ONDERWIJSKRANT HAVO/VWO
POLITIEKE KEUZES HOE GAAN WE BEZUINIGEN?
Door de wereldwijde economische crisis zijn de inkomsten van de overheid gedaald en de uitgaven gestegen. Nederland heeft in 2011 naar verwachting een schuld van 406 miljard euro. Daar betaalt de regering ongeveer 11,3 miljard rente over. Deze schuld groeit doordat de regering meer geld uitgeeft dan er binnen komt. In 2011 komt de regering waarschijnlijk 24,3 miljard euro tekort. Je kunt je voorstellen dat er bezuinigd moet worden om het tekort te verminderen. Over de omvang van de bezuinigingen en de vraag waarop je moet bezuinigen verschillen de politieke partijen van mening. Deze krant gaat over de bezuinigingen en de politieke keuzes die daarbij horen.
Donderslag bij heldere hemel? Elk jaar met Prinsjesdag komt de regering met een Rijksbegroting en een Miljoenennota voor het volgende jaar. Daarin staan de plannen van het kabinet. Als je deze documenten uit de afgelopen jaren leest, zie je dat men in 2007 en 2008 heel positief naar de toekomst keek; er was geen vuiltje aan de lucht. Er zou in 2011 een overschot op de begroting zijn en de overheidsschuld zou lager zijn dan in de afgelopen dertig jaar of zelfs op het laagste niveau sinds 1848. Deze verwachtingen werden echter ingehaald door de kredietcrisis en de wereldwijde economische crisis die daarna uitbrak. Aandelenkoersen daalden scherp en banken gingen failliet of werden met steun van de overheid overeind gehouden. Banken vertrouwden elkaar niet meer en ook burgers en bedrijven konden moeilijker geld lenen bij de bank. Daardoor en door de berichten in de media kregen zij minder ver-
trouwen in de economie. Gevolg daarvan is dat mensen grote uitgaven uitstellen en bedrijven geen nieuwe investeringen doen. De wereldhandel zakte in, waardoor de Nederlandse economie een klap kreeg, in 2009 kromp de economie met 4 procent. Inmiddels lijkt de economie langzaam weer wat op te krabbelen.
Politieke gevolgen Tot zover de economie, nu terug naar de politiek. Omgevingsfactoren kunnen de mogelijkheden voor het overheidsbeleid beperken of verruimen. De economische crisis laat dat goed zien. De overheid krijgt minder geld binnen, maar tegelijkertijd moet de overheid meer doen. Als de economie krimpt, wordt er minder verdiend en geven de burgers minder geld uit, dus krijgt de regering minder belasting binnen. Maar de regering moet tegelijkertijd meer geld
uitgeven: aan werkloosheidsuitkeringen, om banken overeind te houden en om de rente over de groeiende staatsschuld te betalen. Inmiddels is de bodem van de schatkist in zicht, dus moet er bezuinigd worden.
istockphoto.com
WAAROM BEZUINIGEN?
INHOUD Goed om te weten
2
Wie heeft gewonnen…
2
… en hoe komt dat?
3
Wat kost dat?
3
Politici aan het woord
4
Twisten in de Trêveszaal
5
Hoe bezuinig jij?
5
Een kleinere overheid
6
Saneren? Gewoon proberen!
6
Het koopkrachtplaatje
7
Bezuinigen in het buitenland
7
Algemeen belang of politieke keuze?
8
Bezuinigingen in het verleden
8
POLITIEKE KEUZES. HOE GAAN WE BEZUINIGEN?
1
Hoeveel bezuinigen? Het kabinet-Balkenende heeft in de plannen voor 2011 gezet dat de maatregelen om de crisis te bestrijden worden afgebouwd. Daarnaast hebben ze voor 5 miljard aan bezuinigingen gepland. Daarmee zijn we er nog niet. Ook het kabinet-Rutte gaat bezuinigen. Dit kabinet wil dat de overheid in 2015 18 miljard per jaar minder uitgeeft dan nu. Dat gaat natuurlijk niet zomaar, in de komende jaren moeten er allerlei maatregelen worden genomen om dit doel te bereiken. Politici zijn het niet eens over de vraag welke maatregelen de beste zijn, dat hangt natuurlijk af van hun politieke ideologie. Maar politici zijn het ook niet eens over de omvang van de bezuinigingen. Sommige partijen vinden dat het wel een onsje minder kan, bijvoorbeeld omdat we met een bezuiniging van 15 miljard ook al voldoen aan de afspraken die we in de Europese Unie hebben gemaakt over de overheidsfinanciën. Wat voor bedrag het ook wordt: de komende jaren moeten er belangrijke politieke keuzes gemaakt worden, dat staat als een paal boven water.
WIE HEEFT GEWONNEN… Waarop gaat het kabinet bezuinigen en waarop niet? Dat kun je lezen in het regeerakkoord. De afspraken in dat regeerakkoord zijn het resultaat van onderhandelingen tussen VVD, CDA en PVV. Maar hoe zijn die afspraken precies tot stand gekomen? Welke partij heeft de onderhandelingen ‘gewonnen’? Niet alleen bij verkiezingen, maar ook bij een formatieproces wordt er door de media vaak een ’winnaar’ aangewezen: de partij die in de onderhandelingen het meest haar zin heeft gekregen. Het heeft geen zin om dat aan de onderhandelaars Mark Rutte (VVD), Maxime Verhagen (CDA) en Geert Wilders (PVV) zelf te vragen: ze zouden zeggen dat ‘iedereen een beetje’ zijn zin heeft gekregen. Het is namelijk heel slecht voor de sfeer binnen het kabinet als één partij met alle eer gaat strijken. Wel geven de partijen elkaar de ruimte om bepaalde punten uit het regeer- en gedoogakkoord te claimen. Het antwoord op de vraag wie het meest heeft bereikt, krijg je dus zeker niet van de regerende partijen zelf. Als je eerst kijkt naar de verkiezingsprogramma’s en dan naar de uitkomsten van de onderhandelingen, kun je echter wel wat conclusies trekken. Bekijk deze twee voorbeelden uit het huidige regeer- of gedoogakkoord: 1. ‘De verschillende omroepen moeten zelf kunnen bepalen welke programma’s ze willen uitzenden. Zij moeten zorgen voor een pluriform aanbod. Er moet wel fors worden bezuinigd bij de publieke omroep, maar dan vooral bij het management van de NPO (Nederlandse Publieke Omroep).’
