent, loop je een groter risico op eenzaamheid. Hoe vaak komt eenzaamheid voor? 8 procent van de Nederlanders voelt zich sterk eenzaam, 40 procent voelt zich matig eenzaam. De verdeling tussen man en vrouw is ongeveer gelijk. De gevoelens van eenzaamheid komen vaker voor wanneer men ouder is, maar ook jonge mensen kunnen zich eenzaam voelen. Er is vooral veel eenzaamheid in de zorg... De zorg kent meer dan 3 miljoen cliënten. De eenzaamheidscijfers voor deze groep zijn hoger dan het Nederlandse gemiddelde. Ouderen, mensen met een verstandelijke, lichamelijke en/of zintuiglijke beperking en mensen met een psychische kwetsbaarheid kennen specifieke oorzaken die bijdragen aan eenzaamheid. Zo kan een beperking ervoor zorgen dat je niet volledig mee kan doen aan de samenleving, dat je minder raakvlakken hebt met andere mensen en dat je daardoor –vaak onbedoelduitgesloten wordt. Bij ouderen dragen de afhankelijkheid van zorg, de individualisering van de samenleving en het verliezen van mensen om hen heen bij aan eenzaamheid. Mensen met psychische problemen kunnen vaak moeilijk vriendschappen onderhouden. Vaak is er sprake van weinig geld, schulden en angsten die sociale contacten in de weg staan. De gevolgen van eenzaamheid... Eenzaamheid bij mensen in de ggz, gehandicapten- en ouderenzorg zorgt voor meer kans op gedragsproblemen en meer kans op gezondheidsklachten. Niet alleen is dat heel vervelend voor de eenzame personen zelf, ook de maatschappelijke kosten lopen hierdoor op. Eenzaamheid hoort er ook bij... Iedereen kan zich in zijn leven een periode eenzaam voelen. Dat kan zijn omdat je gaat verhuizen of omdat je met pensioen gaat of wanneer er een dierbare overlijdt. Wanneer gevoelens van eenzaamheid lang aanhouden en iemand belemmeren in het dagelijks leven is het goed om er iets aan te doen. Zelfhulp is belangrijk bij eenzaamheid Bij eenzaamheid kan hulp uit de omgeving van vrijwilligers of professionals veel betekenen, maar het is vooral belangrijk dat de persoon die eenzaam is zelf die eenzaamheid probeert te doorbreken. Zonder eigen inzet en motivatie lukt het niet. Het herkennen van eenzaamheid is niet altijd even makkelijk... Vaak is eenzaamheid vermomd. Huilen om onduidelijke redenen, slapen in gezelschap, apathisch gedrag, mensen op afstand houden of juist claimen, overmatig alcoholgebruik, verhoogde spierspanning, gebrek aan eetlust en hoofdpijn kunnen allemaal symptomen zijn van eenzaamheid. Ze kunnen ook duiden op andere problemen, dus wanneer je dit signaleert geeft het aanleiding voor een gesprek om boven tafel te krijgen wat het probleem is. Als professionele hulpverlener mag je nooit je hulp opdringen... Het is belangrijk dat de hulpverlening aansluit op wat de eenzame zelf wil. Je kan als professional de eenzame persoon stimuleren activiteiten te ondernemen, maar ook het vergroten van het zelfvertrouwen of verminderen van angsten en het aanleren van sociale vaardigheden zin belangrijk.
