HANDLEIDING PROFIELWERKSTUK HAVO/VWO
2014-2015 1
1
OPMERKINGEN VOORAF
Het profielwerkstuk is een bijzonder onderdeel van je examen. Samen met een medeleerling voer je een uitvoerig onderzoek uit voor een examenvak en na enkele maanden presenteren jullie je conclusies. Dit hele proces doe je zo zelfstandig mogelijk. Op deze manier kun je laten zien, dat je in staat bent zelfstandig een onderzoek te verrichten, bronnen te raadplegen, experimenten te doen, op genuanceerde wijze je conclusies te presenteren. Daarnaast moet je je organisatorische vaardigheden inzetten, samenwerken en tegenslagen kunnen overwinnen. Het zijn belangrijke vaardigheden die je nodig hebt bij je vervolgstudie. Hier kun je dus laten zien, dat je klaar bent voor een volgende stap in je lerende leven. Het profielwerkstuk moet in conceptvorm klaar zijn voor de kerstvakantie. Dat betekent dat jullie direct aan de slag moeten. In deze handleiding vind je alle informatie die je nodig hebt: Waar moet een onderzoek aan voldoen? Welke onderzoeksfases zijn er en wanneer moet wat af zijn? Zo snel mogelijk na de vakantie en uiterlijk 1 september moet je het keuzeformulier met de naam van je partner, het gekozen vak en de docent die jullie begeleidt bij je mentor inleveren. Je maakt zo snel mogelijk een afspraak met de docent om te bespreken aan welke criteria het onderzoek moet voldoen, hoe jullie je voortgang aan de docent laten zien, wanneer jullie afspreken en op welke manier jullie communiceren.
Voor het profielwerkstuk krijgt elk koppel leerlingen een map met daarin een voorbeeld van een logboek en 5 typen beoordelingsformulieren. In deze map bewaar je: Het logboek Het plan van aanpak en alle daarop gemaakte wijzigingen De beoordelingsformulieren en alle naar aanleiding daarvan gemaakte opmerkingen en afspraken. Alle aantekeningen, schetsen, kladmateriaal en tussentijdse resultaten die voor het verloop van het onderzoek van belang zijn. Deze map zal in het vervolg het bronnenboek worden genoemd.
2
Terugkoppel– en beoordelingsmomenten Er zijn enkele formele terugkoppel- en tussentijdse beoordelingsmomenten: Na de oriëntatiefase (deze eindigt uiterlijk donderdag 18 september voor vwo en vrijdag 19 september voor havo) Na de onderzoeksfase (deze eindigt uiterlijk maandag 21 november) Op 12 januari geeft de docent feedback op het conceptverslag dat uiterlijk 18 dec is ingeleverd (terugkoppeling). Na de eindpresentatie (uiterlijk donderdag 29 januari) Om het proces goed te kunnen blijven volgen, is vlak voor de herfstvakantie (vrijdag 17 oktober) een moment opgenomen om de tussenstand te bespreken. Jullie kunnen dan met de opmerkingen van de docent het onderzoekstraject verbeteren. Op de bijgaande beoordelingsformulieren wordt voor elk van deze beoordelingsmomenten aangegeven op welke specifieke aspecten de beoordeling zal plaatsvinden. Indien aan de beoordeling van zo’n afzonderlijk aspect een go/no-go beslissing is gekoppeld, is dat op het formulier aangegeven.
Profielwerkstuk(mid)dag(en) Er zijn enkele momenten ingeroosterd waarop jullie een middag of een dag met elkaar aan het profielwerkstuk kunnen werken. De reguliere lessen komen dan te vervallen: donderdag 18 sept v.a. het 7e uur profielwerkstukmiddag vwo vrijdag 19 sept v.a. het 7e uur profielwerkstukmiddag havo Op deze middag moet het plan van aanpak afgerond zijn en besproken zijn met de docent. Het plan van aanpak bestaat uit de volgende onderdelen: onderzoeksplan
tijdplan
taakverdeling
presentatieplan
maandag 24 november: 8.30 – 16.00 uur profielwerkstukdag havo dinsdag 25 november: 8.30 – 16.0 uur profielwerkstukdag vwo Deze dag wordt uitgeroosterd en de mediatheek wordt gereserveerd voor het uitwerken van de onderzoekresultaten. Jullie moeten alle informatie verzameld en geordend hebben, zodat de schrijffase kan beginnen. Deze dag moet je goed voorbereiden en doornemen met je begeleidend docent om zo optimaal mogelijk gebruik te maken van de gegeven tijd.
donderdag 29 januari:
v.a. het 7e uur eindpresentatie
profielwerkstukmiddag met
Alle examenkandidaten worden vanaf het 7e uur uitgeroosterd om de presentatie van het profielwerkstuk voor te bereiden. Rond 15.30 uur start de centrale aftrap van de presentaties in de aula. De presentatiemiddag duurt tot ongeveer 17.30 uur.
