leergebiedmethode mens en maatschappij
Dwars door Europa THEMABOEK (T)HAVO/ VWO
Eindredactie Henk Hofman Auteur Peter Adriaansen
Eerste druk Malmberg ’s-Hertogenbosch www.gamma-malmberg.nl
Naam: Klas: Inlognaam: Wachtwoord:
GaMMa – leergebiedmethode mens en maatschappij (t)havo/vwo GaMMa (t)havo/vwo bestaat voor de leerling uit de volgende onderdelen: Basisboek Themaboeken
Oude beschavingen leven voort Levend landschap Geloven in Nederland Zou jij daar willen wonen? The American Dream Kan dat niet sneller? Je bestaan bedreigd De toekomst van Afrika Dwars door Europa Wat kies jij? Een baan en dan? Wat weet jij van Nederland?
GaMMa-ePack leerlingenlicentie leerjaar 1 GaMMa-ePack leerlingenlicentie leerjaar 2 GaMMa-basisboek behandelt belangrijke basisbegrippen en vaardigheden zoals atlasgebruik, vragen stellen, klimaten, grondsoorten, productiefactoren en de tien tijdvakken. Deze worden ook in de verschillende themaboeken behandeld en daar verder uitgediept en toegepast. Basisboek en de themaboeken vullen elkaar aan. De behandeling van het basisboek hoeft niet in een keer; taken kunnen ook worden afgewisseld met themaboeken. Je docent geeft aan wanneer welke taken uit het basisboek en welke themaboeken gedurende het schooljaar worden behandeld.
Aan de slag! Je start nu met het themaboek Dwars door Europa. Dit boek is een van de themaboeken van GaMMa, leergebied mens en maatschappij. Net als de andere themaboeken uit GaMMa, is dit een leerwerkboek. Het is dus zowel een leerboek als een werkboek. Dat betekent dat je in dit boek niet alleen opdrachten maakt, maar ook dat hier onderwerpen en begrippen in worden uitgelegd.
De onderdelen Het themaboek bestaat uit drie hoofdonderdelen: 1 Oriëntatie: door enkele opdrachten te maken kom je te weten waar dit themaboek over gaat en welke taken er van je worden verwacht.
3
Computergebruik: ePack Bij GaMMa hoort ook een ePack: een rijke digitale leeromgeving. De ePack van GaMMa is volledig online en vind je op www.gamma-malmberg.nl In het boek wordt hiernaar verwezen met ‘GaMMa-site’. Voor deze site heb je een inlognaam en een wachtwoord nodig. Deze maak je zelf aan via je persoonlijke activeringscode uit je leerlinglicentie. Noteer ze voor in dit boek.
De ePack omvat onder andere: –
2 Uitvoering: bestaat uit een aantal taken. Aan het eind van iedere taak vind je een overzicht Weten en kunnen waarin staat wat je moet leren. Enkele belangrijke symbolen: – bij deze opdracht heb je de atlas nodig deze opdracht doe je samen met andere leerlingen bij deze opdracht heb je de computer nodig
Afsluiting: je laat zien wat je hebt geleerd in dit themaboek. De afsluiting bestaat uit een bijzondere opdracht en een eindtoets, die allebei meetellen voor een beoordeling.
– –
Studiehulp: met een digitale atlas en een grote encyclopedie-havo/vwo. Daarnaast vind je bij studiehulp vaardigheden: overzichten, oefeningen en voorbeelden. Studiehulp wordt regelmatig in de themaboeken aangegeven, maar je kunt er natuurlijk ook bij andere opdrachten gebruik van maken. Opdrachten: met interactieve computerlessen, zoekopdrachten en internetopdrachten. Bij de verwijzing in het boek wordt altijd aangegeven waar het om gaat. Digitoets: met interactieve oefentoetsen. Herhalingsles: per blok is er één interactieve herhalingsles. Planner: waarin je jouw taken in een overzicht kunt plannen en noteren wanneer je die gaat doen. Vul deze planner in samen met je docent.
deze opdrachten staan niet in dit boek, maar op een keuzekaart. Vraag de keuzekaart aan je docent of maak de keuzekaart via de ‘GaMMa-site’
–
Tip
een handige tip bij een opdracht
[
deze onderdelen van de taak moet je leren
We wensen je veel succes en plezier met dit themaboek. Vergeet niet je naam erin te schrijven want dit wordt jouw persoonlijke boek.
-
deze opdrachten zijn wat moeilijker
Vier taken vormen samen een blok. Er zijn drie blokken. De laatste taak van ieder blok heet Proef op de som. Daarin test je of je de taken uit het blok goed hebt gedaan. Aan het eind van het blok vind je ook een verwijzing naar Digitoets (oefentoetsen die je maakt op de computer). Bij ieder blok hoort ook een schriftelijke toets die je maakt voor een beoordeling.
De samenstellers
Inhoud oriëntatie
‘Ik ben een Europeaan’
6
uitvoering
BLOK 1
NA AR ZUID-EUROPA
TAAK 1
Europa zonder grenzen
11
TAAK 2
Werken bij de boer
22
TAAK 3
Eén land, zoveel verschillende mensen
30
TAAK 4
Proef op de som blok 1
35
BLOK 2
NA AR OOST-EUROPA
TAAK 5
Op zoek naar de Muur
38
TAAK 6
Help! De Polen komen
45
TAAK 7
Relaxen in Roemenië
5o
TAAK 8
Proef op de som blok 2
56
BLOK 3
TURKIJE IS DICHTERBIJ DAN JE DENKT
TAAK 9
Naar Turkije
59
TAAK 10
De Europese Unie en Turkije
64
TAAK 11
Turkije en de Europese Unie
69
TAAK 12
Proef op de som blok 3
73
afsluiting
TAAK 13
Sjors en Halil blikken terug
Begrippenlijst KNIPVELLEN
Register
75
79
83
87
oriëntatie ‘Ik ben een Europeaan’ Dit zijn de vrienden Sjors en Halil. Sjors en Halil zijn net geslaagd voor hun havo-examen. Na vijf jaar zwoegen in de schoolbanken hebben ze wel een mooie vakantie verdiend. Ze gaan een grote reis door Europa maken. Sjors en Halil hebben er veel zin in: een beetje relaxen, een beetje werken en vooral veel interessante mensen ontmoeten. In dit boek volg je hun reis. In blok 1 gaan de jongens naar de hoofdstad van België. Daar bezoeken ze het Europese Parlement. Vervolgens reizen ze via het land van de Eiffeltoren door naar de Spaanse zon. In blok 2 bekijken ze de ‘hotste stad van Europa’: ze gaan naar Berlijn. Vanuit hier trekken Halil en Sjors verder naar het oosten. Ze reizen door naar Polen, Hongarije en Roemenië. In blok 3 maken de jongens de verste reis. Ze gaan naar het geboorteland van de vader en moeder van Halil: Turkije. De jonge reizigers stuiten tijdens hun vakantie op nogal wat vragen, zoals: ‘Mag je wel zomaar de grens over?’ ‘Wat als ik wil werken in het buitenland?’ ‘Waarom is Nederland lid van de Europese Unie?’ en ‘De grenzen opengooien, moeten we dat eigenlijk wel doen?’ Tijdens de reis zoek je, samen met Sjors en Halil, antwoord op deze vragen.
6
Dwars door Europa
Bron 35
9 a Vul, met behulp van bron 34, het onderstaande
De landbouw in Spanje.
schema van het bbp van Spanje verder in. 4% = geproduceerde goederen en diensten van de landbouw + 31% = geproduceerde goederen en diensten van de
industrie
+
65% = geproduceerde goederen en diensten van de
dienstensector
b
100% = alle geproduceerde goederen en diensten in een jaar = bbp In 2007 was het bbp van Spanje € 880 miljard. 1% = 880 : 100 = € 8,8 miljard. Vul aan: De landbouw produceert 4% = 4 euro = €
x 8,8
Landbouwgronden Onvruchtbaar hooggebergte Veel soorten cultuur en veeteelt (melkvee, varkens en gevogelte) Landbouw op de vlaktes (diverse granen, aardappelen, bieten)
miljard
Middellandse Zeelandbouw (olijven, wijn, fruit, en groente) met hoge opbrengsten
35,2 miljard.
De industrie produceert 31% = 3 1
Landbouw en veeteelt in het Middellandse Zeegebied met lagere opbrengsten
x 8,8 =
€ 272,8 miljard. De dienstensector produceert 6 5
[
Bron 36
Regionale verscheidenheid in Spanje.
x 8,8 =
FRANKRIJK
Galiciërs
€ 572 miljard.
Basken Catalanen
10
11 a b
c
d
Ga voor extra sommen met procenten naar de GaMMa-site ˘ opdrachten ˘ themaboek Dwars door Europa ˘ taak 3 ˘ oefenen met procenten. Gebruik de atlas. Lees in bron 34 welke regio’s de twee belangrijkste industriegebieden zijn. Teken in bron 36 een rokend schoorsteentje in de twee regio’s waar de belangrijkste industriegebieden liggen. De verbouw van wijn, olijven, groente en fruit levert een hoge opbrengst per hectare op. Bron 35 laat zien waar deze producten verbouwd worden. Kleur in bron 36 deze gebieden rood. In een klein gebied in het midden van Spanje is ook landbouw, maar weinig of geen wijn, olijven, groente en fruit. De opbrengst per hectare is veel lager. Kleur dit gebied oranje. Zoek op een klimaatkaart op waarom het midden van Spanje minder geschikt is voor wijn, olijven, groente en fruit. H e t
is in het midden van Spanje in de zomer te heet en te droog.
e f
Barcelona
SPANJE PORTUGAL Madrid
Mallorca
Costa del Sol
12 Halil kijkt naar de ingetekende kaart van bron 36. Er zijn grote verschillen tussen de regio’s. a
Welk begrip hoort er bij de verschillen tussen regio’s?
Regionale verscheidenheid. b
Waaruit kunnen deze verschillen bestaan?
Ve r s c h i l l e n i n w e r k , c u l t u u r, l a n d s c h a p, k l i m a a t .
Laat in bron 36 zien waar de Basken, Catalanen en Galiciërs wonen. Geef met een arcering (streepjes) aan welke gebieden in Spanje het meeste toerisme hebben.
UITVOERING
BLOK 1
TA AK 3
33
Een Catalaan is geen Spanjaard! 13
a
b
14
a
b
Sjors en Halil zijn toe aan twee weekjes echte vakantie. ‘Laten we twee verschillende plaatsen uitkiezen’, stelt Halil voor. ‘Dat is goed, dan wil ik als voetbalfan naar Catalonië. Ik wil het stadion van Barcelona graag bezoeken.’ ‘Prima, lijkt me een goed idee!’ In welk deel van Spanje gaan Sjors en Halil hun eerste week vakantie vieren? A het noordoosten van Spanje B het zuidoosten van Spanje C het noordwesten van Spanje D het zuidwesten van Spanje Bekijk bron 36. Wat zijn kenmerken van het gebied waar Halil en Sjors gaan kamperen? Kies de juiste kenmerken. ò Veel industrie. ò De landbouw verbouwt veel aardappelen en bieten. ò Middellandse Zeelandbouw. ò Veel toerisme. ò Woongebied van de Basken. ò Zeer hoge temperaturen in de zomer. Halil en Sjors bezoeken het voetbalstadion van Barcelona. Ze krijgen een rondleiding met een uitleg over het verleden. Ga op de GaMMa-site naar ˘ opdrachten ˘ themaboek Dwars door Europa ˘ taak 3 ˘ Barcelona en de Catalanen. Maak de opdracht. Leg kort uit waarom de voetbalclub Barcelona bij deze taak past. B a r c e l o n a
is Catalaans. De voetbalclub hoort bij een van de bevolkingsgroepen van Spanje. Zij zetten zich af tegen Spanje, net als de Basken.