Nieuwsbrief 94 Wmo-adviesraad Kaag en Braassem: de adviesraad voor het sociale domein Pagina 19
Een eerste stap tegen eenzaamheid... is nagaan of die persoon zich een gewenste situatie kan voorstellen, of hij de urgentie en moed voelt om stappen te zetten en of hij bereid is om hulp te vragen en accepteren? En dan.. kan die persoon beginnen met kleine acties. Een lijst maken van oude contacten om die te bellen of te mailen, oppervlakkige contacten verdiepen door hierin te investeren, hulp te vragen aan anderen en ook hulp aanbieden: klusjes doen, oppas aanbieden. Oefenen in het maken van praatjes, een lotgenotengroep vinden of vrijwilligerswerk gaan doen. Bron: Coalitie Erbij Alexandra Sweers Wmo-werkplaatsen brengen al 6 jaar nieuwe kennis in het sociale domein
Zorg+welzijn 24 september 2015
Sociale professional leert anders werken 22 sep 2015 De Wmo-werkplaatsen brengen al 6 jaar nieuwe kennis in het sociale domein naar de praktijk van het werkveld. Met succes, de 14 huidige Wmo-werkplaatsen gaan in 2016 door en worden uitgebreid naar jeugdzorg en participatie. Wat kan de professional ermee? Het werkveld, gemeenten en het onderwijs werken in de zogenoemde Wmo-werkplaatsen samen om het sociale domein te verbeteren. Door kennis te verzamelen, nieuwe methoden te ontwikkelen en nieuwe manieren van werken te introduceren in het beroepsonderwijs en in het veld. In 2009 begonnen Amsterdam, Utrecht, Nijmegen, Groningen, Eindhoven en Enschede met de eerste Wmowerkplaatsen. Inmiddels zijn er 14 werkplaatsen actief in 121 gemeenten, zijn er zo'n 280 organisaties betrokken en zijn er meer dan 80 concrete projecten die in de praktijk en in het onderwijs worden uitgewerkt. Innovatie Uit een onderzoek naar de Wmo-werkplaatsen afgelopen zomer bleek dat de werkwijze van de werkplaatsen in de regio goed werkte, aldus Paul Vlaar van Movisie, die het landelijke netwerk van werkplaatsen ondersteunt. De regionale verspreiding van werkplaatsen zorgt ervoor dat kennis en onderzoek dicht op de praktijk zitten. Verder werkt de formule van co-creatie heel goed, aldus Vlaar: 'Er zijn vijf thema's per werkplaats. Met docenten, studenten, professionals en cliëntorganisaties wordt een thema in beeld gebracht en uitgewerkt.' Sociale wijkteam Een voorbeeld: hoe zet je het sociale wijkteam het beste in? Hoe richt je een team in en wat betekent dat voor professionals en bewoners? Vlaar: 'Docenten, studenten, professionals, burgers en soms ook ambtenaren gaan met elkaar om tafel en reflecteren over wat goed gaat, wat beter kan en waar je echt iets van kunt leren. Hoe ga je om met elkaars kennis, met de burgers, hun netwerk en met cliënten? Aan de hand van casussen ga je gezamenlijk aan de slag: hoe pakken we dat aan? De uitkomsten worden beschreven en vastgelegd door de onderzoekers. En omgezet in een doorlopend leerproces.' Top 3 De ontwikkeling van kennis dichtbij de praktijk van het werkveld is een van de top 3 positieve punten die het evaluatieonderzoek afgelopen zomer liet zien. 'De samenwerking tussen onderwijs en werkveld was prima, de lector van de hogeschool fungeerde als degene die de partijen bij elkaar brengt op inhoudelijke vragen', zegt Paul Vlaar. 'En verder leidt de enthousiaste samenwerking tot concrete verbeteringen in werkwijzen en methodieken.' Hobbels Uiteraard zijn er hindernissen, geeft Vlaar aan. 'Professionals zijn onzeker of ze hun baan nog wel houden in deze tijden van bezuinigingen. Het is best lastig in zo'n situatie positief mee te werken. De andere kant is dat het mensen ook op scherp zet en motiveert om naar een andere manier van werken over te gaan.' Verder blijkt het voor professionals best lastig te zijn om de vraag van de burger centraal te stellen. Professionals zijn nu eenmaal opgeleid om problemen op te lossen. Nu ondersteun je mensen om hun eigen vragen zo goed mogelijk aan te pakken. Het sociaal werk heeft wat dat betreft een voorsprong, aldus Vlaar: 'Zij zijn vanouds al bezig te werken vanuit de empowerment gedachte.' Op resultaat sturen Tot slot is ook de sturing van de gemeente vaak nog lastig. Vlaar: 'De gemeente moet een weg zoeken om van een sturende gemeente te ontwikkelen naar een co-creërende gemeente. Dat is moeilijk, want Nieuwsbrief 94 Wmo-adviesraad Kaag en Braassem: de adviesraad voor het sociale domein Pagina 20
