Werken met afbeeldingen in het examenprogramma aardrijkskunde havo/vwo OPDRACHTEN 1. De afbeelding als motivator
2. Een afbeelding interpreteren
3. Ordenen van afbeeldingen
4. Vergelijken van afbeeldingen
5. Beoordelen van afbeeldingen
EXAMENPROGRAMMA Havo: Wereld, Aarde, Ontwikkelingsland, Leefomgeving Vwo: Politiek en ruimte, Regionale beeldvorming, Migratie en mobiliteit, Vervoer en ruimtelijke inrichting, Mens en milieu, Actieve aarde Geografische benadering: geografische vragen herkenen en zelf formuleren Havo: Wereld, Aarde, Ontwikkelingsland, Leefomgeving Vwo: Politiek en ruimte, Regionale beeldvorming, Migratie en mobiliteit, Vervoer en ruimtelijke inrichting, Mens en milieu, Actieve aarde Geografische benadering: geografische werkwijzen toepassen bij het formuleren en beantwoorden van geografische vragen: - classificeren van verschijnselen en gebieden - wisselen van analyseniveau - veranderen van ruimtelijke schaal - confronteren van dimensies - leggen van relaties (bv. oorzaak-gevolg) Havo: Wereld, Aarde, Ontwikkelingsland, Leefomgeving Vwo: Politiek en ruimte, Regionale beeldvorming, Migratie en mobiliteit, Vervoer en ruimtelijke inrichting, Mens en milieu, Actieve aarde Geografische benadering: geografische werkwijzen toepassen bij het formuleren en beantwoorden van geografische vragen: - overeenkomsten en verschillen tussen verschijnselen en gebieden kunnen aangeven Geografische benadering: geografische informatie selecteren, verwerken en weergeven
Landelijk Expertisecentrum Mens- en Maatschappijvakken Amsterdam
FUNCTIE AFBEELDING Nieuwsgierig maken / motiveren voor een geografisch onderwerp
Oefenen in het stellen van vragen over geografische verschijnselen Een aspect van een geografisch verschijnsel / een basisbegrip verduidelijken
Oefenen in het classificeren van verschijnselen / gebieden, het herkennen van verschillende analyseniveau’s en dimensies
Oefenen in het herkennen van basisbegrippen
Oefenen in het het beschrijven van overeenkomsten en verschillen tussen geografische verschijnselen en gebieden Oefenen in het beoordelen van de bruikbaarheid van informatie
1
OPDRACHTEN
6. Afbeelding zoeken
7. Afbeeldingen als informatiebron gebruiken in een onderzoek
EXAMENPROGRAMMA Geografische benadering: geografische werkwijzen toepassen bij het formuleren en beantwoorden van geografische vragen - aangeven hoe geografische informatie bepaald kan worden door opvattingen en belangen van actoren Geografische benadering: geografische informatie selecteren, verwerken en weergeven Havo: Wereld, Aarde, Ontwikkelingsland, Leefomgeving Vwo: Politiek en ruimte, Regionale beeldvorming, Migratie en mobiliteit, Vervoer en ruimtelijke inrichting, Mens en milieu, Actieve aarde Geografische onderzoek: een geografisch onderzoek opzetten, uitvoeren, presenteren en evalueren
Landelijk Expertisecentrum Mens- en Maatschappijvakken Amsterdam
FUNCTIE AFBEELDING Oefenen in het herkennen van opvattingen in geografische informatie
Oefenen in het zoeken van bruikbaar bronnenmateriaal Oefenen in het zoeken van voorbeelden van basisbegrippen
Oefenen in het zoeken van bruikbaar bronnenmateriaal en het selecteren van gegevens voor een vraag
2
1.