3
Tijdschema profielwerkstuk 2014-2015 Oriëntatiefase maandag 1 sept
uiterste datum inleveren keuzeformulier bij mentor
Onderzoeksfase donderdag 18 sept vrijdag 19 sept
v.a. het 7e uur v.a. het 7e uur
profielwerkstukmiddag vwo profielwerkstukmiddag havo
vrijdag 17 okt
tussenstand profielwerkstuk inleveren onderzoeksresultaten + logboek tot dan toe docenten geven terugkoppeling
vrijdag 21 nov
einde onderzoeksfase en inleverdatum formulier eindpresentatie Docenten wordt gevraagd een voortgangsformulier in te vullen en te retourneren aan de leerling en mentor.
Schrijf- en ontwerpfase donderdag 18 dec deadline inleveren concept profielwerkstuk maandag 12 jan terugkoppeling van docent op concept profielwerkstuk Aan de hand van de terugkoppeling kunnen de leerlingen verbeteringen aanbrengen. donderdag 29 jan v.a. 7e uur profielwerkstukmiddag met eindpresentatie Beoordelingsfase maandag 2 febr
definitieve beoordeling profielwerkstuk deadline cijferinvoer profielwerkstuk
4
2
DE AFSPRAKEN UIT HET EXAMENREGLEMENT(zie studiegids)
Artikel 8: Profielwerkstuk 1. Kandidaten maken een profielwerkstuk dat betrekking heeft op minimaal één van de gekozen examenvakken. 2. De uitvoering van het profielwerkstuk gebeurt in tweetallen. Alleen de rector kan uitzonderingen op deze regel toestaan. Prestaties worden, ook bij werk in tweetallen, individueel beoordeeld. 3. De keuze voor het vak waarvoor kandidaten hun profielwerkstuk maken is in principe vrij, maar wordt beperkt door de beschikbaarheid van docenten om die werkstukken te begeleiden. Indien nodig wijst de coördinator van de afdeling in overleg met de betrokken docenten de gedane aanvragen toe. 4. De keuze van een onderwerp voor het profielwerkstuk is vrij. Uitbreiding van eerder gemaakte praktische opdrachten is toegestaan. 5. Er worden vier soorten profielwerkstukken onderscheiden: natuurwetenschappelijk onderzoek; sociaal-wetenschappelijk onderzoek; literatuuronderzoek; technisch ontwerp en/of creatief ontwerp. 6. Er worden drie presentatievormen onderscheiden: schriftelijke presentatievormen, zoals een onderzoeksverslag, een essay, een artikel, een recensie, een interview etc.; mondelinge presentatievormen, zoals een referaat, een spreekbeurt, een forumdiscussie, een posterpresentatie etc.; overige presentatievormen, zoals een video-opname, een (computer)demonstratie, een uitvoering, een presentatie van een maquette etc. 7. Voorafgaand aan de start van het onderzoek maken kandidaten een plan van aanpak, waarin zijn opgenomen: een onderzoeksplan, waarin wordt aangegeven wat onderzocht gaat worden en hoe dat zal gebeuren; een tijdplan, waarin een schatting wordt gemaakt van de benodigde tijdsinvestering en waarin de verschillende controlemomenten worden vastgelegd; een presentatieplan; waarin duidelijke afspraken gemaakt worden over de vorm van de presentatie. 8. Zowel het product als het proces worden beoordeeld, maar de nadruk ligt op de beoordeling van het proces. Bij alle beoordelingen dient vooraf voor alle betrokkenen duidelijk te zijn wat er precies beoordeeld wordt, aan de hand van vooraf vastgelegde beoordelingsmodellen. 9. Naast incidentele voortgangsgesprekken, vinden er op drie momenten in het proces beoordelingsgesprekken plaats, waarin een formeel oordeel wordt uitgesproken: aan het einde van de oriëntatie- en keuzefase; aan het begin van de schrijf- of ontwerpfase; na de presentatie. 10. Onvoldoende beoordelingen in de eerste twee gesprekken kunnen leiden tot een zogenaamde no-go-beslissing die aangeeft dat het niet verantwoord is met het onderzoek in deze vorm verder te gaan. Aanpassing van het onderzoeksplan is dan noodzakelijk.