gemeenten willen het liefst op resultaat sturen. Zij moeten immers verantwoording afleggen aan de burgers over die resultaten.' Methodieken En wat heeft de professional uiteindelijk aan de wmo-werkplaats? 'Die krijgt een uitgewerkte methode om te leren anders te werken', zegt Paul Vlaar. 'Al die nieuwe kennis, opgedaan in de wmowerkplaatsen, komt bij de professional terecht via trainingen, begeleiding en vooral door actie-leren: dat houdt in een nieuwe aanpak kiezen, uitproberen en daarvan leren. Vervolgens is het dan aan de professional om op een andere manier te werken. Dat gebeurt al op grote schaal, is mijn ervaring.' Carolien Stam
Peuters laagste inkomensgroepen niet vaak naar de kinderopvang of peuterspeelzaal
Schulinck nieuwsbrief 24 september 2015
Laagste inkomens hebben weinig peuteropvang Ouders uit de laagste inkomensgroepen brengen hun peuter niet vaak naar de kinderopvang of naar de peuterspeelzaal. Bijna 40 procent houdt de kinderen tussen de twee en drie jaar thuis. Dat blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). In de hoogste inkomensgroep ligt het percentage veel lager. Daarvan bezoekt 8 procent van de kinderen geen peuterspeelzaal of kinderopvang. Extra geld voor opvang en peuterspeelzaal Het kabinet maakte onlangs bekend geld vrij te maken om kinderen op jonge leeftijd naar de opvang of peuterspeelzaal te brengen ongeacht of ouders werken. Het komende jaar wordt er 60 miljoen euro voor uitgetrokken. Sterke groei opvang bij gastouder Volgens het CBS gaan steeds meer kinderen naar een gastouder of een zzp'er. Deze vorm van kinderopvang door een persoon is sterk in opkomst. Op 1 juli telde Nederland ruim 7100 bedrijfjes. Dat zijn er zes keer zoveel als in 2007. Ruim driekwart van het totaal aantal kinderopvangbedrijven bestaat tegenwoordig uit een persoon. Opvang duurder De kosten van opvang zijn de afgelopen jaren fors gestegen. Hierdoor gingen ouders op zoek naar andere vormen van opvang waaronder gastouders. Bron: ANP Informatieavond over de noodopvang in Groningen trok een volle zaal
Binnenlands Bestuur 24 september 2015
‘Burgemeester, is er voor asielzoekers een avondklok?’ De informatieavond over de noodopvang in Groningen trok een volle zaal Esther Walstra 24 sep 2015 ‘Mijn dochter zit er vlakbij op school. Kunt u garanderen dat er geen ISstrijder tussen de vluchtelingen zit?’ ‘Wordt er voor de asielzoekers een avondklok ingesteld?’ ‘Krijgen die mensen ook een informatieavond over ons?’ Uiteenlopende vragen voor de Groningse burgemeester Peter den Oudsten. Hij vond tijdens de informatieavond over een noodopvang zo’n 600 betrokken burgers tegenover zich in het Martiniplaza-theater. Met hulp van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA), de wethouder Ruimtelijke Ordening en de politie trachtte hij zoveel mogelijk zorgen weg te halen over de komst van 550 vluchtelingen naar de stad. Kritisch is goed De burgemeester beantwoordt de vragen geduldig, zelfs wanneer zijn mening wordt gevraagd over het dragen van boerka’s. ‘Het is heel goed dat er kritische geluiden zijn,’ zegt burgemeester Den Oudsten na afloop, ‘die moet je ook zeker respecteren. Er zijn daardoor ook hele goede ideeën uit de zaal gekomen. De bezorgde vader van de scholiere wees ons erop dat we contact met de nabijgelegen school moeten zoeken. Ook de islamitische gemeenschap in Groningen wordt benaderd naar aanleiding van een vraag uit de zaal. En de suggestie om een 24-uurs noodnummer voor omwonenden in te stellen gaan we zeker onderzoeken.’ Nieuwsbrief 94 Wmo-adviesraad Kaag en Braassem: de adviesraad voor het sociale domein Pagina 21