De Centra voor Jeugd en Gezin moeten behouden blijven. Deze centra moeten het aanspreekpunt zijn voor alle jeugdzorg in gemeenten. VVD CDA PVV Toelichting:
Iemand krijgt pas het Nederlanderschap als afstand is gedaan van zijn of haar andere nationaliteit. VVD CDA PVV Toelichting:
Het huidige rookverbod moet worden versoepeld. Horeca met minder dan 70 m2 moet vrijgesteld worden van dit verbod. VVD CDA PVV Toelichting:
Opdracht
Wie was volgens jou de ‘winnaar’ bij de volgende afspraken uit het regeer- en gedoogakkoord? Hoe zijn deze afspraken volgens jou tot stand gekomen? Let op: soms kun je een afspraak bij meerdere partijen Hoe is deze afspraak tot stand gekomen? Het plaatsen. Dan is er vaak een compromis gesloten. CDA heeft zich tijdens de onderhandelingen Zoek in de verkiezingsprogramma’s van de VVD, waarschijnlijk hard gemaakt voor de onafhet CDA en de PVV op wat deze partijen vonden hankelijke positie van de verschillende voordat ze aan de onderhandelingen begonnen. omroepen: zij moeten veel ruimte krijgen bij het bepalen van het programma-aanbod. De PVV en de VVD zijn vooral voor forse bezuinigingen bij de publieke omroep. 2. ‘Ook alleenstaande ouders met kinderen tot 5 jaar moeten verplicht solliciteren als ze geen werk hebben. Zij moeten niet meer automatisch vrijgesteld worden van de sollicitatieplicht.’ Dit is vooral een VVD-standpunt. Ook alleenstaande ouders moeten aan de slag, anders komen ze na een paar jaar thuis zitten niet meer aan het werk en komen ze in een sociaal isolement. Het CDA vindt het juist belangrijk dat ouders tijd met hun kinderen doorbrengen. Het CDA vindt daarom dat er geen sprake moet zijn van dwang.
We moeten niet meer automatisch 0,8% van het nationaal inkomen aan ontwikkelingssamenwerking besteden. Het is belangrijk dat ontwikkelingslanden zelfredzamer worden. Nederland moet daarom niet helpen, maar investeren. VVD CDA PVV Toelichting:
We moeten bezuinigen op het migratiebeleid en dan vooral op de gezinsmigratie. We moeten vooral de komst van migranten met weinig toekomstperspectief terugdringen. VVD CDA PVV Toelichting:
Er moet niets veranderen aan de huidige regeling rondom de koopzondagen. (Let op: dit is een doordenkertje!) VVD CDA PVV Toelichting:
Er moet een apart alarmnummer komen voor dieren in nood en dierenmishandeling. VVD CDA PVV Toelichting:
Het kabinet moet proberen om zoveel mogelijk samen met de werkgevers en de werknemers maatregelen te bedenken om uit de economische crisis te komen. VVD CDA PVV Toelichting:
Opdracht Kun je nu antwoord geven op de vraag uit de titel: ‘Wie heeft (de onderhandelingen) gewonnen?’
GOED OM TE WETEN Stabiliteits- en Groeipact
De Zalmnorm is genoemd naar Gerrit Zalm, de minister van Financiën in 1994. Sindsdien hanteren alle kabinetten deze norm. Een kabinet stelt aan het begin van een regeerperiode vast hoeveel de regering de komende vier jaar maximaal mag uitgeven. Vervolgens wordt de volgende regel toegepast: inkomstenmeevallers (hogere belastingopbrengsten bijvoorbeeld) mogen niet worden gebruikt voor extra uitgaven. Dat extra geld wordt gebruikt om het begrotingstekort te verminderen of om de staatsschuld af te lossen. Als de inkomsten tegenvallen hoeft er ook niet direct extra bezuinigd te worden.
In de Europese Unie is een gemeenschappelijke munt ingevoerd. Om te voorkomen dat de euro minder waard wordt, hebben de EU-landen onderlinge afspraken gemaakt over hun financieel beleid. In dit stabiliteitsen groeipact staan twee eisen: • Het begrotingstekort mag niet hoger zijn dan 3% van het Bruto Binnenland Product (BBP). • De staatsschuld mag niet hoger zijn dan 60% van het BBP.
2
ONDERWIJSKRANT HAVO/VWO
istockphoto.com
Zalmnorm
Als landen een te groot tekort hebben wordt hen een boete opgelegd. Dit gebeurt niet als de overschrijding tijdelijk is en het resultaat van een economische crisis. Door de huidige
crisis is het begrotingstekort van de meeste Europese landen dan ook opgelopen tot boven de 3%. Duitsland zat in 2009 op 3,3%, Nederland op 5,3%. Spanje, Griekenland en Ierland zitten zelfs ruim boven de 10%. De Europese Commissie wil voorkomen dat dit nogmaals gebeurt en gaat landen nu eerder waarschuwen als ze hun begroting niet op orde hebben. Als de problemen aanhouden zullen de landen in de toekomst zo goed als automatisch een boete krijgen. De lidstaten kunnen zich daar alleen met tweederde meerderheid tegen verzetten. Volgens sommige mensen is dit niet streng genoeg: politieke overwegingen kunnen ertoe leiden dat de boetes niet worden opgelegd.
… EN HOE KOMT DAT? Hoe komt het dat de onderhandelaar van de ene partij soms meer zijn zin krijgt dan de andere? Daarbij spelen meerdere factoren mee. Je staat als onderhandelaar bijvoorbeeld sterker als je weet dat je een grote achterban hebt. Ook is het belangrijk dat een groot deel van die achterban het eens is met wat je zegt en doet. Steun en eensgezindheid van je kiezers zijn dus belangrijke machtsbronnen. Maar het maakt natuurlijk ook gewoon uit hoe goed je bent in onderhandelen.
VVD: de grootste partij Na de Tweede Kamerverkiezingen op 9 juni 2010 werd de VVD met 31 zetels de grootste partij. Net één zetel meer dan de PvdA, die kreeg 30 zetels. Mark Rutte mocht daarom kiezen met wie hij het eerst om tafel wilde gaan zitten om te onderhandelen over de samenstelling van een regeringscoalitie. Omdat er niet een duidelijke meerderheid was, wist hij al van tevoren dat deze kabinetsformatie lastig was.
PVV: de grootste winnaar De PVV was de grootste winnaar van de verkiezingen: deze partij ging van 9 naar 24 zetels. Het was daarom logisch om de PVV bij de formatie te betrekken.
CDA: de grootste verliezer toch in het kabinet? Het CDA had juist heel veel zetels verloren. Het CDA ging terug van 41 naar 21 zetels.
Voor het CDA was deze positie lastig. Maar het CDA was wel de enige grotere partij die wilde samenwerken met de VVD en de PVV.
Eensgezindheid bij de achterban VVD Mark Rutte kreeg veel lof van zijn achterban voor de verkiezingswinst, die groter was dan velen hadden gedacht. De dag na de verkiezingen bleek uit een opiniepeiling dat 57% van de VVD-stemmers een voorkeur had voor een coalitie met de PVV en het CDA. Tijdens de formatie lieten slechts enkele VVD-leden blijken het niet eens te zijn met de vorming van dit kabinet. PVV Hoewel de PVV niet in het kabinet zit, kan de partij wel invloed uitoefenen omdat het dit kabinet gedoogt. Uit de achterban van de PVV kwam veel steun voor deze gedoogconstructie. Omdat de PVV geen leden heeft,
hoefde Geert Wilders het regeer- en gedoogakkoord niet aan zijn partij voor te leggen. CDA Een deel van de achterban vond dat het CDA moest onderhandelen met de PVV: er moest ten slotte wel een regering komen en misschien kwamen er wel goede afspraken uit de onderhandelingen. Een ander deel was er juist tegen: de standpunten van de PVV zouden volgens deze leden niet te verenigen zijn met christendemocratische uitgangspunten. Meestal kun je minder invloed uitoefenen op onderhandelingen als je achterban verdeeld is. Maar het kan ook zijn dat Maxime Verhagen juist sterker stond in de onderhandelingen, omdat hij goede resulta-
ten nodig had om zijn achterban te kunnen overtuigen. Bovendien was er geen andere partij die met VVD en PVV wilde samenwerken.
