Leerlingbegeleiding Dockingacollege, Ferwert 2006 - 2007
LEERLINGBEGELEIDING
Onderwijseenheid Ferwert VMBO/HAVO/VWO
Leerlingbegeleiding Dockingacollege, Ferwert 2006 – 2007
INHOUDSOPGAVE Inleiding Visie op leerlingbegeleiding Uitvoering van de leerlingbegeleiding Begeleidingsuur Huiswerkbegeleiding Studiesteungroep Aanmelding en toelating op het Dockingacollege Remedial teaching Afspraken over sancties en uit de les sturen van leerlingen
Blz. 3 4 5 8 9 11 12 12 14
2
Leerlingbegeleiding Dockingacollege, Ferwert 2006 – 2007
INLEIDING Voor nieuwe collega’s, maar ook voor collega’s die reeds werkzaam zijn op het Dockingacollege in Ferwert en de ouders van leerlingen is de structuur en uitvoering van de leerlingbegeleiding niet altijd duidelijk. Met dit overzicht van de leerlingbegeleiding op de locatie Ferwert wordt beoogd hier meer duidelijkheid in te brengen. Uitgangspunt is de visie van het Dockingacollege. Vervolgens is de structuur van de leerlingbegeleiding in kaart gebracht en komt de uitvoering aan de orde.
3
Leerlingbegeleiding Dockingacollege, Ferwert 2006 – 2007
VISIE OP LEERLINGBEGELEIDING
ONDERWIJSEENHEID FERWERT VMBO/ HAVO/ VWO
Bij de leerlingbegeleiding is de missie van het Dockingacollege het uitgangspunt voor het te voeren beleid. Het Dockingacollege heeft, uitgaande van en in overeenstemming met de verenigingsgrondslag, de volgende missie geformuleerd, waaraan het personeel van de scholengemeenschap zich bindt: ‘Het Dockingacollege wil zorgen voor goed voortgezet onderwijs van het leerwegondersteunend onderwijs tot en met het gymnasium. Daarbij dragen de medewerkers zorg voor de leerlingen vanuit hun christelijke inspiratie. Zij voelen zich betrokken bij wat er in de naaste omgeving leeft en houden daar rekening mee in hun onderwijs. Uiteraard doen zijn dat ook met zaken van wereldbelang.’ Doel van de leerlingbegeleiding De leerlingbegeleiding is erop gericht dat iedere leerling, binnen de eigen mogelijkheden, een kans krijgt op het gebied van leren, persoonsvorming en het maken van studiekeuzes, zodat de leerling zich op een evenwichtige manier kan ontwikkelen. De leerlingbegeleiding richt zich op: • De sociaal-emotionele begeleiding • De studie en keuzebegeleiding • De begeleiding van het verstoorde leerproces Om deze doelstelling mogelijk te maken, worden eventuele achterstanden op cognitief gebied of niet goed functioneren op sociaal-emotioneel of motorisch gebied aan de hand van een screening en gegevens van de basisschool in kaart gebracht. Vervolgens worden handelingsplannen geschreven en wordt remediale hulp in of buiten de reguliere lessen aangeboden. Vorderingen worden bijgehouden en gecommuniceerd naar alle lesgevende docenten. Op deze wijze wordt een meer geïntegreerde leerling en zorgbegeleiding tot stand gebracht met als doel: "leerlingen op de verschillende intelligentie gebieden de kans geven, om zich zo goed mogelijk te ontwikkelen".