Bakken in het binnenland of zonnen aan de kust 15
a
‘Waar gaan we het tweede weekje vakantie heen?’, vraagt Halil. ‘Jij mag kiezen’, zegt Sjors. ‘Met Barcelona is mijn wens al in vervulling gegaan.’ ‘In ieder geval niet naar het binnenland, midden in augustus’, antwoordt Halil. Waarom wil Halil niet in augustus naar het binnenland van Spanje, denk je? H e t
is in augustus e rg h e e t i n h e t b i n n e n l a n d . ‘Ik stel de Costa del Sol voor’, zegt Halil. ‘Nog even relaxen voordat we naar Berlijn vliegen.’ 34
Dwars door Europa
b c
Zoek in de atlas op waar de Costa del Sol ligt. Geef twee voordelen van een week Costa del Sol in augustus. 1
2
d
Het weer is aangenaam, in tegenstelling tot in het binnenland. Het is aan zee.
Geef een nadeel van een week vakantie aan de Costa del Sol in augustus. H e t
i s e rg toeristisch en druk. Er is nog maar weinig echt Spaans.
‘Oké, naar de Costa del Sol’, zegt Sjors. ‘Kom, we breken de tent af.’ Wat lijkt jou een interessant deel van Spanje om
e
vakantie te vieren? Verklaar je keuze. J e
eigen
antwoord.
16
GaMMa-site Bij opdracht 10 en 14 had je de computer nodig. Heb je deze opdrachten nog niet gedaan, doe ze dan nu.
Keuzekaart Regionale verscheidenheid in Spanje Wil je een creatieve opdracht over Spanje maken? Doe dan deze keuzekaart. Je vindt hem op de GaMMa-site ˘ keuzebox ˘ themaboek Dwars door Europa ˘ taak 3. Je kunt hem ook aan je docent vragen.
[ Weten en kunnen Taak 3 Uit deze taak moet je goed weten: 1 dat de Europese Unie te maken heeft met illegale migratie naar Europa; 2 wat de voordelen en nadelen zijn als er veel mensen uit ontwikkelingslanden naar de Europese Unie komen (opdracht 4 en 5, bron 31); 3 welke bevolkingsgroepen in Spanje wonen (opdracht 7); 4 hoe de regio’s in Spanje verschillen (bron 34 t/m 36); En het volgende moet je goed kunnen: 5 de begrippen toepassen; 6 met procenten rekenen (opdracht 3).
TAAK 4
Proef op de som blok 1
1
Deze proef op de som gaat over de taken 1, 2 en 3. Zorg dat je de dingen die je moet weten en kunnen goed op een rijtje hebt.
a b c
Regionale verschillen zijn leuk. Ieder gebied heeft zijn eigen kenmerken. Maar verschillen zorgen ook voor problemen. In bron 37 staan vijf problemen uit blok 1. Bij ieder probleem is één woord weggelaten. Vul de weggelaten woorden in. Vul in de volgende kolom de weggelaten woorden en de lege vakken in. Vul in de laatste kolom bij de oplossingen de weggelaten woorden en de lege vakken in.
Bron 37
Probleem
Voor wie is dit een probleem?
Wat kan de regering doen om het probleem op te lossen?
In Nederland was de boter
Dit is een probleem voor de Belgische boeren. Belgen wilden liever de Nederlandse
De EU loste het probleem in 1963 op:
door s u b s i d i e
veel
goedkoper dan in België.
boter en s m o k k e l d e n
Belgische
boeren
kregen ook subsidie.
de boter de grens over. Afrikanen proberen via Spanje de EU in te komen. Eenmaal in Spanje zijn de Afrikanen i l l e g a a l
.
In het b i n n e n l a n d van Spanje is de opbrengst in de landbouw per hectare lager dan aan de kust. Ook is er weinig toerisme.
BASKENLAND
Er wonen in Spanje verschillende bevolkingsgroepen. Een voorbeeld hiervan zijn de Basken. Een deel van de Basken wil een eigen staat:
Baskenland . Om dit te bereiken, plegen zij bomaanslagen.
Dit is een probleem voor de illegalen. Als ze werk vinden, worden ze misschien uitgebuit door hun baas. Het is ook een probleem voor Spaanse werknemers die misschien hun baan verliezen.
Bijvoorbeeld: de regering kan de illegalen een v e r b l i j f s v e rg u n n i n g geven.
Dit is een probleem voor de inwoners van het binnenland. Hun inkomen is gemiddeld
De regering kan de inwoners van het binnenland helpen door subsidies te geven aan bedrijven in het binnenland. e
lager
.
Bijvoorbeeld: dit is een probleem voor mensen die slachtoffer worden van het geweld dat gebruikt w o rd t o m o n a f h a n k e lijk te worden.e
e
Bijvoorbeeld: de regering kan dit probleem proberen op te lossen door meer geld te geven aan de politie om de geweldplegers op te sporen.
(vervolg bron 37 op bladzijde 36)
UITVOERING
BLOK 1
TA AK 4
35
De industrie van Spanje is
Voor mensen in de rest van het
vooral in het n o o r d e n
land die w e r k
Bijvoorbeeld: de regering kan deze mensen helpen door ervoor te z o rg e n d a t e r m e e r w e r k in het binnenland komt. Bijvoorbeeld door bedrijven subsidie te geven als ze zich in het binnenland vestigen.
zoeken.
gevestigd. Het toerisme is vooral belangrijk aan de kust.
2 Maak de puzzel over alle ervaringen van Sjors en Halil. 1
4
8
P
G
A
R
2
3
V
B
G
E
A
N
19
E
P
R
IJ
S
6
K
A
R
E
N
IJ
X
O
F
T
A
R
L
E
M
E
N
T 9
D
10
11
I
B
T
W
S
B
5
T 7
U
O
B
L
S
12 15
B
B
P
17
R
13
E
E
G
L
16
L
E
W
O
U
A
G
IJ
T
N
S
A
T
L N
V
O
E N
G
18
I
N
T
E
R
C R
R
E
C
H
T I E
Dwars door Europa
IJ
I
V
D
N I
E
N G
E
I E
U
L
R
E
I
T
V
L
N
36
I
S
A
14
T
I
E
O
N
E
Horizontaal 4
GaMMa-site
Boeren in de EU krijgen voor hun producten een
garantieprijs. 7
Herhalingsles 3
De Spaanse landbouw produceert veel
olijven. 8
Het Europese Pa r l e m e n t
Digitoets
vergadert in Brussel en in Straatsburg. 9
Door s u b s i d i e
Je kunt nu de herhalingsles van blok 1 maken op je computer. Ga naar herhalingslessen en selecteer het themaboek Dwars door Europa.
daalt de prijs
4
Maak de digitoets van blok 1 en noteer je score in de studieplanner.
van een product. 13 Vanaf 1993 spreken we van de Europese Unie (E U ). 14 Accijnzen, invoerrechten en b t w zijn kostprijsverhogende belastingen. 15 De totale productie van goederen en diensten van een land per jaar = b b p. 17 De verschillen tussen de streken in Spanje noemen we
regio
nale verscheidenheid.
18 Goederen, diensten, mensen en geld mogen binnen een i n t e r n e
markt vrij de grens
over. 19 Belasting op importproducten noemen we
invoerrechten. Verticaal 1
Nederlanders hebben voor Spanje geen
2
v e r b l i j f s v e rg u n n i n g De B a s k e n
nodig, Afrikanen wel. wonen in het
noorden van Spanje. 3
Zigeuners heten in Spanje G i t a n o s .
5
Te x t i e l
is voor Spanje een
belangrijk industrieproduct. 6
De Europese R a a d
neemt
de belangrijke beslissingen in de EU. 10
Illegalen
zijn mensen die
zonder verblijfsvergunning in een land verblijven. 11
Accijns is een voorbeeld van een
belasting. 12 Het beschermen van je eigen economie heet
protectie. 16 De Spaanse landbouw produceert veel w i j n .
UITVOERING
BLOK 1
TA AK 4
37
ORIËNTATIE
7
Kennismaken met Europa 1
a
Sjors en Halil zijn Nederlander. Ze voelen zich ook echte Nederlanders. Ze geven hier een reden voor: Sjors: ‘Ik voel me Nederlander, omdat ... ik een fan van het Nederlands elftal ben.’ Halil: ‘Ik voel me Nederlander, omdat ... ik Nederlands praat.’ Op welke manieren voel jij je Nederlander? Bedenk drie andere redenen waarom jij je Nederlander voelt. Ik voel me Nederlander, omdat
2
Je reist in dit boek mee met Sjors en Halil. Tijdens de reis leer je veel nieuwe dingen over Europa. Maar je weet nu natuurlijk ook al het een en ander. Maak, samen met je buurleerling, de quiz over Europa. Mochten jullie een antwoord niet weten, blader dan je boek eens door. De grens tussen Nederland en België wordt op een speciale manier in het landschap aangegeven.
a
Weet jij op welke manier? M e t
b
Wordt de grens tussen Nederland en België dag en nacht bewaakt? N e e .
je eigen
Nederland en België zijn lid van de Europese Unie. Het bestuur van de Europese Unie is gevestigd in Brussel en Straatsburg.
antwoord. Ik voel me Nederlander, omdat
je eigen
antwoord. Ik voel me Nederlander, omdat
b
c
In welk land ligt Brussel? B e l g i ë .
d
In welk land ligt de stad Straatsburg? Fr a n k r i j k . De landen van de Europese Unie werken samen. Ze gebruiken onder andere dezelfde munt.
je eigen
antwoord. Sjors en Halil voelen zich ook Europeaan. Halil: Ik voel me ook Europeaan, omdat ik Engels kan spreken en ook een beetje Duits en Frans. Sjors: Ik voel me ook Europeaan, omdat op mijn paspoort ‘Europese Unie’ staat. Op welke manieren voel jij je Europeaan? Noem twee andere redenen waarom jij je een Europeaan voelt. Ik voel me een Europeaan, omdat
Ja.
e
Betalen de mensen in België met de euro?
f
Groot-Brittannië is ook lid van de Europese Unie. Betalen de mensen in Groot-Brittannië met de euro?
Nee, met het pond. In Spanje ontmoeten Sjors en Halil een ‘illegaal’. g
je eigen
Wat is een illegaal? E e n
inwoner van een land die geen toestemming heeft van de regering om in dat land te wonen.