Onderhandelingsvaardigheden Je moet als onderhandelaar niet te buigzaam zijn, dan ‘haal je te weinig binnen’ en krijg je later gedonder met je achterban. Maar het is ook niet handig om nooit toe te geven aan de ander. Dan krijg je veel weerstand en bereik je niets. Onderhandelen is geven en nemen. Waarschijnlijk is het ook erg handig als je het goed kunt vinden met de informateur, die de onderhandelingen leidt.
Steun van kiezers: de zetelverdeling 50 2006 40 2010 30 20 10 0 CDA
PvdA
SP
VVD
PVV
GL
CU
D66
PvdD
SGP
WAT KOST DAT?
Bezuinigingen De nieuwe regering wil ongeveer 18 miljard euro bezuinigen. Hoeveel er precies bezuinigd moet worden is een politieke discussie. De partijen van de nieuwe regering zijn uiteindelijk op dit bedrag uitgekomen. Waar wordt die 18 miljard vooral weggehaald?
Inkomsten Om uitgaven te kunnen doen, heft de overheid belastingen. In totaal verwacht de overheid in 2011 235 miljard euro aan inkomsten. Dat is minder dan de uitgaven, en dat komt door de economische crisis. Mensen hebben minder te besteden, waardoor er bijvoor-
Overig: 126,3 miljard
Gemeenten: 16,7 miljard
Onderwijs: 19,7 miljard
AOW: 30 miljard
Totaal inkomsten: 235 miljard Premies: 90,1 miljard
Ongeveer de helft van de 18 miljard wil de regering bezuinigen op ‘inkomensoverdrachten’: dat zijn bepaalde uitkeringen en toeslagen. De regering wil bijvoorbeeld dat de zorgtoeslag omlaag gaat. Dat is de bijdrage van de overheid in de kosten van de zorgverzekering. Die wordt dan dus duurder voor de burgers. Ook wil de regering de leeftijd waarop mensen AOW krijgen verhogen van 65 naar 66 jaar. Ruim een derde deel (6,6 miljard euro) wil de nieuwe regering besparen door de overheid kleiner te maken. Dat betekent dat er minder ambtenaren bij de overheid moeten werken, en dus ook dat de overheid minder zal doen. Dit is al vaak en door verschillende kabinetten voorgesteld, maar het is nog nooit echt gelukt. Over het verkleinen van de overheid staat verderop in deze krant een artikel. De rest van de bezuinigen bestaat uit kleinere bedragen die bij allerlei ministeries vandaan worden gehaald. Zo zal er 1 miljard minder aan de Europese Unie worden betaald, en er wordt ook minder geld besteed aan ontwikkelingshulp. Ongeveer 1,2 miljard wordt bespaard door de subsidie voor duurzame energie te stoppen. Ook wil de regering minder subsidie geven aan kunst en cultuur, maar op het totale bedrag van 18 miljard is dit een vrij klein bedrag (toch nog steeds 200 miljoen euro).
Zorg: 65 miljard
Verreweg de grootste kostenpost op de begroting is de zorg: 65 miljard euro gaat daar in 2011 naartoe. Dat geld is nodig om bijvoorbeeld de kosten van de huisarts, fysiotherapeut of opname in een ziekenhuis voor iedereen betaalbaar te houden. Naast de verplichte verzekering voor de zorg die iedereen zelf moet betalen, betaalt de overheid dus voor een groot deel mee aan de gezondheidszorg. De tweede grote post is de AOW, de Algemene Ouderdomswet. De regering geeft elk jaar een bedrag van 30 miljard euro uit aan de uitkering voor mensen die 65 jaar en ouder zijn. Om te bezuinigen wordt die leeftijd in de toekomst overigens 66 jaar. De derde grote post is het onderwijs. Aan het basis-, voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs is de overheid bijna 20 miljard euro kwijt. De vierde grote post is een bedrag van bijna 17 miljard euro: dat gaat naar de gemeenten in Nederland. Gemeenten mogen zelf belasting heffen, maar dat is niet genoeg om alle taken uit te kunnen voeren. Daarom krijgt elke gemeente een bedrag van het Rijk. Dat bedrag mogen gemeenten niet helemaal vrij besteden. Ze moeten daarvan bijvoorbeeld de bijstandsuitkeringen van mensen in hun gemeente betalen.
Totaal uitgaven: 254,7 miljard
Directe en indirecte belastingen: 134,9 miljard
In 2011 geeft de Nederlandse Staat maar liefst 254,7 miljard euro uit. Uitgeschreven is dat 254.700.000.000 euro – een onvoorstelbaar hoog bedrag. Om je een idee te geven: daarvoor koop je 1500 Jumbo Jets. Of 230 keer het hoogste gebouw ter wereld. Of 300 miljoen iPhones. Maar de Nederlandse overheid betaalt er andere dingen van.
Totaal bezuinigingen: 18 miljard
Kleinere overheid: 6,6 Inkomensoverdrachten: 9 Subsidies: 2 Internationale samenwerking: 1,9
beeld minder btw binnenkomt bij de overheid. De overheid moet dus geld lenen, waardoor de staatsschuld oploopt. De belangrijkste bronnen van inkomsten zijn de directe en indirecte belastingen. Een voorbeeld van een directe belasting is loonbelasting. Een voorbeeld van indirecte belastingen is de btw die je betaalt als je een product of een dienst koopt. Samen zijn deze
miljard miljard miljard miljard
belastingen goed voor zo’n 135 miljard euro. Daarna komen de premies voor de werknemers- en volksverzekeringen (bijvoorbeeld voor de AOW en werkloosheidswet). Deze premies worden (afhankelijk van het soort premie) betaald door werkgevers en werknemers. Samen zijn de premies goed voor ruim 90 miljard euro aan overheidsinkomsten.
Vragen 1. Noem twee uitgaven van de overheid waar jij van profiteert. 2. Noem twee manieren waarop jij een bijdrage levert aan de inkomsten van de overheid. 3. Heeft de regering plannen voor bezuinigingen die van invloed zullen zijn op jouw leven? Noem een voorbeeld. POLITIEKE KEUZES. HOE GAAN WE BEZUINIGEN?
3
POLITICI AAN HET WOORD ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
Niet bezuinigen!
KUNST EN CULTUUR
Niet bezuinigen!
istockphoto.com
flickr / julien harneis
flickr / aereimilitariorg
JOINT STRIKE FIGHTER
Niet bezuinigen!