4
Leerlingbegeleiding Dockingacollege, Ferwert 2006 – 2007
UITVOERING VAN DE LEERLINGBEGELEIDING Bij de uitvoering van de taken die plaatsvinden in het kader van de leerlingbegeleiding zijn een groot aantal functionarissen betrokken. Schematisch zijn de volgende functionarissen betrokken bij de leerlingbegeleiding: Leerlingbegeleiding Studiebegeleiding
Eerste lijn Tweede lijn • Mentor • Teamleider • Vakdocent • Orthopedagoog • Zorgteam • Remedial Teacher Persoonlijke begeleiding • Mentor • Teamleider • Vakdocent • Orthopedagoog • Sociaal verpleegkundige • Zorgteam Studie- en beroepskeuze • Mentor • Decaan begeleiding • Vakdocent
Derde lijn • Ondersteuningsdiensten bijv. Compaz • • • • •
Maatschappelijk werk Schoolarts Psycholoog Maatschappelijk werk Beroepskeuze adviesbureau
Mentoraat Elke klas krijgt een mentor toegewezen. Deze wordt benoemd uit het kernteam en blijft in ieder geval twee jaar bij deze klas. De mentor is in eerste lijn verantwoordelijk voor de contacten vanuit school met de leerlingen uit de mentorgroep en hun ouders en voor de begeleiding van de betreffende leerlingen bij persoonlijke en studieproblematiek en bij de studie en beroepskeuze. De tweede lijnszorg voor leerlingen met persoonlijke en studieproblemen ligt bij de teamleider, die voor wat betreft de te maken studie en beroepskeuze bij decanen. De mentor voert regelmatig voortgangsgesprekken met de hem/ haar toegewezen leerlingen tijdens bijvoorbeeld het begeleidingsuur en is contactpersoon met betrekking tot deze leerlingen naar de ouders, teamleider, de onderwijsdirecteur en decaan. De mentor heeft vanuit zijn betrokkenheid bij de hem toegewezen leerlingen inbreng in de rapportenvergaderingen en leerlingenbesprekingen. Daarnaast draagt de mentor zorg voor een juiste administratie van gegevens over de hem toegewezen leerlingen in de leerlingendossiers. Hieronder valt: • verslaglegging van kennismakingsgesprekken met leerlingen, • verslaglegging van ouderbezoeken, • afspraken n.a.v. gespreksavonden en telefonische contacten met ouders, • afspraken n.a.v. leerlingenbesprekingen en rapportenvergaderingen, • kopieën van voorlopige- en definitieve leerroute adviezen, • kopieën van vakkenpakketkeuze en evt. afdelingskeuze bij bb-VMBO-bg, • verwerking van de schoolvragenlijst, • afspraken en vorderingen omtrent zorgbegeleiding (remediale hulp, cursus “Op jezelf vertrouwen”) omschreven in handelingsplannen worden bewaard in het leerlingendossier. • doorspreken van leerlingen met de schoolarts en verslaglegging van bijzonderheden n.a.v. het bezoek aan de schoolarts door leerlingen. • afspraken gemaakt met leerlingen, vakdocenten omtrent het gedrag en schoolvorderingen van leerlingen. 5
Leerlingbegeleiding Dockingacollege, Ferwert 2006 – 2007
Ook is de mentor betrokken bij de introductie van leerlingen op school, bij ouderavonden, klassenavonden en de activiteitendag klas 1. De mentor legt in klas 1, in de periode tussen de herfstvakantie en de voorjaarsvakantie, ouderbezoeken af. Bij de overige klassen legt de mentor een ouderbezoek af bij nieuwe leerlingen, die later ingestroomd zijn. De mentor draagt zorg voor de invulling van de studieles conform het studieles programma, zoals deze samengesteld is voor de verschillende klassen en leerroutes. Overzicht klassen, leerroute en mentoren: 1A (VMBO-bg met LWOO) 1B (VMBO-bg) 1C (VMBO-th) 1D (HAVO/VWO)
-
MIM LAE RPA DIG
2A (VMBO-bg met LWOO) 2B (VMBO-bg) 2C (VMBO-th) 2D (VMBO-th) 2 E (HAVO/VWO) 2F (HAVO/VWO)
-
VEA OPJ LEI DOB HAV BMA
3A (VMBO-th) 3C (HAVO/VWO)
-
JAI WAK
4A (VMBO-th) 4B (VMBO-th)
-
DYI DYI
Teamleider De teamleider heeft de taak om in de tweede lijn de leerlingbegeleiding te regelen, te controleren en uit te voeren. De begeleiding richt zich zowel op de studievoortgang als op het welzijn van de leerlingen. De teamleider voert daartoe het overleg met de mentoren en vakdocenten. De teamleider neemt beslissingen met betrekking tot het begeleidingssysteem en de begeleiding van individuele leerlingen in overleg met betrokkenen. Waar nodig zorgt de teamleider tevens voor de opvang van leerlingen in de eerste lijn. Teamleider voor klas 1 en 2 is mevrouw W.G. Runia. Vakdocent De vakdocent kan leerlingen, die dat nodig hebben, extra ondersteuning geven in de klas, maar ook individueel of in kleine groepjes buiten de les, tijdens bijvoorbeeld het begeleidingsuur. Decaan Leerlingen krijgen begeleiding van de decaan als het gaat om o.a. vakkenkeuze, sectorkeuze en de keuze van de vervolgopleiding. De heer S.W.T. Poll is decaan. De decaan werkt in bovengenoemde veel samen met de betreffende mentoren.