In Spanje bezoeken Sjors en Halil het stadion van een beroemde Catalaanse voetbalclub.
antwoord. h Ik voel me een Europeaan, omdat
grenspalen.
je eigen
Wat is de naam van deze voetbalclub?
FC Barcelona. In Spanje wonen ‘gitanos’.
antwoord. i
Wat is het Nederlandse woord voor ‘gitanos’?
Zigeuners. Veel Nederlanders gaan naar de ‘costa’ op vakantie. j
8
Dwars door Europa
Wat betekent het Spaanse woord ‘costa’? K u s t .
3
We doen in Europa al heel veel samen. Gebruik het knipvel ‘Samenleven in Europa’ op blz. 83. Knip de krantenkoppen uit en plak ze op de juiste plaats in het schema. Wat doen we in Europa samen? Muziek
Sport
Marija Serifovic wint met ‘Molitva’ het Eurovisie Songfestival.
Tijn Ponjee wint zilver bij EK skeeleren.
Oranjedames in de poulefase uitgeschakeld op EK.
Milieu
Europese Unie wil schonere auto’s: maximaal 120 gram CO2-uitstoot per km.
Economie
Boeren krijgen van de Europese Unie inkomenssteun.
Europese Unie wil veel handel in Europa.
Polen mogen in Nederland werken.
Gezondheidszorg
Ziekenhuizen in Europa gaan meer samenwerken.
Onderwijs
Europese Unie stimuleert samenwerking scholen via internet.
Studenten uit 30 Europese landen naar TU.
Veiligheid
Europol is actief in de hele Europese Unie.
4 Bekijk het schema van opdracht 3. In een aantal koppen staat het begrip ‘Europese Unie’. a
Wat is de Europese Unie? E e n
groep landen in Europa die door samenwerking meer eenheid willen bereiken in Europa.
b
Wat doet de Europese Unie? Kruis de juiste voorbeelden aan. ò Samenwerking van scholen in Europa stimuleren. ò Verbeteren van het milieu in Europa. ò Europese sportkampioenschappen organiseren. ò Boeren aan een redelijk inkomen helpen.
ORIËNTATIE
9
5
Halil en Sjors komen tijdens hun reis een aantal begrippen tegen. Bedenk bij iedere foto in bron 1 een toepasselijk bijschrift waarbij je één begrip gebruikt. Gebruik ieder begrip één keer. Het begrip kapitaalgoed is als voorbeeld al gebruikt. arbeid • infrastructuur • kapitaalgoed • natuur • productiemiddelen • grondwet • democratie • Koude Oorlog • kapitalisme. Bron 1
Een vuilniswagen is een voorbeeld van een kapitaalgoed.
Bijvoorbeeld: In een democratie beslissen de b u rg e r s o v e r h e t b e s t u u r van het land.
Bijvoorbeeld: In een ziekenhuis is veel arbeid nodig.
Bijvoorbeeld: In de Koude Oorlog stonden de Ve r e n i g d e S t a t e n t e g e n over de Sovjet-Unie.
Bijvoorbeeld: Snelwegen horen bij de infrastructuur van een land.
Bijvoorbeeld: De grondwet is belangrijk voor de rechtspraak.
Bijvoorbeeld: In het kapitalisme maken bedrijven veel reclame.
Bijvoorbeeld: Boeren z i j n e rg a f h a n k e l i j k v a n d e n a t u u r.
Bijvoorbeeld: In de autoindustrie zijn de productiemiddelen vooral kapitaalgoederen.
10
Dwars door Europa
uitvoering BLOK 1
NA AR ZUID-EUROPA
TAAK 1
Europa zonder grenzen
Sjors en Halil staan op het Centraal Station in Breda. Hun reis gaat beginnen. De jongens hebben er zin in. Dan begint Halil ineens te twijfelen. ‘Mogen we eigenlijk wel vrij door Europa reizen? En … mag je zomaar in een ander land gaan werken? Stel dat het niet mag, dan worden we straks nog door de politie opgepakt!’ ‘Maak je niet druk’, reageert Sjors. ‘Laten we eerst naar België reizen, ons paspoort is dan voldoende. Vorig jaar ben ik met mijn ouders ook in België geweest. In Brussel hebben we toen instellingen bezocht die Europa besturen. Daar weten ze vast antwoord op onze vragen. En dan zien we wel weer hoe we verder reizen.’ Tip Je kunt blok 1 ook op de computer maken. Overleg dit wel eerst met je docent. Je vindt de computerles op de GaMMa-site ˘ opdrachten ˘ themaboek Dwars door Europa.
Een grens is niet zomaar iets Sjors en Halil reizen met de trein naar Bergen op Zoom. Daar stappen ze op de bus naar het grensdorp Putte. Onderweg zien ze dat Putte een camping heeft. ‘Daar gaan we overnachten!’ roept Sjors. ‘Dan kunnen we de volgende dag naar Brussel reizen.’ Bron 2
1
Zoek in de atlas op waar Putte ligt. Vul in.
a
Putte ligt in de provincie N o o r d - B r a b a n t .
b
Putte ligt ongeveer 15 kilometer ten zuiden van de Nederlandse stad B e rg e n
c
op Zoom.
Putte ligt ongeveer 15 kilometer ten noorden van de Belgische stad A n t w e r p e n .
2 Bekijk en lees bron 2 en 3. a
Wat is een grens? E e n
grens is de scheidingslijn tussen twee landen.
b
Welke identiteitsbewijzen zijn geschikt om de grens met België over te gaan? ò Een paspoort. ò Een rijbewijs. ò Een Nederlandse identiteitskaart.
c
Waarom is de grens tussen Nederland en België nog steeds belangrijk? D e
grens is nog steeds d e o v e rg a n g v a n h e t g r o n d g e b i e d waar de Nederlandse wetten gelden, naar het grondgebied waar de Belgische wetten gelden.
Bron 3
Halil en Sjors eten een hapje op de Nederlandse grens met België In Putte gaan Sjors en Halil een eetcafé binnen om iets te eten. Het café ligt op de grens, de scheidingslijn tussen Nederland en België. Dat is te zien aan de grenspaal buiten. Ze raken in gesprek met een oudere Puttenaar. ‘Mag je hier zo de grens over?’, vraagt Halil. ‘Ja, dat is geen probleem. Soms controleert de politie of douane wel, maar dat is op drugs en zo. Je hebt alleen een paspoort of een Nederlandse identiteitskaart nodig.’ ‘Eigenlijk stelt de grens dus niets meer voor?’, vraagt Sjors zich hardop af. ‘Nou, dat is niet waar’, antwoordt de man. ‘Vorig jaar was er nog iets geks aan de hand. De Canadalaan, waar jullie nu zijn, is de grens. Aan de Belgische kant van de Canadalaan mocht je 80 kilometer per uur rijden. Aan de Nederlandse kant maar 50. Als je op de Nederlandse kant 80 kilometer per uur reed, kreeg je een dikke bon. Aan de Belgische kant van de weg mocht het wel. Over de grens gelden dus andere wetten.’
UITVOERING
BLOK 1
TA AK 1
11
Bron 4
d
In onze tijd maakt de overheid sigaretten duurder met accijns. De overheid hoopt dat mensen door de hoge prijs van sigaretten niet gaan roken. Weet jij welke twee andere producten in Nederland door accijns duurder zijn gemaakt? ò brood ò alcohol ò dvd-recorders ò snoepgoed ò benzine
‘De grens loopt precies in het midden van de Canadalaan. De jongens aan de Belgische kant werden in 1914 naar het front van de E e r s t e Wereldoorlog gestuurd. Veel van die jongens kwamen nooit meer terug. De Nederlandse jongens aan de rechterkant konden gezellig thuisblijven. Nederland was immers neutraal en vocht niet mee. De grens was vroeger heel belangrijk in dit dorp. Je mocht niet zomaar van alles meenemen als je de grens overstak. Zout bijvoorbeeld, dat werd stiekem de grens over gesmokkeld. Tot het eind van de negentiende eeuw werd in Nederland een hoge accijns op zout geheven. Zout was daardoor in België veel goedkoper. Nederlanders kochten dus liever het Belgische zout. Maar het Belgische zout mocht niet de grens over. Dus smokkelden de Nederlanders het Belgische zout stiekem naar Nederland. De douane probeerde de smokkelaars natuurlijk te pakken.’
Spanning aan de grens [
Bron 5
Voorbeelden van kostprijsverhogende belastingen Btw
Als je een product koopt betaal je daar belasting over. Er zijn twee tarieven: 6% voor
voedingswaren en geneesm i d d e l e n en 19% voor bijna alle andere goederen. Accijns
Sommige producten worden extra duur gemaakt omdat ze slecht zijn voor het
milieu of de gezondheid. Invoerrechten
Op
ingevoerde producten
van buiten de Europese Unie wordt belasting geheven. Door de belasting worden de producten duurder.
Voorbeelden van belasting op inkomen, winst en vermogen
3 a b
c
Lees bron 4. De man in het eetcafé vertelt verder over de eigenaardigheden van de grens. Praat hij in de bron over de Eerste of de Tweede Wereldoorlog? Vul het juiste woord in de bron in. De overheid maakt sommige producten met accijns duurder. Accijns is een voorbeeld van een belasting. Welk product werd tot in de negentiende eeuw in Nederland met accijns heel duur gemaakt? Z o u t . Waarom wilde Nederland het goedkope Belgische zout
Loon- en inkomstenbelasting
Iedereen met e e n
Vennootschapsbelasting
Grotere bedrijven die w i n s t
niet toelaten? A l s
Verkoop van aardgas en p a s p o o r t e n
in Nederland goedkoop Belgisch zout werd verkocht, kochten Nederlandse consumenten g e e n d u u r N e d e r l a n d s z o u t m e e r.
12
Dwars door Europa
inkomen betaalt belasting.
behalen, betalen belasting.
Voorbeelden van niet-belastingen
Inkomsten uit de staatsloterij Boetes
4 Naast accijnzen bestaan er in Nederland nog allerlei
c
andere belastingen. Bron 5 geeft een overzicht van de soorten belasting. Vul in bron 5 de weggelaten woorden in. Kies uit: winst • ingevoerde producten • voedingswaren en geneesmiddelen • paspoorten • een inkomen • milieu of de gezondheid.
5
a
Belastingen zijn betalingen aan de overheid waar de belastingbetaler geen directe tegenprestatie van de overheid voor terugkrijgt. Wel indirect, want de overheid gebruikt het belastinggeld voor allerlei nuttige zaken, zoals het aanleggen van snelwegen, waar de maatschappij als geheel van profiteert. Bedenk nog twee voorbeelden waar de overheid het
- Stel: jij hebt een inkomen van € 1.200. Je buurleerling heeft een vermogen van € 1.200. Weet jij wat het verschil is tussen inkomen en vermogen? Het inkomen is het bedrag dat je v e r d i e n d h e b t . Ve r m o g e n i s h e t bedrag dat je (bijvoorbeeld) op een spaarrekening hebt staan, het geld dat je bezit.