‘Nederland heeft als handelsnatie belang bij een veiligere en ‘Van elke 10 euro die we in Nederland verdienen gaven we betere wereld. Een krijgsmacht is nodig om op te treden altijd 8 cent aan mensen die het een heel stuk slechter hebtegen diverse dreigingen, zoals het terrorisme. Het luchtwa- ben dan wij. De PvdA vindt het niet goed dat de nieuwe pen is voor onze militairen onmisbaar. De F-16’s komen na regering daarop wil bezuinigen. Mensen in arme landen in meer dan dertig jaar aan het einde van hun levensduur. Afrika, Zuid-Amerika en in Azië hebben het geld ook erg Het CDA wil ze vervangen door het beste toestel, voor de hard nodig. Natuurlijk moeten we ervoor zorgen dat dat beste prijs, met de beste kansen voor de industrie. Dat is de geld goed terechtkomt en niet in de zakken van de verJSF. Deelname aan het JSF-project biedt Nederland perspec- keerde mensen komt. Het lukt niet altijd, maar in Nedertief op miljardenorders en duizenden banen. En dat in land gaat ook niet altijd alles goed. We doen ons best. Met tijden van economische crisis! De komende jaren willen we het geld dat wij als Nederland geven gaan veel kinderen in eerst een tweede testtoestel kopen. Pas later komt het Afrika naar school en krijgen mensen medicijnen tegen moment om de rest van de vliegtuigen aan te schaffen.’ ziektes als aids.’
De bezuinigingen op cultuur maken veel meer kapot dan ze opleveren. Het is slecht voor de Haagse economie en het is ook slecht voor de internationale reputatie van Den Haag. Een open en democratische samenleving geeft ruimte en vrijheid aan kunst en cultuur. Om ons aan onze geschiedenis te herinneren, maar ook om de toekomst te leren kennen. Deze bezuinigingen zijn een grove belediging voor alle hardwerkende (maar vaak slecht betaalde) muzikanten, dansers en kunstenaars. Straks is Haags talent wel in het buitenland te zien, maar niet meer in Den Haag.
Hanke Bruins Slot CDA-Kamerlid
Sjoera Dikkers, PvdA-Kamerlid
Heleen Weening GroenLinks, gemeenteraad Den Haag
Wel bezuinigen!
Wel bezuinigen!
Wel bezuinigen!
‘De JSF is een miljardenverslindend project. Volgens de SP is ‘Jouw ouders werken hard voor hun geld en jij (binnenkort) er geen enkele noodzaak tot vervanging van de huidige ook. En als je hard werkt voor je geld wil je dat jouw geld gevechtsvliegtuigen, aangezien die nog tot na 2020 meekun- goed wordt besteed. Dus ook als Nederland geld uitgeeft nen. Bovendien, welke vijanden gaan we met deze nieuwe aan ontwikkelingssamenwerking, moet dat geld goed bommenwerpers bestoken? Daar komt nog bij dat we de 800 worden gebruikt. De VVD wil dat Nederland slimmer miljoen euro die voor deelname nodig is en de ruim 6 milomgaat met jouw geld en zorgt dat mensen in die landen jard euro die de aanschaf uiteindelijk zal kosten, veel beter later voor zichzelf kunnen zorgen. Het geld dat wij aan de kunnen gebruiken voor investeringen in de gezondheidsarme landen geven moet direct bij de mensen daar terechtzorg, het onderwijs, het openbaar vervoer en de veiligheid komen, en niet bij de corrupte overheden. Op die manier op straat. Kortom, stop met de aanschaf van de JSF.’ krijgen de mensen die het echt nodig hebben wat ze verdienen; een steuntje in de rug.’
Jasper van Dijk SP-Kamerlid
4
ONDERWIJSKRANT HAVO/VWO
Klaas Dijkhoff VVD-Kamerlid
De PVV in Den Haag wil graag bezuinigen op subsidies voor kunst en cultuur. Niet omdat we tegen kunst of cultuur zijn, maar omdat we vinden dat burgers zélf moeten bepalen waar ze hun zuurverdiende geld aan uitgeven. In een economische crisis als deze moeten we andere prioriteiten stellen, zoals het verbeteren van het ondernemersklimaat en het verlagen van belastingen. Zodoende houden mensen meer geld in de portemonnee om iets leuks mee te doen, bijvoorbeeld van kunst genieten. Bovendien komt zo de beste kunst boven drijven: Rembrandt en Mondriaan kregen ook geen subsidie, maar zijn nu wereldberoemd!
Sietse Fritsma PVV, afdeling Den Haag
TWISTEN IN DE TRÊVESZAAL Natuurlijk wordt bij de formatie van een kabinet gepraat over bezuinigingen. Maar als een kabinet er eenmaal zit, komt het regelmatig voor dat er extra bezuinigd moet worden. Bijvoorbeeld omdat er ergens teveel geld wordt uitgegeven. In de Trêveszaal wordt dan vaak lang vergaderd.
Eerlijk verdelen Over het algemeen zullen ministers tegenstribbelen om zo bezuinigingen op hun departement tegen te houden. Zij moeten na
de vergadering van de ministerraad immers aan ambtenaren, bibliotheken, ziekenhuizen, werklozen of scholen uitleggen dat ze minder geld krijgen. Dat is natuurlijk geen prettig idee. Een minister moet kunnen beargumenteren waarom hij met een bezuiniging heeft ingestemd. Bijvoorbeeld omdat hij grotere bezuinigingen heeft tegengehouden, of omdat elke minister zijn aandeel in de bezuinigingen levert. Op de achtergrond speelt ook partijpolitiek een rol. Bij de formatie wordt bijna altijd gezorgd dat de minister van Financiën van een andere partij is dan de minister-president. En bij bezuinigingen zal ook worden gekeken of de bezuinigingen eerlijk verdeeld worden over de ministers van de coalitiepartijen.
Biechtstoelprocedure Als het moeilijk is om met de hele ministerraad tot een compromis te komen, kan de minister-president of de minister van Financiën gebruik maken van de biechtstoelprocedure: elke minister heeft een gesprek waarin geprobeerd wordt tot een afspraak over de bezuinigingen op zijn of haar ministerie te komen. Op die manier is het vaak makkelijker tot een ‘eindvoorstel’ te komen waarmee de minister-president dan de hele ministerraad kan laten instemmen. Het is dan eenvoudiger om de knoop door te hakken.
bob karhof
De minister van Financiën moet zorgen dat de andere ministers op hun eigen ministeries gaan bezuinigen. Als een ministerie teveel geld uitgeeft, wordt in eerste instantie aan die minister gevraagd om zijn of haar eigen problemen op te lossen. Maar soms lukt dat niet. Omdat de omvang van het bedrag te groot is, of omdat men vindt dat op dat ministerie niet bezuinigd mag worden. Ook als de belastinginkomsten veel minder zijn dan verwacht is een bezuinigingsronde noodzakelijk en dan is niet direct duidelijk welke minister daarvoor moet opdraaien. De minister van Financiën moet dan handig opereren, waarbij hij meestal wordt bijgestaan door de minister-president. Zij samen worden immers geacht de volledige begroting in de gaten te houden, terwijl de vakministers van de andere ministeries toch vooral naar hun eigen budget kijken. Vooral de ministers van de spending departments Onderwijs, Sociale Zaken en Volksgezondheid moeten goed op hun tellen passen. Zij geven samen bijna tweederde van het geld uit, dus daar is voor een minister van Financiën die wil bezuinigen het meest te halen.