6
Leerlingbegeleiding Dockingacollege, Ferwert 2006 – 2007
Remedial teacher Wanneer leerlingen problemen hebben op cognitief gebied kunnen ze, indien hiervoor in het reguliere lesprogramma geen ruimte is, individueel, of in groepjes, extra ondersteuning krijgen van een remedial teacher. Er zijn twee remedial teachers in onze onderwijseenheid en zij maken deel uit van het zorgteam. Mevrouw A. Heeringa-Raap, de heer M. Beumer, de heer I. de jager en de heer T. Zijlstra zijn de RT docenten. Orthopedagoog Op het Dockingacollege zijn twee orthopedagogen werkzaam. Zij begeleiden leerlingen, die sociaal-emotionele en/ of cognitieve problemen hebben. De heer P. Nauta is orthopedagoog en mevrouw C. Duineveld is orthopedagoog en GZ-psycholoog. Sociaal verpleegkundige Spreekuur op school: Een sociaal verpleegkundige van de GGD, mevrouw I. Winkel, houdt iedere maand op donderdag van 9.15 uur tot 10.00 uur spreekuur op onze school. Op dit spreekuur kunnen leerlingen met vragen terecht over hun gezondheid en eventuele andere zorgen. Zij houdt zich vooral bezig met sociaal- emotionele problematiek van leerlingen. Via de teamleider kan een afspraak gemaakt worden met de sociaal verpleegkundige. Leerlingen kunnen zelf aangeven dat ze een gesprek willen, maar kunnen ook op verzoek van de mentor, in overleg met de ouders, in aanmerking komen voor een gesprek. Telefonisch spreekuur: De verpleegkundige van de GGD, mevrouw I. Winkel, heeft wekelijks op een vast tijdstip telefonisch spreekuur. Ouders/verzorgers of leerlingen kunnen gebruik maken van het spreekuur voor vragen over de gezondheid en eventuele andere zorgen. Het telefonisch spreekuur is elke dinsdag van 12.00 uur tot 13.00 uur. Mevrouw Winkel is te bereiken op telefoonnummer 06-21550107. Onderzoek of gesprek op verzoek: Ouders/verzorgers of leerlingen kunnen een onderzoek of gesprek aanvragen tijdens het telefonisch spreekuur. Schoolarts De schoolarts van de GGD, mevrouw A. Westerveld, onderzoekt de leerlingen uit klas 1A, 1B en 1C op lichamelijke problemen. De leerlingen uit klas 1D worden in klas 2 onderzocht door de sociaal verpleegkundige van de GGD, mevrouw I. Winkel. Zijn er problemen gesignaleerd, dan kan er besloten worden dat de leerling vaker contact heeft met de schoolarts of GGD sociaal verpleegkundige. Leerlingen en ouders/verzorgers kunnen ook op eigen verzoek een afspraak maken met de schoolarts, op momenten dat zij aanwezig is op onze onderwijseenheid. Hiervoor kan op de dinsdagen tussen 12.00 uur en 13.00 uur, tijdens het telefonisch spreekuur, een afspraak gemaakt worden. Mevrouw A. Westerveld is te bereiken op telefoon nummer 06-51813850. Schoolmaatschappelijk werker Op de eenheid heeft de schoolmaatschappelijk werker van Interzorg een wekelijks op een vast tijdstip telefonisch spreekuur. Ouders/verzorgers of leerlingen kunnen gebruik maken van het spreekuur voor vragen in verband met problemen, die onder andere betrekking hebben op het gezin. Ook kunnen ouders/verzorgers of leerlingen een gesprek aanvragen tijdens het telefonisch spreekuur. Deze gesprekken kunnen op school, op dinsdag van 10.00 uur – 12.00 uur plaatsvinden, maar ook thuis of op het kantoor van Interzorg in Ferwert.Het telefonisch
