Examenopdracht Kunst Beeldend 12 havo/vwo 2014-2015 Tijdspad: De lessen starten in de week van 27 oktober, op woensdagmorgen het 1e en 2e uur, in lokaal 02 en 03. Op donderdag 2 april 2015 wordt het werk compleet ingeleverd, de tentoonstelling opgebouwd en staan de examens gepland. In de lessen wordt gewerkt aan het ontwerpproces en het praktische deel van de opdracht. Aan het einde van iedere les formuleer je zelf je eigen huiswerk om je proces opgang te houden. Ook kan de docent je extra onderzoekwerk opgeven. Iedere les worden foto’s, schetsen en/of aantekeningen gemaakt die verwerkt in het kunstenaarslogboek een overzicht geven van het doorlopen proces. In les 1 oriënteer je je op de thema’s. De thema’s en opdrachten worden gelezen en toegelicht. Je verdiept je in de verschillende thema’s en onderzoekt waar je beeldend de meeste affiniteit mee hebt. In les 2 weet je welk thema je gaat uitwerken en start je een persoonlijk onderzoek. In de daarop volgende lessen wordt het kunstwerkstuk uitgewerkt. Halverwege vindt er een proefpresentatie van het proces plaats. Examens: Op dinsdag 7 april en woensdag 8 april 2015, vóór de Artistik-/Kunstweek, ben je ingedeeld (het schema krijg je gemaild) om een presentatie te geven bij je geëxposeerde kunstwerkstuk. Je docent legt uit hoe dit in zijn werk gaat.
Inleveren en tentoonstellen: Op donderdag 2 april, het 1e en 2e uur wordt het beeldend werk ingeleverd met het daarbij behorende werkverslag. Als je twee werkstukken moet maken, dan lever je beiden in. Meteen aansluitend gaan we gezamenlijk aan het werk om in de kantine/aula een geschikte expositieruimte in te richten met jullie werk. Je zorgt er zelf voor dat het werk optimaal wordt tentoongesteld (zorg zelf voor sokkels, inlijsting ed.) want aansluitend in de week daarop worden de examens afgenomen in de expositieruimte. Havo 12 en Vwo 12 en 13- leerlingen presenteren samen. Onze expositie vormt een onderdeel van de Artistik week, anderhalve week later, waarin alle muzen worden gepresenteerd.
De vier examenonderdelen: Het kunstwerkstuk/product (1), twee of drie dimensionaal uitgevoerd en zoveel mogelijk op school gemaakt, je reflectie door middel van een presentatie (2) van je werkstuk aan medeleerlingen en docenten, het doorlopen van een authentieke proces (3) om tot het kunstwerkstuk te komen, bijgehouden in een kunstenaarslogboek (4), nauwkeurig bijgehouden met alle relevante informatie.
Vaststellen van de cijfers: Bij het vaststellen van het cijfer wordt gelet op: product (kunstwerk), proces, presentatie en kunstenaarslogboek. Je krijgt dan ook 4 cijfers , deze worden gemiddeld tot 2 cijfers; product + proces gedeeld door 2 = cijfer P3 (Kubv448) presentatie + logboek gedeeld door 2 = cijfer P4 (Kubv449) Zowel bij het product als het proces zullen de volgende aspecten bekeken worden: Heb je je persoonlijke betrokkenheid zichtbaar kunnen maken in de vier examenonderdelen en komt de inhoud van het gekozen onderwerp goed tot z’n recht? Op welke wijze heeft het medium dat je hebt gekozen bijgedragen aan het maximaal tot uitdrukking brengen van de inhoud? Ben je in staat je keuzes te verantwoorden en onder woorden te brengen in het logboek en bij de presentatie? Het cijfer wordt vastgesteld door twee docenten die het proces gevolgd hebben. Je hoofddocent begeleidt je officieel, de tweede docent volgt je proces. Het werk is niet herkansbaar en moet binnen de gestelde tijd ingeleverd worden Blijf ten alle tijden in contact met de docent! Ook buiten de lessen om kun je de docenten om hulp vragen en/of mailen op het schoolmailadres. Leerlingen die te weinig contact houden riskeren aftrek van punten!