7
Accijns, btw en invoerrechten zijn kostprijsverhogende belastingen. Deze belastingen verhogen de prijs van het product. Accijns is een vast bedrag. Gebruik bron 5. Hoe wordt de btw op producten berekend? M e t
belastinggeld voor gebruikt. B i j v o o r b e e l d :
een
percentage. 6% op noodzakelijke producten, 19% op luxegoederen.
dijken bouwen, politie, defensie, scholen.
8 Studenten betalen collegegeld aan de overheid. Het geld dat je aan de overheid betaalt om een nieuw paspoort te krijgen, is géén belasting. Want je krijgt een directe tegenprestatie van de overheid terug: het paspoort. Daarom staat de verkoop van paspoorten bij de niet-belastingen. b - De overheid verkoopt het aardgas dat uit de Nederlandse bodem komt. Waarom staat de opbrengst uit de verkoop van aardgas bij de niet-belastingen?
De betaling aan de overheid levert een directe tegenprestatie op: je krijgt van de overheid aardgas in ruil voor het betaalde geld. c
Collegegeld is een voorbeeld van: A kostprijsverhogende belastingen B belasting op inkomen, winst en vermogen C niet-belastingen
9 a Een lcd-tv kost € 540 zonder 19% btw. Bereken de prijs van de televisie met btw. 1% = 540 : 100 = € 5,40.
€ 102,60. € 540 + € 1 0 2 , 6 0 = € 6 4 2 , 6 0 . 19% = 19 x € 5,40 =
b
1 % = 0 , 5 e u ro c e n t . 6 % = 3 e u ro c e n t . 5 0 e u ro c e n t + 3 e u ro c e n t = 5 3 e u ro c e n t .
Waarom is de accijns die je betaalt als je een pakje sigaretten koopt, wél een voorbeeld van een belasting?
Je betaalt geld aan de overheid, maar je krijgt er zelf (direct) niet iets voor terug van de overheid.
c
6 De inkomstenbelasting is een belasting op inkomen, winst en vermogen. a
Hoe wordt het inkomen van een werknemer
- De prijs van een pakje sigaretten is verhoogd met een bedrag aan accijns en wordt vervolgens met 19% btw belast. Stel: een pakje sigaretten kost zonder belastingen € 2,20. Bewijs dat de verkoopprijs in de winkel € 5,12 is als de overheid op sigaretten € 2,10 aan accijns heft. € 2 , 2 0 + € 2 , 1 0 = € 4 , 3 0 —› € 4 , 3 0 + 19% = € 5,12.
genoemd? L o o n . b
Een literfles water kost zonder btw 50 eurocent. Wat kost deze literfles in de winkel?
Hoe wordt het inkomen van een bedrijf genoemd?
Winst. 10
Ga voor extra oefeningen met btw-sommen naar de GaMMa-site ˘ opdrachten ˘ themaboek Dwars door Europa ˘ taak 1 ˘ Rekenen met btw.
UITVOERING
BLOK 1
TA AK 1
13
Bron 6
11 Lees bron 6 en 7.
Een kilo boter kostte in 1955 eigenlijk 6 gulden (€ 2,73). De Nederlandse regering gaf de Nederlandse boeren echter 3 gulden subsidie per kilo boter. Zodoende konden de Nederlandse boeren de boter aan de klanten verkopen voor 3 gulden. Met de 3 gulden van de regering erbij, ontvingen zij toch 6 gulden per kilo boter. De Nederlandse regering subsidieerde de boter om de boeren te helpen. Door de lage prijs konden de boeren veel boter verkopen en uitvoeren naar andere landen. In België was geen subsidie op boter. Een kilo Belgische boter kostte gewoon 6 gulden. Veel Belgen besloten hun boter in Nederland te halen. Dit was niet goed voor de Belgische boeren. De Belgische regering besloot belasting te heffen op ingevoerde Nederlandse boter, zogenaamde invoerrechten. Door deze belasting kostte de boter uit Nederland evenveel als de Belgische. Smokkel was het gevolg. De periode na de oorlog werd een gouden tijd voor smokkelaars.
a
Streep de foute woorden door. Subsidie maakt een product duurder • goedkoper. Accijns maakt een product duurder • goedkoper.
b
Waarom gaf de Nederlandse overheid subsidie aan de
Vrij naar: Andere tijden, VPRO.
Bron 7
Boter in de lijkkist Een commandant van de rijkspolitie ontdekte in 1956 dat er in de nacht partijen roomboter bij de joodse begraafplaats in Putte werden afgeleverd. Maar wat moet een kerkhof met boter? De politie ging op onderzoek. Er was één opvallend detail. Elke keer als er boter werd afgeleverd, was er de volgende dag een joodse begrafenis. Toen was de link snel gelegd. De begrafenisondernemer die op de heenweg een gestorven Belgische jood in de lijkkist had, begroef deze in een lijkwade en smokkelde op de terugweg boter in de lijkkist de grens over.
Vrij naar: Herman Maas, http://ceba-roosendaal.nl.
14
Dwars door Europa
boeren? S u b s i d i e
m a a k t d e p r i j s l a g e r. Daardoor kunnen de boeren meer verkopen en uitvoeren naar andere landen. En consumenten kochten m e e r b o t e r, w a a r d e b o e r e n o o k d o o r geholpen werden. c
Waarom had België geen zin om de goedkope Nederlandse boter toe te laten? B e l g i s c h e
consumenten kopen liever de goedk o p e N e d e r l a n d s e b o t e r. D e B e l g i s c h e boeren zouden hun melk en boter dan niet meer kunnen verkopen.
Bron 8
12
De smokkel van boter eindigde, toen in 1963 de Europese Unie een gemeenschappelijk landbouwbeleid ging voeren. In alle landen van de Europese Unie werden de boeren op dezelfde manier behandeld. Dus ook de boeren in België en Nederland. België moest de invoerrechten op boter afschaffen. En de Belgische boeren kregen, net als de Nederlandse, subsidie.
- Lees bron 8. Waarom had het geen zin meer om na 1963 boter over de grens te smokkelen van Nederland naar België? D o o r
het Europese landbouwbeleid werd de situatie in België hetzelfde als in Nederland. In België werd de boter ook goedkoop door subsidie. 13 Gebruik het knipvel ‘Oorzaak en gevolg in Putte’ op blz. 85. Knip de gebeurtenissen uit. Plak ze in bron 9 in de juiste volgorde.
Vrij naar: Andere tijden, VPRO.
Bron 9 Nederland geeft subsidie aan boeren. België stelt invoerrechten in voor boter.
→ → Er wordt veel boter gesmokkeld van Nederland naar België.
Het Europese landbouwbeleid verbiedt invoerrechten en geeft Belgische boeren ook subsidie.
→ → De smokkel stopt.
14 Aan de andere kant van de grens is het leven vaak heel anders. Hiervan zie je een aantal voorbeelden in het schema hieronder. Welke bronnen horen erbij? Vul de nummers van de bijpassende bronnen in. De eerste regel is al ingevuld. Wat is er anders?
Bron
Verkeersregels
3
De belastingen van de regering
4, 5, 6
Hoe de regering met de boeren omgaat
6, 8
Oorlog of vrede
4
15 Geef twee redenen waarom de grens tussen België en Nederland tegenwoordig minder belangrijk is dan vroeger. J e
mag nu vrij de grens over met goederen, er is geen importb e l a s t i n g m e e r. D e v e r s c h i l l e n t u s s e n de landen zijn kleiner geworden.
UITVOERING
BLOK 1
TA AK 1
15
Wat is de Europese Unie? [ Bron 10 Hoe is de Europese Unie ontstaan? 1871-1907 In 1871 ontstond na de Frans-Duitse Oorlog het nieuwe keizerrijk Duitsland. Frankrijk had deze oorlog verloren en moest het gebied Elzas-Lotharingen aan Duitsland afstaan. Het nieuwe Duitse keizerrijk wilde net als Engeland en Frankrijk een wereldmacht (‘Weltmacht’) worden. Frankrijk en Engeland waren al heel lang groo grootmachten. Zij waren Z W E DE N DE N E MA R K E N niet blij met de opkomst van Duitsland. Engeland ngela had ouderwetse GROO TRUSLAND industriebedrijven en was bang voor de moderne indust industrie in NEDERBRITTANNIË LAND DU IT S LA N D Duitsland. Bovendien bouwde Duitsland land heel snel eeen grote BELGIË oorlogsvloot op, wat voor de grote Engelse gelse vloot ee een bedreiging FRANKRIJK OOS T E N R IJK H ON G A R IJE was. Frankrijk vond ook dat Duitsland d militair te st sterk werd. En ZWITSERLAND Frankrijk wilde revanche voor de verloren rloren oorlog en wilde ElzasR OE M E N IË Lotharingen terug. B U LG A R IJE S E R VIË IT ALIË Duitsland wilde het land in alle rust opbouwen en zocht bondgenoten. Samen met Oostenrijk-Hongarije en Italië vormde Duitsland in 0 500 km 1882 de Triple p Alliantie. Als tegenhanger vormden Frankrijk en Engeland samen met Rusland in 1907 de Triple p Entente. Deze bondgenootschappen zorgden aan de en ene kant voor veiligheid en machtsevenwicht. Maar ze stonden ook k tegenover teg elkaar. Er kon zomaar een grote oorlog uitbreken. En dat zou ou ook gaan gebeuren ...
1907-1914
We n e n
Sarajevo
0
Bron 11
D onau
500 km
Het Europese Parlement in Brussel.
De problemen op de Balkan an (Zuidoost-Eu (Zuidoost-Europa) waren een gevaar voor de vrede. Toen de Turken ken hun mac macht in de Balkan verloren, wilden steeds meer volkeren ren in dat gebi gebied zich aansluiten bij het nieuwe koninkrijk Servië of onafhankelij onafhankelijk worden. Maar een deel van de Balkan hoorde bij Oostenrijk-Hongarije. Aan het hoofd van deze Donaumonarchie stond de Oostenrijkse keizer. Op 28 juni 1914 werd in Sarajevo, de hoofdstad van de Oostenrijkse provincie Bosnië, de Oostenrijkse troonopvolger Frans Ferdinand doodgeschoten. De dader behoorde tot de Serviërs die delen van Oostenrijk-Hongarije ew wilden samenvoegen met Servië, zodat een Groot-Servië zou ontstaan. tsta Oostenrijk-Hongarije zegde Servië de wacht cht aa aan. Zij hadden in het geval van een oorlog de steun van an Duitsland. D Rusland steunde Servië, én Rusland zocht ocht steun bij Fr Frankrijk. Frankrijk gaf die steun, waarop Rusland d zijn leger mobiliseerde. m Bron 12
16
Dwars door Europa
Het Europese Parlement in Straatsburg.
Duitsland wilde dat Rusland sland daarm daarmee ophield. Rusland weigerde. Vervolgens volge verklaarde Duitsland de oorlog aan Rusland en aan Frankrijk. rijk. Duitsland viel België binnen, op weg naar Frankrijk. rankri Dat ging Engeland te ver: Engeland verklaarde Duitsland d de oorlog. Een p paar weken na de moord d was Europa in oorlog.