7
Leerlingbegeleiding Dockingacollege, Ferwert 2006 – 2007
spreekuur is op woensdag van 10.00 uur tot 10.30 uur. Het telefoonnummer van de schoolmaatschappelijk werker, de heer H. Renkema, is 0518- 418282. Leerlingen met problemen thuis of op school kunnen met hem gesprekken voeren. Leerlingen komen in aanmerking voor een gesprek na doorverwijzing van de teamleider of rechtstreeks via het telefonisch spreekuur. Hiertoe kunnen de mentor na overleg met de ouder(s), de ouder(s) of de leerling zelf een verzoek doen. In het algemeen vindt er terugkoppeling plaats naar de teamleider. Hierbij wordt het gevoelige karakter van bepaalde informatie goed in het oog gehouden. Meestal wordt het aantal gesprekken beperkt gehouden. Indien leerlingen langduriger in behandeling genomen moeten worden, dient er in samenspraak met de ouders doorverwezen te worden. Zorgteam Het zorgteam van de onderwijseenheid in Ferwert bestaat uit vier remedial teachers, de cursusbegeleider van de cursus “Op jezelf vertrouwen”, de handschriftbegeleider en de zorgcoördinator (tevens teamleider onderbouw). Het zorgteam begeleidt leerlingen met een bepaalde problematiek individueel of in groepsverband. Het zorgteam kan begeleiding geven aan leerlingen met cognitieve of motorische problemen en/ of sociaal-emotionele problemen. Het zorgteam wordt ondersteund door de orthopedagogen van het Dockingacollege.
BEGELEIDINGSUUR Het doel van het begeleidingsuur is: • Individuele mentorgesprekken (kennismakingsgesprekken en voortgangsgesprekken). • Kleine groepjes begeleiden met bijvoorbeeld studieproblemen/ studievaardigheden. • Groepjes leerlingen ondersteunen in sociale vaardigheden. • Vakondersteuning waar dat nodig is. • Handschriftbegeleiding. • Individuele remediale hulp of remediale hulp in kleine groepjes bij taal en/ of rekenachterstanden. Het begeleidingsuur is uitdrukkelijk niet bedoeld voor het houden van vergaderingen of het plannen en voorbereiden van eigen lesactiviteiten. Het begeleidingsuur vindt plaats op dinsdagochtend van 8.20 uur tot 9.00 uur. Het is een normaal lesuur. Alle leerlingen kunnen hiervoor uitgenodigd worden of zelf met een docent een afspraak maken. Wanneer een leerling hiervoor uitgenodigd wordt, heeft het een verplicht karakter; niet op komen dagen zonder een geldige reden betekent dan dus ongeoorloofd afwezig zijn. Dit dient gemeld te worden bij de teamleider van de onder of bovenbouw. De andere lessen van deze dag vinden plaats in een 45 minuten rooster. Alle docenten die op dinsdag op de locatie Ferwert lesgeven zijn tijdens dit uur beschikbaar en kunnen afspraken maken met verschillende leerlingen. Iemand die pas om 11.00 uur hoeft te beginnen met lesgeven zal niet om 8.20 uur aanwezig zijn. Van iemand die op dinsdag het eerste uur nog geen les heeft, maar het 2e lesuur wel, vragen we wel aanwezig te zijn op het begeleidingsuur. Tenslotte: uitvoering van bovenstaande zaken kan volledige invulling van het begeleidingsuur opleveren. Dit geldt voor alle docenten of het nu in de rol van mentor is of die van vakdocent.