Kunstenaarsdagboek Het kunstenaarsdagboek kan worden gemaakt in een (periode)schrift, of schetsboek met tekenpapier of een ander origineel schrift. Je neemt het iedere les mee om de voortgang in het proces bij te houden en te kunnen laten zien. Tip: Je kunt aan het einde van iedere les foto’s maken om je proces bij te houden. Wat komt er in het kunstenaarslogboek? 1) Waarom je hebt gekozen voor dit thema (inhoudelijk). Licht je keuze toe. Wat is de inhoud, de betekenis van je werkstuk(ken); wat wil je ermee zeggen? Wat was je inspiratiebron? Welk beeldmateriaal heb je gebruikt? 2) De keuze van de gebruikte technieken, materialen, geef een toelichting waarom je iets hebt gekozen of terzijde hebt geschoven, het verwerpen is net zo interessant! 3) Logboek met het werkproces en het tijdsverloop van je proces, hou je uren bij! 4) Een beeldanalyse van het eigen werk: Beschrijf de voorstelling. Beschrijf de vormgeving aan de hand van de beeldelementen (vorm, kleur, ruimte, licht, kompositie, textuur) en zo mogelijk de functie. 5) Oriëntatie op studie en beroep. De volgende vragen moeten beantwoord worden: a) Waarom heb je voor Kunst Beeldende Vorming gekozen? Welke aspecten spreken je aan? b) Welke plaats zou je dit vak willen geven in je vervolgopleiding of in je toekomst? - Kies een kunstopleiding en bestudeer deze opleiding in voorlichtingsbrochures: Wat kun je met deze opleiding/ hoe is de arbeidsmarkt? - of interview iemand die deze opleiding gevolgd heeft en met deze opleiding werkzaam is - of ga naar een open dag/meeloop dag van deze opleiding. Schrijf je bevindingen op. 6) Onderzoek het werk van een kunstenaar, stijl of stroming die met jouw werk overeenkomt. Wat bewoog deze kunstenaar (s)? Wat spreekt jou aan in dit werk? Wat is het verband en wat is het verschil met jouw werk? Het logboek wordt ingeleverd tegelijk met het beeldend werk. Beoordeling kunstenaarslogboek: Alle bovengenoemde punten moeten verwerkt worden in het verslag en worden beoordeeld op inhoud, reflectie en originaliteit.
Authenticiteit! Ten aanzien van het ingeleverde werk geldt de volgende belangrijke regel: Het gemaakte werkstuk dient uitsluitend en alleen door de kandidaat vervaardigd te zijn, dus authentiek te zijn . Dit kan alleen indien de kandidaat het proces iedere week op school laat zien. (Eventueel kan in overleg met de docent besproken worden of / welke arbeidsintensieve onderdelen thuis uitgewerkt mogen worden en via mail verslag gedaan kan worden. Als een nieuwe techniek wordt aangeleerd mag in overleg met de docent wat hulp worden gebruikt.)
Als de kandidaat zich tijdens de lessen nooit laat zien en vervolgens met een ‘prachtig’ werkstuk komt, is hij/zij gezakt!
Een of twee examenopdrachten? Examenkandidaten die naast beeldend een tweede kunstvak volgen, moeten uit de volgende lijst twee onderwerpen kiezen. Het tweede cijfer compenseert het cijfer en de SLU die ontbreken bij het andere kunstvak. Ku.alg. kan immers maar één keer meetellen. Dit geldt niet voor Vwo’ers die de kombinatie beeldend-muziek hebben gekozen, zij doen wel centraal examen in muziek en hebben dus geen compensatiecijfer nodig.
Laat je inspireren door de volgende onderwerpen en houd uitvoerig contact met je docent!