De Trêveszaal (uitstekende erker midden) is sinds 1977 de vaste vergaderzaal van de Nederlandse ministerraad.
Vragen 1. Van welke partij is de huidige minister van Financiën? 2. Waarom zou de biechtstoelprocedure kunnen helpen bij het nemen van besluiten?
HOE BEZUINIG JIJ? 1. Als ik moet kiezen, dan zou ik liever bezuinigen op: a. Nieuwe straaljager b. Ontwikkelingssamenwerking
2. Als elke burger een beetje inlevert, dan doen de bezuinigingen het minst pijn. a. Eens b. Oneens
3. Er moet 18 miljard bezuinigd worden. a. Eens b. Oneens
4. We kunnen veel bezuinigen door efficiënter te werken. a. Eens b. Oneens
5. Elk ministerie moet 7% bezuinigen. a. Eens b. Oneens
7. Om echt te bezuinigen moeten we durven hervormen. Bijvoorbeeld door van de studiefinanciering een leenstelsel te maken, de hypotheekrenteaftrek te beperken en de kilometerheffing in te voeren. a. Eens b. Oneens
6. Als ik moet kiezen, dan zou ik liever bezuinigen door:
8. Vind je het een probleem als mensen met een uitkering door a. Softdrugs te legaliseren, zodat de het beleid van de regering minder politie-inzet op dat terrein vermindert. te besteden hebben? b. Meer bevoegdheden te geven aan particuliere beveiligers, zodat de politie-inzet vermindert.
a. Nee b. Ja
9. Beleidsmakers bedenken plannen die veel te duur zijn. Ze moeten meer op de kosten letten. a. Eens b. Oneens
10. Zou je de belastingen verhogen om de staatsschuld te verminderen? a. Nee b. Ja
Kijk op pagina 6 van deze krant om jouw score uit te rekenen.
Hoe bezuinig jij? De uitslag Heb je meer dan 5 punten? Dan ben je voor ‘rechtse’ bezuinigingen Je ziet waarschijnlijk graag dat er meer marktwerking komt. De overheid moet vooral zorgen voor veiligheid en een goed economisch klimaat. Zeker als er een economische crisis is, zal de overheid goed moeten kijken waar ze haar geld aan uitgeeft. Mensen met een uitkering moeten meer geprikkeld worden om te gaan werken. Zij moeten minder op steun van de overheid rekenen. In tijden van economische crisis is het niet mogelijk om eenzelfde voorzieningenniveau te behouden. Je ziet waarschijnlijk vooral kansen op economische groei als het bedrijfsleven meer mogelijkheden krijgt. Dit zal de werkgelegenheid ten goede komen.
Heb je minder dan 5 punten? Dan ben je voor ‘linkse’ bezuinigingen Je vindt het waarschijnlijk belangrijk dat de overheid, zeker in tijden van economische crisis, let op de mensen in de samenleving die het niet breed hebben. Dat is de groep die het minst de broekriem aan kan trekken. Iedere euro minder zullen zij in hun portemonnee voelen. Als het begrotingstekort in tijden van crisis tijdelijk iets groeit, dan is dat volgens jou niet per se een groot probleem. Je zoekt waarschijnlijk eerder naar manieren waarop je de inkomsten kunt verhogen, zoals een lastenverzwaring voor mensen die er financieel beter voorstaan, dan naar manieren om minder uit te geven. Als de uitgaven toch omlaag moeten, dan zoek je de bezuinigingen vooral bij defensie.
Heb je meer dan 5 punten? Dan bezuinig jij liever met de bijl Je vindt het belangrijk dat de pleister er snel wordt afgetrokken. Rigoreuze maatregelen zijn vereist in tijden van een economische crisis. Er moet vooral gekeken worden waar veel bezuinigd kan worden. Volgens jou kan dat vooral door echte hervormingen door te voeren. Je vindt dat de arbeidsmarkt en de woningmarkt anders georganiseerd moeten worden. Je vindt waarschijnlijk dat al veel te lang halve maatregelen zijn genomen. Politici moeten niet bang zijn om politieke keuzes te maken. Als je deze keuzes bewust maakt, dan zijn ze wel uit te leggen. Je voorziet grotere problemen in de toekomst als we nu niet door durven te pakken.
Heb je minder dan 5 punten? Dan bezuinig jij liever met de kaasschaaf Je ziet de economische crisis waarschijnlijk als een tijdelijke economische dip. Iedereen zal even wat moeten inleveren. Alle ministeries moeten kijken waar ze efficiënter kunnen werken. Je vindt misschien dat de politieke cultuur moet veranderen. Beleidsmakers moeten kostenbewuster werken. Het is goed dat mensen opnieuw bekijken waar ze hetzelfde kunnen bereiken met minder middelen en mensen. Waarschijnlijk hecht je aan harmonie: je vindt het eerlijk dat iedereen iets moet inleveren.
POLITIEKE KEUZES. HOE GAAN WE BEZUINIGEN?
5
EEN KLEINERE OVERHEID Het nieuwe kabinet wil 6,6 miljard euro besparen door de overheid ‘kleiner’ te maken. ‘Kleiner’ betekent hier meestal dat de overheid minder geld mag kosten. Dat is geen nieuw idee: er worden al tientallen jaren plannen gemaakt om de overheid kleiner te maken, meestal omdat er bezuinigd moet worden. Betekent dit dat het tot nu toe niet is gelukt, of wil iedere regering telkens een nóg kleinere overheid? Eigenlijk vooral het eerste. Op welke manieren kan een overheid zorgen dat ze minder geld uitgeeft? Een groot deel van het geld gaat naar salarissen van de ambtenaren. Daarom zeggen sommige politici dat ambtenaren de komende paar jaar niet meer mogen gaan verdienen. Maar daardoor wordt het minder aantrekkelijk om voor de overheid te werken, en het gevolg daarvan is dat de overheid minder goede mensen binnenhaalt. Dan kan het effect van de bezuini-
gingen zijn dat de overheid minder kwaliteit gaat leveren. Een andere manier om de overheid kleiner te maken is het aantal ambtenaren verkleinen. Dat zou de regering kunnen bereiken door ze te ontslaan. Maar net als bij bedrijven kan de baas (in dit geval een minister) niet zomaar mensen ontslaan. Dat zou veel geld kosten, en dat is dus geen optie als de minister moet bezuinigen. Daarom
spreekt men meestal eerst af dat werkplekken waar mensen weggaan (door bijvoorbeeld pensionering), niet opgevuld worden. Maar dat betekent weer dat er belangrijk werk niet wordt gedaan, dus moet er geschoven worden met werk, werkplekken en ambtenaren. Al met al een ingewikkelde klus. Als een regering écht minder ambtenaren wil, moet ze eerst bepalen welke taken de overheid niet meer zal uitvoeren. En dat is een moeilijke discussie, waar elke politieke partij een andere mening over heeft. Daar komt nog eens bij dat de meeste politieke partijen nieuwe plannen hebben: nieuwe taken voor de overheid en nieuwe regels. Dat maakt het verkleinen van de overheid
dubbel zo moeilijk. Dat is een van de redenen waarom het in het verleden zo moeilijk was dit doel te bereiken. De vorige regering had een plan gemaakt om bijna 13.000 banen te schrappen, en dat lijkt inmiddels op schema te liggen: bijna de helft van dat aantal banen bestaat nu niet meer. Maar ondertussen zijn er wel weer zo’n zesduizend banen bijgekomen op andere plekken, waardoor er in totaal dus niet veel verandert. Met dit plan zou trouwens ongeveer 600 miljoen worden bezuinigd, dus bij lange na geen 6,6 miljard. Of de nieuwe regering haar plannen voor een kleinere overheid weet te realiseren is voorlopig dus even afwachten.