1918 De Eerste Wereldoorlog eindigde met Duitsland als de grote verliezer. ezer. Duitslan Duitsland moest bij het Verdrag van Versailles veel gebieden afstaan. En Duitsland moest een enorm bedrag betalen talen voor de o oorlogsschade: 132 miljard goudmark.
1918-1939 In Duitsland was er na de Eerste Wereldoorlog veel onvrede over de uitkomsten van de Eerste Wereldoorlog. Er waren in deze periode grote problemen in Duitsland. In de jaren twintig was er een hoge inflatie, in n de d jaren dertig veel werkloosheid. Hitler maakte gebruik van de onvrede en kwam aan de macht. Hitler hield zich nie niet meer aan de afspraken van Versailles en wilde een groot Duits Rijk. In 1939 viel hij Polen binnen, het begin van de Tweede Wereldoorlog.
1945 Duitsland geeft zich over, de Tweede Wereldoorlog eindigt. Na de Tweede Wereldoorlog wilden Europese landen gaan samenwerken. Ze hoopten dat hierdoor erdoor de relat relatie tussen de landen zou verbeteren en er niet opnieuw een oorlog zou uitbreken. In 1951 begon de samenwerking met de oprichting van de Europese Gemeenschap van Kolen en Staal (EGKS). De productie van kolen en staal werd gezamenlijk geregeld. Kolen en staal zijn belangrijk voor de productie van oorlogswapens. Door deze samenwerking kon een land niet in zijn eentje oorlogswapens maken en een oorlog tegen de rest beginnen. Er waren zes leden: Nederland, West-Duitsland, Frankrijk, Italië, Luxemburg en België. In 1957 werd de EEG opgericht: de Europese Economische Gemeenschap. De landen besloten te gaan werken aan één grote interne markt. Goederen, mensen en geld kunnen in een interne markt vrij de grens over. Italiaanse wijnboeren mochten hun producten in Luxemburg verkopen, Franse werknemers mochten in Duitsland gaan n werken en Nederlanders mochten hun geld op een Belgische spaarrekening zetten. In 1993 ontstond de Europese p Unie ((EU)). In 2004 vond er een grote uitbreiding van de EU plaats met tien nieuwe lidstaten. In 2007 werden Roemen nië en Bulgarije lid. De EU telt nu 27 lidstaten.
[
Bron 14
De Europese instellingen De top van de EU is de Europese p Raad. Dit zijn alle regeringsleiders van de landen van de Europese Unie. Voor Nederland zit dus de Nederlandse ministerpresident in de Europese Raad. De Europese Raad neemt de grote, belangrijke beslissingen. Bijvoorbeeld: mag Turkije lid worden? De Europese Raad komt in Brussel bij elkaar. De Raad van Ministers neemt de andere beslissingen in de EU. Als het over visserij gaat, komen alle ministers van landbouw en visserij van alle EU-landen bij elkaar. Dan vergaderen ze bijvoorbeeld over de vraag: Hoeveel vis mogen de Europese vissers volgend jaar uit de Noordzee halen? De Raad van Ministers komt bij elkaar in Brussel. De Europese p Commissie zit ook in Brussel. De Europese Commissie voert de beslissingen van de Raad van Ministers uit. De Europese Com Commissie moet bijvoorbeeld regelen dat de Europese visvangst svan goed verloopt. Het Europese p Parlement moet controleren c of de Europese Commissie ssie goed werkt. Bijvoo Bijvoorbeeld: wordt de
visvangst goed geregeld door de Europese Commissie? Het Europese Parlement wordt door de inwoners van de EU gekozen. Het Europese Parlement vergadert afwisselend in Straatsburg en Brussel. De administratie is in Luxemburg. Daardoor moeten elke maand an ongeveer 3000 mensen (en papieren) heen en weer reizen tussen de drie steden. Als er tussen EU-landen ruziee is over de afspraken, da dan moet het Europese p Hof van Justitie aangeven wie er gelijk heeft. Het Hof van Justitie is in Luxemburg emburg geve gevestigd. Bron 13
Het Europese Hof van Justitie in Luxemburg.
UITVOERING
BLOK 1
TA AK 1
17
Mogen Sjors en Halil een baantje nemen in Frankrijk? Sjors en Halil reizen met de bus naar Kalmthout in België en stappen hier op de trein naar Brussel. ‘Veel weten we nog niet’, klaagt Halil in de trein. ‘Alleen dat een paspoort voldoende is voor België. Maar geldt dat voor elk land in Europa? En om te mogen werken, wat is daarvoor nodig?’ ‘Nog even geduld’, antwoordt Sjors. ‘Na ons bezoek aan Brussel weten we meer. Mijn moeder zei dat we eerst naar het Europese Parlement moeten gaan.’
17 Gebruik nogmaals bron 10. a
samenwerken? D o o r
samen te gaan werken hoopten de landen dat er geen oorlog meer zou komen. b
Waarom vonden de landen het verstandig om de productie van kolen en staal samen te gaan regelen?
Kolen en staal zijn belangrijk bij de productie van wapens. Door samen te gaan werken, kan niet één land veel wapens gaan produceren om een oorlog te beginnen.
16 In Brussel gaan de jongens op zoek naar het Europese Parlement. Zij kunnen de volgende dag een rondleiding krijgen. Om zich voor te bereiden op de rondleiding nemen ze een voorlichtingsfolder over de Europese Unie mee (bron 10 t/m 14). Halil valt iets op: ‘De gebeurtenissen in bron 10 zijn eigenlijk allemaal voorbeelden van “oorzaak-gevolg”.’ Vul in het schema van oorzaak-gevolgcombinaties de ontbrekende woorden in.
Waarom wilde een aantal Europese landen graag gaan
c
In 1993 kwam met de Europese Unie de interne markt tot stand. Wat mag er bij een interne markt vrij de grens over, dus zonder belemmeringen zoals invoerrechten of andere beperkingen? G o e d e r e n ,
werknemers en geld.
Oorzaak
Gevolg
Frankrijk moet Elzas-Lotharingen aan Duitsland afstaan na de verloren oorlog in 1870-1871.
Fr a n k r i j k
Duitsland bouwt een moderne industrie op en een grote oorlogsvloot.
is kwaad, wil revanche,
en wil Elzas-Lotharingen terug. Engeland is met zijn o u d e r w e t s e industrie bang voor de moderne Duitse industrie. Engeland en Frankrijk vonden dat Duitsland m i l i t a i r te sterk werd.
Duitsland wil militair en economisch sterk worden en sluit met
Frankrijk en Engeland zijn tegenstanders van Duitsland en
Oostenrijk-Hongarije en Italië de Tr i p l e
vormen samen met Rusland de Tr i p l e
Alliantie.
Na de moord op Frans Ferdinand krijgt Oostenrijk-Hongarije
Entente.
Rusland steunt Servië en vindt steun bij Fr a n k r i j k .
steun van D u i t s l a n d . Rusland mobiliseert zijn leger en wil daar niet mee stoppen.
Duitsland verklaart Rusland en Fr a n k r i j k
Na de E e r s t e
In Duitsland is er veel onvrede over de uitkomsten van de
We r e l d o o r l o g
moet Duitsland als
verliezer een enorm bedrag aan oorlogsschade betalen.
E e r s t e We r e l d o o r l o g .
De onvrede in Duitsland leidt tot de opkomst van Hitler.
Hitler wil een groot Duits Rijk. Met de inval in
Po l e n Na twee wereldoorlogen is Europa oorlogsmoe.
– In 1957: de E E G – In 1993: de E U
18
Dwars door Europa
begint de Tweede Wereldoorlog.
Europese landen gaan samenwerken: – In 1951: de E G K S
de oorlog.
18
a
Het is wel • geen fout, want h e t
Europese Pa r l e m e n t v e rg a d e r t d e e n e k e e r i n Brussel en de andere keer in S t r a a t s b u rg . b
c d
Verklaar je keuze. De stad B r u s s e l
Halil bladert verder door de folder met uitleg over de Europese Unie. Halil: ‘In bron 11 staat dat het Europese Parlement in Brussel zit. In bron 12 staat dat het in Straatsburg zit. Hoe kan dat? Staat er een fout in de folder?’ Zoek in de folder (bron 10 t/m 14) op of het een fout is.
daar zit de Europese Commissie ook en komen de Raad van Ministers en d e E u r o p e s e R a a d o o k b i j e l k a a r. 19 In bron 14 staat ook wat de instellingen doen.
‘Het is wel ingewikkeld, de organisatie van de EU’, zucht Sjors. ‘Eerst maar eens opzoeken waar alles ligt.’ Vul in bron 15 de juiste namen van de plaatsen op de stippellijntjes in. Trek met behulp van bron 14 in bron 15 lijntjes van de instellingen naar de plaats van bijeenkomst of vestiging. ‘Wel onhandig’, zegt Halil, ‘dat 3000 mensen tussen drie steden moeten pendelen. Het Europese Parlement kan beter in één stad zitten.’ ‘Ja, maar waar dan?’, vraagt Sjors. Welke stad zal Halil noemen, denk je?
Bron 15
, want
Vul hieronder de namen van de instellingen in. De E u r o p e s e
Commissie
voert de
beslissingen van de Raad van Ministers uit. Het E u r o p e s e
Hof van Justitie
spreekt
recht in de EU. De belangrijkste instelling is de E u r o p e s e De R a a d
van Ministers
Raad.
neemt de
beslissingen. Het E u r o p e s e
Pa r l e m e n t
controleert
de Europese Commissie.
Het bestuur van de Europese Unie.
Europese Raad Raad van Ministers
Amsterdam
Londen
Europese Commissie
Brussel
.....................................
Europese Parlement
Luxemburg
................................... Parijs
Straatsburg
......................................
Europese Hof van Justitie
UITVOERING
BLOK 1
TA AK 1
19
[
20
Bron 16
Werkvergunning en verblijfsvergunning.
Dwars door Europa
20
- De volgende dag gaan de jongens terug naar het Europese Parlement. Ze krijgen een rondleiding van Ilse de Baekelaar. Lees het gesprek tussen de jongens en Ilse in bron 16. Streep de foute woorden door. Halil en Sjors hebben in Frankrijk een • geen verblijfsvergunning nodig. Halil en Sjors hebben in Frankrijk een • geen werkvergunning nodig.
Bron 17
Grenzen dicht voor Bulgaren en Roemenen Werknemers uit Bulgarije en Roemenië kunnen na 1 januari 2007, wanneer de landen lid worden van de Europese Unie (EU), niet zomaar naar Nederland komen. Bedrijven die Bulgaarse en Roemeense werknemers naar Nederland willen halen, moeten ook na 1 januari een werkvergunning aanvragen. Anders komen er misschien te veel goedkope Oost-Europese arbeidskrachten naar Nederland. Vrij naar: Elsevier, 24 november 2006.
21 Lees bron 17. Waarom wil Nederland dat Roemeense en Bulgaarse werknemers alleen met een werkvergunning in Nederland mogen werken? N e d e r l a n d
is bang dat deze werknemers zo goedkoop zijn, dat Nederlandse bedrijven hun eigen dure Nederlandse werknemers ontslaan en goedkope werknemers uit Oost-Europa aannemen.