Omgebouwd kantoorgebouw Binnen een week of twee arriveren er hoofdzakelijk Syrische gezinnen aan de Van Swietenlaan, pal achter het Martiniziekenhuis. Een leegstaand kantoorgebouw wordt momenteel geschikt gemaakt voor de tijdelijke bewoners. ‘Grote hallen met schotten zijn niet geschikt voor families met kinderen,’ legt unitmanager Henk Wolthof van het COA uit. ‘Daarom waren we heel blij met dit aanbod. Er zijn veel afgebakende ruimtes waar voldoende privacy is voor gezinnen met kinderen.’ Incidenten Het scheelt dat er voornamelijk families in deze opvanglocatie komen, een groep van honderden alleenstaande jonge mannen had op meer weerstand gestuit. Toch blijven er onder een aantal omwonenden genoeg zorgen over. ‘Het is ’s avonds erg donker rondom het gebouw,’ maakt een bewoonster duidelijk, ‘ook voor die mensen zelf,’ voegt ze er snel aan toe. Een andere omwonende: ‘Wat als er overlast is? Of incidenten? Met zoveel mensen die niets te doen hebben is de kans daarop misschien wel groter.’ De politiechef legt uit dat 112 tegenwoordig niet alleen bij levensbedreigende situaties gebeld mag worden. Dringend is voldoende. Ook als het vragenuurtje voorbij is zijn nog niet alle bewoners er gerust op. Zelfs na een persoonlijk gesprekje met de burgemeester blijft een bewoner vol zorgen. ‘Mail me als je nog vragen hebt,’ drukt Den Oudsten hem op het hart. Schouders eronder Naarmate de informatieavond vordert wordt duidelijk dat er behalve bezorgdheid ook een behoorlijke mate van gastvrijheid bij de bezoekers aanwezig is. ‘Onze witte school kan wel een kleurtje gebruiken,’ roept een moeder in de microfoon. Een jonge vrouw: ‘Er is maar één manier om erachter te komen hoe dit uitpakt. Laten we er met z'n allen de schouders onder zetten.’ Denktank van burgers Later blijkt dat 200 van de 600 Groningse bezoekers zich als vrijwilliger bij Vluchtelingenwerk of het Rode Kruis hebben aangemeld. Vanuit de bevolking is er inmiddels ook een initiatief gelanceerd om na te denken over de langere termijn. Uit een denktank met honderd Groningers moeten tien uitvoerbare ideeën komen waardoor de vluchtelingen zich welkom voelen en een nieuwe start kunnen maken. Tevreden Aan het einde van de avond vraagt een meisje in de basisschoolleeftijd om de microfoon. ‘Mogen kinderen ook vrijwilliger worden?’ Een daverend slotapplaus klinkt in de theaterzaal. De burgemeester kan voorlopig tevreden zijn.
Eigen bijdrage
Google melding Wmo: Zorgvisie 25 september 2015
VWS: ‘Geef cliënt inzicht in kostprijs Wmo’ Gemeenten mogen van cliënten een eigen bijdrage vragen voor de Wmo. Onlangs bleek dat die nogal fors uitpakken, met name voor specialistische begeleiding. In één geval bleek de eigen bijdrage zelfs hoger dan de kostprijs, terwijl dat verboden is. Van Rijn roept in de Kwartaalbrief uitvoering Jeugdwet en Wmo 2015 gemeenten met klem op ervoor te zorg dat het CAK, dat de eigen bijdrage berekent, over bedragen beschikt die niet hoger zijn dan de kostprijs. Ook roept Van Rijn gemeenten op om de kostprijzen kenbaar te maken voor cliënten, zodat zij zelf eenvoudig kunnen nagaan of niet te veel eigen bijdrage wordt gevraagd. Interview CAK over eigen bijdrage Wmo Het CAK moet de eigen bijdrage nog vragen aan duizenden mensen voor zorg en ondersteuning die al sinds 1 januari wordt gegeven. Dat dit nu pas gaat gebeuren komt doordat het CAK niet op tijd de benodigde gegevens heeft ontvangen van gemeenten. Binnenkort verschijnt in Zorgvisie een interview met CAK-directeuren over deze problematiek. Van Rijn geeft tussenstand uitvoering Wmo 2015 Verder geeft de brief een beeld hoe ver gemeenten zijn met de uitvoering van de Wmo 2015 en de Jeugdwet. Aandachtspunten zijn onder meer cliëntondersteuning, hulp voor mantelzorgers, de herindicaties voor de persoonsgebonden budgetten, terugdringing van administratieve lasten,
Nieuwsbrief 94 Wmo-adviesraad Kaag en Braassem: de adviesraad voor het sociale domein Pagina 22
beschermd wonen (cliënten met een ggz-c-indicatie) en de rechterlijke uitspraken over de huishoudelijke hulp. Bart Kiers Redacteur cure Noodopvang realiseren, maar wat daarna?