5
11.
Overschrijdingen van de in het tijdplan vastgelegde deadlines worden door de begeleider(s) van het profielwerkstuk gemeld aan de coördinator van de afdeling, die daarna met de betrokken kandidaten afspraken maakt om hun werk op zo kort mogelijke termijn alsnog in orde te brengen. Deze afspraken worden gemeld aan de ouders/verzorgers van de betrokken kandidaten.
Artikel 11 Uitslag examen Bij de uitslagbepaling wordt op de havo het gemiddelde van de eindcijfers van maatschappijleer en het profielwerkstuk aangemerkt als het eindcijfer van één vak: het combinatiecijfer. Op het vwo wordt het gemiddelde van de eindcijfers van maatschappijleer, anw, kcv en het profielwerkstuk aangemerkt als het eindcijfer van één cijfer: het combinatiecijfer. Dit gemiddelde wordt op de in het examenreglement gebruikelijke manier bepaald. Opmerking Het profielwerkstuk wordt beoordeeld met een geheel cijfer uit de reeks 1 tot en met 10.
3
DE KEUZE VAN EEN PARTNER, EEN VAK EN EEN ONDERWERP a.
Aangezien het profielwerkstuk in tweetallen gemaakt moet worden, ligt het voor de hand om te beginnen met het kiezen van een partner. Je kunt eerst een partner zoeken en dan samen met hem of haar besluiten welk vak je kiest, maar je kunt ook eerst een vak kiezen en daarna een partner zoeken die hetzelfde vak wil gaan doen. Het allereerste wat echter moet gebeuren, is de keuze van een partner en van het vak waarvoor je je profielwerkstuk wil maken. Het is daarom verstandig om de KWT-lessen die voorafgaan aan die eerste profieldag te besteden aan overleg met medeleerlingen en docenten.
b.
De keuze van het vak waarvoor je je profielwerkstuk wilt maken is in principe vrij, maar wordt beperkt door de beschikbaarheid van docenten om dat werkstuk te begeleiden. Als regel zal elke docent die een profielvak geeft niet meer dan 4 profielwerkstukken begeleiden. Dat betekent dat je als volgt te werk moet gaan : Eerst bij de docent die het vak van je keuze geeft een claim op een begeleidingsplaats vastleggen. Dat doe je door de docent een paraaf te laten zetten op het keuzeformulier. Als dat niet mogelijk blijkt te zijn, terugvallen op een reservekeuze Als dat dan ook niet lukt, contact met de coördinator opnemen. Ga in ieder geval nog niet verder met de voorbereidingen zolang nog niet zeker is dat je ook echt bij het vak van je keuze kan worden ingedeeld.
c.
Wat de keuze voor een onderwerp betreft, is het verstandig om eerst te kijken naar de mogelijkheid om een praktische opdracht uit het vorige schooljaar om te werken tot profielwerkstuk. Als je liever een ander onderwerp wilt nemen, overleg dan eerst met je partner.
6
-
-
4
Noem allebei een aantal mogelijke onderwerpen en schrijf die op een lijstje. Maak daarna samen een keuze daaruit. Formuleer daarna zo nauwkeurig mogelijk wat je precies wilt gaan uitzoeken. Dat betekent dat je in ieder geval aangeeft wat je hoofdvraag zal zijn. Overleg met je begeleider of ook die het eens is met je plan.
ONDERWERP AFBAKENEN EN ONDERZOEKSVRAGEN FORMULEREN Een goed geformuleerde onderzoeksvraag is een noodzakelijke voorwaarde om een werkstuk te kunnen maken. In de loop van je onderzoek zul je ongelofelijk veel informatie tegenkomen, waarbij je voortdurend keuzes zult moeten maken wat je er wél van kunt gebruiken en wat niet en de enige maatstaf om die keuzes te maken, is je onderzoeksvraag en daarvan afgeleide deelvragen. Bovendien kun je aan de hand van een duidelijke onderzoeksvraag beter conclusies formuleren. Hoe belangrijk een onderzoeksvraag ook is, het blijft een hulpmiddel. Als je eenmaal bezig bent, kan het voorkomen dat je merkt dat je onderzoeksvraag (of een deelvraag daarbij) toch niet helemaal voldoet. Het is dan vaak verstandig om ze, in overleg met je begeleider, bij te stellen. Globaal kunnen er verschillende soorten onderzoeksvragen worden aangegeven : a.
b. c. d. e. f.