22
GaMMa-site Bij opdracht 10 had je de computer nodig. Heb je deze opdracht nog niet gedaan, doen hem dan nu.
[ Weten en kunnen Taak 1 Uit deze taak moet je goed weten: 1 welke soorten kostprijsverhogende belastingen er zijn (bron 5); 2 dat de subsidie en accijns de prijs van een product veranderen (opdracht 11); 3 waarom een grens nog steeds belangrijk is (opdracht 3); 4 wat de aanleiding was van de Eerste en Tweede Wereldoorlog (bron 10); 5 hoe de Europese Unie is ontstaan (bron 10); 6 wat de interne markt is (bron 10); 7 door welke instellingen de Europese Unie bestuurd wordt (bron 14); 8 wie binnen de EU wel en niet een verblijfsvergunning en werkvergunning nodig hebben (bron 16). En het volgende moet je goed kunnen: 9 de begrippen toepassen; 10 met het btw-percentage kunnen rekenen (opdracht 9); 11 oorzaken en gevolgen uit een tekst halen (opdracht 13 en 16).
UITVOERING
BLOK 1
TA AK 1
21
TAAK 2
Werken bij de boer
Halil en Sjors rijden met de TGV van Brussel naar NoordFrankrijk. Ze gaan op zoek naar een boer die voor hen een baantje heeft. Ze willen geld verdienen voor een vakantie in Spanje. Eerder op de dag hebben de jongens in een internetcafé in Brussel wat informatie over Europa uitgeprint. ‘Kijk, dit is wel geinig!’, zegt Halil terwijl het landschap aan hen voorbijschiet. ‘Hier staat een stukje over wat bekende Nederlanders van de EU vinden.’
1
Lees bron 18. In bron 18 wordt gesproken over handelsbelemmeringen: alles wat landen doen om de handel met andere landen tegen te gaan. Wie zegt dat er vroeger meer handelsbelemmeringen in Europa waren? A Marlies Dekkers B Aldith Hunkar C Jerney Kaagman
2 a Zie taak 1. Door de interne markt van de Europese Unie kunnen goederen, mensen en geld in Europa vrij de grens over. Er zijn bij een interne markt dus geen • wel invoerrechten. In bron 18 staan twee zinnen die een voorbeeld geven van de interne markt. Kleur deze zinnen groen. In bron 18 wordt ook een nadeel van de interne markt genoemd. Kleur deze zin rood.
Is de Europese Unie oneerlijk? [
Bron 18
Drie bekende Nederlanders over Europa.
Wat merkt u van de samenwerking tussen Europese landen? Marlies Dekkers (modeontwerpster): ‘Toen ik net begon met mijn lingeriebedrijf, ging ik drie keer per week met lingerie de grens met België over. Dan stond ik bij de grens voor een woud van loketten. Ik wist niet wat ik moest doen. Voor een jong opstartend bedrijf is dat moeilijk. Elke keer dat ik er nu voorbijrijd, ben ik blij dat ze al die loketten hebben gesloten.’ Wat vindt u van de uitvoer van Europese landbouwproducten met subsidie? Aldith Hunkar (nieuwslezeres): ‘Het is een schande dat het bestaat. Het is oneerlijk! Dat zeg ik als tropische vrouw! Ik ken de boeren in de tropen en de situatie is daar zo slecht! Zij worden niet geholpen door de overheid met subsidies. Europese boeren worden wel geholpen. Boeren in de tropen zijn het slachtoffer van oneerlijke concurrentie.’ Wat vindt u goed aan de EU? Jerney Kaagman (zangeres, jurylid Idols): ‘De euro. Ik vind het makkelijk. Ik vind het ook leuk, dat ik zo met m’n auto in Frankrijk en in Spanje hup de grens over kan. Wat beter kan, zijn de controles, bijvoorbeeld op drugs. Soms denk ik daarom: gooi ze maar weer dicht!’ Wat vindt u van de subsidies? ‘Daar moet minder geld naar toe. Afrika is nu het slachtoffer van de subsidies.’ Vrij naar: http://www.eu.nl/nederland.
= groen = rood
22
Dwars door Europa
b c
3
Toen je het smokkelverhaal in Putte las (bron 7), heb je geleerd wat het doel van subsidies is (bron 6). Streep de foute woorden door. Een subsidie op een product maakt een product goedkoper • duurder. De Europese Unie geeft de boeren in Europa subsidies om meer • minder landbouwproducten te kunnen uitvoeren naar landen buiten de Europese Unie. Jerney Kaagman en Aldith Hunkar zijn het niet eens met de subsidies van het Europese landbouwbeleid.
a
b
Ze vinden het asociaal. Waarom? E u r o p a
verkoopt zijn landbouwproducten goedkoop in de rest van de wereld. Hierdoor kunnen de boeren in bijvoorbeeld Afrika en de tropen hun producten niet meer kwijt. [
Bron 19
Protectie wordt minder De Europese Unie biedt zijn 78 vroegere koloniën vrije toegang tot Europa. Bijna alle handelsbelemmeringen worden opgeheven. Vlees, zuivel, granen, fruit en groenten kunnen zonder beperkingen worden verkocht aan de landen van de EU. Alleen voor rijst en suiker geldt dit niet. De heffingen op suiker blijven nog tot 2015 bestaan, omdat de Europese suikerproducenten de concurrentie nog niet aankunnen. Voor rijst is nog geen einddatum.
4 Lees bron 19. Geïmporteerde suiker, bijvoorbeeld uit Brazilië, wordt door de Europese Unie met invoerrechten duurder gemaakt. Dit noem je protectie. Protectie betekent letterlijk ‘bescherming’. Wie wil de Europese Unie beschermen met de invoer-
a
rechten op geïmporteerde suiker? D e
Europese
6
Halil en Sjors vinden werk bij Pierre Laurent (bron 20), in de buurt van Caen in Normandië. Vul in bron 21 op de juiste plaats de volgende namen in: Brussel • Caen • Parijs • Normandië • Het Kanaal. Gebruik de atlas. Bron 21
Halil en Sjors reizen van Brussel naar Caen.
suikerproducenten. b
Waarom wil de EU deze producenten beschermen? Gebruik in je antwoord het begrip ‘concurrentie’.
De Europese suikerproducenten kunnen de concurrentie met de goedkope suiker uit Brazilië (nog) niet aan. 5
Streep de foute woorden door. Tussen de landen van de Europese Unie zijn geen • wel handelsbelemmeringen. Tussen de Europese Unie en de rest van de wereld zijn geen • wel handelsbelemmeringen. De handelsbelemmeringen tussen de Europese Unie en de rest van de wereld worden steeds groter • kleiner.
[
Sjors en Halil helpen Pierre en Richard mee met het schoonmaken van de stallen, het melken van de koeien en het bewerken van het land. Op een dag vertellen ze aan Richard dat bekende Nederlanders klagen over de landbouwsubsidies in Europa. Er ontstaat een interessante discussie.
Bron 20
Pierre Laurent heeft een gemengd bedrijf in de buurt van Caen in Normandië. Zijn oudste zoon Richard (22) wil zijn vader opvolgen. Maar zijn vader wil het bedrijf liever verkopen. Hij ziet voor zijn zoon geen toekomst.
UITVOERING
BLOK 1
TA AK 2
23
[
24
Bron 22
Dwars door Europa
7
Lees in bron 22 de discussie tussen Halil, Sjors en Richard. Waarom was de prijs van tarwe vroeger zo laag? A De vraag naar tarwe was groot. B Het aanbod van tarwe was groot. C Het aanbod van tarwe was klein.
11 Geef, met behulp van bron 22, voor iedere groep met een lijn aan of het oude landbouwbeleid, met garantieprijzen en handelsbelemmeringen, voordelig of nadelig was. Europese consument
8 Gebruik bron 22. Streep de foute woorden door. a b
c
d e
Zonder hulp van de EU aan de boeren was de prijs van landbouwproducten voor de boeren heel hoog • laag. Boeren in Europa kregen van de EU een bepaalde minimale prijs voor hun producten zodat ze een redelijk inkomen hadden. Deze minimale prijs voor hun producten noemen we subsidie • de garantieprijs • een quotum. Door de hoge prijzen was het voor boeren wel • niet interessant om meer te produceren. Er kwamen daardoor steeds meer • minder grote bedrijven. Er ontstonden in Europa voedseltekorten • voedseloverschotten. De EU was zo steeds meer • minder geld kwijt aan het opkopen van de overschotten. De EU stelde een grens vast. Dit noemen we subsidie • de garantieprijs • een quotum. Boeren in Europa werden door de EU met geld geholpen om hun producten goedkoop te kunnen uitvoeren naar de rest van de wereld. Dit noemen we exportsubsidie • de garantieprijs • een quotum.
Europese boer boer in de Verenigde Staten boer in een ontwikkelingsland
12 De EU is bezig om de garantieprijzen en de subsidies af te schaffen. Hoe kunnen de Europese boeren dat overleven? D e
EU geeft geld (extra inkomen) aan de boeren als ze goed op het milieu letten en goed zijn voor de dieren.
13 a Richard vindt de subsidie van de Europese Unie wel eerlijk. Aldith Hunkar (bron 18) niet. Waarom hebben zij een verschillende mening? Vul aan: Aldith Hunkar vindt de subsidies voor producten die naar arme landen uitgevoerd worden oneerlijk,
Maar binnen de EU is de prijs van suiker hoog. Hoe kan dat? Kruis de twee oorzaken aan. ò De productie van suiker is in Europa duurder dan in de rest van de wereld. ò De boeren krijgen een lage garantieprijs. ò Geïmporteerde suiker uit Brazilië wordt met subsidie goedkoper gemaakt. ò Geïmporteerde suiker uit Brazilië wordt met invoerrechten duurder gemaakt.
vlees uit Europa tegen lage prijzen in winkels in Afrika. Hoe kan dat? D e
Europese Unie gaf subsidie aan de boeren. Daardoor kon het vlees goedkoop verkocht worden aan Afrika.
nadelig
Afrikaanse boer die tomaten naar de EU uitvoert
9 Gebruik bron 22. De wereldprijs van suiker is laag.
10 Gebruik bron 22. In Europa is vlees duur. Toch lag het
voordelig
omdat b o e r e n
in ontwikkelingslanden geen hulp krijgen van de overheid en Europese boeren wel. Richard vindt de subsidies voor uitgevoerde producten naar arme landen wel eerlijk, omdat z i j n
kosten veel hoger zijn dan die van boeren in arme landen.
b
Waarom is Aldith door haar achtergrond extra boos over de subsidies? Z i j
is een ‘tropische vrouw ’. Zij leeft (volgens haarzelf ) meer mee met de ontwikkelingslanden dan een blanke, in Europa g e b o r e n , v r o u w.