Binnenlands Bestuur 25 september 2015
Gemeenten jaren zoet met nieuwe generatie vluchtelingen Esther Walstra 25 sep 2015 De VNG waarschuwt gemeenten nu al goed na te denken over de volgende grote stap in de vluchtelingenkwestie. Noodopvang realiseren is een megaklus, maar het is nog niets vergeleken bij wat de gemeenten de komende jaren te wachten staat. Het volgende traject, de integratie, moet namelijk uit de eigen vaak schamele gemeentekas moet komen. Boedapest ver weg Het is inmiddels een vertrouwd tafereel op het hoofdstedelijke Centraal Station. Een jonge mannelijke asielzoeker met Afrikaans uiterlijk, backpack op de rug, tentje in de hand, belt aan bij het kantoor van de spoorwegpolitie. De deur in blijft eerste instantie dicht. Cao-acties blijken daar de reden voor. Maar wanneer de opgetogen jongen “refugee” in de intercom roept gaat de deur van het slot. Hij wordt binnengelaten, tekent een formulier en ontvangt een dagkaartje voor de trein. Een enkeltje aanmeldcentrum in Ter Apel. Het is rustig op perron 1. Toeval, want tegenwoordig staat er veel vaker een rij vluchtelingen te wachten op een ticket voor het laatste parcours van hun reis. Een hulpvaardige agent heeft tijd om de Afrikaan via de roltrap naar de drukke stationshal te begeleiden. Hij wijst hem het juiste perron: 10A richting Zwolle en daar overstappen naar Emmen. Vervolgens de bus naar Ter Apel en daar overstappen op de speciale pendelbus naar het aanmeldcentrum. Het station van Boedapest is wel erg ver weg, letterlijk en figuurlijk. De NS heeft zelfs de toiletjuffrouwen van Amsterdam CS op stand-by gezet voor het geval er buiten openingstijden vluchtelingen stranden. In het holst van de nacht zijn de openbare toiletten binnen 30 minuten operationeel, als het moet. Integratiebeleid afstoffen Maar met een voortreffelijke logistiek en gastvrije opvang ben je er nog lang niet. Sterker nog, dit is slechts het begin van een lange en vooral dure weg. Er landt op dit moment een hele nieuwe generatie vluchtelingen in de Nederlandse gemeenten. De tijd lijkt gekomen om het aloude integratie- en inburgeringsbeleid weer af te stoffen. Groot verschil met vroeger: daar zijn dit keer geen potjes voor. ‘Gemeenten zijn in een heel lastig pakket gekomen,’ bevestigt integratiedeskundige Peter Scholten. Hij is directeur van IMISCOE, een internationaal netwerk van instituten op het gebied van migratie en integratie. ‘Aangezien we de illusie kunnen laten varen dat deze vluchtelingen ooit weer terugkeren moet deze nieuwe generatie gaan integreren in onze samenleving. Vroeger kon de burgemeester dan teruggrijpen op geld, onderwijs, instituties, kennis en huisvesting. Dat kan nu dus niet,’ waarschuwt Scholten, ‘Gemeenten staan echt voor een hele ingewikkelde, zo niet onmogelijke opgave.’ Hij adviseert gemeenten dan ook de lobby richting Den Haag flink op te voeren. ‘Er komt nu iets af op de gemeenten waar ze totaal niet op voorbereid zijn. Integratie staat niet meer op de radar van Den Haag, dat heeft ook met het politieke klimaat te maken.’ Nieuwe start Vluchtelingenwerk Nederland drukt gemeenten op het hart om van het algemene beleid af te stappen en weer doelgroepenbeleid in te voeren. ‘De vluchtelingen zijn in het begin op een bijstandsuitkering aangewezen,’ vertelt Erna Lensink van Vluchtelingenwerk, ‘maar die is vooral bedoeld als vangnet. Voor vluchtelingen is zo’n uitkering helemaal geen vangnet, maar juist een nieuwe start. Dat vraagt een hele andere benadering. De Work First-aanpak of een verplichte tegenprestatie terwijl ze de taal nog niet kennen heeft bijvoorbeeld helemaal geen zin.’ Verder adviseert Vluchtelingenwerk de gemeenten om vooral met de mensen om wie het draait in contact te komen. ‘Praat niet alleen óver ze, maar ook mét ze. Vraag wat ze nodig hebben, wat ze willen, dat werkt het beste.’ Communicatie Volgens Lensink rust er nóg een essentiële verantwoordelijkheid op de schouders van de gemeente, namelijk de communicatie naar de buitenwereld. ‘Gemeenten moeten zich echt inzetten voor het behoud van draagvlak,’ pleit ze. ‘Er zijn gelukkig veel hartverwarmende reacties op de komst van de asielzoekers. Maar er zijn uiteraard ook negatieve geluiden. Dat de vluchtelingen alle huizen innemen Nieuwsbrief 94 Wmo-adviesraad Kaag en Braassem: de adviesraad voor het sociale domein Pagina 23
bijvoorbeeld. Gemeenten moeten dan duidelijk maken dat de woonhuisvesting al een probleem was voordat de vluchtelingen er waren, dat het niet aan hen ligt.’ Kinderen moeten naar school De VNG is ondertussen druk bezig met anticiperen op een toekomst van gemeenten die vele duizenden extra vluchtelingen telt. Er worden momenteel gesprekken gevoerd met verschillende ministeries. ‘Met Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de integratie,’ legt een woordvoerder uit, ‘en met OCW over onderwijs. Dat is namelijk een van de eerste zaken waar de gemeente mee te maken krijgt. De kinderen moeten zo snel mogelijk naar school.’ Daar gaat de sectororganisatie primair onderwijs over (PO-Raad). Die is inmiddels ook in actie gekomen. ‘Scholen kunnen de opvang nu nog maar nauwelijks aan,’ meldt de PO-Raad. ‘Teveel basisscholen zijn niet zijn voorbereid op een dergelijke grote instroom van asielkinderen. Zo dreigt onder meer een tekort aan schoollocaties, gespecialiseerde NT2-leerkrachten en lespakketten.’ De eerste stap in de Nederlandse samenleving wordt namelijk de kinderen van de vluchtelingen gezet; zodra een kind een status krijgt moet die binnen drie dagen onderwijs krijgen volgens het Kinderrechtenverdrag. En dat is in Nederland momenteel dus een acuut probleem. Is het helpen van een vluchteling onbetaalbaar?
Linked in Awbz-Wmo 25 september 2015
Bijstandsgerechtigden niet geschikt als gastheer vluchteling? 23-09-2015 mr. Evelien Meester Het kan niemand ontgaan zijn, de stroom vluchtelingen die Europa in wil. Om die stroom in goede banen te leiden verzoekt het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) gemeenten dringend om statushouders opvang te bieden. Voor een deel zal dat gebeuren in leegstaande gebouwen, voor een deel ook bij mensen thuis. Bijvoorbeeld bij familieleden die al in Nederland wonen. De Participatiewet maakt het voor mensen in de bijstand echter vrijwel onmogelijk om mensen thuis op te vangen. Kunnen rijke gemeenten makkelijker helpen dan arme gemeenten? De rijkere gemeenten blijken minder vluchtelingen op te nemen dan de armere gemeenten, zo bericht de NOS. In de 25% armste gemeenten zijn over de afgelopen tien jaar circa drie keer zoveel vluchtelingen opgevangen als in de 25% rijkste gemeentes. Dat heeft deels te maken met de ruimte die de minder rijke gemeente heeft om mensen op te vangen. Denk aan leegstaande kantoorpanden die met een beroep op de Leegstandwet relatief eenvoudig kunnen worden ingezet als tijdelijke woonruimte, zonder dat ze aan allerlei vereisten uit het Bouwbesluit hoeven te voldoen. Maar hier speelt nog iets anders, namelijk het draagvlak. In hoeverre staan de inwoners open voor vluchtelingen? Daar speelt voor een deel het kostenaspect mee. En hoe zit dat met rijke en arme mensen? Waar bij gemeenten de armere kennelijk beter in staat zijn om vluchtelingen op te vangen, zit dat bij individuele burgers precies andersom. Een deel van de vluchtelingen heeft familie in Nederland