Beschrijvende of beeldvormende onderzoeksvragen : Op basis van onderzoek beschrijf je een situatie of persoon. Dat lijkt het meest gemakkelijk, maar juist hier ligt het gevaar op de loer dat je niet goed kunt bepalen welke informatie nodig is voor je betoog en welke niet. Zorg daarom zeker bij dit soort onderzoeken voor zeer concrete deelvragen. Vergelijkende onderzoeksvragen : Je probeert dan overeenkomsten en/of verschillen aan te geven. Verklarende onderzoeksvragen : Je zoekt dan antwoord op de vraag “hoe komt het dat … ?” Waardebepalende of evaluatieve onderzoeksvragen : Je geeft dan een oordeel over het verloop van een onderzoek en verbindt daar aan het einde een conclusie aan. Voorspellende onderzoeksvragen : Je stelt een hypothese op die aangeeft hoe een bepaald onderzoek volgens jou zal verlopen en gaat dan na of dat ook inderdaad zo is. Probleemoplossende onderzoeksvragen : Je probeert op basis van onderzoek een concreet probleem op te lossen.
Dit is uiteraard slechts een zeer algemene opsomming. Zeker wanneer je een afwijkende vorm van presentatie kiest (bij voorbeeld een ontwerp of een audiovisuele presentatie), zul je ook afwijkende doelstellingen voor je onderzoek kunnen opstellen. Overleg hierover met je begeleider.
7
5
HET OPSTELLEN VAN EEN PLAN VAN AANPAK De eerste formele beoordeling gebeurt op basis van het zogenaamde plan van aanpak. Dit plan van aanpak bestaat uit : a.
b
c d
Het onderzoeksplan, waarin je moet opnemen : De hoofdvraag Een aantal deelvragen Eén of meer hypothesen (welke uitkomsten verwacht je dat het onderzoek gaat opleveren) De voorgenomen werkwijze en middelen (hoe ga je het onderzoek uitvoeren en wat heb je daarvoor nodig) De informatiebronnen (welke boeken, artikelen etc. ga je raadplegen om voldoende informatie over het onderwerp te verzamelen) Het presentatieplan, waarin je vastlegt op welke wijze je de resultaten van het onderzoek gaat presenteren. Dit is vooral van belang, omdat de presentatie vaak al bepalend is voor het soort informatie dat verzameld gaat worden. Vooraf dien duidelijke afspraken gemaakt te worden over de vorm van de presentatie. Bij schriftelijke presentaties geldt daarbij als norm dat deze 10 à 15 pagina's getypte tekst dient te omvatten. Bij mondelinge presentaties is het van belang om naast de vorm ook de tijdsduur vast te leggen en eventueel de doelgroep aan wie de resultaten gepresenteerd worden. De taakverdeling tussen degenen die het profielwerkstuk maken Het tijdplan, waarin je moet opnemen : Hoeveel tijd er aan de verschillende activiteiten besteed zal worden Wanneer dat zal gaan gebeuren. Om dit zo secuur mogelijk te doen, is het wellicht handig een tijdbalk te maken Wie die activiteit gaat uitvoeren Let bij het maken van een tijdplan op de vastgelegde beoordelingsmomenten.
Het opstellen van het plan van aanpak is van het allergrootste belang voor de rest van het onderzoek, vooral omdat hierin ook vóór alles tot uiting moet komen dat het plan ook echt realistisch is, dat wil zeggen : uitvoerbaar is binnen de gegeven tijd.
6
WAT GAAT ER GEBEUREN OP DE EERSTE PROFIELWERKSTUKDAG ? a. b.
Leerlingen die al een onderwerp en een begeleider gevonden hebben, maken met die begeleider afspraken over de werkzaamheden op die dag en doen daarvan verslag in hun logboek. Leerlingen die nog geen onderwerp gevonden hebben, besteden die dag aan het zoeken daarvan en aan het opstellen van een (voorlopig) plan van aanpak. De procedure hiervoor is : Je meldt je bij aankomst op school (08.30)in de mediatheek bij de coördinator Je gaat aan het werk om samen met je partner (als je die nog niet hebt, moet je die eerst zien te vinden) een onderwerp te vinden Als de betrokken docent die dag op school is, bespreek je daarmee of het mogelijk is dat hij/zij je profielwerkstuk begeleidt. Als de docent die
8
-
dag niet beschikbaar is (bij voorbeeld omdat hij/zij mee is op werkweek), neem je daarover contact op met de coördinator. In overleg met de betrokken docent (of met de coördinator) ga je aan het werk om je verder te oriënteren. Bij vertrek (15.00) meld je je opnieuw bij de coördinator.