Thema’s Kunst Beeldend 12 havo/vwo 2014-2015 I Sieraad ontwerpen Bij de juwelier liggen prachtige, vaak peperdure sieraden en bij winkelketens als SIX, Claires en Pieces kun je vaak voor weinig geld leuke hebbe-dingetjes kopen. Het sieraad dat jij gaat ontwerpen is niet voor deze afzetmarkt. Jouw sieraad past eerder in een museum of een galerie. Kunst, dus. In feite kan jouw sieraad een hele eigen invulling aan het begrip ‘sieraad’ geven. En is het wel draagbaar? Dat laatste is een must maar het hoeft niet comfortabel, praktisch of naar burgerlijke maatstaven ‘mooi’ (wat is mooi?) te zijn(!) Verdiep je in hedendaagse sieradenkunst en bezoek bijv. een museum of galerie. Te denken valt aan het CODA in Apeldoorn waar een overzicht te zien is van de ontwikkelingen van het hedendaagse sieradenontwerp van 1960 tot nu. Galerieën als Hans Appenzeller, Galerie RA, Galerie Rob Koudijs en Galerie Louise Smit, allen in Amsterdam geven een inzicht in het werk van hedendaagse sieradenontwerpers. Ook kun je je verdiepen in het werk van Felieke van der Geest, atelier Ted Nooten, Lucy Sarneel ea. Wat zijn jouw fascinaties, thema’s en hoe verwerk je die in jouw sieraad ? Verzamel je ideeën, beeldmateriaal en proefjes van materialen in een moodboard of in je werkboek. Maak veel schetsen en laat het proces wat je doorloopt duidelijk zien. Je geeft het sieraad vorm en voert het uit op ware grootte. Bij de beoordeling wordt gelet op originaliteit, beeldende kwaliteit, materiaalgebruik en inhoud.
II Neo-Renaissance 2014/15; De kunst van de klassieken ontmoet de moderne kunst. In de 15e en 16e eeuw was er een enorme opleving van belangstelling voor de klassieke kunst. Geen wonder ook; wat de Grieken en later de Romeinen maakten was van een bijzondere schoonheid en harmonie. Zowel op het gebied van architectuur als op het gebied van de kunsten. Oude thema’s, zoals mythologische verhalen, werden in de Renaissance weer hot. Tempelfronten kregen nieuwe toepassingsvormen op kerken maar ook op woonhuizen en kantoren. Maar boven alles gaat Renaissance om harmonie en evenwicht. Laat je inspireren door de oudheid. Maar bedenk je wel: het is niet het jaar 212 voor of na Christus. En ook niet 1413. We leven in de 21e eeuw en de klassieken zijn ‘slechts’ inspiratiebron. Je kunt je verdiepen in de Italiaanse of Franse architectuur uit die tijd, denk oa. aan de rijke natuurstenen gevels of de zuilen en rondbogen. In Nederland ontwierp Cuypers het Rijksmuseum in Amsterdam. In navolging van Cuypers werd er een Nederlandse bouwstijl ontwikkeld die veel werd toegepast bij overheidsgebouwen en kerken. Maar ook kun je je laten inspireren door meubilair, kleding, tuinarchitectuur of muziek uit die tijd.
Hoe ontmoet deze stijl onze tijd ? Is gothic een nieuwe vorm van neorenaissance ? Bestudeer een facet van de Renaissance en doe verslag in je werkboek. Hoe verhoudt jouw interesse zich tot deze eeuw; zie je parallellen of juist niet, kunnen we inzichten uit die tijd in onze tijd gebruiken en toepassen of juist niet. Naar aanleiding van je onderzoek maak je schetsen van je ideeën, deze kun je 2D en/of 3D uitwerken. Meubilair en kleding wordt uitgevoerd, een gebouw of tuin kan in een schaalmodel worden vertaald. Bij de beoordeling wordt gelet op originaliteit, beeldende kwaliteit en inhoud.