wonen. Via gemeenten krijgen wij regelmatig vragen hoe dat nu zit als mensen een familielid willen opvangen in hun eigen woning. Is het helpen van een vluchteling onbetaalbaar? Dat hangt er helemaal vanaf hoe hoog je inkomen is. Zit je boven de bijstandsnorm? Dan is het niet duur. Het COA (Centraal Orgaan opvang asielzoekers) biedt burgers de mogelijkheid om statushouders in huis te nemen met een Gemeentelijk Zelf Zorg Arrangement. Het gaat hier om tijdelijke opvang bijvoorbeeld bij burgers in huis. De statushouder krijgt dan een uitkering van het COA. Dat kost de gastheer weinig tot niets. Wat als de ‘gastheer’ bijstand ontvangt? Dat wordt een heel ander verhaal! Woonde de gastheer alleen? Dan kreeg hij 70% van de gehuwdennorm aan bijstand. Komt er een vluchteling bij wonen, dan valt hij onder de kostendelersnorm, berekend naar een huishouden van twee personen. Zijn uitkering daalt naar € 50% van de gehuwdennorm. Dat scheelt zo’n € 275,- per maand! Een behoorlijk bedrag als je van een minimumuitkering moet rondkomen. Het is maar de vraag in hoeverre de vluchteling dit vanuit het Zelf Zorg Arrangement kan compenseren. Komen er twee volwassenen bij, dan daalt de uitkering naar 43,3%. Dit is alleen anders als de gastheer kan aantonen dat er sprake is van commerciële huur. Maar dat is vaak moeilijk te realiseren, Nieuwsbrief 94 Wmo-adviesraad Kaag en Braassem: de adviesraad voor het sociale domein Pagina 24
omdat de bedragen die als ‘commercieel’ worden aangemerkt vaak veel te hoog zijn voor het budget van de statushouder. Neveneffect kostendelersnorm Het is dus voor in Nederland wonende familieleden onbetaalbaar om familieleden op te vangen als ze hier als statushouder verblijven. Tenminste, als ze in de bijstand zitten. Hebben ze een baan en hoeven ze geen beroep te doen op bijzondere bijstand (daar geldt de kostendelersnorm ook voor), dan is er niets aan de hand. Is dit omdat een bijstandsgerechtigde niet geschikt is als gastheer? Welnee, het is een (onbedoeld?) neveneffect van de kostendelersnorm. En dat geldt niet alleen voor vluchtelingen, ook dakloze of zorgbehoeftige familieleden opnemen wordt moeilijk als ze (tijdelijk) niet zelfstandig kunnen wonen . Het zorgen voor elkaar is dus wettelijk vooral weggelegd voor de rijkeren onder ons. Zonde, want de bereidheid is bij de mensen in de bijstand wel heel groot! Verlies van verzorgingshuizen – en hun sociale functies in wijken – opvangen
Zorgvisie 28 september 2015
Niet gewenst, wel gelukkig 25 sep 2015 Matthijs Kloek Met de afschaffing van de lichte verblijfszorg staat het fysieke voortbestaan van veel verzorgingshuizen op de tocht. Het boeiende aan de afbouw van de lichte zzp's is in mijn ogen dat deze samengaat met de overtuiging dat mensen zo lang mogelijk thuis willen blijven wonen. Het stopzetten van de geldstroom door de overheid gaat gelijk op met de overtuiging dat de behoefte waarin de geldstroom voorzag, is opgedroogd of spoedig zal opdrogen. 'Toekomstige generaties willen niet meer in een verzorgingshuis wonen' is een vaak gehoorde opvatting die even lastig te bewijzen als te weerleggen is. Eerlijk gezegd vraag ik me af of vorige en huidige generaties ouderen wel zo graag in een verzorgingshuis wilden wonen. Ik waag het te betwijfelen. In die zin verschilt de huidige generatie niet zoveel van de toekomstige: geen van beide hadden/hebben zin om af te takelen en hulpbehoevend te worden. Gangbare normen Het verzorgingshuis dat ik destijds onder mijn hoede had, voldeed niet aan de opvattingen die op dat moment gangbaar waren. Die opvattingen luidden onder meer dat mensen op zichzelf wensen te wonen en ten minste 60 vierkante meter vloeroppervlak in een verzorgingshuis willen hebben. Aan deze eisen zijn twee zaken opmerkelijk: ze gaan van een ongedifferentieerde populatie uit en ze gaan ervan uit dat de komende generatie ouderen in de omstandigheid zal zijn om hun wensen (voldoende middelen, een goede gezondheid en een solide sociaal netwerk) te kunnen realiseren. Niet blij Een van de toenmalige bewoners was een weduwe van dik in de 90. In gesprek met haar vroeg ik of ze blij was dat ze bij ons woonde. 