7 DE EINDPRESENTATIE Op de laatste profielwerkstukmiddag zijn er na 13.45 uur geen lessen meer in 5 HAVO en 6 VWO. Je hebt dan de gelegenheid de eindpresentatie voor te bereiden. Voor de presentatie worden de docenten uit de examenklassen en de leerlingen uit de voorexamenklassen uitgenodigd. We starten om 15.30 uur en eindigen om 17.30 uur. De presentatie is ingedeeld in ronden. Iedere leerling is ingedeeld in één ronde en kan in de andere ronde kennisnemen van het werk van anderen. Ook de ouders zijn op deze middag van harte welkom en na afloop is er tijd om met een drankje wat na te praten. De eindpresentatie heeft de volgende kenmerken: De duur ligt tussen de vijf à tien minuten (beslist niet langer!) Er is altijd een korte mondelinge toelichting Er is altijd ondersteuning via ander materiaal: een powerpoint-presentatie, een website, een tentoonstelling, een flap-over, een poster, technisch ontwerp, een model, een maquette, een fragment uit een film of een toneelstuk. Er is van alles mogelijk, maar het moet wel kort. De eindpresentatie is een korte samenvatting van het profielwerkstuk. De eindpresentatie is dus iets anders dan de presentatievorm. Wie een film maakt als profielwerkstuk zal een ander moment moeten afspreken met de profielwerkstukbegeleider om de volledige film te vertonen. Een schriftelijk verslag kan niet tijdens de presentatie worden gelezen, etc. In de eindpresentatie staat voorop dat de uitgenodigde ouders, docenten en leerlingen uit de voorexamenklassen een goede indruk krijgen van problemen waarmee je tijdens je onderzoek hebt geworsteld. De eindpresentatie geeft daarom antwoord op de volgende vragen: Waarom heb je dit onderwerp gekozen? Hoe ging dat kiezen in zijn werk? Wat was je belangrijkste onderzoeksvraag of je belangrijkste doel? Welke problemen kwam je tegen bij de uitvoering? Wat is je belangrijkste conclusie? Wat heb je er van geleerd? Welke tips heb je voor leerlingen die nog moeten beginnen?
9
8 BEOORDELINGSCRITERIA EN DEADLINES De beoordelingscriteria voor het profielwerkstuk vind je verderop in deze handleiding. Net als bij praktische opdrachten is een goede tijdsplanning altijd één van de beoordelingscriteria. Als je je niet houdt aan de in deze handleiding genoemde deadlines dan kan dat resulteren in een verlaging van het cijfer met één punt. Originaliteit is ook één van de beoordelingscriteria. Natuurlijk mag je allerlei bronnen gebruiken, maar je moet het bronnenmateriaal zo bewerken dat er weer sprake is van een originele invalshoek of je moet duidelijk aangeven dat er sprake is van een citaat zonder dat de scriptie één groot citaat wordt. Een deel van de profielwerkstukken bestaan uit literatuurstudies waarbij leerlingen dat wat zij gelezen hebben in eigen woorden na vertellen. Sommige leerlingen slagen daar slecht in zonder dat er echt sprake is van bedrog. Zij kopiëren bijvoorbeeld de hoofdstukindeling zonder naar het betreffende boek te verwijzen dat echter wel in hun bronnenlijst voorkomt of zij schrijven een alinea over waarbij zij hun best doen om zoveel mogelijk woorden door eigen woorden te vervangen. Dat is allemaal onbeholpen en niet goed, maar het gaat te ver om te spreken van frauduleus handelen. Als iemand echter grote delen van een profielwerkstuk zonder bronvermelding overneemt van internet dan is er geen misverstand mogelijk. Dat is fraude en daar bij past maar één maatregel: het toekennen van het cijfer 1. De leerling behoudt dan overigens het in het examenreglement vastgelegde recht om een herkansing van een toets van het schoolexamen in te wisselen voor een herexamen in een vak waarin alleen schoolexamen wordt afgelegd. In dit geval krijgt de leerling de gelegenheid een nieuw profielwerkstuk te maken over een geheel ander onderwerp.