III Voedsel als kunst We doen het elke dag en meestal vinden we het lekker. Toch is eten niet vanzelfsprekend; bijvoorbeeld voor mensen in sommige 3e wereldlanden of mensen met een bepaald ziektebeeld. In onze omgeving is er een overdaad aan voedsel. De meeste mensen eten niet erg gezond, maar er zijn juist ook weer mensen die van gezond eten een cultus maken. Het fotograferen van eten is een (kunst)vak apart. Is kookkunst ook een kunst? Ook zijn er kunstenaars die met groenten of fruit kunst maken. Eten/voeding in relatie tot de zintuigen. Geur, kleur, smaak en textuur. Eten/voeding in relatie tot religie of de bijbel. Kookboeken met maaltijden uit die tijd samengesteld, maaltijden verbeeldt in de kunst. Eten/voeding/ maaltijd als voeding of als relatiekunst ? (interactie en gezelligheid) Een reis door de geschiedenis : De Gouden Eeuw met zijn overvloed aan voeding verbeeldt op schilderijen. Fooddesign van nu met kunstenaars als Marijke Vogelzang of Rirkit Tiravanija. Waarin verschilt Jonnie Boer (met zijn 3 Michelin sterren restaurant in Zwolle)van de Librije met Marijke Vogelzang ? Ken je het werk van Lucy Orta, zij organiseerde op het Neude in 2005 een maaltijd 70x7The Meal. Bekijk het op internet. Maar ook Arcimboldo, Pieter Claes, Wim T. Schippers, Andy Warhol gebruikten als kunstenaars voedsel in hun werk. Hedendaagse kunstenaars als Patrick Faas, Fredie Beckmans, Henri Roquas of Karel Goudsblom kun je meenemen in je onderzoek. Het eindproduct dient beeldend interessant te zijn; er is een verschil tussen bijv. koken of een maaltijd verzorgen en koken als kunstvorm of een maaltijd als kunstvorm. Laat je inspireren door dit zo onlosmakelijk met het leven verbonden thema en geeft 2 of 3 dimensionaal vorm aan je ideeën.
IV Meubel van gerecycled materiaal We leven in een tijd waarbij steeds meer aandacht is voor het milieu en de sporen die we achterlaten met alles wat gereproduceerd wordt en na korte tijd wordt afgedankt. In de hippe avant-garde scene is het werken met gerecycled materiaal een bruisende inspiratiebron. Op architectuurgebied hebben een aantal architectenbureaus dit thema al als specialisme opgepakt. Opdrachtgevers met dezelfde interesse kunnen zo direct met hun programma van eisen komen. (Zie bijvoorbeeld www.2012architecten.nl ) Kijk eerst op www.refunc.nl en www.elmovermijs.com om te onderzoeken of dit onderwerp je aanspreekt, en laat jezelf verrassen! Bij deze opdracht is het essentieel dat je op een heel frisse manier naar het gebruikte materiaal kunt kijken, de kwaliteit ervan inziet en die gebruikt voor je ontwerp van een ‘nieuw’ meubelstuk of gebruiksvoorwerp voor in huis. Na uitvoerig onderzoek ga je dit ontwerp ook uitvoeren of je maakt er een geschikt schaalmodel van. Bij de beoordeling wordt gekeken naar de nieuwe, originele invalshoek van het gebruikte materiaal, de functionaliteit en de verzorging en uitvoering van het voorwerp. Deze opdracht is alleen 3D uit te voeren.
V Beeldend Zelfportret
In de komende weken ga jij werken aan een beeldend zelfportret. Vele kunstenaars hebben om verschillende redenen zelfportretten gemaakt.
Hoewel aan deze portretten zeker ook het karakter en het gemoed van de kunstenaar is af te lezen, vertonen deze portretten opvallende gelijkenissen met de fysieke verschijning van deze kunstenaars. Bij jouw beeldend portret is dat niet (per definitie) het geval.
Wie ben je? Een moeilijke vraag. Dit vraagt om een zelfonderzoek. Wat typeert mij? Wat maakt dat ik werkelijk ben wie ik ben? Wat vormt mij, drijft mij? Hoe wil ik dat anderen mij zien?
Je gaat op onderzoek, zowel inhoudelijk als beeldend. Wat wil je uitdrukken en op welke manieren kun je dat doen? Welk materiaal ga je gebruiken? Ga je 2 of 3 dimensionaal werken? Deze vragen beantwoord je in de komende maanden. Je zoektocht maak je inzichtelijk in je werkverslag. Daarin zitten schetsen, mind-maps, inspirerende foto’s van b.v. kunstwerken of dingen die jou inspireren. Alle dimensies en materialen zijn toegestaan.