8
Leerlingbegeleiding Dockingacollege, Ferwert 2006 – 2007
LESTIJDEN OP DINSDAG 0-uur 1-uur 2-uur Pauze 3-uur 4-uur Pauze 5-uur 6-uur 7-uur 8-uur
8.20 – 9.00 uur 9.00 – 9.45 uur 9.45 –10.30 uur 10.30 –10.50 uur 10.50 –11.35 uur 11.35 –12.20 uur 12.20 –12.40 uur 12.40 –13.25 uur 13.25 –14.10 uur 14.10 –14.55 uur 14.55 –15.40 uur
HUISWERKBEGELEIDING De huiswerkklas heeft een structurele plaats in het rooster. De leerlingen die in de huiswerkklas geplaatst zijn, hebben twee momenten in de week, op het 7e of 8ste uur, waarop ze onder begeleiding huiswerk kunnen maken. Het deelnemen aan de huiswerkklas kan op vrijwillige basis, maar ook op verzoek van mentor en lesgevende docenten. Wanneer kan een lesgevende, in overleg met de mentor, besluiten een leerling in de huiswerkklas te plaatsen? • Als blijkt dat een leerling twee keer het huiswerk bij dezelfde docent niet in orde heeft zonder een geldige reden. • Als blijkt dat leerlingen thuis niet “toekomen” aan huiswerk maken. • Als blijkt dat een leerling tijdens de les zijn opdrachten niet af krijgt. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een vak als beeldende vorming. Wanneer een leerling eenmaal in de huiswerkklas is geplaatst, is dit voor een periode van ongeveer 6 weken. De ouders worden via een brief geïnformeerd over de plaatsing van hun kind in de huiswerkklas. In overleg met de mentor, lesgevende collega’s en de teamleider wordt bij een leerlingenbespreking of rapportenvergadering bekeken of een leerling nog een periode van 6 weken nodig heeft om in het juiste leerritme te komen. Of dat de huiswerkbegeleiding beëindigd kan worden. Deze periode van ongeveer 6 weken loopt gelijk met de cijferkaart. De organisatie van de huiswerkklas ligt bij de teamleider onderbouw. Deze maakt na de leerlingenbespreking of rapportenvergadering een nieuw rooster voor de huiswerkklas en verzorgt de informatieve brief voor de ouders wiens kind in de huiswerkklas geplaatst is.
9
Leerlingbegeleiding Dockingacollege, Ferwert 2006 – 2007
Een aantal basisafspraken in verband met de huiswerkbegeleiding voor de toezichthouders. Wanneer iedereen zich hieraan houdt, is het voor de leerlingen snel duidelijk wat er precies van hen verwacht wordt: • Tijdens het eerste huiswerk begeleidingsuur ontvangen de leerlingen een stencil ”Huiswerkbegeleiding: Hoe werkt dat?” en een agenda en beoordelingsblad, met snelhechter. • De stencils en snelhechters zijn voor de toezichthouders te vinden in de kast op de kamer van de teamleider onderbouw. • Aan het begin van het uur worden de absenten genoteerd op een apart absentenbriefje (dezelfde als waarop de afwezige klas 4 leerlingen genoteerd worden). Deze wordt meteen naar de teamleider onderbouw gebracht. Is deze niet aanwezig dan wordt deze naar de onderwijsdirecteur gebracht. Deze kunnen dan controleren of de leerling ziek is of anderszins geoorloofd afwezig. Blijkt dit niet het geval te zijn, dan wordt een telefoontje naar huis gepleegd en worden de ouders in kennis gesteld van het ongeoorloofd afwezig zijn. Ongeoorloofd afwezig zijn, betekent één uur gespijbeld en dus twee lesuren terugkomen. • De leerlingen nemen het klassenboek mee naar de huiswerkklas. De toezichthouder controleert en overhoort het geleerde en het gemaakte huiswerk van de leerling aan de hand van het klassenboek. De toezichthouder heeft de snelhechters van leerlingen met de agenda en beoordelingsformulieren in zijn beheer. Hij vult de agenda en beoordelingsbladen 5 minuten voor het einde van de huiswerkklas in. • Leerlingen zitten niet naast elkaar tijdens het huiswerkuur. Er wordt individueel gewerkt. • Er wordt niet gepraat; iedereen werkt in stilte. • Bij vragen kan de leerling zich tot de leraar richten. • Leerlingen blijven tot het einde van het lesuur in het lokaal. Na de bel brengt de huiswerkbegeleider de snelhechters weer terug naar de kast op de kamer van de teamleider onderbouw. • Wanneer een leerling één tussenuur heeft voordat de huiswerkklas begint, wordt er alvast zelfstandig huiswerk gemaakt in de overblijfruimte of studieruimte. De huiswerkbegeleiding gaat dan gewoon door. Bij twee tussenuren kan de teamleider of onderwijsdirecteur toestemming geven om de huiswerkbegeleiding voor die dag bij een leerling te laten vervallen. • Bij ziekte van de huiswerkbegeleider wordt geprobeerd vervanging te regelen; bijvoorbeeld d.m.v. een ruil met een andere huiswerkbegeleider. In ieder geval is de voortgang van de huiswerkbegeleiding steeds het uitgangspunt en streven. • Het uur van huiswerkbegeleiding is tevens een uur waarop leerlingen toetsen kunnen inhalen. De procedure hiervoor is dat de vakdocent met de leerling een moment afspreekt om een toets in te halen. Tevens zorgt hij ervoor dat de toets, de naam van de leerling en het afgesproken tijdstip tijdig bij de huiswerkbegeleider aanwezig en bekend zijn. De huiswerkbegeleider zorgt ervoor dat de gemaakte toets weer bij de vakdocent terechtkomt.