10
samengevat profielwerkstuk 2014-2015 Oriëntatiefase keuze partner, vak en begeleidend docent keuze onderwerp keuze soort profielwerkstuk natuurwetenschappelijk onderzoek (proefnemingen) sociaal-wetenschappelijk onderzoek (enquetes, statistisch materiaal) literatuuronderzoek opstellen onderzoeksvraag beschrijvende of beeldvormend vergelijkend verklarend waardebepalend of evaluatief voorspellend probleemoplossend aan het eind van de oriëntatiefase is het plan van aanpak afgerond dat bestaat uit de volgende onderdelen: onderzoeksplan: hoofd- en deelvragen hypothesen/verwachtingen werkwijze informatiebronnen/hulpmiddelen tijdplan benodigde tijdsinvestering taakverdeling controlemomenten presentatieplan vorm omvang schriftelijke presentatie tijdsduur mondelinge presentatie 1 sept uiterste inleverdatum keuzeformulier 18 sept profielwerkstukmiddag vwo. Op deze dag eindigt de oriëntatiefase en start de onderzoeksfase 19 sept profielwerkstukmiddag havo. Op deze dag eindigt de oriëntatiefase en start de onderzoeksfase Onderzoeksfase Uitwerking van het onderzoeksplan 17 okt tussenstand voorgang profielwerkstuk. Docenten geven terugkoppeling. 21 nov
einde onderzoeksfase en inleverdatum formulier eindpresentatie.
Schrijf- en ontwerpfase Werken aan het schrijven en ontwerpen 24 nov profielwerkstukdag voor havo 25 nov profielwerkstukdag voor vwo 18 dec 12 jan 29 jan
deadline conceptverslag profielwerkstuk terugkoppeling docent profielwerkstuk profielwerkstukmiddag met eindpresentatie einde schrijf- en ontwerpfase
Beoordelingsfase 2 febr definitieve beoordeling profielwerkstuk deadline invoer cijfer
11
Het Profielwerkstuk 2013-2014
Het gekozen vak:
…………………………………………
Naam partner
…………………………………………
Naam Profielwerkstukbegeleider
…………………………………………
Titel profielwerkstuk
…………………………………………
Type profielwerkstuk
…………………………………………
Gekozen presentatievorm
………………………………………….
Paraaf: Beoordelingsmoment I
Na de oriëntatiefase:
……..
Beoordelingsmoment II
Na de onderzoeksfase:
……..
Beoordelingsmoment III
Presentatie
……..
Beoordeling:
……………………………….
12
PROFIELWERKSTUK
2013-2014
PROFIELWERKSTUK VAN :
ONDERWERP : VAK : BEGELEIDER :
datum
tijd
Plaats
Verrichte werkzaamheden
13
opmerkingen
afspraken
datum
tijd
Plaats
Verrichte werkzaamheden
14
opmerkingen
afspraken
Beoordelingsmoment I
(Na de oriëntatiefase)
Naam leerlingen :
Omcirkel per aspect het getal in de kolom onder de categorie van uw oordeel
o
v g
afspraken/ opmerkingen
Beoordelingsaspecten
1 Heeft het onderwerp/ontwerp en de daarbij behorende (voorlopige) onderzoeksvraag een vakinhoudelijk niveau dat past bij het schooltype havo/vwo)?
nogo 2 3
2 Heeft de leerling de voorlopige onderzoeksvraag opgesplitst in relevante deelvragen ?
nogo 2 3
å
å
3 Heeft de leerling bij de voorlopige onderzoeksvraag hypothesen opgesteld en/of verwachte uitkomsten of resultaten geformuleerd ? 4 Heeft de leerling een duidelijk en realistisch plan van aanpak gemaakt ?
1
2 3
nogo 2 3 å
5 Geeft de opzet van het onderzoek/ontwerp antwoord op de (voorlopige) onderzoeksvraag en deelvragen ?
nogo 2 3 å
6 Heeft de leerling een goed overzicht van geschikte informatiebronnen ?
1
2 3
7 In welke mate heeft de leerling zelfstandig gewerkt ?
1
2 3
…
Subtotaal beoordelingsmoment I
15
Beoordelingsmoment II (Na de onderzoeksfase) Naam leerlingen :
Omcirkel per aspect het getal in de kolom onder de categorie van uw oordeel
o
v
g
no go
2
3
Afspraken en opmerkingen
Beoordelingsaspecten 1. Wat is de informatieve kwaliteit van het logboek ?