VI Architectuuropdracht De Biënnale van Venetië is een toonaangevende kunstmanifestatie die om het jaar gehouden wordt in het sprookjesachtige Venetië. De Biënnale is globaal op drie locaties te bewonderen: in een stadspark (Giardini), in het Arsenale (een voormalig militair complex) en in diverse stadspaleisjes en andere gebouwen in de oude stad. In het Giardini zijn 28 landen vertegenwoordigd met een eigen paviljoen. Nederland heeft er net iets meer dan honderd jaar ook een eigen plek en sinds 1954 is dit het ontwerp van onze meesterarchitect Gerrit Rietveld. Het paviljoen is al diverse keren grondig gerestaureerd. Stel je voor dat jij gekozen bent voor het ontwerpen van een nieuwe eigentijds Nederlands kunstpaviljoen. Je onderzoekt hiervoor hoe het huidige paviljoen eruit ziet, waarmee de andere landen zich vertegenwoordigen en hoe jij een Nederlandse afvaardiging van een tentoonstellingsruimte zou faciliteren in dit park. Onderzoek waar een tentoonstellingsruimte aan moet voldoen, welke exposities zijn er tot nu toe gehuisvest en aan welke eisen moet het daarbij voldoen. Denk aan grootte van vloeroppervlak, flexibiliteit van inrichting, lichtinval en materiaalgebruik. Ook behandel je de vraag of je überhaupt in deze tijd nog een paviljoen zou moeten neerzetten en of het op een andere manier zou kunnen. Met andere woorden: is een paviljoen misschien wel te gedateerd en zou je je als representant van Nederland in een heel eigentijdse en vernieuwend manier laten vertegenwoordigen?
Voor deze opdracht zijn presentatiemiddelen als een maquette (op schaal) of virtual reality heel geschikt. In het onderzoek moet ook de eigentijdse relevantie aan bod zijn gekomen.
Kostuumontwerp
VII
In de explosieve periode van het expressionisme (1905-1940), hebben veel kunstenaars zich ook bezig gehouden met het ontwerpen voor het theater. De expressionisti sche kunstenaars wilden werk maken met een zo groot mogelijke impact. Er was sprake van zeer intensieve versmelting van beeldende en muzische kunsten. Sommigen ontwierpen zowel decor, affiches als kostuums. Anderen richtten zich op een enkele discipline. Bekijk het werk voor het theater van kunstenaars als Pablo Picasso, Léon Bakst, Henri Matisse, Oscar Schlemmer, Georgio de Chirico (engelse zoektermen werken beter!). Kijk ook bij ontwerpers als Coco Chanel, Sonia Delaunay, Aleksandra Ekster. Er zijn vrij veel youtube filmpjes te vinden. Hierbij twee links. Parade 1917 (Picasso): http://www.youtube.com/watch?v=_Chq1Ty0nyE#t=30 Triadisches Ballet (Schlemmer): http://www.youtube.com/watch?v=8c6B7VKfdW4 Ook eigentijdse ontwerpers laten zich inspireren door het expressionisme. Zie Colleen Atwood (Alice in Wonderland), Viktor & Rolf (Katy Perry, E.T video).
Kostuum Cleopatra: Sonia Delaunay, 1918
Viktor & Rolf
Opdracht: Ontwerp een kostuum voor een personage uit een bestaand stuk (toneel, theater, dans). Zoek een figuur dat je in je verbeeldingskracht aanspreekt. Het product moet aan de volgende eisen voldoen: 1 2 3 4
De verbinding met het expressionisme of een specifieke expressionistische kunstenaar is duidelijk tot uitdrukking gebracht. Het versterkt op overtuigende wijze de expressie/karakter/figuur van het personage. Het is draagbaar (= niet hetzelfde als comfortabel !!). Het is eigen en eigentijds (= dus echt van jou!)