UITVOERING
BLOK 1
TA AK 2
25
De toekomst van de landbouw Bron 23
Prijzen van de landbouwproducten stijgen Tot voor kort lustten Chinezen geen melk en kaas. Nu wel. De Chinezen en Indiërs hebben door de gestegen welvaart ineens een veel westerser eetpatroon overgenomen. Ze nemen geen genoegen meer met een kommetje rijst: massaal zijn ze vlees en zuivel gaan consumeren. De gestegen welvaart in het Verre Oosten is de belangrijkste oorzaak van de sterke prijsstijgingen. Landbouwprijzen rijzen wereldwijd de pan uit en Nederlandse boeren verdienen plots geld als water. Tot 2014 blijft Europa hen echter royaal aan extra inkomen helpen. Johan Kodde heeft melkkoeien in het Zeeuwse Arnemuiden. De prijzen van al dat vee zijn flink opgelopen, zegt Kodde. Neem een drachtige pink van anderhalf jaar oud. Daar krijgt hij op de veemarkt zo € 1.000 voor. Een paar jaar geleden mocht je met € 700 in je handen knijpen. ‘Er is momenteel een groot tekort aan koeien en kalveren. Handelaren verkopen ze aan heel de wereld, tot Rusland en Afrika aan toe.’ Per jaar geven Koddes koeien 560.000 liter melk. Meer mag niet; dat staat zijn melkquotum niet toe. Tot kortgeleden was de boete (de ‘superheffing’) die hij daarvoor kreeg hoger dan de prijs voor de geleverde melk. Via het riool laten weglekken was dus voordeliger geweest.
De tijden zijn veranderd. Want je kon het teveel aan melk aan Campina leveren. De opbrengsten daarvan waren hoger dan de boete die ze kregen. Dat was nog nooit vertoond! Want in de zomer van 2006 was de melkprijs lager dan ooit. Nog geen dertig cent per liter kregen de boeren ervoor. Toen begonnen de prijzen ineens te stijgen. En hoe. Ruim een jaar later kregen de boeren 45 cent per liter voor hun melk. ‘Een enorme verrassing. Niemand had die prijsstijging zien aankomen’, zegt Kodde. Al tientallen jaren waren de prijzen van landbouwproducten alleen maar gedaald. ‘Eindelijk is het weer eens goed verdienen,’ zegt Kodde.
Vrij naar: Intermediair, 11 maart 2008.
Bron 24
Het oude landbouwbeleid van de Europese Unie was niet meer vol te houden. Het kostte enorm veel geld. En ging steeds meer geld kosten met het toetreden van een aantal Oost-Europese landen. Ook klaagden landen buiten de EU over het Europese landbouwbeleid. De steun aan de boeren vonden zij oneerlijk, er moet op wereldniveau eerlijke concurrentie zijn, zonder overheidssteun. Sinds 2003 is daardoor voor bijna alle landbouwproducten een nieuw systeem van kracht in Europa: boeren krijgen jaarlijks een vast bedrag aan inkomenssteun overgemaakt, dat vooral afhankelijk is Vrij naar: Intermediair, 11 maart 2008.
26
Dwars door Europa
van het aantal hectaren land dat ze bezitten. Garantieprijzen zijn er nauwelijks meer. Het huidige systeem blijft tot en met 2013 in werking. Pas dan kunnen de EU-landen de ondersteuning aanpassen of (gedeeltelijk) afschaffen. Hetzelfde geldt overigens voor de melk- en andere quota, een overblijfsel uit de jaren tachtig om overproductie tegen te gaan. Inmiddels slaat het nergens meer op dat boeren zoals Kodde een boete krijgen als ze meer melk produceren dan het hun toegestane quotum, want de wereldwijde vraag naar melk is enorm. Maar regels zijn regels.
14 Lees bron 23 en 24. a
b
Waarom wordt het Europese landbouwbeleid zoveel duurder als landen uit Oost-Europa lid worden van de Europese Unie? I n
die landen zijn veel
boeren. b
Waarom hadden de boeren buiten de Europese Unie last van het Europese landbouwbeleid? D o o r
de invoerrechten konden zij minder naar Europa exporteren. Door de Europese exportsubsidies hadden zij zware concurrentie van goedkope Europese producten in eigen land. c
Hoe ziet het Europese landbouwbeleid er in de periode 2008-2013 uit? Streep de foute woorden door. De garantieprijzen aan boeren in Europa bestaan nog steeds • zijn (bijna) afgeschaft. De productiequota bestaan nog steeds • zijn (bijna) afgeschaft. De inkomenssteun aan boeren bestaat nog steeds • is (bijna) afgeschaft.
15 a
-
Waarom zijn de prijzen van landbouwproducten
na 2006 zo snel gestegen? D e
vraag is sterk toegenomen, vooral door de gestegen w e l v a a r t i n h e t Ve r r e O o s t e n . b
Geef twee punten van kritiek op het nieuwe Europese landbouwbeleid in deze tijd van hoge landbouwprijzen. D e
boeren verdienen goed, zij hebben geen inkomenssteun nodig. Een quotum is vreemd als er op de wereld een grote behoefte aan landbouwproducten is. 16
a
-
Richard voorspelt in bron 22 dat ook bij suiker de garantieprijzen en exportsubsidies minder worden. Bron 25 laat zien dat Richard gelijk had. Wie zijn de dupe van het verlagen van de garantieprijzen van suiker? Noem twee groepen en verklaar je antwoord. D e
Europese boeren, zij k r i j g e n g e e n h o g e g a r a n t i e p r i j s m e e r. Boeren in een aantal ontwikkelingslanden. Zij kregen ook de hoge garantieprijs.
Wie profiteren van het verlagen van de garantieprijzen van suiker? Noem twee groepen en verklaar je antwoord. Fr i s d r a n k p r o d u c e n t e n ,
zoals Coca- Cola. Zij kopen de suiker goedkoper in. Grote suikerproducenten a l s B r a z i l i ë e n Th a i l a n d , z i j h e b b e n n u minder concurrentie van Europese suikerproducenten. Bron 25
En de winnaar is ... Coca-Cola Fabrikanten van frisdrank, koekjes, toetjes en snoep lachen in hun vuistje. Zij krijgen straks goedkopere suiker als grondstof. Bietentelers in Europa, maar ook de suikerriettelers in een groot aantal ontwikkelingslanden zijn de dupe van de hervorming. De torenhoge subsidies en garantieprijzen gaan omlaag. Nu krijgt een suikerbietenteler nog een garantieprijs van de EU voor zijn suiker die drie keer zo hoog is als de wereldmarktprijs. Die prijs gaat de komende jaren in stappen omlaag met 39%. Telers worden voor 60% gecompenseerd voor het verlies van de garantieprijs in de vorm van een directe inkomenssteun. Goed nieuws voor de producenten in ontwikkelingslanden, die nu een eerlijker toegang tot de Europese markt krijgen, zou je denken. Maar dat is maar een beetje waar. Voor grote suikerproducenten als Brazilië en Thailand is het inderdaad goed nieuws. Samen met Australië klaagden zij over de oneerlijke concurrentie. Maar erg arm zijn de suikerproducenten in die landen niet. De afbraak van de subsidies komt hard aan in gebieden waar de suikerboeren wel arm zijn, in de voormalige koloniën in Afrika, de Cariben en de Pacific. Want twintig van deze landen mogen nu nog suiker afzetten op de Europese markt voor dezelfde garantieprijs als de Europese boeren. Wordt die prijs lager, dan zal de Europese afzetmarkt voor veel kleine suikerboeren verloren gaan. De hoge transportkosten plus de relatief hoge productiekosten kunnen dan niet meer worden terugverdiend. Voor een aantal ontwikkelingslanden is de EU de belangrijkste markt voor hun suiker. Op andere exportmarkten kunnen zij niet concurreren. De grote winnaar van het spel is de industrie die suiker als grondstof heeft. Deze ‘gebruikers’ van suiker, de producenten van frisdrank, koekjes, chocola en snoep, zullen hun suiker goedkoper kunnen kopen. Vrij naar: http://www.wb-online.nl. UITVOERING
BLOK 1
TA AK 2
27
17
-
Het afbouwen van de protectie bij suiker begon in 2006. De wereldhandel wordt steeds vrijer. Of niet? Berichten over protectie blijven opduiken. Lees bron 27 en 28. In de bronnen staan voorbeelden van protectie. Geef aan de hand van de twee bronnen bij de letters A, B, C en D van bron 26 aan of er sprake van protectie is. En zo ja, welke protectie. A = We l
protectie: exportsubsidies op varkensvlees door de EU. protectie. De export van bananen naar de EU is vrij.
Bron 27
Chiquita naar Afrika Chiquita gaat bananen exporteren vanuit Angola en Mozambique. Zonder invoerrechten. Chiquita kiest voor Afrika omdat bananen uit Afrika blijvend prijsconcurrerend zouden zijn, zelfs als de invoerrechten van de EU op LatijnsAmerikaanse bananen in de toekomst behoorlijk dalen.
B = Geen
Vrij naar: PRNewswire, 5 maart 2008.
Bron 28
C = We l
protectie: invoerrechten op bananen uit Latijns Amerika.
D = We l
protectie: exportsubsidies op varkensvlees. Ontwikkelingslanden mogen de invoerrechten verhogen.
Bron 26
Rusland, voormalige Sovjetrepubliek, China, Hongkong
Angola en Mozambique B
A
EU geeft weer subsidie op de export van varkensvlees De EU gaat de varkensexport subsidiëren omdat er ‘moeilijke marktomstandigheden’ zijn. In de varkenssector wordt momenteel geen winst gemaakt, omdat de prijzen van granen voor veevoer erg hoog zijn. De exportsubsidies gelden voor alle bestemmingen. Maar ervaringen uit het verleden hebben geleerd dat de belangrijkste bestemmingen Rusland, andere voormalige Sovjetrepublieken, China en Hongkong zullen zijn. Ontwikkelingslanden kunnen nadeel hebben van de exportsubsidies. Maar zij mogen volgens internationale afspraken, als ze dat nodig vinden, hogere invoerrechten heffen dan ze nu doen. Vrij naar: NRC Handelsblad, 27 november 2007 en kamervragen PvdD in de Tweede Kamer.
De Europese Unie
D
Ontwikkelingslanden
18 C
Latijns Amerika
= goederenexport
28
Dwars door Europa
19
GaMMa-site
- Zoek op internet een modern voorbeeld van protectie. Print het voorbeeld uit en plak het op de volgende bladzijde op. Leg onder het opgeplakte voorbeeld uit om wat voor soort protectie het gaat. De EU is net een mens, met goede en slechte eigenschappen. Bekijk een aantal goede en slechte kanten van de EU. Ga naar de GaMMa-site ˘ opdrachten ˘ themaboek Dwars door Europa ˘ taak 2 ˘ Hoe aardig is de EU?
[ Weten en kunnen Taak 2 Uit deze taak moet je goed weten: 1 welke vormen van handelsbelemmeringen er bestaan en hoe ze werken (opdracht 1); 2 waarom de EU aan protectie doet (opdracht 4, bron 19); 3 waarom de subsidie voor Europese boeren slecht is voor ontwikkelingslanden (opdracht 3, bron 18); 4 hoe de Europese Unie vroeger, nu en in de toekomst met de boeren omgaat (bron 22 en 24); 5 wie er voordeel en wie er nadeel hebben van het afschaffen van het oude Europese landbouwbeleid (opdracht 16). En het volgende moet je goed kunnen: 6 de begrippen toepassen; 7 begrijpen dat mensen verschillende meningen hebben, omdat hun plaats in de maatschappij anders is (opdracht 13).