å
2. Blijkt authenticiteit uit het logboek, het gesprek en no de verzamelde informatie ? go
2
3
å
3. Spoort het logboek met het plan van aanpak: met andere woorden ligt de leerling 'op schema' ?
1
4. Heeft de leerling geschikte informatiebronnen aangeboord en/of experimenten juist uitgevoerd en indien nodig de onderzoeksvraag bijgesteld ?
1
5. Heeft de leerling uit de informatiebronnen de relevante informatie gehaald c.q. zijn voldoende waarnemingen verricht en (meet)gegevens verzameld ?
no go
2
3
2
3
2
3
å
6. Heeft de leerling de informatie/meetresultaten 1 geordend, geschematiseerd en gestructureerd ?
2
7. Blijkt uit het logboek en de verzamelde en bewerkte informatie dat de leerling de vakinhoudelijke problematiek en achtergrond begrepen heeft ?
2
3
no go
3
å
8. Zijn de aanzetten tot conclusies uit de resultaten/bevindingen van het onderzoek verantwoord getrokken ? is de conclusie gebaseerd op de verzamelde informatie? is de conclusie doordacht? blijkt hieruit reflectie?
1
2
3
9. In welke mate heeft de leerling zelfstandig gewerkt ?
1
2
3
…
Subtotaal beoordelingsmoment II
16
Beoordelingsmoment III (A : Schriftelijk verslag) Naam leerlingen : o
v
g
1. Hoe beoordeelt u de inleiding ? Denk daarbij aan: introductie van het onderwerp formulering van de vraagstelling(en) beschrijving van de onderzoeksopzet en –uitvoering
1
2
3
2. Hoe beoordeelt u de hoofdtekst (kern) ? Denk daarbij aan: ingaan op de hoofdvraag feiten worden niet als meningen gepresenteerd of omgekeerd leerling beperkt zich niet tot weergave van bronnen/ citaten, maar geeft uiteenzettend/ betogend/ beschouwend antwoord op de vraagstelling waarheidsgehalte correcte en begrijpelijke weergave van bronnen en feitelijkheden
1
2
3
3. Hoe beoordeelt u het slot ? Denk daarbij aan: correcte samenvatting van de inhoud van het middenstuk antwoord op de hoofdvraag/ deelvragen verkregen goed bij de vraagstelling aansluitende conclusie een eigen mening over het onderwerp
1
2
3
4. Hoe beoordeelt u de techniek en de uiterlijke verzorging ? Denk daarbij aan: logische opbouw van de tekst overzicht informatiebronnen/literatuurverwijzing omvang volgens afspraak zorg besteed aan afwerking/illustraties kantlijnen/lay out
1
2
3
5. Hoe beoordeelt u het taalgebruik ? Denk daarbij aan: duidelijk/begrijpelijk (eigen woordgebruik) afgestemd op de doelgroep en tekstsoort de spelling en interpunctie zijn correct gebruikt consistentie van het gebruikte begrippenkader
1
2
3
Omcirkel per aspect het getal in de kolom onder de categorie van uw oordeel Presentatievaardigheden (schriftelijk verslag: beschouwing/betoog/ uiteenzetting)
Subtotaal beoordelingsmoment III
…
Subtotaal beoordelingsmoment I
…
Subtotaal beoordelingsmoment II
…
Totaalscore
…
17
Beoordelingsmoment III Naam leerlingen :
(B : Mondelinge presentatie)
Omcirkel per aspect het getal in de kolom onder de categorie van uw oordeel
o
v
g
Presentatievaardigheden (mondelinge presentatie) 1. Hoe beoordeelt u de inleiding? ………………………………………. Denk daarbij aan: introductie van het onderwerp achtergrondinformatie bij de vraag- of probleemstelling afbakening vraag- of probleemstelling onderzoeksopzet en –uitvoering
1
2
3
2. In welke mate geeft de leerling een uiteenzettend/betogend/ beschouwend antwoord op de vraagstelling(en)?……………… Denk daarbij aan: waarheidsgehalte feiten worden niet als meningen gepresenteerd en omgekeerd de gepresenteerde informatie is logisch geordend voorbeelden zijn sprekend argumenten zijn overtuigend en geloofwaardig
1
2
3