10
Leerlingbegeleiding Dockingacollege, Ferwert 2006 – 2007
Studiesteungroep in klas 3. In de bovenbouw van vmbo-theoretisch en havo/vwo wordt van de leerlingen steeds meer zelfstandigheid gevraagd. Het trouw doorwerken van een planning aan de hand van een studiewijzer die de leerkracht aanbiedt, leidt over het algemeen tot voldoende studieresultaten. Daar waar leerlingen echter verzuimen om de leerstof (zelfstandig) te bestuderen ontstaan achterstanden, hiaten en veelal onvoldoende resultaten. Een belangrijk aspect is werkdiscipline: het aan de hand van een planning starten met wat moet gebeuren en afmaken waar je aan begonnen bent. Uit gesprekken met leerlingen is gebleken dat door een aantal leerlingen buiten de lessen onvoldoende tijd besteed wordt aan de studie, met alle gevolgen van dien. We willen proberen om deze leerlingen te helpen dit werkgedrag te verbeteren. De groep leerlingen die moeite heeft met het opbrengen van de benodigde werkdiscipline en hierbij graag hulp heeft, kan zich opgeven voor de Studiesteungroep. De Studiesteungroep is te zien als een ‘cursus’ of training om het studiegedrag inzake werkdiscipline te verbeteren. Het concept is ontleend aan de ‘studieversnellingsgroep’ voor studenten van de Rijksuniversiteit Groningen en bewerkt voor leerlingen in het voortgezet onderwijs. De leerling legt zich schriftelijk vast om minimaal 10 weken deel te nemen aan de groep. In die tijd moeten de deelnemers (maximaal 10 leerlingen per groep) zich aan enkele heldere afspraken houden, waaronder op tijd zijn in deze groep en een weekplanning af hebben. Als deelnemers zich bij herhaling niet aan de gemaakte afspraken houden, mogen zij twee keer niet deelnemen aan de groep maar moeten zij in diezelfde tijd alleen, op school, aan hun schoolwerk werken. Het doel van de studiesteungroep is onder leiding van een vaste begeleider en met een groep medeleerlingen als klankbord, de leerling bewust te maken van de voordelen van een goede werkdiscipline en uiteindelijk te komen tot een betere werkhouding, ook voor de langere termijn. Het aanmelden is op initiatief van de leerling. In beginsel kan elke derde klas leerling zich voor de cursus aanmelden. We hopen hiermee onze leerlingen een instrument aan te bieden dat meer systematisch het probleem van een slechte werkdiscipline aanpakt.