UITVOERING
BLOK 1
TA AK 2
29
TAAK 3
Bron 29
Eén land, zoveel verschillende mensen
‘De Geest’
Halil en Sjors hebben genoeg geld verdiend om twee weken vakantie in Spanje te vieren. Maar Spanje is een groot land. Wat is een leuk gebied om naartoe te gaan?, vragen ze zich af. ‘Eerst maar eens de grens over!’ Ze stappen op de trein. In de trein horen ze van een groot probleem in Europa.
Oppassen voor de politie 1
In de trein naar Spanje raken Sjors en Halil aan de praat met twee jongemannen, Manuel en Pius. Lees hun verhaal in bron 29 en 30. Streep de foute woorden door. Manuel heeft een • geen verblijfsvergunning. Pius heeft een • geen verblijfsvergunning. Zonder verblijfsvergunning ben je legaal • illegaal in het land.
2 Lees bron 31. a
Hoeveel illegalen kregen in 2005, net als Pius, een verblijfsvergunning van Spanje? 7 0 0
000 Vrij naar: Godelief Swank op http://www.25xeurope.com.
mensen. b
Geef twee redenen waarom de EU het geven van verblijfsvergunningen aan grote groepen tegelijkertijd wil afschaffen. A l s
één land aan een grote g r o e p e e n v e r b l i j f s v e rg u n n i n g g e e f t , kunnen deze mensen overal in de EU gaan wonen. En het motiveert mensen buiten de EU om als vluchteling een kans te wagen in de EU.
3
Lees bron 32.
a
Leg uit wat vergrijzing is. Ve rg r i j z i n g
b
Het aantal ouderen stijgt in bron 32 van 28% van de bevolking (in 1975) naar 48% van de bevolking (in 2025). Vul aan: het aandeel ouderen stijgt van 1975
wil zeggen dat ouderen een steeds groter deel van de bevolking uitmaken.
naar 2025 met ( 4 8
– 28) : 28 = 71,4
%.
4 a In het staafdiagram in bron 32 staan de groepen ouderen, werkende mensen en de rest. Wie worden er bedoeld met de rest? O n d e r
andere mensen die niet kunnen werken of mensen die geen baan kunnen vinden. Ook kinder e n h o r e n b i j d e z e g r o e p. 30
Manuel (26): ‘Ik kom uit Colombia. Daar studeerde ik journalistiek. Vier jaar geleden ben ik naar Spanje gekomen. Ik deed mijn afstudeerstage hier in Madrid. Maar ik ben nooit meer teruggegaan. Spanje is een fijn land. Heel open en democratisch. Heel anders dan Colombia. Ik woon nu in Madrid, in de wijk Lavapiés. Lavapiés noemen ze ook wel de joodse wijk, omdat er veel joden wonen. Veel mensen in de wijk zijn illegaal, net als ik. Ook zij hebben geen verblijfsvergunning. Natuurlijk ben ik bang om gepakt te worden, maar je leert ermee leven. Ik blijf wel altijd alert op politieauto’s. En soms … soms ben ik er, en dan weer een paar dagen niet. Daarom noemen mijn vrienden mij “De Geest”.’
Dwars door Europa
Bron 30
Pius (22): ‘Ik ben geboren in Gambia. Ik had in mijn eigen land nul komma nul vooruitzicht. Ik ben met een boot vol Afrikanen gevlucht. Voor de reis moesten we 800 dollar betalen. In een oude halfverrotte roeiboot maakten we de oversteek naar de Canarische Eilanden. Daar zaten we dan, met zo’n 100 man op elkaar gepropt. Door de hoge golven sloegen twee vrienden van mij overboord. Als het ook maar iets harder had gewaaid, waren we door de hoge golven allemaal omgekomen. Vlak voor de kust van de Canarische Eilanden begaf de motor het. Na twee dagen rondgedobberd te hebben zijn we door de Spaanse kustwacht opgepikt. Ik had daarna veel geluk: ik kreeg in Spanje een verblijfsvergunning. Nu werk ik bij een wijnboer, samen met andere ZuidAmerikanen. Het is zwaar werk, vooral als de druiven geoogst worden. Dan ga ik bijna door mijn rug vanwege het gewicht van de mand. Maar ik klaag niet. Ik heb een inkomen en ik kan aan een gezin gaan denken!’
Bron 31
[
Bron 32
Europa kan niet zonder immigranten
In Europa leven (naar schatting) zo’n acht miljoen illegale migranten. Ongeveer 90 000 illegale migranten worden per jaar teruggestuurd. Een deel van de illegale migranten heeft de afgelopen jaren een verblijfsvergunning gekregen. Met name landen als Spanje, Italië en Griekenland hebben de afgelopen jaren door een ‘generaal pardon’ grote groepen illegalen een permanente verblijfsvergunning gegeven. In Spanje ging het om 800 000, in Italië om 600 000 en in Griekenland om 200 000 illegalen. De EU-regeringen in Europa willen het geven van verblijfsvergunning aan een grote groep mensen tegelijkertijd beperken en buitengrenzen strenger bewaken. Het voorstel is om alleen na Europees overleg een grote groep illegalen in één keer een verblijfsvergunning te geven. Want het verstrekken van een verblijfsvergunning in één land betekent dat iemand tevens een verblijfsvergunning heeft voor de hele EU.
Europeanen worden steeds ouder. En daarmee groeit het aantal ouderen flink. Dit noem je vergrijzing. De groeiende groep ouderen kost de overheden veel geld. Ouderen hebben meer kostbare zorg nodig, maar werken vaak niet. Wie gaat deze zorg betalen? De kosten voor de ouderen komen op de schouders van werkende mensen. Zij betalen immers de meeste belasting. Maar deze groep wordt steeds kleiner. En dat is een probleem. Het kan een oplossing zijn immigranten van buiten de Europese Unie te halen. De komende jaren zal de Europese Commissie zich over dit probleem buigen. Eén van de plannen is al bekend: immigranten inzetten voor seizoensarbeid moet gemakkelijker worden. Spanje doet dit op het moment al. Het heeft overeenkomsten gesloten met ZuidAmerikaanse landen voor werknemers in de landbouw.
Vrij naar: NRC Handelsblad, 8 juli 2008.
2005: 700 000 illegale immigranten in Spanje krijgen een verblijfsvergunning. 2006: ongeveer 31 000 illegale Afrikanen slagen erin met bootjes de Canarische Eilanden te bereiken. Vanuit de Canarische Eilanden reizen ze naar het Spaanse vasteland. 2007: Spanje roept de hulp in van de Europese Unie, omdat het land de massale toestroom van illegale immigranten niet aankan. Vrij naar: nrc.nl, 16 april 2007. Vrij naar: Elsevier.nl, 27 december 2007.
5 b
Lees bron 30 en 32. Waarom heeft de EU immigranten
a
nodig? E u r o p a
v e rg r i j s t . E r z i j n v e e l jonge arbeidskrachten nodig om het zware werk te doen.
c
probleem. M e e r
mensen werken, dus dat betekent meer belastingopbrengsten en meer geld om de ouderen te onderhouden.
Pius (bron 30) werkt veel samen met mensen uit ZuidAmerika. Waarom is dit logisch? S p a n j e
heeft overeenkomsten gesloten met ZuidAmerika voor arbeidskrachten in de l a n d b o u w.
- Lees bron 32. Verdedig de stelling dat het inzetten van seizoensarbeiders een oplossing is voor het vergrijzings-
b
Verdedig de stelling dat het inzetten van seizoensarbeiders geen oplossing is voor het vergrijzingsprobleem. H e t
zijn tijdelijke arbeidskrachten, de opbouw van de bevolking (in verhouding veel ouderen) blijft hetzelfde.
UITVOERING
BLOK 1
TA AK 3
31
6
- ‘Als Europa arbeidskrachten nodig heeft en mensen uit de arme delen van de wereld willen hier graag komen werken, wat is dan het probleem?’, vraagt Sjors zich af. Bedenk twee redenen waarom de Europese landen het wel een probleem vinden als veel illegale werknemers ze komen illegaal binnen, Europese landen weten dan niet hoeveel er binnenstromen. Illegale werknemers kunnen uitgebuit worden door hun b a a s . Z i j s t a a n i m m e r s n e rg e n s geregistreerd en kunnen met problemen niet naar de politie. Ook kunnen er spanningen ontstaan tussen de bevolking en de buitenl a n d s e w e r k n e m e r s . We r k n e m e r s kunnen ontslagen worden, omdat het bedrijf liever goedkope buitenlandse werknemers in dienst neemt.
8 Veel verschillende bevolkingsgroepen in één land kunnen problemen geven. Geef hiervan een voorbeeld.
Geweld tussen de groepen, bijvoorbeeld bomaanslagen. Bevolkingsgroepen willen zich soms afscheiden en een eigen staat vormen.
Europa binnenkomen. B i j v o o r b e e l d :
7
In bron 33 staan drie belangrijke Spaanse bevolkingsgroepen. In andere bronnen zijn ook een paar groepen genoemd. Schrijf hieronder zeven bevolkingsgroepen in Spanje op.
Ba s k e n Catalanen Galiciërs Joden Afrikanen Z u i d -A m e r i k a n e n Gitanos (zigeuners)
Om een leuke streek te vinden, bekijken Sjors en Halil een folder over Spanje (bron 34).
[
Bron 34
Het Spaanse koninkrijk is ee n van de groo landbouwpro tste ducenten van West-Europa. produceert on Sp anje der meer olijv en, kurk, fruit nen, sinaasap (citroepelen), wijn en Spaanse sher Vier procent va ry. n de waarde va n alle geprodu goederen en di ceerde ensten (bbp) komt van de la De industriële n db ouw. sector produce ert 31% van h De grootste bi et bbp. jdrage aan het bbp wordt ge door de dienst leverd ensector, nam el ijk 65%. De vo naamste sect ororen zijn de ba nkensector en toerisme. het De verschillen tussen de regi o’s zijn groot. vindt men vo Toerisme oral aan de Sp aa nse Costa’s, zo Costa Brava, B als de arcelona, de C osta Dorada en Costa del Sol. de De voornaam ste industrieg ebieden van Sp liggen in Baske anje nland en in C atalonië. Belan industrieën zi grijke jn de scheepsb ouw, de textie de staalindust l, rie, de voedse lverwerking, chemische in olie en dustrie en de auto-industri e.
Vrij naar: de Vlaamse Overheid, Departement Landbouw en Visserij, AM&S.
Bron 33
De bevolking van Spanje Sommige bevolkingsgroepen in Spanje onderscheiden zich duidelijk van de rest: de Catalanen in het noordoosten, de Basken in het noorden, de Galiciërs
CATALONIË
32
Dwars door Europa
GALICIË
in het noordwesten. Zij hebben hun eigen ‘officieel erkende’ taal. Net als de Friezen in Nederland. Ook leven er in Spanje veel Gitanos, ofwel zigeuners. Zij maken 2% van de Spaanse bevolking uit. BASKENLAND