3. Hoe beoordeelt u de samenvatting/conclusie/aanbeveling?…………… Denk daarbij aan: verantwoorde conclusie/aanbeveling de samenvatting/conclusie sluit aan bij de vraag- of probleemstelling de samenvatting/conclusie doet recht aan de gepresenteerde informatie de aanbeveling sluit aan bij de gepresenteerde informatie
1
2
3
4. Hoe beoordeelt u de techniek en de uiterlijke verzorging ? Denk daarbij aan: op ondersteunende en verlevendigende wijze gebruik maken van presentatiemiddelen (bord, hand-outs, overhead, e.d.) oogcontact met het publiek controleren of de luisteraars nog (kunnen) volgen waarover het gaat reageren op vragen
1
2
3
5. Hoe beoordeelt u het spreekgemak en de verstaanbaarheid is ? Denk daarbij aan: de uitingen volgen elkaar zonder langdurige pauzes op constructies zijn direct te begrijpen niet teveel haperingen en zelfcorrecties intonatie, tempo, volume en woordkeus verhogen de geboeidheid en het luistergemak
1
2
3
Subtotaal beoordelingsmoment III
…
Subtotaal beoordelingsmoment I
…
Subtotaal beoordelingsmoment II
…
Totaalscore
…
18
Beoordelingsmoment III (C : Posterpresentatie) Naam leerlingen : Presentatievaardigheden (posterpresentatie met mondelinge toelichting) 1. Hoe beoordeelt u de uiterlijke verzorging en de opbouw van de poster ? Denk daarbij aan: omvang van de poster volgens afspraak de beeldelementen (tekst, afbeeldingen, grafieken, e.d.) zijn logisch, helder en duidelijk geordend afwisselend en functioneel gebruik van beeldelementen zorg besteed aan afwerking, afbeeldingen, grafieken, e.d. ook zonder mondelinge toelichting wordt de essentiële informtaie overgebracht opstelling, plaats(ing) van de poster(s)
1
2
3
2. Hoe beoordeelt u de inleiding ? Denk daarbij aan: introductie van het onderwerp achtergrondinformatie bij de vraag- of probleemstelling afbakening vraag- of probleemstelling onderzoeksopzet en –uitvoering
1
2
3
3. In welke mate geeft de leerling een uiteenzettend/betogend/ 1 beschouwend antwoord op de vraagstelling(en) ? Denk daarbij aan: waarheidsgehalte feiten worden niet als meningen gepresenteerd en omgekeerd de gepresenteerde informatie is logisch geordend voorbeelden zijn sprekend argumenten zijn overtuigend en geloofwaardig
2
3
4. Hoe beoordeelt u de vragenronde ? Denk daarbij aan: bewaakt of iedereen de gestelde vraag heeft gehoord geeft antwoord op de vraag nodigt uit tot vragen stellen
1
2
3
5. Hoe beoordeelt u het spreekgemak en de verstaanbaarheid ? Denk daarbij aan: bij de overdracht is er oogcontact met het publiek controleren of de luisteraars nog (kunnen) volgen waarover het gaat de uitingen volgen elkaar zonder langdurige pauzes op constructies zijn direct te begrijpen niet teveel haperingen en zelfcorrecties intonatie, tempo, volume en woordkeus verhogen de geboeidheid en het luistergemak
1
2
3
Subtotaal beoordelingsmoment III
…
Subtotaal beoordelingsmoment I
…
Subtotaal beoordelingsmoment II
…
Totaalscore
…
19
PROFIELWERKSTUK KEUZEFORMULIER SCHOOLJAAR 2013-2014 ===== A
Het profielwerkstuk wordt gemaakt in tweetallen. Geef hieronder de namen op van degenen die samen een profielwerkstuk willen maken :
1
………………………………………………………………………………….. PROFIEL : MENTOR:
2
0 CM
0 EM
0 NG
0 NT
………………………………………………………………………………….. PROFIEL : MENTOR:
0 CM
0 EM
0 NG
0 NT
===== B
Het vak kan alleen met instemming van de docent gekozen worden:
Gekozen vak:
……………………………………………………………………………………
Naam docent: Paraaf docent indien akkoord :
===== DIT FORMULIER UITERLIJK 2 SEPTEMBER INLEVEREN BIJ DE MENTOR Als het niet gelukt is de vereiste paraaf van een docent te krijgen, zoek dan contact met de coördinator.
20