11
Leerlingbegeleiding Dockingacollege, Ferwert 2006 – 2007
AANMELDING EN TOELATING OP HET DOCKINGACOLLEGE
Leerlingen worden voor 15 maart (wanneer de CITO score lager is dan 521 of de GCO- score lager is dan 42) of uiterlijk voor 1 april aangemeld op het Dockingacollege. Na aanmelding wordt een leerlingen in een klas geplaatst, die overeenkomt met zijn of haar niveau. De toelatingscommissie van het Dockingacollege beslist over de plaatsing van leerlingen en houdt in haar beslissing rekening met het advies van de basisschool, de uitslag van de CITO of GCO test en de keuze van ouders. Vanuit de toelatingscommissie wordt er indien nodig contact gelegd met de basisschool en eventueel de ouders. Dit om een zo goed mogelijk beeld van een leerling te krijgen met als gevolg, dat de leerling in de bij hem of haar passende leerroute geplaatst wordt. REMEDIAL TEACHING
Remedial Teaching met betrekking tot de cognitieve intelligentie: Leerlingen met LWOO advies: Bij de aanmeldingsformulieren van leerlingen zitten de uitslagen van een CITO of GCO test, die gemaakt is op de basisschool. Leerlingen met een CITO score van onder de 521, of een GCO score van onder de 42 worden eind maart uitgenodigd op de locatie ob VMBO-bg, in Dokkum om een COMPAZ test af te leggen. Aan de hand van de resultaten wordt gekeken welke leerlingen in aanmerking komen voor een LWOO beschikking. Wanneer ouders toestemming geven voor het aanvragen van een LWOO beschikking voor hun zoon of dochter worden deze leerlingen in een VMBO-bg klas geplaatst met LWO. Deze leerlingen worden in een klas met maximaal 16 leerlingen geplaatst en kunnen daardoor intensiever worden begeleid. Verder krijgen deze leerlingen structureel RT voor taal en rekenen. Dit is in het lesrooster opgenomen als het zogeheten blokuur en geïntegreerd met de vakken Nederlands en wiskunde. De leerlingen worden tijdens dit blokuur door twee docenten begeleid. Leerlingen klas 1 In de eerste week van het schooljaar maken de leerlingen een screening. Dit zijn taal en rekenopgaven. Hiermee wordt per leerling in kaart gebracht waar hij/zij sterk en minder sterk in is. De uitslagen van de screening worden in de eerste weken van het nieuwe schooljaar bekeken door de mentor, RT docenten, teamleider onderbouw en de orthopedagoog op achterstanden, die een leerling heeft op het gebied van taal en/ of rekenen. Er wordt gekeken naar waar de leerlingen klassikaal, in groepjes en / of individueel achterstanden en dus extra begeleiding nodig hebben. Hiervoor worden handelingsplannen gemaakt door de RT docent die remediale hulp aanbiedt. Uitgangspunt bij de extra begeleiding is, dat waar deze plaats kan vinden in de reguliere lessen, dan wordt daar de extra begeleiding geboden. Vaak is dit op het 0-uur op dinsdag. Na de herfstvakantie start op het begeleidingsuur voor de betreffende leerlingen een opfriscursus spelling of rekenen. In een enkel geval is individuele remediale hulp wenselijk en vindt dit buiten de reguliere lessen plaats. De RT-docent regelt hiervoor een afspraak met de leerling. Mocht het zo zijn dat een afspraak maken roostertechnisch niet mogelijk is, dan wordt gekeken of remediale hulp onder een andere les tijdens een blokuur kan plaatsvinden (maximaal 30 minuten, omdat anders de lesinhoud van de reguliere les in het geding komt). De RT docent bespreekt de handelingsplannen met de mentor en teamleider. De RT docent administreert de vorderingen en houdt de mentor en teamleider hiervan op de hoogte. Dit gebeurt uiterlijk drie weken voor een leerlingenbespreking.
12
Leerlingbegeleiding Dockingacollege, Ferwert 2006 – 2007
Remedial teaching met betrekking tot het sociaal-emotionele functioneren: De mentor De mentor is de eerste persoon die het sociaal-emotioneel functioneren op school van leerlingen uit zijn of haar mentorklas in de gaten houdt en hierover met zijn leerlingen gesprekken voert. Informatie hierover haalt de mentor uit het leerlingendossier, uit de resultaten van de SVL (schoolvragenlijst), die in oktober afgenomen wordt tijdens de studieles. In klas 3 wordt de KIVPA afgenomen. Ook tijdens een leerlingenbespreking kan blijken dat een leerling sociaal-emotioneel niet goed functioneert. Een leerling kan faalangstig zijn of moeite hebben om contact te leggen met klasgenoten. Wanneer dit het geval is en het voor de leerling echt een probleem is, wordt hierover door de mentor contact opgenomen met de ouders en leerling en de mogelijkheid van een cursus aangekaart. We bieden op school de cursus ‘Op jezelf Vertrouwen’ aan. Later in het jaar wordt voor bovenbouw leerlingen een faalangst/examenvreestraining aangeboden. Cursus "Op jezelf vertrouwen" Indien de ouders en leerling positief tegenover het volgen van deze cursus staan, wordt de docent, die de cursus "Op jezelf vertrouwen" verzorgt op de hoogte gebracht. De cursusleidster, mevrouw A. Peeters stelt een handelingsplan op en administreert de vorderingen van de leerlingen. In december start de cursus "Op jezelf vertrouwen". Deze bestaat uit 6 bijeenkomsten van 100 minuten en vindt wekelijks plaats. De leerling, ouders, mentor en teamleider worden betrokken bij en op de hoogte gehouden van dit proces. De resultaten worden vastgelegd in een handelingsplan en bewaard in het leerlingendossier. Deze zelfde procedure geldt ook voor de faalangst/examenvreestraining. Orthopedagoog Bij specifieke sociaal-emotionele problemen van leerlingen, waarbij de kennis en kunde van de mentor ontoereikend is, wordt via de teamleider de orthopedagoog ingelicht. Deze voert, indien wenselijk, gesprekken met een leerling en houdt de mentor hiervan op de hoogte. Ook de ouders worden in dit proces betrokken.