De afbeelding als motivator – voorbeeld aardrijkskunde
Bekijk het volgende filmpje door op onderstaande link te klikken (of met je rechtermuisknop op de link klikken en dan kiezen voor ‘hyperlink openen’): http://nl.youtube.com/watch?v=y4VQnBQxCtM Opdracht: a) Beschrijf wat je ziet in het filmpje. b) Bedenk waarom Bush de grenscontrole tussen de V.S. en Mexico wil versterken. c) Zoek op het Internet naar informatie over illegale migratie van Mexico naar de V.S.. Geef een beargumenteerde mening over dit probleem. Wat vind je van de oplossingen die Bush noemt in het filmpje?
2.
Een afbeelding interpreteren – voorbeeld aardrijkskunde
Voorbeeld I:
Landelijk Expertisecentrum Mens- en Maatschappijvakken Amsterdam
3
Titel: Bron:
Global Village…..ontmoet je 5½ miljard dorpsgenoten in BijEEN Beeldbank Geheugen van Nederland Website Geheugen van Nederland
Opdracht: Bovenstaande poster maakt reclame voor Bijeen, een voormalig tijdschrift over globalisering. Bekijk de poster, titel en subtitel goed. a) Bedenk wat deze poster voorstelt. b) Globalisering wordt gezien als kans maar ook als bedreiging. Zal het tijdschrift BijEEN globalisering als kans zien of als bedreiging? Leg je antwoord uit. Voorbeeld II:
Titel: Bron:
Fort Europa Beeldbank Geheugen van Nederland Website Geheugen van Nederland
Opdracht: Bekijk de foto en lees de titel. a) Beschrijf wat je op de foto ziet. b) Bedenk waar deze foto genomen is. c) Bedenk wat de mensen op foto doen. d( Verklaar de titel van de foto. e) Bedenk een subtitel (kort bijschrift bij de foto).
Landelijk Expertisecentrum Mens- en Maatschappijvakken Amsterdam
4
3.
Ordenen van afbeeldingen – voorbeeld aardrijkskunde
Titel: Bron:
De gesteentecyclus. Internet: nl.itpedia.sfilar.com/wiki/Gesteentecyclus
De gesteentecyclus is een schematische manier om processen in en op de aardkorst te beschrijven, die te maken hebben met de evolutie van gesteenten. De cyclus bevat de drie hoofdtypen gesteenten (sedimentaire, metamorfe en stollingsgesteenten) en beschrijft de processen die tussen de drie plaatsvinden.
Vul in onderstaande legenda de ontbrekende onderdelen/processen van de cyclus in: Legenda: 1 = magma (vloeibaar gesteente); 2 =……………..; 3 = stollingsgesteente; 4 = erosie en verwering;
Landelijk Expertisecentrum Mens- en Maatschappijvakken Amsterdam
5
5 =………………; 6 = sediment en sedimentair gesteente; 7 =……………..; 8 = metamorf gesteente; 9 = (partieel) smelten.
4.
Vergelijken van afbeeldingen – voorbeeld aardrijkskunde
Landelijk Expertisecentrum Mens- en Maatschappijvakken Amsterdam
6
Titel: Bron:
Landaanwinning sinds 1100 Beeldbank Geheugen van Nederland Website Geheugen van Nederland
Deze kaart is uit begin vorige eeuw (1925-1929). Vergelijk deze kaart met atlaskaart 49 (GB 53) en atlaskaarten 38 t/m 43 (GB 53). Als de kaart slecht leesbaar is dan kun je de kaart ook bekijken op de volgende site: http://onderwijsbeeldbank.geheugenvannederland.nl Opdracht: a) b) c) d)
Wat valt je op aan de ouderdom en aan de ligging van de verschillende polders? Kun je daarmee ook een verschil aangeven tussen soorten polders? Welke polders moeten volgens deze kaart nog aangelegd worden? Zijn alle geplande polders ook daadwerkelijk aangelegd?