Vragen 1. Hieronder staat vier beroepen. Wie is er geen ambtenaar? a. b. c. d.
wethouder directeur van het Centraal Planbureau politieagent rechter
anp royal images copyright hendrik jan van beek
2. Ambtenaren worden ook wel de vierde macht genoemd, omdat
3. Leg uit waarom deze ‘vierde macht’ van belang is als je op ambtenaren wilt bezuinigen. 4. Op welke manier kan de overheid met minder ambtenaren dezelfde taken op hetzelfde kwaliteitsniveau blijven doen? 5. Wat is het nadeel van deze ‘oplossing’ als je kijkt naar de bezuinigingsdoelstellingen van het kabinet?
SANEREN? GEWOON PROBEREN! Over het algemeen houden scholieren geld over. Gemiddeld besteedt een scholier 100 euro per maand tegenover 144 euro aan inkomsten. Dit zijn bijvoorbeeld zak-, kleed- en belgeld van de ouders, maar ook loon uit bijbanen en vakantiewerk. Scholieren zijn voor veel bedrijven interessante consumenten. Ze hebben nog weinig vaste lasten maar wel geld om uit te geven. Eén op de vijf scholieren heeft een gat in zijn hand: ze lenen vaker, komen vaker geld tekort en sparen minder. (bron: NIBUD Scholierenonderzoek 2008–2009) Stel dat jij één van die scholieren bent met een gat in zijn hand. Hoe ga jij bezuinigen?
Opdracht: bezuinig 25 euro op je eigen budget Je hebt een budget van 100 euro per maand en geeft 125 euro per maand uit. Waar ga je snijden? Vul de tweede kolom in. Uitgaven: kleding bellen snack, snoep uitgaan, bios, cabaret tijdschrift, abonnementen dvd, cd, downloads alcohol cadeaus roken
€ € € € € € € € €
40 15 10 8 8 10 20 8 6
€ € € € € € € € €
Totaal
€
125
€
Waarom kies je voor deze bezuiniging?
Hoe bezuinig jij? (Scoretabel bij pag. 5)
100
Tel je punten op van de vragen 1, 3, 6, 8 en 10. Vraag 1 3 6 8 10
Antwoord A 0 punten 2 punten 0 punten 2 punten 2 punten
Antwoord B 2 punten 0 punten 2 punten 0 punten 0 punten
Tel nu je punten op van de vragen 2, 4, 5, 7 en 9. Vraag 2 4 5 7 9
6
ONDERWIJSKRANT HAVO/VWO
Antwoord A 0 punten 0 punten 0 punten 2 punten 0 punten
Antwoord B 2 punten 2 punten 2 punten 0 punten 2 punten
HET KOOPKRACHTPLAATJE Zodra politici plannen bekend maken die invloed hebben op het inkomen van burgers, ontstaat er discussie over de gevolgen voor de koopkracht. Het Centraal Planbureau (CPB) probeert dan uit te rekenen wat de gevolgen van de voorgestelde maatregelen zullen zijn voor de huishoudens in Nederland. Voor de meest recente landelijke verkiezingen was er te weinig tijd om dit per verkiezingsprogramma uit te rekenen, maar de plannen van het nieuwe kabinet zijn wel door het CPB doorgerekend. ‘Koopkrachtplaatjes’ laten voor verschillende groepen zien hoeveel mensen er voor- of achteruit op gaan. Kunnen zij de komende jaren meer of minder producten en diensten kopen met hun inkomen? De koopkracht wordt niet alleen beïnvloed door overheidsmaatregelen, maar ook door stijgende of dalende prijzen en lonen. Volgens het CPB daalt de koopkracht van de burgers de komende vijf jaar gemiddeld met 0,25 procentpunt per jaar. Dat wil zeggen dat die koopkracht daalt van 100 naar 99,75 procent in 2011 en naar 99,5 procent in 2012.
Wat zegt zo’n percentage precies? Het percentage is gebaseerd op de gegevens van duizenden fictieve Nederlandse huishoudens. Zo’n fictief (‘verzonnen’) huishouden is bijvoorbeeld een gezin met twee studerende kinderen, anderhalve baan, een koophuis en twee auto’s. Een aantal verschillende fictieve huishoudens geven samen een goed beeld van alle huishoudens in een bepaalde groep (bijvoorbeeld de werkende tweeverdieners).
Werkende tweeverdieners % 6 4 2
Voor elk fictief huishouden wordt berekend wat de koopkrachteffecten van de maatregelen zullen zijn. Dat levert voor elk fictief huishouden een punt in een grafiek op. Zo’n grafiek wordt een puntenwolk genoemd. Hieronder staat de grafiek van de werkende tweeverdieners in Nederland in 2010. Je ziet dat de koopkracht van de meeste huishoudens in 2010 gelijk blijft. Maar er zijn ook (fictieve) huishoudens die er vier procent op vooruit of achteruit gaan. Het koopkrachtplaatje vertaalt een puntenwolk in één percentage. Zo’n koopkrachtplaatje heeft voor- en nadelen.
Voordelen van de koopkrachtplaatjes Je kunt zien welk effect beslissingen van de regering hebben op de inkomens van mensen. Krijgen die mensen meer of minder geld en kunnen ze daarmee meer of minder kopen? De regering kan daar bij het maken van plannen rekening mee houden. Als je de puntenwolk van de tweeverdieners vergelijkt met die van de alleenstaanden kun je zien of de verschillen tussen deze groepen toe- of afnemen. Ook voor andere groepen burgers kun je deze vergelijkingen maken:
krijgen mensen met kinderen meer geld, terwijl alleenstaanden minder te besteden hebben? Maken de maatregelen de verschillen tussen arm en rijk groter of kleiner?