Remedial teaching met betrekking tot de motorische intelligentie: Handschriftbegeleiding Aan de hand van de uitslag van de screening, wordt in het begin van het schooljaar gekeken welke leerlingen voor handschriftbegeleiding in aanmerking komen. De mentor bespreekt met de leerling en ouders de mogelijkheid van het volgen van handschriftbegeleiding. Wanneer de ouders hiervoor toestemming geven en de leerling hiervan gebruik wil maken, wordt de teamleider hiervan op de hoogte gebracht. De teamleider licht de docent, die handschriftbegeleiding verzorgt (de heer B. van Doorn) in. Deze stelt samen met de leerling(en) en mentor een handelingsplan op en administreert de vorderingen. Handschriftbegeleiding start 3 oktober en vindt plaats in lokaal 12, tijdens het begeleidingsuur, het 0-uur op dinsdag. Uiterlijk drie weken voor de leerlingenbespreking informeert de docent de mentor over de vorderingen en of de handschriftbegeleiding voldoende of onvoldoende resultaat heeft gehad. De mentor informeert tijdens een leerlingenbespreking de lesgevende collega' s hierover.
13
Leerlingbegeleiding Dockingacollege, Ferwert 2006 – 2007
AFSPRAKEN OVER SANCTIES EN UIT DE LES STUREN VAN LEERLINGEN Sancties: Een leerling misdraagt zich tijdens de les: • Aan het einde van de les voert de docent een gesprek over het gedrag van de leerling. Hij/zij geeft eventueel passend extra werk op en laat de leerling daarbij eventueel een uur terug komen. Het uitgangspunt hierbij dient te zijn, dat de docent het zelf oplost en een passende sanctie bedenkt. •
De leerling wordt voor 5 minuten even buiten het leslokaal gezet om even af te koelen. Na een gesprek met de docent komt de betreffende leerling weer terug in de les.
Uit de les sturen: • Als uiterste middel kan een leerling eruit gestuurd worden (wanneer een leerling in de les niet meer te hanteren is). Een leerling moet zich in dat geval altijd melden bij de betreffende teamleider. Voor de onderbouw is dit mevrouw W. Runia en voor de bovenbouw is dit de heer J. Arjaans; is één van beiden niet aanwezig, dan meldt de leerling zich bij de wel aanwezige teamleider. Mochten beiden niet aanwezig zijn, dan komt de leerling weer terug bij de betreffende docent en deze zet zelf de leerling in een aparte ruimte aan het werk met de lesstof voor dat vak. Van de teamleider krijgt de leerling de opdracht om zelfstandig in een aparte ruimte met de lesstof verder te gaan. Verder krijgt de leerling altijd de opdracht mee om zich aan het einde van de les bij de betreffende docent te melden met als doel het uitpraten van het conflict en evt. een afspraak maken om een uur in te halen. Het uitgangspunt hierbij is opnieuw, dat de docent zelf een afspraak maakt en voor een passende sanctie zorgt. Wanneer een docent zelf niet in staat is om de leerling op te vangen dan wordt de afhandeling in overleg overgedragen aan de teamleider en wordt daarbij een passende opdracht gegeven. •
Een leerling een aantal lessen niet in de les willen hebben en zonder toezicht en opdracht vrij rond laten lopen, is niet toegestaan (een leerling heeft recht op het volgen van lessen). Bovenstaande kan nooit buiten het medeweten van de teamleider en mentor omgaan. De mentor en /of teamleider voer(t)(en) dan eerst een gesprek met de leerling en de ouders.
14