'Natuurlijk niet', zei ze, enigszins tot mijn verontrusting. 'Maar ik heb ook nooit gewild dat ik weduwe zou worden en van de trap zou vallen waardoor ik mijn heup brak. Bovendien had ik ook wel gewild dat mijn dochter wat dichterbij was blijven wonen en dat ik een betere verstandhouding met mijn buren had.' Ze keek me lachend aan – haar opsomming had niks van een klaagzang: 'En gegeven dat dit allemaal wel is gebeurd, ben ik ontzettend blij dat ik hier woon!' Zwak sociaal netwerk Deze weduwe is voor mij exemplarisch voor een deel van de toekomstige generatie ouderen die nog veel gelijkenis zal vertonen met de huidige bewoners van een verzorgingshuis: een laag inkomen, alleenstaand en een zwak sociaal netwerk. Had ze dan niet langer thuis willen blijven wonen? Nee, want de muren kwamen op haar af, ze sprak nooit iemand en ze zat de hele dag te wachten tot er iemand van de thuiszorg langskwam. Bij ons was ze niet eenzaam. Elke ochtend en middag brachten vrijwilligers haar naar de gemeenschappelijke ruimte voor een kopje koffie of thee of een glaasje citroenjenever. Er werd eindeloos gekeuveld over onderwerpen die de volgende dag moeiteloos herhaald werden. Was haar kamer van 45 vierkante meter te klein? Ik betwijfel het: uit bed komen was voor deze bewoonster al stevige ochtendgymnastiek waarvan ze geruime tijd bij moest komen. Haar actieradius was zeer beperkt en met een kleine kamer had ze haar spullen onder handbereik. En er zat
Nieuwsbrief 94 Wmo-adviesraad Kaag en Braassem: de adviesraad voor het sociale domein Pagina 25
nog een ander voordeel aan: door de aard van de behuizing was het verzorgingshuis compact gebouwd: het was daarmee overzichtelijk en – positief geformuleerd – zelfs genoeglijk. Zoeken naar alternatieven Betekent dit dat mijns inziens alle verzorgingshuizen open gehouden moeten worden? Zeker niet. Maar wel dat betrokken partijen in gezamenlijkheid moeten zoeken alternatieven. Zorginstellingen voelen de financiële duimschroeven en laten boekhoudkundige aspecten zwaar wegen bij het bepalen van hun beleid. Hierdoor kunnen opeens 'gaten' in wijken ontstaan; er zijn geen voorzieningen meer voor ouderen. Banken en woningcorporaties tellen hun knopen en doen het liefst zaken met zorginstellingen die langjarige contracten met zorgkantoren/verzekeraars of gemeenten kunnen laten zien. Deze contracten bestaan (nog) niet of zeer beperkt. Regie door gemeente Zonder regie kunnen tal van voorzieningen onbedoeld uit wijken verdwijnen. Gemeenten zouden uitstekend de regierol kunnen nemen. Als zorginstellingen, gemeentes, corporaties – en vergeet vooral de private financiers niet – een vruchtbare dialoog weten te voeren waarbij vastgoed, financiering, zorg- en welzijnsconcepten zorgvuldig in balans worden gebracht, is het mogelijk het verlies van de verzorgingshuizen – en hun sociale functies in wijken – op te vangen. Dan voorkomt men dat de ouderenzorg met het badwater wordt weggegooid. Matthijs Kloek is senior manager bij Deloitte Consulting en werkte hiervoor een aantal jaren als leidinggevende in de ouderenzorg.
Nieuwsbrief 94 Wmo-adviesraad Kaag en Braassem: de adviesraad voor het sociale domein Pagina 26