Nadelen van koopkrachtplaatjes Het is onmogelijk om voor elk huishouden in Nederland het effect van overheidsmaatregelen op de koopkracht te laten zien. Als er ergens staat ‘de koopkracht daalt met X procent’ is dat nooit een uitspraak die representatief is voor iedere Nederlander. De situaties van mensen verschillen zodanig van elkaar dat je eigenlijk geen algemene uitspraken kunt doen. Hoe oud zijn je kinderen, hoeveel kinderen heb je, huur je een huis of heb je een koophuis, woon je in de stad of op het platteland? Dat heeft allemaal invloed op je situatie en kan niet allemaal in een koopkrachtplaatje worden verwerkt. Koopkrachtplaatjes gaan er vanuit dat er niets verandert bij mensen. Als mensen een baan krijgen of verliezen, als mensen langdurig ziek worden, een huis kopen of gaan scheiden heeft dat veel meer effect op hun koopkracht dan de plannen van de regering.
0
Vragen
–2 –4 –6
0
25.000
50.000
75.000
100.000
125.000
Bruto jaarloon huishoudens in 2010 (euro) Bron: Centraal Planbureau
1. Waarom had het CPB voor de verkiezingen geen tijd om de koopkrachteffecten van alle verkiezingsprogramma’s uit te rekenen? 2. Omdat de CPB geen tijd had voor het uitrekenen van koopkrachteffecten lieten het actualiteitenprogramma Netwerk en de Volkskrant een berekening maken. Zoek op internet twee kritiekpunten op de cijfers die door Netwerk en Volkskrant gepresenteerd werden.
BEZUINIGEN IN HET BUITENLAND Griekse spookambtenaren verjaagd
Zeventig procent van de bevolking is tegen deze maatregelen. Bij het openbaar vervoer, de post en het onderwijs werd gestaakt. In één weekend, eind september, demonstreerden drie miljoen Fransen tegen de plannen van hun regering. Zelfs middelbare scholieren gingen uit solidariteit met hun opa’s en oma’s de straat op om te protesteren tegen de verhoging van de pensioenleeftijd.
Griekenland heeft de wereld jarenlang voorgelogen over de hoogte van zijn staatsschuld en het begrotingstekort. Door de economische crisis kwam uit dat die veel hoger waren dan gedacht. Het tekort bedraagt 12,7%, terwijl dit van de Europese Unie maar 3% mag zijn. Nu moeten de Grieken snoeihard bezuinigen. De pensioenleeftijd wordt verhoogd en de belastingdienst gaat ontduikers harder aanpakken. De Grieks-orthodoxe staatskerk, die vrijgesteld was van belastingbetaling, moet voortaan gaan betalen. De benzine wordt duurder en er komt een belasting op luxe goederen zoals jachten en juwelen. De ambtenarensalarissen gaan omlaag en een heleboel spookambtenaren worden ontslagen. Dat zijn mensen die op de loonlijst van de overheid staan, maar die nooit op hun werk komen. Jonge mensen tot 30 jaar worden het hardst getroffen door de crisis. Onder hen is de werkloosheid twee keer zo hoog als het gemiddelde.
flickr / adam jones
Rijke Britten moeten zelf voor hun kinderen betalen
Fransen: langer doorwerken Frankrijk wil de komende drie jaar 45 miljard euro bezuinigen. Zo moet het begrotingstekort omlaag van 8% in 2010 naar 3% in 2013. Dan zou Frankrijk weer voldoen aan de Europese begrotingsregels. Experts van het Internationale Monetaire Fonds (IMF)
denken echter dat er nog meer bezuinigd moet worden om dat doel te halen. Frankrijk is bijvoorbeeld van plan om de aanschaf van nieuwe straaljagers voor de luchtmacht uit te stellen. Maar het land wil ook hervormen; net als in Griekenland en Italië gaat in Frank-
rijk de pensioenleeftijd omhoog. Op alle overheidsuitgaven wordt bezuinigd, vertrekkende ambtenaren worden niet vervangen en de overheid schrapt allerlei aftrekposten zodat burgers meer belasting moeten gaan betalen.
Groot-Brittannië gaat de komende vijf jaar zwaar bezuinigen. Dat heeft de regering die sinds kort aan de macht is, bekendgemaakt. Hoeveel er precies gesneden zal worden is nog niet bekend, maar het Britse kabinet heeft alvast aangekondigd dat alle ministeries moeten bijdragen. De meeste zullen 25% van hun begroting moeten inleveren, alleen gezondheidszorg en ontwikkelingshulp worden gespaard. Ook gaat de btw omhoog, banken moeten een heffing gaan betalen en de ambtenarensalarissen mogen de komende twee jaar niet stijgen. Onder de vorige regering zijn twee vliegdekschepen besteld maar de huidige regering overweegt er één te schrappen. Eén maatregel heeft tot veel opwinding in het land geleid: de korting op de kinderbijslag. Mensen die boven een bepaalde inkomensgrens zitten krijgen zelfs helemaal geen kinderbijslag meer.
POLITIEKE KEUZES. HOE GAAN WE BEZUINIGEN?
7
ALGEMEEN BELANG OF POLITIEKE KEUZE? In politieke debatten valt nogal eens de term ‘algemeen belang’. Maar bestaat het algemeen belang wel? Soms wel: het is duidelijk in het belang van iedereen dat Nederland solide dijken heeft en dat het huisvuil regelmatig wordt opgehaald. Vaak ook echter schermt iemand met het algemeen belang terwijl hij eigenlijk een politieke keuze maakt. Bij bezuinigingsmaatregelen is het onvermijdelijk dat die vervelend zijn voor sommige groepen. Om dat te verhullen of om de pijn te verzachten zeggen de partijen dan dat het ‘objectief gezien’ nou eenmaal zo moet. Iedere partij houdt vol dat zijn bezuinigingsplannen het best (of het minst slecht) voor het land zijn en dus het best het algemeen belang dienen. Maar het zijn altijd politieke keuzes. En die zijn gebaseerd op
openbaar bestuur (minder politici, minder ministeries, minder ambtenaren), op defensie en op natuurbeheer. Ze hadden ook heel andere keuzes kunnen maken. Er kan bijvoorbeeld veel bespaard worden als de hypotheekrente die huizenbezitters moeten betalen, niet langer aftrekbaar is voor de belastingen. Om politieke redenen wilden ze dat niet: de kiezers van de VVD en het CDA zijn daar fel tegen. Taboe dus.
wat een politieke partij graag wil of juist absoluut niet wil.
Taboes Elke politieke partij heeft ook ‘taboes’: maatregelen die onbespreekbaar zijn en waar zij nooit hun handtekening onder willen zetten. De regeringspartijen VVD en CDA kiezen voor bezuinigingen op het
Als de ‘Roemer-variant’ (genoemd naar SP-leider Emile Roemer) tot stand was gekomen (een kabinet van CDA, PvdA, GroenLinks, SP en D66), zou het bezuinigingspakket er heel anders uitgezien hebben. Dan was de hypotheekrenteaftrek ingeperkt, de belasting voor de hogere inkomens omhoog gegaan en werden minder wegen aangelegd. Andere keuzes, andere taboes.