Landelijk Expertisecentrum Mens- en Maatschappijvakken Amsterdam
7
e) Bekijk atlaskaart 51 (GB 53). Sommige stukken land worden juist ontpolderd. Leg uit waarom men daartoe besloten heeft. f) Volgens sommige mensen raakt Nederland voller en voller. Misschien moet er wel meer land ingepolderd worden. Zoek in de atlas een gebied dat volgens jou geschikt is voor inpoldering en leg uit waarom je voor dit gebied kiest.
5.
Beoordelen van afbeeldingen – voorbeeld aardrijkskunde
The day after Tomorrow In de film “The day after Tomorrow” waarschuwt weerdeskundige Jack Hall voor de invloed die de opwarming van de aarde zal hebben op het klimaat. Hij wordt niet erg serieus genomen door andere wetenschappers. Als het klimaat tijdens een enorme storm binnen enkele dagen drastisch veranderd en er een nieuwe ijstijd aangebroken lijkt te zijn, lijkt hij toch gelijk te hebben gekregen. In hoeverre is deze film fictie? Heeft de mens inderdaad invloed op het veranderen van het klimaat? Kan het klimaat binnen enkele dagen veranderen? Is het idee van een nieuwe ijstijd in plaats van een wereldwijde opwarming van de aarde volledig uit de lucht gegrepen of behoort het tot de mogelijkheden?
Opdracht: Bekijk het volgende filmpje (de trailer van de film) door op onderstaande link te klikken (of met je rechtermuisknop op de link klikken en dan kiezen voor ‘hyperlink openen’): http://www.youtube.com/watch?v=SnvqsWVluCE Onderzoek nu met behulp van je eigen kennis en met behulp van het Internet de waarheden en onwaarheden van deze film en geef daarvan een overzicht op een half kantje A4.
6.
Afbeelding zoeken – voorbeeld aardrijkskunde
Inleiding Nederland is een dichtbevolkt land, dat vooral in het Westen verstedelijkt is. Hoe die steden opgebouwd zijn regelt de overheid in de wet op de ruimtelijke ordening. De visie van de overheid op het indelen van de ruimte is terug te vinden in het uiterlijk en de bewoners van de verschillende wijken van een stad. Wijken die in bepaalde periodes gebouwd zijn hebben voor hen typerende woning- en bewonerskenmerken. In de verschillende steden in Nederland zien wijken uit dezelfde periode er daarom min of meer hetzelfde uit. Gebruik voor deze vraag o.a. de volgende site: http://onderwijsbeeldbank.geheugenvannederland.nl
Landelijk Expertisecentrum Mens- en Maatschappijvakken Amsterdam
8
Opdracht: a) Zoek afbeeldingen bij volgende soorten wijken: • historisch centrum • oude woonwijken / arbeiderswijken • vooroorlogse tuinwijken • naoorlogse wijken: - jaren ’50 – ’60 flatwijken • jaren ’70 (woonerven) • moderne woonwijken b) Beschrijf per soort wijk de kenmerken.
7. Abeeldingen als informatiebron gebruiken in een onderzoek – voorbeeld aardrijkskunde
Titel: Bron:
Kaart van Zeeland uit 1664 Beeldbank Geheugen van Nederland Website Geheugen van Nederland
Landelijk Expertisecentrum Mens- en Maatschappijvakken Amsterdam
9
Titel: Bron:
Provincie Zeeland 1865 http://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/0/04/Zeeland_1865.gif
Opdracht: Hierboven zie je 2 historische kaarten van de provincie Zeeland. Vergelijk deze kaarten ook met de atlaskaarten 52, 49 en 42 (GB 53). Zoals je kunt zien is er in de loop der tijd nogal wat veranderd. Beschrijf deze verandering voor zowel het land als het water. Maak in je antwoord gebruik van de volgende site om duidelijk te maken hoe de door jou ontdekte veranderingen tot stand zijn gekomen: http://onderwijsbeeldbank.geheugenvannederland.nl en geef daarbij als zoekopdracht ‘deltawerken’.
Landelijk Expertisecentrum Mens- en Maatschappijvakken Amsterdam
10