Opdracht Hieronder staat een aantal uitspraken over het algemeen belang. Geef bij elke uitspraak een voorbeeld van een politieke keuze die (waarschijnlijk) gemaakt zal worden door de partij of partijen die deze uitspraak doen. Uitspraak 1 ‘Iedereen verdient de kans het beste uit zichzelf te halen en zich te ontplooien. We schrijven niemand af, maar spreken iedereen aan. Een baan is immers de beste sociale zekerheid.’
istockphoto.com
Uitspraak 2 ‘De overheid moet weer een bondgenoot van de burgers worden. Daarvoor moet de overheid alleen dat doen wat zij moet doen, liefst zo dicht mogelijk bij mensen.’ Uitspraak 3 ‘We moeten de zorg op de lange termijn kwalitatief goed, betaalbaar en toegankelijk houden. Solidariteit is een groot goed in de zorg’.
Uitspraak 4 ‘De vergrijzing noopt tot een nieuwe kijk op de arbeidsmarkt. Iedereen wil dat er voldoende handen aan het bed zijn.’ Uitspraak 5 ‘Wij gaan de fiscale behandeling van het eigen huis geleidelijk moderniseren.’ Uitspraak 6 ‘Het kabinet wil meer ruimte geven aan de samenleving en het particulier initiatief en de overheidsbemoeienis beperken. Kunst en cultuur zijn van en voor de samenleving. Er komt meer aandacht voor de verdiencapaciteit van cultuur.’
BEZUINIGINGEN IN HET VERLEDEN Als er een economische crisis uitbreekt moet de overheid vaak fors bezuinigen. Het is vanuit economisch oogpunt verstandig met zware bezuinigingen te wachten totdat de economie weer wat uit het dal klimt, omdat bezuinigingen kunnen bijdragen aan verdieping van de crisis. Toch moet de overheid proberen de tering zo snel mogelijk naar de nering te zetten. Hoeveel en waarop regeringen bezuinigen hangt vaak samen met de politieke kleur van het kabinet. Het vorige kabinet heeft een begin gemaakt met een aantal bezuinigingsvoorstellen, dit kabinet gooit daar nog een schep bovenop. Ze waren dus tegen overheidsmaatregelen om de economie weer op gang te krijgen. De kabinetten-Colijn bezuinigden juist, vooral op salarissen van ambtenaren, op uitkeringen en op het onderwijs. De bezuinigingen op de werkloosheidsuitkeringen leidden in 1934 zelfs tot een regelrechte opstand in de Jordaan: de Jordaanoproer. De politie werd met stenen bekogeld en er werden barricades opgeworpen. De militaire politie moest Jaren ’30 de rust herstellen. Dat lukte na vijf dagen. Er In de jaren ’30 was sprake van een zware waren 56 gewonden en vijf doden gevallen. wereldwijde crisis. De kabinetten onder leiDe bezuinigingen van Colijn hadden echter ding van Hendrik Colijn van de Anti-Revolu- niet veel effect. Om te voorkomen dat de tionaire Partij (ARP, voorloper van het CDA) landbouw zou instorten en boeren failliet voerden een streng bezuinigingsbeleid. De zouden gaan, werd daar extra geld aan uitgechristelijke en liberale partijen in deze kabi- geven. Ook aan uitkeringen was de regering veel geld kwijt door de stijgende werkloosnetten vonden dat de staat zich zo weinig mogelijk met de economie moest bemoeien. heid. Tegelijkertijd namen de belastinginkomsten af, waardoor de staatsschuld in de jaren dertig voortdurend steeg. Pas aan het eind van de jaren ’30 profiteerde Nederland van het herstel van de wereldeconomie. De huidige crisis in de wereldeconomie wordt regelmatig vergeleken met de periodes van economische crisis in de jaren ’30 en ’80 van de vorige eeuw. Kan het kabinetRutte iets leren uit dit verleden? In dit artikel bespreken we deze geschiedenis en onderzoeken welke les het kabinet-Rutte uit de geschiedenis kan trekken.
han singels
Jaren ’80
8
ONDERWIJSKRANT HAVO/VWO
In de jaren ’70 kreeg Nederland opnieuw te maken met grote economische problemen. Door de oliecrisis van 1973 steeg de olieprijs met 400%. De concurrentiepositie van Nederland was toch al verslechterd doordat de uitgaven voor sociale zekerheid hadden geleid tot hogere sociale premies, en dus tot
hogere loonkosten voor bedrijven. Vanaf 1975 werd er onder het linkse kabinet-Den Uyl naar gestreefd de uitgaven jaarlijks met maximaal 1% te laten stijgen. Het daaropvolgende kabinet-Van Agt (CDA-VVD) wilde bezuinigen op bijvoorbeeld de salarissen van ambtenaren en uitkeringen. Maar het kabinet kreeg te maken met veel verzet van de vakbonden. Ook in de Kamer was er veel verzet van de linkse partijen, waarbij de CDAfractie zich soms aansloot. Omdat het kabinet steunde op een wankele meerderheid van slechts twee zetels in de Tweede Kamer, was het moeilijk om bezuinigingsmaatregelen ongeschonden door de Tweede Kamer te krijgen. Het eerste kabinet-Lubbers (CDA-VVD), dat aantrad in 1982, lukte het wel te bezuinigen. De ambtenarensalarissen werden gekort en er werd bezuinigd op de duur en hoogte van de uitkeringen. Een belangrijk element was ook dat de vakbonden en de werkgevers het Akkoord van Wassenaar sloten. Daarin werd afgesproken dat de vakbonden loonmatiging zouden accepteren in ruil voor actief werkgelegenheidsbeleid van de werkgevers. Dit akkoord wordt gezien als het begin van het poldermodel. Desondanks ging er een golf van stakingen en protestacties door het land: het openbaar vervoer, de vuilnismannen, politie en brandweer kwamen in actie tegen de aangekondigde bezuinigingen. Het beleid had wel effect: het tekort van de regering nam af van 10% in 1981 tot 6 % in 1986. Toch moest ook later nog flink worden bezuinigd. In 1991 voerde Lubbers III (CDA-PvdA) een stevige bezuiniging op de WAO door.
Moet elke regering bezuinigen? Als je dit artikel leest kun je de indruk krijgen dat elke regering moet bezuinigen, maar
dat is niet waar. In de jaren ’50 en ’60 en onder de Paarse kabinetten in de jaren ’90 was er sprake van groeiende welvaart en hoefde er niet hard te worden ingegrepen in de economie. Het kabinet-Rutte hoopt waarschijnlijk dat na deze periode van bezuinigingen ook weer een wat gemakkelijkere tijd volgt.
Vraag Welke les kan het kabinet volgens jou trekken uit deze geschiedenisverhalen?
Colofon Samenstelling en tekst Sandra Boersma, Ingrid Faas, Coen Gelinck, Jan Dirk Gerritsen, Pieter Sturm Vormgeving Puntspatie [bno], Amsterdam Druk Dijkman, Diemen Instituut voor Publiek en Politiek Prinsengracht 915 1017 KD Amsterdam T 020 521 76 00 E
[email protected] I www.publiek-politiek.nl Het Instituut voor Publiek en Politiek (IPP) betrekt mensen bij politiek en samenleving.